vooruit kijken jaarverslag 2011
Organisatie voor maatschappelijk welzijn in Westelijk Noord-Brabant
In dit jaarverslag blikken we terug, maar we kijken ook vooruit. Want… de maatschappij , het overheidsbeleid verandert en ook de staat niet stil.
verandert
mens
De toekomst? Integraal en wijkgericht werken zijn sleutelwoorden voor Traverse.
Zelfwerkzaamheid
en eigen kracht zijn sleutelwoorden voor de cliënt.
Samen komen we verder.
nieuwe
Onze website is online. Geen problemen, maar oplossingen. Kijk op www.traversegroep.nl
2
over traverse
Traverse is een organisatie voor maatschappelijk welzijn, die zich onderscheidt door oplossingsgericht werken. We ondersteunen mensen om (weer) op eigen kracht te participeren in de maatschappij. Ons hoofdkantoor is gevestigd in Bergen op Zoom. De medewerkers van Traverse zijn actief in zes gemeenten in Westelijk Noord-Brabant en Zeeland. In elke gemeente heeft Traverse één of meer locaties waar we cliënten kunnen ontvangen. Traverse participeert in de Centra voor Jeugd en gezin, is actief in wijken en scholen, en neemt deel aan lokale overlegverbanden om de hulp te optimaliseren en af te stemmen. Ook brengen we vrijwilligers en organisaties met elkaar in contact. Onze diensten zijn kosteloos en vrij toegankelijk.
3
inleiding
2011 was een jaar waarin Traverse veel werk heeft verzet en positieve effecten heeft bereikt. Onze maatschappelijk werkers hebben in 2011 bijna 23% meer mensen geholpen dan in 2010, met gelijkblijvende middelen. Ook het effect van de hulp is gemeten. De positieve resultaten zijn verderop in dit jaarverslag te vinden. In 2011 werkten we voor 5 gemeenten in Westelijk NoordBrabant, die allen in 2012 hun contract met Traverse hebben verlengd. Tevens ontvingen we het positieve bericht dat ook de gemeente Tholen (Zeeland) per 1 januari 2012 gebruik wil maken van onze diensten. We troffen in 2011 voorbereidingen om effectief te kunnen inspelen op de sterk veranderende opvattingen over het welzijnswerk. Integraal en wijkgericht samenwerken is een must om cliënten verder te helpen. Dat hebben we in 2011 op diverse niveaus gedaan. Met
4
gemeenten zijn we in gesprek over de gevolgen van de transities in begeleiding, jeugdzorg en werken naar vermogen. Zorgelijk zijn de snel teruglopende financiële middelen voor projecten. Het voornemen om te fuseren met Surplus, een grote partner in de regio, is voorlopig tot nadere datum uitgesteld op advies van de ondernemingsraad.
2011 Was een jaar waarin
Traverse positieve effecten heeft bereikt.
Financieel is 2011 afgesloten met een licht negatief resultaat. Voor 2012 diende Traverse rekening te houden met een inkomstendaling van circa 14%. Op basis van deze analyse zijn in 2011 bezuinigingsplannen opgesteld. We bedanken onze medewerkers, partners, cliëntenraad, ondernemingsraad en raad van toezicht voor hun grote betrokkenheid en inzet voor de belangen van onze cliënten. Leon Langenberg, Bestuurder Traverse
5
oplossingsgericht werken
In 2008 heeft Traverse het oplossingsgericht werken ingevoerd. Bij deze manier van werken is de cliënt de expert van zijn eigen situatie. De cliënt weet het beste wat zijn probleem is en welke oplossing hij wenst. De rol van de hulpverlener is vragen stellen waardoor de cliënt zijn kracht ontdekt en gebruikt om problemen op te lossen.
Scholing Onze medewerkers hebben de methodiek inmiddels stevig in de vingers. De afgelopen jaren zijn alle medewerkers geschoold in het oplossingsgericht werken. Ook hebben we oplossingsgerichte themacursussen georganiseerd, bijvoorbeeld over schuldhulpverlening en huiselijk geweld.
Verwachtingen In 2011 hebben we de effecten van het oplossingsgericht werken onder de loep genomen. Onze aanname bij de start was dat oplossingsgericht werken effectiever is omdat de cliënt leert om zelf oplossingen te bedenken en deze ook zelf realiseert. De tweede verwachting was dat de hulpverlening korter zou duren.
Ex-cliënten vinden dat hun situatie gemiddeld 3,1 punten is verbeterd op een schaal van 1 tot 10.
Resultaten onderzoek In 2011 zijn de effecten onderzocht op basis van een telefonisch onderzoek onder 149 ex-cliënten van het algemeen maatschappelijk werk. Het telefonisch interview werd afgenomen minimaal een half jaar nadat de hulpverlening was afgesloten. Het onderzoek werd grotendeels uitgevoerd door een lid van de cliëntenraad en deels door MT-leden. Aan ex-cliënten werd onder meer gevraagd om hun situatie op drie momenten te beoordelen: bij de start van de hulp, bij de afsluiting van de hulp en tijdens het telefonisch onderzoek.
Rapportcijfer omhoog De geïnterviewden werd gevraagd om hun situatie een rapportcijfer te geven tussen 1 en 10. Daaruit bleek dat hun situatie met gemiddeld 2,1 punten is verbeterd tussen de start en de afsluiting van de hulp. Tussen het moment van afsluiting en het telefonisch onderzoek, is hun situatie nog eens met 1 punt omhoog gegaan. Totaal dus een verbetering van 3,1 punten.
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 meetmoment 1 (start hulp)
6
meetmoment 2 (einde hulp)
meetmoment 3 (min. half jaar later)
7
Door oplossingsgericht te werken konden we cliënten helpen.
meer
8
Grootste effect
Conclusie
Het grootste effect was te zien bij ex-cliënten die kampten met financiële problemen. Meestal ging het om schulden of -in de voorfase daarvan- het niet kunnen rondkomen met het inkomen. Deze ex-cliënten gaven aan dat hun situatie tussen de start en de afsluiting van de hulp is verbeterd met 2,5 punten. Tussen het moment van afsluiting en het telefonisch interview ging hun situatie nog eens met 2 punten vooruit. Totaal dus een stijging van 4,5 punten. Het effect is voor deze mensen zeer concreet meetbaar. Het gaat immers om vragen als: “Zijn de schulden beheersbaar geworden?” of “Kan ik nu wel rondkomen met mijn inkomen?”.
Onze conclusie op basis van dit onderzoek is dat cliënten aangeven dat hun situatie aanmerkelijk verbeterd is. Deze verbetering stopt niet op het moment van hulpverlening maar zet daarna nog door. Het streven van Traverse is juist gericht op stimuleren van de zelfwerkzaamheid en het vergroten van het probleemoplossend vermogen van cliënten. Het feit dat er na beëindiging van de hulpverlening geen terugval plaatsvindt maar dat de verbetering juist toeneemt, geeft ons het vertrouwen dat we op de goede weg zijn.
9
Het aantal
Meer cliënten geholpen
nieuwe
Het aantal nieuwe cliënten van het algemeen maatschappelijk werk is in 2011 fors gestegen in vergelijking tot voorgaande jaren.
cliënten is in 2011
23% hoger
Het aantal nieuwe cliënten is in 2011 23% hoger dan in 2010. Een substantiële stijging. Ook hier kan geconcludeerd worden dat het oplossingsgericht werken ertoe leidt dat we meer cliënten kunnen helpen met gelijkblijvende middelen.
dan in 2010. Een substantiële stijging.
3000 2500 2000 1500 1000 500 0
10
2009
2010
2011
11
opdrachtgevers
In 2011 heeft Traverse zijn diensten aangeboden aan 5 gemeenten: Bergen op Zoom, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht. Ook voor 2012 zijn de contracten verlengd. We voerden in 2011 constructieve gesprekken met gemeenten over de toegevoegde waarde van het maatschappelijk werk en hoe we dit in de toekomst verder kunnen vormgeven.
Gemeente Tholen In november 2011 ontvingen we bericht van de gemeente Tholen (provincie Zeeland), dat we voor een periode van drie jaar het algemeen maatschappelijk werk in deze gemeente mogen overnemen. De gemeente Tholen heeft ons om een offerte gevraagd omdat zij afscheid namen van hun huidige aanbieder van maatschappelijk werk. Tholen is de eerste Zeeuwse gemeente die wij onze diensten mogen aanbieden en dat doen wij met plezier.
12
Onze diensten in 2011: algemeen maatschappelijk werk sociaal raadslieden
schoolmaatschappelijk werk
bedrijfsmaatschappelijk werk eropaf-team
rouwbegeleiding
trainingen en groepen
vrijwilligerswerk
13
Deze vrouwen en kinderen hebben net een ernstig incident meegemaakt waardoor ze uit hun huis moeten vluchten. Vervolgens verkeren zij dagen in onzekerheid over een opvangplaats.
goede
14
huiselijk geweld
Sinds 2010 neemt Traverse deel aan de dagelijkse briefing in het Veiligheidshuis in Bergen op Zoom. Iedere dag komt een team bijeen dat alle meldingen van huiselijk geweld van de dag ervoor analyseert. Er wordt direct actie uitgezet. Door deze manier van werken wordt de geweldspiraal sneller doorbroken.
Opvang slachtoffers Een zorgelijke ontwikkeling is het tekort aan opvangplaatsen voor slachtoffers van huiselijk geweld. De vrouwen en kinderen worden door de politie naar ons kantoor gebracht. Daar zitten ze vaak de hele dag te wachten of er opvang geregeld kan worden. Als er om 17.00 uur geen opvang beschikbaar is, worden ze door de crisisdienst naar een crisisbed gebracht met hun spulletjes. De volgende ochtend worden ze weer terug gebracht naar ons kantoor, net zolang tot er ergens een plek vrij is. Het komt regelmatig voor dat dit een hele week of in extreme gevallen zelfs nog langer doorgaat.
Goede afspraken In Roosendaal hebben we gelukkig afspraken kunnen maken met Don Bosco, een instelling voor jeugd en gezin. Vrouwen en kinderen kunnen daar overdag terecht. Deze omgeving is in ieder geval veel kind- en vrouwvriendelijker dan een kantoor. In 2011 hebben we ook overleg gevoerd over het probleem met de regionale vrouwenopvang Valkenhorst. Dat heeft ertoe geleid dat in Roosendaal een geschikte locatie is gevonden voor extra plaatsen vrouwenopvang. Dit is een nieuw concept waarin wonen en zorg gescheiden wordt en veel meer gebruik gemaakt wordt van lokale samenwerkingspartners. Eind 2011 is deze vestiging open gegaan. Traverse biedt hier maatschappelijk werk aan.
15
Praten
over het verlies, je gevoelens kunnen delen,
helpt
bij rouw.
16
rouwbegeleiding
Binnen Traverse is de werkgroep rouwbegeleiding actief. Deze bestaat uit een aandachtsfunctionaris en 25 geschoolde vrijwilligers. De werkgroep organiseert lotgenotencontact, individuele begeleiding aan huis, themabijeenkomsten, voorlichting en eens per jaar een herdenkingsdienst. De vrijwilligers, soms ervaringsdeskundigen, bieden niet alleen een luisterend oor, maar kijken ook vanuit de oplossingsgerichte methodiek naar de kracht van de mens.
Lotgenotengroep In 2011 is voor het eerst een lotgenotengroep gestart voor middelbare scholieren met een verlieservaring. Aanleiding was de vraag van een jongen van 16 jaar, wiens moeder was overleden. Hij klopte -via zijn intern begeleider van schoolaan bij Traverse. De jongen was op zoek naar leeftijdgenoten die weten wat het is om een ouder, broer of zus te verliezen.
Samen hebben we gekeken naar de mogelijkheden. We hebben scholen en hulpverleners benaderd en zo is een lotgenotengroep ontstaan waar middelbare scholieren met een verlieservaring bij kunnen aansluiten. Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar zien elkaar nu een aantal keer in de maand om samen te praten, te lachen en te huilen. Zij kijken ook naar de toekomst en hoe ze hun leven opnieuw inhoud kunnen geven.
Individuele begeleiding Individuele begeleiding aan kinderen komt ook voor. Een voorbeeld: twee meisjes van 10, een tweeling, misten hun overleden oma heel erg. Oma was er altijd als mama moest werken. Ze was als een tweede moeder. Een begeleider van de werkgroep, een vrijwilliger met een pedagogische achtergrond, is een aantal maal bij de meisjes thuis geweest om met ze te praten. Ze kunnen nu weer verder met hun leven.
17
bedrijfsmaatschappelijk werk
In 2011 hadden 10 bedrijven en organisaties een contract met Traverse voor de inzet van het bedrijfsmaatschappelijk werk.
Signalen De bedrijfsmaatschappelijk werker wordt meestal ingeschakeld door personeelsafdelingen en leidinggevenden om in gesprek te gaan met medewerkers. Signalen zijn bijvoorbeeld dat een medewerker minder productief is, vaker conflicten heeft, zich terugtrekt of zich vaker ziek meldt. In veel organisaties kunnen medewerkers ook rechtstreeks naar de bedrijfsmaatschappelijk werker stappen om een afspraak te maken. De bedrijfsmaatschappelijk werker voert maximaal 5 gesprekken met de cliënt, met als doel dat de werknemer beter gaat functioneren op het werk. Ook het management wordt ondersteund.
Omstandigheden
Privéomstandigeden: schulden en financiële zorgen • rouwverwerking • relatieproblemen • verslaving • problemen met kinderen of familie •
Werkgerelateerd: conflicten met collega’s • conflicten met leidinggevenden • ervaren van te hoge werkdruk • stress, burn-out •
Oplossingsgerichte aanpak
Als
iemand
niet goed in zijn vel zit, worden de signalen meestal ook zichtbaar op het werk.
Via de methodiek van het oplossingsgericht werken wordt de werknemer geholpen om op eigen kracht problemen te overwinnen. Bij de meeste bedrijven is de bedrijfsmaatschappelijk werker ook aanwezig bij de overleggen van het Sociaal Medisch Team (SMT).
Er kunnen allerlei redenen zijn waardoor iemand minder goed functioneert. Onze bedrijfsmaatschappelijk werkers zijn zowel gespecialiseerd in privé- als werkgerelateerde omstandigheden (of een combinatie daarvan).
18
19
591 ouderen
in Roosendaal klopten aan voor informatie en
advies.
20
projecten
In 2011 zijn 3 drie nieuwe projecten gestart: 1) Project Centrale ouderenadviseur in Roosendaal 2) Informatie- en adviespunten in buurthuizen in Roosendaal 3) Project ‘Grip op de knikkers’ in Woensdrecht
Ouderenadviseur Dankzij projectsubsidie van de gemeente Roosendaal kon Traverse starten met de functie van centrale ouderenadviseur. Het betrof een open inschrijving, waarvan de uitvoering aan Traverse werd gegund. De centrale ouderenadviseur vervult een belangrijke rol in het verbinden van organisaties die kwetsbare ouderen kunnen signaleren en organisaties die hiervoor een aanbod hebben. De ouderenadviseur is betrokken geweest bij diverse projecten zoals gezondheidsvoorlichting aan allochtone ouderen. Ook heeft de ouderenadviseur meegewerkt aan het visiedocument ‘Sluitende beweegketen’. Aan 591 ouderen werd informatie en advies gegeven.
Mag ik je ogen en oren lenen? Eén van de concrete projecten waaraan de ouderenadviseur deelnam is: ‘Mag ik je oren en ogen lenen?’. In dit project werd nauw samengewerkt met vrijwilligersorganisaties zoals de Zonnebloem, KBO etc. Vrijwilligers worden ondersteund om de ogen en de oren te zijn van hun wijk. Door het bieden van ondersteuning in de vorm van trainingen en themabijeenkomsten willen we vrijwilligers daarbij helpen. Het gaat dan om thema’s als signaleren, oplossingsgericht werken, activeren, eenzaamheid, dementie, depressie etc.
21
22
Buurthuizen
Grip op de knikkers
Ook het project ‘Informatie- en adviespunten in buurthuizen’ is in 2010 door de gemeente Roosendaal opengesteld. Traverse heeft deze projectsubsidie gegund gekregen. In twee buurthuizen in Roosendaal wordt nu informatie en advies gegeven door vrijwilligers en één medewerker op mbo-niveau. Deze vorm van dienstverlening lijkt erg op het aanbod van Bureau Sociale Raadslieden (BSR) van Traverse. Inhoudelijk is de mbo-medewerker daarom toegevoegd aan het team van BSR. In 2011 is wederom gebleken dat er een grote behoefte bestaat aan informatie en advies, licht-juridische ondersteuning en hulp bij het invullen van formulieren. Alleen al in de gemeente Roosendaal hebben Bureau Sociale Raadslieden en de informatie- en adviespunten in buurthuizen 3.477 cliënten gezien in 2011. Ter illustratie: hiervoor is ingezet 1 fte en vrijwilligers.
De gemeente Woensdrecht vindt het belangrijk dat jongeren al vroeg leren hoe ze met geld moeten omgaan, zodat ze niet in de schulden raken. Aan Traverse is gevraagd om hiervoor een project op te zetten. Dit project hebben we ‘Grip op de knikkers’ genoemd en is uitgevoerd in samenwerking met het Moller College (vmbo) in Hoogerheide en Ossendrecht. Traverse heeft een spelvorm opgezet naar een voorbeeld van de tv-quiz ‘Ik hou van Holland’ en lesmateriaal ontwikkeld waarmee docenten in de klassen konden werken. Door het project kwamen mentoren erachter welke geldproblematiek er bij scholieren leeft. Leerlingen ontdekten tijdens de ‘Week van het geld’ dat zij niet de enige zijn die hiermee zitten. Ook op ouders had het thema effect. Zij durfden eerder nee te zeggen tegen een schoolactiviteit (zoals een trip naar Parijs) die zij niet kunnen betalen. Het project kreeg een 8 in de evaluatie met scholen.
In 2011 bleek wederom dat er een grote behoefte bestaat aan informatie en advies, licht-juridische
ondersteuning en
hulp bij het
invullen van formulieren.
23
samenwerken
24
Traverse werkt op diverse niveaus samen met (keten)partners, om cliënten beter te kunnen ondersteunen. Uitgangspunt voor de toekomst is integraal en wijkgericht werken.
Fusie uitgesteld In de afgelopen jaren hebben we de mogelijkheden onderzocht van een fusie met Surplus, een organisatie voor welzijn, zorg en kinderopvang, die actief is in West- en Midden-Brabant. In eerste instantie werd gestreefd naar een juridische fusie, maar we zijn tot de conclusie gekomen dat dit waarschijnlijk teveel energie van de organisatie vraagt, die ten koste gaat van het slagvaardig inspelen op externe ontwikkelingen. Een bestuurlijke fusie is meer op zijn plaats. Bij een bestuurlijke fusie wordt Traverse een zelfstandige stichting onder de aansturing van de Raad van Bestuur van Surplus. Een ingangsdatum van 1 januari 2012 is wenselijk, gezien de snelheid van de externe ontwikkelingen. Zowel de raden van toezicht als de cliëntenraad zijn hiermee akkoord gegaan. De ondernemingsraad van Traverse heeft echter geadviseerd om de fusie voorlopig op te schorten (zie verderop in dit verslag). De raad van bestuur van Traverse heeft besloten om het advies van de ondernemingsraad over te nemen. De fusie is daarmee voorlopig opgeschort tot een nader te bepalen datum.
Samenwerken loont. zijn erbij gebaat dat organisaties elkaar aanvullen en .
Cliënten
versterken
25
Kritisch
toetsen van ons beleid, dat is de rol van medezeggenschap.
medezeggenschap
Cliëntenraad Juist in deze roerige tijden is een stevige cliëntenraad van groot belang. Een cliëntenraad is als geen ander in staat om het beleid van de organisatie kritisch te toetsen op de gevolgen voor cliënten. In 2011 is daarom besloten om de cliëntenraad van Traverse, bestaand uit drie leden, verder uit te breiden. Onder meer via advertenties is gericht gezocht naar mensen die op beleidsmatig niveau kunnen meedenken en onze doelgroep(en) goed kennen. De werving had resultaat. In 2011 zijn vier nieuwe leden toegetreden. Verder hebben we afscheid genomen van één van de leden van het eerste uur.
Ondernemingsraad De ondernemingsraad van Traverse heeft in 2011 geadviseerd om de fusie met Surplus voorlopig op te schorten. Het advies heeft te maken met de interne ontwikkelingen binnen Surplus Welzijn. Verder vindt de OR het belangrijk dat er eerst meer samenwerking op de werkvloer tot stand komt.
26
27
Door maatregelen te nemen konden we het financieel in goede banen leiden.
organisatie en financiën
Traverse heeft 2011 afgesloten met een licht negatief resultaat van € 1.425,- (- 0,04% van de baten).
Ombuiging In 2008 zijn maatregelen genomen om het negatieve resultaat en de negatieve financiële verwachtingen voor de jaren 2009 t/m 2011 om te buigen naar een positief resultaat. Met de ingezette maatregelen is het beoogde resultaat bereikt.
resultaat
Uitgangspunten Het bezuinigingsplan had de volgende uitgangspunten: • De bezuinigingen moeten gevonden worden in de overheadkosten. Er wordt niet bezuinigd op de uitvoering. • De bezuinigingen moeten in de jaren oplopen en toereikend zijn om financieel gezond te zijn. • Naast bezuinigingen dienen er extra inkomsten gegenereerd te worden. • Terugdringen van het ziekteverzuim.
Resultaten
28
2008
€ -82.876,-
2009
€ 239,-
2010
€ 3.289,-
2011
€ -1.425,-
De maatregelen zijn consequent uitgevoerd en hebben ertoe geleid dat Traverse in de afgelopen jaren een klein positief en in 2011 een klein negatief resultaat heeft behaald. Het ziekteverzuim is teruggelopen van 10,8% in 2008 naar minder dan 5% in 2009 en de jaren erna.
29
Benchmark
Gevolgen
Provinciale middelen
Traverse doet jaarlijks mee aan een externe benchmark van Hordijk & Hordijk. Begin 2011 hebben wij de gegevens hiervoor aangeleverd. De eindconclusie in het rapport: “Evenals afgelopen jaar kent Traverse Groep dit jaar een (verdere) verbetering van alle kengetallen. De kengetallen van Traverse Groep zijn als ‘goed’ te kwalificeren.”
Eind 2011 bleek dat de inkomsten weliswaar fors afnamen, maar dat er nieuwe bronnen van inkomsten tegenover stonden, zoals het contract met de gemeente Tholen en de extra middelen voor preventieve jeugdzorg. Daarom heeft Traverse alle tijdelijke en vaste contracten binnen het maatschappelijk werk in 2012 kunnen voortzetten. Wel hebben we, vanwege vermindering van de subsidie, afscheid moeten nemen van één medewerker van Bureau Sociale Raadslieden met een vast contract. Daarnaast hebben we afscheid moeten nemen van twee medewerkers met een tijdelijk contract dat op 31 december 2011 afliep. Dit betrof een medewerker bij het VIP in Roosendaal en de coördinerend ouderenwerker in Roosendaal.
De gemeenten hebben extra provinciale middelen ontvangen om preventieve jeugdzorg in te zetten. In november werd duidelijk dat Traverse een substantieel extra bedrag ontvangt voor 2011 en 2012. In de speciale bijlage ‘Investeren in jeugd’ kunt u lezen hoe Traverse deze extra middelen inzet.
Bezuiniging 2012 In mei 2011 is een risicoanalyse gemaakt voor 2012. Dit is gebeurd op basis van de op dat moment bekende feiten en reële verwachtingen. Deze risicoanalyse bevestigde de eerdere analyses: Traverse diende rekening te houden met een inkomstendaling van circa 14%. Op basis van deze analyse is opnieuw een bezuinigingsplan opgesteld. Dit betekende dat de overheadkosten moesten dalen, dat we afscheid zouden moeten nemen van een aantal medewerkers met tijdelijke contracten en dat we zelfs afscheid moesten nemen van medewerkers met een vast contract.
30
Uit de externe
benchmark
blijkt dat Traverse een verbetering laat zien van alle kengetallen.
31
investeren in jeugd samen sterk voor hun toekomst
Organisatie voor maatschappelijk welzijn in Westelijk Noord-Brabant
Kinderen en jongeren die
veilig en liefdevol kunnen
opgroeien
zijn als volwassene beter in staat om zich te redden in onze
,
complexe maatschappij. Traverse maakt zich daarom sterk voor een
toekomst
goede van de jeugd. Hoe we dat doen, en met welke partners, leest u in deze speciale bijlage.
Als er
iets is met een
leerling, moeten
docenten en leerkrachten je
feilloos weten te vinden.
schoolmaatschappelijk werk
“Op school gebeurt het, daar moet je zichtbaar zijn” Lichte hulp, gewoon op school en zonder verwijsbriefje. Dat is de kracht van het schoolmaatschappelijk werk (smw). “Op scholen waar wij een vaste dag per week aanwezig zijn en ook in het ZAT zitten, worden de beste resultaten bereikt”, vertelt Sjuul van Gastel, regiomanager van Traverse.
Op school gebeurt het. Leerkrachten signaleren een probleem bij een leerling en melden dit bij de intern begeleider. Zo nodig wordt het kind besproken in het Zorgadviesteam (ZAT) en worden er acties uitgezet. “Het is erg belangrijk voor schoolmaatschappelijk werkers om zichtbaar te zijn op school. Heb je te weinig uren, zit je niet in het ZAT, dan raak je buiten beeld. Als er iets is met een leerling, moeten docenten of leerkrachten je feilloos weten te vinden. Het is heel fijn dat we voor 2012 extra uren hebben gekregen, vanuit provinciale subsidie, om ons werk op scholen uit te breiden.”
Basisscholen In 2011 had Traverse 7 smw’ers in dienst; in 2012 zijn er 3 bijgekomen. Een positieve ontwikkeling is dat de basisscholen sinds kort ook een Zorgadviesteam hebben. “Daardoor kunnen we voorkómen dat problemen uit de hand lopen en dat specialistische hulp nodig is.”
2
3
Eigen kracht De schoolmaatschappelijk werker wordt ervaren als laagdrempelig. Niet alleen leerlingen, maar ook ouders en leerkrachten weten de weg te vinden. Bijvoorbeeld bij gedragsproblemen of een plotselinge gedragsverandering van een kind, zoals somberheid, agressie of spijbelen. Een paar gesprekken zijn vaak al voldoende om het kind weer op het juiste spoor te zetten. “Onze methodiek is oplossingsgericht. We stimuleren kind en ouders om positief te denken en hun eigen kracht te gebruiken. We laten zien hoe hele kleine veranderingen al een groot effect kunnen hebben. Ons motto is: Kijk vooral naar wat goed gaat en doe daar méér van.”
4
Systeemgericht werken “Een kind kun je niet los zien van het gezin”, vervolgt Sjuul van Gastel. “Als de ouders financiële problemen hebben of in scheiding liggen, dan heeft dat meestal invloed op het kind. Dat merken we dagelijks. Traverse biedt, waar nodig, steun aan het hele gezin. We doen dus meer dan alleen schoolmaatschappelijk werk. In ons pakket zit ook hulp bij echtscheidingsproblemen, ouderschapsreorganisatie, schuldhulpverlening, sociaal raadswerk etc. Het uitgangspunt is één gezin, één plan”
Eén
gezin,
één plan.
5
persoonlijke ervaringen
Moeder Anne:
Noëlle (10):
“De huilbuien zijn voorbij”
“Ik weet nu wat helpt tegen pesten”
“Mijn dochter Noëlle kwam vaak huilend uit school, dat ging al twee jaar zo. Ze wilde graag bij de populaire meiden horen, maar juist die meiden pestten haar. Vorig jaar ben ik gescheiden en dat maakte Noëlle nog onzekerder. Ze vond het heel moeilijk wanneer haar beste vriendin met iemand anders wilde afspreken. Dat was voor mij het moment om hulp te gaan zoeken. Via school konden we terecht bij de schoolmaatschappelijk werker. Mijn dochter gaat nu af en toe een half uurtje met haar praten. Gewoon op school. Dan mag ze tijdens de les even uit de klas. Zelf heb ik ook twee keer met die mevrouw gesproken. Ze heeft me laten zien hoe belangrijk het is om je kind complimenten te geven. Noëlle is weer het vrolijke en spontane kind dat ze vroeger was. De huilbuien zijn voorbij.”
6
“Mijn vriendinnen deden steeds stommer tegen me. Als ik wilde meespelen, negeerden ze me. Of ze gingen op mijn tenen staan, net zo lang tot ik moest huilen. Het was fijn om daarover met de schoolmaatschappelijk werkster te praten. Ze gaf me goede tips, die ook echt werken. Ze hielp me om me sterk te voelen. Als een boom. Vroeger als ik gepest werd, rende ik weg. Dan renden die meisjes me gewoon achterna. Nu doe ik het anders. Ik zeg heel duidelijk: ‘Nou en?!’ en dan haal ik mijn schouders op. Daarna loop ik rustig weg. Dat helpt. Soms zit die aardige mevrouw op een praatwolkje in mijn hoofd. Als ik het even niet weet, dan hoor ik haar en dan denk ik: ‘Aha, zo ga ik het doen!’
Op verzoek van moeder en dochter zijn de namen veranderd.
“Mijn dochter gaat onder soms een half uurtje met haar .”
schooltijd praten
7
“De vader van één van onze leerlingen is . Er staat vanavond een
vermoord
ouderbijeenkomst gepland over een heel ander onderwerp. doen we?”
Wat
8
calamiteiten met kinderen
“Een snelkookpan van emoties” Soms gebeurt er iets met kinderen, waardoor alles op z’n kop staat. In 2006 werd Jesse Dingemans uit Hoogerheide vermoord op zijn basisschool. In 2008 volgde een gezinsdrama in Roosendaal. Een vader doodde zijn kinderen en pleegde daarna zelfmoord. Traverse bood psychosociale opvang aan de school en de nabestaanden. Leon Langenberg, bestuurder van Traverse, vertelt hoe zijn team handelt bij schokkende gebeurtenissen. “We hebben al diverse keren te maken gehad met gezinsdrama’s, maar ook met seksueel misbruik en suïcide op scholen. Traverse werkt in een kernteam met partners zoals de GGD. Per situatie wordt ingeschat hoe groot de psychosociale impact zal zijn en wat onze rol kan zijn. Zo’n incident is vaak zeer ingrijpend voor de betrokkenen. Mensen komen in een snelkookpan van emoties terecht. Je moet snel handelen, want in deze tijd staat de media vaak sneller op de stoep dan de hulpverleners.”
Snel paraat Traverse werkt volgens protocol, zodat geen tijd verloren gaat. “Als de situatie erom vraagt, hebben we binnen een uur een team van (school) maatschappelijk werkers paraat. Het team verleent de eerste psychosociale opvang op school. We ondersteunen zowel de schooldirectie als de leerkrachten, ouders en kinderen. De situatie is zo abnormaal, dat scholen vaak niet meteen weten wat ze moeten doen. Er komen veel vragen naar boven. Wat vertellen we in de klassen? Hoe gaan kinderen om met de dood? Wat is normaal en wat niet? Hoe reageren we op vragen van ouders? Hoe gaan we om met tegengestelde belangen in het team?
9
“Kinderen uit groep 2 spelen seksuele spelletjes met elkaar. Er ontstaat een tussen de ouders. Hoe we dit ”
conflict
lossen op?
Tips voor scholen: Zorg dat de telefoonlijst up to date is • Geef kinderen, ouders en docenten de ruimte om hun hart te luchten • Ga niet mee in speculaties, blijf bij de feiten • Pak de dagelijkse routine weer op • Biedt gelegenheid om te herdenken • Laat mensen hun eigen keuzes maken •
10
Emoties
Op school
Een school maakt zoiets bijna nooit mee, daarom is het een geruststellend idee om te kunnen terugvallen op een ervaren partner.* “Traverse biedt vooral opvang en praktisch advies in zo’n situatie”, vertelt Langenberg. “Vroeger leefde het idee dat de omstanders direct hulpverlening moesten krijgen. Dat idee is achterhaald. De meeste mensen kunnen een schokkende gebeurtenis heel goed verwerken in hun eigen sociale kring. Het is belangrijk dat ieder mens dit kan doen op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Daarin kun je een ander de wet niet voorschrijven. In Roosendaal hebben sommige klasgenootjes de kist van de overleden kinderen beschilderd, maar niet iedereen had daar behoefte aan. Dat moeten ouders en kinderen zelf kunnen beslissen.”
“Na de moord op Jesse en de twee kinderen zijn we de hele week op school geweest. We waren vooral op de achtergrond aanwezig. Ik heb de schooldirectie ondersteund en onze (school)maatschappelijk werkers waren aanwezig om leerkrachten, kinderen en ouders op te vangen die door emoties werden overmand. Ze boden een luisterend oor, een schouder om uit te huilen en praktische tips. Wij adviseerden leerkrachten bijvoorbeeld om de dagelijkse routine weer op te pakken. Een voorbeeld is de juf die ’s ochtends met de klas had gepraat over de moord en zich afvroeg wat ze daarna moest doen. De maatschappelijk werker stelde haar de vraag: ‘Wat doe je normaal op dit tijdstip? Rekenen? Oké, ga dan rekenen met de kinderen’. Praten is goed, maar breng het daarna zo snel mogelijk terug naar het normale. Dat is wat kinderen het meest helpt in zo’n situatie. De opdringerigheid van de media is helaas minder helpend. Ouders en kinderen die met rode ogen
de school uitlopen, worden achtervolgd door camera’s en microfoons. Al die publiciteit versterkt de emoties en het gespeculeer enorm. Het is iets waar iedere school op voorbereid zou moeten zijn.”
Nazorg Traverse biedt ook nazorg aan scholen. Want het houdt niet op bij die ene gebeurtenis. Er komen na verloop van tijd weer nieuwe vragen vanuit de school, zoals ‘Hoe herdenken we de overleden kinderen? Wat doen we als het een jaar geleden is?’ Het aantal kinderen dat na afloop nog psychische hulp nodig heeft, is volgens Leon Langenberg beperkt. “Ouders zijn vaak bang dat hun kinderen er iets aan overhouden, maar we merken dat dit in de praktijk wel meevalt. De kinderen die toch hulp nodig hebben, hadden meestal vóór die gebeurtenis ook al problemen. Dat geldt trouwens ook voor ouders en leerkrachten. Zit je tegen een burn out aan, dan kan zo’n incident net de druppel zijn.”
*Over het gezinsdrama in Roosendaal heeft het OBO een boekje uitgebracht met de titel: ‘Verdriet op school’.
11
jeugdbeleid
“Geduld en vertrouwen, dan komen we er wel” De jeugdzorg staat voor een grote transformatie, ook in West-Brabant. “We willen een opvoedklimaat creëren waarin de jeugd prettig en gezond kan opgroeien zonder grote problemen,” zegt Kees Jongmans, wethouder in Roosendaal. “Teveel kinderen komen nu terecht in de gespecialiseerde jeugdzorg. Het aantal zware problemen neemt toe. Dat móet echt anders.” Jongmans is voorzitter van het Regionaal Bestuurlijk Overleg van 18 gemeenten in West-Brabant. Samen bereiden zij zich voor op het nieuwe jeugdzorgstelsel vanaf 2014. Vanuit hun toekomstige regierol hebben de gemeenten een visie geformuleerd. Jongmans: “We willen ervoor zorgen dat het accent verschuift van het behandelen van problemen naar het stimuleren van de eigen kracht van jeugd en ouders.
12
Er moet meer aandacht komen voor preventie en vroegtijdige signalering. Als je de zware dossiers van jongeren induikt, zijn er altijd momenten dat je denkt: Oh, maar als het signaal toen was opgepikt of als instanties beter hadden afgestemd, dan was het met dit kind niet zover gekomen.”
Signalen oppikken “Meer samenwerken en breder durven kijken. Dat is belangrijk voor professionals”, vervolgt hij. “Problemen met een kind staan meestal niet op zichzelf. Een vader die werkloos is, zit niet lekker in zijn vel. Je kunt je afvragen of die man dan een goede opvoeder kan zijn. Het is belangrijk dat we ook signalen als armoede en werkloosheid oppikken. Over de grenzen van je eigen professie heen kijken en de juiste partners inseinen. Als je ouders vooruit helpt, zijn ze ook betere opvoeders voor hun kinderen.”
“Problemen
kind staan meestal niet op zichzelf.”
met een
13
jeugdzorgstelsel “Nieuw
vanaf 2014.”
14
Samenwerken in de wijk
Hoe gaat het in 2020?
Jongmans vindt dat de gemeente niet boven de professionals moet staan, maar zich moet opstellen als een partner. Hij vindt een initiatief als Buurtonderneming Westrand een goed voorbeeld. Professionals en gemeente die in één project samenwerken in de wijk. “Wat ik wil zeggen: laten we over onze eigen belangen heen stappen. Niet alles zelf willen oplossen; maar anderen inschakelen als een casus je eigen competenties te boven gaat. We moeten ons meer laten zien op de plaatsen waar de jeugd zich bevindt, zoals scholen, buurtverenigingen en sportclubs. Een trainer of vrijwilliger kan ons feilloos vertellen in welk gezin het fout dreigt te gaan. Het is een groot voordeel dat je als professional de weg kent in een stad. Daar kiezen we onze partners, zoals Traverse, op uit.”
Jongmans hoopt dat de cijfers in 2020 laten zien dat er minder jongeren zijn met ernstige problemen. “De politiek wil altijd snel hervormen, dat wil ik uiteraard ook, maar ik ben me bewust dat dit tijd nodig heeft. Ik wil ervoor waken dat we te vroeg worden afgerekend op de cijfers. Dit model moet de kans krijgen om zich te bewijzen. Dat vraagt geduld en vertrouwen. Allereerst hebben we het vertrouwen nodig van kinderen en ouders. Eigen kracht is een mooi begrip, maar het wil niet zeggen dat we mensen aan hun lot overlaten. Het is een geleidelijk proces, waarin burgers steeds meer hun eigen verantwoordelijkheid leren nemen en erop vertrouwen dat wij er zijn als het niet gaat.”
15
voordeur
Eén voor kleine en grote vragen over opvoeden en opgroeien van
kinderen
tussen 0 en 23 jaar.
16
centrum voor jeugd en gezin
“De kapitein op het schip, dat is de ouder” Het Centrum voor Jeugd en Gezin in Bergen op Zoom ging begin 2010 open. Het is gevestigd in een brede school, onder één dak met een peuterspeelzaal, een basisschool en een consultatiebureau. Manager Gusta Nijssen is enthousiast over wat al bereikt is. De kernpartners (MEE, JUZT, Thuiszorg West-Brabant en Traverse) hebben elk twee medewerkers afgevaardigd in het CJG, voor een dagdeel per week. Ze beantwoorden tezamen de vragen die per telefoon, per e-mail of aan de balie worden gesteld.
Weerstand Gusta Nijssen vertelt dat in het eerste jaar nog wat weerstand weggenomen moest worden. “Verwijzers dachten: daar heb je de zóveelste instantie. En veel ouders associeerden ons met problemen. Dat beeld is gelukkig aan het veranderen. We worden steeds meer als de voordeur gezien waar je met alle opvoedvragen kunt aankloppen. We hebben veel geïnvesteerd in de relatie met de vindplaatsen: scholen, kinderdagverblijven, consultatiebureaus, peuterspeelzalen, huisartsen etc. Daar komen ouders immers met hun opvoedvragen. Iedere CJGmedewerker fungeert als vaste contactpersoon voor 4 scholen. Ook de schoolmaatschappelijk werkers van Traverse zitten in het CJG. Dus de lijntjes met scholen zijn kort. Er wordt steeds vaker naar ons doorverwezen en ouders kloppen ook zelf aan met vragen. Op onze website is veel informatie te vinden, bijvoorbeeld over opvoedthema’s en bijeenkomsten voor ouder en kind.”
17
Handvatten
Samenwerken
In het CJG staat de vraag van het gezin altijd centraal, benadrukt Gusta Nijssen. “Wat heeft het kind nodig? Wat wil de ouder? We proberen ouders toe te rusten met voldoende handvatten om hun opvoedtaak weer op te pakken. De kapitein op het schip, dat is de ouder. Het enige wat wij doen is de ouder faciliteren om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. We waken ervoor dat we niet méér aanbieden dan de ouder vraagt. De ouder bepaalt wat hij nodig heeft. In het verleden zijn dat te vaak de aanbieders geweest.”
De samenwerkende partners in het CJG zijn gegroeid in hun rol, constateert ze. “Voorheen runden ze hun eigen toko; in het CJG doen ze ’t samen, zittend aan hetzelfde bureau. Iedere maand is er een gezamenlijk casusoverleg, dan kunnen ze in elkaars keuken kijken en van elkaar leren.” Gusta Nijssen vindt dat het steeds beter gaat. “De medewerkers gebruiken elkaars expertise steeds actiever. Het is mooi om te zien hoe ze elkaar weten te vinden.”
Thea: “Die tips werken echt” “Ik ging naar het CJG omdat ik me zorgen maakte over mijn zoon Teun van 13. Hij zat niet lekker in zijn vel, spijbelde veel en luisterde voor geen meter. Het CJG heeft geregeld dat Teun begeleiding krijgt vanuit het Jeugd Preventie Plan (JPP). Bij het CJG hebben ze mij Triple P begeleidingsgesprekken aangeboden. Dat heeft me enorm geholpen. Ik weet nu hoe ik afspraken kan maken met Teun en hem positiever kan benaderen. Die tips werken echt. Teun is in korte tijd zó veranderd. Ik heb een hele andere zoon in huis.”
18
Traverse is actief
in het CJG van 5 gemeenten. “We ervoor dat we niet méér aanbieden dan de ouder vraagt. De ouder wat hij nodig heeft.”
waken
bepaalt
19
respect
Met voor jezelf en respect voor de .
“Kinderen houden elkaar een spiegel voor”
ander
Jacqueline Jongerius, coördinator groepswerk bij Traverse, geeft al jaren trainingen aan kinderen. Vooral sociale vaardigheidstrainingen (sova) zijn populair.
Uitbreiding sova-trainingen De sovatraining voor kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs wordt al enkele jaren met veel succes door Traverse aangeboden in de gemeente Roosendaal. In 2011 hebben ook de gemeenten Bergen op Zoom, Rucphen en Steenbergen de training ingekocht. Daarnaast heeft Traverse een spel- en praatgroep voor kinderen van wie de ouders gescheiden zijn. Voor jong-volwassenen (vanaf 17 jaar) organiseert Traverse assertiviteitstrainingen.
20
sovatrainingen
Ze vermoedt dat het deels de tijdgeest is, die de sova-training zo populair maakt. “De computer speelt een steeds grotere rol in het leven van kinderen. Een kind dat bijvoorbeeld veel gamet, oefent minder met het aangaan van sociale contacten. Veel ouders maken zich daar zorgen over, net als over digitaal pesten. In mijn groepen heb ik zowel kinderen die weinig weerbaar zijn, als kinderen die te assertief reageren. Het werkt heel goed om die twee samen te brengen, ze helpen elkaar zelfs. We doen bijvoorbeeld een oefening waarbij de rollen zijn omgedraaid. De pester ervaart hoe het is om gepest te worden en andersom. Ze houden elkaar een spiegel voor. Daar kun je als trainer goed op inspelen.”
Positieve insteek Sova wil zeggen dat je kunt omgaan met anderen: met respect voor jezelf en met respect voor de ander. In de sova-training komen allerlei thema’s aan bod. Bijvoorbeeld: hoe kun je meer zelfvertrouwen krijgen? Hoe maak je contact met andere kinderen? Hoe zeg je ‘nee’ als je iets niet wilt? Hoe ga je om met ruzie of pesten?
Jacqueline Jongerius: “Tijdens de training doen de kinderen vooral positieve ervaringen op. En ze merken dat ze niet de enige zijn die ergens moeite mee hebben. Vanuit het oplossingsgericht werken versterken we de kracht die kinderen al in zich hebben. Na een oefening is altijd mijn eerste vraag: Wat ging er goed? En hoe zou je dat vaker kunnen gebruiken in situaties die je nog lastig vindt? We oefenen ook met complimenten geven en ontvangen. Je ziet kinderen groeien tijdens de training, hun zelfvertrouwen neemt toe.”
Ouders Ook de rol van de ouders is belangrijk, vervolgt ze. “Na de vijfde keer organiseren we een ouderbijeenkomst. Daarin bespreken we met de ouders hoe ze hun kinderen positief kunnen ondersteunen bij het verder ontwikkelen van de sociale vaardigheden. Het is belangrijk dat ouders en kind dit samen oppakken. Dan bereik je het meest.”
21
voorlees express
‘Mag ik nog een bladzijde?’ De VoorleesExpress in Roosendaal was in 2011 voor het tweede jaar actief. Dit landelijke concept heeft al vele prijzen gewonnen. De vrijwilligers van de VoorleesExpress bezoeken gezinnen met een taalachterstand. Een half jaar lang komt een vrijwilliger wekelijks bij een kind thuis om voor te lezen. Ouders, broertjes en zusjes worden hierbij betrokken. Ook wordt een bezoek aan de bibliotheek gebracht. Het leesplezier in de gezinnen groeit en de taalontwikkeling wordt gestimuleerd.
22
Hoe verder? Het concept is in Roosendaal erg succesvol. In 2011 waren er 49 voorleesvrijwilligers actief. De financiering van de VoorleesExpress is gegarandeerd voor de periode van twee jaar (medio 2010 - medio 2012) door een gift van een plaatselijke sponsor, een bijdrage van het Oranjefonds en innovatiemiddelen van Traverse. In 2011 is onderzocht hoe we de VoorleesExpress in Roosendaal kunnen voortzetten met veel minder middelen. De benodigde acties zijn in gang gezet
later voorlezer
“Als ik groot ben wil ik ook worden!” Rachid (4)
23
Opvallendste
stageplaatsen in 2011:
(1)junior stadsdichter
in Roosendaal
(2)gast van de
burgemeester
maatschappelijke stages
“Een maatschappelijke stage opent je ogen” Alle scholieren in het voortgezet onderwijs lopen vanaf schooljaar 2011-2012 verplicht een maatschappelijke stage van minimaal 30 uur. Ze worden hiermee gestimuleerd om zich belangeloos in te zetten voor de leefomgeving of voor anderen. Het Vrijwilligers Informatie Punt (VIP) vervult de rol van stagemakelaar voor 4 scholen voor voortgezet onderwijs in Roosendaal.
Website In 2011 is het VIP, samen met het Jan Tinbergen College, Norbertuscollege en Da Vinci College gestart met de website www.mas-roosendaal.nl, zodat leerlingen zelf in het stageaanbod kunnen zoeken. Er komen regelmatig nieuwe stageplaatsen bij, zoals samen met senioren een theatervoorstelling bezoeken, natuurexcursies begeleiden, helpen bij Paasspelen en voorlichting geven. Maatschappelijke organisaties die een stageplaats willen aanbieden kunnen dat doen via deze site. De reacties van scholieren zijn positief. Er zijn zelfs leerlingen die actief willen blijven als vrijwilliger. “Een maatschappelijke stage opent je ogen”, vertelt een leerling. “Je ontdekt een andere kant van de samenleving.”
Traverse is stagemakelaar voor: Jan Tinbergen College • Norbertuscollege • Da Vinci College • Gertrudis College (vanaf 2012) •
24
25
www.spot-info.nl biedt klusjes voor kinderen van
10-15 jaar. Eind 2011 telden we
274 enthousiaste
deelnemers. In de loop van het jaar kwamen er 35 kinderen bij.
nieuwe
26
klusjes voor kinderen
“S.POT is leuk, je krijgt er zelfvertrouwen van” Jong geleerd, oud gedaan! Dat is het motto van S.POT!, een project van het Vrijwilligersinformatiepunt (VIP) en de gemeente Roosendaal. De bedoeling is jongeren tussen 10 en 15 jaar enthousiast te maken voor vrijwilligerswerk. Bij S.POT! doen kinderen lichte vrijwilligersklusjes: het verzorgen van dieren bij de kinderboerderij, het helpen bij een sportevenement of het doen van boodschappen voor ouderen. Hiervoor ontvangen zij spaarpunten (S.POT’s) waarmee ze sparen voor leuke activiteiten zoals dansles, boeken of een speeltuinabonnement. Met S.POT komen ze op een leuke manier in aanraking met vrijwilligerswerk. Organisaties, verenigingen en ook bedrijven reageren positief. Eind 2011 waren er 274 deelnemende kinderen.
Reactie van een moeder: “Het is mooi om te zien dat mijn dochter door S.POT meer zelfvertrouwen heeft gekregen. Zelf inschrijven op klusjes, contact maken met organisaties, zelf afspraken regelen, het maakt haar een stuk zelfverzekerder.”
Romy (11) deed al 10 klusjes! “Het leukst vond ik de kinderboerderij. Samen met een vriendin heb ik eieren geraapt, hooi bijgevuld en het drinkwater van de dieren verschoond. Bij Dagverzorging Venpoorten was het ook heel leuk. Het is leuk om met die ouderen te kletsen en spelletjes te doen. Maar snel gaat het niet hoor. Over Yahtzee hebben we wel twee uur gedaan! Ik blijf de site goed in de gaten houden, want er staan steeds weer nieuwe beloningen op. Ik heb al twee leuke schriften uitgekozen en een gratis bioscoopkaartje.”
27
Traverse Organisatie voor maatschappelijk welzijn in Westelijk Noord-Brabant Hoofdkantoor Wassenaarstraat 61 4611 BT Bergen op Zoom T. 0164 - 23 70 56 F. 0164 - 26 56 05
[email protected] www.traversegroep.nl
Coördinatie
Marjan van Gessel
Fotografie i-Stock
Tekst ‘Vooruit kijken’
Vormgeving
Leon Langenberg / Margriet Heebing
Releaf Vormgeving
Tekst ‘Investeren in Jeugd’
Drukwerk
Margriet Heebing
Drukkerij Zoeteweij