RVV 373
RAAD VOOR HET VERBRUIK
ADVIES
Over het voorontwerp actieplan Maatschappelijk verantwoord ondernemen in België.
Brussel, 5 februari 2007
SAMENVATTING Via een brief van 10 juli 2006 heeft de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie de Raad voor het Verbruik om een advies verzocht betreffende het voorontwerp van MVO-Actieplan, uitgewerkt door de werkgroepen MVO en Maatschappelijk verantwoord investeren (MVI). De Raad is verheugd over de enorme inspanning die werd gedaan om het referentiekader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in concrete vormen te gieten. Hij wenst te onderstrepen hoe tevreden zijn leden zijn met de snelle concretisering van sommige MVOgelinkte acties, ook al stelt hij vast dat sommige acties heel vaag blijven, wat een objectieve beoordeling moeilijk maakt. De leden van de Raad wensen erop te wijzen dat ze de standpunten verdedigd door de andere raden delen en ondersteunen, en er bijgevolg voor opteren om deze standpunten niet nog eens te hernemen in dit advies. Ze wensen in het huidig advies de aspecten te verduidelijken die niet aan bod kwamen in andere raden. In deze context: herinneren de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties aan hun actievoorstellen opgenomen in het advies R.v.V. 351 over het referentiekader maatschappelijk verantwoord ondernemen in België - ICDO (18 mei 2006). maken de vertegenwoordigers van het Réseau de Consommateurs Responsables zich zorgen over de 8ste voorgestelde actie waarin een voortzetting van de dialoog met de deelnemende partijen wordt voorzien op basis van informele vergaderingen. zijn de vertegenwoordigers van de productie, de distributie, de middenstand en de landbouw gekant tegen bepaalde voorstellen van de consumenten en herinneren eraan dat ze volledig achter het vrijwillig karakter van het MVO staan.
2
De Raad voor het Verbruik die op 10 juli 2006 door de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie werd gevraagd over het voorontwerp actieplan MVO zoals dat door de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling (ICDO) werkgroepen MVO en Maatschappelijk Verantwoord Investeren (MVI) is opgesteld, is op 5 februari 2007 in plenaire zitting bijeengekomen, onder het voorzitterschap van de heer Robert Geurts, en heeft huidig advies goedgekeurd. De Raad voor het Verbruik heeft de Voorzitter verzocht huidig advies eveneens over te maken aan de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie en aan de Minister van Leefmilieu.
ADVIES
De Raad voor het Verbruik, Gelet op de adviesaanvraag van de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie van 10 juli 2006 over het voorontwerp actieplan MVO, zoals dat door de ICDO werkgroepen MVO en Maatschappelijk Verantwoord Investeren (MVI) is opgesteld; Gelet op het Federaal Plan Duurzaame Ontwikkeling 2004-2008; Gelet op de werkzaamheden van de Commissie "Leefmilieu-Productie en Duurzame consumptie" tijdens haar vergadering van 8 november 2006; Gelet op de deelname aan de werkzaamheden van de heer MEIRSMAN (OIVO), deskundige; Gelet op de uitwerking van het ontwerpadvies door de heren Meirsman (OIVO) en Gheur (FEB); Gelet op het advies van het Dagelijks Bestuur van 14 december 2006 ;
BRENGT HET VOLGEND ADVIES UIT :
3
1. INLEIDING Via een brief van 10 juli 2006 heeft de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie de Raad voor het Verbruik om een advies verzocht betreffende het voorontwerp van MVO-Actieplan, uitgewerkt door de werkgroepen MVO en Maatschappelijk verantwoord investeren (MVI). De Raad is verheugd over de enorme inspanning die werd gedaan om het referentiekader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in concrete vormen te gieten. Hij wenst te onderstrepen hoe tevreden zijn leden zijn met de snelle concretisering van sommige MVOgelinkte acties. Globaal bekeken is de Raad tevreden over het voorgestelde actieplan, ook al stelt hij vast dat sommige acties heel vaag blijven, wat een objectieve beoordeling moeilijk maakt. De leden van de Raad constateren dat over dit ontwerp wel heel grondig werd beraadslaagd. Op grond van deze adviezen wensen de leden erop te wijzen dat ze de standpunten verdedigd door de andere raden delen en ondersteunen, en er bijgevolg voor opteren om deze standpunten niet nog eens te hernemen in dit advies. Ze wensen in het huidig advies de aspecten te verduidelijken die niet aan bod kwamen in andere raden.
2. BEMERKINGEN 1) De Raad, met uitzondering van de vertegenwoordigers van het Réseau de Consommateurs Responsables, verwijst naar het gemeenschappelijk advies van de NAR en de CRB : « De raden zijn van oordeel dat het houden van forums slechts kan dienen als aanvulling op de gestructureerde raadpleging van de bestaande organen. De gekozen procedure doet problemen rijzen m.b.t. de mogelijkheid om rekening te houden met de representativiteit van sommige participerende organisaties. Ze wensen in geen geval dat de tot dusver gevolgde procedure afglijdt naar de vorming van een nieuwe permanente structuur." Wat de 8e voorgestelde actie betreft, waarin een voortzetting van de dialoog met de deelnemende partijen wordt voorzien op basis van informele vergaderingen, vrezen de vertegenwoordigers van het Réseau de Consommateurs Responsables dat zoals ze nu is geformuleerd, deze actie dode letter zal blijven. 'Deze leden vragen om een permanente dialoogstructuur over MVO in te stellen en dit zelfs als de overlegplegingen informeel blijven. Deze informele dialoog tussen deelnemende partijen zal zowel de deelnemende partijen als de overheid de mogelijkheid bieden om informeel doch doorzichtig ideeën onder elkaar uit te wisselen en om de mogelijkheden, de uitdagingen en recente dreigementen inzake MVO te onderzoeken. Wat de eerste actie" Openbare aankopen duurzamer maken", betreft, menen de vertegenwoordigers van het Réseau de Consommateurs Responsables dat het oprichten van een permanent dialoogplatform over MVO ook zal mogelijk maken om een gesystematiseerde dialoog in te leiden over wat men dient te verstaan onder duurzaam product. Dat zal:
4
• het werk vergemakkelijken van het personeel van de administraties dat belast is met de aankoop van duurzame producten ; • de betrokken industrieën in staat stellen om hun product op doorzichtige wijze te verdedigen ; • leiden tot een verbetering van het duurzame aspect in de industriële producten. De vertegenwoordigers van het Réseau de Consommateurs Responsables menen dat een dergelijke dialoog onontbeerlijk is om de verwachtingen van de gebruikers van duurzame producten beter af te bakenen en hun informatie over de bestaande producten te versterken. In de context van MVO zou een dergelijke dialoog moeten plaatshebben met de medewerking van alle deelnemende partijen. 2) In punt 4 met als titel "de rol van de overheid" inzake hoofdstuk 6 van het referentiekader betreffende maatschappelijk verantwoord ondernemen in België vroegen de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties dat twee elementen zouden worden toegevoegd aan de 6 pistes die vermeld worden als mogelijkheden tot interventie van de overheid.. De twee bijkomende pistes betroffen het Belgisch sociaal label en verantwoord verbruik. Deze vertegenwoordigers stellen vast dat het Belgisch sociaal label wel degelijk werd opgenomen in het huidige actieplan, niet als dusdanig maar wel via bepaalde voorgestelde acties. Hun voorstel om een punt toe te voegen over de bijkomende bevordering van het verantwoord verbruik, om de ondernemingen te verleiden om in MVO te stappen en om maatschappelijk en ecologisch verantwoord te produceren/distribueren werd duidelijk niet gevolgd. De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties zijn ervan overtuigd dat de belangrijkste factor die ondernemingen ertoe kan aanzetten om in MVO te stappen de sterke vraag is van consumenten naar producten die onder maatschappelijk verantwoorde omstandigheden werden gefabriceerd en daarom vragen ze dat er naar de consumenten toe een informatie en sensibilisatiecampagne wordt gevoerd om hen te wijzen op de mogelijkheden om concrete keuzes te maken voor goederen en diensten die op de markt te vinden zijn en zullen zijn ingevolge de deelname van de ondernemingen aan MVO. 3) De vertegenwoordigers van de productie, de distributie, de middenstand en de landbouw staan volledig achter de definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals overeengekomen in het Referentiekader. Het vrijwillige karakter van MVO biedt aan de ondernemingen de mogelijkheid om een evenwicht te vinden tussen de verschillende uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd (bvb intense concurrentie, vraag van verscheidene stakeholders om verder te gaan dan de wet voorschrijft op het vlak van duurzame ontwikkeling, zich richten op de kernactiviteiten,…). De ondernemingen voelen beter dan wie ook aan hoe ver ze op dit vlak kunnen gaan. De mogelijkheid dat het opstellen van een duurzaamheidrapport verplicht zal worden gemaakt voor beursgenoteerde en grote ondernemingen gaat lijnrecht in tegen de consensus van wat maatschappelijk verantwoord ondernemen is. De vertegenwoordigers van de werkgevers kunnen deze actie dan ook niet ondersteunen.
5
LEDEN EN DESKUNDIGEN AANWEZIG OP DE PLENAIRE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR HET VERBRUIK VAN 5 FEBRUARI 2007 VOORGEZETEN DOOR DE HEER R. GEURTS
1. Leden die de organisaties van de consumenten vertegenwoordigen: Effectieve:
Mevrouw DE ROECK-ISEBAERT Mevrouw DOMONT-NAERT De heer DUCART De heer HOEDT De heer NINANE
(GEZINSBOND) (TEST-AANKOOP) (TEST-AANKOOP) (ACV) (SOC. MUT.)
Plaatsvervangende:
De heer ANDRIANNE De heer QUINTARD
(LIGUE DES FAMILLES) (ABVV)
2. Leden die de organisaties van de productie vertegenwoordigen: Effectieve:
Mevrouw SWEERTS De heer van OLDENEEL De heer VANDEPLAS De heer WALSCHOT
(BVB) (ASSURALIA) (FEDICHEM) (AGORIA)
Plaatsvervangend:
De heer GHEUR
(VBO)
3. Leden die de organisaties van de distributie vertegenwoordigen: Effectief:
De heer de LAMINNE de BEX
(FEDIS)
4. Leden die de organisaties van de middenstand vertegenwoordigen: Effectieve:
De heer RIZZO De heer VERHAMME
(UCM) (UNIZO)
5. Leden die de organisaties van de landbouw vertegenwoordigen: Plaatsvervangend:
De heer GOTZEN
(BOERENBOND)
6. Waarnemers: Mevrouw van den BROECK (OIVO) De heer MEIRSMAN (OIVO)
6