AANSLUITINGSOVEREENKOMST

Concept datum: 30 augustus 2013

1

AANSLUITINGSOVEREENKOMST

ONDERGETEKENDEN:

1. Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland, kantoorhoudende te u, ingeschreven in het handelsregister onder nummer u; hierna ook te noemen: het samenwerkingsverband of de stichting; 2. u; hierna ook te noemen: het bevoegde gezagsorgaan of de aangeslotene;

de ondergetekenden hierna gezamenlijk ook te noemen: Partijen,

OVERWEGENDE DAT:

-

het bevoegde gezagsorgaan zich aan wenst te sluiten bij voornoemd samenwerkingsverband om te voldoen aan de wettelijke verplichting van artikel 18a lid 2 van de Wet op het Primair Onderwijs;

-

de aansluiting betrekking heeft op scholen van aangeslotenen binnen de regio van het samenwerkingsverband, zoals deze regio is vastgesteld bij ministeriële regeling (PO 2101) dan wel ingeval van speciaal onderwijs op scholen van aangeslotenen waar leerlingen uit de regio onderwijs volgen;

-

het samenwerkingsverband het bevoegde gezagsorgaan als aangeslotene van de stichting wenst toe te laten.

ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

ALGEMEEN Artikel 1 1. Het bevoegde gezagsorgaan sluit zich aan als bedoeld in de statuten van de stichting en onderwerpt zich daarmee aan de in deze overeenkomst geregelde verplichtingen jegens het samenwerkingsverband, mede voorvloeiend uit de statuten van het samen-


2

werkingsverband. 2. Het samenwerkingsverband accepteert het bevoegde gezagsorgaan als aangeslotene als bedoeld in de statuten van het samenwerkingsverband en onderwerpt zich daarmee aan de in deze overeenkomst geregelde verplichtingen jegens de aangeslotene, een en ander op basis van die statuten.

3. De aangeslotenen van de stichting zijn geen leden. Aan de aangeslotenen komen niet de bevoegdheden toe die bij een vereniging toekomen aan de algemene ledenvergadering. De bevoegdheden van een aangeslotene worden nader bij de statuten van de stichting en deze overeenkomst bepaald.

4. De aangeslotenen zijn jegens de stichting gehouden het bepaalde in haar statuten in acht te nemen en de daaruit voor een aangeslotene voortvloeiende verplichtingen na te komen.

5. Van deze aansluitingsovereenkomst maakt integraal deel uit het in dat verband in het bijzonder de statuten bepaalde (artikel 4), te weten: "Artikel 4 - Aangeslotenen 1. Aangesloten kunnen slechts zijn het bevoegd gezag van de scholen die in de regio gevestigd zijn dan wel het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan de vestiging of vestigingen zijn gelegen buiten de regio doch die wensen deel te nemen aan het samenwerkingsverband. 2. Aangeslotene is dat bevoegde gezagsorgaan dat zich schriftelijk als aangeslotene bij het bestuur heeft aangemeld en voldoet aan in lid 1 van dit artikel genoemde eis, en door de stichting als aangeslotene is toegelaten door het sluiten van een aansluitingsovereenkomst met het betreffende bevoegd gezag. Bij deze toelating neemt de stichting de wettelijke verplichtingen van de bevoegde gezagsorganen in acht, in het bijzonder de verplichtingen als volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra. 3. Rechten en plichten van de aangeslotenen ten aanzien van de stichting worden


3

nader geregeld in de aansluitingsovereenkomst. Voorts is een aangeslotene jegens de stichting en andere aangeslotenen verplicht het bepaalde in deze statuten in acht te nemen en na te leven. 4. De aangeslotenen eerbiedigen elkanders identiteit en de stichting houdt daar bij de uitvoering van de taken rekening mee. 5. De aansluiting van een bevoegd gezag eindigt indien: a. de aangeslotene wordt ontbonden of ophoudt te bestaan als gevolg van fusie en/of de aangeslotenen niet langer bevoegd gezag is als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs; b. onder het aangesloten bevoegd gezag geen school meer in de regio ressorteert, dan wel indien het betreft een school voor speciaal onderwijs welke geen onderwijs meer geeft aan leerlingen uit de regio; c.

de aangeslotene de aansluitingsovereenkomst opzegt;

d. namens de stichting de aansluitingsovereenkomst wordt opgezegd; e. de aansluitingsovereenkomst wordt ontbonden. 6. Een aangeslotene kan de aansluitingsovereenkomst schriftelijk opzeggen met in achtneming van tenminste een termijn van zes maanden tegen het einde van het lopende schooljaar. 7. In onderling overleg zullen de juridische, organisatorische, personele en financiële gevolgen voortvloeiende uit de beëindiging naar de beginselen van de redelijkheid en billijkheid door het bestuur worden vastgesteld, schriftelijk in een document worden vastgelegd en voorts worden opgelegd aan het bevoegd gezag dat niet meer aangesloten is. 8. Als de opzegging door een aangeslotene niet tijdig of niet schriftelijk heeft plaatsgehad, loopt de aansluitingsovereenkomst door tot het einde van het eerstvolgende schooljaar, tenzij het bestuur anders besluit. 9. De aansluitingsovereenkomst is niet overdraagbaar. 10. Het bestuur kan de aansluitingsovereenkomst slechts schriftelijk tegen het einde van het lopende schooljaar aan een aangeslotene opzeggen met in achtneming van een termijn van zes maanden. 11. Opzegging door het bestuur als hiervoor bedoeld is niet mogelijk indien en zolang op grond van artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs de wettelijke verplich-


4

ting tot oprichting en instandhouding van een samenwerkingsverband passend onderwijs geldt. 12. Het bestuur kan een aansluitingsovereenkomst per direct schorsen indien de aangeslotene in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting handelt, of de stichting op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende de schorsing is de aangeslotene niet bevoegd de rechten als vermeld in de aansluitingsovereenkomst uit te oefenen en is de stichting niet gehouden prestaties jegens de aangeslotene te verrichten. De schorsing kan slechts gelden voor een periode van ten hoogste drie maanden. De schorsing kan worden verlengd met een nieuwe periode voor ten hoogste drie maanden. Verlenging van de schorsing is onbeperkt mogelijk, indien en zolang de aangeslotene gedurende schorsing in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting blijft handelen, of de stichting op onredelijke wijze blijft benadelen. In geval van benadeling van de stichting door de aangeslotenen als gevolg waarvan de stichting schade leidt, kan de stichting de schade bij de aangeslotene verhalen. 13. Aansluiting bij het samenwerkingsverband en beëindiging van aansluitingsovereenkomst gaan in per één augustus van het (volgende) schooljaar."

RECHTEN JEGENS HET SAMENWERKINGSVERBAND Artikel 2 1. De onder de aangeslotene ressorterende (vestigingen van) scho(o)l(en) heeft/hebben het recht gebruik te maken van/deel te nemen aan het samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen dat het samenwerkingsverband binnen en tussen de scholen realiseert.

2. De aangeslotene heeft het recht bij het samenwerkingsverband het verzoek neer te leggen een leerling te beoordelen op toelaatbaarheid tot het speciaal onderwijs cluster 3 en 4.

3. De aangeslotene heeft het recht het samenwerkingsverband om advies te vragen over de ondersteuningsbehoefte van een leerling.


5

4. De aangeslotene heeft het recht op een rekening en verantwoording door het bestuur van het samenwerkingsverband en in dat kader recht op ontvangst van de jaarrekening en het jaarverslag van het samenwerkingsverband. 5. Bij de uitoefening van zijn rechten jegens de stichting is de aangeslotene gebonden aan het door de stichting op basis van het ondersteuningsplan bepaalde beleid en respecteert de aangeslotene de door de stichting mede op die basis bepaalde prioritering. Behoudens voor zover nader schriftelijk overeengekomen leiden de rechten van een aangeslotene slechts voor de plicht voor het samenwerkingsverband om zich met inachtneming van het vorenstaande voor de nakoming in te spannen.

PLICHTEN JEGENS HET SAMENWERKINGSVERBAND Artikel 3 1. De aangeslotene draagt er zorg voor dat de medezeggenschapsraden van de onder hem ressorterende scholen in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen over het vast te stellen schoolondersteuningsprofiel dan wel de wijziging daarvan.

2. De aangeslotene bevordert dat de medezeggenschapsraden van de onder hem ressorterende scholen leden afvaardigen ten behoeve van de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband.

3. De aangeslotene voorziet het bestuur van het samenwerkingsverband tijdig van alle informatie welke nodig is voor een goede uitvoering van de taken van het samenwerkingsverband.

4. De aangeslotene houdt zich aan het privacyreglement van het samenwerkingsverband.

5. De aangeslotene houdt zich aan afspraken in het ondersteuningsplan die medewerking vereisen van aangeslotene.

6. De aangeslotene is verplicht verantwoording af te leggen aan het samenwerkingsverband en daarmee aan de overige aangeslotenen omtrent de besteding van de door het


6

samenwerkingsverband aan hem uitgekeerde ondersteuningsmiddelen.

7. De aangeslotene verplicht zich mee te werken aan de opbouw van een minimale reserve (in de begroting) van het samenwerkingsverband conform de afspraken daarover in het ondersteuningsplan. 8. De aangeslotene is verplicht wijzigingen in bestuurssamenstelling, adressering, telefoon, e-mail, bankrekeningnummers en dergelijk aan het samenwerkingsverband door te geven. Het verzuim van het niet tijdig doorgeven van wijzigingen is voor rekening en risico van de aangeslotene.

9. De aangeslotene is verplicht de bepalingen in de statuten van de stichting en deze overeenkomst steeds na te komen. De aangeslotenen verplicht zich de besluiten die door het bestuur van de stichting worden genomen steeds na te leven en voor zover nodig uit te voeren binnen haar eigen organisatie.

DUUR EN BEËINDIGING AANSLUITINGSOVEREENKOMST Artikel 4 1. Deze aansluiting geldt voor onbepaalde tijd doch eindigt (al dan niet van rechtswege) in de gevallen zoals staat vermeld in de statuten.

2. De juridische, organisatorische, personele en financiële gevolgen voortvloeiende uit de beëindiging van de aansluiting dient de instemming van het bestuur van het samenwerkingsverband te hebben.

GESCHILLENREGELING EN MEDIATION Artikel 5 1. In geval van geschillen binnen het bestuur van de stichting zal getracht worden deze in eerste instantie te beslechten met behulp van mediation. Indien het onmogelijk is gebleken een geschil als hiervoor bedoeld met behulp van mediation te beslechten, heeft elk bestuurslid het recht om het geschil ter beslechting voor te leggen aan een door de minister ingestelde arbitragecommissie waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten. Het oordeel van deze arbitragecommissie is bindend voor alle betrokkenen. Voor


7

de toepassing van deze regeling is een geschil aanwezig, indien een bestuurslid schriftelijk en gemotiveerd aan de andere bestuursleden aangeeft zulks van mening te zijn.

2. Ingeval van geschillen tussen de stichting en een of meer aangeslotenen, heeft elk van betrokkenen het recht om dit geschil ter beslechting voor te leggen aan de arbitragecommissie als bedoeld in het eerste lid. Het oordeel van de arbitragecommissie is bindend voor alle betrokkenen. De arbitragecommissie bepaalt in haar oordeel de draagplicht van betrokkenen voor wat betreft de aan haar werkzaamheden verbonden kosten. Voor de toepassing van deze regeling is een geschil aanwezig indien een betrokkene schriftelijk en gemotiveerd aan de anderen aangeeft zulks van mening te zijn.

SLOTBEPALINGEN Artikel 6 1. Indien enige bepaling in deze overeenkomst nietig is, respectievelijk nietig wordt verklaard, blijft deze overeenkomst voor het overige in stand.

2. Indien zich omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet (zoals wijziging of vervanging van wet- of regelgeving), en die om een aanpassing vragen op onderdelen, treden partijen met elkaar in overleg om tot een wijziging van de overeenkomst te komen die zoveel mogelijk aansluit bij de oorspronkelijke bedoeling van partijen.

3. Indien van toepassing zijnde weten regelgeving op relevante onderdelen wordt gewijzigd c.q. wordt vervangen door een andere regeling zullen ondergetekenden overleg voeren over eventuele aanpassing van de onderhavige overeenkomst.

4. Geen van de Partijen bij deze overeenkomst zal haar rechten onder deze overeenkomst aan een derde overdragen, zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de andere partij, behoudens voor zover uit hoofde van deze overeenkomst anders voortvloeit.


8

Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt te ____________________________ op ____________________________ en ondertekend door de Partijen.

u

u

Namens: Stichting Samenwerkingsverband

Namens: u

Passend Onderwijs PO Friesland

AANSLUITINGSOVEREENKOMST

Recommend Documents