Raadsvoorstel Onderwerp Datum college
: Uitvoering cultuureducatiebeleid per 2013 : 13 november 2012
Portefeuillehouder Contactpersoon Afdeling E-mail Telefoon Commissie
: Vervoort : A.G.M.Bolder-Kamps : RMO :
[email protected] : 0485-396714 : Burger
In te vullen door de griffie
Nummer raadsvoorstel : Datum commissie : Agendapunt commissie : Datum raad : Agendapunt raad :
Samenvatting voorstel Uw raad heeft de opdracht gegeven alternatieven voor uitvoering van het cultuureducatiebeleid te onderzoeken. Via dit voorstel komen wij met de invulling hiervan, waarbij verankering in het basisonderwijs en een vrijetijdsaanbod via een cultuureducatiecentrum centraal staan en waarbij het besluit om geen nieuwe samenwerkingovereenkomst aan te gaan met kunstencentrum Meander wordt gehandhaafd. Voorstel besluit Voorgesteld wordt, het besluit van 27 maart jl. om geen nieuwe samenwerkingovereenkomst aan te gaan met het kunstencentrum Meander, te handhaven. Voorgesteld wordt om het cultuureducatiebeleid vorm te geven door middel van: 1. het leveren van een bijdrage aan het binnen- en buitenschools aanbod via het aanstellen van een combinatiefunctionaris cultuur; 2. het aanbieden van een vrijetijdsaanbod door middel van productfinanciering van een cultuureducatiecentrum. Financiële consequenties Zodra er duidelijkheid is over de hoogte van de compensatievergoeding voor het niet aangaan van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met kunstencentrum Meander wordt uw raad via een afzonderlijk voorstel geïnformeerd. De uitvoering van cultuureducatiebeleid vanaf 2013 blijft binnen de budgettaire kaders van het product Kunsteducatie. In 2013 is dit € 262.879 (inclusief 7,5% bezuiniging) en vanaf 2014 € 255.775 (incl. 10% bezuiniging). Voor het inzetten van een combinatiefunctionaris cultuur is vanaf 2013 structureel € 35.000 beschikbaar. Wettelijk kader en beleidskader AWB Samenwerkingsovereenkomst kunstencentrum Meander Algemene subsidieverordening gemeente Cuijk 2010 Beleidskader Cultuureducatie 26 maart 2012
1
Communicatie en participatie In overleg met het team Communicatie is het navolgende communicatie-/burgerparticipatietraject voorgesteld: Direct na behandeling in het college zijn de volgende partijen geïnformeerd: Kunstencentrum Meander de cultuureducatiecentra die offreerden, scholen, harmonieën en fanfares. Deze partijen worden op de hoogte gehouden van de voortgang. Waar mogelijk worden partijen geraadpleegd bij de uitwerking van het beleid. Het besluit is ter kennisname aan de Participatieraad Welzijn en de betrokken gemeenten met betrekking tot de Meander gestuurd. Er is een persbericht opgesteld ook voor de rubriek ‘gemeentenieuws’ in de Maasdriehoek en onze website. Er zijn interviews met de portefeuillehouder aangeboden aan lokale media. Ook over het raadsbesluit worden deze betrokkenen geïnformeerd. Afzonderlijk wordt tijdens het participatietraject met culturele instellingen en individuele burgers om het cultuurbeleid te herijken ook aandacht besteed aan de invulling van cultuureducatie. Gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband Naam gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband: kunstencentrum Meander Deelnemende gemeenten: Gennep, Bergen, St.Anthonis, Mill&St.Hubert, Boxmeer, Cuijk Adoptiegemeente: Boxmeer Toelichting op het voorstel Inleiding Uw raad besloot, op 26 maart 2012 geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst met kunstencentrum Meander aan te gaan vanaf 1 januari 2013. Een intentieovereenkomst gaf de Meander een laatste mogelijkheid om met een aanbod te komen waarop eventueel een heroverweging van bovenstaand besluit mogelijk was. Op 26 maart jl. stelde uw raad het beleidskader cultuureducatie vast (bijlage 1) en gaf de opdracht om tot voorstellen ten aanzien van de invulling hiervan te komen. Dit voorstel behandelt zowel de uitwerking van de intentieovereenkomst van de Meander als de wijze waarop onze gemeente vanaf 2013 cultuureducatie kan invullen. Kunstencentrum Meander Aanbod Het kunstencentrum de Meander heeft op 27 september jl. de uitwerking van de intentieovereenkomst gepresenteerd. Het aanbod is ons 2 oktober jl. toegezonden (bijlage 2). In deze uitwerking wordt geen afstand gedaan van de compensatieregeling. Ook heeft de Meander toegelicht dat het mogelijk aan menskracht ontbreekt om de door onze gemeente gevraagde diensten op het gebied van cultuureducatie te leveren. Op basis van de gepresenteerde uitwerking stellen wij voor te kiezen voor optie twee “subsidierelatie beëindigen en uitkeren verschuldigde compensatie conform de compensatieregeling” (pagina 6, bijlage 2). Wij zien geen reden het eerdere besluit om geen samenwerkingsovereenkomst met de Meander per 1/1/13 aan te gaan te heroverwegen. Wat vinden de andere gemeenten ervan? De betrokken gemeenten -behalve Mill &St.Hubert- geven aan per 1/1/13 de Meander niet langer te willen subsidiëren. Er wordt gekozen voor optie twee “subsidierelatie beëindigen en uitkeren verschuldigde compensatie conform de compensatieregeling”. In geval een compensatiesom aan de orde is, vinden deze gemeenten het wijs om aan te sluiten bij de diverse berekeningen, die inmiddels zijn uitgevoerd door de gemeente Boxmeer en gemeente Bergen. Dit betekent dat, als bij de eerdere uittreding door de gemeente Grave en Mook&Middelaar, 3,5x het subsidiebudget als compensatiesom wordt betaald.
2
Deze vereenvoudigde berekeningswijze wijkt af van de oorspronkelijke afspraken, waarbij de compensatiesom bestaat uit drie elementen: de wachtgeldvergoeding, de kosten van uitvoering van de wachtgeldregeling en schadelastbeperking, de zogenaamde a,b,c-formule. Schadelastbeperking Onze inzet is erop gericht de schadelast te beperken. Diverse financiële overzichten tonen aan dat de berekeningswijze van de compensatiesom niet eenduidig is. Wij maken daarom geen keuze tussen de vereenvoudigde berekeningswijze (3,5xsubsidiebudget) en de a,b,c-formule. Bij duidelijkheid over de hoogte van de compensatievergoeding wordt uw raad via een afzonderlijk voorstel geïnformeerd. Dienstverlening seizoen 2012-2013 De Meander geeft aan -indien de gemeenten kiezen voor optie twee - het seizoen 2012-2013 wordt afgemaakt en haar dienstverlening word beëindigd per augustus 2013. Gemeentelijk cultuureducatiebeleid Aanleiding Uw raad heeft de opdracht gegeven alternatieven voor uitvoering van het cultuureducatiebeleid te onderzoeken en met een voorstel over de invulling hiervan te komen. Taakverdeling overheid De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor gemeenten ten aanzien van cultuureducatie zijn niet in een wettelijk kader beschreven. De gemeente kan naar eigen inzicht cultuureducatiebeleid ontwikkelen. Het rijk, de provincies en gemeenten kunnen elkaar door samenwerking versterken. De afstemming met de regio's, de drie grote steden en VNG/IPO is vastgelegd in het Algemeen kader interbestuurlijke verhoudingen cultuur 2013-2016. Dit kader vormt de basis voor beleidsafstemming en de taakverdeling tussen de verschillende overheidslagen: het Rijk zorgt voor de bekostiging en het wettelijk kader van het onderwijs, de opdracht aan culturele instellingen met rijksfinanciering en de landelijke ondersteuning (innovatie, kennis en netwerken). De Provincies zorgen voor tweedelijns ondersteuning van cultuurparticipatie en bevordering van kwaliteit en regionale spreiding. De feitelijke kennismaking met cultuur vindt plaats in de gemeente, in samenwerking met onderwijs en cultuuraanbieders. In het nieuwe regeerakkoord d.d. 29 oktober jl. staat dat het onderwijs en de cultuursector de krachten bundelen t.b.v. cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs. Beleidskader cultuureducatie Op 26 maart jl. heeft uw raad het beleidskader cultuureducatie vastgesteld. Daarin staat de ambitie dat cultuur bij meer mensen een vanzelfsprekend onderdeel wordt van hun leven. Daartoe wordt cultuureducatie voor mensen tot 18 jaar gefaciliteerd. Beoogd wordt toename van het aantal kinderen en jongeren tot 18 jaar aan cultuureducatie met 10% ten opzichte van 2010. Op basis van de deelnamecijfers bij de Meander betekent dat er 374 deelnemers tot 18 jaar, per jaar zouden moeten worden bereikt. Onderzoek Om zicht te krijgen op de wijze waarop cultuureducatie gerealiseerd kan worden is er gesproken met de directie van het basisonderwijs, bestuursleden harmonieën en fanfares (HaFa) en diverse aanbieders van cultuureducatie. Daarnaast zijn de werkwijzen van acht gemeenten onderzocht. Twee cultuureducatiecentra in de regio zijn gevraagd een aanbod te doen. Het basisonderwijs geeft aan dat zij behoefte heeft aan coördinatie van de cultuureducatieve activiteiten om de wettelijke vastgestelde kerndoelen te kunnen bereiken. Uit gesprekken met bestuursleden van de harmonieën en fanfares bleek dat men bijna unaniem er niet voor kiest voor om het muziekonderwijs zelf te organiseren. Men wil een beroep kunnen doen op een cultuureducatiecentrum. Zo blijft een verbindingsmogelijkheid voor
3
amateurkunstverenigingen bestaan. Besturen kunnen van elkaar leren en gezamenlijk activiteiten organiseren. Uit het onderzoek naar de werkwijzen bij andere gemeenten zijn twee keuzes van subsidiëren naar voren gekomen. a individuele subsidiering muzikale en culturele vorming Een deelnemer, of zijn/haar ouders/verzorgers kan per cursusjaar 1 subsidieaanvraag indienen. Er wordt een normbedrag van een muzikale of culturele activiteit vastgesteld. De subsidie bedraagt 50% van dit normbedrag. Jaarlijks wordt er een subsidieplafond vastgesteld. Indien het aantal aanvragen, vermenigvuldigd met het normbedrag leidt tot overschrijding van dit plafond, wordt het subsidiebedrag per aanvrager “naar rato” verlaagd. Nadeel van deze werkwijze is de administratieve last en de fraudegevoeligheid. Daarnaast werkt deze vorm van subsidiering niet de laagdrempelige toegang in de hand en is eerder een drempel. We hebben kunnen nauwelijks invloed uitoefenen op de kwaliteit van lessen en het aanbod. Er kunnen geen prikkels ingebouwd worden om toename van cultuurparticipatie te stimuleren. b het subsidiëren van een cultuureducatiecentrum voor muzikale en culturele vorming Ook hierbij doen zich grosso modo twee varianten voor: subsidiering op basis van exploitatie dan wel productfinanciering. In tegenstelling tot de huidige vorm -‘instandhouding instituut’- zouden wij in dat geval willen kiezen voor subsidiëring op grond van productfinanciering, voor meetbare prestaties: bereik, deelnemersaantallen. Wij geven dan de randvoorwaarden zoals de financiële kaders, de vormen van cultuureducatie, de kwaliteitscriteria en resultaatafspraken. Voorgestelde beslissing(en) met argumenten en afwegingen Gelet op het beleidskader cultuureducatiebeleid door uw raad vastgesteld, de mogelijkheden van de wijze van subsidiering en de uitkomsten van de gesprekken met diverse belanghebbenden komen wij tot de volgende conclusie. Welke rol wil onze gemeente spelen ten aanzien van het cultuureducatiebeleid? Met ons cultuureducatiebeleid willen wij voor iedereen tot 18 jaar: - samenwerking tussen het onderwijs en (lokale) cultuuraanbieders bevorderen; - actieve cultuurparticipatie bevorderen; - een bijdrage leveren aan talent- en creativiteitsontwikkeling. Hoe willen wij dit bereiken? Wij willen deze doelen bereiken via: - het leveren van een bijdrage aan de doorlopende leerlijn binnen het basisonderwijs waarbinnen wettelijke kerndoelen voor het onderwijs in het leergebied kunstzinnige oriëntatie worden verankerd; - het realiseren van een naschools aanbod culturele activiteiten; - het aanbieden van een vrije tijdsaanbod op gebied van zang-, muziek- ook voor harmonieën en fanfares- , dans-, dramalessen, beeldend vormen Ia het leveren van een bijdrage aan de doorlopende leerlijn in het basisonderwijs met het oog op het behalen van de wettelijke kerndoelen op grond van kunstzinnige oriëntatie Deze bijdrage kan geleverd worden door het faciliteren van een combinatiefunctionaris cultuur. Dat is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar tegelijkertijd te werk wordt gesteld in of ten behoeve van twee werkvelden. Binnen de te ontwikkelen doorlopende leerlijn krijgt ook ons cultureel erfgoed een plek. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het project ‘Duits lijntje’. De combinatiefunctionaris cultuur is niet nieuw; al bij de introductie van de combinatiefunctionaris sport is hiervan melding gemaakt en destijds in de aanvraag voor een rijksbijdrage meegenomen. Ib. het aanbieden van een naschoolse culturele activiteiten Naast het realiseren van deze doorlopende leerlijn binnen het basisonderwijs heeft de combinatiefunctionaris cultuur een rol in het coördineren van de naschoolse activiteiten in
4
overleg met het onderwijs en cultuuraanbieders. Met deze activiteiten willen wij kinderen enthousiasmeren voor cultuur. Denk hierbij aan: kennismaking met instrumenten, dans, beeldend vormen en circustechnieken zoals acrobatiek en jongleren. II. vrije tijdsaanbod op gebied van zang-, muziek- ook voor harmonieën en fanfares- , dans-, dramalessen, beeldend vormen. In het beleidskader cultuureducatie is aangegeven dat wij alleen onderwijs in culturele activiteiten wil faciliteren, voor zover die zijn vrijgesteld van BTW. Hieronder vallen muziekonderwijs zoals zanglessen, instrumentlessen, dansonderwijs zoals jazzdans, kinderdans, klassieke dans, moderne dans, show- en musicaldans, dramaonderwijs zoals toneel- en theaterlessen, beeldende vorming zoals tekenen, handenarbeid, textiele- en audiovisuele vormgeving. Hoe faciliteren wij dit? de inzet van een combinatiefunctionaris cultuur Door in en rond de basisscholen cultuureducatie aan te bieden realiseren wij een laagdrempelig en toegankelijk aanbod voor alle kinderen tot 12 jaar binnen onze gemeente. De aanstelling van een combinatiefunctionaris cultuur geeft ons de mogelijkheid sturing te geven aan de inzet en de te behalen resultaten. het op basis van productafspraken subsidiëren van een kunsteducatiecentrum Voorgesteld wordt om het vrijetijdsaanbod op grond van productfinanciering via een cultuureducatiecentrum te realiseren. De professionaliteit en continuïteit zijn hierdoor gewaarborgd. Het subsidiëren van een cultuureducatiecentrum biedt de mogelijkheid om een breed programma van culturele activiteiten en cursussen tegen marktconforme prijzen te realiseren. Deze afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst voor twee jaar. Uitvoering, risico’s en evaluatie Als gemeente hebben wij geen wettelijke basis om cultuureducatie vorm te geven. Het onderwijs is wel wettelijk verplicht om zich bezig te houden met kunst en cultuur. Wij hebben enkele wettelijk vastgelegde taken ten aanzien van het onderwijs, zoals het toezien op de leerplicht en de zorg voor het leerlingenvervoer. Vanuit de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet Oke) zijn wij verplicht jaarlijks overleg over het lokale onderwijsbeleid te voeren. Wij hebben daartoe een Regiegroep Jeugd opgericht waarin alle kernpartners zijn vertegenwoordigd en waarin wij afspraken maken over de uitvoering en verantwoording rondom thema’s binnen het jeugd- en onderwijsbeleid. Cultuureducatie moet ook hier een vaste plek krijgen, waardoor dit verankerd wordt binnen onze ambities van het jeugd- en onderwijsbeleid. Het lijkt mogelijk om binnen de bestaande budgetten alle 2297 leerlingen van onze 11 basisscholen elk schooljaar cultuureducatie aan te bieden, in de diverse vormen en om daarnaast met 50 docentenuren per week 374 leerlingen buitenschools te bereiken met cultuureducatieve activiteiten. Met de onderwijspartners zijn wij in gesprek over de verdere invulling van de functie van een combinatiefunctionaris cultuur. Er ligt op ons verzoek een aanbod van twee cultuureducatiecentra over de mogelijkheden die zij kunnen bieden bij de invulling van een vrijetijdsaanbod. Om een zorgvuldige afweging van dit aanbod te kunnen maken werken wij aan het opstellen van een programma van eisen. Dit kan verder worden vervolmaakt nadat uw raad akkoord heeft gegeven over de wijze van invulling van het cultuureducatiebeleid. Wij kunnen begin 2013 u verder informeren over de invulling van de combinatiefunctionaris en de invulling en uitvoering van het vrijetijdsaanbod. Natuurlijk gelden de financiële kaders als harde randvoorwaarden. Conclusie Cultuureducatie brengt kinderen en jongeren in aanraking met het heden en het verleden. Het stimuleert hun creativiteit en creëert een blik op de toekomst. Juist door het ontbreken van een wettelijk kader hebben wij hier de kans om autonoom beleid te realiseren.
5
Uitvoering van ons cultuureducatiebeleid vraagt specifieke kennis, kwaliteitsbewaking, continuïteit en een breed netwerk. De meest adequate en efficiënte manier om dit te realiseren is door de inzet van een combinatiefunctionaris cultuur en productfinanciering van een cultuureducatiecentrum. Voorgesteld wordt de nu voorgestelde uitvoering te evalueren in 2015. Overige politiek relevante informatie De productfinanciering kan verstrekt worden op grond van de Algemene Subsidieverordening gemeente Cuijk 2010. In de vorm van een beleidsregel wordt vastgelegd wat en hoe wij willen subsidiëren. Daarnaast kunnen wij deze subsidierelatie opzeggen zonder dat hier personele lasten aan verbonden zijn. Wij moeten hierbij wel op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht 9 maanden van te voren aankondigen dat wij een subsidie willen minderen of stoppen. Door deze handelswijze is er geen sprake van inkoop. Bijlagen Beslisdocumenten raadsbesluit Overige bijlagen, ter inzage: 1. beleidskader cultuureducatie 2. aanbod De Meander 3. raming kosten cultuureducatie De openbare bijlagen liggen ter inzage in de fractiekamer en zijn te vinden op www.cuijk.nl, onder Bestuur en Organisatie. De beslisdocumenten zijn tevens opgenomen in de commissieen/of raadsbundel. Burgemeester en wethouders van Cuijk,
mr. R.P. Hoffmann secretaris
mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester
6