Raadsinformatieavond Stadsverwarming Nieuwegein Donderdag 21 april 2016 Goedenavond voorzitter, raadsleden, collega insprekers en andere aanwezigen, Ik richt mij vanavond tot u namens de stichting ‘StadsverArming’, een initiatief dat in september vorig jaar is opgericht om namens Utrechtse en Nieuwegeinse burgers de misstanden rondom stadsverwarming aan de kaak te stellen. Wat we toen niet konden vermoeden, is dat we in de voorbije maanden zoveel onregelmatigheden zouden tegengekomen. In de volledige breedte zijn er misstanden met stadsverwarming waar Nieuwegeinse en Utrechtse burgers massaal over klagen. Ook een aantal fracties in deze raad vond deze signalen belangrijk, stelde vragen aan het college en plande deze avond. Bij een aantal punten vanavond zal ik een verwijzing maken naar de recente gebeurtenissen in Utrecht. Uw college heeft in haar beantwoording op uw schriftelijke vragen namelijk aangegeven voor een groot deel te leunen op de expertise en het beleid zoals dat in Utrecht op het gebied van stadsverwarming wordt gevoerd. Vergelijken maakt onvrij zeggen ze weleens, maar gezien het grote vertrouwen in de buurgemeente op dit vlak, en de schriftelijke beantwoording van uw college, hecht ik er aan af en toe de parallel met Utrecht te trekken.
1. Aansluitplicht In delen van Nieuwegein geldt net als in delen van Utrecht een aansluitplicht op stadsverwarming. Deze aansluitplicht volgt uit gemeentelijke gebiedsontwikkeling waarbij voor een nieuw of her te ontwikkelen gebied stadsverwarming als primaire manier van verwarming wordt aangewezen. Deze aansluitplicht is achterhaald gezien de meer dan tijdelijke, zoals Eneco het noemt, afwaardering van de Eneco centrale op Lage Weide. Op deze afwaardering zal ik zo dadelijk verder ingaan. Er zijn inmiddels duurzamere en goedkopere warmte oplossingen voor handen die naast stadsverwarming een kans dienen te krijgen. Belangrijk voor het ‘kunnen afdwingen’ van een aansluitplicht is het als gemeente hebben van een Warmteplan. Het is ons onbekend of de gemeente Nieuwegein een Warmteplan heeft, wij hebben hier althans niets van kunnen vinden en vermoeden dat het er niet is. Een Warmteplan moet gezien de vergaande gevolgen voor burgers ook altijd door de gemeenteraad worden aangenomen. Ook in Utrecht was een dergelijk plan niet aanwezig en wordt dit nu gemaakt. Bij het ontbreken van een Warmteplan kunnen burgers juridisch niet aan de aansluitplicht op stadsverwarming worden gehouden en kunnen zelfs gebruik maken van hun ‘aansluitrecht’ op gas, wat we in Nederland kennen. Iets waar de gemeente Nieuwegein zich eens in zou moeten verdiepen. In de recente week heeft de Utrechtse gemeenteraad met ruime meerderheid een motie aangenomen tot opheffing van de aansluitplicht voor stadsverwarming. Het opheffen van de aansluitplicht, en het ontwikkelaars en burgers makkelijk maken niet aan te hoeven sluiten en een gelijkwaardige of betere warmte oplossing voor te stellen, dient de nieuwe norm te worden.
2. Hoogte afsluitkosten Burgers met een woning die is aangesloten op stadsverwarming, of burgers met een toekomstige, nog te bouwen woning op stadsverwarming in Nieuwegein hebben geen keuze. Zij hebben een verplichte aansluiting op stadsverwarming. In tegenstelling tot huishoudens met een CV-ketel of andere warmte-oplossingen kunnen deze mensen geen keuze maken voor het type ketel, de verduurzaming van de manier waarmee zij warmte opwekken of kunnen zij de kosten van hun investering in hun eigen warmte-voorziening beïnvloeden. Deze mensen investeren niet, ze bouwen niets op, ze hebben nu in Nieuwegein een abonnement voor onbepaalde tijd voor hun woning op deze warmtelevering. Als mensen dan willen afsluiten is Eneco graag bereidt daar een gepeperde offerte voor te sturen. Bedragen van 3000-4000 euro voor woningen jonger dan 15 jaar zijn eerder regel dan uitzondering. Eneco pretendeert dat deze kosten verband houden met het verwijderen van de leidingen. Niets is echter minder waar, want voor dezelfde werkzaamheden rekent het bedrijf bij woningen ouder dan 15 jaar nog maar een bedrag van 393,25. Het is puur een exploitatie kwestie van een private organisatie waar ook de gemeente Nieuwegein onvoldoende afspraken over heeft gemaakt voor haar burgers. De aansluitplicht en de hoge afsluitkosten remmen de energie-transitie. Woningeigenaren die het verduurzamen van hun woning ter hand willen nemen stuiten op deze problemen en tegenwerking van Eneco. Omdat de gemeente Nieuwegein haar burgers in stadswarmte gebied heeft ‘uitgeleverd’ aan Eneco heeft zij in onze ogen wel degelijk een verantwoordelijkheid in het overeenkomen van nette afsluitvoorwaarden. Het college lijkt hier, gezien de beantwoording van vragen van fracties uit uw raad, niet van overtuigd. De gemeente zou hierover in gesprek moeten gaan met Eneco. Ook hier heeft de gemeenteraad van buurgemeente Utrecht vorige week de druk vergaand opgevoerd richting het college. Unaniem is de motie voor het naar geringe kosten verlagen van deze afsluitkosten aangenomen. Ook heeft het Utrechtse college in de afgelopen twee weken besloten dat de verplichting tot het
verwijderen van leidingen van huishoudens die geen gebruik meer willen maken van stadsverwarming in de grond mogen blijven liggen. De ontheffing van deze verwijderplicht van leidingen stelt Eneco nu instaat geen hoge kosten meer te rekenen voor bewoners die de levering van stadsverwarming willen beeindigen. Tot slot hebben op dit onderwerp gisteren de consumentenbond, de Vereniging Eigen Huis en de Woonbond aan de vaste kamercommissie Economische Zaken een brief gestuurd om kosteloze afsluiting van stadsverwarming te verankeren in de nieuwe Warmtewet.
3. Hoge kosten Een stadsverwarmingsgebruiker is per jaar 300-500 euro meer kwijt dan een vergelijkbare gebruiker van een gas-aansluiting. Deze verschillen komen met name voort uit vier punten: 1. Warmtewet. het hanteren van een aantal verkeerde parameters voor de vertaling kosten van gas naar warmte in de Warmtewet. Ik noem hier bijvoorbeeld de hoge kosten van 1500 euro van een CV-ketel waarmee wordt gerekend bij de vertaling van de kosten van een gas-woning. Een gemiddelde prijs die we al lang niet meer tegenkomen voor een goede HR-rendements ketel. 2. Overstappen. Daar bovenop kunnen warmtegebruikers niet ieder jaar overstappen van energieleverancier (iets wat zelfs door de ACM wordt gestimuleerd). 3. Vastrecht. In de afgelopen 8 jaar, sinds 2008, zijn de vaste kosten voor stadsverwarming voor een huishouden met warmtewisselaar met 26,9% (!) gestegen.
Ook op dit vlak kent de Warmtewet in vergelijk met gas een onvolkomenheid. Bij een gas-aansluiting bestaan o.b.v. verbruik van een huishouden twee vastrecht tarieven. Tot 500m3 en 500-4000m3. Bij stadsverwarming bestaat er maar één vastrecht tarief, wat in veel gevallen kleinere huishoudens, en bijvoorbeeld flats, met hoge vaste kosten opzadeld. 4. Variabele kosten. Ook wat deze kosten betreft mag de warmtegebruiker mag niet meer betalen dan een gas-gebruiker. Dit is al jaren niet het geval. Eneco stelt dan ook maar voor het gemak de laatste jaren dir variabele tarief vast op de maximumtarief wat de ACM bepaald. Als we het opwekrendement waar de ACM mee rekent in de jaarlijkse tariefsmaximering nader bekijken en hierin de rendementen waar Eneco stadsverwarming in Utrecht mee opwekt in verwerken, dan zou daar een korting op het variabele GJ-tarief uit moeten volgen en zou Eneco dus niet het maximale tarief mogen rekenen. Dit betekent concreet dat bij een opwekrendement van 177,5% in het verleden, de GJ-prijs voor een eindgebruiker €12,01 had moeten bedragen. En bij een opwekrendement van 110% dit een bedrag van €16,99 moet zijn. De gebruiker betaalt nu €22,66. Al deze aspecten leiden tot een fors hogere energierekening voor de Utrechtse burger.
4. Duurzaamheid Stadsverwarming zou volgens Eneco erg duurzaam zijn. De Nieuwegeinse stadsverwarming is alles behalve duurzaam. De Nieuwegeinse stadsverwarming is gas- en dieselgestookt en de restwarmte die Eneco u in het verleden heeft ‘verkocht’ is feitelijk AFTAPwarmte van het opwekproces van elektriciteit geweest. De term rest vermoedt ook echt een restproduct. Restwarmte heeft dus nooit bestaan en elektriciteit weten we sinds kort-, wordt ook niet meer in Utrecht geproduceerd. Omdat het voor Eneco commercieel interessanter is om met de lage prijzen voor elektriciteit deze van buiten Utrecht te halen (op te wekken dan wel bij andere aanbieders in te kopen) wordt in Utrecht geen elektriciteit meer opgewekt. Het resultaat van deze eenzijdige beslissing van Eneco is dat het opwekrendement van de centrales is ingestort met meer dan 50% is afgenomen tot een droevig niveau. Eneco had voor dit opwekrendement een zgn. kwaliteitsverklaring. Een kwaliteitsverklaring is een verklaring van een onafhankelijke, derde partij over het opwekrendement van de centrale. Deze kwaliteitsverklaring is voor de Eneco centrale in 2012 afgegeven door TNO op een niveau van 177,5%. In het diagram van Eneco wat u hier ziet, blijkt dat het opwekrendement (ookwel met EOR aangeduidt) al sinds 2012, dit zelfde jaar, niet meer boven het niveau van de kwaliteitsverklaring van 177,5% is uitgekomen. Op 1 mei 2015 trok Eneco hierover pas aan de bel en informeerde het een aantal marktpartijen en de gemeente Utrecht. De gemeente Nieuwegein mocht dit nieuws zelfs pas 10 maanden later, medio februari 2016, uit de media vernemen.
En nu vraagt u zich af, waarom is dit opwekrendement zo belangrijk? Dit opwekrendement wordt gebruikt in de isolatie- en energetische berekening van nieuwbouwwoningen die aan het Nieuwegeinse warmtenet worden gerealiseerd. Achteraf kunnen we dus concluderen dat bijna alle nieuw gebouwde woningen in de jaren na 2012 zo’n 20% slechtere energetische prestaties hebben en bewoners dit verschil jaarlijks betalen via hun energie-rekening. De Nieuwegeinse burger is hier dus gewoon gedupeerd. Het gebrek aan een goede relatie met Eneco, waarin frequent contact plaatsvindt over het milieurendement van de centrale is van vitaal belang voor een gemeente wanneer het hier met het verlenen van omgevingsvergunning de mate van isolatie van huizen op baseert. Helemaal kwalijk is het feit dat dit rendement al vele jaren ondermaats was en Eneco de gemeente Nieuwegein hier niet over heeft geïnformeerd. Een warmtenet aanleggen komt ook met verantwoordelijkheden voor zowel de gemeente als de exploitant. We kunnen met de wetenschap van nu concluderen dat beide partijen hier grandioos in hebben gefaald. Eneco pretendeert dat het opwekrendement nu rond de 125% schommelt en wellicht eind 2018 naar een rendement van max. 165% kan stijgen bij het in gebruik nemen van de geplande biomassa centrale. Voor alle duidelijkheid: moet Eneco nog een besluit nemen in de 2e helft van dit jaar of ze deze centrale daadwerkelijk wil gaan realiseren. De gevolgen van het speculeren op de komst van deze centrale moeten dan ook voor rekening komen van de gemeente en het college. Tot slot wat betreft het onderwerp duurzaamheid betreft bestaat er een grote kans dat Eneco een nieuwe kwaliteitsverklaring aanvraagt voor het, naar eigen zeggen van Eneco, actuele opwekwaarde van 125%. In buurgemeente Utrecht werd vorige week met brede steun door de gemeenteraad een motie aangenomen om voor nieuwbouwwoningen op stadsverwarming geen kwaliteitsverklaring meer te accepteren die hoger ligt dan het zgn. forfaitaire
rendement van 110%. Hierdoor worden toekomstige huizen met een stadsverwarmingsaansluiting zo duurzaam mogelijk gebouwd. Mocht u toch als gemeente een nieuwe kwaliteitsverklaring willen accepteren, dan adviseren wij deze naast onafhankelijke vaststelling, deze ook periodiek, wederom door een onafhankelijke, externe partij te laten controleren en daarover te rapporteren. Op deze manier borgt u dan in ieder geval dat het 4 jaar lang verzwijgen van een niet (meer) te realiseren rendement wordt voorkomen. Inwoners en de gemeente Nieuwegein mogen Eneco bedanken voor het in 1 klap enorm verlagen van het milieurendement (van 177,5% naar 125%) en daarmee de duurzaamheid van de gemeente. Gezien het feit dat de meerderheid van huishoudens in uw gemeente met stadsverwarming is aangesloten (60%) vragen wij ons af welke compenserende maatregelen daar wel niet tegenover moeten staan.
5. Contractuele basis en positie van Eneco Ik sprak al eerder over de contractuele basis van het Nieuwegeinse warmtenet. Wij kennen de contracten niet, maar vermoeden dat deze niet veel verder gaan dan de ‘intentieovereenkomst’ zoals we die tussen de gemeente Utrecht en Eneco (destijds: REMU en het gemeentelijk energiebedrijf) aantroffen. Een mogelijk oud contract, wat niet meer voldoet aan de huidige tijd en waar noodzakelijke afspraken die de Nieuwegeinse burger moeten beschermen waarschijnlijk niet in overeengekomen zijn. Ik adviseer de raad en het college heel goed naar de bestaande afspraken te kijken, en ze met de wetenschap van nu te heroverwegen, en sterker nog te heronderhandelen met Eneco. En dat brengt mij op mij het punt van de positie van Eneco. Het gemeentelijke warmtenet van destijds de REMU in Utrecht is al meer dan 12 jaar geleden geprivatiseerd in het huidige Eneco. Deze veranderde situatie maakt het, nog meer dan in het verleden, nodig en relevant om goede afspraken te maken ter bescherming van de gemeente en haar burgers. Momenteel blijkt dit zwaar onvoldoende. Ook wil ik hiermee pleiten voor een gelijk speelveld wat betreft aanbieders van warmte oplossingen in uw gemeente. Terugverwijzend naar de ‘aansluitplicht’ blijkt dit een verouderd instrument geworden. Het opheffen van deze plicht zal een gelijker speelveld gaan creëren waar ook andere aanbieders (denk aan warmtepompen, pelletketels) kunnen gaan meewerken aan de echte verduurzaming van uw gemeente.
6. Alternatieven Voordat ik afrond belicht ik graag nog even de alternatieven voor stadsverwarming. Voor nieuw te realiseren, grond-gebonden woningen zijn die het eenvoudigst te realiseren. Warmtepompen met bron, lucht-water warmtepompen en pelletketels kunnen hier voor goede oplossingen zijn. Deze alternatieven zijn vaak ook geschikt voor bestaande grond-gebonden woningen en kunnen bij verbouwing/renovatie vaak prima worden meegenomen. Belangrijk is wel om de warmtevraag van woningen al zoveel mogelijk te beperken, anders zullen deze alternatieven weinig aantrekkelijker zijn dan stadsverwarming. Nieuwe woningen lenen zich hier dus uitstekend voor, die zijn al goed geisoleerd. Bij bestaande woningen zal ook, of eerst, goed geisoleerd moeten worden om de vraag van warmte te verminderen en wordt idealiter laagtemperatuursverwarming (denk aan vloerverwarming) het primaire verwarmingssysteem. Voor flats en appartementen is de vraag direct complexer. Ook hiervoor geldt dat alles begint met isoleren. Een warmtepomp of pelletketel is op complex-niveau een mogelijkheid, echter dient hier afstemming en overeenstemming te worden gevonden op VVE-niveau, met de eigenaar van het complex of de woningcorporatie. Dit maakt verduurzaming en het beter betaalbaar maken van dit type woningen direct een grotere uitdaging, maar niet onmogelijk. Veel mensen die in flats wonen kunnen echter ook kiezen voor electrisch verwarmen middels infra-rood panelen en een electrische boiler. Ook dit soort business cases winnen het bij afname van groene stroom op betaalbaarheid en duurzaamheid van stadsverwarming.
7. Tot slot Rond ik af met een samenvatting van onze aanbeveling op dit vervelende dossier: -
Hef de aansluitplicht voor stadsverwarming op en laat de keuze voor een duurzame en betaalbare warmte oplossing voor toekomstige woonhuizen over aan de expertise en ervaring van projectontwikkelaars en burgers die verduurzaming in eigen hand willen nemen. Stimuleer deze groep Nieuwegein’ers en laat ze niet door Eneco tegenwerken. Dit zijn de ‘early movers’ in de gemeente;
-
Ga met Eneco in gesprek over de hoogte van de afsluitkosten voor stadsverwarming. In Utrecht heeft de raad een voorstel gedaan dit niet hoger te laten uitvallen dan de gemiddelde afsluitkosten bij een gas-aansluiting. Deze afsluitkosten zijn, in tegenstelling tot afsluitkosten van een warmte-aansluiting, wel gereguleerd en bedragen ten hoogste een paar honderd euro.
-
Ga met Eneco in gesprek over de hoogte van het variabele Gigajoule-tarief. Op basis van het rendement wat de ACM-gebruikt in haar vaststelling van het maximum tarief, zou het variabele tarief voor warmtegebruikers, ook wanneer gerekend wordt met het forfaitaire rendement van 110%, stukken lager moeten liggen.
-
Neem duurzaamheid wat betreft stadsverwarming als gemeente serieus. Gebruik geen kwaliteitsverklaring meer voor de energetische berekening van nieuwbouwwoningen en vergun deze woningen o.b.v. het forfaitaire rendement.
-
Bestudeer de moties van Utrechtse gemeenteraad op dit dossier, allen zijn vorige week met grote meerderheid of zelfs unaniem aangenomen, en trek de paralellen met uw gemeente.
-
Herzie de contractuele afspraken met Eneco, waar al deze punten in worden meegenomen en goed worden geborgd. En zorg voor expertise op dit belangrijke dossier in de ambtelijke organisatie, zodat kennis hieromtrent wordt geactualiseerd en de relatie met Eneco structureel vanuit de gemeente Nieuwegein wordt beheerd.
De ‘schade’ door dit dossier is beperkter dan in Utrecht waar tenminste 240 nieuwe eigenaren van sjoemelwoningen door de gemeente en ontwikkelaars moeten worden gecompenseerd. Dit had ook in Nieuwegein kunnen gebeuren maar lijkt nu mee te vallen. Laten we zorgen dat we leren van deze ‘wake-up’ call en wij hopen dat u als raad gaat staan voor eerlijke, duurzame en betaalbare verwarming voor de Nieuwegeinse burger. Daarvoor is NU actie nodig. Ik dank u voor uw aandacht. Bart van den Heuvel Stichting Stadsverarming