nummer 2, januari 2011
Met nieuwe energie in de regio arnhem Nijmegen v
Pagina 2
Slimme distributie Stef Weijers: er is niet één oplossing die zaligmakend is.
Pagina 3
MARN en MRA voor regionale aanpak energie en klimaat
Randvoorwaarden samenwerking steeds duidelijker
Kansen grijpen
Marcel Thijsen: duurzaamheid kop pelen aan bestaande opgaven.
Pagina 5
Startbijeenkomst Veel bouwstenen, nu vooral dingen gaan doen!
Tijdens de startbijeenkomst De Groene Kracht – met nieuwe energie in de regio Arnhem Nijmegen, bleek dat het thema ‘energie en klimaat’ lééft in de stadsregio. Meer dan 150 deelnemers deden mee en bedachten met elkaar tientallen ideeën voor nieuwe en kansrijke projecten. Twee ogenschijnlijk stille maanden later is er veel gebeurd. Tijd om een tussenbalans op te maken. Pagina 7
Halfgeleider
Margreet van Gastel: overheid moet verbin dingen leggen.
Pagina 7
Echt Achterhoek
Tafel van Groenlo wil regionale energiemaat schappij oprichten.
Pagina 8
Koele maatregelen Gevolgen klimaat verandering ijlen nog tientallen jaren door.
Energie en klimaat komen niet uit de lucht vallen. Met het programma Eureka werkten regionale partners, waaronder MARN en MRA, samen met de Stadsregio Arnhem Nijmegen al vanaf 2007 aan verbetering van de regionale luchtkwa liteit. Eureka kwam voort uit het Nationaal Programma Luchtkwaliteit. De samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisorganisaties legde de regio geen windeieren. Met een kapitaal van circa 200.000 euro werd maar liefst 10 miljoen euro aan subsidies opgehaald. Tegelijk werd een aanzienlijke vermin dering van fijn stof en stikstofdioxide concentraties gerealiseerd. Nut en noodzaak Samen met MARN en MRA zette de stadsregio met Eureka in op een betere luchtkwaliteit en tevens een (nog) betere
regionale leefbaarheid en bereikbaarheid. Al doende groeide het besef dat er méér nodig is. Gas en olie worden in snel tempo duurder en onze afhankelijkheid van verre en instabiele regio’s groeit. Daarnaast ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen koolstofdioxide (CO2), dat fors bijdraagt aan het broeikaseffect en klimaatverandering. De MARN en MRA ontwikkelden een ‘eigen’ klimaatbeleid. Een en ander leidde ertoe dat beide samenwerkingsverbanden de stadsregio begin 2010 verzochten een gezamenlijk regionaal programma voor energie en klimaat op te stellen. De vraag die nu voorligt is welke gemeenschappelijke verantwoordelijkheid de stadsregio hierin wil nemen. Medio maart zal het algemene bestuur van de stadsregio zich hierover uitspreken. lees verder op pag. 2 >>
ARN: Put your money where your heart is
Nu of nooit voor investeringsbesluit vergistingsinstallatie Afvalverwerker ARN, gevestigd op de grens van Nijmegen West en Weurt, combineert het verbranden van huishoudelijk afval met de productie van energie. Dit voorjaar nog besluit het bedrijf over de bouw van een vergistingsinstallatie op eigen terrein waarin GFT-afval tot groen gas kan worden verwerkt. Nu al produceert ARN warmte die in de vorm van (groene) stroom geleverd wordt aan het openbare net, voldoende voor het verbruik van een stad van circa 47.000 huishoudens. Was energie oorspronkelijk een bijproduct, tegenwoordig is bijna 25% van de omzet van ARN afkomstig uit de levering van energie. Nu nog fungeert ARN als overslagstation voor het GFT-afval uit de regio. De beoogde vergistingsinstallatie zal brandstof uit GFT-afval gaan produceren. Lokaal vervoer op brandstof uit lokaal afval, zou het credo kunnen worden. Daarmee biedt de toepassing een alternatief voor fossiele brandstoffen. Bovendien levert het gebruik van groen gas tot 75% minder uitstoot van CO2 op. Wat is de stand van zaken betreffende het besluit tot de bouw van een nieuwe vergistingsinstallatie? Gegarandeerde aanvoer GFT-afval De kosten van de vergistingsinstallatie bedragen 15 miljoen euro. De ARN heeft haast met het investeringsbesluit, maar kampt nog met een aantal onzekerheden. De investering kosten moeten voor een belangrijk deel worden terugverdiend via het tarief voor de verwerking van het GFT-afval uit de tien MARN-gemeenten, die gezamenlijk de regio Nijmegen vormen. De MARN, voor een krappe 40% mede aandeelhouder van de ARN, is in de hoedanigheid van klant evenwel ook gebaat bij een laag tarief voor het verwerken van haar GFT-afval. De besluitvorming met betrekking tot het vergisten van het GFT-afval is nog niet rond. “Duurzaamheid heeft op de korte termijn een prijs,” aldus projectcoördinator Arnoud Rozestraten van de ARN. “Als de gemeenten de opties voor verwerking van GFT-afval puur op prijs gaan vergelijken en de goedkoopste optie kiezen, is de kans op duurzame verwerking binnen de regio voorlopig verkeken. Samen werking met de MARN is van groot belang. Wij zijn met elkaar in onderhandeling en wij hebben er alle vertrouwen in dat we er samen uit komen.” lees verder op pag. 2 >> v
1
v
nummer 2, januari 2011
Randvoorwaarden samenwerking steeds duidelijker
Nu of nooit voor investeringsbesluit vergistingsinstallatie
>> Vervolg artikel pag. 1
>> Vervolg artikel pag. 1
Koers van de agenda De startbijeenkomst De Groene Kracht heeft niet alleen veel ideeën opgeleverd, maar ook aanwijzingen gegeven voor de koers van een gezamenlijke aanpak. “Hoe concreter hoe beter” klinkt uit de mond van velen. De agenda zal in hoofdzaak uit concrete projecten moeten bestaan waarvan de resultaten op kortere termijn zichtbaar zijn. Projecten waarvan de resultaten door grote én kleine gemeenten voelbaar zijn. Die de lokale klimaatprogramma’s niet vervangen maar vooral aanvullen. En die gedragen en uitgevoerd worden door de regionale samenwerkingsverbanden MARN en MRA en door maatschappelijke partners waaronder het bedrijfs leven, hogeschool en universiteiten. Uitvoeren binnen bestaande opgaven Het is de taak van de overheid om verbindingen tussen partijen te leggen, initia tieven te stimuleren, kennisoverdracht te faciliteren en smoel te tonen richting subsidieverstrekkers. Zodat met relatief geringe investeringen veel kan worden bereikt. In die zin kan de nieuwe regionale energie en klimaatagenda de ingezette koers van het Eureka-programma volgen. Het is de kunst om maatregelen op het gebied van duurzaamheid, energie en klimaat uit te voeren binnen bestaande opgaven op het gebied van economische
zaken, wonen en ruimte. Denk bijvoorbeeld aan duurzame nieuwbouw, collectieve inkoop van groene stroom, gemeenschappelijke aanbesteding van openbare verlichting of de verwerking van gemeentelijke groene afvalstromen. Maatregelen die consequent een besparing opleveren op de begroting van gemeenten en burgers. Economische spin off Nut en noodzaak alleen leggen in tijden van teruglopende budgetten onvoldoende gewicht in de schaal om met volle overtuiging voor energie en klimaat te gaan. Het is wenselijk dat de stadsregioraad een zorgvuldige afweging maakt: behoren energie en klimaat tot de prio riteiten, en kunnen we ons nu veroor loven om te anticiperen op bedreigingen op de lange termijn? Juist daarom zal een energie en klimaatagenda verbonden moeten worden met kansen op het vlak van onder meer economie, mobiliteit en RO, en met ‘gegeven’ assets zoals bijvoorbeeld de gunstige ligging van de regio ten opzichte van snelwegen, waterwegen en spoor. Onder deze voorwaarden is het mogelijk de stap te zetten naar een gezamenlijke energie en klimaatagenda Energie en klimaat lééft in de regio; partners willen; het is nu aan de overheid om kansen zoals ‘bus op banaan’ een krachtige zet te geven.
Stroperig subsidietraject Vooralsnog is het niet zeker of de provincie Gelderland over de brug komt met financiële steun voor de vergistingsinstallatie. Hetzelfde geldt voor subsidie vanuit Agentschap.nl. “Daar zit wat ons betreft te weinig beweging in,” meent Rozestraten. Het rijk biedt subsidiemogelijkheden voor duurzame innovatie op het gebied van Milieu en Technologie. De innovatie bij ARN zit hem niet in de nieuwe vergistingsinstallatie an sich, maar wel in het integreren van het vergisten en het nacomposteren. Door deze technische innovatie wordt voorkomen dat er een vervuilende afvalwaterstroom vrijkomt. Dat betreft een doorontwikkeling van de ‘traditionele’ vergistingstechniek. Lokale levering groen gas Een derde factor van betekenis voor de mogelijke keuze voor productie van groen gas is de aanbesteding van de OV-concessie in de stadsregio. Die zou een langjarige afnamegarantie kunnen bieden. Hoewel ARN het groene gas ook elders kwijt zal kunnen, gaat de voorkeur uit naar de opwerking van regionaal afval tot lokaal te leveren groen gas. In totaal zal ARN jaarlijks 38 miljoen kilo GFT-afval kunnen verwerken tot brandstof voor circa 38 miljoen autokilometers. Onlangs startte de stadsregio de aanbestedings procedure voor het regionale openbare
vervoer. Met de definitieve selectie van de winnende vervoerder zal ook duidelijkheid ontstaan over de rol van de ARN als mogelijke leverancier van duurzame brandstof.
De ARN verwerkt onder meer het huisvuil van huishoudens in de MARN-gemeenten.
Van GFT-afval tot groen gas Groen gas wordt gemeten in aardgasequi valenten. GFT-afval wordt eerst vergist tot biogas. Biogas bestaat voor 60% uit methaan (chemische naam voor het hoofdbestanddeel van aardgas). Het biogas wordt opgewerkt tot groen gas. In dit proces wordt koolstofdioxide (CO2) eruit gehaald en blijft 90% methaan over. Daarmee is groen gas een milieuvriende lijk alternatief voor de fossiele brandstof aardgas. De koolstofdioxide kan als bijproduct worden afgevangen en gebruikt in de (kas)tuinbouw als groeimiddel.
Aanvragers willen sowieso met elkaar door
Regions of knowledge Hoe kunnen we stedelijke en regionale distributie slim aan elkaar koppelen? Die vraag staat centraal in het project Regions of Knowledge, waarvoor de regio recent subsidie heeft aangevraagd in Brussel. Partners Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), Lindus, Cornelissen Transport, Buck Consultants en de Stadsregio Arnhem Nijmegen hopen met dit project veel kennis op te doen en uit te wisselen. Daardoor kan de (letterlijk) gunstige positie van de regio nog beter worden benut.
Stef Weijers is lector Logistiek en Allianties aan de HAN en tevens pen voerder namens de samenwerkende partijen. Weijers: “Om de problematiek van stedelijke en regionale distributie op te lossen is medewerking nodig van zowel bestuurders van de steden als van de transporterende en verladende bedrijven zelf. Punt is dat beide partijen heel verschillende agenda’s hebben en niet dezelfde taal spreken. De politiek is gefocust op het vergroten van de leef baarheid en toegankelijkheid van onder andere de binnenstad, beperking van geluidsoverlast en een goede doorstroming van het verkeer. Voor gemeente bestuurders is de stad vaak het kader.” Efficiënt netwerk “Transporteurs hebben een andere agenda,” vervolgt Weijers. “Hun belang zit hem vooral in verhoging van het
serviceniveau richting opdrachtgevers en in de inrichting van een efficiënt regionaal en (inter)nationaal netwerk. Uiteindelijk gaat het transportbedrijven natuurlijk om een rendabele bedrijfs voering. Zowel politiek als bedrijfsleven zijn echter gebaat bij een slimme koppeling van stedelijke en regionale distributie. In ‘Regions of Knowledge’ brengen we partijen bij elkaar en werken we samen met de kennisinstellingen aan slimme oplossingen.” Europees project De aanvraag betreft een project waaraan behalve de regio Arnhem Nijmegen de regio’s Lyon, Antwerpen, Valencia, Bologna en Noord Hongarije deelnemen. In eerste instantie nam de stadsregio het initiatief om hier in de regio de koppen bij elkaar te steken. In totaal is er een krappe 3 miljoen euro
Met LZV-combinaties zijn eenderde minder kilometers nodig voor transport
beschikbaar, waarvan de stadsregio zo’n 160.000 euro in de wacht hoopt te slepen. Uitwisseling met anderen Het project is in eerste instantie gericht op kennisontwikkeling en –uitwisseling tussen de Europese regio’s. “Er is niet één oplossing die zaligmakend is,” aldus Weijers. Juist de context en de omstandigheden bepalen wat werkt. Daarnaast biedt het project een partner als Cornelissen Transport ook de gelegenheid om het netwerk van collega-transporteurs in deelnemende regio’s Antwerpen en Lyon uit te breiden. “Regions of Knowledge is zeker geen puur onderzoeksproject,” benadrukt Weijers. “Het gaat juist ook om de uitwisseling van kennis en ervaringen, bijvoorbeeld via bijeenkomsten en een website. Die uitwisseling zal leiden tot meer kennis, maar ook tot plannen. We
gaan samen een ‘joint action program’ maken, waarin we slimme alternatieven gaan ontwikkelen en vanuit het project begeleiden. Wat moet je wel doen, en wat juist niet?” Klik Weijers stelt dat de geschiedenis tot nu toe bewijst dat er nog geen panklaar recept is voor een succesvol stedelijk èn regionaal distributiebeleid. “Het gaat er nu om de juiste partijen bij elkaar te brengen en de samenwerking goed te organiseren, op strategisch, tactisch en operationeel niveau. De eerste stap is in het kader van deze subsidieaanvraag in ieder geval al gelukt.” Of de aanvraag wordt gehonoreerd wordt in de loop van volgend jaar duidelijk. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, dan willen de partners toch met elkaar door. “Er is wel een klik”, aldus Weijers.
2
v
nummer 2, januari 2011
Marcel Thijsen wil vaart maken met regionale energie en klimaatagenda
‘Geen tijd meer voor Echternachse processie’ terug; maar er is inderdaad wel een vliegwiel nodig om het proces te veranderen. Overheid en bedrijfsleven moeten samen voorbeeldprojecten starten waarin nieuwe technologieën worden uitgewerkt. Dat vergt een voorinvestering. Die kan betaald worden uit besparingen door collectieve aanbesteding van diensten en goederen.” Waar staan we over een jaar? “Eind 2011 staan de eerste projecten op het gebied van energieneutraal bouwen in de steigers. Eind 2011 zijn we als lokale overheden druk bezig met aanpassing van regelgeving waardoor duurzame initiatieven en projecten makkelijker van de grond komen.”
Marcel Thijsen heeft geen enkele twijfel over het belang van energie en klimaat op de politieke agenda. “Het is het een kwestie van prioriteiten stellen,” aldus het bestuurslid van de MARN, in het dagelijks leven wethouder in Wijchen. “Over zestig jaar zijn de fossiele brandstoffen op. Het is nu of nooit. Doen we niets, dan schepen we onze (klein)kinderen op met een schuld waar de kredietcrisis niets bij is.” Een jaar geleden vroegen MARN en MRA de stadsregio een regionale uitvoeringsagenda voor energie en klimaat op te stellen. Het algemene bestuur van de stadsregio wil eerst een principiële afweging, en neemt energie en klimaat mee in een dit voorjaar te houden ‘taken discussie’. Hoe kijkt Thijsen daar tegenaan? “Begrijpelijk dat, nu de lokale begrotingen onder druk staan, die vraag nog eens expliciet gesteld wordt in de stadsregioraad. Duurzaamheid is echter niet los te koppelen van bestaande opgaven, bijvoorbeeld in de woningbouw of in het openbaar vervoer. We moeten bestaande projecten en programma’s zuinig, duurzaam en toekomstbestendig uitvoeren. De kansen liggen voor het grijpen.” Partijen in de regio willen nu concreet aan de slag. Wat gaat u doen? “De overheid kan zeker bijdragen, maar is geen grootgeldautomaat. Er zijn veel kansen voor het bedrijfsleven, waarbij de overheid kan facili teren. Er zijn altijd honderd redenen om iets níet te doen. De overheid kan helpen door obstakels niet leidend te laten zijn, door méé te denken en
door creatief met bijvoorbeeld juridische hindernissen om te gaan. Als overheid moeten we ons afvragen: heeft regelgeving nog wel het gewenste effect? Zo mag een woningcorporatie woningen bouwen tot maximaal 2 ton. Die regel is er om ook lagere inkomens in aanmerking te laten komen. Terwijl een investering van 20.000 euro extra toekomstige bewoners elk jaar weer een aanzienlijke besparing op stookkosten oplevert.” Wat kunnen bedrijfsleven en onderwijsorganisaties zelf doen? “Er is nog veel onderzoek nodig, onder meer naar de meest efficiënte vorm van energie. Onderwijs en wetenschap hebben daar een rol en een adviesfunctie in. Het bedrijfs leven beweegt mee met de markt: over 10 jaar worden er uitsluitend energieneutrale woningen gebouwd. De overheid moet die trend faciliteren met richtlijnen die deze ontwikkeling stimuleren.” Wat is de meerwaarde van een regionale uitvoeringsagenda? “Collectieve inkoop van stroom in 2009 heeft de MARN gemeenten behalve een groencertificaat een besparing van maar liefst 1 miljoen euro opgeleverd. Met
schaalvoordeel kunnen we veel doen. Denk bijvoorbeeld aan het collectief aanbesteden van afvalverwerking – de grondstof van de toekomst. Zo heeft elk dossier zijn eigen ideale schaalgrootte; regionaal, nationaal of soms zelf Europees.” Waar liggen op korte termijn de grootste kansen voor energie en klimaat? “Op korte termijn liggen de grootste kansen in duurzame woningbouw, in aardgas en biogas en in de koppeling daarvan met de openbaar vervoerconcessie. Als groot aandeelhouder van de ARN wil de MARN een vergisting installatie laten bouwen. Door een collectief contract met de deelnemende gemeenten verzekert de ARN zich van een gegarandeerde aanvoer van groenafval, wat de gemeenten op hun beurt lagere tarieven en meer duurzaamheid oplevert. De OV concessie is een enorme kans, in die zin dat die een juist een continue afzet zou garanderen.”
Anders gezegd gaat het erom een kringloop te maken waarbij natuurlijke en industriële goederen opnieuw gebruikt kunnen worden. Zo ligt er nu meer koper op de stort dan in oude kopermijnen zelf, terwijl de prijs door het plafond gaat.” Meestal gaan de kosten voor de baat uit. Waar moet hier in de regio het geld voor energie en klimaat vandaan komen? “Duurzaamheid is onderdeel van de moderne economie. Investeringen verdienen zich
Wat kunnen we als individu zelf al doen? ‘Het individu heeft de grootste macht! Als individu kunnen we recyclebare producten kopen en ons afval nog meer scheiden – een kleine moeite! Bij grote investeringen als een auto of een woning kunnen we ons afvragen hoe duurzaam en toekomstbestendig die zijn. Als collectief heeft ‘het individu’ een grote macht – denk aan multinationals als BP en Shell die worden afgerekend op hun bijdragen aan een duurzame aarde. Ook de overheid mag af en toe best bang zijn voor die vraag vanuit het individu: ‘En wat doet ú?’”
Our bin suffers from obesity
Welke kansen op (middel)lange termijn mogen we als regio beslist niet laten liggen? “Op de middel- en lange termijn liggen er kansen in het gebruik van afval als grondstof.
3
v
nummer 2, januari 2011
Startbijeenkomst in beeld Veel interactie tijdens de startbijeenkomst De Groene Kracht op 26 november jongstleden. Deelnemers, van links naar rechts:
Jos IJkhout (Bureau Stroom) en Bart de Bruin (MARN)
Zaal
Arjan van den Broek (Electrabel)
Margreet van Gastel (stadsregio), Annelies van der Kolk (provincie Gelderland) en Esther Jacobs (dagvoorzitter)
Albert Anijs (Arnhem), Martijn Mentink en Paul Manders (stadsregio)
Links: Ruud Mooij (Overbetuwe)
Frits Witjes (Overbetuwe), Paul Stein (provincie Gelderland), Marianne de Wit (Arnhem)
Birgit Hendriks (Binnenstadservice), Michiel Hustinx (Nijmegen) en Pieter Hameetman (BAM Vastgoed BV)
Paul Manders (stadsregio), Marc de Kroon (Arnhem), Jan Luijten (Nijmegen)
Marcel Thijsen (Wijchen) en Pieter Leroy (RUN)
Arrien Sietsma (Arnhem) en Myrthe Stevens (Agentschap.NL)
Arrien Sietsma (Arnhem) en Ron Josten (stadsregio)
Marc de Kroon (Arnhem)
Ron Josten (stadsregio) en Herman Wagter (Askary)
Ruud Mooij (Overbetuwe) en Erik Heinrich (Renkum)
Workshop slimme mobiliteit
Workshop slimme mobiliteit
Workshop Groene Economie
4
v
nummer 2, januari 2011
Waardering Kansrijke projecten startbijeenkomst Deelnemers willen concretisering ideeën Ruim een derde van de deelnemers aan de startbijeenkomst De Groene Kracht eind november vorig jaar vulde de digitale evaluatie in. De bijeenkomst scoorde een ruime voldoende. Een groot deel van de respondenten gaf aan grote behoefte te hebben aan concretisering van ideeën.
Het hart van de startbijeenkomst De Groene Kracht werd gevormd door een zestal workshops, gecentreerd rond de thema’s energietransitie, energieneutraal bouwen, ‘groene economie’, duurzame mobiliteit en klimaatadaptatie. Deelnemers aan de workshops brachten tientallen ideeën in. Hieronder treft u enkele highlights aan. Ga voor het volledige verslag (per workshop) naar www.destadsregio.nl/groenekracht. Workshop Naar energieneutraal bouwen
oordeel oordeel oordeel inhoud resultaat opbouw en startbijeenkomst startbijeenkomst variatie programma
oordeel inhoud workshops
oordeel resultaat workshops
7,5
7
6,5
6,8
7,8
Op de man af gevraagd Een aantal deelnemers werd op de man/vrouw af gevraagd wat opviel tijdens de startbijeenkomst, en wat volgens hem/haar het belangrijkste resultaat is.
bestuurders, helaas weinig regioraads leden.
Erik Heinrich, wethouder gemeente Renkum:
Barry de Vries, onderzoeker Alterra, WUR:
Resultaat: Veel goede ideeën met draagvlak; ook voor een groene OV concessie. Rijden op een banaan!
Opvallend: Zeer gemêleerd gezelschap met veel deelnemers uit het bedrijfsleven. Ik bespeurde een algemeen gevoel: wij moeten nu vooral dingen gaan doen en niet meer te veel blijven praten; de handen uit de mouwen, aan het werk.
Opvallend: Veel mensen met enthou siasme, voornamelijk vanuit de energiehoek. De belangstelling voor klimaatadaptatie lijkt marginaal; is het de moeite waard hierop in te zetten? Resultaat: Belangrijkste resultaat van de bijeenkomst is draagvlak; het lijkt erop dat de stadsregio nu aan zet is.
Gijs Gerrits, strategisch beleidsmedewerker milieu, gemeente Beuningen:
Arjan van den Broek, directeur Productie Electrabel Nederland N.V.:
Opvallend: …. een grote belangstelling vanuit overheid, bedrijfsleven en de kennisinstituten. Resultaat: Het enorme enthousiasme bij de aanwezigen is een goed fundament om met groene kracht de regio te verduurzamen!”
Opvallend: … dat er heel veel bekenden waren. Wat is hier van het belang? Uiteindelijk gaan we samen oplossingen maken. Zo een bijeenkomst is elkaar weer zien, gedachten uitwisselen en samen ergens over nadenken. Als we zo samen komen, dan komen oplossingen op termijn vanzelf. Resultaat: De opgedane inspiratie. Als ik die kan doorgeven aan ondernemers en medewerkers, dan mobiliseren we nog meer mensen.
Johan Noppe, manager strategie en vastgoed, Portaal: Opvallend: Het onderwerp leeft enorm in de regio! Resultaat: Er zijn veel bouwstenen aangereikt voor de regionale agenda. Die moeten we dan wel gaan maken.
Jan Luijten, adviseur duurzame ontwik keling, gemeente Nijmegen: Opvallend: Goed bezochte bijeenkomst; veel positieve energie die zegt dat we moeten doorgaan. Veel enthousiaste
Hoe zorgen we ervoor dat alle nieuwbouw in de regio in 2020 energieneutraal is zoals het Kabinet wil? Op diverse plekken in Nederland wordt al geëxperimenteerd met energieneutraal bouwen. Die kennis en ervaring moet worden overgedragen naar onze regio en vertaald naar concrete projecten. Daarnaast is er een transitiepad nodig waaruit blijkt hoeveel % van de woningbouw bijvoorbeeld in 2014 energieneutraal moet zijn.
2. Stel een ‘E-label’ in, gekoppeld aan vergroening van de WOZ. 3. Bundel innovatiekracht bij corporaties en doe het samen. 4. Haal VVE’s over de streep met subsidies, duurzaamheidleningen, ontzorging, en neem hiervoor voldoende tijd.
Monique van Merrebach, beleids medewerker milieu en duurzaamheid, gemeente Rheden: Opvallend: …veel partijen aanwezig met verschillende achtergronden en eigen doelstellingen. Maar toch met grotendeels een gemeenschappelijk belang als het gaat over klimaat en energie. Resultaat: Er zijn veel ideeën geopperd en kansen benoemd. Nu de (groene) krachten bundelen!
Workshop Nieuwe energie, transitie naar energievoorziening in de toekomst
Kansrijke ideeën: 1. Committeer je als overheid aan een concreet stappenplan. 2. Stel een daadkrachtige Taskforce in, die mogelijke blokkades tackelt. Koppel er gedreven lokale en regionale bestuurders aan. 3. Organiseer betrokkenheid van burgers, corporaties en hypotheekverstrekkers. 4. Focus op snelle successen, zoals: - Snelle vergunning voor bouw van energieneutrale woningen - Geen WOZ voor energieneutrale woningen - Een ‘groene’ hypotheek voor energieneutrale woningen
Duurzame opwekking van nieuwe energie is een must om CO2-neutraal te worden. Het gelijkmatiger ‘uitsmeren’ van de energievraag over de dag helpt ook. De hamvraag blijft: hoe gaan wij groene energie in de regio realiseren? Conclusie van de deelnemers aan deze workshop luidt: de transitie moet ook geld kunnen opleveren. Decentraal en kleinschalig opgezette projecten hebben de voorkeur. Het is de kunst om op regionaal niveau een sluitende keten op te zetten.
Workshop Investeren in verduurzaming bestaande woningen Door de betrokkenheid van bewoners te vergroten en door succesvolle voor beelden zichtbaar te maken kan verduurzaming van de bestaande voorraad versneld worden. Ontwikkel daarbij een aanpak-op-maat voor eigenaren, corporaties en VVE’s. Kansrijke ideeën: 1. Pak verduurzaming per wijk aan en zorg dat er een ‘flow’ ontstaat.
Kansrijke ideeën: 1. Bedrijven stimuleren om zonne-energie op te wekken. Bijvoorbeeld door beloning van zonne-energie en innovaties met gunstige aanbestedingregels. Of stimulering door de WOZ te verlagen. lees verder op pag. 6 >>
5
v
nummer 2, januari 2011
Kansrijke projecten >> Vervolg artikel pag. 5
2. Biobased proefprojecten uitbreiden. Van groenafval en agrarische restproducten naar brandstof. Het gaat om het ophalen van kennis, het samenbrengen van partijen, het organiseren van de logistiek en het opschalen van lokale projecten. 3. Lokale, kleinschalige projecten organiseren met snel en zichtbaar resultaat. Bijvoorbeeld zonnepanelen of vergisting op wijkniveau. Succesfactoren zijn het mobiliseren van inwoners, het versnellen van milieuprocedures, creatieve financiering en het uitdragen van best practices door gemeenten.
Workshop Groene economie, EMT bedrijven als motor van transitie De regio Arnhem Nijmegen telt 2.140 bedrijven in de EMT (energie en milieu technologie), waarin totaal 23.000 mensen werkzaam zijn. Hoe kunnen we de sector versterken en ons als regio met deze sector profileren?
Kansrijke ideeën: 1. Koppel nieuwe bedrijfjes ofwel ‘jonge honden’ aan zogenaamde ‘oude rotten’. 2. Stimuleer groen gas door vraag (markt) en aanbod (productie) aan elkaar te koppelen. Goed voorbeeld is de aanbesteding van het regionale openbare vervoer aan groene energie uit lokaal en regionaal afval. 3. Geef als overheid meer helderheid t.a.v. randvoorwaarden en breng deskundigheid in (bijvoorbeeld door het mobiliseren van kennisinstellingen).
Workshop Over schone en slimme mobiliteit gesproken De regio Arnhem Nijmegen is buitengewoon gunstig gelegen ten opzichte van vaar- en snelwegen en (inter)nationale hotspots van economische bedrijvigheid. Volop kansen dus voor transport en logistiek. Hoe kunnen we onze koploperspositie in duurzaam vervoer versterken?
Provinciale isolatiemaatregel succesvol
Kansrijke ideeën: 1. Het is de kunst om bedrijven meer ladingen te laten bundelen. Overheden zullen verladende bedrijven en winkeliers moeten verplichten tot slimme stadsdistributie. 2. De regio Arnhem Nijmegen kan zich ontwikkelen tot een centrum of knooppunt voor alternatieve brandstoffen (Green Fuel Valley) door regionaal verworven biomassa te vergisten naar groengas of bioLNG. 3. We kunnen de bereikbaarheid verbeteren en de totale verkeersdruk verminderen door het nieuwe werken en leren te koppelen aan slimme ICT-toepassingen.
Woningeigenaren kunnen via hun gemeente subsidie aanvragen voor het isoleren van hun woning. De provincie Gelderland heeft voor 2011 maar liefst 5 miljoen euro gereserveerd, ten opzichte van 1,4 miljoen in 2010.
Workshop Klimaatverandering en hoe we ons kunnen aanpassen
Boost voor bedrijfsleven Op basis van een inventarisatie bij alle gemeenten besloot Provinciale Staten in november voor 2011 substantieel meer geld uit te trekken voor de maatregel. Nu al stroomt het aantal aanvragen binnen bij de deelnemende gemeenten. Gedeputeerde Annelies van der Kolk reageert verheugd op het grote animo voor de regeling: “Met name de isolatie van dak, gevel en vloer levert een grote besparing op. Isolatie verlaagt de woonlasten, geeft meer comfort en draagt bij aan een energiezuinig en klimaatbestendig Gelderland. Bovendien levert elke euro subsidie het lokale en regionale bedrijfs leven gemiddeld 6 euro omzet op.” Het beschikbare bedrag zal vrijwel zeker benut worden.
Samen met de stadsregio werken de gemeenten Arnhem en Nijmegen in het project Future Cities (zie elders in deze uitgave het artikel: Prettige leefomgeving bij weer of geen weer). Hoe kunnen de gemeenten in de regio Arnhem Nijmegen in de gebouwde omgeving antici peren op de gevolgen van klimaatverandering, zoals hittestress en wateroverlast?
De regeling is voor eigenaren van woningen voor 1980 met een WOZ-waarde tot 350.000 euro. De bijdrage is 500 euro per woning voor het isoleren van dak, buitenmuur en begane grondvloer (de schil van de woning).
Gevoelig voor prikkel Uit proefprojecten in 2008 en 2009 bleek dat woningeigenaren wel willen isoleren, maar als puntje
bij paaltje komt toch vaak andere prioriteiten stellen. Een grote groep bewoners blijkt gevoelig voor een eenmalige financiële prikkel. Die bedraagt eenderde van de gemaakte kosten tot een maximum van 500 euro. Bewoners kunnen bij hun eigen gemeente informatie inwinnen en hun aanvraag indienen. MARN verzorgt back office De isolatieregeling is een mooi voorbeeld van complementaire samenwerking tussen lokale, regionale en provinciale overheden. De MARN immers handelt namens de bij haar aangesloten gemeenten de aanvragen af. Veel gemeenten hebben daar zelf onvoldoende capaciteit voor. Door de ‘back office’ aan de MARN uit te besteden kan de regeling efficiënter en goedkoper uitgevoerd worden. De regeling maakt deel uit van het Gelderse Klimaatprogramma 2008-2011. Belangrijke doelen zijn het aanpakken van de energiehuishouding en het verminderen van de CO2-uitstoot, met een klimaatneutrale energiehuishouding in 2050 als einddoel. Gelderland moet vóór 2050 klimaatbestendig zijn ingericht.
Kansrijke ideeën: 1. Zet een ‘bewustwordingsprogramma’ op om de problematiek en de urgentie daarvan onder de aandacht te brengen van bestuurders, ambtenaren, corporaties en ontwikkelaars. 2. Begin met relatieve ‘quick wins’, zoals bijvoorbeeld isolatie van publieke gebouwen, stedenbouwkundig ontwerp gericht op natuurlijke koeling, geen platte daken voor scholen en verzorgingshuizen, groene gevels en een klimaattoets in de procedure voor bestemmingsplannen. 3. Pas de ‘Natural Step Methode’ toe: een systematische en wetenschappelijke methode om duurzaamheid in de maatschappij, maar ook in bedrijven en ruimtelijke planning te implementeren.
Gedeputeerde Annelies van der Kolk: “De subsidie is goed voor het klimaat én de regionale economie”.
6
v
nummer 2, januari 2011
Binnenstadservice in Beuningen?
Margreet van Gastel overtuigd van voordelen samenwerking
Regionale profilering sleutel tot succes Als voorzitter van de MRA, wethouder in Arnhem en lid van het dagelijkse bestuur van de stadsregio pleit Margreet van Gastel voor een sterkere profilering van de regio. Het is de hoogste tijd om als regio aan de weg te timmeren, en bij Den Haag in beeld te komen. Brussel als vehikel Dat neemt niet weg dat Van Gastel een optimistisch toekomstbeeld heeft. “Over tien jaar is iedereen in Nederland en daarbuiten er van doordrongen dat er in deze regio heel veel gebeurt op het gebied van energie en klimaat. Na Arnhem Energiestad en Groningen Energy Valley gaan wij hier in de stads regio voor Energy Hill!” Van Gastel meent dat de sleutel tot succes ligt in samenwerking en eenduidige regionale profilering, juist in deze periode van recessie. De regio zou daarmee sterker moeten inzetten op het binnenhalen van Europese subsidies. Ook in technische zin verdient Brussel meer aandacht, aldus Van Gastel. “Subsidietrajecten vergen specifieke expertise. Ik ben er zeker van dat een subsidiebureau zichzelf zou terugverdienen.” Van Gastel stelt vast dat de regio daar onvoldoende in slaagt: “We dreigen achter het net te vissen. Het is nodig om onze stem in het rijks- en Europees beleid te laten doorklinken. Dat kan je als gemeente nooit alleen. De stadsregio is in dat opzicht een prachtige organisatie, maar helaas zijn de voordelen bij de regiogemeenten nog niet genoeg bekend. Daar ligt nog wel een taak.”
Overheid als halfgeleider Als voorzitter van de MRA kijkt Van Gastel met voldoening terug op de startbijeenkomst De Groene Kracht. “Een groene economie als motor voor energie en klimaat moet natuurlijk vooral komen vanuit de onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven zelf. “Ik zie de overheid vooral als een halfgeleider die de weg effent en verbindingen legt. Dat vergt een alerte en actieve
opstelling. Door het organiseren van een startbijeenkomst hebben we betrokken partijen een platform bezorgd en met elkaar in contact gebracht.”
De ‘Open Days’ is een jaarlijks EUevent in Brussel waarbij steden en regio’s hun economische groeipotentie presenteren. Het thema van 2011 is smart, sustainable and inclusive growth. Van Gastel zet in op profilering van de regio Arnhem Nijmegen met focus op groene energie en smart grids. Inzet Van Gastel hamert op de noodzaak van doortrekking van de A15. “Daar moet nu eens een finale klap op worden gegeven!” Doortrekking garandeert een betere doorstroming op het regionale wegennet en een verbetering van de luchtkwaliteit. Op kortere termijn ziet zij veel potentie in vergisting van groen afval op Roelofshoeve en in Bergerden voor openbaar vervoer en transport. “Als overheid kunnen we een rol spelen door vraag en aanbod bij elkaar te brengen. En een vulpunt op IJsseloord hebben we al!”
Achterhoek timmert aan de weg De Achterhoek produceert voldoende biomassa om in 2020 alle huishoudens in de regio van energie te voorzien. De ‘Tafel van Groenlo’, een platform van Achterhoekse ondernemers, kennisinstellingen en overheid heeft al vijf concrete pilotprojecten in de startblokken staan. Het wachten is nog op aanpassingen in regelgeving door het Rijk. Eind november overhandigde de medio 2009 opgerichte Tafel van Groenlo drie moties aan een delegatie van de Tweede Kamer waarin op aanpassing wordt aangedrongen. Praktisch zelfvoorzienend in energie Door opschaling van een aantal pilot projecten op het gebied van duurzame energieopwekking verwacht de regio in 2020 praktisch zelfvoorzienend te worden. Met de pilotprojecten worden lokaal en regionaal biogas en zonne-energie opgewekt voor lokaal en regionaal gebruik. De enorme hoeveelheid biomassa in de Achterhoek kan 100 miljoen kubieke meter biogas opleveren. Ook energie uit zon kan een grote bijdrage leveren. De projecten zijn gericht op de
productie van onder meer biogas uit (verse) mest en lokale biomassa afvalstromen tot zonne-energie uit een grid van publieke en private daken in de regio. Een blik in de keuken van onze buren leert dat de Achterhoek een actieve lobby voert om proefregio te worden op het gebied van duurzame energieopwekking. De Achterhoek combineert een groene omgeving met innovatiekracht maar heeft wel steun van het Rijk nodig om haar ambities waar te maken. Het gaat daarbij onder meer om aanpassing van milieuwetgeving en fiscale maatregelen. Economisch interessant De Tafel van Groenlo wil een regionale energiemaatschappij oprichten om de financieel technische kant van de pilot-
projecten in goede banen te leiden. Deze Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (AGEM) zal onder meer subsidiestromen, bancaire arrangementen en borgstellingen moeten regelen. Daarnaast zal de regionale energiemaatschappij toezien op de uitgifte van aandelen en het sluiten van contracten met afnemers en leveranciers. De Tafel van Groenlo verwacht dat het opwekken van biogas de regio in de toekomst geen windeieren zal leggen. De Tweede Kamerleden reageerden positief op de voorstellen. Het Achterhoekse platform houdt druk op de Haagse ketel en hoopt in de loop van dit jaar op concrete vorderingen. Meer informatie: www.regio-achterhoek.nl
Is Binnenstadservice ook voor de gemeente Beuningen een goed concept? Om daar achter te komen laat Beuningen een haalbaarheids onderzoek uitvoeren. Het onderzoek richt zich op de interesse onder winkeliers en bedrijven en stelt ook een financiële prognose op voor de eerste twee jaar. Binnenstadservice helpt uitstoot van schadelijke uitlaatgassen te verminderen. Dat kan door leveranties aan winkels en bedrijven in de (binnen)stad slim te bundelen op een locatie aan de rand van de stad, en vervolgens in kleine, schone voer tuigen naar de binnenstad te vervoeren. Zowel Arnhem als Nijmegen hebben een vestiging. Eerder dit jaar besloot ook Wijchen de kansen voor Binnenstadservice te onderzoeken. Het onderzoek is in een afrondende fase.
Collectief aanbesteden gemeentelijk groenafval Gezamenlijke aanbesteding van de verwer king van gemeentelijk groenafval is efficiënter, goedkoper en vriendelijker voor het klimaat. Gemeenten produceren een grote hoeveelheid groenafval, zoals snoeihout, bermmaaisel, houtsnippers en grof hout. Door collectieve (Europese) aanbesteding van een grote hoe veelheid (bio)massa ineens hopen de stads regiogemeenten financiële winst te boeken en CO2-uitstoot te verminderen. Dat laatste gebeurt doordat met deze biomassa duur zame energie wordt geproduceerd. Eerst wordt een inventarisatie gemaakt van de omvang van de biomassastromen. Daarnaast wordt een programma van eisen en een bestek opgesteld. Uit de marktscan die eind januari plaatsvindt zal blijken welke marktpartijen interesse hebben. Het aan bestedingstraject wordt naar verwachting dit najaar afgerond.
Eerste publieke waterstoftank station van Nederland Op 3 december jl. ging in Arnhem het eerste publieke waterstoftankstation van Nederland open. Het tankstation is onderdeel van HyMove, een ambitieus project in de regio Arnhem om ervaring op te doen met het gebruik van waterstof in bussen en auto’s. De officiële openingshandeling van het tank station bestond uit een eerste tankbeurt van onder meer de Honda Clarity en de overhan diging van een Fiat Doblo aan de gemeente Arnhem. Een OV-bus op waterstof zal nog voor de zomer in de dienstregeling van Connexxion rijden. De initiatiefnemers van het HyMove-project, waaronder overheden, bedrijfsleven en HAN, zien het project als onderdeel van een verkenning van schone en klimaatneutrale manieren van vervoer. De waterstoftankzuil bij AVIA tankstation VéBé van Steijn in Arnhem zal overigens volgend jaar verhuizen naar bedrijventerrein Kleefse Waard en dan een veel grotere capaciteit krijgen.
Truck van de toekomst Truck van de Toekomst is een subsidi eprogramma van het voormalige ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het stimuleert het testen van nieuwe technologieën om vracht verkeer schoner te laten rijden. Bijvoorbeeld door rijden op LNG (Liquefied Natural Gas). LNG is een goed alternatief voor diesel EEV, maar er zijn in Nederland nog nauwelijks vul punten. De gemeente Nijmegen en de stads regio laten een subsidieaanvraag opstellen voor de aanschaf van ongeveer 20 LNG-trucks en minimaal één vulpunt in de regio. Uit een eerste gespreksronde met een aantal belang rijke lokale en regionale transportbedrijven blijkt dat er zeker belangstelling is.
7
v
nummer 2, januari 2011
Kort door de bocht! Zeven stellingen over energie en klimaat
Prettige leefomgeving bij weer of geen weer In de Van Muijlwijkstraat in Arnhem wordt dit jaar begonnen met een onderzoek naar het effect van bomen en groene gevels op de binnen- en buitentemperatuur. Na een nulmeting worden in de straat tijdelijke maatregelen genomen als bomen (in bakken) en een groene gevel. Daarna wordt de straat opnieuw ‘doorgemeten’. De proef is mede mogelijk gemaakt dankzij het Europese subsidieproject Future Cities.
Collectieve verwarming in Groot Holthuizen / Zevenaar
Isolatie bestaande woningvoorraad
Monique van Merrebach en Gijs Gerrits, beide werkzaam op het gebied van milieu en duurzaamheid in respectievelijk de gemeenten Rheden en Beuningen, lieten zich uit de tent lokken. 1. Duurzame energie is een probleem voor het kabinet Gijs: Duurzame energie is geen probléém voor het kabinet maar juist een oplossing, voor het kabinet, het bedrijfsleven en voor burgers. Duurzame energie levert een bijdrage aan een schone economie, aan meer werkgelegenheid en het is een boost voor het kennispotentieel in dit land. Monique: De bijgestelde opgave (van 20 naar 14% duurzame energie in 2020) is géén signaal om nu maar achterover te gaan leunen. Met het huidige aandeel van 4% gaan we in Nederland nog niet zo hard. De Europese norm zal voor het kabinet nog een hele opgave zijn. 2. Er bestaat geen lokaal klimaatbeleid, hoogstens een stapel projecten Monique: Op lokaal niveau worden veel projecten uitgevoerd die vaak heel succesvol zijn, maar uiteindelijk ‘slechts’ een kleine bijdrage leveren aan de aanpak van het probleem. Wat niet wegneemt dat die projecten van groot belang zijn voor het creëren van bewustzijn en draagvlak onder inwoners. Maar om meters te kunnen maken moeten we de handen ineen slaan. Gijs: Om een significante bijdrage te leveren aan CO2 reductie is enkel en alleen lokaal klimaatbeleid onvoldoende. Gemeenten moeten samenwerken om gemeente over stijgende klimaatambities waar te maken. Door opschaling kunnen we meer kansrijke projecten concretiseren. Monique: Juist op dit niveau kan de stads regio als verlengd lokaal bestuur een belangrijke rol spelen. 3. Energie en klimaat gaan niet over milieu maar over economie Monique: Energie en klimaat gaan over beide. Gijs: Wereldwijd staan we voor een mooie en tegelijk grote opgave: het duurzaam inrichten van onze woon-, werk- en leefwereld. Daarvoor is een duurzame economie nodig; een beter milieu is één van de resultaten van dit transitieproces. 4. K limaatbeleid stimuleert de lokale economie Gijs: Waar! Klimaatbeleid schept kansen voor vernieuwende technieken en het komt de
lokale werkgelegenheid ten goede. Monique: Denk aan de aanpak van de bestaande woningvoorraad. Zeker nu er nauwelijks nieuw gebouwd wordt ligt daar veel werk voor lokale en regionale bouwbedrijven, zoals aannemers, glaszetters- en isolatiespecialisten. 5. Een groene economie vraagt om meer overheid en minder markt Monique: Een groene economie kan alleen slagen als er voldoende te verdienen valt. Gijs: In het begin van de transitie naar een groene economie is het aan de overheid om projecten aan te jagen en te stimuleren. Uiteindelijk zal de markt haar eigen weg vinden en hoeft de overheid alleen te faciliteren. 6. Burgers zijn nog niet klaar voor duurzame energie Monique: Er vindt al veel voorlichting plaats en er is nog heel veel nodig. Bij voorkeur op maat gesneden voorlichting, niet alleen gericht op burgers, maar ook op bedrijfs leven, ontwikkelaars, installatiebedrijven en overheden zelf. Gijs: Voorlichting is niet genoeg. Financiële prikkels blijven gewenst. Vergelijk het aantal zonnepanelen op woningen in ons land eens met Duitsland. Daaruit blijkt dat je met goed financieel beleid veel kan bereiken. 7. Niets doen is de beste strategie Gijs: Niets doen is een gemiste kans voor de ontwikkeling van de regio op het gebied van kennis en techniek. Niets doen betekent dat we de rekening (onbetaalbare energie lasten, achterblijvende bedrijvigheid, geen kennisontwikkeling, risico’s van klimaatverandering) later keihard gepresenteerd krijgen. Monique: We hebben als land al veel te lang niet hard genoeg gelopen. Op veel terreinen zijn we al ingehaald. Zonne-energie is booming business in Duitsland en China. Windenergie zijn we al kwijt aan koploper Denemarken. Het wordt hoog tijd dat Nederland als kennis- en technologieland een tandje bijzet.
Samen met Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Tilburg behoort de stadsregio tot de koplopers op het gebied van klimaatadaptatie. Hans van Ammers, senior beleidsadviseur openbare ruimte bij de gemeente Arnhem, legt uit wat het Future Cities project gemeenten te bieden heeft. “Ook al stoppen we morgen met fossiele brandstoffen, de gevolgen voor het klimaat ijlen nog vijftig jaar door. Begrijpelijk dat gemeenten focussen op vermindering van CO2-uitstoot, maar laten we ons tegelijkertijd voor bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Dat zijn twee kanten van dezelfde medaille.” Groene daken en gevels “We krijgen vaker en langer te maken met perioden van extreme hitte, droogte en neerslag,” aldus Hans van Ammers. “Aan het omgaan met veel water zijn we in Nederland wel gewend. Daarom ligt binnen Future Cities de nadruk op hitte.” Volgend jaar komt er een regionale hittekaart die de opwarming van bebouwde omgeving in beeld brengt. Die is er nu al van Arnhem. Aan een kaart voor Nijmegen wordt momenteel gewerkt. Daarnaast levert het project straks een toolbox op waarmee gebruikers kunnen uitrekenen wat de kosten en baten van aanpassingsmaatregelen zijn. Wat is bijvoorbeeld het effect van een enkel groen dak, van aanplanting in een straat, een wijk of een hele gemeente.
voor windcirculatie in de stedelijke inrichting? Afhankelijk van de bestuurlijke prioriteiten (bijvoorbeeld vermindering van gezondheidsrisico’s of een aantrekkelijker stadscentrum) leidt dat tot aanbevelingen voor de inrichting van dorp of stad. Van regionale naar nationale toolbox Om te voorkomen dat de in Future Cities project opgebouwde kennis na beëindiging van het project eind 2012 niet verloren gaat, participeert de Stadsregio Arnhem Nijmegen in het Nationale kennisprogramma Kennis voor Klimaat. Kennis voor Klimaat is het programma dat onderzoek doet naar de gevolgen van de klimaatverandering voor het ruimtegebruik in Nederland. Praktisch gezien levert Kennis voor Klimaat straks ook een nationale ‘toolbox’ op waarin alle informatie te vinden is over klimaatadaptatie. . Meer informatie: www.futurecities.nl en www. klimaatonderzoeknederland.nl
Colofon Dit is een uitgave van MARN, MRA en Stadsregio Arnhem Nijmegen Januari 2011
Aanbevelingen op maat “Natuurlijk is dat interessant voor de steden, maar net zo goed voor wijken en winkelcentra in kleinere steden en dorpen,” aldus Van Ammers. Een stedenbouw kundige werkzaam bij gemeente of architectenbureau krijgt straks inzicht in het effect van bepaalde maatregelen. Wat doet bijvoorbeeld meer water of groen in het centrum; en wat levert het gebruik van duurzame energie op, of corridors
Tekst: Stadsregio Arnhem Nijmegen Fotografie: Luuk van der Lee, Velp Vormgeving: Mooijekind Ontwerpers, Loenen (Gld.) Druk: Totdrukwerk, Apeldoorn
8