Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
Zitting van 29 april 2016 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.909 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/103 ............................................. 2 Arrest nr. 2.918 van 4 mei 2016 in de zaak 2016/108 ............................................. 6 Arrest nr. 2.910 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/109 ........................................... 10 Arrest nr. 2.911 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/110 ........................................... 14
Rolnr. 2016/103 – 2 mei 2016
Arrest nr. 2.909 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/103 In zake:
........
Tegen:
........
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van 33 studiepunten voor het academiejaar 2014-2015.
Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2014-2015 ingeschreven in de opleiding ‘Bachelor in Oosterse talen en culturen: Japan’.
II. Verloop van de rechtspleging
De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 29 april 2016.
Kamervoorzitter Karla Van Lint heeft verslag uitgebracht.
III. Beoordeling
Verzoek tot aangepaste examenregeling
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak.
Overtuigingsstukken Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
2
Rolnr. 2016/103 – 2 mei 2016
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
-
Medische attesten waaruit blijkt dat verzoekster niet in staat was de lessen te volgen wegens ziekte op 23/01/2015 en van 10/06/2015 t.e.m. 18/06/2015;
-
Medisch attest waaruit blijkt dat de arts verzoekster eind juli 2015 het advies gaf om het gedurende de herexamenperiode (augustus-september) rustiger aan te doen en slechts enkele vakken af te leggen;
-
Bijzonder statuut voor het academiejaar 2014-2015.
Beoordeling van de overmacht
Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het arrest van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen.
Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: recidiverende infectueuze periodes veroorzaakt door besmetting van longbacteriën plus reactivatie van klierkoorts. Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan).
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
3
Rolnr. 2016/103 – 2 mei 2016
Voor wat de opleidingsonderdelen ‘........’ (3 SP), ‘........’ (7 SP), ‘........’ (5 SP) en ‘........’ (5 SP) betreft, wil de Raad opmerken dat hij weliswaar begrip heeft voor de persoonlijke situatie van verzoekster, doch dat hij uit de overtuigingsstukken die verzoekster voorlegt, niet kan opmaken dat verzoekster omwille van medische redenen door overmacht niet in staat was om haar examenkansen te benutten c.q. in de onmogelijkheid verkeerde om aan de examens deel te nemen.
Op basis van de thans voorliggende stukken kan de Raad derhalve niet nagaan of er voor voormelde opleidingsonderdelen van overmacht sprake is in academiejaar 2014-2015. Er werd een zeer algemeen attest van een arts toegevoegd, waar enkel uit blijkt dat verzoekster gedurende de herexamenperiode ‘geadviseerd’ werd om het rustiger aan te doen en slechts enkele vakken af te leggen. Hier blijkt echter niet uit dat zij niet in staat was om haar examenkansen te benutten. Het beroep dient voor deze opleidingsonderdelen derhalve te worden afgewezen.
Voor de goede orde wijst de Raad erop dat niets verzoekster verhindert om met betrekking tot voormelde opleidingsonderdelen een nieuw verzoekschrift in te dienen, vergezeld van een medisch attest dat aan de bovenvermelde bewijslast tegemoet komt. Dit betekent dat het medisch attest duidelijk moet aangeven dat verzoekster in de onmogelijkheid was om tijdens het academiejaar 2014-2015 haar examenkansen te benutten. Voor wat de opleidingsonderdelen ‘........’ (3 SP), ‘........’(5 SP) en ‘........’ (8 SP) betreft, is de Raad van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat de verzoekende partij ten gevolge van overmacht haar examenkansen niet volledig heeft kunnen benutten.
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste examenregeling mogelijk was.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 16 studiepunten kan worden teruggegeven.
De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit arrest.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
4
Rolnr. 2016/103 – 2 mei 2016
BESLISSING
1. Het beroep is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond.
2. Aan
........
wordt het verloren leerkrediet ten belope van 16 studiepunten voor het
academiejaar 2014-2015 teruggegeven.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 2 mei 2016, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Karla Van Lint,
kamervoorzitter
Jan Geens
bijzitter
Piet Versweyvelt
bijzitter
bijgestaan door Freya Gheysen
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Freya Gheysen
Karla Van Lint
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
5
Rolnr. 2016/108 – 4 mei 2016
Arrest nr. 2.918 van 4 mei 2016 in de zaak 2016/108 In zake:
........
Tegen:
........
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van 39 studiepunten voor het academiejaar 2010-2011 en ten belope van 39 studiepunten voor het academiejaar 2011-2012.
Verzoekende partij is tijdens de academiejaren 2010-2011 en 2011-2012 ingeschreven in de opleiding ‘Bachelor in de industriële wetenschappen’.
II. Verloop van de rechtspleging
De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 29 april 2016.
Kamervoorzitter Karla Van Lint heeft verslag uitgebracht.
III. Beoordeling
Verzoek tot aangepaste examenregeling
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
6
Rolnr. 2016/108 – 4 mei 2016
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
-
Attest psychologische begeleiding verzoeker (reeks afspraken in 2011-2012);
-
Brief van de toenmalige ombuds.
Beoordeling van de overmacht
Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het arrest van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen.
Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: psychische problemen (sociale angst, zeer extreme vorm van faalangst en onderzoek naar bepaalde leerstoornissen). Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan).
Voor wat het academiejaar 2011-2012 betreft, stelt de Raad vast dat verzoeker oorspronkelijk was ingeschreven voor een programma van 45 studiepunten, doch zich tijdig heeft uitgeschreven ten belope van 17 studiepunten, met name voor de opleidingsonderdelen ‘........’ (6 SP), ‘........’ (6 SP) en ‘........’ (5 SP). Op basis van deze uitschrijving heeft hij zijn Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
7
Rolnr. 2016/108 – 4 mei 2016
studiepunten reeds teruggekregen voor voormelde opleidingsonderdelen. Verzoeker kan middels onderhavig verzoekschrift voor het academiejaar 2011-2012 dus nog maximaal 28 studiepunten terugvorderen.
De Raad is voor het overige van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat verzoeker ten gevolge van overmacht zijn examenkansen niet volledig heeft kunnen benutten.
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste examenregeling mogelijk was.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet kan worden teruggegeven ten belope van 39 studiepunten voor het academiejaar 2010-2011 en ten belope van 28 studiepunten voor het academiejaar 2011-2012.
De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit arrest.
BESLISSING
1. Het beroep is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond.
2. Aan
........
wordt het verloren leerkrediet ten belope van 39 studiepunten voor het
academiejaar 2010-2011 en ten belope van 28 studiepunten voor het academiejaar 20112012 teruggegeven.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 4 mei 2016, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Karla Van Lint,
kamervoorzitter
Jan Geens
bijzitter
Piet Versweyvelt
bijzitter
bijgestaan door Freya Gheysen
secretaris
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
8
Rolnr. 2016/108 – 4 mei 2016
De secretaris
De voorzitter
Freya Gheysen
Karla Van Lint
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
9
Rolnr. 2016/109 – 2 mei 2016
Arrest nr. 2.910 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/109 In zake:
........
Tegen:
........
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van 24 studiepunten voor het academiejaar 2012-2013 en ten belope van 24 studiepunten voor het academiejaar 2013-2014.
Verzoekende partij is tijdens de academiejaren 2012-2013 en 2013-2014 ingeschreven in de opleiding ‘Bachelor in de Elektronica-ICT’.
II. Verloop van de rechtspleging
De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 29 april 2016.
Kamervoorzitter Karla Van Lint heeft verslag uitgebracht.
III. Beoordeling
Verzoek tot aangepaste examenregeling
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
10
Rolnr. 2016/109 – 2 mei 2016
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
-
Attest psychologische begeleiding verzoeker (reeks afspraken in 2011-2012);
-
Medisch attest dd. 14/08/2013 waaruit blijkt dat bij verzoeker ADHD werd vastgesteld;
-
Medisch attest waaruit blijkt dat uit psychiatrisch onderzoek is gebleken dat verzoeker omwille van ernstig psychisch lijden niet in staat was tot het deelnemen aan bepaalde examens in de academiejaren 2013-2014 en 2014-2015;
-
Attest van de studentenbegeleider waaruit blijkt dat verzoeker in academiejaren 20122013 en 2013-2014 faciliteiten had omwille van medische redenen;
-
Overeenkomst studeren met faciliteiten 2013-2014;
-
VASEV resultaten.
Beoordeling van de overmacht
Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het arrest van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen.
Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: psychische problemen (sociale angst, zeer extreme vorm van faalangst en onderzoek naar bepaalde leerstoornissen). Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
11
Rolnr. 2016/109 – 2 mei 2016
Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan).
Wat het academiejaar 2012-2013 betreft, wil de Raad wil opmerken dat hij weliswaar begrip heeft voor de persoonlijke situatie van verzoeker, doch dat hij uit de overtuigingsstukken die verzoeker voorlegt, niet kan opmaken dat verzoeker omwille van medische redenen door overmacht niet in staat was om zijn examenkansen te benutten c.q. in de onmogelijkheid verkeerde om aan de examens deel te nemen.
Op basis van de thans voorliggende stukken kan de Raad derhalve niet nagaan of er van overmacht sprake is in academiejaar 2012-2013 (er werd immers geen medisch attest toegevoegd dat betrekking heeft op dit academiejaar). Het beroep dient derhalve voor dit academiejaar te worden afgewezen.
Voor de goede orde wijst de Raad erop dat niets verzoeker verhindert om een nieuw verzoekschrift in te dienen, vergezeld van een medisch attest dat aan de bovenvermelde bewijslast tegemoet komt. Dit betekent dat het medisch attest duidelijk moet aangeven dat verzoeker in de onmogelijkheid was om tijdens het academiejaar 2012-2013 zijn examenkansen te benutten.
Voor wat het academiejaar 2013-2014 betreft, is de Raad van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat verzoeker ten gevolge van overmacht zijn examenkansen niet volledig heeft kunnen benutten.
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste examenregeling mogelijk was.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 24 studiepunten kan worden teruggegeven.
De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit arrest.
BESLISSING Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
12
Rolnr. 2016/109 – 2 mei 2016
1. Het beroep is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond.
2. Aan
........
wordt het verloren leerkrediet ten belope van 24 studiepunten voor het
academiejaar 2013-2014 teruggegeven.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 2 mei 2016, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Karla Van Lint,
kamervoorzitter
Jan Geens
bijzitter
Piet Versweyvelt
bijzitter
bijgestaan door Freya Gheysen
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Freya Gheysen
Karla Van Lint
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
13
Rolnr. 2016/110 – 2 mei 2016
Arrest nr. 2.911 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/110 In zake:
........
Tegen:
........
I. Voorwerp van de vordering Verzoekende partij vraagt teruggave van omwille van een overmachtssituatie verloren leerkrediet ten belope van 15 studiepunten voor het academiejaar 2014-2015.
Verzoekende partij is tijdens het academiejaar 2014-2015 ingeschreven in de opleiding ‘Bachelor in de Rechten’.
II. Verloop van de rechtspleging
De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 29 april 2016.
Kamervoorzitter Karla Van Lint heeft verslag uitgebracht.
III. Beoordeling
Verzoek tot aangepaste examenregeling
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie, vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de zaak.
Overtuigingsstukken Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
14
Rolnr. 2016/110 – 2 mei 2016
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
-
Medisch attest dd. 14/08/2013 waaruit blijkt dat bij verzoeker ADHD werd vastgesteld;
-
Medisch attest waaruit blijkt dat uit psychiatrisch onderzoek is gebleken dat verzoeker omwille van ernstig psychisch lijden niet in staat was tot het deelnemen aan bepaalde examens in de academiejaren 2013-2014 en 2014-2015;
-
Brief van de examenombuds.
Beoordeling van de overmacht
Voorliggend beroepschrift betreft een verzoek tot teruggave van leerkrediet in de zin van artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over dergelijke verzoeken. De Raad oordeelt in voorkomend geval over: -
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de instellingen heen gelijk is;
-
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling is gegrond in die zin dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het arrest van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken opleidingsonderdelen.
Verzoekende partij motiveert het verzoek als volgt: psychische problemen (sociale angst, zeer extreme vorm van faalangst en onderzoek naar bepaalde leerstoornissen). Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr. 212.044, Gazan).
De Raad is van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat verzoeker ten gevolge van overmacht zijn examenkansen niet volledig heeft kunnen benutten. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
15
Rolnr. 2016/110 – 2 mei 2016
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste examenregeling mogelijk was.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 15 studiepunten kan worden teruggegeven.
De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit arrest.
BESLISSING
1. Het beroep is ontvankelijk gegrond.
2. Aan
........
wordt het verloren leerkrediet ten belope van 15 studiepunten voor het
academiejaar 2014-2015 teruggegeven.
Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 2 mei 2016, door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, samengesteld uit:
Karla Van Lint,
kamervoorzitter
Jan Geens
bijzitter
Piet Versweyvelt
bijzitter
bijgestaan door Freya Gheysen
secretaris
De secretaris
De voorzitter
Freya Gheysen
Karla Van Lint
Tegen dit arrest is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten arrest, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
16