Radiotherapie bij borstkanker
In deze folder leest u meer over bestraling bij de behandeling van borstkanker. Deze informatie ontvangt u als aanvulling op de algemene informatie over radiotherapie. Uw arts in het ziekenhuis heeft u voor een bestralingsbehandeling bij borstkanker doorverwezen naar de afdeling Radiotherapie van het Radboudumc. Borstkanker of mammacarcinoom is de meest voorkomende soort kanker bij vrouwen in Nederland. Ongeveer één op de acht vrouwen krijgt borstkanker.
Doel van de behandelingen
De behandeling van borstkanker bestaat meestal uit een operatie, gevolgd door bestraling. Ook chemotherapie en/of hormonale therapie kan een deel van de behandeling vormen voorafgaand of aansluitend op de operatie en bestralingen. Voor de bestraling geldt dat er verschillende behandelmogelijkheden zijn. Het kan zijn dat we u alleen op de borst of borstwand bestralen, maar het is ook mogelijk dat u op lymfekliergebieden bestraald moet worden. Het doel van de bestraling is om de kans op het terugkeren van de tumor in het gebied van de borst (en/of de lymfeklieren) te verkleinen en daarmee de kans op genezing te bevorderen.
Voorbereiding
Vóór de behandeling bepalen we de juiste plaats van de bestraling. Dit doen we met behulp van een CT-scan in dezelfde houding als waarin we u gaan bestralen. U ligt hierbij in rugligging met de armen en het hoofd in speciale steunen. Bij de scan tekenen we met inktlijnen op uw huid. Deze lijnen zijn nodig om u tijdens de bestraling steeds weer in de juiste positie te kunnen leggen. De CT-scan in bestralingshouding maken we op de afdeling Radiotherapie in het Radboudumc. Als de plannings-CT-scan op de afdeling Radiotherapie gemaakt is, hebben we alle informatie om het bestralingsplan te maken. Daarna stellen we alle technische aspecten van de bestraling vast (aantal bundels, hoe lang bestraald moet worden en uit welke richting, etc.). Vervolgens maken we een definitief bestralingsplan in de computer. Als dit plan door de medische staf is goedgekeurd start de behandeling.
1
Duur
De bestraling gebeurt meestal vijf keer per week, van maandag tot en met vrijdag. De behandeling duurt ongeveer drie tot zeven weken. Tijdens uw eerste bezoek bij uw radiotherapeut oncoloog krijgt u uitgebreide en op uw situatie toegespitste informatie over het bestralingsgebied, het aantal bestralingen, bijwerkingen en andere praktische zaken.
Behandeling
De behandeling duurt ongeveer tien tot vijftien minuten per keer, inclusief positionering met behulp van de bij CT aangetekende lijnen. Regelmatig maken we voor de start van de bestraling controle-opnamen om te controleren of uw houding overeenkomt met uw houding tijdens de eerdere CT. Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling zo stil mogelijk blijft liggen. Tijdens de bestralingsperiode heeft u een tot enkele controle-afspraken bij de radiotherapeut oncoloog. Deze staan aangegeven in de lijst bestralingsafspraken. Wanneer zich klachten voordoen, kunt u die tijdens deze afspraak bespreken. Wanneer er klachten zijn die niet kunnen wachten tot een controle, kunt u dit aangeven bij de bestralingslaboranten. We maken dan een tussentijdse controle bij een arts of verpleegkundige. Tijdens het afsluitend gesprek in de laatste week van uw bestraling bespreken we bij wie u op controle moet komen en wanneer.
Bijwerkingen
Tijdens de bestralingsperiode kunnen bijwerkingen optreden. Deze zijn meestal slechts tijdelijk. De meest voorkomende klachten zijn: vermoeidheid huidreacties stuwing van de borst en omgeving
• • •
Vermoeidheid Niet alleen de bestraling geeft vermoeidheidsklachten. Ook spanningen rondom de ziekte en de behandeling kunnen van invloed zijn op hoe u zich voelt. Dit geldt ook voor zowel het heen en weer reizen voor de bestralingen. Vermoeidheid kan
2
optreden tijdens de behandeling en kan enige tijd (weken tot maanden) na de behandeling aanhouden. Tip: neem voldoende rust en beweeg voldoende. Probeer uw dagelijkse activiteiten in een rustig tempo te doen. Ontspanning en afleiding kunnen ook helpen. Huidreacties U kunt last krijgen van uw huid, waarbij roodheid, een wat gespannen aanvoelende en droge huid, jeuk of een branderig gevoel kunnen optreden. De tepel wordt vaak gevoeliger. De roodheid begint meestal twee tot vier weken na de start van de bestraling. De huidreactie is het hevigst in huidplooien, die zich vooral bevinden in de oksel en onder de borst. Soms gaat de huid daar open. Mocht dit gebeuren, dan krijgt u daarvoor een behandeling van de verpleegkundige of de radiotherapeut oncoloog. Na de bestraling zal de huid zich binnen twee tot vijf weken herstellen. Draag tijdens en na de bestralingsperiode geen strakke BH en liefst geen beugel-BH. Vaak blijft de huid na bestraling tijdelijk, gedurende enkele maanden, wat donkerder van kleur. Soms kunnen de bloedvaatjes in de huid zich in de loop der jaren meer gaan aftekenen. Dit is ontsierend, maar geeft geen andere klachten. De bestraalde huid blijft gedurende een paar maanden gevoeliger voor zonlicht en daarmee verbranding bij zonnebaden. Adviezen: Huid die bestraald wordt voorzichtig afspoelen met water en/of wassen met een PH neutrale zeep. Denk er bij het gebruik van zeep aan dat de lijnen blijven staan. De huid droog deppen met een zachte handdoek en niet wrijven. Vermijd schurende en knellende kleding. Bij jeuk aan de huid die wordt bestraald niet krabben. In het bestralingsgebied geen crèmes of zalven gebruiken behalve die zijn voorgeschreven door de afdeling Radiotherapie. Geen pleisters plakken in het gebied dat bestraald wordt. Lichaamsbeharing die in het bestralingsgebied ligt (bijvoorbeeld oksels) mag niet worden geschoren of onthaard met een ontharingscrème.
• • • • • • •
3
• •
Het is verstandig tijdens de behandeling niet in de zon te gaan met het behandelde gebied. Gebruik tot enkele maanden na afloop van de behandeling zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor. Tijdens de bestralingsperiode en enkele weken erna niet zwemmen, in de sauna of in bad.
Stuwing van de borst Tijdens de bestraling kan de borst voller aanvoelen door vochtophoping. Vaak is dit nog aanwezig na de eerdere operatie. De borst kan hierdoor gevoeliger zijn. Ook kunt u een kortdurende stekende pijn in de borst of in de borstwand bemerken. Dit zal na de bestraling verminderen en meestal verdwijnen. Door de bestraling en de operatie kan in de loop van jaren een toename van bindweefsel / littekenweefsel ontstaan. De bestraalde borst kan daardoor wat vaster aanvoelen (met name in het operatiegebied) en iets van vorm veranderen. De borst kan ook wat gevoeliger blijven, vooral bij druk, dan voor de behandeling.
Longen
Bij bestraling op de borst(wand) en/of de lymfekliergebieden wordt een klein deel van de long mee bestraald. U heeft hiervan doorgaans geen klachten. Indien bij u een verhoogde kans bestaat voor het krijgen van longklachten door bestraling, zal de radiotherapeut oncoloog u hierover inlichten.
Hart
Bij bestraling van de linker borst of borstwand kan het zijn dat er ook een klein deel van het hart in het bestralingsgebied ligt. Hieraan wordt bij de voorbereiding veel aandacht besteed, zodat de hoeveelheid hart die bestraald wordt zo minimaal mogelijk - of zelfs helemaal niets - is. De bestraling met moderne technieken lijkt geen nadelige effecten te hebben op het hart. Soms is het nodig om de bestralingsdosis op het hart te verlagen door middel van het inhouden van de adem tijdens de bestraling, na een diepe inademing. Wanneer dit voor u van toepassing is, zal de radiotherapeut oncoloog u hierover inlichten en krijgt u verder uitgebreid informatie en training voor het maken van de plannings-CT en start van de bestraling.
4
Bijwerkingen lymfekliergebieden
Als na een volledige okselklieroperatie lymfkliergebieden bestraald moeten worden, neemt de kans op het ontstaan van lymfe-oedeem (lymfevocht) in de arm toe. Wanneer u na alleen een schildwachtklieroperatie op de lymfeklierregio bestraald wordt, is de kans op lymfe-oedeem klein. U kunt in de loop der tijd kans hebben op het ontstaan van een stijve schouder bij bestraling van de omliggende lymfkliergebieden. Het is belangrijk om de oefeningen, die u na een okselklieroperatie heeft geleerd, regelmatig te blijven doen, in ieder geval gedurende het eerste jaar na de behandeling. Aan het einde van de behandeling en kort daarna zijn de bijwerkingen van de bestraling het meest uitgesproken. De bijwerkingen nemen meestal af in de loop van de twee tot vijf weken na het einde van de radiotherapie. Vermoeidheidsklachten zijn zeer verschillend per persoon en kunnen soms langer aanhouden
Meer informatie
Als u nog vragen heeft over de behandeling dan kunt u die altijd stellen aan de laboranten of uw behandelend arts. Voor meer informatie over blaaskanker kunt terecht op de volgende websites: KWF kankerbestrijding www.kwfkankerbestrijding.nl Integraal Kankercentrum Nederland www.kankerwiehelpt.nl Borstkankervereniging Nederland www.borstkanker.nl Revalidatieprogramma Herstel en Balans www.herstel-en-balans.nl
5
Noteer hier uw vragen
12-2014-7483
Adres Afdeling Radiotherapie
Ingang oost Geert Grooteplein 32, route 874 6525 GC Nijmegen Contact 024 - 361 45 05 Buiten kantooruren alleen voor spoedoverleg 024 - 361 11 11 http://www.radboudumc.nl/radiotherapie
Radboud universitair medisch centrum