Rapport grondexploitatie Regionale Bedrijven Terrein (RBT)
Auditcommissie gemeente Borne
1
Algemeen XL Businesspark Twente
De gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo (de partners van Netwerkstad Twente) en de provincie Overijssel willen samen XL Businesspark Twente ontwikkelen, exploiteren en beheren. Het wordt een grootschalig terrein van ongeveer 180 hectare (netto uitgeefbaar terrein 120 tot 130 hectare) in de buurt van Almelo. Meer bedrijvigheid, meer werk XL Businesspark Twente is bedoeld voor bedrijven in de logistiek, transport, distributie en industrie. Met dit terrein willen de gemeenten en de provincie een impuls geven aan de werkgelegenheid in Twente. Al deze bedrijven leveren ook indirecte werkgelegenheid op, zoals bij toeleveranciers elders in de regio. Het terrein biedt de mogelijkheid om grote ruimtevragers in Twente te houden of naar deze omgeving te halen. Daarnaast versterkt het de concurrentiepositie van de regio; zo ontstaat een samenhangend, gedifferentieerd en hoogwaardig aanbod aan bedrijventerreinen en bedrijvenmilieus in de regio.
Gemeenschappelijke regeling De gemeenschappelijke regeling is op 29 maart 2005 vastgesteld door de gemeenteraad van Borne en is daarmee in werking getreden. 18 mei 2005 is de gemeenschappelijke regeling bedrijventerrein Twente door de oprichting van het Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijven Terrein Twente van start gegaan. De deelname is als volgt: Gemeente Enschede 23% Gemeente Almelo 23% Gemeente Hengelo 23% Provincie Overijssel 23% Gemeente Borne 8% Totaal 100%
Over een eventuele vroegtijdige uittreding wordt in het verloop van dit rapport nader op ingegaan.
2
Gronduitgifte in de periode 2006 – 2010 Het uitgifte tempo zoals opgenomen in de financiële haalbaarheidsanalyse is in de periode 2006 – 2010 nooit gehaald. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen: Langdurige beroepsprocedures rond het bestemmingsplan RBT Meermalen gang naar de rechter i.v.m. het kappen van bomen voor het bouwrijpmaken Convenant gesloten met natuurbehoud instanties en stichting Dorpsbelangen Bornerbroek Door al deze factoren kon pas medio 2008 daadwerkelijk begonnen worden met de gronduitgifte in plaats van 2006. Eind 2008 is uiteindelijk 2 ha grond aan metaal en machinebouwbedrijf Buiting als eerste onderneming uitgegeven. Ook de wereldwijde recessie ging vervolgens niet aan het XL Businesspark Twente voorbij. Geplande bedrijven(3 stuks) haakten door de recessie af. In 2010 heeft Vivochem zich op een kavel van 2,5ha gevestigd. Inmiddels heeft zich een logistiek centrum Timberland gevestigd op een kavel van 5,7ha met een optie van 1ha.
De oorzaken hebben financiële gevolgen voor de exploitatie van het RBT.
Prognose gronduitgifte 2011 – 2013 In het verlengde van de voorzichtige scenario’s van het CPB m.b.t. de economische groei en demografische ontwikkelingen, is thans in de grondexploitatie voor het uitgiftetempo de onderkant van de bandbreedte van 6ha per jaar aangehouden.( voorheen 7ha per jaar) Het uitgiftetempo, dat geadviseerd is in het kader van de totstandkoming van de financiële haalbaarheidsanalyse van 2004/2005. Hierdoor wordt de totale looptijd met 4 jaar verlengd. Van 2026 naar 2030.
Ontwikkelingen Van ambtelijke zijde hebben wij vernomen dat de belangstelling van bedrijven om zich te vestigen is toegenomen. In het kader van de privacy is geen opsomming te geven van de belangstelling om welke bedrijven het gaat.
3
Financiën Zoals hiervoor is geschetst verloopt de afname van de gronden niet in overeenstemming met de planning. De verslechteringen die hierbij zijn opgetreden zijn in het kort: Verlenging van de looptijd tot 2030 Toename rentekosten Bijstelling fasering Daarnaast zijn ook positieve punten opgetreden: Goedkopere aankoop agrarische gronden Gunstige aanbestedingsresultaten Voor de gemeente Almelo heeft dit ook financiële gevolgen voor het niet ontvangen van de OZB gelden. De Raad van State heeft in 2008 bepaald dat binnen de bestemmingsplanperiode 10 jaar alle gronden plus opstallen verworven moeten zijn. Dit heeft ook financiële consequenties. Om een beeld te schetsen van de financiële situatie per 31 december 2010 het volgende:
Nog te maken
Totale uitgaven Totale inkomsten
Boekwaarde 31-12-2010 € 82.140.000 € 12.010.000
€ 124.785.000 € 175.840.000
Eindsaldo 31-12-2030 € 206.925.000 € 187.850.000
Per saldo
€ 70.130.000
-€ 51.055.000
€ 19.075.000
Het negatief eindsaldo per 31 december 2030 is € 19.075.000 Omgerekend naar het eindsaldo op Netto Contante Waarde per 1 januari 2011 € 8.495.000 De parameters per 1 januari 2010 zijn: Rente lange termijn 4,25% vanaf 2014 Rente korte termijn t/m 2014 3,64% De rentefactor blijft altijd een risico in zich hebben. Een andere factor, dat een risico element heeft, is de uitgifte prijs van de grond. De voorgelegde grondexploitatie per 1 januari 2011 vertoont een tekort op Netto Contante Waarde van € 8.495.000. Ten opzichte van de Grex 2010 betekent dit een verslechtering van ruim € 6 miljoen.
4
Hoe wordt de verdeling van de bijdrage in het tekort tot nu toe: Deelnemer Enschede Almelo Hengelo Provincie Overijssel Borne Totaal
Percentage 23 23 23 23 8 100
Bijdrage € 1.953.850 € 1.953.850 € 1.953.850 € 1.953.850 € 679.600 € 8.495.000
Voor Borne betekent dit een verhoging van ruim € 490.600. Oorspronkelijke bijdrage Herziene bijdrage Toename van
€ € €
189.000 679.600 490.600
5
Uittreding uit de gemeenschappelijke regeling RBT Wat zullen de consequenties zijn als Borne uit de gemeenschappelijke regeling RBT treedt? De gemeenschappelijke regeling die op 29 maart 2005 is vastgesteld zegt het volgende:
Citaat Wat gebeurt er als één van de partijen niet wil doorgaan met het RBT? In het concept van de regeling voor het Openbaar Lichaam wordt er van uitgegaan dat de vier gemeenten en de provincie gezamenlijk de looptijd volmaken en het beheer ook daarna blijven voeren. Mochten één of meer partners tijdens de looptijd afhaken dan heeft dit grote financiële consequenties voor die afhakende partij. De anderen bepalen dan of zij zullen doorgaan. In de overeenkomst die gesloten wordt, maken de partners afspraken over de financiële voorwaarden bij eventuele uittreding.
Artikel 25 van de gemeenschappelijke regeling zegt het volgende: Lid 5 Te rekenen vanaf het tijdstip van de inwerkingtreding van de regeling is uittreding iot de regeling door de deelnemers gedurende een periode van 7 kalenderjaren niet mogelijk. Daarna is uittreding slechts mogelijk per 1 januari van enig jaar en alleen met inachtneming van na te noemen termijnen.
Lid 6 Van een door één der deelnemers genomen besluit tot uittreding wordt – na het verstrijken van de 7 kalenderjaren – tevoren schriftelijk kennisgegeven aan het Algemene Bestuur en aan de overige deelnemers. Bij de kennisgeving wordt in verband met afwikkeling van de financiële gevolgen van de uitreding – behoudens het bepaalde in het volgende lid – een termijn van tenminste 2 jaren na verzending van de kennisgeving in acht genomen. Voor het overige wordt verwezen naar de gemeenschappelijke regeling.
In artikel 25 lid 9 wordt een verrekening toegepast met eventueel ingebrachte middelen. De consequenties betreffen in elk geval de rente en aflossing van de geldleningen; de overige gevolgen kunnen onder meer betrekking hebben op het personeel van het RBT
De uittreding gaat in tenminste 2 jaar na het verzoek tenzij vóór of uiterlijk op 15 maart van enig jaar door het RBT ontvangen is kan uittreding op een kortere termijn dan 2 jaar plaatsvinden. Dus een termijn van één jaar en tenminste 9,5 maand na ontvangst van de kennisgeving. Na 15 maart van enig jaar ontvangen kennisgevingen worden geacht te zijn ontvangen op 31 december van dat jaar. De uitreding kan op zijn vroegst mogelijk eind 2013.
De betrokken artikelen zijn in bijlage 1 compleet opgenomen.
6
Wat zijn de financiële consequenties? Over het vroegtijdig uittreden uit het RBT daarover het volgende: het vroegst mogelijke moment van uittreding is op basis van nadere analyse van de Gemeenschappelijke Regeling niet, zoals op 5 september is aangegeven door de gemeente Borne, per 1-1-2013 maar per 1 januari 2015.
Een besluit daarover moet worden genomen tussen 6 april 2012 en 15 maart 2013.
Van ambtelijke zijde is de z.g. “afkoopsom” van 8% van ca. € 14,5 miljoen, zijnde ca. € 1,16 miljoen juist, met dien verstande dat deze geldt als netto contant per 1 januari 2011.
Aandeel Borne is 8% van het tekort van € 14.500.000 totaal € 1.160.000
In 2015 zal deze zijn gegroeid met een jaarlijks rentepercentage. Van dit bedrag is ca. € 0,68 miljoen reeds gestort in de voorziening voor het aandeel van Borne in het begrote tekort netto contant per 1 januari 2011.
Per 1 januari 2011 is het berekende tekort voor Borne € 679.600
Netto contant per 1 januari 2011 zou dus nog ca. € 0,48 miljoen moeten worden aangevuld tot het maximum van de garantstelling van Borne, als uittreden nu mogelijk was.
Per saldo meer door uittreding € 480.400
Bijdrage uittreding € 1.160.000 Oorspronkelijk € 679.600 Extra bijdrage € 480.400
De afkoopsom is gebaseerd op het begrote tekort van de grondexploitatie per 1 januari 2004 inclusief het destijds becijferde risicoprofiel. Dit leidde tot een vastgesteld maximaal tekort dat in 2005, toen de Gemeenschappelijke Regeling werd vastgesteld, € 10 miljoen bedroeg. Borne staat garant voor 8% van dit maximum, per peildatum netto contant. Per 1-1-2011 is dat dus ca. € 1,16 miljoen.
7
Per 1 januari 2015 zal het tekort aangegroeid zijn tot ca € 17,5 miljoen hetgeen betekent dat de bijdrage ca 8% van € 17,5 miljoen is ca. € 1,4 miljoen. Dit betekent dat de garantstelling met € 720.400 moet worden aangevuld.
Bijdrage uittreding € 1.400.000 Oorspronkelijk € 679.600 Extra bijdrage € 720.400
Risicofactoren Er zijn
een aantal risicofactoren te geven: Uitgiftetempo Renteontwikkeling Kostenontwikkeling Grondprijs Grondexploitatie of deze binnen de opgestelde grex blijft Bijdrage afkoop regeling
Op dit moment wordt met diverse kandidaten overleg gevoerd over de vestiging. Dit heeft een positieve ontwikkeling. Uiteindelijk als het plan gerealiseerd is heeft de gemeente Almelo dan alleen de positieve effecten of komen deze ten goede van het RBT?
Samenvatting Gelet de ruimte binnen de marges bij doorgaan en bij uittreding kan worden overwogen om voorlopig een afwachtende houding aan te nemen. Mocht bij de volgende Grex blijken dat de ontwikkelingen zich verder verslechteren c.q. verbeteren dan kunnen de betrokken gemeenteraden en statenleden een nader standpunt innemen en mogelijk het oorspronkelijke plan bijstellen.
Met dit rapport heeft de auditcommissie beoogt een (financieel) overzicht te geven van de stand van zaken aangaande het XL bedrijvenpark
Borne, 7 november 2011 Auditcommissie gemeente Borne Ton Geerdink, voorzitter Jaap Engelsman, lid Wendy Kits, plv. lid Erst Janssen, plv. lid Bijlage: 1 8
Bijlage1 Art. 22 lid 6 Bij de eerste vaststelling van de onderhavige gemeenschappelijke regeling dragen de deelnemers er zorg voor dat het RBT over voldoende middelen kan beschikken om haar taken te kunnen (doen) uitvoeren. De deelnemers stellen zich conform de hiervoor bedoelde verdeelsleutel borg voor het gecalculeerde tekort per 1 januari 2004 (NCW) alsook voor de per die datum gecalculeerde risico’s. De vraag is hoeveel Borne heeft ingebracht in 2004?
Art. 25
1. Te rekenen vanaf het tijdstip van de inwerkingtreding van de regeling is uittreding uit de regeling door de deelnemers gedurende een periode van 7 kalenderjaren niet mogelijk. Daarna is uittreden slechts mogelijk per 1 januari van enig jaar en alleen met inachtneming van na te noemen termijnen. 2. 6. Van een door één der deelnemers genomen besluit tot uittreding wordt – na het verstrijken van de 7 kalenderjaren – tevoren schriftelijk kennisgegeven aan het Algemeen Bestuur en aan de overige deelnemers. Bij de kennisgeving wordt in verband met afwikkeling van de financiële gevolgen van de uittreding – behoudens het bepaalde in het volgende lid – een termijn van ten minste 2 jaren na verzending van de kennisgeving in acht genomen. 3. 7. Indien de kennisgeving van een door één der deelnemers genomen besluit tot uittreding uit deze regeling voor of uiterlijk op 15 maart van enig jaar door het RBT is ontvangen, kan uittreding op een kortere termijn dan twee jaar plaatsvinden. De feitelijke uittreding kan dan – onverminderd de alsdan wellicht nog voor de uittredende deelnemer bestaande financiële verplichtingen – plaatsvinden op een termijn van één jaar en minstens 9½ maand na ontvangst van de kennisgeving. Na 15 maart van enig jaar ontvangen kennisgevingen worden geacht te zijn ontvangen op 31 december van dat jaar. 4. 8. Indien twee of meer deelnemers tegelijk danwel na elkaar kennis geven van hun besluit om uit te treden danwel indien één der deelnemers reeds is uitgetreden en er een nieuwe kennisgeving inzake uittreding wordt gedaan, wordt de regeling met inachtneming van het bepaalde omtrent ‘Opheffing’ in deze regeling opgeheven, tenzij door de overige deelnemers unaniem wordt besloten om de regeling in stand te houden. 5. 9. Het Algemeen Bestuur regelt, na overleg met de uittredende deelnemer(s), de financiële consequenties alsmede de overige gevolgen van de uittreding met dien verstande dat een uittredende deelnemer de overeenkomstig artikel 22, lid 5 van deze regeling eventueel ingebrachte middelen terugkrijgt onder aftrek van het tekort op de exploitatieopzet, zulks in de verhouding als in artikel 22 van deze regeling bepaald en zoals te begroten naar de stand van, en per peildatum van het moment van uittreden, een en ander onder handhaving van diens borgstelling voor het in dat artikel bedoelde en per datum voormelde peildatum geldende risico. De consequenties betreffen in elk geval de rente en aflossing van de geldleningen; de overige gevolgen kunnen onder meer betrekking hebben op het personeel van het RBT. 9
6. 10. De uittreding is pas volledig geëffectueerd als is voldaan aan alle daaraan door het Algemeen Bestuur gestelde voorwaarden. 7. 11. Zowel toetreding als uittreding impliceren geen inhoudelijke wijziging van de regeling, aangezien daartoe door het Algemeen Bestuur kan worden besloten.
10