NR.16 28 april
2014
onafhankelijk magazine
Myanmar
Paradijs voor ingenieurs Boudewijn Ambrosius
'Parate kennis is dramatisch slechter' Allochtone studenten
Zonder netwerk red je het niet
Raap eens wat op
english pages see page 28
2
Delta
TU Delft
8 Delta nr. 16
28 april
2014
"Een foto maken van een persoon 'in actie' ziet er vaak nep uit. Je ziet meestal overduidelijk dat de persoon niet daadwerkelijk de activiteit aan het uitvoeren is. Regelmatig staat de gefotografeerde er een beetje lacherig op, de geconcentreerde blik is moeilijk na te bootsen. Daarom kan men dan beter recht in de lens kijken." (Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Simone Barneveld (HOP), Jorinde Benner, Robbert Fokkink, Phillip Gangan, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heater Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges, Ellen Touw Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek Bladconcept en vormgeving
Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
Plastic afval
boudewijn ambrosius
Een filmpje van creperende jonge albatrossen met plastic dopjes in hun maag was voor TU-docent Angeniet Kam aanleiding om zwerfafval te gaan rapen. Ook op de campus. “We moeten echt minder plastic gaan gebruiken.”
Vijftien jaar geleden werd hij een van de eerste Anthonie van Leeuwenhoekhoogleraren. Nu gaat prof. ir. Boudewijn Ambrosius met pensioen. “Ze zullen straks wel opgelucht zijn!"
Delta
3
TU Delft
16
30 reporTAGE
english pages
myanmar
breakfast options
Myanmar, sinds de jaren tachtig d afgesloten van de buitenwereld, is weer toegankelijk. Delftse ingenieurs zien volop kansen om er onderzoek te doen en les te geven. “Het is een droomland voor ingenieurs.”
No time to make yourself breakfast before heading to campus? Check out our breakfast options in the Survival Guide and start the day off right.
Delta 17 verschijnt op maandag 19 mei
VERDER Column Kort nieuws Sport campusnieuws partyspotters Job de kok achtergrond master column desgevraagd Science Survival Guide There’s an app
04 05 06 07 15 15 20 23 25 27 29 30 31
columnellentouwmailverkeer
Delta
Ik las pas in de Volkskrant dat de gemiddelde werknemer in een kantooromgeving zo’n 28 procent van zijn of haar tijd bezig is met het lezen en versturen van mail. In het Radboud Universitair Medisch Centrum, een instituut met 18 duizend mens personeel, heeft men een jaar geleden onderzoek gedaan naar het mailverkeer. Daaruit bleek dat er elke maand 750 duizend mails uit werden gestuurd, en maar liefst 1,2 miljoen mails binnen kwamen. Het Radboud UMC berekende dat er structureel acht fte is gemoeid met mail lezen, zelfs als je maar een minuut zou besteden aan elke inkomende mail. Wat een tijdwinst zou je kunnen boeken als je minder mail zou moeten lezen. Eigenlijk zou je helemaal moeten stoppen met mailen. Lucien Engelen, directeur REshape & Innovation Centre bij het Radboud deed dat, naar aanleiding van bovengenoemd onderzoek. Zijn stelling is dat de informatie in mails voor zeventig procent informatie is die eigenlijk op een andere plaats vindbaar zouden moeten zijn, zoals op het intranet. Ook stelt hij dat mail steeds vaker gebruikt wordt als een veredelde chatbox. Sinds een jaar communiceert hij extern vooral via de social media, en binnenshuis via de telefoon, een echt gesprek of via het interne Radboud UMC social netwerk Yammer (aanrader voor de TU Delft!). Het bevalt hem uitstekend. Ik moet zelf ook vaak diep zuchten van de emmer mails die elke dag over mij wordt uitgestort. Ieder zich zelf respecterende instantie binnen en buiten de TU heeft tegenwoordig een nieuwsbrief. Sommigen zijn erg zeer lezenswaardig, anderen hebben het nut (en de hinderlijkheid) van fruitvliegjes. En heus: anno 2014 zijn er nog steeds mensen die een uitnodiging voor een vergadering met een reply to all aan twintig man beantwoorden met “Dank je wel, Ellen”. Of collega’s die een afwezigheidmelder aanzetten op hun vaste vrije woensdagmiddag, zodat iedereen een volslagen overbodige mail krijgt dat collega M. vanmiddag niet aanwezig is maar morgen weer wel. Alsof ze normaal wel dezelfde dag op je mails reageren. Toch denk ik niet dat ik, zoals Lucien Engelen, helemaal kan stoppen met mailen. Al was het alleen maar omdat ik eigenlijk alleen per mail goed bereikbaar ben. Waar ik nu zit wordt geflexwerkt, zoals u weet, dus daar ben ik een zwerfkei zonder vaste verblijfplaats en dus ook zonder vaste telefoon. Op zich geen probleem, ik heb een splinternieuwe TU mobiel, dus theoretisch 24/7 bereikbaar. Alleen kwam ik er onlangs achter dat mijn telefoonnummer nergens op te zoeken is. Op de faculteit waar ik eerst werkte (en nog steeds op de personeelslijst sta) blijkt men zeer overijverig al mijn gegevens uit het personeels zoeksysteem te hebben gewist. Waar eerst nog mijn functie, kamer en telefoonnummer vermeld stonden, rest nu nog een leeg pagina. En een komma. Zoek mij maar op via de TU-site en je vind: Ellen Touw komma. Ellen Touw. Vraagteken? Die werkt hier niet. Punt.
Ellen Touw is beleidsadviseur internationalisering en secretaris van de toetsingscommissie joint education.
TU Delft Een 10 kregen bouwkundestudenten Jos Reinders en Julius Kirchert voor hun afstudeerwerk. Ze onderzochten het blijvende nut van olympische faciliteiten vanaf Barcelona (1992) tot Londen (2012) en schreven ‘Rethinking the Spatial Impact of the Olympics’.
1 Olympische faciliteiten zijn een aanwinst.
ja
4 Ontwerpers moeten verder kijken dan de Olympische Spelen.
ja
5 Op welke vraag wil je terugkomen?
2 Bouwen voor de Olympische Spelen is geld weggooien.
nee
3 De Olympische Spelen in Nederland zijn een goed idee.
Op vraag 3: De Olympische Spelen bieden een goede gelegenheid om faciliteiten en infrastructuur te bouwen waar anders geen geld voor is. Maar je moet het linken aan een langetermijnvisie voor het gebied. Voor de Randstad zouden de Olympische Spelen als ontwikkelingsproject heel goed uit kunnen pakken.
ja
93 De TU ontving in 2013 93 bezwaarschriften van medewerkers en studenten. Dat zijn er 45 minder dan in 2012, toen de langstudeermaatregel veel bezwaarschriften opleverde tegen het wettelijk verhoogd collegegeld. Vijftig bezwaarschriften gingen over studentenzaken, negen over ontslag, twee over een functiewaardering en 32 over andere werknemerszaken. De universiteit handelde 72 van de 93 bezwaarschriften nog in hetzelfde jaar af, blijkt uit het ‘Jaarverslag 2013 Commissie voor bezwaarschriften werknemers en studentenzaken en College van beroep voor de examens’. delta.tudelft.nl/28126
Tweets
Jos Reinders (Foto: Bouwkunde)
4
Kort
Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl
Sportuniversiteit Groepsinstructeur Patrick Spa geeft een workshop Bokwa, afgelopen woensdag 23 april bij Sport&Cultuur tijdens het Trend Event Dance Edition 2014. Bokwa is een nieuwe energieke cardio workout waarbij de deelnemers op muziek cijfers en letters maken met hun voeten. Door bijvoorbeeld een L, een 3 of een K te maken ontstaan allerlei combinaties op de vloer. Het evenement was bedoeld om studenten kennis te laten maken met nieuwe dansstijlen en workouts buiten het huidige aanbod op de campus. (Foto: Hans Stakelbeek)
Wie je moet kennen Ze doet baanbrekend onderzoek naar de krachten in DNA-moleculen en is een rolmodel voor jonge vrouwen; zo typeert de European Physical Society prof.dr. Nynke Dekker van de afdeling bionanoscience. Deze organisatie voor natuurkundigen lauwerde Dekker daarom begin april met de Emmy Noether Distinction for Women in Physics, een prijs die vorig jaar pas is ingesteld en die bedoeld is om aandacht te genereren voor jonge talentvolle vrouwelijke wetenschappers in de wetenschapsgemeenschap. De prijs is vernoemd naar de Duitse wiskundige Amalie Emmy Noether (18821935), die een grote bijdrage heeft geleverd aan de abstracte algebra en de theoretische natuurkunde. (Foto: Haas)
De vrijwillige redders van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) zijn grote fans van dr.ir. Lex Keuning. Dankzij het werk van zijn vakgroep ship hydromechanics & structures kunnen zij varen in nieuw type, veiliger, sneller en comfortabeler reddingsboot, die golven doorklieft met zijn scherpe boeg, de bijlboeg. Tijdens de doping van de eerste boot uit deze nieuwe serie, de NH 1816, in IJmuiden op 2 april door koningin Maxima, kreeg Keuning een medaille van de KNRM. Volgens de KNRM heeft Keuning ‘met zijn baanbrekend onderzoek naar nieuwe rompvormen voor snel varende schepen een belangrijke bijdrage geleverd aan het reddingwerk van de KNRM op zee.’ De NH 1816 is ontwikkeld in samenwerking met
scheepsarchitect De Vries Lentsch, Damen Shipyards en opdrachtgever KNRM. (Foto: Peter Poot) Hij mag zich officier in de orde van Oranje-Nassau noemen. Expert in de betonmechanica prof.dr.ir. Jan Rots, hoogleraar bij zowel Bouwkunde als Civiele Techniek en Geowetenschappen, was een van de zeven bevoorrechtte inwoners van Delft die op 25 april, tijdens de traditionele jaarlijkse lintjesregen, een lintje kreeg van burgemeester Bas Verkerk. Rots kreeg zijn lintje als erkenning voor zijn wetenschappelijk werk, vanwege zijn werk als vrijwilliger in verschillende bestuursfuncties aan de universiteit, als decaan en als lid van diverse commissies en raden. (Foto: Sam Rentmeester)
De TU opent in september een Sports Engineering Institute. Met deze bundeling van onderwijs en onderzoek op het gebied van sport wil de TU zich profileren als sportuniversiteit. De universiteit wil het onderwijs versterken, meer sportparticipatie bereiken, gezondheidsproblemen voorkomen en prestaties van topsporters verbeteren. delta.tudelft.nl/28149
Afgewezen
Er zijn maar weinig studiekiezers afgewezen voor technische opleidingen met een numerus fixus, aldus minister Bussemaker. Bovendien gaat het om tijdelijke maatregelen. De TU heeft komend jaar bijvoorbeeld een numerus fixus voor 3mE, maar wil die daarna schrappen. Bij L&R gaat de fixus omhoog naar vijfhonderd eerstejaars. De TU verwijst geweigerde studenten naar andere technische studies. delta.tudelft.nl/28139
Plichten
De TU introduceert dit jaar tijdens de opening van het collegejaar een code of honour voor studenten. Alle eerstejaars krijgen de code uitgereikt met daarop onder de noemer ‘respect, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen’ vier rechten en zes plichten. Eén van de plichten: toon intellectuele nieuwsgierigheid. delta.tudelft.nl/28127
Beker
Laga-roeister Mirte Kraaijkamp heeft eerder deze maand de sportraadbeker gekregen. Die reikt de Delftse Sportraad jaarlijks uit aan de Delftse sporter of ploeg die het afgelopen jaar het beste presteerde. Kraaijkamp won in augustus goud op het WK roeien in Korea. delta.tudelft.nl/28114
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Stein Posthuma Specs
Onheilspellend
1.88 meter Gewicht
Maffiapraktijken bij Punch, stuntende schakers en beslissende uren voor voetballers en hockeyers.
78 kilo Geboortejaar 1985
studie:
Badmuts
luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, master (ASCM)
Sport:
Speciale zwembril voor triatlons. Groter dan de gebruikelijke zwembril. ‘In open water moet je meer zicht hebben’
triatleet (lid van DSZ Wave en De Koplopers)
Andere sporten: geen Sterke punten: “Fietsen en lopen.” Zwakke punten? “Zwemmen dus.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden? “Nauwelijks.” Hoogtepunten/prijzen? “Vorig jaar, in mijn eerste triatlonseizoen, werd ik tiende in een eerstedivisiewedstrijd in Almere. Een triatlon met olympische afstanden: 1500 meter zwemmen, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen.” Wat is de aantrekkingskracht Frame van carbon van de triatlon? “De combinatie van die drie sporten vind ik vet. Je moet drie disciplines heel goed beheersen. Je kunt het maximale uit jezelf halen. Tegelijkertijd is het heel competitief.”
Trisuit, geschikt voor alle onderdelen
Speciaal triatlonhorloge. Slaat gegevens op als aantal zwemslagen per 100 meter, hartslag tijdens fietsen en lopen, snelheid, tempo. Vooral belangrijk bij trainingen. Met de gegevens kun je je prestatie analyseren. Aanschaf: €400
Beugels moeten verwijderd worden bij eredivisiewedstrijden omdat er gestayerd mag worden. Te gevaarlijk
Waarom bij Wave? “Dat is de enige (studenten) club waar dat kan. Ze hebben heel goede zwemtrainingen, het is natuurlijk van oorsprong een zwemvereniging.
Ergens een hekel aan? “Ik heb geen hekel aan zwemmen, maar dat ik daar niet zo goed in ben, daar baal ik wel van.”
Triatlon-hardloopschoenen. Met veters die je kunt aantrekken in plaats van strikken, om tijd te winnen bij de wissel. Speciale binnenvoering tegen blaren
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities? “Met ons Wave-team goed meedraaien in de middenmoot van de eredivisie waarnaar we gepromoveerd zijn. Ik zie ook uit naar het NK sprint (halve olympische afstanden, red) in juni.”
De hoogste tijd voor een rondje langs de velden van de reguliere teamsporten, waarvan de diverse competities in de eindfase zitten. Sterker nog, de basketballers van Punch zijn al klaar met hun seizoen. In de op een na hoogste landelijke afdeling eindigde de ploeg van eeuwig coach Jan Sikking (met zijn ruim 40 jaar aanwezigheid het vleesgeworden bewijs dat er geen uiterlijke houdbaarheidsdatum aan een clubcoach hoeft te zitten) na 24 duels op de zesde plaats met 26 punten en een positief doelsaldo van 71. De competitie werd op 12 april afgesloten met een uitzege op Red Giants (73-70). In het derde weekend van mei staat overigens de zestiende editie van het driedaags internationaal basketbaltoernooi van Punch op de rol, dit keer onder de onheilspellende noemer The Godballer. ‘3 days of basketball, 2 amazing parties en 1 weekend you can’t refuse’, luidt de dwingende aankondiging. Van heinde en verre worden ruim driehonderd sportende feestvierders annex feestvierende sporters verwacht. De voetballers van Ariston’80 boekten vorige week, in hun pogingen om nacompetitie voor degradatie te ontlopen, een belangrijke uitzege (1-5) bij Transvalia ZW. De missie lijkt vooralsnog geslaagd, want op 3 mei staat in de voorlaatste speelronde de thuiswedstrijd tegen het bijzonder zwakke Zuiderpark geprogrammeerd. De Rotterdammers staan, ook door een straf, op min 3 punten. Die moeten te pakken zijn. De vrouwenploeg van Ariston’80 heeft zich door een sterke eindsprint in elk geval al veilig gespeeld in de derde klasse. Op Paaszaterdag werd hoogvlieger Monster met 0-0 bedwongen. Op 3 mei sluiten de dames in Katwijk de competitie af in het uitduel met de ladies van Quick Boys. In de zaal ontliepen de mannen van Topklasser FC Tutor eveneens extra wedstrijden voor handhaving, door thuis concurrent Westlandia met 4-3 te kloppen. En hoe zit het met de hockeyers? De heren van eersteklasser DSHC vechten hard voor behoud, terwijl de mannen van derdeklasser Dopie tegen promotiewedstrijden aanhikken. De vrouwen van het in de derde klasse debuterende Scoop Delft moeten er nog even hard aan trekken om degradatiewedstrijden te voorkomen. Wordt er intussen nog geschaakt in Delft? Jazeker. De pr-afdeling van DSC (Delftsche Schaakclub) kwam met de vreugdevolle mededeling dat het KNSB-bekerteam van de vereniging op 14 april in Leiden voor een geweldige stunt heeft gezorgd. Tegen hoofdklasser en favoriet LSG, met twee internationale meesters aan boord, werd een 1,5 - 2,5 overwinning geboekt. “Onverwacht, maar niet onverdiend”, volgens de nuchtere persvoorlichter. De club plaatste zich daarmee voor de bekerfinale op Hemelvaartsdag. Tips?
[email protected]
Delta
7
TU Delft
campus Betere wifi in UB door tentamentijd De TU Library is vorige week versneld aangesloten op nieuw back end voor het draadloze internet. Het systeem, dat zich in het datacentrum van de TU bevindt, heeft veel meer capaciteit. Die was hard nodig, met een overvolle universiteitsbibliotheek door de tentamenperiode.
M
edewerkers en studenten maken massaal gebruik van het draadloze netwerk van de TU, Eduroam. Zo veel, dat de dienst ICT constant bezig is om de groei mogelijk te maken. Volgens manager operations Gino van der Velden hebben mensen steeds meer apparaten bij zich waarmee ze op wifi willen. “Iedereen heeft een gsm, soms zelfs twee. En dan nog een laptop en een tablet.” Bovendien hebben gebruikers hoge verwachtingen. “Mensen hebben
‘We horen het graag als het ergens mis gaat. Dan kunnen we maatregelen nemen’ thuis enorme bandbreedtes, een snelweg voor zichzelf. Hier hebben we ook een snelweg, maar wel één waar veel mensen op zitten.” En dat kan leiden tot een instabiel netwerk of het uitvallen ervan. Op de TU hangen momenteel twaalfhonderd access points voor wifi. Afgelopen zomer zijn die in de UB allemaal vervangen. Hun aantal is bovendien verdubbeld. De oude konden per stuk ongeveer dertig apparaten verbinden, de nieuwe wat meer. “We zijn constant bezig met het bijplaatsen en vernieuwen van access points, want wireless is één van onze speerpunten”, vertelt Van der Velden. Daarbij moet ICT er rekening mee houden dat de punten elkaar niet
verstoren. Van der Velden denkt niet dat dat betekent dat er een eindpunt hoeft te komen aan de groei. “Dan komt de leverancier wel met een nieuw type op de markt.” Een week geleden, op 8 april, ging de universiteitsbibliotheek versneld over op een nieuw back end. “Die was al tijdens het laatste onderhoudsweekend geplaatst in het datacentrum, want de centrale besturing van ons draadloze netwerk liep tegen capaciteitsproblemen aan. De bedoeling was om de access points daarna gefaseerd over te zetten. Maar toen bleek dat we met de library niet meer konden wachten, moest de aansluiting veel sneller dan gepland gebeuren. Tijdens de tentamenperiodes is de pijn daar het grootste.” Na de UB moeten andere gebouwen volgen. De aula staat hoog op de lijst, omdat ook daar vaak veel mensen samen komen. “Uiteindelijk moeten alle gebouwen volgen, maar niet te snel, want de overgang moet vlekkeloos gaan”, aldus Van der Velden. Het blijft volgens hem niet bij gebouwen alleen. Ook buiten verwachten mensen met wifi te kunnen werken. Nu al is er wifi op het plein bij Industrieel Ontwerpen en tussen de UB en de aula. Van der Velden verwacht tussen nu en anderhalf jaar nog eens vierhonderd access points bij te plaatsten, want het draadloze internetgebruik blijft ‘drastisch toenemen’. “Het gebruik verandert ook. Tijdens een tentamen vroeg een docent laatst aan zeshonderd studenten in één ruimte om in te loggen en op een website een oefening te maken. Voor ons is het belangrijk om te weten waar dat soort hotspots zitten. Vandaar dat we het graag horen als het ergens mis gaat. Dan kunnen we maatregelen nemen.” Volgens Van der Velden lijkt het nieuwe systeem in de universiteitsbibliotheek goed te werken. Hij is voorzichtig, omdat het nog maar kort draait. Hij heeft de studentenraad gevraagd te helpen met het verzamelen van de ervaringen van studenten. (SB) delta.tudelft.nl/28136
De president van Bolivia, Evo Morales (links), bracht dinsdagochtend 15 april een bliksembezoek aan de campus om de samenwerking tussen zijn land en de TU Delft te bespreken. Hij kreeg samen met Jaime de Bourbon Parme, speciaal gezant natuurlijke hulpbronnen op het ministerie van buitenlandse zaken, een rondleiding door het lithium-laboratorium van dr. Erik Kelder (rechts) van de afdeling chemical engineering. Hoogstwaarschijnlijk krijgen Boliviaanse studenten daar de komende jaren onderwijs over lithiumbatterijtechnologie. Het plan is om gedurende vier jaar jaarlijks tien studenten in Delft onderwijs te laten volgen. (Foto: Roy Borghouts Fotografie) delta.tudelft.nl/28130
Managers doen ook heus wel wat goed Veel Delftse studenten onderschatten het belang van management in de techniek, stelt TBM-studievereniging Curius. Vandaar dat Curius op 8 mei een workshopdag organiseert voor alle TU-studenten. Anna Campert, commissaris bacheloronderwijs van de studievereniging, denkt dat het voor andere studenten nuttig is om een ‘gevoel te krijgen van wat management is’. “Een manager is niet iemand in een strak pak die taken delegeert. Dat stereotype beeld willen we teniet doen. Managers moeten kritisch nadenken over de beslissingen die ze nemen.” Het doel van de dag is om studenten zelf te laten inzien dat management nodig is in de techniek, aldus Curius. Ivo Eggermont, die het evenement mede organiseert, vertelt over zijn huisgenoten, studenten civiele techniek. “Zij zeggen, knal maar een brug neer als ze dat nodig vinden. Maar er komt veel meer bij kijken. Er zijn bijvoorbeeld allerlei belanghebbenden waar je rekening mee moet houden. Ze kunnen prima leren denken als een manager, scenario’s analyseren bij-
voorbeeld, maar in hun studie doen ze dat niet. Ingenieurs bouwen dingen, maar hoe realiseer je die? Tijdens het management event kunnen ze goed zien hoe dat in de praktijk werkt.” Tijdens de workshopdag presenteren sprekers twee thema’s die vanuit vele kanten gezien kunnen worden: voedseltekorten en critical materials (materialen of grondstoffen die moeilijk te krijgen zijn, zoals kobalt, red). Daarbij komen onder meer ethiek, economie, techniek en beleid aan bod. Daarna discussiëren de studenten in groepen en samen met bedrijven verder over deze onderwerpen. Ze krijgen ook specifieke cases aangereikt. Die gaan ze aan de hand van een nog nader te kiezen managementtheorie wetenschappelijk ontleden. Dagvoorzitter van het evenement is Martijn Groenleer, universitair docent public policy and management bij TBM. (SB) delta.tudelft.nl/28137
Management Event, Unit Cultuur, donderdag 8 mei, aanvang 9.00 uur. Deelname is open voor alle TU-studenten. Er zijn honderd plekken beschikbaar. Inschrijven via www.curius.nl
van de straat Een filmpje van creperende jonge albatrossen met plastic dopjes in hun maag was voor TU-docent Angeniet Kam aanleiding om een jaar lang elke dag zwerfafval te rapen. Aan het strand, in haar woonplaats en op de campus. “Soms vragen mensen of ik een taakstraf heb.”
E
en rood plastic dopje. Dat is wat Angeniet Kam altijd bij zich heeft om anderen te laten zien waarom ze zwerfafval opraapt. Ze vertelt over natuurfotograaf Chris Jordan die vijf jaar geleden albatrossen wilde fotograferen op Midway Island in de Pacific, duizenden kilometers van de bewoonde wereld. “Hij vond veel creperende vogels”, zegt Kam. “Ze hadden zichzelf en hun jongen gevoed met plastic. Jonge vogels waren bezig te stikken en anderen waren al helemaal vergaan. Wat overbleef waren kringeltjes donsveertjes met in het midden wat botjes en veel plastic.” Jordan maakte daar een filmpje van dat te vinden is op YouTube. “Heel dramatisch”, zegt Kam. “Omlijst met veel retoriek, maar ik werd er echt stil van.” Toen ze vervolgens weer eens op het strand liep en zo’n plastic dopje zag liggen, dacht ze: elk dopje dat ik opraap is er één. Eén dopje dat niet meer kan worden opgegeten door een albatros. Zo begon ze vorig jaar na de zomer met het idee om elke dag één
dingetje op te rapen. Inmiddels is het uitgegroeid tot een uit de hand gelopen hobby. “Mijn hoofd raakt er leeg van en het is een goede work-out: je krijgt stevige billen van het bukken”, zegt ze. “Vuil in de stad vind ik vaak te smerig om beet te pakken: daarvoor gebruik ik een raapstok en handschoenen. Ik heb wel gebruikte condooms opgeraapt. Als ik maar handschoenen aan heb, dan vind ik dat niet zo’n probleem.” Raapstokken en ringen om afvalzakken aan te bevestigen, kreeg Kam van een strandcoördinator. De handschoenen en afvalzakken regelde ze via de stichting Nederland Schoon. Jammer alleen dat die ter promotie plastic pennen en sleutelhangers verspreidt, vindt ze. “Daar word ik dan weer niet blij van.” Soms neemt haar hobby wat extreme vormen aan, geeft Kam toe. “Ik ben nu aan het haken geslagen.” Ze moet er hartelijk om lachen. “Ik haak een soort netjes voor marktgroenten. Dat bespaart een paar plastic tasjes per keer. We moeten echt minder plastic gebruiken. Elke komkommer zit tegenwoordig in plastic!”
Kam heeft speciaal voor haar raapwerk een rugzakje, met daarin behalve de inmiddels wat zurig ruikende handschoenen en afvalzakken een tweedehands unster. Met dat handweegschaaltje weegt ze soms hoeveel vuil ze heeft geraapt. “Dat zijn de kenmerken van een gek. Ik vind mezelf zo langzamerhand behoorlijk raar worden.”
Vondsten van de dag Ze staat op, pakt een tas vol troep en zet die demonstratief op tafel. “Hier heb ik een zakje met vondsten van de dag.” Ze pakt er de meest kleurrijke voorwerpen uit: plastic soldaatjes, schepjes, allerhande strandspeeltjes, een koptelefoontje (“doet het nog, heeft mijn dochter uitgeprobeerd”) en een kazoo. Ze fluit er even vrolijk op. “En dit… dit was mijn meest dramatische vondst.” Ze legt voorzichtig een bril neer met een bruin beschadigd montuur. “Die vond ik op een fietspad waar een ongeluk was gebeurd. Er lagen nog allemaal verpakkingen van injectiespuiten en doorweekte tissues. Het ambulancepersoneel had die achtergelaten. Ja, als ie-
mand snel naar het ziekenhuis moet, denk je niet aan opruimen. Ik heb het allemaal opgeraapt en weg gemikt. Elk object heeft een verhaal. Daarom ben ik er foto’s van gaan maken.” Die foto’s zet ze op haar Facebookpagina, in albums met de namen ‘Sporen op het strand’, ‘Sporen in de stad’ of ‘Strandspeeltjes’. Ze wil er misschien een boekje van maken. Om aan mensen te geven en te zeggen wat ze in een jaar tijd heeft gevonden. Met haar broer heeft ze de Facebookpagina ‘Raap eens wat op’. Ook op Twitter plaatst ze regelmatig foto’s sinds ze daar een actie zag om geraapt zwerfafval te tweeten met de hashtag ‘zwerfie’. Het levert soms hilarische tweets op, zoals: Angeniet Kam @AngenietKam - Feb 21 Campus pickings nr 3 #TUDelft #zwerfie 'Ik zei nog zo, laat het niet rondslingeren!' pic.twitter.com/pixVAZVFrS
>>
Angeniet Kam: "Ik doe dit niet omdat ik vind dat ik andermans rotzooi moet oprapen. Ik wil dat het niet in zee terecht komt."
‘Elk dopje dat ik opraap is er één. Eén dopje dat niet meer kan worden opgegeten door een albatros’ Met op de foto een pakket instructies van de organisatoren van de Delftse Bedrijvendagen 2014, waarop staat: ‘Deze handleiding is persoonlijk. Bewaar hem goed. Niet laten rondslingeren!’
Rondje campus Genoeg over haar motivatie, tijd voor een rondje op de campus. Gewapend met raapstokken beginnen we op het grasveldje tussen de dienst Onderwijs & Studentenzaken en de faculteit Industrieel Ontwerpen. “Dit grasveldje doe ik altijd om even een frisse neus te halen. Telkens vind ik troep.” En ja hoor, ook nu weer: blikjes, peuken, stukjes hard plastic, een folder voor een ouderdag en een uitgebluste ballon van studentenpartij Stip, bungelend aan een touwtje rond een lantaarnpaal. Razend vlug belanden ze in Kams groene afvalzak. De dag na de ge-
meenteraadsverkiezingen vond ze drie volle waterflesjes van de VVD op de campus. “Vooral leuk vanwege de slogan: Stem VVD voor een schoon, veilig en betaalbaar Delft.” Het is wel even wennen: en plein public rotzooi rapen. “Veel rapers hebben dat”, zegt Kam. “Dat komt doordat er een sterke associatie is met een taakstraf. Soms vragen mensen me: doet u dit vrijwillig? Of ze vragen: heb je een taakstraf? Wonderlijk.” In het water bij IO drijven blikjes van energiedrankjes, Douwe Egberts-bekertjes en een geel, rubber speeltje. Half maart viste ze hier nog met een collega vijf bierkratten uit. Hup, weer een foto op Twitter. “Het leuke is dat je ook mooie dingen ziet. Hier, een apart bloemetje. En net zag ik twee halsbandparkieten vliegen. Ik heb een plan voor een plastic pelgrimage.
Dan begin ik in Bloemendaal aan Zee en ga ik een week lang langs het strand lopen. Noordwaarts of zuidwaarts. Kijken wat ik tegenkom en hoe ver ik kom. Iemand die op het strand in mijn voetsporen gaat lopen zal wel denken: wat is die gaan doen, zo kris kras door het zand?” Kam bedacht nog een ander plan. “Anton van Beek van werktuigbouwkunde probeer ik zo ver te krijgen dat hij de ontwerpwedstrijd van volgend jaar gaat wijden aan het maken van een voertuig waarmee je plastic kunt rapen op het strand. Dat lijkt me een leuke ontwerpuitdaging voor studenten werktuigbouwkunde. Ik vertelde hem mijn verhaal en motivatie. Hij keek me aan en zei: ik snap niet dat er mensen zijn zoals jij.”
Stille sporen We gaan door naar het gras bij de
laagbouw van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Een notoir vieze plek volgens Kam. Dat blijkt. Er ligt een stuk glas, een leeg pakje Chocomel, een dikke plak plastic met bobbels, een stuk spatbord van een fiets. Gaandeweg komen we andere stille sporen van het studentenleven tegen: plastic bierbekertjes, een pizzadoos, een handvol opgerolde flyers - ‘Geld verdienen met een afwisselende bijbaan?’- het elastiekje er nog om. En natuurlijk de vermaledijde dopjes. “Ik heb nu een organisatie gevonden die deze dopjes spaart, voor hulphonden of zo. Dat levert maar twintig cent per kilo op. Schillen laat ik liggen. Hé, een pakje Camel… meestal is het Marlboro. Ik vind ook veel zuurtjespapiertjes. Vooral van Antaflu, die vind ik bijna elke dag. Rood, groen, blauw en oranje zijn ze. En wegwerpservies van
Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
11
TU Delft
ZAP'ers Delft telt zo’n vierhonderd ZAPers, ofwel Zwerf Afval Pakkers. De gemeente laat weten het belangrijk te vinden initiatieven te steunen van mensen die afval willen opruimen. Ze helpt hierbij door aandacht te besteden aan acties op dit gebied (via bijvoorbeeld persberichten) en door mensen of partijen bij elkaar te brengen. Die acties kunnen landelijke acties zijn, zoals de landelijke opschoondag die eind maart plaatsvond, maar ook acties vanuit buurten en wijken of individuele initiatiefnemers. Zij kunnen bij de gemeente en bij Natuur- en Milieucentrum De Papaver terecht voor afvalgrijpers. Verder is de gemeente vorig jaar in de Delftse Hout begonnen met een experiment met Delfts blauwe picknickkleedjes van CleanPicnic. Dit zijn kleedjes van gerecycled plastic die picknickkleed en afvalzak ineen zijn. Door na de picknick de vier punten bij elkaar te binden, is het afval gemakkelijk in de afvalbak te werpen. De gratis kleedjes hangen aan borden bij de recreatieplas. De proef krijgt dit jaar een vervolg. Kam zet haar vondsten op haar Facebook-pagina 'Raap eens wat op' of twittert ze met de hashtag 'zwerfie'.
Sodexo: echt jammer dat we een cateringservice hebben die zoveel plastic gebruikt.” Kam probeert in de collegezaal het goede voorbeeld te geven. “Als ik een nieuwe groep studenten heb, laat ik vaak een foto zien van mezelf in een gevonden vissersbroek. Dan zeg ik dat dit mijn hobby is en dat het helpt als iedereen elke dag één stuk plastic opraapt. Iedereen stil. Dat zet ze toch aan het nadenken.”
Goed Initiatief Haar meest dramatische vondst op de campus was een popje. “Een beetje eng babypopje waarvan je je afvraagt waarom dat hier midden op het grasveld ligt. Gek. Natuurlijk zijn hier wel eens kinderen, maar dat popje vond ik raar.” Verderop staan drie mannen toe te kijken. “Goedemiddag, wat zijn jullie aan het doen?” vraagt een
van hen. “Dit is om te voorkomen dat er meer plastic in de zee en in oceanen komt”, antwoordt Kam. “Via twitter is er een actie: als je elke dag iets raapt, kun je een foto maken en deze tweeten met #Zwerfie.” “O, wat een goed initiatief.” Kam vertelt het verhaal van de albatrossen en laat het rode dopje zien. “Je moet ergens beginnen”, zegt de man. “Heb je geen werk?” Kam legt het uit. “O, netjes. Een golf begint met een druppeltje. Als iedereen elke dag een beetje doet, hou je het met 6500 medewerkers aan de TU wel schoon.” De man dacht dat het om Bureau Halt ging. Hij vindt dat Kam goed werk verricht. “Het zet me aan het denken.” Anderen met wie Kam wel eens raapt, ‘ergeren zich dood’ dat mensen hun rotzooi achterlaten. “Die ergernis heb ik niet”, zegt ze. “Ik doe dit niet omdat ik vind dat ik
andermans rotzooi moet oprapen. Ik wil dat het niet in zee terecht komt.” Natuurlijk realiseert Kam zich dat het in feite nooit ophoudt. Er komt telkens nieuw afval bij. “Daarom doe ik het een jaar, van november tot november. Het is verslavend. Dat hoor ik van veel mensen. Het is leuk om te doen, want je krijgt vaak complimentjes. Mensen die hun duim opsteken. Dat geeft je een goed gevoel.” Tot slot, bij de fietsenrekken voor nummer 38, vindt Kam opeens een schoen. “Mysterieus. Dit begrijp ik nooit zo goed. Op het strand vind ik soms complete paren.” Kam pakt haar unster en weegt de buit van de dag. Twee kilo, plus nog een kilootje aan tussentijds opgeborgen afval. Ze maakt er een foto van. “Die komt in ‘Sporen in de stad’.” <<
De drie vieste plekken
1 Het grasveld langs de laagbouw van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica.
2 Het water langs het fietspad aan de Mekelweg, bij de duikers vlak voor het viaduct.
3 Buitenlunchplekken. Bij afvalbakken liggen vaak snoepverpakkingen en lunchzakjes.
“Ze zullen wel opgelucht zijn”, lacht prof.ir. Boudewijn Ambrosius op zijn 65ste verjaardag. Hij steekt, met gedoogsteun van zijn groep en de decaan, nog af en toe een sigaartje op in zijn werkkamer. Straks is dat voorbij.
‘Noem het lotsbestemming’
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
13
TU Delft
Gaat u uw verjaardag vieren? “Mijn mooiste cadeautje is de promotie straks van José van den IJssel over toepassing van gps in lage satellietbanen1. Gps is wel een beetje mijn ding geworden in de laatste 25 jaar. José laat zien hoe met gps de positie van andere satellieten tot op de centimeter nauwkeurig bepaald kan worden.”
Dat moet wel een ontdekking zijn geweest. “Ik had het gevoel dat het zo moest zijn. Je kunt het lotsbestemming noemen. Vanaf dat moment heb ik als student-assistent bij hem gewerkt. Ik was geen snelle student en bovendien waren het die mooie onbezorgde tijden in de roaring sixties en seventies. Haha, flowerpo-
U werd vijftien jaar geleden een van de eerste Anthonie van
wer enzo.”
Leeuwenhoekhoogleraren. Wat was het idee daarachter? “Het was een actie van de toenmalige rector Karel Wakker en de toenmalige voorzitter Nico de Voogd van het college van bestuur. Zij realiseerden zich dat veel getalenteerde medewerkers niet konden doorstromen, omdat het aantal leerstoelen beperkt was. Er zijn toen zeventien medewerkers tot Anthonie van Leeuwenhoekhoogleraar benoemd.”
En niemand die u achter de broek zat qua studie? Nee, behalve mijn vader. Maar ik vond het fijn om in een soort bondgenootschap met Wakker te werken. Daar kwam toen nog ene meneer Piersma bij die goed kon programmeren. Dat was eigenlijk de start van het groepje. Wakker was nogal ondernemend en sloot een
Onder wie veel bekende namen als Cees Dekker, Jack Pronk, Leo Kouwenhoven en Mark van Loosdrecht.
overeenkomst met geodesie. Die hadden een lasermeet-
“Klopt. De bedoeling was dat talent te binden en te belonen door ze hoogle-
de afstand tot overkomende satellieten. Die schoten ze
raar te maken zonder eigen leerstoel. Daarna zijn er meer en kleinere cohor-
aan met een laser, maten de tijd totdat het weerkaatste
ten geweest. Het was voor mij persoonlijk natuurlijk prettig, maar ik vond het
licht terug kwam en vermenigvuldigden dat met de licht-
beleidsmatig ook een verstandige zet, omdat je anders riskeert dat die men-
snelheid. Dan wist je de afstand. En dat doe je dan tsjak,
sen vertrekken. Dat zou een brain drain voor de universiteit betekenen. Nu wil
tsjak, tsjak honderden keren achtereen. Er waren meer-
ik niet zeggen dat mijn vertrek heel dramatisch zou zijn geweest.”
dere van dat soort stations over de wereld. Wij werden
station in Kootwijk. Zij waren heel goed in het meten van
goed in het verwerken van die gegevens: het omzetten
U was zeer aan de TU gebonden. Voor uw afstuderen bent u hier in dienst gekomen en nooit meer weggegaan. Waarom bent u vliegtuigbouw gaan studeren?
van die afstandsmetingen in een ruimtebaan. We waren
“Op de middelbare school - rond 1965 - had ik belangstelling voor astrono-
daarnaartoe heb ik hier meegemaakt.”
toen trots als je dat op tweeënhalve meter nauwkeurig kon. Nu gaat dat op de millimeter. De hele ontwikkeling
mie. Dat was in de begintijd van de ruimtevaart. Ik keek met een zelfgemaakt kijkertje naar de sterren en zag op een gegeven moment een stip tussen die
Ik las ergens dat u betrokken bent geweest bij de
sterren door fietsen. Dat bleek Echo-2 te zijn, een reflecterende ballonsatel-
richting gaan studeren, maar daar bestond niks voor. Tweede keus was vlieg-
opkomst van gps. Hoe ging dat? “Gps is van oorsprong een militair systeem waarvan de eerste satellieten al in de zeventiger jaren gelanceerd werden als navigation test satellite. De militairen had-
tuigbouwkunde. Ik moest me door die hele brij aerodynamica en klinknagels
den speciale codes voor plaatsbepaling tot op een meter
worstelen tot er een college kwam van iemand, professor Wittenberg, die
nauwkeurig. Daarnaast was er een civiele code die voor
iets aan ruimtevaart deed. Na vier jaar studie ben ik getrouwd en zocht ik een
iedereen toegankelijk was. De industrie heeft zich daar
baantje. Wittenberg vertelde dat een medewerker van hem,
toen op gestort om handontvangers te maken. Er waren
ingenieur Wakker, een student-assistent zocht. Ik had geen benul van wat hij
fabrikanten die met een trucje toch ook de nauwkeurige
deed, maar ik ging solliciteren. Hij bleek satellietbanen te doen. Wat een toe-
militaire codes konden gebruiken. Op dat moment draai-
val; dat was exact waar mijn belangstelling lag. Hij was de enige in Nederland
den we mee in een groot Nasa-project met de naam
die daar toen aan werkte.”
Crustal Dynamics Project. Ik hoorde dat wat wij met la-
liet. Die vond ik interessant en ik vroeg me af wanneer ik ‘m weer kon zien. Dan moest je de baan kennen en begrijpen hoe alles draait. Ik wilde iets in die
sermetingen deden ook met gps zou kunnen. Dat haalde de onaantastbaarheid van de lasers nogal onderuit. Ik
‘We waren toen trots als je dat op tweeënhalve meter nauwkeurig kon. Nu gaat dat dus op de millimeter’
kon toen een paar maanden als gastonderzoeker terecht op het Nasa Jet Propulsion Lab waar ze met gps werkten. Ik wist dat ze daar software (Gipsy) hadden waarmee ze posities van ontvangers nauwkeurig konden berekenen met gps.” >>
14
Delta
TU Delft
‘Jongeren van nu zijn sociaal vaardig, maar hebben weinig parate kennis’ Hoe nauwkeurig was dat? “Op de centimeter, het was nog niet zo nauwkeurig als nu. Ik kwam net op het moment dat de software op verschillende plekken in het JPL ontwikkeld werd. Ik heb toen mogen zorgen dat de verschillende onderdelen op één hoop terechtkwamen.”
Is dat niet een grote rol voor een gastonderzoeker? “Dat bleek achteraf pas. Zij waren tevreden met hoe het ging met die Gipsy software. Die was over verschillende afdelingen gespreid. Ik wilde het graag gebruiken, maar moest het dan wel overal vandaan halen. Het verzamelen was dus in
U kijkt met genoegen terug op uw wetenschappelijke loopbaan, maar ik begrijp dat u kritisch bent over het onderwijs? “We hebben in de loop der jaren een hele laag van onderwijsdes-
mijn eigen belang. Toen heb ik dat meegenomen naar Delft.”
kundigen gekregen. Ik betwijfel of die zelf ooit onderwijs hebben
Mocht dat wel? “Ja hoor. Daar waren toen helemaal geen restricties voor. Ik ben er hier vanaf 1984 mee gaan spelen. Daardoor is gps een belangrijk instrument geworden om nauw-
vragen zich nooit af of er misschien iets aan de instroom is veran-
keurige plaatsbepaling mee te doen. In de loop van de tijd werd gps steeds vaker als extra instrument meegegeven aan boord van satellieten.”
Wat is uw belangrijkste ontdekking? “Dat houdt verband met mijn verjaardag op 9 april. Voor het Nasa Crustal Dynamics Project waren wij een analysecentrum. Wij rekenden elke week de baan van de Lageos-1 satelliet uit, voor een periode van een week, maar ook voor een periode van vijf weken. Het begin klopte prachtig,maar de langetermijnberekening liep op gegeven moment fout. Daar zat een rare knik in die we niet konden verklaren. Ik dacht: als er nu een heel klein krachtje niet werkt waar we wel mee rekenen? Dat zou de stralingsdruk van zonlicht kunnen zijn. Stel eens, dacht ik, dat er een zonsverduistering plaats zou hebben op de plaats van de satelliet. Ik zoeken en wat bleek: op mijn verjaardag, 9 april 1986, was er een zonsverduistering op een smalle strook op aarde geweest. Toen heb ik de positie van de maan vanuit de satelliet gezien ten opzichte van de zon berekend. Daaruit bleek dat dat ding heel toevallig ruim een uur in de schaduw van de maan had verkeerd. Dat verklaarde de koersafwijking. Bingo. Dat was wel een van de meest vreugdevolle ontdekkingen die ik meegemaakt heb. Een klassiek Eureka.”
gegeven. Maar zij vallen docenten wel lastig met getalletjes. Ze derd.”
Bedoelt u daarmee de eerstejaars? “De sociale vaardigheden van jongeren zijn veel groter dan vroeger – toen waren het verlegen jongens en meisjes, nu zijn het volwassen jonge mannen en vrouwen als ze binnenkomen. Maar de bagage aan parate kennis is dramatisch verminderd. Ze zijn vaak onvoldoende gemotiveerd of voorbereid op de studie en ik vind het dan onterecht om de slechte resultaten aan de docenten te wijten.” Staat het niveau onder druk? “Dat risico zit er natuurlijk in. De eerste drie jaar van de opleiding is eigenlijk een zeef. Een verkeerde studiekeuze mag; als je het maar snel beseft. Win-win voor beide partijen; zij snel naar een betere keuze, wij minder ballast. Veertig procent van de instromers valt uit en dat is historisch nooit anders geweest. Maar de managers zeggen dan: je had beter onderwijs moeten geven dan had je die veertig procent erbij gehouden. Sturen op volumes heet dat. En dan vallen ze later alsnog af. Dat is een ergernis van me.”
Van die ergernis bent u nu af. Hoe stelt u zich het leven als emeritus voor?
CV
“Ik blijf hier zeker komen. Dit is mijn biotoop. Mijn werk is mijn Boudewijn Ambrosius (9 april 1949) ging in 1967 vliegtuigbouwkunde studeren aan de TH Delft, omdat dat het meest weg had van de door hem bewonderde ruimtevaart. In 1971 werd hij studentassistent en na zijn afstuderen in 1975 wetenschappelijk medewerker. In 1985 werd hij universitair hoofddocent onder Karel Wakker
bij de leerstoel baanmechanica. Tussen 1977 en 1993 ontwikkelde hij programmatuur voor zeer nauwkeurige baanbepalingen van satellieten. Op 1 april 1999 werd hij als een van zeventien talentvolle medewerkers tot Anthonie van Leeuwenhoekhoogleraar benoemd. In 2005 werd dat een regulier hoogleraarschap.
hobby en mijn leven. Ik ga niet achter de geraniums zitten. Nu zijn we verhuisd naar Vlissingen, maar ik neem me voor een dag in de week naar Delft te komen. Ik heb een gastvrijheidverklaring voor de komende vijf jaar. Deze kamer laat ik aan mijn opvolger, wiens naam overigens nog niet bekend is. Zelf zal ik een seniorenkamer delen met onder anderen Karel Wakker.” <<
i
Jose van den IJssel, 'GPS-based precise orbit determination and accelometry for low-flying orbits', 9 april 2014
Wat: Grachtenbeesten bouwen Waar: Sport & Cultuur Wanneer: elke vrijdag van 19.00 tot 21.30 uur, van vrijdag 2 mei tot en met vrijdag 20 juni en van 12 september tot en met 24 oktober. Prijs: €98 voor 14 lessen Partyprognose:
7
15
party Spotters
Granita-ijs De zomer komt eraan. Na iets wat we geen winter konden noemen, gevolgd door een lente die niet weet of hij warm of koud moet zijn, is er een zekerheid: zomer. In Nederland betekent dat klef nat warm weer met honderd procent luchtvochtigheid, overvolle stranden en gillend witte lijven. Een van de dingen die ik in de zomer doe, is ijs maken. En het opeten, uiteraard. Wat ik jammer vind zijn die eindeloze rijen bij de ijswinkel, om er vervolgens achter te komen dat jouw smaak op is. En dan de prijzen! Conclusie: zelf maken. Je hebt geen ijsmachine nodig, alleen je vriezer. Granita Moeilijkheidsgraad: chimpansee Materiaal: ovenschaal, vriezer, vorm, mengkom, vork of garde Ingrediënten: 6 citroenen, 1 liter yoghurt, suiker naar smaak, 1 liter water Dit recept is voor zowel citroen- als yoghurtgranita. Een granita is een soort ijs met een slushpuppy
Nieuwe levensvorm in Delftse grachten Zijn door wind aangedreven Strandbeesten werden meer dan drie miljoen keer bekeken op YouTube. Nu kun je de futuristische dieren van kunstenaar en natuurkundige Theo Jansen zelf leren bouwen, tijdens een cursus van industrieel ontwerper Marc Borger. Ze zouden niet misstaan in de nieuwste Peter Jackson-film. De Strandbeesten van Theo Jansen, reusachtige creaties van pvc-buizen, bewegen op de wind en wandelen deinend over het strand. Een nieuwe levensvorm, noemt de kunstenaar ze zelf. Hij ziet ze als de ontwikkeling van een evolutionair proces, een betekenis die ze dankzij hun organische manier van bewegen volledig verdienen. 'In de loop der tijd hebben de geraamtes de natuurlijke elementen als storm en water steeds beter leren weerstaan. Ik wil ze op het strand loslaten, waar ze hun eigen leven kunnen leiden', vertelt de kunstenaar op zijn website. Ze voeden zich namelijk louter met wind, opgevangen in plastic flessen die dienen als 'maag'. Ze zijn een wereldwijd fenomeen, opgebouwd uit een stevig staaltje technisch denken dat hij opdeed tijdens zijn studie natuurkunde aan de TU Delft. Niet verwonderlijk dat juist oud-student industrieel ontwerpen Marc Borgers besloot een cursus te geven aan de TU, geïnspireerd op de lichtgewicht reuzen. Borgers geeft er wel een eigen interpretatie aan; de studenten maken tijdens de cursus geen strandbewoners, maar grachtenbeesten. Evolutie brengt immers ook nieuwe soorten voort, en de Strandbeesten kun je als miniatuurbouwpakket gewoon bestellen op internet. De beesten die de studenten maken tijdens de cursus, moeten zich kunnen aanpassen aan de stadse grachten van Delft. Niet de minste opdracht, zeker als je bedenkt dat het resultaat ook nog eens tentoongesteld zal worden op de Delftse Museumnacht, op 24 oktober 2014. Mazzeltje: Theo Jansen exposeert ondertussen zelf in de Elektriciteitsfabriek in Den Haag. Overigens zijn de creaties ook in actie te bewonderen, in zeven strandsessies vanaf de eerste week van juni. Waar precies, houdt Jansen geheim tot je een kaartje hebt gekocht. Een kunstenaar van vlees en bloed kan immers van wind alleen niet leven. (JB)
textuur. Heerlijk verfrissend en zeer makkelijk zelf te maken. Rasp de schil van de citroenen en doe dit samen met de yoghurt in een mengkom. Suiker toevoegen naar smaak. Doe het water in een andere bak en pers het sap van de citroenen in het water en voeg ook hier suiker toe naar smaak. Voeg de uitgeperste citroenen toe en doe beide mengsels 6 tot 12 uur in de ijskast om op smaak te komen. Zeef het citroenmengsel, bij de yoghurt hoeft dit niet. Doe beide mengsels in een aparte ovenschaal (of andere ondiepe schaal met groot oppervlak) en zet ze in de vriezer. Zodra het mengsel een beetje begint aan te vriezen, meng je het door met een vork of garde. Zo houd je de ijskristallen klein. Herhalen tot het mengsel gevroren is en genieten maar!
Met geslepen messen, Job Hogewoning
Paradijs voor ingenieurs Myanmar opent zich voor de buitenwereld. Delftse ingenieurs zien volop kansen om er onderzoek te doen en les te geven. ‘Het is een droomland voor ingenieurs.’
‘I
edereen had het altijd over Ayeyarwady, maar niemand had deze grote rivier ooit gezien. Hij doet nauwelijks onder voor de Mekong. En toch slingert hij vrijelijk door het land, niet gehinderd door dammen en kades. Al meanderend slokt hij oude pagodes op.’ Het reisverslag van Alwin Commandeur (24) leest een beetje als het dagboek van een negentiende-eeuwse avonturier die door donker Afrika reist. Begin dit jaar voer de student waterbouwkunde met een rivierbootje, ‘Dolphin’ genaamd, over de grootste rivier van Myanmar, de Ayeyarwady. Tijdens zijn duizend kilometer lange tocht kwam hij op plekken waar al decennia geen westerse ingenieur was geweest. “Mijn tocht was een soort reconnaissance studie”, legt student civiele techniek Alwin Commandeur uit. “Ik onderzocht de bevaarbaarheid van de rivier door om de paar honderd meter de diepte te meten met een echo sounder. Daarnaast maakte ik veel foto’s. Ik
legde vast waar infrastructuur stond en wat de staat ervan was. Het gebied is geweldig; een enorme wildernis.” Behalve Commandeur zochten nog enkele andere Delftse studenten het afgelopen half jaar het avontuur op in Myanmar, een land waar tot voor kort een militair regime heerste. (Zie kader ‘Veldwerk in Myanmar’)
Kapers op de kust De studenten waren op pad in opdracht van Nederlandse ingenieursbureaus waaronder Royal HaskoningDHV, Arcadis, Grontmij en onderzoeksinstituut Deltares. Deze groep wil volgend jaar een rapport over integraal waterbeheer aan de Myanmarese overheid overhandigen. Daarin komt onder meer raad over de bestuurlijke kant van watermanagement en advies over de winning van energie uit waterkracht (dat gebeurt nu nog maar mondjesmaat) en efficiëntere irrigatie zonder dat hierdoor de drinkwatervoorziening en de bevaarbaarheid van de rivieren in het geding komen. De groep wordt ondersteund
door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, dat een samenwerkingsovereenkomst heeft getekend met Myanmar en dat ook geld investeert. Het ministerie betaalde onder meer de studies van de Delftse studenten en die van enkele ingenieurs van Deltares. De bedrijven hopen opdrachten binnen te slepen. Maar ze zijn niet de enige kapers op de kust. Myanmar is rijk aan zowat alles wat je maar kunt bedenken – olie, hout, mineralen. En het ontsluit zich in rap tempo voor de buitenwereld. In 2015 zijn er verkiezingen, de Wereldbank staat klaar met een lening en internationale bedrijven en non-gouvernementele organisaties (NGO’s) verdringen zich om zaken te kunnen doen in het land.
Behoefte aan scholing Volgens Tjitte Nauta, die zich bij Deltares bezighoudt met waterprojecten in ZuidoostAzië, heeft Nederland op watergebied een streepje voor op de concurrenten. >>
Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Rens Hasman, Ype Attema en Alwin Commandeur
Delta
TU Delft
17
Het bootje Dolphin waarmee Alwin Commandeur over de Ayeyarwady voer.
Duizend kilometer voer Commandeur over de slingerende rivier, langs kleine dorpjes en veel wildernis.
Student Rens Hasman haalde uit oude stoffige boeken zoveel mogelijk data voor zijn waterbeheermodel.
Een vissersdorpje in het zuiden van Myanmar. Een gebied dat kwetsbaar is voor overstromingen.
Delftse ingenieurs op excursie in het Deltagebied.
Promovenda Martine Rutten gaf diverse cursussen aan ingenieurs in en rond Yangon en Bago.
(Illustratie: Alwin Commandeur)
De Delft connection “Gouden jaren waren het”, zegt Aye Myint (65). Hij doelt op de tijd dat er kennisuitwisseling was met het buitenland. Zelf studeerde hij in 1982 een jaar hydrologie aan het Unesco-IHE Institute for Water Education in Delft. Hij is een van de vele alumni van dit onderzoeksinstituut en de TU Delft. Tot aan 1988 waren er sterke banden tussen deze instellingen en universiteiten in Myanmar. Op een alumnibijeenkomst in Myanmar in 2012 kwamen bijna honderd alumni af. “Ongeveer twintig jaar zijn onderzoekers in dit land afgesloten geweest voor de buitenwereld door het militaire regime. We missen nu een generatie professionele ingenieurs in mijn land. De hernieuwde samenwerking met Delft juich ik ontzettend toe.” Myint werkt voor het Myanmarese ingenieursbureau National Engineering & Planning Services. Hij heeft de Delftse studenten en Martine Rutten het afgelopen jaar geholpen met verzamelen van data en door voor hen de huidige waterproblematiek in Myanmar te schetsen. “Een groot deel van zijn oudere collega’s heeft ook in Nederland gestudeerd”, zegt Rutten. “We hebben leuke enerverende discussies met deze mannen gevoerd die echt hart hebben voor het waterbeheer in hun land.” Een van die oudere collega’s van Myint is Tin Maung (73). Hij studeerde in 1969 en 1970 hydrologie in Delft. “Dankzij die studie heb ik een respectabele positie als ingenieur in mijn land verkregen”, vertelt hij. “Ik droom ervan om eens terug te keren en mijn Delftse collega’s te vertellen over mijn ervaringen na Delft.”
“Daar waar anderen kijken naar een bepaald aspect van watermanagement, bijvoorbeeld alleen de stuwmeren of irrigatiekanalen, richten wij ons op integraal waterbeheer. Met integraal waterbeheer kunnen we een prachtig nieuw verdienmodel ontwikkelen.” Dat laatste is hard nodig. Nauta: “De Nederlandse watersector is te duur geworden en lijdt onder concurrentie vanuit Japan, Zuid Korea en China. In Myanmar kunnen we ons opnieuw uitvinden.”
Kennisniveau Ambitieuze plannen dus. En niet alleen Delftse studenten werken hier aan mee. De TU Delft is nog in een andere vorm betrokken. Prof. dr.ir. Nick van de Giesen (afdeling watermanagement), prof.dr.ir. Marcel Stive (afdeling waterbouwkunde) en emeritus hoogleraar waterbouwkunde prof.dr.ir. Han Vrijling zitten samen met onder meer oud-landbouwminister Cees Veerman in een commissie die op zijn beurt weer het consortium van ingenieursbureaus adviseert.
Delta
‘Nederlandse bedrijven hebben de studenten die wij daar lesgeven straks nodig om zaken te kunnen doen’ Van de Giesen is de afgelopen twee jaar regelmatig naar Myanmar afgereisd om contacten te leggen, samen met Marjan Kreijns van het valorisatiecentrum van de TU, een van de initiatiefnemers van het project in Myanmar. Waar het land volgens Van de Giesen de meeste behoefte aan heeft, is scholing. “Je hebt daar een laag van zestigplussers met veel kennis. Veel van hen zijn in Delft opgeleid. (Zie kader ‘Delft connection’). Maar de junta was erg tegen intellectuelen. Het kennisniveau op de universiteiten daalde drastisch. Er is nu een lichting mensen die versneld moet worden opgeleid. Dat is ons speerpunt. We hebben daarom ook ons eigen project gericht op capacity building. Dat loopt parallel aan het waterplanproject met de bedrijven.” “Doe je ogen dicht en haal je 1988 voor de geest, het jaar dat het land zich afsloot”, vervolgt Van de Giesen. “Je had toen nog geen internet of mobiele telefonie. Het klinkt wat gechargeerd, maar toch is het daar nu nog ongeveer zo. Je hebt geen bereik, bijna geen internet. Je kunt niet naar het buitenland bellen. En met landobservatie (remote sensing) met satellieten hebben ze nauwelijks gewerkt.” Van de Giesens, promovenda ir. Martine Rutten weet er alles van. Afgelopen najaar gaf ze samen met enkele collega’s van CiTG cursussen in Myanmar over onder meer het gebruik van remote sensing en over het modelleren van waterstromen. Die cursussen gaven ze aan ingenieurs van de ministeries van landbouw & irrigatie en van transport, en aan studenten van de Myanmar Maritime University. “Het land heeft zich van de buitenwereld afgesloten net toen modelleren met computers in zwang raakte”, vertelt Rutten. “Dat hebben ze dus gemist. Als ik de studenten en ingenieurs simpele berekeningen op de computer laat doen, dan zie je ze opveren. Ze komen dan op de zelfde uitkomst als buitenlandse consultants. Ze realiseren zich dan dat er geen rocket science achter schuil gaat, geen magie.” Deze maand vertrekt Rutten naar een andere universiteit, de ooit zeer gerenommeerde
19
TU Delft
Yangon Technical University. Sinds afgelopen najaar heeft de TU een samenwerkingsverband met deze universiteit. Ze gaat daar drie maanden lesgeven. “Tot vorige zomer mochten buitenlanders daar het terrein niet op”, vertelt Rutten. “Volgens het regime zouden universiteiten namelijk bronnen zijn van revolutionaire ideeën.” Volgens Rutten is het belangrijk dat de mensen die zij gaan opleiden, zich met die kennis kunnen wapenen tegen alle buitenlandse bedrijven die op hen af komen.
Geen filantropie Maar de samenwerking is zeker niet alleen filantropisch, zegt professor Stive. “Ik geloof er heilig in dat Nederlandse bedrijven de studenten die wij daar lesgeven en aan ons binden straks nodig hebben om zaken te kunnen doen. Sinds 2001 doen we ook al aan capacity building in Vietnam. Er zijn ontzettend veel studenten en promovendi uit Vietnam naar Delft gekomen. Nu zijn Nederlandse ingenieursbureaus succesvol in dat land. We gaan kopiëren wat we in Vietnam hebben gedaan.” “En ook voor onze eigen studenten is het belangrijk dat we aan dit soort projecten meedoen”, vervolgt Stive. “Wil ik mijn eigen studenten goed kunnen blijven opleiden, dan moet ik Myanmar leren kennen. Alleen daarom al.” Stive geeft desgevraagd een beschrijving van het land. “Van noord naar zuid loopt een vallei tussen bergruggen waar de Ayeyarwady en diens zijtakken door stromen. Die rivier heeft een afvoer van 40 duizend kubieke meter per seconde. Dat is net zoveel als de Mekong. De Mekong stroomt door vijf landen (China, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam); de Ayeyarwady stroomt alleen maar door Myanmar. Ze gebruiken nog maar tien procent van het potentieel aan waterkracht. Het deltagebied is heel vruchtbaar, maar wel kwetsbaar voor overstromingen. Er valt veel regen, maar die is wat onevenredig verdeeld. En zoals zo vaak in deltagebieden zit er ook olie. Het is een droomland voor ingenieurs.” <<
Veldwerk in Myanmar Student waterbouwkunde Rens Hasman (24) reisde van stad naar stad om uit oude naslagwerken (‘boeken die kraakten als je ze opende en die je eerst met een plumeau moest afstoffen’) gegevens te verzamelen waarmee hij een eerste aanzet kon maken voor een integraal waterbeheermodel voor Myanmar. “Ik moest een waterallocatiemodel maken voor een land zo groot als Frankrijk”, lacht Hasman. Maar dan op iets meer verbitterde toon: “Voordat er in Myanmar gegevens worden vrijgegeven moet er eerst tot op het hoogste niveau worden overlegd.” “We weten dat er op iemands bureau tijdseries van regenmetingen van 1966 tot nu liggen. We moeten daar via een minister aan zien te komen. Deze gegevens zijn cruciaal voor elk watergerelateerd model.” Tot overmaat van ramp heeft de contactpersoon van de Delftenaren bij de national water resource commission er de brui aan gegeven. Deze nieuw opgerichte commissie vormt een soort overkoepelend orgaan voor alle twintig ministeries die zich bezighouden met water. “Hij krijgt van allerlei landen verzoeken voor data die hij naar de juiste ministeries moet doorsturen. Hij trekt het niet meer.” Collega Ype Attema (24), die simulaties heeft gedaan van zoutindringing in het deltagebied moet er wel een beetje om lachen. “In Delft krijg je alle data op een presenteerblaadje aangereikt”, zegt hij. “Het is een hele ervaring om alles zelf vanaf scratch te moeten doen.” “Ja, in het begin zijn dat soort dingen nog leuk”, reageert Hasman. “Maar nu moeten we aan de slag met ons model.”
20
Delta
TU Delft
Vrienden, familie, docenten: zonder netwerk red je het niet
21
Tekst: Simone Barneveld (HOP)
Hun deelname aan het hoger onderwijs is spectaculair gegroeid, maar toch doen allochtone studenten het nog altijd slechter dan autochtone. Een goed netwerk van studievrienden en docenten kan helpen, leert de ervaring.
D
e twintigjarige Gödze Ustaoglu studeert biomedische wetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze is eerstejaars. “Deze studie is mijn tweede keus. Ik wilde eigenlijk geneeskunde studeren, maar werd uitgeloot.” Ze heeft een wat langere weg afgelegd om te bereiken wat ze wil. “Op de basisschool kreeg ik een vmbo-t-advies, maar ik had mijn Cito-toets zo goed gemaakt dat ik naar een havo-vwo-brugklas mocht. Uiteindelijk heb ik vwo gedaan.” Wel bleef ze in de vierde zitten en haalde ze het eindexamen niet. Ze deed een paar vakken over in het volwassenenonderwijs en kon toch door naar de universiteit. Door dit soort perikelen zijn niet-westerse allochtonen vaak iets ouder als ze gaan studeren en dat is een van de verklaringen waarom ze vaker uitvallen dan autochtone studenten, zegt Rick Wolff van onderzoeksinstituut Risbo. Oudere studenten hebben soms een gezin of hebben al een ander diploma op zak. “In elk geval behalen oudere studenten minder vaak binnen de gestelde tijd een diploma. En niet-westerse allochtonen doen vaak langer over de middelbare school of maken een omweg, bijvoorbeeld via het mbo.”
Prestaties Steeds meer niet-westerse allochtone studenten volgen hoger onderwijs. Hun aantal is tussen 1997 en 2010 fors gestegen, van zevenduizend tot meer dan twintigduizend. Toch blijven hun studieprestaties nog altijd achter bij die van autochtone studenten. Sterker nog, in tien jaar tijd hebben ze hun achterstand nauwelijks ingelopen. Wolff probeerde uit te vinden hoe dat komt en ontdekte dat zogenoemde sociale hulpbronnen een belangrijk rol spelen. “Studenten die sociaal en academisch kapitaal weten op te bouwen, dus die mensen om zich heen hebben die hen motiveren en ondersteunen, vallen minder snel uit. Wie goed contact heeft met medestudenten, docenten en studiebegeleiders heeft meer succes. Dat geldt zowel voor autochtone als voor allochtone studenten.” De Hogeschool Rotterdam organiseert dat soort hulpbronnen via doelgroepmentoraten. Oudere studenten zijn peer coach voor beginnelingen en fungeren als rolmodel. Garreling Michel, coördinator van Antuba, het mentoraat voor Antilliaanse en Arubaanse studenten, had zelf veel te danken aan haar peer coach. “Op de hogeschool liep ik tegen allerlei dingen aan. Ik dacht dat het wel handig zou zijn om iemand te hebben die je de weg wijst. Op
Curaçao had ik mavo en havo gedaan en ik kwam in Rotterdam op het hbo. Ik moest alles zelf uitzoeken en regelen, maar ook een nieuwe vriendenkring opbouwen. De mensen waren afstandelijk en alles in Rotterdam was zo groot. En dan de taal… ik dacht dat ik het Nederlands wel beheerste. Maar iedereen praat hier snel, de gezegdes kende ik niet en als iemand een accent had, verstond ik het helemaal niet. Ik haalde mijn propedeuse niet in één keer. Dan ga je aan jezelf twijfelen. Maar als je van je peer coach hoort dat die het ook niet makkelijk had, maar het uiteindelijk wel haalde, dan denk je: als zij het kan, dan kan ik het ook. Hier bij Antuba merk ik dat studenten die goed gebruik weten te maken van peer coaches, gemotiveerder zijn en het goed doen.”
Regels van het spel Behalve sociaal en academisch kapitaal, moeten studenten beschikken over cultureel kapitaal. Hoe meer de culturele waarden die studenten van thuis hebben meegekregen, overeenkomen met die van de opleiding, hoe meer ze zich er thuis voelen. Nietwesterse allochtone studenten komen vaker uit een achterstandssituatie en zijn veelal de eersten van de familie die gaan studeren. Ze komen het hoger onderwijs binnen zonder de regels van het spel te kennen. Volgens universitair docent en onderzoeker Marieke Meeuwisse van de Erasmus Universiteit Rotterdam speelt familie een grote rol, ook in het hoger onderwijs. “Denk niet: het zijn volwassenen, dus thuis doet er niet toe.” Zowel allochtone als autochtone studenten krijgen steun van hun ouders. Maar de steun die autochtone ouders geven, lijkt meer effect te hebben op het studiesucces omdat deze mogelijk meer aansluit bij wat een student nodig heeft. Ze geven advies en hulp bij het studeren en vertellen over hun eigen ervaringen. Meeuwisse adviseert hogescholen en universiteiten dan ook om de familie te betrekken bij de opleiding en hen te informeren wat studeren inhoudt. “Als er een discrepantie is tussen de thuiscultuur en de opleiding, kan dat tot conflicten leiden. Een student speelt dan twee rollen: een als gezinslid en een als student. Ze zetten zich dan minder in voor hun studie waardoor ze lagere cijfers halen. Dat geldt voor iedereen, maar niet-westerse allochtone studenten brengen wel meer tijd met hun familie door.” Bijna alle allochtone studenten zijn zich bewust van hun andere achtergrond, blijkt uit de interviews die UvA-onderzoeker Rick Wolff met hen hield. Ze worden daar regelmatig mee geconfronteerd. Soms voelen ze zich buitengesloten door autochtone studiegenoten of ongelijk behandeld door docenten.
Nieuwsgierig Sinem Akten, vierdejaars studente media, informatie en communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam, zegt in eerste instantie niet te merken dat ze anders is. Ze had al snel een vriendinnengroep waar ze veel aan heeft. “Ik zit op een extreem witte school, ben het enige Turkse meisje in de klas. Iedereen staat wel open voor je. Ze zijn meestal nieuwsgierig. >>
22
Delta magazine
‘Als ik een goed werkstuk inlever, zeggen ze: ‘Goh, dat had ik niet verwacht’
onderwijsinstellingen in 2011 geld om het studiesucces van allochtonen te verbeteren en de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar Wolffs onderzoeksinstituut Risbo aan verbonden is, heeft dat geld deels besteed aan een maatregel die voor álle studenten bedoeld is. Aan de meeste faculteiten moeten ze hun eerste studiejaar in één keer halen: 60 ECTS is de norm voor het bindend studieadvies. De opleidingen geven bovendien minder herkansingen. Wel kunnen studenten een 5 compenseren met minimaal een 7 bij een ander tentamen. ‘Nominaal is normaal’ heet dit systeem.
Toch moet ik harder mijn best doen om docenten te overtuigen. Als ik een goed werkstuk inlever, zeggen ze: ‘Goh, dat had ik niet verwacht.’ En stageplekken zoeken was een ramp. Als bedrijven alleen mijn naam al zien, word ik niet uitgenodigd, terwijl ik een beter cv heb dan mijn medestudenten. Uiteindelijk heb ik stage gelopen bij twee Turkse tijdschriften waarmee ik nog steeds contact heb. Je moet je eigen netwerk opbouwen.” Maar wat kan de opleiding doen om de kans op succes van deze studenten te verhogen? Volgens Wolff bevorderen kleinschalige opleidingen het studiesucces van niet-westerse allochtone studenten. Daarbij is het goed om in het begin sterk te sturen en met betrokken docenten te werken. “Met veel structuur in vooral het eerste jaar, geef je iedereen een gelijke kans. Aanwezigheidsplicht helpt ook. Studenten voelen zich dan meer betrokken bij de opleiding. Ook werken in groepsverband, georganiseerd door de opleiding is bevorderlijk voor het studiesucces. Zorg er als docent wel voor dat groepen rouleren. Studenten vertelden me dat ze op die manier studiegenoten hebben leren kennen op wie ze anders nooit zouden zijn afgestapt.” Maar zulke maatregelen bevorderen natuurlijk ook het studiesucces van autochtone studenten. In de grote steden kregen
Verbeterd De gedachte is: wat goed is voor alle studenten, zou ook goed moeten zijn voor allochtone studenten. En inderdaad profiteren allochtone studenten van het nieuwe systeem. De doorstroom van zowel autochtone als allochtone studenten met een Nederlandse vooropleiding is sterk verbeterd, blijkt uit de eerste resultaten. Bovendien is het verschil in studiesucces tussen allochtone en autochtone studenten iets kleiner geworden. Voor VU-student Gödze maakt het niet zoveel uit hoe haar opleiding biomedische wetenschappen is georganiseerd. Ze volgt colleges in grote zalen met 180 studenten en de universiteit begeleidt haar amper. Met practicum zit ze wel in groepen, maar echt samenwerken met anderen is er niet bij. Toch gaat het goed met haar: ze heeft alle tentamens tot nu toe gehaald. Ze droomt nog wel van geneeskunde en hoopt volgend jaar alsnog te worden ingeloot. <<
Afgestudeerd na acht jaar autochtoon WO
allochtoon WO
autochtoon HBO
allochtoon HBO
Startjaar 1995
71
51
71
54
Startjaar 1996
71
53
72
54
Startjaar 1997
73
54
72
54
Startjaar 1998
75
58
72
54
Startjaar 1999
76
62
72
55
Startjaar 2000
79
65
72
56
Startjaar 2001
81
66
72
58
Startjaar 2002
82
69
73
59
Startjaar 2003
82
69
73
58
Startjaar 2004
83
69
72
57
©HOP. Bron: CBS
De master Vincent Das Een bittere pil
Onderwerp: ‘Looking for the healing innovation process: an explorative study on the critical success factors for innovation management in the pharmaceutical industry’
Eindcijfer:
8
"Onderzoek naar nieuwe medicijnen is iets bijzonders", vindt Vincent Das (24). "Er worden honderden miljoenen euro's besteed om stoffen te onderzoeken die maar heel misschien tot een medicijn kunnen leiden. Vervolgens moet je die in modellen stoppen, testen op dieren, en uiteindelijk houd je maar een handjevol stoffen over die je zou kunnen testen op mensen - die daar op hun beurt weer grof voor betaald moeten worden. Een onvoorstelbaar duur proces. Voor farmaceutische bedrijven wordt het dus steeds moeilijker om nieuwe medicijnen te vinden. De bron van stoffen waaruit ze kunnen putten is bovendien niet oneindig, en om het nog ingewikkelder te maken, worden de regels wanneer je mag testen op mensen, steeds strenger." Vooral kleine farmaceuten hebben het moeilijk, ontdekte Das toen hij zijn afstudeerproject richtte op dit onderwerp; voor hem dé manier om zijn masters life science and technology en management of technology te combineren. Hij toog naar het Bio Science Park in Leiden, dat bijna uitsluitend bestaat uit bedrijven die zich richten op life sciences. Das sprak er met mensen van grote én kleine farmaceutische bedrijven. De hamvraag: waar letten zij op bij hun onderzoek? Wat doen ze met kennis in hun bedrijf? Ofwel, zoals zijn scriptie luidde: wat zijn de interne succesfactoren voor innovatiemanagement in de farmaceutische industrie? "Daaruit kwam een grote scheidslijn naar voren tussen grote en kleine bedrijven", vertelt Das. "De grote, oude farmaceutische bedrijven doen overal ter wereld onderzoek. Toch lukt het
ook kleine farmaceuten om medicijnen te vinden, ze hebben alleen het geld niet om ze te testen op mensen. Bovendien hebben ze niet alle kennis en apparatuur in huis, dus moeten ze een deel van hun onderzoek outsourcen. Gevolg: grote bedrijven nemen de kleine over. Die grote jongens zijn alleen vooral internationaal gefocust, hun kennisoverdracht binnen het bedrijf gebeurt via interne documenten. Kleine bedrijven zijn veel persoonlijker; zij delen hun kennis op de werkvloer. Iedereen houdt elkaar op de hoogte, de lijnen zijn veel korter, dus zijn ze op dat vlak succesvoller dan hun grote concurrenten." Klinkt allemaal logisch, maar wat kunnen die bedrijven daar van leren? "Dat samenwerken belangrijk is", aldus de TBM'er. Niet voor niets kreeg hij de opdracht voor zijn afstudeeronderzoek van de Leiden Bio Science Park Foundation, dat meer bedrijven naar het park probeert te lokken en ze wil laten samenwerken. "Daarnaast moeten kleine farmaceuten leren dat ze hun gedrag moeten veranderen als ze ooit zelf een medicijn in de markt willen zetten. En dat ze risico lopen, want ze zullen veel moeten uitbesteden. Wil je toch eigenhandig de markt op, dan zul je de denkslag moeten maken van de groten. Communiceren via officiële documenten, je experts en apparaten in huis halen." Hoe je dát dan weer doet zonder miljoenen te verspijkeren, is een volgend onderzoek. Maar niet door Das. Hij werkt ondertussen hard aan zijn tweede scriptie, voor life science and technology. "Geen idee hoe ik daarna verder ga. Eén ding is vast zeker: ik ben breed georiënteerd." (JB)
(Foto: Sam Rentmeester)
Als we eens een pilletje konden slikken tegen kanker, of Alzheimer voorgoed de wereld uit zouden helpen. In de gigantische farmaceutische industrie is nog veel uit te vinden. Maar hoe houd je als farmaceut je hoofd boven water, met steeds strengere regels en steeds duurder onderzoek? TBM-master Vincent Das weet hoe je onderzoek naar nieuwe medicijnen kan laten slagen.
24
Advertenties
Sports & Culture May Programme
Sports & Culture
1
Run: Survival Strijd
Challenge yourself! Join the obstacle run over the campus, as an individual or as a group. Enrol through www.slopend.com! Thursday, 18:00, @Mekelpark, €5,- [In co-op with S.B.V. Slopend]
-------------------------------------------------------------1
Dance-INN & Balfolk
Experience the Balfolk dance in a free workshop and enjoy the open dance night afterwards. Thursday, 20:00, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------2
SingSongContest – Round 3
The last round for the finals at ZOMERfestival! With a performance by Jasper Mook, known from ‘De Beste Singer-Songwriter van Nederland’. Friday, 20:00, @Virgiel, €0,-
-------------------------------------------------------------6
Workshop: Hoopin*
The new festival and beach trend. Learn how to dance with a hoop. Not only a great exercise, but also lots of fun! Tuesday, 20:30, @Culture, €5,-
-------------------------------------------------------------9
S&C Poker Tournament: Series 3*
Play the game, have fun, gain (more) experience and maybe win some prizes! With table service! Friday, 20:00, @Sportscafé, €12,50 (including 2 drinks)
-------------------------------------------------------------11
Thé Dansant Party
Let’s party w/ Burgers, Beer and a DJ! Sunday, 17:00, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------13
Lecture: Erik Matser w/ Alessandro Marino
An inspirational lecture on recognizing talent in sports and arts by dr. Erik Matser, a Dutch neuropsychologist. He performs research in the relations between brain and behaviour on talented athletes and artists by examining their features and their neurological basis. Afterwards an intermezzo by the Italian top pianist Alessandro Marino. Tuesday, 19:30, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------15
International Movie Night Thursday, 21:00, @Culture, €0,-
-------------------------------------------------------------16
Delft DJ Contest & pre-party ZOMERfestival
Support your friends at the Delft DJ-Contest Round 3 and join the pre-party of the ZOMERfestival with a performance by Rishi Romero! Friday, 23:00, @Lorre, €0,-
-------------------------------------------------------------21
Clinic: Beach Tennis
Join this Beach Tennis clinic and get in the summer mood. Limited slots available: so first-come, first-served! Wednesday, 19:00, @Sports, €0,-
-------------------------------------------------------------23-24-25
Join the future of Automotive! High tech Automotive region Eindhoven
ZOMERfestival*
Delft will be transformed into one great stage for music, food, art, technology and spoken word. Combine all this with innovation for the future, and see a dazzling ZOMERfestival rolling out of the 3D printer. More info and tickets www.zomerfestival.tudelft.nl
-------------------------------------------------------------* Enrol @ www.sc.tudelft.nl or Sports & Culture desks -------------------------------------------------------------Sports & Culture Mekelweg 8-10, 2628 CD Delft www.sc.tudelft.nl | twitter.com/tudelft_sc | www.sc.tudelft.nl/facebook
System oriented education and research • Smart mobility concepts • Clean, efficient & smart vehicle technologie
S
RD EN WO
AYL 4/2AL5.TUM DELFT.N 3/2 2 RFESTIV ZOME , SPOK
T, FOOD GY, AR
NOLO
, TECH
MUSIC
Visit the TU/e Master Event for more information about the Master’s Program Automotive Technology. Monday May 12, 18.00 - 21.30 Eindhoven University of Technology -------------------------------------------------------------------------------------More info:
[email protected] - www.tue.nl/masterevent
Where innovation starts
Delta Magazine Lees ‘m online
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80
E
[email protected] Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Delta
May - June 2014
24
to 3 June
Leven gaat voor. De Nierstichting zet alles op alles om ervoor te zorgen dat nier patiënten zoals Willem in leven blijven en ook
9
overleven. We doen dan ook alles wat in ons vermogen ligt om het leven van nierpatiënten te verbeteren. Leven gaat voor, in alles wat we doen. www.nierstichting.nl
APRIL Exhibition “Mystery Objects”
Inspired by the Cultural Professor theme “the Wonder Room”, the Library exhibits an overview of her “Mystery Objects” from the past few years. In addition, there is a small exhibition in the Treasury. For everyone
MAY Film Microcosmos
Op verzoek van Cultural Professor Paulien Cornelisse wordt de film “Microcosmos” vertoond. Achteraf volgt een gesprek tussen Paulien Cornelisse en bioloog Tijs Goldsmidt. Info & kaartverkoop: tudelft.nl/cp2014. Voor iedereen
13
MAY Human Library
17
MAY Train Your Brain
27
MAY Meeting the Rector
écht kunnen blijven leven. Want dialyseren is geen leven, maar
Activities TU Delft Library
from
3
to 24 June from
11
to 7 July from
18
to 2 July
An interactive evening with interesting presentations by ‘Living Books’ Pieter Stoutjesdijk and Ena Voûte. Rector Karel Luyben will also be present and ready to discuss university matters. For PhD candidates
A unique course about training your brain will be organised by TU Delft Library and Brainstudio and will be held at our Library Learning Centre. For students
Interactive and informal meeting with the Rector, Prof. Karel Luyben. For students
JUNE Mystery Object Competition
A mystery object with prize question will be on display in the Library. Do you know what this object is? For everyone
JUNE Exhibition: The Wonder room – master class results (subject to change) The results of Cultural Professor Paulien Cornelisse’s master class will be on display in the Library. For everyone
JUNE Maths & Mechanics helpdesk TU Delft Library offers Bachelor’s students free assistance with their mathematics and mechanics exercises. The helpdesk will be available in project room Asia on Mondays to Thursdays between 13.00 and 17.00. For students
www.library.tudelft.nl/agenda
Ga jij op uitwisseling? Nog wat extra geld nodig? Verhuur je kamer dan via:
www.HousingAnywhere.com
Führer Op een mooie nazomerse dag in 1935 kondigde de Führer de Neurenberger wetten af en ontnam daarmee de joden hun mensenrechten. Toen hij dat had geregeld, gaf hij zijn persoonlijke visie op onderwijs: “De jonge Duitser zal van school tot school opgroeien. Hij wordt als klein kind bij de hand genomen en wordt pas losgelaten als hij met pensioen gaat.” De Führer kwam al aanzetten met life long learning, lang voordat de Onderwijsraad erover begon. Je kunt veel van Adolf zeggen, maar hier had hij wel een punt. LLL. Het allitereert lekker. Onderwijsbeleidsmedewerkers hebben natuurlijk uitgebreid over dit acroniem gebrainstormd. Voor een flinke storm heb je een grote open ruimte nodig: een oceaan of een uitgestrekte vlakte. De bovenkamer van een onderwijsbeleidsmedewerker vormt daarom een uitgelezen locatie voor een hersenstorm. Hier buldert een luchtig briesje pas echt op orkaankracht. Begrijp me goed, ik heb geen bezwaar tegen life long learning. Ik zweer er zelfs bij en zit, net als al mijn collega’s, voortdurend met mijn neus in de boeken. Mensen op de universiteit verdiepen zich namelijk in van alles en nog wat, gewoon voor de lol: muziek, vreemde talen, denksporten en nog veel meer. Life long learning voor een wetenschappelijk medewerker is net zoiets als levenslang leiderschap voor een manager. Vanwege die LLL raak ik op mijn oude dag verzeild in allerlei cursussen en zo heb ik geleerd, middels een managementtraining van een leuke dame, dat sollicitanten zich mooier voordoen dan ze zijn. Goh, wie had dat nou gedacht? Gelukkig heeft mijn vrouw mij de totale zwijgplicht opgelegd, want anders had ik die leuke dame gevraagd op welke wijze ze haar partner had geselecteerd. Wij mannen doen ons namelijk ook mooier voor dan we zijn. Jaja, het heikele probleem van het ontwaren der ware aard. Ook op dit gebied heeft Adolf Hitler opmerkelijke uitspraken gedaan, maar nu ben ik helaas bij de kantlijn aangeland waardoor de ruimte voor een treffend citaat ontbreekt.
columnrobbertfokkink
from
25
TU Delft
26
Advertenties
Delta Magazine onafhankelijk magazine
femto
engineering inspiration
Gezocht:
leden redactieraad Delta en Delft Integraal/Outlook Femto Engineering is op zoek naar een enthousiaste technische sales medewerker op kantoor. Techniek is leuk, maar het verkopen van techniek past beter bij jou. Kan jij jezelf vinden in deze uitspraak en is communicatie jouw ding? Dan ben je van harte welkom om te solliciteren naar deze voltijd functie bij Femto Engineering. Je ondersteund ons sales team bij het verkopen van software, diensten en engineering. Daarnaast zorg je dat onze relaties betrokken blijven bij onze seminars en beurzen. Wij verwachtten dat je doorgroeit naar een zelfstandige salesmedewerker en dat je een enthousiaste aanvulling bent voor ons team.
Functie eisen: - Affiniteit met FEA en CAD - Gestructureerd en zelfstandig kunnen werken - Communicatief vaardig - Je hebt een goede beheersing van de Nederlandse en Engelse taal in woord en geschrift
Per 1 juni 2014 zijn er twee vacante plaatsen in de redactieraad: voor een lid van het wetenschappelijk personeel (WP) en het ondersteunend personeel (OBP). Delta is het onafhankelijke nieuwsmedium van de TU Delft, Delft Integraal/Outlook is het wetenschaps- en alumnimagazine van de TU Delft. De redactieraad van Delta en Delft Integraal/ Outlook controleert het redactionele en journalistieke beleid van beide uitgaven, is een klankbord voor de redactie en bespreekt de uitgekomen nummers. De redactieraad heeft negen leden en vergadert vier keer per jaar. Lees het redactiestatuut op www.delta.tudelft.nl/redactiestatuut, in het bijzonder artikel 5, voor meer informatie over de redactieraad. De zittingstermijn is vier jaar. Internationale personeelsleden zijn van harte welkom om te reageren, maar een goed begrip van het Nederlands is noodzakelijk.
Femto biedt: - Een uitdagende en dynamische werkomgeving in een jong team - Marktconforme arbeidsvoorwaarden
Sollicitaties en informatie voor vrijdag 16 mei 2014 bij de hoofdredacteur, Frank Nuijens,
[email protected]
Is deze functie je op het lijf geschreven, stuur je CV en motivatie naar Tom Santegoeds via
[email protected]
Programme • 13:00 - 13:30 Registration in Aula • 13:30 - 13.45 Opening words by Karel Luyben (Rector Magnificus TU Delft) • 13.45 - 14.30 Keynote speaker Prof. Christine Mummery (Chair of Developmental Biology at Leiden University Medical Centre) • 14:30 - 15:15 Sound bites • 15:15 - 17:30 Poster session and Borrel
Location: Auditorium
June 10 SAVE THE
Come and experience the biodiversity at the TU Delft! An afternoon filled with exciting bio-related science and socializing over drinks and snacks.
DATE!
Everybody with a TU Delft affiliation is welcome!
More information: www.tudelft.nl/bioday
Registration is now open. Deadline May 15
Delta
27
TU Delft
desgevraagd
Tweet
Het wordt steeds drukker op de Nederlandse fietspaden en daardoor nemen botsingen tussen fietsers toe, meldt Nu.nl.
dige ongevallen (tegen een paaltje, uitgegleden of in de sloot terechtgekomen) en aanrijdingen tussen fietsers onderling. Bij enkelvoudige ongevallen ligt het meestal aan de weg (ondeugdelijk wegdek, paaltjes op het pad of onoverzichtelijk aangelegd). Bij de onderlinge aanrijdingen speelt het onderlinge verschil in snelheid een belangrijke rol. Wielrenners in de bebouwde op de rijbaan vindt Van Wee niet zondermeer een goed idee. Wel als de snelheid van auto's beperkt zou worden tot dertig kilometer per uur. "Maar dat is bij wegen met afzonderlijk fietspad meestal juist niet het geval." "Heel herkenbaar", vindt dr. Marjan Hagenzieker de bevindingen van VeiligheidNL. Ze werkt parttime bij transport
en planning (CiTG) en ook bij de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). "Sinds een aantal jaren stijgt het aantal ongevallen en gewonden onder fietsers. Dat komt niet alleen doordat het drukker is geworden op het fietspad, maar ook doordat de groep fietsers zo divers is geworden. Ouderen blijven langer actief, elektrische fietsen zijn opgekomen en natuurlijk de racefietsers." De SWOV doet onderzoek naar trends in drukte en snelheidsverschil op fietspaden en onderzoekt hoe die veiliger kunnen. Hagenzieker noemt het 'ontvlechten' van fietsers met grote snelheidsverschillen als een mogelijkheid. Dat kan met verschillende soorten fietspaden ('fietssnelweg'), snelle fietsers op de rijbaan of helmplicht voor de snelsten. "Educatie heeft pas zin als de infrastructuur in orde is", vindt Hagenzieker. "En sinds de promotie van Paul Schepers (‘A safer road environment for cyclists’, 2013) weten we dat daar nog winst te behalen is." (JW)
‘Het zou beter zijn om fietsverkeer te scheiden, bijvoorbeeld door wielrenners binnen de bebouwde kom niet op het fietspad toe te laten’
Docent Sander Pasterkamp: “Dit betrof studenten die zich te laat voor een hertentamen hadden ingeschreven. Ze kwamen op een reservelijst. Eén dag voor het hertentamen mailde het tentamenloket dat ze niet mee konden doen. Dit vak wordt digitaal getoetst in week 3.5 en 3.8. Als je voor één van beide lager dan een vijf haalt, kun je in week 3.10 hertentamen doen. Probleem is dat de inschrijftermijn hiervoor al sluit voordat het tweede deel van de toets is afgenomen. Dat zorgt voor verwarring. Tussen dit hertentamen en de volgende herkansing zit een jaar. De zaal was uiteindelijk voor eenderde leeg. Als studenten die niet komen opdagen zich niet uitschrijven, hebben mensen op de reservelijst geen tentamentickets. Beetje bureaucratisch, maar ja. Ik verbaas me er al jaren over dat ongeveer eenderde van de studenten niet naar de tentamens komt. Ik kan niets doen, hoe graag ik dat ook zou willen. Als mensen echt zwaar in de problemen komen, kunnen ze naar de examencommissie.” www.delta.tudelft.nl/ 27632 en 27927
Strip: Auke Herrema
Nu.nl baseert zich op een onderzoek van VeiligheidNL naar ongelukken van fietsers en wielrenners tussen 2008 en 2012. In die periode nam het aantal botsingen tussen fietsers onderling met veertig procent toe, waarbij vaak wielrenners betrokken waren. Fietsonderzoeker dr.ir. Arend Schwab (3mE) doet er nog een schepje bovenop door er op te wijzen dat een groot deel van fietsongevallen niet geregistreerd wordt. De meeste gevallen waar geen politie of ambulance aan te pas komt, verdwijnen in de 'grijze zone'. Dat het drukker wordt op het fietspad klopt met zijn eigen waarneming en ook de constatering dat er vaak aanrijdingen tussen wielrenners en andere fietsers zijn bevreemdt hem niet. "Het snelheidsverschil op het fietspad is te groot. Het zou beter zijn om fietsverkeer te scheiden, bijvoorbeeld door wielrenners binnen de bebouwde kom niet op het fietspad toe te laten." Transportdeskundige prof.dr. Bert van Wee (TBM) zegt dat het aantal dodelijke ongevallen in het verkeer afneemt, maar minder onder fietsers waardoor die nu meer opvallen. Een derde van de dodelijke verkeersslachtoffers is fietser. Bij de analyse van ongevallen springen er twee categorieën uit: de enkelvou-
Gestresste studenten in de mail die van het tentamenloket niet mee mogen doen aan de toets CTB2320 morgen wegens plaatsgebrek. #TUDelft
28
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
Joint-university degrees
international pages
Here at the international pages, we're pretty international. But some are more so than others, including a student we've highlighted in our article about joint degree programs who is attending a university in a different country every semester. Or the international featured in Nostalgia, whose lived in the Ukraine, Israel and now, the Netherlands.
For Ali Alfaraj, a joint-degree program means a different country every semester but for, Hui-Ling Chen it’s many trips between Leiden and Delft.
In the past few years, TU Delft has introduced a number of innovative joint university degree programmes, encouraging international knowledge sharing and multidisciplinary idea exchange.
S
ome programmes are under the aegis of the 3TU network of TU Delft, Eindhoven University of Technology and University of Twente while others are with the IDEA-League, encouraging European universities to work together. There are also programmes in collaborations with other universities such as the University of Leiden and NUS Singapore. One such is the MSc in Applied Geophysics, offered as part of the IDEA-League. Students spend a semester each at ETH Zurich, RWTH Aachen and TU Delft. “The purpose is to offer a high-quality program which covers more topics than each of us can deliver alone. This is one of the main benefits to the universities. It allows students to experience three different universities and life
in three different countries. They meet more professors of geophysics than in single university program,” says Professor Evert Slob, the coordinator. For students, it’s mostly a win-win. “We’re exposed to broader areas of expertise. For instance, at TU Delft we delved into oil exploration and at Zurich we were taken for field trips, including an archaeological land survey. Had we done an MSc at one university, it’s likely that our area of focus would also have been limited,” says Ali Alfaraj, a second year student of Applied Geophysics. Alfaraj, who is here on a scholarship from Saudi Arabia, adds, “We interact with other MSc students at all these universities, get a chance to soak in cultures, sight-see and party there,” he adds. Hui-Ling Chen from Taiwan is doing her MSc in Industrial Ecology. It is a joint programme offered by TU Delft and the University of Leiden. “We can choose electives in either university. We can also get involved with events and groups at both universities,” she says. This multidisciplinary course has attracted people from varied backgrounds such as anthro-
‘We interact with other MSc students at all these universities, get a chance to soak in cultures, sight-see and party there’
pology and civil engineering. The focus is on sustainability and students have courses spread over the broader picture. The universities strive to ease the logistical burden of frequent moves, but aren’t always successful. “Each university contacts us during the semester and informs us about available housing and arrangements,” says Peter Maas, MSc Applied Geophysics. For some courses, things are not clear cut. “Our paperwork is processed by the University of Leiden which means we can only stay in student housing offered by Leiden. However, most of our classes are held in Delft so it might have made more sense to stay here,” says Chen. Administration is also confusing, she adds. “For instance, we paid our fees at one office but no notification was sent to the other one. If there are any administrative questions, no one knows whom to go to.” Adjusting to a new academic ethic is never easy. “Professors in different countries have different expectations from students and vice versa. It can be puzzling at first, but you have to raise the bar and work harder,” says Maas. Chen offers a suggestion for universities with struggling students. “Hold a boot camp of sorts. A summer camp offering catch-up classes in different disciplines, so students can come a few weeks earlier and work on areas new to them.”
Delta
29
TU Delft
science CO dry-cleaning within reach
Sharper ultrasound
Dry-cleaning with CO2 is a sustainable competitor of the traditional PER cleaning. In her PhD research Stevia Sutanto combines technical improvements with competitive economics. Fabrics that risk wrinkling or shrinking in water may be taken to a professional dry-cleaner. The industrial washing machines there usually work with a solvent called perchloroethylene or PER. It works pretty well, but it has some serious health drawbacks and PER is even classified to be probable carcinogenic. That’s why alternative solvents are being developed and considered. Liquid carbon dioxide (CO2) could be such an alternative: it is non-toxic, non-flammable, non-corrosive, environmental friendly, cheap, easily recovered, available on a large scale and needs no drying. Nor does it wash very well. Bummer. In her PhD thesis Dr. Stevia Sutanto, now working as a post-doc at Twente University, explains that liquid CO2 doesn’t remove particulate stains from textile very well because
SHORT
Dr. Sutanto doing the laundry in TU's prototype CO2-washer. (Photo: Jos Wassink)
of its low density (0,8 kg/litre at working conditions 45 bar and 10 degrees Celsius) and low viscosity, which means it has little interaction with fibres. At the end of her thesis Sutanto presents a number of improvements of one of the few commercial CO2 washing machines: Electrolux Wascator. At 120.000 euro, a Wascator is two times more expensive than PER machine. High-pressure operation explains most of the price difference. The improvements following to Sutanto’s recipe add 28.000 an-
other euro to the bill making a grand total of nearly 150 thousand euro for a top-notch CO2 washing machine. That seems like a death sentence for the new technology. Sutanto however does the sums and arrives at roughly equal prices for PER or CO2dry cleaning per kg of fabrics. CO2 cleaning even comes out slightly cheaper in the end because it eliminates the disposal charges and needs no water or steam. (JW)
Master's student Inès Beekers (Applied Physics) was awarded the second prize of the Dutch Physics Society (NNV) for her bachelor's thesis on scanning tumours with ultrasound. In the lab, Beekers made a phantom with ten very fine tubes 0,2 millimetres across and as near to each other as possible. She gently forced a saline solution through them carrying lipide bubbles for contrast. Much to her own surprise, she could detect flow through the tubes (which modelled blood vessels) although the distance between them is five to ten times smaller than the nominal resolution of the ultrasound scanner. With her phantom featuring ten stretched tubes, Beekers showed that fine flows could be observed if they align with the direction of the ultrasound sweep scan, but hardly so if the flow is perpendicular to the scan. This may be key for distinguishing tumours from healthy tissue. delta.tudelft.nl/28125
delta.tudelft.nl/28142 Inès Beekers. (Photo: Tomas van Dijk)
Manoeuvres of a fruit fly Scientists have discovered the manoeuvres the common fruit fly (Drosophila hydei) utilizes when it needs to escape a predator. When startled by predators, tiny fruit flies respond like fighter jets; they turn by rolling their bodies sideways. This allows them to turn five times faster than they normally do. This was one of the results of a study undertaken at the University of Washington, which was published in Science on 11 April. Among the American scientists, the list of authors also includes the name of Johan Melis, a student from Delft. This research was his final project and was awarded a score of 9.
The researchers used an array of high-speed video cameras operating at 7,500 frames a second to capture the wing and body motion of flies after they encountered a looming image of an approaching predator. Florian Muijres is the lead author of the paper. He supervised Johan Melis’ graduation work, and once studied at the Faculty Aerospace Engineering in Delft himself. "In the midst of a banked turn, the flies can roll on their sides 90 degrees or
To Mars and back more, almost flying upside down at times. These flies normally flap their wings 200 times a second and, in almost a single wing beat, the animal can reorient its body to generate a force away from the threatening stimulus and then continues to accelerate." Johan Melis’ contribution involved translating the camera recordings into the exact behaviour of the flies. He used video of the fleeing flies to construct a 3D computer model of their body orientation and wing flaps. How the fly's brain and muscles control these fast and accurate evasive manoeuvres is the next thing researchers would like to investigate. (TvD) delta.tudelft.nl/29138
According to the non-profit organization Mars Society the planets will align in 2018, offering a unique orbit opportunity to travel to Mars and back to Earth in only 501 days. And so Mars Society organized a contest, the Inspiration Mars Design Contest. The requirement is for student teams to design a two-person Mars flyby mission for 2018 as cheaply, safely and simply as possible. A total of 56 universities and 38 student teams competed. One of them is team Adrestia from the Aerospace Engineering faculty. The Delft students designed their fly-by mission to Mars as part of a design synthesis exercise, which is part of the curriculum of aerospace engineering. The Delft students made it to the finals and will present their design next month at NASA Ames Research Center in California. The winner will receive ten thousand dollars and an all-expenses paid trip to the 2014 International Mars Society Convention. delta.tudelft.nl/28144
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide Surviving breakfast They say breakfast is the most important meal of the day. If you’re sick and tired of cornflakes or not-so-great coffee in your faculty, don’t fret. There are a few places in Delft that open well before 9:00 and even have special breakfast spreads. La Bottega del Caffe Hankering for a good cup of coffee at 7:00? La Bottega is the place for you. A new addition to Delft, Dutch restaurateur Thierry Karreman and his Italian partner Jasmina Campochiaro opened the café just before Christmas with a changing menu of Mediterranean delicacies. For breakfast you can enjoy an Italian croissant (€1) with jam or chocolate (€1.20) and a cup of coffee made from a special blend imported from Italy. “It’s strong Italian coffee, but isn’t bitter,” says Karreman. Small and cosy, the place has number of art and architecture books lying around in case you’re up for early morning inspiration. Where: Delfgauwseweg 165 Opening Time: 7:00
Bakker Bart Want a delicious breakfast bargain? Head to Bakker Bart. From 8:00 to 10:00 every day they serve a special breakfast menu for €2.50, which includes a cup of tea/coffee, orange juice, a mini sandwich with ham and cheese and a croissant with butter and jam. “It’s a popular deal, we get a lot of people in for breakfast through the week,” says manager Marc Schoonhoven. Where: Brabant Turfmarkt 80 Opening Time: 8:00 (except Mondays)
Patrons of Blueberry Lunch Café meet over breakfast.
CoffeeCompany Another one for the early rises, CoffeeCompany opens at 7:30. “For breakfast you can order muesli with yogurt or milk (€2.75) or a croissant (€1.25). You can also have a croissant with raisins or chocolates (€1.75),” says Elisa De Ruijter, the manager. A smooth latte, a favourite with students, costs €2.90 for a small cup and if you’d like one with additional flavours, it will cost €3.10. Where: Markt 19 Opening time: 7:30 on weekdays
Blueberry Lunchcafe Get spoilt for choice with Blueberry’s breakfast menu. You can order plain croissants (€2.25) with jam or ham and cheese (€3.00) or even with brie
‘Our breakfast menu is really popular because we have different savouries, muffins, combinations and even a breakfast platter’
(€5.50). You could also try pancakes with honey or bacon (€7.00) or stick to healthier options such as yogurt with honey, cruesli and fruit (€5.00). “Our breakfast menu is really popular because we have different savouries, muffins, combinations and even a breakfast platter,” says Taco Beglinger, the owner. “Monday mornings are quiet across town so we open late, but Thursdays and Fridays are particularly popular with students for breakfast,” he adds. On the first Sunday of every month they offer a full English breakfast from 10:00 onwards. Where: Brabantse Turfmarkt 32a Opening time: 8.30am Tuesday to Saturday
Hema/Ikea/Jumbo None of these might sound like great breakfast venues, but you’ll be surprised to learn that they all have breakfast menus for a steal. All-purpose store Hema has a breakfast offer for €1, which includes a cup of coffee, a croissant with jam and an
egg sandwich. You can even ask for two strips of bacon for 25 cents extra. Breakfast is served only until 10:00. Jumbo has a breakfast buffet of sorts. For €1.50 you can choose three items from a range of items such as fresh juice, yogurt with topping, eggs, bacon, baguette, croissants etc. If you’d like more, you have to pay 50 cents extra. Breakfast is served from Monday to Saturday from 8:00 to 10:00 and from 9:00 to 11:00 on Sundays. At IKEA breakfast starts late, at 9:00, but is worth a shot. Besides a €1 breakfast platter, you can get bacon strips (29 cents), sausages (99 cents), pancakes (99 cents). Breakfast is served until 10:30.
Delta
International school coming to TU Delft The newly opened International School Delft (ISD) is currently planning a move to the TU Delft campus.
school care. “We are collaborating very closely with TU Delft and the Stichting Rijswijkse Kinderopvang (daycare organization),” he said. “We are in the process of developing a beautiful facility.” Wijsman noted that this will be
This primary school, which held its first classes in March of this year, is currently located on the Nassaulaan in Delft. They hope to move to a permanent home at Jaffalaan 9 in early 2015. The ISD is part of the Laurentius Stichting, which manages twenty-five schools in the area. According to Dave Wijsman, their facilities manager, the ISD is a unique concept as an integrated facility offering daycare, a primary school and after
TU Delft staff and students will be given priority for registration
31
TU Delft
Delft staff and students will be given priority for registration. Ronald Kuil, a real estate developer the university, said that the university supports the ISD and daycare being in a university building, in part, because of the significant number of people with international backgrounds at the university. “We are always looking for possibilities to make the TU Delft even more attractive for top employees around the world,” he stated. (HM)
the first time TU Delft has children on campus. The group will also be offering onsite daycare for international employees and students. The new daycare facility, which is called True Colors Delft, will offer care for children from 0-12 years. TU
There’s an app for that The Fiets! NL app is a must have for any serious or, even, moderately frequent biker, according to PhD candidate Natalie Carr. The app highlights biking routes around the Netherlands, utilizing the Dutch node system. You can plan your routes, check others’ routes and read the comments for feedback on a potential route. The app is in English, though it connects to a Dutch only website. It tracks your location via GPS and even your speed. “You can view different layers,” says Carr, “And see maps of cafes or, most useful, bike repair shops overlayed on your route map.” There’s even an Belgian version, in case your travels take you over the border.
ERC awards TU Delft researchers The European Research Council (ERC) has awarded two million euros to two TU Delft researchers.
A
ngelo Simone and Maarten van Ham were among the top scientists to be given a grant during the ERC Consolidator Grant Competition. At a time when research funding is difficult to come by, the ERC awarded nearly €575 million worth of grants to 312 mid-career scientists across the European Research Area. With a maximum of two million per project, these grants are meant to support outstanding, independent researchers with seven to twelve years of post-PhD experience, enabling them to establish their own investigative teams and to pursue innovative research in their respective fields. As Professor of Urban Renewal at the Faculty of Architecture and the Built Environment, Van Ham was awarded an ERC grant for his research on socio-spatial inequality, deprived neighborhoods and neighborhood effects. Entitled 'DEPRIVEDHOODS' this groundbreaking project investigates the complex relationship between socio-economic inequality, poverty and neighborhoods. Employing an integrated and international approach, Van Ham makes use of longitudinal data from Sweden, Estonia, the Netherlands and the United Kingdom to analyze neighborhood effects. At the same time, Simone’s research interests lie in the area of computational mechanics of materials. As an assistant professor at the Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Simone aims to explore a new type of battery, which could significantly reduce the weight and size of our
portable electronic devices. By combining the structural function of a mobile device’s housing with its energy source, this so-called “structural battery” will allow manufacturers to radically alter the appearance of consumer electronics. “I feel honored and privileged,” Simone says, when asked how he felt about receiving the ERC grant. “With a success rate of just 8.5%, the competition was fierce.” Nevertheless, the Italian is convinced that the grant arrived at precisely the
This groundbreaking project investigates the complex relationship between socioeconomic inequality, poverty and neighborhoods
nostalgia
W
ith all of the unrest in his home country of Ukraine, it’s no surprise that Gleb Polevoy, 31, chooses his country’s colors as his reminder of home. He moved to the Netherlands in 2012 to
pursue a PhD in computer science, focusing on game theory. However, he didn’t move to the Netherlands from the Ukraine but from Israel, where he had been living since he was 13. (Photo: Hans Stakelbeek)
right moment. “[The funding] allows me to develop my own research team and gives me the freedom to pursue curiosity-driven research without any industrial obligation.” Be that as it may, Simone admits that the societal benefits of his research will not be immediately tangible. Still, the overall impact of his project will significantly influence the research and development of battery materials. “Our laptops and mobile phones could become much lighter thanks to structural batteries,” Simone says. “Little is known about the overall reliability of this concept,” – a critical issue he is keen to explore. (PhG)
Interested in being featured in Nostalgia? Contact us at
[email protected]
Contents International
28
Joint-university degrees
30
Surviving Breakfast
Text: Heather Montague Photo: Hans Stakelbeek
31
International school coming to TU Delft
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 16: Delft researchers testing the waters in Myanmar
The bike of
Laurence Gibbons
T
he bright orange color of Laurence Gibbons’ bike makes it stand out, but that’s not the only unique thing about it. It’s a bike that is specially designed for a sport called Cyclo-cross. Although Cyclo-cross bikes do resemble road racing bikes, they have a slightly different frame and wider tires. Gibbons describes the sport as “a mad variation of cycling.” It actually involves racing on a course featuring pavement, wooded trails, grass, steep hills and obstacles requiring the rider to quickly dismount, and carry the bike while navigating the obstruction and then remount. “Riding basically road bikes off-road
is a recipe for accidents,” says Gibbons. “I have had a couple of falls, fortunately on to soft mud, and near misses with oncoming trees, but that's all part of the fun.” Before moving to the Netherlands last August, Gibbons cycled to the university in Bath, England every day. He did road cycling and triathlons, but his first ever road bike was stolen in the UK. Luckily, insurance covered the cost of the replacement bike. At that time Gibbons wanted to get into Cyclo-cross. “Seeing as I was going to the Netherlands, where Cyclo-cross is huge,” he said,” it seemed like an ideal time to get one.” Gibbons mainly uses the bike for racing and
Name: Laurence Gibbons (Architecture – Erasmus Exchange) home country: United Kingdom Price: Insurance paid for it Brand: Orange
training, but unfortunately not as much as he would like. “The cycling club WTOS has been very helpful in introducing me to competitive biking in the Netherlands,” he said, “but studying has gotten in the way too many times.” Reminiscing about his stolen bike, Gibbons said, “It wasn't a particularly good bike but it had huge sentimental value. I hope this one will be as good a companion.” And the brightly hued bike is just one of an ever growing collection for Gibbons. “Always remember the formula: the maximum number of bikes you can own is N+1, where N is the current number of bikes you own,” quipped Gibbons.