'flliifilillllfliili RVB02-0037
Gemeente Bergen op Zoom >VERGAOefttNK3
SEP. 2002 RAADSVOORSTEL Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp
G&L
j c $£p 2002 SB/34 : wijziging regeling GSV Westelijk Noord Brabant
Aan de gemeenteraad,
Voorstel 1. De regeling Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant te wijzigen overeenkomstig het aangehecht ontwerp. 2. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 2003.
1
Inleiding
Op 1 juli 2002 heeft het algemeen bestuur van het GSV ingestemd met regionale samenwerking nieuwe stijl (zie brief 02/477 van het GSV, die bij dit raadsvoorstel ter inzage is gelegd). De kern van regionale samenwerking nieuwe stijl is dat de verantwoordelijkheid waarop (en met wie) wordt samengewerkt bij de gemeente zelf ligt. Als gemeenten tot samenwerking overgaan, dan formuleren zij hiervoor een "bestuursopdracht". In een bestuursopdracht staat duidelijk het doel, de kosten en de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de samenwerkende partijen verwoord. Op 2 juli is er een bestuursconvenant voor samenwerking tussen de gemeenten in de regio westelijk Noord-Brabant getekend door de colleges van Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tholen en Woensdrecht. Het getekende bestuursconvenant ligt ter inzage bij dit raadsvoorstel (zie brief 2002-11512 van de gemeente Roosendaal). De wijze waarop de samenwerking nieuwe stijl is vormgegeven, heeft als consequentie dat de samenwerking, zoals deze tot nu toe door het secretariaat van het GSV werd gefaciliteerd, wordt beëindigd.
Uitwerking voorstel Omdat de huidige GSV gemeenten de gemeentelijke samenwerking zo min mogelijk willen vorm geven via de regeling Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant, is op 1 juli 2002 in het algemeen bestuur van het GSV ook besloten om deze regeling te wijzigen.
-2-
Hoewel het secretariaat van het GSV per 1 januari 2003 wordt opgeheven, dient de regeling -dus de publiek rechtelijke rechtspersoon GSV Westelijk Noord-Brabant- wel te blijven bestaan vanwege: a) de regionale brandweer en de gemeenschappelijke alarmcentrale. Dit zal van kracht zijn tot het moment dat in het kader van de territoriale congruentie beide onderdelen zullen opgaan in een gemeenschappelijke regeling op de schaal van West- en Midden-Brabant; b) de omstandigheid dat het GSV in het kader van het verkoopcontract Kragge II contractpartner is voor Essent; en c) de omstandigheid dat het GSV in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies contractpartner is voor de minister van VROM. De wijziging van de regeling heeft met name betrekking op de veranderende samenstelling van het algemeen en het dagelijks bestuur. Het algemeen en het dagelijks bestuur wordt in de nieuwe regeling gevormd door de burgemeesters van de huidige in GSV verband samenwerkende gemeenten. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de bepalingen die te maken hebben met de deelnemingen in de N.V. Afvalsturing en de N.V. Rewin West-Brabant te schrappen. De uiteindelijke tekst van de gewijzigde regeling straalt sterk uit dat er sprake is van een zogenaamde "sterfhuis"constructie. Op het moment dat de taken - zoals die nu zijn ondergebracht in het voorgestelde aangehecht ontwerp- zijn volbracht, zal de regeling worden opgeheven. Tenslotte zijn in de betreffende vergadering van het algemeen bestuur vragen gesteld over de voorgestelde wijzigingen van de regeling. Voor deze vragen en de antwoorden verwijzen wij u kortheidshalve naar brief 02/475 van het GSV, bladzijde 3 en 4. Ook deze brief is bij het raadsvoorstel ter inzage gelegd. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,
\ De secretaris,
Mr. P.B.J.M. Thomassen.
De burgemeester
-3-
De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tholen en Woensdrecht ieder voorzover hun bevoegdheden betreffende; overwegende dat de gemeenten hebben besloten de gemeentelijke samenwerking zo min mogelijk vorm te geven via de gemeenschappelijke regeling, maar uit te gaan van de directe verantwoordelijkheid van de gemeenten; overwegende voorts dat de gemeenschappelijke regeling vanwege deze reden aangepast dient te worden; gelezen het door het algemeen bestuur van het GSV Westelijk Noord-Brabant op 1 juli 2002 vastgestelde voorstel d.d. 5 juni 2002 van het dagelijks bestuur tot wijziging van de regeling Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant; gelezen het voorstel van het college van 13 augustus 2002, nr. SB/34; gelet op de regeling Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant, de Gemeentewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen; BESLUITEN: 1. De regeling Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant te wijzigen overeenkomstig het aangehecht ontwerp. 2. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 2003. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bergen op Zoom in zijn vergadering van .^JtrJ&Lff.*•.***:. =^^~
.
, voorzitter , de loco-secretaris, beoogd griffier
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom in hun vergadering van 13 augustus 20t)2 \
, burgemeester , secretaris
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom d.d. ..!-.'°.
HOOFDSTUK l
HET OPENBAAR LICHAAM.
Artikel "L 1.
Er is een openbaar lichaam, genaamd "Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-Brabant". Het is gevestigd te Roosendaal. Het gebied van het samenwerkingsverband omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten.
2.
é t'
i *'
HOOFDSTUK II
DOEL.
Artikel 2. 1.
2.
Het samenwerkingsverband heeft tot doel inhoud te geven aan de door de deelnemende gemeenten gewenste gemeentelijke samenwerking op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De activiteiten van het samenwerkingsverband omvatten, met inachtneming van hetgeen daaromtrent in deze regeling nader is bepaald: a. het in stand houden en beheren van uitvoerende diensten; b. het verzorgen van de door de gemeenten gewenste informatie-uitwisseling en afstemming.
HOOFDSTUK III
OMVANG DIENSTVERLENING.
Artikel 3. De gemeenten werken via de onderhavige rechtspersoon samen ten aanzien van de aan het samenwerkingsverband in dit artikel opgedragen taken en aangegane verplichtingen alsmede die welke in het kader van de in de considerans genoemde ontwikkeling nog niet zijn beëindigd t.w.: 1. het voeren van het budgetbeheer als bedoeld in het Besluit Woninggebonden Subsidies 2.
het voeren van het budgetbeheer als bedoel in het kader van de intentieverklaring jeugdbeleid inzake de bestuurlijke samenwerking tussen de gemeenten in de regio West-Brabant
3.
het voeren van het budgetbeheer als bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers en de Wet educatie beroepsonderwijs.
4.
de contractbewaking inzake de overeenkomst tot overdracht van activa d.d. 26 april 2000, aangevuld met het addendum d.d. juni 2000 tussen het GSV, Essent Zuid B.V. en Deponie De Kragge B.V. m.b.t. de Kragge II
5
Het voeren van het budgetbeheer als bedoeld in de Intentieverklaring inzake de bestuurlijke samenwerking jeugdbeleid tussen de gemeenten in de regio West-Brabant en de provincie Noord-Brabant
Artikel 4. 1.
Het samenwerkingsverband beheert: a. de regionale brandweer Westelijk Noord-Brabant; e. de gemeenschappelijke alarmcentrale West-Brabant;
Artikel 5.(vervallen)
HOOFDSTUK IV
HET ALGEMEEN BESTUUR.
Artikel 6. 1. 2.
3.
De burgemeesters van de deelnemende gemeenten zijn lid van het algemeen bestuur. Elk lid van het algemeen bestuur heeft in de vergaderingen van het algemeen bestuur één stem. Aan het algemeen bestuur behoren, binnen het kader van deze regeling, alle bevoegdheden die niet aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn opgedragen. Het algemeen bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het dagelijks bestuur. Daarbij kan niet worden overgedragen de bevoegdheid tot: het nemen van besluiten met betrekking a. tot toetreding, uittreding, wijziging en opheffing zoals bedoeld in de artikelen 12 tot en met 15. b. het vaststellen of wijzigen van de begroting; c. het vaststellen van de rekening; d. het vaststellen van een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden.
HOOFDSTUK V
HET DAGELIJKS BESTUUR.
Artikel 7. 1.
2.
3.
4.
Het dagelijks bestuur, hierna te noemen: het bestuur, bestaat uit de voorzitter en een aantal leden door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen. De aanwijzing van de leden en de voorzitter geschiedt zodanig, dat elke deelnemende gemeente met één lid in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd is. Het bestuur is belast met het beheren van de uitvoerende diensten en het verzorgen van de door de gemeenten gewenste informatie-uitwisseling en afstemming. Met het oog op het beheer van de diensten organiseert het bestuur in overeenstemming met de gemeenten een doelmatige planning en control. Het bestuur oefent, indien het algemeen bestuur daartoe besluit en naar door deze te stellen regelingen, de aan het algemeen bestuur toekomende bevoegdheden uit, een en ander met inachtneming van het gestelde in artikel 6, tweede lid. Elk lid van het bestuur heeft in de vergadering één stem.
HOOFDSTUK VI DE VOORZITTER. Artikel 8. 1. 2.
Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een lid van het bestuur, door dat bestuur aan te wijzen.
HOOFDSTUK VII VERANTWOORDING. Artikel 9. 1.
2.
3.
Het algemeen bestuur en het bestuur geven aan de raden van de deelnemende gemeenten, gevraagd of ongevraagd, alle inlichtingen, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang. Een lid van het algemeen bestuur geeft de gemeenteraad die hem als lid heeft aangewezen, mondeling of schriftelijk desgevraagd alle inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. De leden van het bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig voor hun optreden in het bestuur. Zij geven het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang, op de wijze zoals die is geregeld in het reglement van orde.
HOOFDSTUK VIII PERSONEEL EN ORGANISATIE. Artikel 10. 1. 2. 3.
Het algemeen bestuur regelt de arbeidsvoorwaarden voor het personeel in dienst van het samenwerkingsverband. Het bestuur is bevoegd tot het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel. Het bestuur draagt, met inachtneming van de bepalingen van de Archiefwet, zorg voor de archiefbescheiden « * i
HOOFDSTUK IX FINANCIËLE BEPALINGEN. Artikel 11. Ten aanzien van de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden, alsmede van de controle daarop zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK X
TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING.
Artikel 12. 1. 2. 3. 4.
Toetreding door gemeenten kan plaatsvinden, wanneer het algemeen bestuur daarin bewilligt. In een besluit van het algemeen bestuur, als bedoeld in het eerste lid, kan de toetreding afhankelijk worden gesteld van de voldoening aan bepaalde voorwaarden door de betrokken gemeente. In overleg met de toetredende gemeente regelt het algemeen bestuur of en zo ja op welke wijze in de kosten van de gemeenschappelijke regeling wordt bijgedragen. De toetreding treedt in werking terstond nadat de daartoe strekkende besluiten van de onderscheiden bestuursorganen van een gemeente zijn ingeschreven in de registers als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen tenzij het besluit een latere datum aangeeft.
Artikel 13. 1. 2. 3. 4.
Een deelnemende gemeente kan uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van een daartoe strekkend besluit van de onderscheiden bestuursorganen van de gemeente. Voor uittreding als bedoeld in het eerste lid geldt een opzegtermijn van een kalenderjaar. Het algemeen bestuur regelt de financiële verplichtingen alsmede de overige gevolgen van de uittreding. De uittreding treedt in werking terstond nadat de daartoe strekkende besluiten van de onderscheiden bestuursorganen van een gemeente zijn ingeschreven in de registers als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen tenzij het besluit een latere datum aangeeft.
Artikel 14. 1. 2. 3. 4.
Zowel het bestuur als de raad van een deelnemende gemeente kan aan het algemeen bestuur voorstellen doen inzake wijziging van de regeling. Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het bestuur het door het algemeen bestuur vastgestelde besluit toekomen aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Een wijziging is tot stand gekomen, wanneer de bestuursorganen van tenminste drie/vierde van het aantal deelnemende gemeenten zich voor hebben verklaard. De wijziging treedt in werking op de eerste dag nadat de besluiten daartoe zijn opgenomen in de registers, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit een latere datum aangeeft.
Artikel 15.
*
.
1. 2. 3.
4.
5. 6.
De regeling wordt opgeheven, wanneer de raden van tenminste drie/vierde van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. De opheffing gaat in op de eerste dag, nadat de besluiten daartoe zijn opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit een latere datum aangeeft. Ingeval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt hij daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken. Het liquidatieplan wordt dooreet algemeen bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld. Het liquidatieplan wordt ter kennisneming toegestuurd aan Gedeputeerde Staten. Het liquidatieplan omvat een sociaal statuut voor het personeel van het sa menwerkingsverba nd. Zo nodig blijven de organen van het openbaar lichaam ook na het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie is beëindigd.
HOOFDSTUK XI SLOTBEPALING. Artikel 16. 1. 2.
3.
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Het gemeentebestuur van Roosendaal zendt de regeling, alsmede besluiten tot wijziging en opheffing van de regeling en besluiten tot toetreding en uittreding, aan Gedeputeerde Staten een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De regeling kan worden aangehaald als: "Gemeentelijk Samenwerkingsverband Westelijk Noord-B rabant".
Datum inwerkingtreding Datum inwerkingtreding laatste wijziging
: 1 april 1974 : 1 januari 2003