Consultatieverslag CA Fluxys
Raadpleging over de aansluitingsovereenkomst van de N.V. FLUXYS – November 2007 Consultatieverslag
De CREG analyseerde het nieuw ontwerp van aansluitingsovereenkomst van de N.V. FLUXYS met betrekking tot de afnemers van aardgas die rechtstreeks verbonden zijn met het vervoersnet. Daartoe organiseerde de CREG een openbare raadpleging met als doel de betrokken partijen de mogelijkheid te bieden hun standpunt over dit standaardcontract weer te geven. Op basis van de opmerkingen van de eerste raadpleging die werd afgesloten op 29 september 2006, heeft de CREG de N.V. FLUXYS gevraagd het ontwerp van aansluitingsovereenkomst aan te passen en haar een gewijzigde versie over te maken. De
CREG
publiceerde
een
volledige
versie
van
het
nieuwe
ontwerp
van
aansluitingsovereenkomst zoals voorgesteld door de N.V. FLUXYS op haar website. De netgebruikers werden verzocht hun opmerkingen, aanvullingen en commentaar schriftelijk over te maken, per mail of post, voor 31 oktober 2007. Een aantal netgebruikers wensten hun schriftelijke opmerkingen en suggesties bijkomend mondeling te kunnen toelichten. De CREG is aan dit verzoek tegemoet gekomen en heeft daartoe een aantal bilaterale overlegvergaderingen georganiseerd. Hierna volgt het consultatieverslag waarbij de opmerkingen en/of suggesties van de netgebruikers die deelnamen aan deze consultatie (hierna de Netgebruikers) worden vermeld. De CREG benadrukt dat dit consultatieverslag een uitgebreide samenvatting is van de reacties, opmerkingen en suggesties van de Netgebruikers. De CREG zal dit consultatieverslag naar eigen inzicht gebruiken bij de verdere uitwerking van haar beslissing. In dit opzicht is het consultatiedocument geenszins te beschouwen als een standpunt van de
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
1/35
Consultatieverslag CA Fluxys
CREG. De CREG garandeerde de vertrouwelijke behandeling van de ontvangen reacties. Op verzoek van de Netgebruikers en om vertrouwelijkheidsredenen worden de namen van de Netgebruikers niet vermeld.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
2/35
Consultatieverslag CA Fluxys
Consultatieverslag
Hierna volgt een samenvatting van de opmerkingen en bedenkingen van de Netgebruikers.
1.
DEFINITIES
In het algemeen moet opgemerkt worden dat voor een groot aantal begrippen Fluxys geen gebruik maakt van de wettelijke definities en daarnaast termen gebruikt die niet wettelijk zijn gedefinieerd maar wel nauw verbonden zijn met wettelijk gedefinieerde begrippen. Dit is op zijn minst heel verwarrend. Als voorbeelden kunnen worden aangehaald:
eindafnemer,
Verbruiker,
vervoerinstallatie;
netgebruiker
en
vervoerscontract.
Het is nodig om een aantal definities van bepaalde begrippen toe te voegen zoals Rho, Z, constructeur, verbonden ondernemingen…In dit verband is het nuttig gebruik te maken van de definities vermeld in het bestaande glossarium van Fluxys.
Als algemene bepaling moet vermeld worden dat de gedefinieerde termen die worden gehanteerd in de Aansluitingsprocedures dezelfde betekenis hebben als deze in de Aansluitingsovereenkomst.
“Aansluitingspunt”: te bepalen dat dit aansluitingspunt is gelegen na de isolatieflens van de kathodische bescherming langs de kant van de site van de Verbruiker, zodat duidelijk wordt dat deze onder de verantwoordelijkheid van Fluxys valt en Fluxys aansprakelijk is voor de schade die zou kunnen voortvloeien uit een gebrek van deze isolatieflens. Er dient over gewaakt te worden dat in de uiteindelijke aansluitingsovereenkomst eenduidig wordt vastgelegd waar dit punt zich effectief bevindt.
“Aardgasontvangststation”: bij de vertaling naar het Nederlands is “situated on the Site” weggelaten. Zoals reeds vroeger opgemerkt, bestaat hiervoor geen tegenhanger langs de kant van Fluxys. Nochtans bestaat hiervoor het wettelijk begrip “vervoerinstallatie”. Een mogelijk hieraan gerelateerd begrip is “vervoernet” maar in de wettelijke definitie
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
3/35
Consultatieverslag CA Fluxys
wordt dit grosso modo omschreven als het samenstel van vervoerinstallatie. Een Netgebruiker begrijpt dan ook niet waarom enkel en alleen het begrip “vervoernet” wordt gehanteerd en nergens in de aansluitingsovereenkomst melding wordt gemaakt van vervoerinstallaties. Verder wordt opgemerkt dat deze definitie o.a. een impact heeft op de respectievelijke verantwoordelijkheden van partijen. In de Aansluitingsovereenkomst en in de Aansluitingsprocedures wordt anderzijds gesteld dat b.v. flowmeter, eventuele gaschromatograaf, meetapparatuur eigendom kunnen zijn van Fluxys. In dit geval is de definitie en bijgevolg de verantwoordelijkheids- en aansprakelijkheidsafbakening van partijen onvoldoende specifiek. De definitie stelt algemeen dat het gaat om “de installaties voor de ontvangst van Aardgas (…) die toebehoren aan en/of gebruikt worden door of voor rekening van de Verbruiker”. Dit lijkt een zeer ruime omschrijving en laat uitschijnen dat alle installaties m.b.t. het aardgasontvangstation toebehoren aan de Verbruiker en/of gebruikt worden door of voor rekening van de Verbruiker. Dat is nochtans niet altijd het geval. Er zijn installaties die onderdeel zijn van het aardgasontvangstation en die eigendom zijn van of beheerd worden door Fluxys: o.a. het General Inlet Block Valve, het telemetering equipment,
de
gaschromatograaf
en
de
flow
computers
(“Volumeherleidingsinstrumenten” zoals genoemd in artikelen 3.5.6.1 en 3.5.6.4 van het ontwerp van aansluitingsprocedures) in het gasmeetstation zijn meestal eigendom van en worden beheerd door Fluxys. Voor wat betreft de gaschromatochraaf lijken de aansluitingsprocedures dat ook te bevestigen. Het belang van een volledige en correcte omschrijving van het aardgasontvangstation is immers zeer groot. De huidige omschrijving impliceert dat de Netgebruiker alle installaties m.b.t. het aardgasontvangstation beheert en, bijgevolg, ook aansprakelijk is voor de werking van al die installaties. Indien het begrip “Aardgasontvangststation” de installaties die in werkelijkheid door Fluxys worden beheerd niet expliciet uitsluit, loopt de Netgebruiker het risico verantwoordelijk te kunnen worden gehouden voor installaties die zij in werkelijkheid zelf niet beheert. Nog steeds is er geen duidelijkheid over de eigendom en/of beheer van de installaties m.b.t. tot de aansluiting op het Fluxys-net. Een nauwkeurige(re) omschrijving van begrippen zoals “Aardgasontvangststation” en “Ingangshoofdafsluiter” (zie verder) is dus noodzakelijk. Uit de omschrijving van “Aardgasontvangststation” (in combinatie met de definitie van “Aansluitingspunt”) kan wel worden opgemaakt waar het “Aardgasontvangststation” begint,
maar
niet
waar
het
eindigt.
Volgens
de
omschrijving
behoort
het
“Ontspanningsstation” tot het “Aardgasontvangststation”. Dit is niet noodzakelijk het
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
4/35
Consultatieverslag CA Fluxys
geval. Een Ontspanningsstation behoort tot het Aardgasontvangstation indien het in stroomrichting vóór het Meetstation ligt. Indien het Ontspanningsstation ná het Meetstation komt, dan maakt het Ontspanningsstation geen deel uit van het Aardgasontvangstation. Dit dient dus ook te worden verduidelijkt. Het is dus belangrijk een duidelijke afbakening te hebben van het concept van “Aardgasontvangststation”. Enkel op die wijze kan de “invloedssfeer” van Fluxys precies worden bepaald. Het kan niet zijn dat Fluxys via haar aansluitingsprocedures eisen oplegt met betrekking tot o.m. ventielen en meters die zich buiten de sfeer van het Aardgasontvangststation bevinden. Sommige Netgebruikers hebben een groot aantal ventielen en meters, alsook ontvangstations, maar deze installaties zijn er voor het beheer van het interne verdelingssysteem van aardgas tussen de installaties op de Site van de Netgebruiker. De aansluitingsprocedures kunnen dus o.i. enkel van toepassing zijn
op
het
aardgasontvangstation
“Aardgasontvangststation”
ook
en
duidelijk
ook
daarom
dient
het
te
worden
omschreven.
begrip De
aansluitingsprocedures kunnen dan ook geen toepassing hebben op de onderliggende installaties van de Netgebruiker, in tegenstelling tot wat een te ruime definitie van het begrip “Aardgasontvangststation” laat vermoeden. •
“Belangrijkste voorwaarden” (voorheen: “Main conditions”): Het is niet duidelijk wat concreet bedoeld wordt met deze term. Een vage toevoeging als “zoals die in de Gaswet zijn gedefinieerd” is onvoldoende aangezien in de gaswet zelf de “belangrijkste voorwaarden” niet worden gedefinieerd. Artikelen 3.2.5 en 8.9 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst verwijzen naar de “Belangrijkste voorwaarden”. Maar een Netgebruiker weet niet wat die voorwaarden precies inhouden. Bovendien blijken de “Belangrijkste voorwaarden” nog niet eens te bestaan. Dit wordt niet alleen bevestigd op de website van Fluxys die meldt dat de Belangrijkste voorwaarden ter goedkeuring zijn bij de CREG. Ook artikel 8.9 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst zelf bevestigt dat de “Belangrijkste voorwaarden” nog niet bestaan: “nadat de Belangrijkste voorwaarden binnen het toepasselijk wetgevend kader door de CREG zijn goedgekeurd”. Een Netgebruiker kan op dit ogenblik dus nog geen kennis hebben van de “Belangrijkste voorwaarden”. En toch zou hij aan die voorwaarden moeten voldoen volgens het ontwerp van aansluitingsovereenkomst.
“Bevrachter”: dit zou de vertaling naar het Nederlands zijn van “Grid User”. Dit is nogal vreemd daar dit in principe wordt vertaald als “netgebruiker”. Daarenboven wordt “Bevrachter” gedefinieerd als de persoon of de onderneming die een vervoerscontract
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
5/35
Consultatieverslag CA Fluxys
met de vervoerder heeft afgesloten. In het vervoerscontract wordt deze partij “Grid user” genoemd. Het gebruik van de term “Bevrachter” schept dus veel verwarring. Wat betreft de definitie van bevrachter geeft een Netgebruiker de voorkeur aan het goedgekeurde glossarium van definities. De bevrachter wordt hierin beschreven als 'elke natuurlijke of rechtspersoon die een overbrengingscontract met Fluxys heeft gesloten' . Dit begrip is te onderscheiden van de term
netgebruiker, die verwijst naar
'de natuurlijke of
rechtspersoon die aardgas levert aan of afneemt van het vervoersnet' .
“Ingangshoofdafsluiter”: Vooreerst valt op te merken dat het begrip “Ingangsafsluiter” of “Inlet Block Valve” niet meer wordt gedefinieerd in het huidig ontwerp van aansluitingsovereenkomst. Nochtans omvat de Aansluitingsprocedures hieromtrent een aantal verplichtingen. Er heerst nog steeds onduidelijkheid wanneer moet worden voorzien in een Ingangsafsluiter. Hierbij is het wenselijk een onderscheid te maken tussen enerzijds de bestaande aansluitingen en anderzijds de nieuwe aansluitingen. In de aansluitingsovereenkomst moet dan ook duidelijk worden bepaald dat in sommige gevallen geen nieuwe/bijkomende Ingangsafsluiter is vereist en de Ingangshoofdafsluiter te allen tijde toegankelijk moet zijn voor de eindafnemer. Voor wat betreft de nieuwe aansluitingen is het noodzakelijk dat in de aansluitingsovereenkomst wordt gepreciseerd dat een Ingangsafsluiter langs de zijde van de eindafnemer is vereist behalve wanneer de Ingangshoofdafsluiter op minder dan 15 meter van het gasontvangststation is gelegen. Opmerkelijk is verder dat in de vorige (Engelse) versie twee begrippen vermeld werden: “General Inlet Block Valve” en “Inlet Block Valve”. In de nieuwe versie van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst vindt men enkel het begrip “Ingangshoofdafsluiter” terug. Artikel 3.1.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst doet vermoeden dat met “Ingangshoofdafsluiter” het “General Inlet Block Valve” wordt bedoeld. Enerzijds werd in de vorige (Engelse) versie vermeld dat het General Inlet Block Valve deel uitmaakt van het Vervoersnet (waardoor het onder Fluxys’ beheer valt). In de nieuwe (Nederlandse) versie van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst wordt dit niet
meer
expliciet
gesteld.
Nochtans
is
het
essentieel
te
weten
wie
de
“Ingangshoofdafsluiter” in eigendom heeft of beheert. Anderzijds verwijst de (nieuwe) omschrijving van het begrip “Ingangshoofdafsluiter” naar het “Aardgasontvangststation” terwijl in de vorige versie naar het aardgasontvangstation wordt verwezen in de definitie van “Inlet Block Valve” en niet in die van “General Inlet Block Valve”.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
6/35
Consultatieverslag CA Fluxys
Fluxys lijkt dus ofwel vergeten te zijn één van de twee begrippen te definiëren, en heeft de opgenomen definitie van “General Inlet Block Valve” niet vertaald zoals in de vorige Engelse versie was omschreven, ofwel heeft Fluxys de twee (oude) begrippen –die in werkelijkheid een verschillende lading dekken- plotsklaps in één begrip gegoten, maar heeft daardoor opnieuw onduidelijk gecreëerd omtrent de eigendom/het beheer van de “Ingangshoofdafsluiter”. Verrassend is dat in artikel 3.2 van het ontwerp van aansluitingsprocedures de nietgedefinieerde term “Ingangsafsluiter” (“Inlet Block Valve”) plots wél opduikt. Het voorgaande toont duidelijk aan dat er nog steeds geen eenduidig antwoord bestaat op de vraag wie eigenaar/beheerder is van de verschillende installaties met betrekking tot de aansluiting op het Fluxys-net. Nochtans is dat de basis voor de bepaling van de aansprakelijkheid van de partijen bij de aansluitingsovereenkomst: eenieder is verantwoordelijk voor de installaties die onder zijn/haar beheer vallen. •
“Materiële schade” (voorheen “Material Damage”): Dit begrip is uitermate belangrijk aangezien het een aspect is dat deel uitmaakt van de beoordeling van de aansprakelijkheid. Alle voorgaande versies waren in het Engels. De toenmalige term “Material Damage” werd toen omschreven aan de hand van Engelse rechtsbegrippen die inhoudelijk niet steeds dezelfde dekking hebben wanneer zij letterlijk worden vertaald naar het Nederlands of het Frans en zich dus tot een verschillende interpretatie lenen. Nu een Nederlandstalige versie voorligt, wordt “Materiële schade” omschreven als “louter vermogenschade”. Het hoeft geen betoog dat deze omschrijving onduidelijk is, zeker nu met zulke omschrijving de inhoud van de aansprakelijkheidsclausule (artikel 4 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst) totaal onbegrijpelijk is en zelfs interne tegenstrijdigheden bevat (zie verder). Misschien heeft Fluxys hier met het begrip vermogenschade alle schade (zowel directe als indirecte) bedoeld met uitsluiting van de morele schade, maar zeker lijkt dit niet. Zonder een duidelijke inhoud van het begrip “materiële schade” kunnen de clausules m.b.t. de aansprakelijkheid (zie verder) ook niet ten volle worden beoordeeld.
“MATRS”: dit begrip is niet wettelijk gedefinieerd. Daarentegen wordt het wettelijk begrip “vervoerscontract” nergens gebruikt. Wat betreft de definitie van vervoerscontract dient de volgende omschrijving te worden ingevoegd: 'elke commerciële overeenkomst tussen
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
7/35
Consultatieverslag CA Fluxys
een aanvrager en een vervoersonderneming met betrekking tot vervoersdiensten' (referentie: Artikel 1 KB 4 april 2003 betreffende de gedragscode inzake toegang tot de vervoersnetten voor aardgas). Dit ter vervanging van de voorgestelde definitie 'MATRS' . Het gebruik van de notie MATRS in de aansluitingsovereenkomst, zou immers voor gevolg kunnen hebben dat een enkele wijziging in de benaming van de MATRS de niet toepassing van deze overeenkomst tot gevolg zou kunnen hebben. Juridisch-technisch dient een generieke formulering te worden verkozen.
“Site”: een referentie naar een kadastraal perceel ontbreekt nog steeds. Dit kan bijvoorbeeld door te verwijzen naar het Implementation Plan in bijlage 3 waarin dan de kadastrale gegevens moeten vermeld worden.
“Spoedgeval”: De zienswijze van Fluxys is uitermate éénzijdig. Een spoedmaatregel moet niet alleen bekeken worden vanuit de integriteit van het Vervoersnet alleen. Er moet ook steeds rekening worden gehouden met de integriteit van de installaties van de Netgebruiker. Vandaar dat er achter “integriteit van het Vervoersnet” zou moeten worden gevoegd: “en/of die van de Verbruiker”.
“Verbonden onderneming”: gelet op de vrijwaring door de eindafnemer van de Vervoerder
tegen
eventuele
claims
van
de
met
de
eindafnemer
verbonden
ondernemingen, mag dit begrip niet te ruim geformuleerd worden en moet uit de defintie van “Verbonden Onderneming” de moedermaatschappij worden geschrapt. Tevens moet de definitie worden aangepast in die zin dat een participatie van meer dan 50% in plaats van 50% wordt vereist.
“Verbruiker”: dit is geen wettelijk begrip. Daarenboven wordt dit begrip in de aansluitingsovereenkomst soms gebruikt in het kader van verplichtingen verbonden aan het vervoerscontract, terwijl dit begrip zelf niet voor komt in het vervoerscontract waar wordt gesproken over “Client”.
“Telemetingssysteem”: Hier kan worden verwezen naar bovenstaande opmerking m.b.t. het “Aardgasontvangststation”. De omschrijving van “Telemeteringssysteem” bevestigt dat de definitie van “Aardgasontvangststation” niet volledig is en dat ook artikel 3.3.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst moet worden vervolledigd. Fluxys is niet enkel verantwoordelijk voor het “Aansluitingspunt” op zich, maar ook voor andere installaties, zoals het “Telemeteringssysteem”, die zich op de Site van de Netgebruiker bevinden en/of deel uitmaken van het aardgasontvangstation.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
8/35
Consultatieverslag CA Fluxys
2.
ALGEMENE BEPALINGEN
De beschrijving werd verder aangepast. Het zou echter aangewezen zijn een verwijzing te maken naar artikel 84 van de gedragscode.
3
VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN
3.1
VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN
3.1.1
Voor sommige bestaande installaties is de datum van 1.1.2017 niet haalbaar, noch relevant, b.v. in het geval zulke installatie in een periode van 2 à 3 jaar na deze datum uit dienst zou worden genomen. Deze datum zou voor elke installatie apart moeten kunnen bepaald worden, in onderling overleg tussen Vervoerder en Verbruiker. Bovendien moet hier de vraag worden gesteld naar de wettelijke basis waarop Fluxys zich baseert om deze verplichtingen op te leggen. Het lijkt aangewezen om deze procedures binnen een nog op te richten “users group” te bespreken en in overleg aan te passen. Het aanpassen van bestaande installaties en het opleggen van nieuwe verplichtingen bij wijzigingen is kostelijk en slechts aanvaardbaar in geval van dringende redenen mbt de veiligheid van de installatie. Zo lijkt het aangewezen om ipv een ontdubbeling van de meetinstallatie een strikte controleprocedure in acht te overwegen. Naar aanleiding van besprekingen van de vorige versie van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst heeft Fluxys aan sommige Netgebruikers de toezegging gedaan om in de aansluitingsprocedures enkel datgene op te nemen dat wettelijk verplicht is of noodzakelijk is omwille van veiligheidsredenen. De niet-bindende aanbevelingen zoals bepaalde richtlijnen en normen die niet opgenomen zijn in de wet- of regelgeving zouden in een afzonderlijk document worden opgenomen dat geen deel zou uitmaken van de aansluitingsovereenkomst. Het lijkt erop dat Fluxys in het ontwerp van aansluitingsprocedures nog steeds punten aanhaalt die niet verplicht worden door wetgeving noch ingegeven zijn door veiligheidsmotieven. Zo werden er verschillende malen opmerkingen gegeven onder meer m.b.t. het aantal thermowells (“zakbuizen”). De reactie van Fluxys hierop is vrij laconiek: het getal “5” werd vervangen door het woord “voldoende” en vervolgens worden vijf
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
9/35
Consultatieverslag CA Fluxys
plaatsen opgesomd waar de thermowells aanwezig zouden moeten zijn (volgens Fluxys). Deze reactie van Fluxys geeft niet alleen weer in welke mate Fluxys omgaat met
terechte
opmerkingen
van
Netgebruikers
op
het
ontwerp
van
aansluitingsovereenkomst, maar het geeft ook de indruk dat de wetgeving niets voorziet. Hoewel de afspraak is dat de aansluitingsprocedures enkel datgene bevatten dat ook in de wet- of regelgeving staat, blijven er dus in de aansluitingsprocedures nog steeds clausules staan die niet voorzien zijn in de wet. Bijgevolg lijkt het erop dat Fluxys eisen oplegt die niet vastgelegd zijn in de wet. De Netgebruikers stellen dus vast dat het ontwerp van aansluitingsprocedures nog steeds verschillende aspecten aanhaalt die in werkelijkheid als richtlijn of norm kunnen worden beschouwd maar niet als wettelijke verplichting kunnen worden opgenomen in de aansluitingsovereenkomst. Tweede lid, vierde lijn “hetgeen verband houdt met” is te schrappen. Zou immers interpretatie kunnen toelaten. De bewoordingen “hetgeen verband houdt met” creëren een vermoeden dat er “meer” is dan enkel de opsomming die volgt en dus onduidelijkheid. Dit kan uiteraard niet. Tweede lid, punt b) : definitie van “wijziging” ontbreekt. Elke installatie kan immers aanpassingen ondergaan, zonder dat aan de essentie of de functionaliteit ook maar iets wijzigt. Het woord “wijziging” zou moeten worden vervangen door “elke grote wijziging”. Hieromtrent bestaan er heel wat onduidelijkheden. In hoeverre zullen wijzigingen als wijzigingen aan het “Aardgasontvangststation” worden beschouwd? Dit is niet onbelangrijk aangezien een “wijziging” een onmiddellijke toepassing betekent van de aansluitingsprocedures op die “wijziging” (of ook op het hele “Ontvangststation”).
Worden
vervangingen
van
installaties
van
het
Aardgasontvangststation ook als wijzigingen van het Aardgasontvangstation beschouwd? Het kan volgens de Netgebruikers niet dat bv. de vervanging van een teller beschouwd wordt als wijziging van het Aardgasontvangstation waardoor het volledige Aardgasontvangstation plotsklaps aan voorwaarden zou moeten voldoen die niet bij wet worden opgelegd. Dezelfde opmerking geldt ook voor artikel 3.3.1 van de aansluitingsprocedures Tweede lid, punt c) : voor bestaande installaties dient in onderling overleg met Vervoerder
kunnen
bepaald
worden
wanneer
de
meetinstrumenten
in
overeenstemming dienen te zijn met de artikelen 3.4.3 en 3.5.6 van de Aansluitingsprocedures. A priori moet gesteld worden dat 1 januari 2008 niet haalbaar is, gelet op het feit dat de Aansluitingsovereenkomst nog niet definitief is
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
10/35
Consultatieverslag CA Fluxys
goedgekeurd, noch ondertekend: “vanaf 1 januari 2008” zou moeten worden vervangen door “vanaf 1 januari 2010” om controle en eventuele aanpassingen mogelijk te maken. 3.1.2
Eerste lid : Vooraleer de Vervoerder de Ingangshoofdafsluiter opnieuw opendraait, dient de Vervoerder er zich tevens van te vergewissen dat de Verbruiker akkoord gaat met het opendraaien van de Ingangshoofdafsluiter.
3.1.3
Dit artikel omvat een nieuwe bepaling inzake het Toewijzingscontract. Het is niet duidelijk waarom dit contract in bijlage van de aansluitingsovereenkomst wordt toegevoegd terwijl het toewijzingscontract integraal deel uitmaakt van het vervoerscontract. Hier stelt zich tevens de vraag naar confidentialiteit: de verschillende leveranciers zijn op de hoogte van elkanders geleverde hoeveelheden. Bovendien beperkt het Toewijzingscontract zich tot een eenvoudige bijlage. Een aantal Netgebruikers denken dat het aangewezen is om een document toe te voegen dat de verschillende mogelijkheden inzake toewijzing aangeeft:
1. verdeling van de toewijzing op basis van percentages a. vb : Shipper A = X%, Shipper B = Y%, Shipper C = 1 – X – Y 45000
40000
35000
30000
conso Affréteur A Affréteur B Affréteur C
25000
20000
15000
10000
5000
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
17
18
19
20
21
22
23
24
11/35
Consultatieverslag CA Fluxys
2. verdeling volgens blokschema’s a. vb : Shipper A = Min [9 000 Nm3/h ] Shipper B = uurverbruik – toewijzing aan shipper A. 45000
40000
35000
30000
25000 conso Affréteur A
20000
Affréteur B
15000
10000
5000
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
3. verdeling volgens blokschema op basis van profielen : wordt gebruikt in aantal Europese landen en is voordelig voor nieuwkomers op de markt 45000
40000
35000
30000
25000 conso Affréteur A Affréteur B
20000
15000
10000
5000
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
17
18
19
20
21
22
23
24
12/35
Consultatieverslag CA Fluxys
3.2
VERPLICHTINGEN VAN DE VERBRUIKER
3.2.1
De partij die een vervoerscontract afsluit wordt “Grid user” genoemd, door Fluxys vertaald naar “bevrachter” (zie hierboven de opmerkingen inzake de definitie van bevrachter). In Artikel 3.2.1 wordt dan melding gemaakt dat “de Verbruiker tijdens de volledige geldigheidsduur van onderhavige Overeenkomst een MATRS heeft gesloten met, of een derde heeft gevraagd een MATRS te sluiten met de Vervoerder…”, terwijl in de definitie zelf van vervoerscontract geen melding wordt gemaakt van de mogelijkheid dat de Verbruiker dit zelf zou kunnen afsluiten. De woorden ‘heeft tijdens de volledige geldigheidsduur’ scheppen verwarring aangezien het onmogelijk is om nu reeds een Bevrachter aan te duiden voor toekomstige leveringscontracten. Het aansluitingscontract is immers een contract van onbepaalde duur (zie artikel 6), terwijl de duur van de leveringscontracten in de tijd beperkt zijn. Deze verwarring kan, zonder de bedoeling van de zin te schaden, vermeden worden door de woorden ‘tijdens de volledige geldigheidsduur’ te laten wegvallen. Algemeen dient te worden opgemerkt dat de Verbruiker zelf in principe niet betrokken is bij de MATRS. Strikt genomen valt het bestaan van een MATRS zeker niet onder de verantwoordelijkheid van de Verbruiker. Het is precies Fluxys die het best kan nagaan of er effectief een MATRS bestaat voor een bepaald aansluitingspunt en de nodige maatregelen nemen (bv. verwittigen van de Verbruiker). Deze verplichting kan enkel op de Verbruiker rusten, indien de Verbruiker effectief aardgas afneemt of plant af te nemen van het Vervoersnet. Dit artikel zou dus in die zin moeten aangepast worden. Het is immers denkbaar dat voor een bepaalde site voor bepaalde tijd geen aardgasbehoefte bestaat en dus geen MATRS noodzakelijk is. Aansluiting op het Vervoersnet kan echter noodzakelijk blijven, om op korte termijn opnieuw gas te kunnen afnemen. Voor wat betreft nieuwe aansluitingen verwijst dit artikel naar een bankgarantie. De duur en het bedrag van de bankgarantie wordt bepaald door Fluxys bij de aanvraag tot aansluiting. De aansluitingsprocedure en de berekeningsmethode dient op transparante wijze te worden kenbaar gemaakt. De Netgebruikers vragen zich af wat het nut kan zijn van deze bankgarantie gezien het feit dat een nieuwe aansluiting van
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
13/35
Consultatieverslag CA Fluxys
de kant van de netgebruiker zware investeringen vraagt die op zich voldoende garantie geven dat de aansluiting gedurende langere tijd zal worden aangewend. 3.2.2
Netgebruikers tellen zich de vraag hoe een Verbruiker zeker kan zijn dat het contract MATRS dat door een derde afgesloten zou moeten worden, afgesloten werd en in voege blijft? Dit is van belang gezien de zware verantwoordelijkheid die de Verbruiker kan oplopen in geval van niet-naleving van deze bepaling.
3.2.3
Deze verplichting is volgens sommige Netgebruikers overbodig
3.2.4
In deze bepaling wordt verwezen naar een “Voorzichtige en Zorgvuldige Operator” terwijl het hier gaat over verplichtingen van de Verbruiker
3.2.5
Informatie kan overgemaakt worden aan de Vervoerder, voor zover ze redelijkerwijze bekend is bij de Verbruiker. In elk geval kan de verschafte informatie enkel indicatief zijn en dus op geen enkele manier de Verbruiker verbinden. Het lijkt bovendien een overbodige verplichting omdat deze informatie via het vervoerscontract moet worden doorgegeven door de bevrachter aan Fluxys. Artikel 3.2.5, eerste lid, moet verder worden gewijzigd. Aangezien een tijdspanne van vijf jaar lang is en investeringen ook veel sneller kunnen plaatsvinden, moet de clausule minstens aangevuld worden met de verduidelijking dat de Verbruiker rekening houdt met de geplande en voorgenomen investeringen, voor zover die redelijkerwijze gekend zijn. Bovendien moet artikel 3.2.5 ook uitdrukkelijk voorzien dat de door de Verbruiker overgemaakte gegevens de Verbruiker op generlei wijze binden. Nog los van voorgaande voorstellen, dient men zich tenslotte de vraag te stellen
of
de
wet
toelaat
zulke
clausule
op
te
nemen
in
aan
aansluitingsovereenkomst. 3.2.6
Zesde lijn, na “Bevrachter” de woorden “van de Verbruiker” toevoegen. Dit artikel zou ook duidelijk moeten stellen dat de informatie die door Fluxys wordt verkregen via de telemetringsysytemen ook moeten worden meegedeeld aan de eindafnemer. Bovendien zou het woord Bevrachter meervoud moeten worden aangezien meerdere Bevrachters op het leveringspunt actief kunnen zijn. De tekst zou kunnen worden ‘…. aan de Bevrachter of Bevrachters in geval er meerdere Bevrachters op het Leveringspunt aanwezig zijn,van de Verbruiker door te geven …’.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
14/35
Consultatieverslag CA Fluxys
3.3
VERPLICHTINGEN VAN DE VERVOERDER
3.3.2
Dit artikel zou de logische tegenhanger moeten zijn langs de kant van Fluxys voor de verplichting die door artikel 3.2.4 wordt opgelegd aan de Verbruiker. Dit is echter niet het geval want het toepassingsgebied van dit artikel wordt beperkt tot het aansluitingspunt, terwijl er talrijke installaties zijn in beheer van Fluxys die in principe ook onderhouden, herstellen of vervangen moeten worden door Fluxys. Voorbeelden hiervan zijn de flowmeter, datacollectors, gaschromatograaf…Verder dient gesteld te worden dat het aansluitingspunt geen installatie is, maar een fictief punt. Het meest aangewezen zou zijn om hier gebruik te maken van het begrip “vervoerinstallatie” (zie hiervoor de opmerkingen inzake definitie van gasontvangststation). In het algemeen kan gesteld worden dat Fluxys niet verplicht is om enkel het Aansluitingspunt te onderhouden. Ze zou ook alle andere installaties m.b.t. de aansluiting waarvan zij eigenaar en/of beheerder is (en die op zich geen deel uitmaken van het Aansluitingspunt zoals dat omschreven wordt in de definities van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst) moeten onderhouden. Zoals reeds gezegd is Fluxys eigenaar van/beheert zij installaties die zich in of bij het Aardgasontvangstation bevinden. Zo stelt het ontwerp van aansluitingsprocedures dat
Fluxys
instaat
bv.
voor
de
gaschromatochraaf
die
zich
aan
het
aardgasontvangstation van de Verbruiker bevindt. Bijgevolg moet artikel 3.3.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst aangepast worden: “Tijdens de volledige geldigheidsduur van onderhavige Overeenkomst dient de Vervoerder (i) het Aansluitingspunt en alle andere installaties die de Vervoerder beheert op de Site van de Verbruiker en die betrekking hebben op de werking van het Aansluitingspunt, te onderhouden, te herstellen en te vervangen, (ii) deze installaties bedrijfsklaar en bedrijfszeker te houden, (iii) deze installaties te exploiteren als Voorzichtige en Zorgvuldige Operator, en (iv) zich redelijkerwijs in te spannen om alle vergunningen te vernieuwen en te handhaven die vereist zijn om voormelde installaties in stand te houden en te exploiteren.”
3.3.3
Hoewel artikel 84§1 van het Koninklijk besluit van 4 april 2003 betreffende de gedragscode inzake toegang tot de vervoersnetten voor aardgas (afgekort “Gedragscode”) bepaalt dat de aansluitingsovereenkomst de voorschriften met betrekking tot de voorwaarden inzake leveringsdruk en gaskwaliteit moet bevatten,
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
15/35
Consultatieverslag CA Fluxys
en tevens artikel 7 van de Gedragscode verwijst naar de contractueel gestelde kwaliteitseisen, is artikel 3.3.3 de enige bepaling in de aansluitingsovereenkomst die melding maakt van de gaskwaliteit. Zoals reeds opgemerkt werd, is de Verbruiker zelf niet betrokken bij het afsluiten van een MATRS. Of het aardgas dat door de Bevrachter op het ingangspunt werd ingebracht conform is met de specificaties zoals bepaald in de MATRS is een thema dat tussen Fluxys en de Bevrachters moet worden behandeld, desgevallend in de MATRS, maar zeker niet in de aansluitingsovereenkomst
met
de
Verbruikers.
Hetgeen
dus
wel
in
de
aansluitingsovereenkomst zou moeten staan is dat Fluxys ervoor zorgt dat de druk en de kwaliteit van het aardgas op het aansluitingspunt overeenstemmen met de voorwaarden in Bijlage 7. Uiteindelijk is Fluxys diegene die erover moet waken dat haar net voorzien wordt door de nodige druk en kwaliteit precies door met de Bevrachters duidelijke afspraken te maken (via de MATRS). Dit lijkt trouwens te worden bevestigd door artikel 75 en volgende van de gedragscode. Precies omdat de problematiek van de levering van aardgas op de injectiepunten een zaak is tussen Fluxys en de Bevrachters, kan het eerste deel van de eerste zin van artikel 3.3.3 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst niet worden aanvaard.
Ook
de
tweede
zin
van
artikel
3.3.3
van
het
ontwerp
van
aansluitingsovereenkomst moet worden geschrapt. Artikel 3.3 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst (en dus ook artikel 3.3.3) heeft geen betrekking op de aansprakelijkheid. Bovendien is deze zin totaal ongepast aangezien Fluxys verplicht is om het aardgas dat door de Bevrachter op het net van Fluxys werd geïnjecteerd voor het vervoer naar het afnamepunt van de Verbuiker ook affectief “af te leveren” aan het afnamepunt van de Verbruiker. Bijgevolg zou artikel 3.3.3 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst als volgt moeten worden geformuleerd: “De Vervoerder verplicht er zich toe om de hoeveelheid aardgas die door de Bevrachter werd geïnjecteerd om te leveren aan de Verbruiker, te vervoeren tot op het Aansluitingspunt van de Verbruiker. Tevens dient de Vervoerder ervoor te zorgen dat de druk en de kwaliteit van het Aardgas op het Aansluitingspunt overeenstemmen met de voorwaarden in Bijlage 7.”. In het algemeen kan verder opgemerkt worden dat de verplichtingen van Fluxys héél summier zijn omschreven. Er zijn weinig tot geen verplichtingen opgenomen in hoofde van Fluxys, ook niet in de Aansluitingsprocedure.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
16/35
Consultatieverslag CA Fluxys
Mogelijke verplichtingen van Fluxys die verder uitgewerkt moeten worden betreffen:
Gaskwaliteit en haar evolutie in de tijd (zie opmerking hierboven);
Verhelpen van storingen in de aansluiting;
Onderhoud en controle van de aansluiting (overleg met de eindafnemer) (Fluxys verwijst hiervoor naar artikel 3.1.3 maar dit is volgens te algemeen geformuleerd);
Klantenservice;
Geplande onderbrekingen (overlegprocedure met eindafnemer);
Kwaliteit dienstverlening;
De vereisten inzake meetinrichting en de voorschriften inzake procedures (ijking, toleranties enz…) moeten conform zijn aan de toepasselijke wetgeving.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
17/35
Consultatieverslag CA Fluxys
4
AANSPRAKELIJKHEID
4.1
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE PARTIJEN
Partijen zijn in het algemeen steeds aansprakelijk voor fouten die zij begaan in de nakoming van hun verplichtingen. Dit basisprincipe komt niet correct tot uiting in de wijze waarop Fluxys artikel 4.1 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst heeft geformuleerd. Artikel 4.1 creëert minstens enige verwarring door de verwijzing tussen de haakjes (“krachtens een contract, misdrijf of andere”) en de zinsnede “(…) gelden voor elk recht, elke klacht of schadevergoeding waarop een Partij en/of haar Verbonden ondernemingen om welke reden dan ook aanspraak mogen maken”. Zulke formulering geeft op zijn minst de indruk dat de aansprakelijkheid die in het ontwerp van aansluitingsovereenkomst wordt geregeld verder gaat dan waarvoor partijen in het kader van de uitvoering van de aansluitingsovereenkomst redelijkerwijze aansprakelijk zouden kunnen worden gesteld. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het is ook niet duidelijk –en dit geldt voor het hele artikel 4- waarom gerefereerd wordt naar de “Verbonden ondernemingen”. Als klaar en duidelijk alternatief voor artikel 4.1 zou het volgende kunnen worden voorgesteld: “Artikel 4 is van toepassing op alle gevallen waarin de aansprakelijkheid van een Partij in het gedrang wordt gebracht in het kader van de uitvoering van deze Overeenkomst.” De clausule 4.2 (‘Aansprakelijkheidsbeperking) zou dan kunnen beginnen met: “De aansprakelijkheid van een Partij jegens de andere Partij is beperkt tot …”.
4.2
AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKING
Artikel 4.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst is op verschillende punten –op zijn zachtst gezegd- gebrekkig. Nog los van de discussie wat precies moet worden begrepen onder “Materiële schade” en de vraag waarom ook sprake is van “Verbonden ondernemingen”, is de clausule onwettelijk. Aansprakelijkheid ingeval van bedrog of opzettelijke fout kan niet worden beperkt. In het eerste lid van artikel 4.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst beperkt Fluxys haar aansprakelijkheid ingeval van bedrog en opzettelijke fout tot materiële schade. Dit is verboden.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
18/35
Consultatieverslag CA Fluxys
Bovendien beperkt Fluxys in de ene alinea de aansprakelijkheid tot Materiële schade (zoals hiervoor al gesteld, ook ingeval van bedrog of opzettelijke fout) om enkele alinea’s verder de aansprakelijkheid uit te sluiten voor indirecte of onvoorzienbare schade of voor immateriële schade, behoudens in geval van bedrog of opzettelijke fout. Ook is niet aanvaardbaar dat er voor de aansprakelijkheid een ondergrens van 50.000 EUR werd voorzien. Onder voorbehoud van verdere verduidelijkingen omtrent de precieze omschrijving van de aansprakelijkheid, zou de bovengrens veel hoger moeten liggen dan 1.000.000 EUR indien wordt vastgehouden aan het systeem van afstand van verhaal. De hoogte van de vergoeding dient gerelateerd te zijn aan de geleden schade, niet aan de jaaromzet van de Vervoerder met de Verbruiker in het kader van de Aansluitingsovereenkomst en er is nood aan meer informatie langs de kant van Fluxys inzake het beperken van het bedrag van de schadevergoeding tot de helft van de jaarlijkse omzet. Daarenboven wordt het begrip “Flexibiliteitsdiensten” niet gedefinieeerd. Het laatste lid van artikel 4.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst (beginnend met “voor alle duidelijkheid”) blijft totaal overbodig en verwarrend. Het creëert dus allerminst duidelijkheid. Enerzijds lijkt het evident dat Partijen aansprakelijk zijn voor de installaties die zij zelf beheren, waar die zich ook bevinden (op de Site of buiten de Site van de Verbruiker). Omgekeerd is het ook evident dat de Netgebruiker aansprakelijk is voor het beheer van haar installaties. Anderzijds kan het niet dat Fluxys niet aansprakelijk kan worden gesteld voor fouten die het gevolg zijn van de levering of bouw door Fluxys van installaties die door de Netgebruiker zouden worden beheerd. Artikel 4.2, laatste lid, van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst dient dan ook te worden geschrapt, met dien verstande dat, zoals eerder aangehaald, duidelijker in het ontwerp van aansluitingsovereenkomst wordt geschreven wie eigenaar is van de installaties of minstens wie (bepaalde onderdelen van) de aansluitingsinstallaties (en dus ook van het aardgasontvangstation) beheert. Uiteindelijk, en zoals steeds onder het gemene recht het geval zou zijn, is eenieder aansprakelijk voor de taken/opdrachten die hem bij overeenkomst/wet zijn toegewezen. In casu gaat het voornamelijk
om
het
beheer
van
aansluitingsinstallaties
(inclusief
het
aardgasontvangstation). Aangezien er geen reden is om van die regel af te wijken, moet artikel 4.2, laatste lid worden geschrapt. Het is volgens sommige Netgebruikers aangewezen om de regeling inzake de rechten met betrekking tot de eigendom en het gebruik van de betrokken installaties op te nemen in een bijlage van de aansluitingsovereenkomst.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
19/35
Consultatieverslag CA Fluxys
4.3
VRIJWARING
Wij herhalen nogmaals onze opmerking dat niet duidelijk is waarom er telkens sprake is van “Verbonden ondernemingen”. Zolang daarover geen duidelijkheid wordt verschaft dienen alle passages m.b.t. “Verbonden ondernemingen” te worden geschrapt. Zo kan o.m. het eerste lid van artikel 4.3 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst niet worden aanvaard. Het tweede lid van artikel 4.3 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst zou zo moeten worden geformuleerd dat ingeval van vrijwaring geen toepassing kan worden gemaakt van de aansprakelijkheidsbeperkingen. Bijgevolg zou artikel 4.3 best als volgt worden geformuleerd: “Elke Partij dient de andere partij te vrijwaren tegen en schadeloos te stellen voor
….
en/of
de
onderhavige
Overeenkomst.
In
zulk
geval
zijn
de
aansprakelijkheidbeperkingen voorzien in artikel 4.2 niet van toepassing.”
4.4
AFSTAND VAN VERHAAL
4.4.1
Dit artikel van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst is onaanvaardbaar voor een aantal Netgebruikers en dient aldus te worden geschrapt.
4.4.2
Dit artikel van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst houdt geen afstand van verhaal in. Bovendien is het aan de Vervoerder zelf om in het kader van de MATRS erop toe te zien dat de Bevrachter zijn verplichtingen o.a. inzake kwaliteitseisen en druk op het ingangspunt, nakomt zonder dat dit gevolgen hoeft te hebben voor de Verbruiker. Er dient hier tevens de vraag te worden gesteld welke Verbruiker in het klantenportfolio van de Bevrachter er, bij het in gebreke blijven van de Bevrachter die op meerdere ingangspunten actief is, zal worden aangesproken door de Vervoerder. Dit artikel dient dus te worden geschrapt.
4.4.3
Dit artikel van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst kan worden beoordeeld van
zodra
de
inhoud
aansluitingsovereenkomst
van zal
artikelen
4.2
en
4.3
van
komen
vast
te
staan.
het Hoe
ontwerp
van
beperkter
de
aansprakelijkheid en hoe lager de aansprakelijkheidslimiet, hoe minder evident het is om een verzekeraar -die eerst zijn verzekerde heeft vergoed- te doen aanvaarden dat hij geen regres kan uitoefenen tegen de veroorzaker van de schade. Voorlopig kan artikel 4.4.3 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst dus niet worden aanvaard. Bovendien zou artikel 4.4.3 zo geformuleerd moeten worden dat de
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
20/35
Consultatieverslag CA Fluxys
afstand van verhaal enkel betrekking heeft op de schade en bedragen die buiten de aansprakelijkheidsbeperkingen vallen die voorzien zijn in artikel 4.2 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst.
4.5
NIET NALEVING VAN HET BEPAALDE IN DE ARTIKELEN 3.2.1 EN 3.2.2
Het artikel 4.5 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst dient te worden geschrapt. De achterliggende reden van dit artikel ligt reeds vervat in het principe dat men zijn aansprakelijkheid voor bedrog niet kan uitsluiten (zie hierboven). Immers, zoals Fluxys zelf stelt is het de bedoeling om “diefstal” van aardgas zwaar te sanctioneren. Aangezien diefstal een geval van bedrog is en de aansprakelijkheidslimieten dan nooit van toepassing zijn. Echter is artikel 4.5 veel te ruim opgevat. Zoals reeds vermeld onder de bemerking rond artikel 3.2.1 kunnen zich situaties voordoen waarin geen MATRS noodzakelijk is. Daarnaast kan Vervoerder steeds nagaan of er voor een bepaald Aansluitingspunt een MATRS bestaat. Zoals reeds aangehaald, heeft de Verbruiker geen uitstaans met de MATRS en betreft dit een zaak tussen de Vervoerder en de Bevrachter. Nogmaals, het is aan de Vervoerder om erover te waken dat de Bevrachter zijn verplichtingen nakomt. Het kan niet zijn dat de gevolgen van de niet-nakoming van de MATRS gerepercuteerd worden op de Verbruiker via de aansluitingsovereenkomst. Bovendien worden overschrijdingen van capaciteit precies door het bestaan van de MATRS aan de Bevrachters aangerekend. Fluxys’ voorstel houdt dus in dat naast de Bevrachters nu ook de Verbruikers zelf nog eens kunnen worden aangesproken. Dat is onaanvaardbaar. Daarnaast betekent de niet-naleving door Verbruiker van 3.2.2 een geval van bedrog. Wettelijk kan voor bedrog contractueel geen aansprakelijkheidsbeperking bedongen worden. Ook in dit geval is artikel 4.5 dus overbodig.
Om
voormelde
redenen
moet
artikel
4.5
van
het
ontwerp
van
aansluitingsovereenkomst worden geschrapt, alsook referenties naar dit artikel in andere artikelen (zie artikel 7.4 van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst). Een Netgebruiker merkt verder op dat omtrent de verzwaring van de aansprakelijkheid in hoofde van de eindafnemer in geval van 3.2.1 en 3.2.2 (het afnemen van aardgas zonder een onderliggende vervoerscontract te hebben afgesloten), er steeds sprake moet zijn van een fout en een voorafgaandelijk ingebrekestelling. Het kan immers niet de bedoeling zijn om dergelijke verzwaring van de aansprakelijkheid (en zoals hieronder verder uiteengezet het onvoorwaardelijk recht van Fluxys om het contract eenzijdig te verbreken) toe te passen in geval aardgas wordt afgenomen zonder dat er sprake is van enig algemeen kwaad opzet in hoofde van de eindafnemer. Daarenboven moet ook hier een plafonnering van de eventuele schadevergoeding worden voorzien. Voor wat betreft de betaling van de boeten,
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
21/35
Consultatieverslag CA Fluxys
stelt een Netgebruiker zich de vraag of er geen gelijkaardige boete wordt opgelegd in het kader van het vervoerscontract zodat dit hiermee een dubbel gebruik zou zijn en dient tenminste het woord “minimum” te worden geschrapt omdat dit impliceert dat Fluxys ongelimiteerd boetes kan opleggen aan de Verbruikers.
5
FORCE MAJEURE
5.1 Dit artikel heeft het onder andere over “lock-outs”. Dit moet uit het artikel worden verwijderd aangezien een “lock-out” steeds beslist wordt door de werkgever.
7
ONTBINDING EN VERHAAL
7.1 Het in het cursief aangeduide tekstdeel met betrekking tot de nieuwe aansluitingen verhindert de overeenkomst te kunnen opzeggen tot zolang de bankgarantie niet zou zijn vervallen. Dit moet worden aangepast. 7.4
Zie in dit verband ook de bedenkingen geformuleerd bij artikel 3.2.2 en artikel 4.5. Er dient een duidelijke procedure met schriftelijke verwittiging en tijdspanne afgesproken te worden. Deze procedure kan proactieve elementen bevatten naar analogie met de procedure uitgewerkt door de hoogspanningsnetwerk-beheerder Elia.
8
DIVERSEN
8.2 Overdracht Indien de Verbonden onderneming voldoende financiële en technische garanties geeft dan hoeven de overdragende Partij en de Verbonden onderneming niet gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk te zijn. 8.3
VERTROUWELIJKHEID
De bepalingen inzake de behandeling van vertrouwelijke gegevens zijn vastgelegd in de gedragscode.
Fluxys gaat in het voorgestelde artikel veel verder dan wat de gedragscode
voor aardgas voorziet. Vertrouwelijke gegevens zijn in dit kader in principe gegevens van de Verbruiker.
Het
is
dus
niet
duidelijk
waarom
Fluxys
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
in
het
kader
van
deze
22/35
Consultatieverslag CA Fluxys
aansluitingsovereenkomst de vertrouwelijkheid in beide richtingen wil laten gelden. Bovendien
breidt
Fluxys
de
vertrouwelijkheid
m.b.t.
het
ontwerp
van
aansluitingsovereenkomst uit naar “alle individualiseerbare gegevens met betrekking tot (…) het
vervoer
van
Aardgas
via
het
Vervoersnet”,
terwijl
de
overeenkomst
een
“aansluitingsovereenkomst” is en geen betrekking heeft op het vervoer van aardgas zelf. In het kader van de aansluitingsovereenkomst geldt dus vooral een plicht tot vertrouwelijkheid in hoofde van Fluxys, zoals dat trouwens is ingeschreven in artikel 37 en volgende van de gedragscode. Artikel 8.3 dient dus te worden geschrapt.
8.9
WIJZIGING VAN OMSTANDIGHEDEN EN WIJZIGINGEN VAN DE OVEREENKOMST
Gelet op het feit dat de Belangrijkste Voorwaarden nog niet zijn goedgekeurd, kan in deze Overeenkomst geen verwijzing ernaar aanvaard worden. Bovendien dient hier de vraag te worden gesteld in welke mate de Netgebruikers verplicht kunnen worden om een nieuwe aansluitingsovereenkomst af te sluiten tot zolang de belangrijkste voorwaarden hiervan niet zijn goedgekeurd door de CREG. In verband met de term “belangrijkste voorwaarden” verwijzen de Netgebruikers naar hun bemerkingen onder de hoofding definities. Verder wordt de vraag gesteld in welke mate de thans bestaande contractuele regelingen inzake aansluiting zouden moeten wijken voor deze opgenomen in het nieuwe aansluitingscontract, in het bijzonder de bepalingen inzake leveringsdruk. Het verdient aandacht om de ‘Datum van inwerkingtreding’ te preciseren. Deze term, vermeld met een hoofdletter, werd niet trouwens niet gedefinieerd. De laatste zin van de paragraaf zou dan worden: ”… vervangt met terugwerkende kracht tot de Datum van inwerkingtreding van de gewijzigde Belangrijkste voorwaarden.
9
GESCHILLEN EN TOEPASSELIJK RECHT
Een Netgebruiker is van mening dat geschillen bij voorkeur moeten worden behandeld door middel van arbitrage (CEPANI).
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
23/35
Consultatieverslag CA Fluxys
BIJLAGEN Bij de aansluitingsovereenkomst worden een aantal bijlagen voorzien. Het is niet duidelijk waar bijlagen 4, 5 en 6 terug te vinden zijn in de tekst van de aansluitingsovereenkomst.
BIJLAGE 1. AANSLUITINGSPROCEDURES 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Fluxys heeft na de eerste consultatie georganiseerd door de CREG de toezegging gedaan om in de aansluitingsprocedures enkel datgene op te nemen dat wettelijk verplicht is of noodzakelijk is omwille van veiligheidsredenen. De overige niet-bindende aspecten zouden worden ondergebracht in een document met aanbevelingen en/of richtlijnen. Het lijkt erop dat Fluxys daarop terugkomt. In de aansluitingsprocedures worden nog steeds aspecten aangehaald die niet verplicht worden door wetgeving noch ingegeven zijn door veiligheidsredenen. Gezien de onduidelijke omschrijving van het concept “Aardgasontvangststation” is het niet uit te sluiten dat de aansluitingsprocedures ook verplichtingen opleggen voor installaties die in feite geen deel meer uitmaken van het aardgasontvangstation en dus buiten de Fluxys’ sfeer zouden moeten vallen. Zo heeft een Netgebruiker verschillende malen opmerkingen gegeven onder meer m.b.t. het aantal thermowells. Daarop reageert Fluxys door het precieze aantal van “5” thermowells te veranderen in een “voldoende” aantal en vervolgens vijf plaatsen te vermelden waar de thermowells zich zouden moeten bevinden. Deze reactie van Fluxys geeft de indruk dat de wetgeving ter zake niets voorziet. En toch blijven zulke clausules staan in de aansluitingsprocedures. Bijgevolg lijkt het erop dat Fluxys nog steeds bijkomende eisen oplegt waarvan sommige bovendien bindend zouden worden vanaf 1 januari 2008. Ook andere elementen bevestigen dat Fluxys, naast de aspecten die wettelijk verplicht zijn of ingegeven worden omwille van veiligheidsredenen, bijkomende eisen oplegt en zelf de wetgeving
onvoldoende
kent.
Zo
staat
er
in
artikel
1
van
het
ontwerp
van
aansluitingsprocedures dat de aansluitingsprocedures niet enkel de ter zake dienende weten regelgeving bevat: de Verbruiker moet ook documenten bezorgen waaruit zou blijken dat het aardgasontvangstation in overeenstemming is met de aansluitingsprocedures (…). Ook artikelen 2.2 en 4.6 van de aansluitingsprocedures verwijzen naar specificaties zoals bedoeld in de aansluitingsprocedures. Indien de aansluitingsprocedures enkel ingegeven zouden zijn door de wetgeving ter zake, dan is het nog steeds niet duidelijk waarom Fluxys
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
24/35
Consultatieverslag CA Fluxys
blijft verwijzen naar andere aspecten die op generlei wijze bindend kunnen zijn en dus niet in de aansluitingsprocedures zouden mogen staan. Hieruit kan worden afgeleid dat de aansluitingsprocedures nog steeds niet enkel datgene voorzien dat wettelijk verplicht is of noodzakelijk zou zijn omwille van veiligheidsrichtlijnen. Een Netgebruiker heeft Fluxys er bovendien op moeten wijzen dat gerefereerd wordt naar verkeerde wetgeving. Dit geeft de indruk dat Fluxys zelf niet weet welke wetgeving in werkelijkheid van toepassing is (bv. m.b.t. tolerantiegrenzen voor metingen – zie verder) en die onzekerheid doorschuift naar de Verbruikers i.p.v. als voorzichtige en zorgvuldige netbeheerder te handelen en de Verbruikers correct te informeren en bij te staan in de implementatie van wetgeving. Nochtans is Fluxys diegene die beter dan wie ook de van toepassing zijnde reglementering zou moeten kennen. Er wordt ook voortdurend gerefereerd naar van toepassing zijnde wetten en reglementen, normen en standaarden, enz… De Netgebruikers wensen enkel referenties te zien naar wetgeving en enkel naar normen indien die door de Belgische wetgeving verplicht zouden zijn. Er bestaan immers normen van verschillende organisaties die niet opgelegd zijn door de wetgeving en die vaak dezelfde eisen voorzien dan de vermelde NBN-normen. Men mag dus geen andere normen dan de NBN-normen uitsluiten en dus moeten alle referenties naar NBN wegvallen, tenzij Fluxys aantoont dat die door de Belgische regelgeving opgelegd worden. In de huidige stand kunnen de aansluitingsprocedures door een aantal Netgebruikers niet worden aanvaard. Ze zijn dus ook niet van plan om aanpassingen aan te brengen aan de aardgasontvangstations conform de aansluitingsprocedures, desgevallend ook niet tegen 2017, behalve indien ze opgelegd worden door de wetgeving. Er bestaat dus een noodzaak om de aansluitingsprocedures op een degelijke wijze met de afnemers te bespreken alvorens ze zonder enig redelijke vorm van discussie te willen invoeren. Samengevat stellen de Netgebruikers dat enkel relevante wetgeving van toepassing kan zijn. In fine zou de goedkeuring van het Aardgasontvangstation door een onafhankelijk en erkend organisme voldoende moeten zijn om overeenstemming met de wetgeving en de regels van goed vakmanschap aan te tonen. Elke bijkomende vereiste, opgelegd door de Aansluitingsprocedures wordt derhalve overbodig. De Netgebruikers stellen dus vast dat, ondanks de belofte van Fluxys, de aansluitingsprocedures nog steeds verschillende punten bevatten die in werkelijkheid als richtlijn moeten worden beschouwd en niet als verplichting kunnen worden opgenomen in de aansluitingsovereenkomst. Bijgevolg dienen die punten geschrapt te worden.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
25/35
Consultatieverslag CA Fluxys
2
ALGEMEEN
2.2
DE MEETAPPARATUUR
Dit artikel bevat vele onduidelijkheden en onnauwkeurigheden. Zo is er in artikel 2.2 sprake van “meetapparatuur”. Het is onduidelijk over welke apparatuur het hier gaat. Bepaalde onderdelen van de meetapparatuur behoren immers toe aan/worden beheerd door Fluxys. In artikel 2.2 van het ontwerp van aansluitingsprocedures wordt ook meermaals verwezen naar van toepassing zijnde codes, richtlijnen, standaarden, normen, wetgeving, enz… Zie in dit verband de opmerkingen en bedenkingen hierboven. Daar waar het gaat om “tolerantiegrenswaarden” en afwijkingen van meetinstrumenten is uit recente ervaring gebleken dat daar heel wat onduidelijkheden over bestaan, zelfs in de wetgeving. Er wordt ook verwezen naar toepasselijke codes, standaarden en normen. Maar Fluxys blijkt zelf niet eens te weten welke de toegestane tolerantiegrenzen precies zijn. De Netgebruikers
weten dus
tolerantiegrenzen
in
als
concreto
Verbruiker zijn,
hoewel
(nog zij
steeds)
niet welke
overeenkomstig
het
de wettelijke ontwerp
van
aansluitingsprocedures nu geacht wordt dat wel te weten. Het is noodzakelijk hierover meer duidelijkheid te verkrijgen. Om redenen zoals hiervoor reeds aangehaald, dienen ook de bewoordingen “en andere specificaties als bedoelt (Moet bedoeld zijn?) in deze Aansluitingsprocedures” te worden geschrapt. Er wordt ook gesteld dat de Verbruiker met de nodige regelmaat proeven moet laten uitvoeren en dit handelend als Voorzichtige en Zorgvuldige Operator. Hier wijkt Fluxys in zekere zin af van een praktijk die erin bestaat dat Fluxys jaarlijks met de Verbruiker een controle
uitvoert.
Het
zou
eerlijker
zijn
die
praktijk
en
werkelijkheid
in
de
aansluitingsprocedures expliciet in te schrijven en te voorzien dat de Verbruiker en de Vervoerder jaarlijks een controle uitvoeren van de Meetinstallatie. Er wordt ook gesteld dat indien de “belanghebbende Partijen” “enige onnauwkeurigheid” in het meetresultaat vaststellen (…), de Vervoerder, de Verbruiker en de betrokken “Netgebruiker” de herleverde hoeveelheid in samenspraak ramen op basis van de best beschikbare gegevens. Nog los van het feit of “belanghebbende” Partijen een duidelijke en correcte term zou zijn, dringt zich de vraag op wat de gevolgen zijn indien partijen het niet
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
26/35
Consultatieverslag CA Fluxys
eens geraken met elkaar. Ook is niet duidelijk wat dan bedoeld wordt met de laatste “testdatum” (die van de jaarlijkse controle of die op een ijkbank?). Bovendien wordt niets gezegd over een overschrijding van tolerantiegrenzen en de eventuele herijking van het toestel. De gedragscode bepaalt nochtans dat de aansluitingsovereenkomst voorschriften zou moeten bevatten die de ijking en de herijking van de meetapparatuur betreffen. De door Fluxys beschreven procedure is dus onnauwkeurig en beantwoordt niet aan de gedragscode. Verder worden volgende punctuele opmerkingen geformuleerd: •
Tweede lid, derde zin “zo vaak als dienstig wordt geacht” : is nader te bepalen.
•
Tweede lid, vierde zin: het nazien van de precisie van de meetapparatuur moet beperkt worden tot een redelijk aantal.
•
Tweede lid, laatste zin “toegestane tolerantiegrenzen” : deze dienen nader en op voorhand bepaald te worden.
•
Derde lid, tweede zin “enige onnauwkeurigheid” : dient nader gedefinieerd en beschreven te worden, inclusief de eventuele gevolgen.
Het ontwerp van aansluitingsprocedures moet dus veel duidelijker zijn omtrent de behandeling van eventuele afwijkingen van meetinstrumenten en de methodiek van de bepalingen van fouten bij tellingen. Een Netgebruiker stelt voor het tweede en derde lid van artikel 2.2 van het ontwerp van aansluitingsprocedures te vervangen door volgende basisprincipes (die desgevallend verder kunnen worden uitgewerkt), op voorwaarde dat ook duidelijkheid zou bestaan over de wettelijke tolerantiegrenzen:
CONTROLE EN EVENTUELE IJKING VAN DE MEETAPPARATUUR. 1. De Verbruiker laat controles en/of ijkingen uitvoeren van de meetinstrumenten indien redelijkerwijze nodig en in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving en reglementen alsook de specificaties van de fabrikant.
2. Beide Partijen hebben het recht, zo dikwijls zij dit nuttig achten en minstens één maal per jaar, de nauwkeurigheid van de meetapparatuur te laten nazien. Elk van de Partijen heeft aldus het recht de controle te vragen van de apparatuur op de Site
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
27/35
Consultatieverslag CA Fluxys
van de Verbruiker in aanwezigheid van een afgevaardigde van de andere Partij (gezamenlijke vaststelling van een afwijking). Deze controle gebeurt dan door het plaatsen van tellers in serieschakeling. Indien uit deze controle blijkt dat er tussen de in serie geschakelde meters een verschil is dat groter is dan de wettelijke tolerantiegrenzen voor gasmeters, hebben beide Partijen het recht een herijking van (één van) de meettoestellen te laten uitvoeren buiten de Site van de Verbruiker op een erkende ijkbank. Daarbij is de aanwezigheid van een afgevaardigde van de Partijen niet vereist. Elke controle uitgevoerd in het bijzijn van afgevaardigden van beide Partijen zal het voorwerp uitmaken van een verslag dat door de aanwezige partijen zal ondertekend worden (Verbruiker, Fluxys en eventueel de Fabrikant). Indien de ijking bevestigt dat de meetapparatuur een afwijking vertoont die groter is dan de toegestane wettelijke waarden, dan zullen de kosten die noodzakelijk zijn voor de controle en de ijking overeenkomstig voormelde bepalingen, ten laste zijn van de Verbruiker. De kosten zullen gedragen worden door de Partij die de controle gevraagd heeft, indien de vastgestelde fout kleiner blijkt dan de toegestane wettelijke afwijkingen. Indien uit de ijking blijkt dat de meetapparatuur een afwijking vertoont die kleiner is dan de toegestane wettelijke waarden, maar de ijkcurve gewijzigd is t.o.v. de oorspronkelijke curve, dan zal de meetapparatuur opnieuw geijkt worden. In geval uit de ijking blijkt dat de meetapparatuur een afwijking vertoont die groter is dan de toegestane wettelijke waarden of ingeval van buitendienststelling van de meetapparatuur, zal het gasverbruik door Partijen geraamd worden aan de hand van de best beschikbare gegevens. De periode waarop deze raming toegepast wordt begint te lopen vanaf de datum van de eerste gezamenlijke vaststelling van de afwijking bij controle op de Site.”
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
28/35
Consultatieverslag CA Fluxys
3
TECHNISCHE SPECIFICATIE VOOR AARDGASONTVANGSTATIONS
3.1
CATEGORIEEN VAN AARDGASONTVANGSTATION
Het antwoord op de vraag tot welke categorie het aardgasontvangstation behoort, hangt samen met de vraag hoe ruim het begrip “Aardgasontvangststation” omschreven wordt. Op de Site van een Verbruiker kunnen er immers ook stations bestaan die strikt genomen onder andere
categorieën
vallen,
maar
die
geen
deel
meer
uitmaken
van
het
aardgasontvangstation. Zie in dit verband ook de bemerkingen hierboven.
3.2
AANSLUITING OP HET VERVOERSSYSTEEM
Een eenduidige definitie van de termen
“ingangsafsluiter”, “ingangshoofdafsluiter” ,
“aansluitingspunt”
ontbreekt.
en
“locatieoperator”
Het
aanvaarden
van
de
verantwoordelijkheid voor het bouwen en testen van de leidingsectie hangt af van de plaats waar het Aansluitingspunt ligt. Daarom nogmaals het belang van een duidelijke aanwijzing van het aansluitingspunt.
3.3
TECHNISCHE STUDIEDOCUMENTEN EN GOEDKEURING
3.3.1 ALGEMEEN De term “wijziging” dient nader te worden gedefinieerd. Niet elke wijziging heeft immers impact op de functionaliteit van een Aardgasontvangstation.
3.4
CONFIGURATIE VAN HET AARDGASONTVANGSTATION
3.4.1 ALGEMEEN Voor wat betreft het ontspanningsstation verwijst een Netgebruiker naar de reeds vermelde opmerking dat het ontspanningsstation enkel deel uitmaakt van het Aardgasontvangstation voor zover dat in de stroomrichting vóór het Meetstation. Deze Netgebruiker stelt in dit verband vast dat artikel 3.2 (“de Verbruiker moet de leidingsectie tussen het Aansluitingspunt en het Ontspanningsstation en/of Meetstation (…)”) en bijlage 6.2 (reduceerstation ligt vóór Meetstation) van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst dit
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
29/35
Consultatieverslag CA Fluxys
standpunt lijkt te bevestigen. De vermelding “eventueel” is verwarrend. Immers beschikken Netgebruikers in sommige gevallen over leidingen naar “ketels” (zie verder ook opmerkingen bij artikel 3.5.3 het ontwerp van aansluitingsprocedures) en verschillende “uitgangsafsluiters”, maar die behoren niet allemaal tot het “aardgasontvangststation”. 3.4.3 ONDERDELEN VOOR VOLUMEMETING Dit artikel zou met ingang van 1.1.2008 ook van toepassing zijn voor bestaande installaties. Gelet op het voorlopige karakter van deze teksten, is deze datum onrealistisch. Naast
de
voorgestelde
types
meters
(rotorgasmeter
en
turbinemeter)
zijn
ook
ultrasoonmeters meer en meer gangbaar en reeds in gebruik in België. Dit type meter dient dan ook toegevoegd te worden. 3.5
EIGENSCHAPPEN VAN DE UITRUSTING
3.5.1 ALGEMENE BOUW- EN MONTAGEREGELS Ook hier de opmerking dat “normen en standaarden” enkel kunnen worden vermeld voor zover zij bij wet zijn opgelegd. Aangezien hier reeds wordt geschreven dat de leidingen in overeenstemming dienen te zijn met de “geldende wet- en regelgeving”, kan men zich de vraag stellen of de vermelding van de norm dan nog nodig is als die, zoals algemeen het geval zou moeten zijn voor de aansluitingsprocedures, wettelijk verplicht zou zijn. 3.5.2 KLEPPEN EN AFSLUITERS Sommige
Netgebruikers
merken
op
dat
artikel
3.5.2
van
het
ontwerp
van
aansluitingsprocedures niet te rijmen valt met artikel 3.6.6.2 van het ontwerp van aansluitingsprocedures. Het ene artikel legt afsluiters op van het type plugafsluiter, terwijl het andere artikel blijkbaar toelaat dat toch, weliswaar impliciet, kogelafsluiters kunnen worden gebruikt. 3.5.3 GASVERWARMING Zoals
hierboven
reeds
gesteld
maken
de
ketels
niet
altijd
deel
uit
van
het
“Aardgasontvangststation” en beschikken de Netgebruikers niet altijd over “odorisatie”.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
30/35
Consultatieverslag CA Fluxys
3.5.4 “ACTIEVE” DRUKREGELAAR EN “MONITOR” DRUKREGELAAR Nog los van het feit wat precies bedoeld wordt met deze concepten, hoort dit artikel volgens sommige Netgebruikers hier niet thuis, maar is deze bepaling eerder bedoeld voor het reduceerstation dat niet altijd deel uitmaakt van het ontvangstation. 3.5.5 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN er dient een correcte omschrijving te worden gegeven van de term “Slam-shut valve”. Sommige Netgebruikers beschikken niet over een gemotoriseerde afsluiter als tweede veiligheidsvoorziening. 3.5.6 ONDERDELEN VOOR VOLUMEMETING Dit artikel zou met ingang van 1.1.2008 ook van toepassing zijn voor bestaande installaties. Gelet op het voorlopige karakter van deze teksten, is deze datum onrealistisch. Vervoerder en Verbruiker zouden in gemeenschappelijk overleg tot een haalbare datum moeten kunnen komen. Naast
de
voorgestelde
types
meters
(rotorgasmeter
en
turbinemeter)
zijn
ook
ultrasoonmeters meer en meer gangbaar, en volgens onze informatie reeds in gebruik in België. Dit type meter dient dan ook toegevoegd te worden. 3.5.7
Druk- en Temperatuurmeting
In artikel 3.5.7.1 van het ontwerp van aansluitingsprocedures worden nog steeds vijf druken temperatuurmeetpunten opgelegd. Dit lijkt andermaal te bevestigen dat in het ontwerp van aansluitingsprocedures nog steeds bepalingen staan die niet ingegeven zijn door wettelijke verplichtingen. Voor artikel 3.5.7.2 van het ontwerp van aansluitingsprocedures merken wij op dat niet duidelijk is welke meters aan de gestelde voorwaarden zouden moeten voldoen. Wat betreft artikel 3.5.7.3 van het ontwerp van aansluitingsprocedures moet algemeen worden opgemerkt dat dit artikel enkel van toepassing kan zijn voor nieuwe installaties. Sommige van de huidige installaties voldoen niet aan hetgeen in artikel 3.5.7.3 van het ontwerp van aansluitingsprocedures is bepaald en het zal zeer moeilijk zijn hieraan te voldoen tegen 2017, voor zover de wet niet anders bepaalt.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
31/35
Consultatieverslag CA Fluxys
In artikel 3.5.7.3 van het ontwerp van aansluitingsprocedures wordt ook o.m. gesteld dat de zakbuizen bestand zijn tegen “elke dynamische mechanische belasting”. Dit is totaal onmogelijk. Minstens zou er moeten gestaan hebben “tegen redelijke dynamische belasting”. Voormelde opmerkingen tonen aan dat, opnieuw, de vraag moet worden gesteld of de door Fluxys voorgestelde aansluitingsprocedures wel ingegeven zijn door wettelijke verplichtingen en
of
bepaalde
onderdelen
van
de
aansluitingsovereenkomst
en
van
de
aansluitingsprocedures nog binnen de grenzen liggen van wat redelijkerwijs in een aansluitingsovereenkomst zou moeten staan. In ieder geval kan men zich niet van de indruk ontdoen dat de aansluitingsprocedures nog steeds niet beantwoorden aan de vraag om enkel datgene te voorzien dat wettelijk noodzakelijk is. 3.6
MATERIAALEIGENSCHAPPEN
De Netgebruikers merken op dat het alleen maar kan gaan om nieuwe installaties en dat enkel naar normen verwezen mag worden voor zover deze wettelijk verplicht zijn. Daarnaast
dient
te
worden
gesteld
dat
artikel
3.6.6.2
van
het
ontwerp
van
aansluitingsprocedures niet te rijmen valt met artikel 3.5.2 van het ontwerp van aansluitingsprocedures. Het ene artikel legt afsluiters op van het type plugafsluiter, terwijl het andere artikel blijkbaar toelaat dat toch, weliswaar impliciet, kogelafsluiters kunnen worden gebruikt. 3.7
DOOR DE CONSTRUCTEUR UIT TE VOEREN PROEVEN
Deze bepalingen zijn alleen maar van toepassing voor nieuwe ontvangstations en verwijzingen naar normen zijn enkel mogelijk indien zij in de wet- of regelgeving zijn vervat. 3.8
ONDER GAS ZETTEN
Onder punt 2 van artikel 3.8 van het ontwerp van aansluitingsprocedures staat dat het onder gas zetten uitsluitend mag uitgevoerd worden door een vertegenwoordiger van de Fluxys. Hier dient te worden verwezen naar de opmerking m.b.t. artikel 3.1.2, eerste lid, van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst: omwille van de integriteit en de veiligheid van de installaties van de Verbruiker, moet voorzien worden in een voorafgaande toestemming van de Verbruiker.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
32/35
Consultatieverslag CA Fluxys
4
OPERATIONELE PROCEDURES VOOR HET AARDGASONTVANGSTATION
4.1
TOEGANG TOT HET AARDGASONTVANGSTATION
In de eerste zin, eerste lijn toevoegen : “…met een voertuig toegang kunnen verschaffen tot aan het Aardgasontvangstation.” Het is immers niet steeds evident ook het gebouw waarin het Aardgasontvangstation zich bevindt toegankelijk te maken voor voertuigen. Verder: “de veiligheidsvoorschriften die op de locatie van de verbruiker van kracht zijn” moet vervangen worden door “de veiligheidsvoorschriften die op de locatie van afname van kracht zijn” daar er locaties zijn waar de verbruiker niet verantwoordelijk is voor de veiligheidsvoorschriften. 4.2
BEDIENINGSSLEUTEL
In dit artikel staat vermeld dat de Verbruiker verantwoordelijk is voor de bedieningssleutel en elk gebruik van de sleutel onder zijn verantwoordelijkheid wordt uitgevoerd. Vooreerst hoort een aansprakelijkheidsclausule niet thuis in de aansluitingsprocedures. Het thema van de aansprakelijkheid
wordt
immers
behandeld
in
artikel
4
van
het
ontwerp
van
aansluitingsovereenkomst. Bovendien kan inhoudelijk niet worden ingestemd met deze bepaling aangezien het ontwerp van aansluitingsovereenkomst niet uitsluit dat Fluxys deze sleutel ook gebruikt. In dat laatste geval zou Fluxys uiteraard verantwoordelijk moeten zijn voor het gebruik van de sleutel. De bepaling “de Verbruiker is verantwoordelijk voor deze bedieningssleutel en elk gebruik van deze sleutel wordt onder zijn verantwoordelijkheid uitgevoerd” dient dus te worden geschrapt. Voorlaatste
lid
“De
Verbruiker
is
verantwoordelijk…uitgevoerd”
schrappen.
De
Ingangshoofdafsluiter wordt immers bediend door en onder de verantwoordelijkheid van de Vervoerder. Met betrekking tot het laatste lid dient ook hier te worden verwezen naar de opmerking m.b.t. artikel 3.1.2, eerste lid, van het ontwerp van aansluitingsovereenkomst en artikel 3.8 van de aansluitingsprocedures: omwille van de integriteit en de veiligheid van de installaties van de Verbruiker, moet voorzien worden in een voorafgaande toestemming van de Verbruiker. 4.3
RESERVEONDERDELEN
Artikel 4.3, tweede lid, van het ontwerp van aansluitingsprocedures, is onaanvaardbaar. Het kan niet zijn dat een Verbruiker bij uitsluiting aansprakelijk is voor instrumenten die buiten
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
33/35
Consultatieverslag CA Fluxys
het calibratiebereik of de tolerantiegrenswaarden functioneren. De oorzaak van een instrument dat buiten de tolerantiegrenswaarden ligt kan te vinden zijn bij een slechte kwaliteit van het geleverde gas (bv. onzuiverheden). Het is precies Fluxys die die kwaliteit moet leveren. Men kan dus geenszins de aansprakelijkheid van Fluxys hier uitsluiten. Dit artikel hoort thuis onder de algemene principes van aansprakelijkheid en het tweede lid van artikel 4.3 van het ontwerp van aansluitingsprocedures dient dus te worden geschrapt. 4.4
METEROPNEMING
Artikel 4.4 van het ontwerp van aansluitingsprocedures is niet correct. De Verbruiker kan de index van het normaal volume niet opnemen aangezien dat wordt bepaald door de flowcomputer, precies een instrument dat onder het beheer van Fluxys valt. 4.5
GASMEETAPPARATUUR
Het is niet duidelijk welke boetes concreet bedoeld worden in dit artikel en wat hiervoor de wettelijke basis is. 4.6
FOUTEN VAN MEETAPPARATUUR
In artikel 4.6 van het ontwerp van aansluitingsprocedures kan geen resultaatsverbintenis zijn en het zou redelijker zijn de passage “Indien het in afwachting van herstelling of vervanging niet mogelijk is op een reservemeetlijn over te schakelen, dient de Verbruiker de meetapparatuur (…)” te vervangen door “Indien het in afwachting van herstelling of vervanging niet mogelijk is op een reservemeetlijn over te schakelen zal de Verbruiker alles in het werk stellen om de meetapparatuur binnen redelijke termijn te vervangen of te herstellen”. Het is niet duidelijk wat moet worden begrepen onder “reservemeetlijn”. Mag hier ook begrepen worden een meetlijn die in parallel staat met een meetlijn met defecte meetapparatuur en ook steeds wordt gebruikt, hoewel die strikt genomen geen “reservemeetlijn” is. Het is bijgevolg aangewezen om het concept van “reservemeetlijn” duidelijker te omschrijven.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
34/35
Consultatieverslag CA Fluxys
6
BIJLAGEN
De schets van bijlage 6.1 is deels onleesbaar en, zoals reeds opgemerkt wordt het “aansluitpunt” aangeduid ter hoogte van punt 4, daar waar ook vermeld staat “eigendomsgrens”. Dit stemt niet altijd overeen met de werkelijkheid. Enerzijds zou dit in conflict kunnen treden met bijlage 3, waarin het aansluitingspunt precies moet vastgelegd worden. Anderzijds is er geen verband tussen de perceelgrens en het aansluitingspunt.
MFD-080313-consultatieverslag-niet conf-contract met bijlagen-nl.doc
35/35