Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
Zitting van 3 september 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.306 van 3 september 2015 in de zaak 2015/210 .................................. 2 Arrest nr. 2.307 van 3 september 2015 in de zaak 2015/211 .................................. 5 Arrest nr. 2.310 van 3 september 2015 in de zaak 2015/212 .................................. 8 Arrest nr. 2.308 van 3 september 2015 in de zaak 2015/216 ................................ 11 Arrest nr. 2.309 van 3 september 2015 in de zaak 2015/218 ................................ 14
Rolnr. 2015/210 – 3 september 2015
Arrest nr. 2.306 van 3 september 2015 in de zaak 2015/210 In zake: ….. Tegen: …..
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van het maximale aantal studiepunten voor de academiejaren 20092010 en 2010-2011. II. Verloop van de rechtspleging De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 3 september 2015. Voorzitter van de Raad Jim Deridder heeft verslag uitgebracht. III. Beoordeling Verzoek tot aangepaste examenregeling Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling. Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak. Overtuigingsstukken Het dossier omvat geen overtuigingsstukken. Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs. De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
2
Rolnr. 2015/210 – 3 september 2015
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen. Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: “Na mijn hoger middelbaar onderwijs- overigens voltooid op mijn 17de – heb ik namelijk wat lopen zoeken naar de juiste studierichting waardoor ik in het schooljaar 2008- 2009 en 2009-2010 vrijwel al mijn studiepunten ben kwijtgespeeld. Na enkele jaren te hebben gewerkt, heb ik met mijn resterende leerkrediet mijn huidige opleiding kunnen aanvatten. Nu ik mijn juiste ‘roeping’ schijn te hebben gevonden – zoals blijkt uit de resultaten op bijgaand document – ben ik enorm gemotiveerd om aan het eind van het komende schooljaar af te studeren. Vandaar mijn verzoek voor 6 (zes) extra studiepunten…” Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan). De Raad merkt op dat verzoekende partij in de academiejaren 2009-2010 en 20102011 niet ingeschreven was bij verwerende partij zodat op basis van het ingestelde verzoekschrift geen leerkrediet voor deze academiejaren kan worden teruggegeven. De Raad stelt verder – ten overvloede – vast dat verzoekende partij geen enkel overtuigingsstuk bijbrengt om de beweerde overmacht aan te tonen. Bovendien blijkt uit de motivering dat verzoekende partij in het verleden leerkrediet verloren heeft door opeenvolgende inschrijvingen in het raam van een verkeerd ingeschatte studieoriëntatie. Deze omstandigheid vormt geen gegeven van overmacht op basis waarvan leerkrediet kan worden teruggegeven.
Het beroep is ongegrond.
BESLISSING
De Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 3 september 2015, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit: Jim Deridder,
Voorzitter van de Raad
Jean Goossens
bijzitter
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
3
Rolnr. 2015/210 – 3 september 2015
Daniël Cuypers
bijzitter
bijgestaan door Melissa Thijs
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Melissa Thijs
Jim Deridder
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
4
Rolnr. 2015/211 – 3 september 2015
Arrest nr. 2.307 van 3 september 2015 in de zaak 2015/211 In zake: ….. Tegen: …..
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van een onbepaald aantal studiepunten voor het academiejaar 20132014. II. Verloop van de rechtspleging De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 3 september 2015. Voorzitter van de Raad Jim Deridder heeft verslag uitgebracht. III. Beoordeling Verzoek tot aangepaste examenregeling Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling. Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak. Overtuigingsstukken Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken: -
Medisch attest d.d. 10/08/2015 waaruit blijkt dat verzoekster onbekwaam was om de lessen te volgen en examens af te leggen van 01/12/13 tot en met 30/09/2014.
-
Attest van een psycholoog d.d. 09/03/2014 waaruit blijkt dat de jongere zus van verzoekende partij lijdt aan een ernstige sociale angststoornis. Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin
van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs. De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
5
Rolnr. 2015/211 – 3 september 2015
-
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen. Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: “Vanaf mijn 12e levensjaar is mijn pad niet over rozen gegaan. Toen ik 15 was zijn mijn ouders uit elkaar gegaan. (…) Vanaf mijn 12e heeft mijn vader mij constant gemanipuleerd en ingelepeld dat mijn mama een verhouding had met een ander man en een heel slechte moeder was voor mij en mijn twee zussen en broertje. (…) Wat ik niet wist, was dat papa in oktober 2005 was begonnen met mama psychisch en zelfs lichamelijk te mishandelen. (…) Toen mijn ouders in september 2008 uiteen gingen – papa had toen voldoende geld verzameld op een geheime rekening -, heb ik op een dag al huilend alles aan mama verteld. (…) Mama besloot met mij naar een psycholoog te gaan. (…) Ondertussen was het september 2011 en kon ik aan een opleiding aan de ….. beginnen. (…) In november 2011 begon het heel slecht te gaan met mijn zus …... Ze weigerde nog naar school te gaan. (…) Ondertussen ging het ook met mij slechter en slechter. Ik kon me niet concentreren op de lessen aan de universiteit en liet mijn schouders hangen. (…) Resultaat: ik slaagde niet voor de examens in juni 2012. (…) Mijn zus en ik schreven me in aan de Hogeschool. (…) Ik werd depressief en kwam mijn bed niet meer uit. (…) Intussen zijn we zomer 2013. Mama krijgt post van de ….. en ziet dat ik aan geen enkel examen heb deelgenomen. (…) Na lang nadenken, wikken en wegen staat mijn besluit vast. Ik wil rechten studeren. Ik win zelf advies in bij ….. en schrijf me in als student in de Rechten (heb dan nog 60 studiepunten). (…) Door de ernstige problemen met mijn zus (schooljaar 20132014) minimaliseer ik mijn problemen en doe ik alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Ik ga naar de lessen, maar slaag er niet in om alles te verwerken.” Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan). De Raad stelt vast dat verzoekende partij ingeschreven was voor 60 studiepunten. Ze neemt niet deel aan de tweede zittijd. De Raad is van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat de verzoekende partij ten gevolge van overmacht haar examenkansen voor het academiejaar 2013- 2014 niet volledig heeft kunnen benutten. De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 60 studiepunten kan worden teruggeven. De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit besluit.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
6
Rolnr. 2015/211 – 3 september 2015
BESLISSING
1. Het beroep is ontvankelijk en in de aangegeven mate gegrond. 2. Aan ….. wordt het verloren leerkrediet ten belope van 60 studiepunten voor het academiejaar 2013- 2014 teruggeven.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 3 september 2015, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Jim Deridder,
Voorzitter van de Raad
Jean Goossens
bijzitter
Daniël Cuypers
bijzitter
bijgestaan door Melissa Thijs
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Melissa Thijs
Jim Deridder
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
7
Rolnr. 2015/212 – 3 september 2015
Arrest nr. 2.310 van 3 september 2015 in de zaak 2015/212 In zake:….. Tegen:
…..
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van 40 studiepunten voor het academiejaar 2014- 2015. II. Verloop van de rechtspleging De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 3 september 2015. Voorzitter van de Raad Jim Deridder heeft verslag uitgebracht. III. Beoordeling Verzoek tot aangepaste examenregeling Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling. Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak. Overtuigingsstukken Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken: -
Medisch attest d.d. 27/05/2015 waaruit blijkt dat verzoekster van 27/05/2015 t.e.m. 05/06/2015 wegens ziekte niet in staat is om de lessen te volgen of examens af te leggen;
-
Medisch attest d.d. 01/06/2015 waaruit blijkt dat verzoekster lijdt aan een forse ….. met een ….., waardoor ze de laatste weken niet naar behoren heeft kunnen studeren;
-
Medisch attest d.d. 01/06/2015 waaruit blijkt dat verzoekster, wegens medische redenen, vanaf 18/05/2015 niet naar behoren heeft kunnen studeren en zodoende niet in de mogelijkheid is om haar examens af te leggen binnen de voorziene termijnen. Er moet rekening gehouden worden met een ongeschiktheid van verschillende weken tot enkele maanden;
-
Medisch attest d.d. 11/06/2015 waaruit blijkt dat verzoekster wegens ziekte niet in staat is om de lessen te volgen van 06/06/2015 t.e.m. 04/09/2015;
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
8
Rolnr. 2015/212 – 3 september 2015
-
Medisch attest d.d. 31/08/2015 waaruit blijkt dat verzoekende partij last blijft ondervinden van een ….., ten gevolge van haar ziekte-episode in mei/juni laatstleden;
-
Correspondentie met ….. omtrent examenspreiding.
Beoordeling van de overmacht Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs. De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen. Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: “Eind mei 2015 is er bij mij na meerdere onderzoeken en ziekenhuisbezoeken ….. en ….. vastgesteld. Hierdoor was ik niet in staat om al mijn examenkansen te benutten tijdens de juni- en septemberzittijd. Ik heb via vnl. telefonisch contact met de ombudsvrouw van 1e bachelor ….. de aard en problematiek van mijn ziekte besproken en de opties tot verplaatsing van examens overlopen tijdens beide zittijden. Wat de junizittijd betreft, kon ik attest voor examenspreiding bekomen. In augustus was het verplaatsten van examens echter niet zo gemakkelijk gezien er voor ieder vak slechts één examenmoment voorzien was. Ondanks alle moeite die de ombudsvrouw heeft gedaan om mijn examens te proberen te verzetten, was en ben ik uiteindelijk niet in staat om nog verder te studeren en examens af te leggen omwille van aanhoudende ….. vermoeidheid gedurende de afgelopen maanden. Ik heb dan ook recent beslist om mij uit te schrijven voor de septemberzittijd” Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan). De Raad is van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat verzoekster ten gevolge van overmacht haar examenkansen niet volledig heeft benut. Aangezien verzoekende partij zich heeft uitgeschreven voor de examens tijdens de derde examenperiode, zal zij geen tweede examenkans benutten die haar toelaat voor één of meerdere van de opleidingsonderdelen waarop het in het geding zijnde leerkrediet betrekking heeft, credits te behalen tijdens de derde examenperiode.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
9
Rolnr. 2015/212 – 3 september 2015
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste examenregeling mogelijk was. De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 40 studiepunten kan worden teruggegeven. De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit besluit. BESLISSING
1. Het beroep is ontvankelijk en gegrond 2. Aan ….. wordt het verloren leerkrediet ten belope van 40 studiepunten voor het academiejaar 2014-2015 teruggeven. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 3 september 2015, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Jim Deridder,
Voorzitter van de Raad
Jan Geens
bijzitter
Daniël Cuypers
bijzitter
bijgestaan door Melissa Thijs
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Melissa Thijs
Jim Deridder
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
10
Rolnr. 2015/216 – 3 september 2015
Arrest nr. 2.308 van 3 september 2015 in de zaak 2015/216 In zake: Tegen:
….. …..
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van 60 studiepunten voor het academiejaar 2010-2011. II. Verloop van de rechtspleging De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 3 september 2015. Voorzitter van de Raad Jim Deridder heeft verslag uitgebracht. III. Beoordeling Verzoek tot aangepaste examenregeling Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling. Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak. Overtuigingsstukken Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken: -
Medisch attest d.d. 10/08/2015 waaruit blijkt dat verzoekster in het academiejaar 2010-2011 leed aan een depressieve stemmingsstoornis. De symptomen begonnen rond voorjaar 2011. Momenteel is de gemoedstoestand genormaliseerd. Beoordeling van de overmacht Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin
van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs. De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
11
Rolnr. 2015/216 – 3 september 2015
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen. Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: “In het jaar 2010-2011 bevond ik me in een depressieperiode met als gevolg dat ik mijn examenkansen niet behoorlijk heb kunnen benutten als ook deelnemen. Sinds midden april ben ik naar mijn huisarts geweest, dit naar aanleiding van slepende lichamelijke en psychologische klachten. Na een diep gesprek met mijn huisarts stelde ze vast dat ik me in depressieve stemmingsstoornissen periode bevond. Ten gevolge van de familiale omstandigheden waarin ik me bevond besefte ik dat ze gelijk had. Ze stelde ook voor om eventueel naar een psycholoog te gaan. Wegens mijn gesloten, teruggehouden karakter enerzijds en de taboe die hieromtrent heerst binnen mijn familie was ik er niet in geslaagd om een psycholoog te raadplegen. Het gedachte alleen om mijn gevoelens te uitten aan een wildvreemde gaf me nog een deprimerende gevoel. Ik voel me nu al 2 jaar ‘normaal’ en ben terug mezelf.” Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan). De Raad heeft weliswaar begrip voor de persoonlijke situatie van verzoekster, doch kan uit het medisch attest dat verzoekster voorlegt, niet opmaken dat verzoekster omwille van medische redenen door overmacht niet in staat was om haar examenkansen te benutten c.q. in de onmogelijkheid verkeerde om aan de examens deel te nemen. Op basis van de thans voorliggende stukken kan de Raad derhalve niet nagaan of er van overmacht sprake is, zodat het beroep dient te worden afgewezen. Voor de goede orde wijst de Raad erop dat niets verzoekster verhindert om een nieuw verzoekschrift in te dienen, vergezeld van een medisch attest dat aan de bovenvermelde bewijslast tegemoet komt. BESLISSING
De Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 3 september 2015, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Jim Deridder,
Voorzitter van de Raad
Jean Goossens
bijzitter
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
12
Rolnr. 2015/216 – 3 september 2015
Daniël Cuypers
bijzitter
bijgestaan door Melissa Thijs
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Melissa Thijs
Jim Deridder
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
13
Rolnr. 2015/218 – 3 september 2015
Arrest nr. 2.309 van 3 september 2015 in de zaak 2015/218 In zake: ….. Tegen: …..
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van een onbepaald aantal studiepunten voor het academiejaar 20122013. II. Verloop van de rechtspleging De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 3 september 2015. Voorzitter van de Raad Jim Deridder heeft verslag uitgebracht. III. Beoordeling Verzoek tot aangepaste examenregeling Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling. Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak. Overtuigingsstukken Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken: -
Medisch attest d.d. 10/08/2015 waaruit blijkt dat verzoekster onbekwaam was om de lessen te volgen en examens af te leggen van 01/12/13 tot en met 30/09/2014.
-
Attest van een psycholoog d.d. 09/03/2014 waaruit blijkt dat de jongere zus van verzoekende partij lijdt aan een ernstige sociale angststoornis. Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin
van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs. De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
14
Rolnr. 2015/218 – 3 september 2015
-
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen. Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: “Vanaf mijn 12e levensjaar is mijn pad niet over rozen gegaan. Toen ik 15 was zijn mijn ouders uit elkaar gegaan. (…) Vanaf mijn 12e heeft mijn vader mij constant gemanipuleerd en ingelepeld dat mijn mama een verhouding had met een ander man en een heel slechte moeder was voor mij en mijn twee zussen en broertje. (…) Wat ik niet wist, was dat papa in oktober 2005 was begonnen met mama psychisch en zelfs lichamelijk te mishandelen. (…) Toen mijn ouders in september 2008 uiteen gingen – papa had toen voldoende geld verzameld op een geheime rekening -, heb ik op een dag al huilend alles aan mama verteld. (…) Mama besloot met mij naar een psycholoog te gaan. (…) Ondertussen was het september 2011 en kon ik aan een opleiding aan de ….. beginnen. (…) In november 2011 begon het heel slecht te gaan met mijn zus …... Ze weigerde nog naar school te gaan. (…) Ondertussen ging het ook met mij slechter en slechter. Ik kon me niet concentreren op de lessen aan de universiteit en liet mijn schouders hangen. (…) Resultaat: ik slaagde niet voor de examens in juni 2012. (…) Mijn zus en ik schreven me in aan de …... (…) Ik werd depressief en kwam mijn bed niet meer uit. (…) Intussen zijn we zomer 2013. Mama krijgt post van de ….. en ziet dat ik aan geen enkel examen heb deelgenomen.” Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan). De Raad stelt vast dat verzoekende partij gedurende het academiejaar 2012-2013 ingeschreven was voor 56 studiepunten. Voor het opleidingsonderdeel ….. (3 SP) neemt verzoekende partij deel aan beide examenkansen zodat in elk geval slechts maximaal leerkrediet ten belope van 53 studiepunten kan worden teruggegeven. De Raad heeft weliswaar begrip voor de persoonlijke situatie van verzoekster, doch kan uit de overtuigingsstukken die verzoekster in dit dossier en voor het academiejaar 2012-2013 voorlegt, niet opmaken dat verzoeker omwille van medisch redenen door overmacht niet in staat was om haar examenkansen te benutten c.q. in de onmogelijkheid verkeerde om aan de examens deel te nemen. Op basis van de thans voorliggende stukken kan de Raad derhalve niet nagaan of er van overmacht sprake is, zodat het beroep dient te worden afgewezen.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
15
Rolnr. 2015/218 – 3 september 2015
Voor de goede orde wijst de Raad erop dat niets verzoeker verhindert om een nieuw verzoekschrift in te dienen, vergezeld van een medisch attest dat aan de bovenvermelde bewijslast tegemoet komt.
BESLISSING
De Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 3 september 2015, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit: Jim Deridder,
Voorzitter van de Raad
Jean Goossens
bijzitter
Daniël Cuypers
bijzitter
bijgestaan door Melissa Thijs
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Melissa Thijs
Jim Deridder
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
16