RANDVOORWAARDEN VOORAQUACULTUURONTWIKKELINC INDEDERDEWERELD
Prof.Dr.E.A.Hulsman VakgroepVisceeltenVUserlJ (LUW) WAGENINGEN
BijdrageaandeThemadag "Aquacultuur InOntwikkelingssamenwerking"vanhet 'NederlandsGenootschapvoor Aquacultuur" (NGvA) Rhenen,9nel1987
2-
MijnheerdeVoorzitter,DanesenHeren, DeaeestenvanukennenBijenIkhebhetvoorrechtgehaddeBeesten van u Indeafgelopenjarenookaleensteaogenontmoeten. GegevendiesituatiezultudusvanBijnietzoveel nieuws horen en zo udittochverwacht,stelikudusteleur. Graaghadikueentweedeteleurstellingwillenbesparen,Baargeletopdetitelvana'nbijdrage • waarin ik in een onbewaakt ogenblik heb toegestestd •BoethetBijvanhethart,datikook dietitelnietzalwaarmaken:a'neigenbeperkingenende beperkt beschikbaretijdstellenhunInherenterandvoorwaardenaetbetrekkingtotdepunten,dieikwilaanroeren. Demogelijkheid,diedeNGvAonsvandaagbiedtwilikdanookaangrijpen als"opnieuweenmogelijkheidoaaetsikaarvangedachten tewisselenoverderolvanaquacultuur•ook-in ontwikkelingslanden". De Importantievanvis binnendetotaledierlijkeproduktlein dewereldkanwordenafgelezenuittabel1. Dezewereld-vlsproduktiekoattotstandvia jacht (visserij) en houderIJ (visteelt)enfiguur1Illustreerthetverloophiervanin deafgelopenjaren. Onsbeperkendtotdeaquacultuurkandetotale opbrengst (ecxcl. ongeveer 1,2miljoentonzeewier)volgenstabel2overdediverse regio'senvisproduktenwordenverdeeld. Belangrijkerechterdandeze absolute aanbod cijfers is mogelijkerwijs de relatieve bijdrage vanaquacultuuraandetotale visconsuaptledoordemens,zoalsweergegevenintabel3. Uitdetabellen2en3blijktdataquacultuurveruit het belangrijkste Is in de Aziatischeregio,gevolgddoorEuropa,endat aquacultuurquaabsolutehoeveelheidzowelalsquarelatieve bijdrageaandevisconsuaptle indeAfrikaanseregiovrijwelverwaarloosbaaris.Ditblijktookuittabel4,waarinopbasis van per capita produktlevanvlnvis dehoogstproducerende landeninde wereldzijngerangschikt. Hetbetrekkingtothetonderwerpvanvandaaglijkthet dus interessant de AziatischeendeAfrikaanseregiowatnadertebekijken,temeerwaarindeeerste reeds een eeuwenoude aquacultuur traditieaanwezigis,terwijldezeindelaatstevrijwelofgeheel ontbreekt. Viswordtvaakbeschouwdalseenrelatiefgoedkoopdierlijk eiwit ten opzichtevanvlees.Hiermeekoathetfeitovereen,datlanden aetlageinkomenseenhogevis/vleesconsumptieverhoudinghebben, terwijl dezeverhoudingbijlandenaethogeinkomen»laagis,zoalswordtgeïllustreerd infiguur2(deuitzonderingwordtgevormd doorJapan). Vis aag dan relatiefgoedkoopzijn,ermoetwelvoorwordenbetaaldenvlsconsumptie isdanookvaakinkomensafhankelijk.Infiguur3wordtdanafhankelijkheidweergegevenvoorAziéenLatijnsAmerika.Ookindezelaatsteregiowordteen positieve regressie gevonden,zijhetminderstijlverlopend (figuur3). voor Afrikakaneendergelijkeregressienietvastgesteldworden.
vermoedelijk(nede)veroorzaaktdoordegeringeverschilleninlnkonenperhoofdvandebevolkingenbeperktevisbeechlkbearheldIn eenaantallanden. Figuur4,tenslotte,illustreertdatinde Aziatisch« regio per capita vlstaeltproduktiepositiefgecorreleerdisnetdevlsconsumptle -eenstijlecorrelatievoordelanden»et lage lnkoaens •n een vat minder stljlevoordelandennethogelnkoaens.Een soortgelijkecorrelatie -eveneensweinlngstijlverlopend-wordt gevondenvoorLatijns-Anerika. Hetvoorgaande samenvattendkunnendevolgendegeneralisatieswordengenaakt: *Devis/vleesconsumptieverhoudingishoogin landen net lage inkomens. *Vlsconsumptle isinkomensafhankelijk. *Visteelt-produktie is afhankelijk van vlsconsumptle (welke Inkomensafhankelijk is). *Debelangrijkste "visteeltlanden"zijnlandeninAziëenEuropa. Aanditlaatstepuntkannogwordentoegevoegd,dat • wanneer de visserij-statistieken hierbijwordenbetrokken-dezelandenover eenpercapitavisvangstbeschikken,welkedeper capita vlsconsumptle in dielandenvolledigdekt,zelfsindeneestegevallen verovertrekt. Hieruitkandeconclusiewordengetrokken dat als belangrijkste voorwaarden voor eensuccesvolleaquacultuur introductieenontwikkelingkunnenwordenaangemerkt: -koopkracht (deInkomensafhankelijkevlsconsumptle) -visbeschikbaarheid ("sterke aquacultuurlanden* zijn "sterke visserij-landen"). Deze laatste voorwaarde leidttotdestelling,datvissserijde wegplaveitvoordevisteeltviabijv.produkt-acceptatle, markten vermarketingsinfrastructuur, e t c ) . Eén enanderisgepoogd weer tegeveninhetschemavanfiguur5. Inditschemaleidtvergrotingvandeoutput-hetgekweekte produkt - automatisch totvergrotingvandebestaande inputfactor "devisbeschikbaarheid". Opdezewijzewordtduseensoort "vliegwiel-actie" gegenereerd, en datmoetook!!Eenontwikkelingsprojectisgeendoel,maareen middel.Doelstellingvanzulkeen middel dient uiteindelijk te zijn het autonome bestaan cq.deautononegroeivandebeoogde ontwikkeling,enindemeestegevallenvraagtdituiteindelijk on socialeeneconomischehaalbaarheidvandebeoogdeactie. "Publicfunding"kandebenodigdevliegwiel-actie leveren,echter, uiteindelijkzalverdereexpansievanuitdebedrijfstakzelf moetenkomen:een"commercialisatiedoelstelling"dus. Zulk een doelstelling wordt inAzië,zowelindegrootschalige (bijv.deADB (mede)gefinancierdegarnalenprojecten)als ook in de kleinschalige plattelandsontwikkelingsprojecten nagestreeft (volgensLUAsianInstituteforTechnologykweektmeerdan3/4van deThaiserijstboerenvis"voordemarkt").
4-
InAfrika 1«deze situatieduidelijk andere:uit een studie van Euroconsultblijkt o.a.dat * tussen 1972en 1985zo'n 150visteeltprojectendoorso'n 30verschillendedonorenzijn/wordenuitgevoerd. *hiermee intotaal ongeveer een"public funding" van zo'n 0.5 •lljardguldenwas genaakt. * ± 90% vanditbedragwerdbesteed aanprojectenmet alsdoelgroepde"subsistence ferner"enals doelstelling de "familydiet-lnprovenent". *± 6%vanditbedragwerdbesteed aancommerciële vlsteelt. Hierbij noetwordenbedacht,dat "subsistence farmers", levendop degrensvanhetbestaan,vast eenrisicovermijdende gedrag zullenhebben, terwijl,gelet ophuidige omvangvanen geringetraditie inaquacultuur ophetAfrikaanse continent, visteeltontwlkkellng inAfrika invele gevallenbeschouwd kanwordenalsde introduktievan "ietsnieuws*net inherente risico'svoor de doelgroep zowel net betrekking tot de teelt als de (zekerheidvan )vermarketing.Deze risico's dwingen tothet aanbrengenvaneen "vangnet* indevormvanbijv.prljs-garanties,credit schemes,vermarketlngsondersteuning,enz.,enz.,welke slechts zelden aanwezig waren inde genoemde±150projecten. Het feit,dat inAfrika -net alle oprechtebedoelingen •de"subsistence farmer" totdoelgroep ende "family-dlet-improvement" tot doelstelling is (geweest)vandebeoogde aquacultuurontwikkellng isinmijnopinie (mede)éénvandeoorzaken,waardoor totop hedendeze ontwikkelingniet toteclatante successenheeft geleld. In1985werdopde toengehouden "Tropische Landbouwdag"becijferd (lezingIr.J.E. Blom, Euroconsult),dat de kosten van buitenlandse experts ophet totaalvandeAfrikaansevlsteeltproduktle ongeveer 2guldenperkg gekweektevisbedroegen. Zo'n "public funding" isterverkrijgenvan voldoende vliegwielactie mogelijk gerechtvaardigd,mits autonome groei alsdoelstellingwordt gehanteerd. Tenslotte eenlaatstepuntmetbetrekking tot de benodigde visgeorlenteerde en markt-georiënteerde kennis ontwikkeling (figuur 7), hetgeenn.i. tot eenzeker spanningsveld leidt. Denarktvoor gekweektevis isdevismarkt,waarmee demarkt voor visserijprodukten wordt bedoeld. Dievismarkt iszeerdivers en omvathonderden soorten.On een santal , waaronder consument voorkeur, ziekte-"Import" vermijding door gebruikvan autochtone vissoorten, e t c , tendeert deaquacultuurnaar eenzelfde diversiteit: het Aquaculture Development and Co-ordination Programme (ADC?) vandeVerenigde Natieshanteert inhaar "usermanualaquaculture information system" 255vissoorten. Ennog steedswordt overdehelewereld eenenorme onderzoeksinspanning geleverd ter identificatie van "nieuwe" voor aquacultuur geschikte soorten, vaakvanuit regionaal beperkte consuemnten voorkeur. Moge dit laatste eenrealiteit zijnwaarmee terdege rekening gehoudenmoet worden,het leidt terzelfdertljd tot eenexponentiele groei inresearchbehoeftenmetbetrekking tot eenscalavanaquatische orga-
-5-
Resumerendkunnendanook«entweetaltaakvelden worden geformuleerd dievanbelanglullenzijnvoordetoekomstigeontwikkeling vandeaquacultuurIndustrieIndederdewereld. 1.Het technisch -biologisch aquacultuur onderzoek in de ontwikkelingssamenwerkingzalwat»eerplaatsBoeten«akenvoor onderzoeknaardevraag "onder welk« voorwaarden. Bet welk« doelstellingen, onderwelkedoegroepenkanaquacultuurontwikkelentoteenautonomevisserijtak? 2.Aangezien de aquacultuur als mondiale bedrijfstak opmeer doeIstreffendeenmeerdoematigewijzezalkunnenwordenbevorderddoordesoortendiversificatiewattebeperkenten gunste van verdere specialisatie ineenkleineraantalsoorten,zal hetmarkt-gerichteonderzoekzichmeermoetenbezighouden met devraaghoe "hetgekweektzijn"vanhetproduktkanwordengeaccepteerdengeapprecieerd inplaatsvaneenvande visserijmarktafgeleideproduktacceptatie. Mijnheer devoorzitter,ikbenmebewustdathetvoorgaandenogal inzwart-wittintenisweergegevenendat een zekere éénzijdige greep is gedaan uithetscalavanrandvoorwaardenvooraquacultuur ontwikkelingindederdewereld.Terverontschuldigingverwijs ik naar mijninleidendewoorden.Echter,ikhoopenverwachtdat debenodigegrijs-tintenin de discussie kunnen worden aangebracht.
Determ "vis"wordt indezebijdrageopeenwatangeIsaksische wijzegebruikt:vissen,inclusiefschelpdieren en crustaceën. Indien van visinengerezinsprakeiswordtdeterm"vinvis" gebruikt.
- 6-
Tabla1.Animalproduction (globalestimate1985)
Commodity
Quantity
Milk
495 milliontonnas 29 Billiontonnes
Meat Flah
140 Billiontonnes 90 Billiontonnes
Table2.Aquacultureproductionbyregionbycommoditygroup (globalestimate1985)
Region
Finflsh Molluscs Crustaceans (Metrictonsandpercentages (%))
Total
Asia&Oceania 2,912,150(72.7) 4,466,150(84.4) 133,550(79.1) 7,511,850(79.3) Latin-America
21,500(0.5)
Africa
11,550(0.3)
NorthAmerica Europe Total
154,950(3.9) 988,150(22.6)
38,500(0.7)
17.900(10.6)
77,900( 0.8)
- (-)
11,800( 0.1)
250(-) 144,800(0.7) 643,900(12.2)
17,450(10.3) 100(-)
317,200(3.3) 1,552,150(16.5)
4,008,300(42.3) 5,293,600(55.9) 169,000(1.8) 9,470,900(100)
Table3.ContributionofaquaculturetofIahconsumption
Fishconsumption (kg.caput .yr ) A
Region
Asia&Oceania
Fishproduction (g.caput . y r ) B
%-Coverage (fix100%) A
15.8
2,248
14.2
9.8
208
2.1
Africa
10.5
34
0.3
NorthAmerica
16.6
749
4.5
Europe
18.0
1,566
8.7
LatIn-America
Table4.Nationalfinfishculturedata:the"top15"oftheworldin rankingorder (estimate1984) Country
Finfishproduction (g.caput .yr )
Taiwan Denmark Philippines Israel Bulgaria Hungary Japan Norway Romania HongKong Yugoslavia USSR India SriLanka Indonesia Totalpopulation: 1,378,965,000
7,181 3,338 3,081 3,019 2,575 2,472 2,136 1,953 1,861 1,524 1,303 1,280 1,213 1,158 1,071
Figure1.
Global fishproduction through capture fisheriesandaquaculture
tonnes (x106) 80-
60. capiture fisheries
20aquaculture T
1955
'60
=T-
'65
—i
'70
1—
'75
'80
'85
Figure 2.
Relationbetween thefish/meat consumption ratioandthepercaita income ina number ofselected countries
consumption ratio fish/meat A
•
Asia Ir=0.568,p<0.1) LAmerica(r=0.6^5; p<0.05) Africa Europe/N.America all data (r=0.250; p<0.05) Huisman andMachiels.1986)
6000 9000 income (US$.caput"1. yr_1)
- 10Figure3.
Relationbetweenfishconsumption and income innumberofselected countries (1.Australia;9.Israel;14.HewZealand; 25. Chile;30.Equador;36.Peru;thesecountries wereexcluded frostregressionanalysis)
fish consumption (kg.caput " 1 .yr" 1 )
A Asia(r=0.812; p<0.01) o LAmerica( r=0.631;p<0.05) a Africa
90H A
•
604
/ A
A A //
3(H
•
//
//
A(25)
a
(36) P
n /" A,1)
A
2000
'
~40ÖÖ ' 6000 ' income (US $.caput* 1 , y r 1 )
-M Figure4.
Relationbetweenfishcultureproduction andfishconsumptioninanumberof selected countries (25.Chile;32.Honduras; 36.Peru;thesecountrieswereexcludedfrom regressionanalysis)
fishculture production (g.caput~1. yr' 1 )
A Asia (r= 0.999 ; p<0.05. low income) Ir= 0.9U2; p< 0.01. highincome o L.America (r=0.690; p<0.05) o Africa (Huisman and Machiets, 1986)
9000
6000-
3000-
0
1
1
1
1
30 60 90 fish consumption(kg.caput"1,yr"1)
1
Figure5.
- 12Anaquaculturedevelopmentconcept (seetext!)
^_ u cz r> CU o E
'è QJ
•o -O
a E
°i_
O
CU "O
8 E
/
en
> XCU J
Ol
T3
OJ
au
UI
en c a . "o
E i Z) t/> a* c o a E 1
"ai
a E
ui
OJ ui O £_
j
CL 1
,
QJ
CT
TJ
? c O
C CD
E ex OJ
>
QJ
T3
Ol
\
O C TJ
C
cu 'L_
o j=
>+^
o
-£•»
UI
X3 O
C .O
u. 'cZ Q. OJ 13 C
1
1
a
CU
c
't-
(_ CU •*• CU c c o en LJ c CU
"a CU JZ 1
• o in• 1
c _o a M
' T
a ' lo_ CU
E E o ut
•+•— 3
"5 UI
a =) er a
C
a
5. a UI CU O.