R.v.V. 217
RAAD VOOR HET VERBRUIK
ADVIES
over de opportuniteit om maatregelen te treffen zodat geen reclame meer in de brievenbussen gedeponeerd wordt voorzien van de melding "geen reclame a.u.b.".
Brussel, 6 april 2000
De Raad voor het Verbruik die op 2 4 november 1999, o p aanvraag van d e Minister van Economie, verzocht werd een advies u it te brengen over de opportuniteit o m maatregelen te treffen zodat geen reclame meer in de b rievenbussen g edeponeerd wordt v oorzien van de melding "geen reclame a.u.b.", is op donderdag 6 april 2000 in plenaire zitting bijeengekomen, onder het voorzitterschap van de heer Ramaekers en heeft het volgende advies aangenomen. De Raad voor het Verbruik heeft de voorzitter verzocht dit advies over te maken aan de voogdijminister.
ADVIES
De Raad voor het Verbruik, Gelet o p d e brief van 2 4 november 1999, waarbij de Minister van Economie d e Raad v oor h et Verbruik verzoekt een advies uit te b rengen o ver de o pportuniteit o m maatregelen te t reffen zodat g een reclame meer in de brievenbussen gedeponeerd wordt voorzien van de melding "geen reclame a.u.b."; Gelet o p h et voorontwerp v an advies o pgesteld d oor d e h eren: de laminne de Bex (FEDIS) en Ducart (O.I.V.O.); Overwegend dat het voorontwerp van advies door de Commissie "Handelspraktijken" goedgekeurd werd, middels de schriftelijke procedure;
BRENGT HET VOLGEND ADVIES UIT
1. Inleiding De Raad stelt vast dat de aangekaarte problematiek behoort tot het domein van afvalpreventie en –beheer en dus een materie uitmaakt die onder de bevoegdheid valt van de Gewesten. Deze hebben reeds een aantal reglementaire initiatieven ter zake genomen.
2. Het reglementair kader in de drie Gewesten Het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vasttelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (Vlarea- voert een aanvaardingsplicht in voor papierafval in het Vlaamse gewest. De wijze waarop de uitgever aan zijn aanvaardingsplicht voldoet, moet volgens het Vlarea vastgelegd zijn ofwel in een milieubeleidsovereenkomst afgesloten door de overkoepelende representatieve organisatie van ondernemingen waarvan de uitgever lied is, ofwel in een afvalbeheerplan dat ter goedkeuring aan de Ovam voorgelegd word. De Ordonnantie van 22 april 1999 betreffende het voorkomen en het beheer van afval van producten in papier en/of karton voert een terugnameplicht in voor papierafval in het Brusselse hoofdstedelijke gewest. De uitgever kan deze terugnameplicht vervullen, ofwel door een bijdrage te betalen van 10 fr. x een progressief recyclagepercentage per kg papier aan een interventiefonds opgericht door het Gewest als begrotingsfonds, ofwel door aan te sluiten bij de overeenkomst afgesloten door de federatie die hem vertegenwoordigt. De Ordonnantie stipuleert dat de uitgevers van ongeadresseerd kosteloos reclamedrukwerk of kosteloze informatiebladen de acties moeten volgen van de Brusselse hoofdstedelijke regering om de verspreiding van ongeadresseerd kosteloos drukwerk te beperken of ervoor moeten zorgen dat die gevolgd worden. Het Waalse gewest werkt aan een besluit dat eveneens een terugnameplicht moet invoeren voor papierafval. Dat besluit wordt verwacht tegen het einde van het eerste semester 2000. Het principe van een sectorale overeenkomst zal ook daarin voorzien zijn.
3. Milieubeleidsovereenkomst in het Vlaamse Gewest Op 17 april 1998 sloten de federaties van de uitgevers van dagbladen, informatieweekbladen en periodieke pers een milieubeleidsovereenkomst (MBO) af met het Vlaamse gewest om hun leden toe te laten hun aanvaardingsplicht te kunnen vervullen. Naast het ter beschikking stellen aan het Gewest van informatieve advertentieruimte, moeten de uitgevers voldoen aan een aantal bepalingen inzake preventie. Volgens één van deze bepalingen moeten de leden van de sectie Gratis regionale pers (GRP) van de Unie van de uitgevers van de periodieke pers een éénvormige stickeractie promoten. Deze actie houdt in dat gratis stickers ter beschikking gesteld moeten worden van de gemeenten en de bevolking die dit wensen ter beperking van de verspreiding van ongewenst reclamedrukwerk en gratis regionale pers. Volgens de MBO worden hierbij specifieke percentages reductie van de effectief bedeelde oplages van deze publicaties beoogt. Fedis, BDMV, Navetex, VDV en Vegrab ondertekenden een milieubeleidsovereenkomst met het Vlaamse gewest op 4 augustus 1998. Naast de betaling van een bijdrage aan een fonds, moeten de uitgevers van reclamedrukwerk ook een aantal bepalingen inzake preventie naleven. Eén van deze bepalingen voorziet dat de uitgevers van huis-aan-huis reclamedrukwerk de stickeracties, uitgevoerd door de uitgevers van gratis regionale pers, dienen te respecteren en te promoten bij de bevolking en op die manier een bepaalde procentuele reductie beogen van de effectief bedeelde oplages van de publicaties.
4. Raamakkoord in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Begin 1999 sloten de federaties van de uitgevers van dagbladen, informatieweekbladen en periodieke pers een akkoord af met het Brusselse hoofdstedelijke gewest. Deze overeenkomst bevat gelijkaardige bepalingen inzake preventie als de Vlaamse MBO, inclusief stickeracties. Fedis en BDMV ondertekenden een akkoord met het Brusselse hoofdstedelijke gewest op 3 februari 1999. Dit akkoord bevat gelijkaardige bepalingen inzake preventie als de Vlaamse MBO, inclusief het respecteren van de stickeracties en de beoogde reducties van de oplages. Bovendien staat expliciet in het akkoord met het Gewest vermeld dat de uitgevers van gratis ongeadresseerd reclamedrukwerk de stickeractie, gevoerd door de gratis regionale pers, moeten naleven aan de hand van specifieke contractuele bepalingen met de bedelingsondernemingen van huis-aan-huis bladen.
5. Ontwerp van raamakkoord in het Waalse Gewest Niettegenstaande het wettelijke kader nog op komst is, sloten de federaties van de uitgevers van dagbladen, informatieweekbladen en periodieke pers eind vorig jaar reeds een akkoord af met het Waalse gewest. Daarin engageren de betrokken ondernemingen zich ook tot het voeren van een stickeractie. Ook Fedis en BDMV voeren reeds geruime tijd onderhandelingen met het Waalse gewest met het oog op het afsluiten van een akkoord tegen de inwerkingtreding van de terugnameplicht voor papierafval in Wallonië. Het ontwerp van raamakkoord voorziet nu reeds een bepaling zoals in het Brusselse akkoord, namelijk het naleven van de stickeracties, gevoerd door de gratis regionale pers, aan de hand van specifieke contractuele bepalingen met de bedelingsondernemingen van huis-aan-huis bladen.
6. Conclusie Als de Raad vaststelt dat er enige vertraging is in Wallonië, dan zal deze toch op heel korte termijn verdwijnen. De Raad is van mening dat het reglementaire kader betreffende de terugnameplicht voor papierafval in de drie gewesten en de daaruit volgende milieubeleidsovereenkomsten, een aantal garanties bieden voor het verplicht naleven van de stickers "Geen reclame a.u.b.". De ondernemingen dienen immers de stickers na te leven om de beoogde procentuele reducties van de effectief bedeelde oplages te behalen. Tenslotte kunnen de gewesten, indien zij dat nodig achten, strengere bepalingen opleggen bij de hernieuwing van de overeenkomsten (eind 2002 in Brussel) en Wallonië en eind 2004 in Vlaanderen). Bovendien kan bijvoorbeeld in Vlaanderen, overeenkomstig het decreet betreffende de milieubeleidsovereenkomsten, de overeenkomst gewijzigd of opgezegd worden tijdens de geldigheidsduur. De Raad voegt er nochtans aan toe dat, opdat het hierboven beschreven systeen zou functioneren en de stickers "Geen reclame a.u.b." effectief nageleefd zouden worden, de consument zich zou moeten kunnen richten tot het bevoegde organisme van elk gewest (Bim, Ovam, OWD) om een klachtendossier in te dienen betreffende de niet-naleving van deze verplichting. Het systeem zou dan geëvalueerd kunnen worden door dit organisme en door de begeleidingscomités die opgericht zijn om de milieubeleidsovereenkomsten op te volgen, meer bepaald op basis van de klachtendossiers. De evaluatie zou kunnen leiden tot strengere maatregelen. Dat betekent ook dat de consument zou kunnen beschikken over specifieke informatie over het nut van de stickers "Geen reclame a.u.b." en over de mogelijkheden om klacht in te dienen. De Raad stelt vast dat de Vlaamse minister van Leefmilieu in haar beleidsnota er hieromtrent reeds voor pleit dat de bevolking duidelijk moet weten waar deze overtredingen te melden en dat de lokale overheid de verdelers hiervoor moet kunnen beboeten.
LEDEN AANWEZIG OP DE PLENAIRE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR HET VERBRUIK VAN 6 APRIL 2000 VOORGEZETEN DOOR DE HEER RAMAEKERS 1. Leden die de organisaties van de consumenten vertegenwoordigen: Werkende:
De heer HOFFELT De heer MECHELS
(FEBECOOP)) (Test-Aankoop)
Plaatsvervangende:
Mevrouw CULOT De heer DE MUELENAERE De heer QUINTARD
(C.S.C.) (A.C.L.V.B.) (F.G.T.B.)
2. Leden die de organisaties van de productie vertegenwoordigen: Werkende:
Mevrouw SWEERTS De heer FELIX De heer WALSCHOT
(B.V.B.) (U.P.C.) (Fabrimetal)
Plaatsvervangende:
De heer DASTOT (B 3 A) De heer van OLDENEEL tot OLDENZEEL (V.B.O.)
3. Leden die de organisaties van de distributie vertegenwoordigen: Werkend:
De heer de LAMINNE de BEX (FEDIS)
4. Leden die de organisaties van de middenstand vertegenwoordigen: Plaatsvervangend:
Mevrouw VAN HAVERE
(N.C.M.V.)