Q&A Pensioenfonds Cultuur - april 2011 Historie en structuur Pensioenfonds Cultuur 1. Hoe is Pensioenfonds Cultuur ontstaan? 2. Hoe zit een pensioenfonds organisatorisch in elkaar? (bestuur, organen, directie, etc.) 3. Wat is de formele taak van het bestuur? 4. Wat zijn de eisen die aan een bestuurder gesteld worden? 5. Wie dragen de bestuurders bij PfC voor? 6. Wie zitten er momenteel in het bestuur bij PfC? 7. Worden bestuurders / commissieleden betaald voor hun werk? 8. Wat doet een deelnemersraad? 9. Wie mag er zitting nemen in een deelnemersraad? 10. Wat doet een verantwoordingsorgaan? 11. Wie mag er zitting nemen in een verantwoordingsorgaan? 12. Wat doet een visitatiecommissie? 13. Wie zitten er in die visitatiecommissie? 14. Waar kan ik de bevindingen van de visitatiecommissie lezen? 15. Wat doet een uitvoeringsorganisatie? 16. Wie doet de uitvoering voor PfC? 17. Wie stuurt de uitvoeringsorganisatie aan? 18. Van wie is K&C? 19. Van wie is PGGM NV? 20. Doet K&C nog meer dan alleen de administratie voor PfC? 21. Er zijn de afgelopen jaren een aantal wisselingen geweest in het MT van K&C. Waarom was dat? 22. Met welke andere stichtingen in de Culturele sector heeft (of had) Kunst en Cultuur NV een band? 23. Waarom zijn de pensioenen van de deelnemers niet ondergebracht bij een commerciële verzekeraar? 24. Er is de afgelopen jaren een aantal wijzigingen geweest in het vermogensbeheer voor PfC, waarom was dat? 25. Vervolgens is ook de beleidsadvisering ondergebracht bij PGGM. Waarom was dat? 26. PfC heeft nu ook de pensioenuitvoering bij PGGM ondergebracht. Wat is de reden daarvoor en hoe is dat gegaan? Kosten van het pensioenfonds 27. Wat zijn de kosten voor pensioenuitvoering geweest de afgelopen jaren? 28. Wat zijn de kosten voor vermogensbeheer geweest de afgelopen jaren? 29. Denkt het bestuur de kosten verder te kunnen verlagen? Hoe en tot welk bedrag? 30. De sector Kunst en Cultuur verkeert in zwaar weer. Heeft dat gevolgen voor de premiebetalingen en wat doet PfC hieraan? 31. Onlangs is de premie verhoogd. Is dit de laatste keer geweest? 32. Hoeveel van mijn ingelegde euro gaat in de pensioenpot en hoeveel maken jullie op aan kosten? 33. Betalen wij niet meer premie dan er in andere sectoren betaald wordt? (bijv. Z&W, Media, Ambtenaren, Grafici) 34. Ik bouw pensioen op onder de pensioenregeling Live Entertainment of onder de pensioenregeling Remplaçanten Nederlandse Orkesten. Is daarvoor ook per 1 januari 2011 de premie gewijzigd? Administratie en communicatie 35. Ik krijg meer dan één Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Is de administratie van PfC wel op orde? 36. Ik heb nooit een “startbrief” ontvangen. Sta ik wel ingeschreven bij jullie? 37. Ik ben al lang weg, maar ik heb nooit bericht gekregen dat ik niet meer deelneem. Gaat dat wel goed? 38. Wanneer wordt de website verbeterd? 39. Kan ik jaarverslagen, formulieren, nieuwsbrieven, reglementen etc. downloaden van internet? 40. Wanneer krijgen we weer eens een nieuwsbrief? 41. Hoe word ik verder op de hoogte gehouden over ontwikkelingen rond mijn pensioen? Beleggingen 42. “Pensioenfondsen hebben onverantwoorde risico’s genomen” hoor je tegenwoordig veel. Hoe zit dat bij PfC? Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 1 van 23
43. Hoe kan ik zien wat en hoe groot die risico’s zijn? 44. Wat waren de rendementen over de afgelopen jaren? 45. Jullie wijten veel aan de crisis in 2008 (en daarna). Daar had de rest van de wereld ook last van. Maar jullie kennelijk wat meer. Hoe zit dat? 46. Vervolgens is het slechter gegaan omdat de rente is gedaald. Jullie wisten dat dit kon gebeuren? Zijn hiertegen beschermende maatregelen genomen en hebben deze ook gewerkt? Verplichtingen 47. Hoe wordt bepaald hoe hoog de verplichtingen zijn van PfC en is dat recent aangepast als gevolg van de crisis? 48. Wat heeft de (markt)rente te maken met mijn pensioen. Het gaat toch om de rendementen van de beleggingen? 49. Als de rente zo’n belangrijke rol speelt voor PfC en dus een risico is, kan dat risico niet worden afgedekt? 50. Wat kost dit afdekken van het risico het fonds? 51. Ons pensioen zou duurder of lager worden doordat we langer leven, zo wordt ons verteld. Hoe kan dat? 52. Lost langer doorwerken dit op? Dekkingsgraad 53. Wat is “dekkingsgraad”? 54. Waarom is dat belangrijk? 55. Wat is onderdekking? 56. Zit PfC in onderdekking? 57. Wat zijn de gevolgen van het in onderdekking zijn? 58. Kan PfC iets doen aan de grens waarop het in onderdekking komt? 59. Pensioenfondsen hebben meer geld in kas dan ooit, waarom zijn ze dan toch in onderdekking? 60. Wanneer gaat PfC weer indexeren? 61. Wie bepaalt de hoogte van de indexatie? Herstelplan en korten van pensioenen 62. Wat is een herstelplan en waarom hebben jullie dat? Waar vind ik het? 63. Hoe verloopt het herstel? Wat zijn de verwachtingen? 64. Wat heeft het bestuur ondernomen? Welke herstelmaatregelen zijn er getroffen? 65. Hoe ziet het bestuur de eigen prestaties in relatie tot het herstelplan? 66. Zijn er beloningen of “boetes” voor bestuursleden in relatie tot het herstelplan? 67. Wat is korten van pensioenen? Op wie heeft het effect? Wat is het gevolg? 68. Waarom heeft het bestuur een korting voorgenomen? 69. Onder welke omstandigheden wordt een “voorgenomen” korting ook geëffectueerd – of juist niet geëffectueerd? Welk alternatieven zijn er? 70. Waarom moet PfC wel korten en andere pensioenfondsen niet? 71. Mijn pensioen was toch gegarandeerd? Hoezo dan korten? 72. Ik bouw pensioen op onder de pensioenregeling Live Entertainment of onder de pensioenregeling Remplaçanten Nederlandse Orkesten. Geldt de korting ook voor mij? 73. Wat vindt DNB van het korten? 74. Kan een korting ooit worden teruggedraaid? 75. Ik als gepensioneerde merk zo’n korting gelijk, terwijl de jongere het bijna niet eens ziet. Is dat wel eerlijk? 76. Ik als jongere betaal nu jarenlang een hogere premie, terwijl mijn gepensioneerde ex-collega nog jarenlang van zijn pensioen geniet en veel minder heeft betaald. Is dat wel eerlijk? Toekomst 77. Wat staat er nog te gebeuren als het gaat om de pensioenregelingen? En wat betekent dat voor mij? 78. Zijn er plannen om op te gaan in een groter fonds zoals PFZW?
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 2 van 23
Historie en structuur Pensioenfonds Cultuur Geschiedenis 1.
Hoe is Pensioenfonds Cultuur ontstaan? Pensioenfonds Cultuur (PfC) komt voort uit een fusie per 1-1-2008 tussen een viertal pensioenfondsen met een werkgebied in de culturele sector: pensioenfonds Theater, pensioenfonds Dans, pensioenfonds Kunst en Cultuur en Vroegpensioenfonds Kunst en Cultuur. Deze vier fondsen hadden allen dezelfde pensioenuitvoeringsorganisatie, Kunst en Cultuur pensioen en verzekeringen (K&C) en hebben alle vier ook al een lange bestaansgeschiedenis. De uitvoeringsorganisatie K&C was tevens de herverzekeraar van de fondsen en had ook nog een aantal sociale regelingen uit de culturele sector in beheer en/of in administratie. Herverzekerd betekent dat het pensioenfonds het nakomen van de verplichtingen, het uitbetalen van de pensioenen dus, had verzekerd bij K&C. Het gevolg van het feit dat de fondsen hun verplichtingen herverzekerd hadden bij K&C, was dat de beleggingen die door K&C werden aangehouden, geadministreerd en verzorgd, ook juridisch eigendom waren van K&C. Zeker in de jaren voor de fusie hadden de pensioenfondsen daarom relatief weinig inbreng en zeggenschap over deze beleggingen. Er was wel overleg en er kwamen rapportages, maar het eigendom lag bij K&C. Deze structuur werd overigens door veel Nederlandse pensioenfondsen gebruikt. Het geheel rond K&C is ooit zo opgezet om een zo volledig mogelijke dienstverlening te kunnen aanbieden aan de culturele sector als het gaat om pensioen, de hierbij behorende aanvullende verzekeringen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en zaken die met “het ouder worden” te maken hebben zoals de omscholingsregeling voor dansers. De sector had behoefte aan één loket voor deze onderwerpen en daar voldeed K&C geheel aan. Door voortdurende wijzigingen in de wet- en regelgeving en vanwege governance vraagstukken was het nodig om steeds opnieuw aanpassingen aan te brengen in de juridische structuren en in eigendom- en zeggenschapsverhoudingen. Op het moment van de fusie waren er 28 bestuurszetels bij de verschillende fondsen, 6 commissariszetels in de Raad van Commissarissen van K&C, 3 bestuurszetels in de stichting aandeelhouders K&C NV en daarnaast nog een groot aantal bestuurszetels bij de entiteiten die zich bezig hielden met de sociale regelingen. Omdat een aantal personen tegelijkertijd op verschillende zetels functioneerde, was het aantal betrokken personen weliswaar iets kleiner, maar nog altijd zeer groot. De betrokken bestuurders van de vier fondsen waren van mening dat dit niet zo door kon gaan en dat het samenvoegen van de vier fondsen minimaal een verlaging van de kosten met zich mee moest kunnen brengen. Ook waren zij van mening dat het na de fusie eenvoudiger zou zijn om een verdere professionalisering aan te brengen binnen en rond het fusiefonds. PfC kreeg bij de fusie de onvermijdelijke erfenis mee van de verschillende fondsen. De hieruit volgende problemen waren zeer divers. Het bleek dat er ook bij K&C een aantal administratieve zaken niet geheel op orde was. Het bestuur heeft zich dan ook direct tot doel gesteld “orde op
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 3 van 23
zaken te stellen” en waar mogelijk en verstandig, vereenvoudigingen aan te brengen. Belangrijke onderwerpen waren: a) het terugbrengen van het aantal bij PfC ondergebrachte regelingen van ruim 100 naar 10, waarbij direct de ambitie werd uitgesproken om dit aantal van 10 terug te brengen naar een maximum van 3 en b) in gesprek gaan met K&C om de administratieve achterstanden weg te werken. Ook werd kort na de fusie duidelijk dat zowel PfC als K&C mogelijk te klein zouden zijn om zelfstandig verder te gaan. Om die reden is een strategische heroriëntatie gestart waarvan de eerste uitkomst is geweest de overname van de aandelen van K&C NV door PGGM. «naar boven» Taken en rollen verschillende partijen 2.
Hoe zit een pensioenfonds organisatorisch in elkaar? (bestuur, organen, directie, etc.) Een pensioenfonds wordt bestuurd door een paritair samengesteld bestuur. Paritair betekent dat de ene helft van de bestuursleden van werkgeverszijde is, en de andere helft van werknemerszijde. Het pensioenfonds heeft geen directie. Het dagelijks beleid van het pensioenfonds wordt bepaald door de voorzitter, samen met een ander bestuurslid. Het pensioenfondsbestuur heeft verschillende commissies voor specifieke aandachtsgebieden. Iedere commissie bestaat uit eigen bestuursleden, eventueel aangevuld met externe deskundigen. Het pensioenfonds kent de volgende commissies: De Beleggingscommissie De Pensioencommissie De Commissie Uitvoering en Transitie (transitie is een tijdelijk onderwerp in verband met de overgang van de pensioenuitvoering van K&C naar PGGM NV). Zoals dat hoort, heeft het pensioenfonds een Deelnemersraad waarin deelnemers en gepensioneerden zitting hebben. Het Verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds wordt gevormd door de Deelnemersraad aangevuld met leden namens de werkgevers. «naar boven»
3.
Wat is de formele taak van het bestuur? Het bestuur heeft als taken en verantwoordelijkheden: het waken over de handhaving van de statuten, reglementen en overeenkomsten en het besturen van het pensioenfonds. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het bestuur zijn vastgelegd in de statuten van het fonds. «naar boven»
4.
Wat zijn de eisen die aan een bestuurder gesteld worden? Leden van het bestuur, leden met specifieke bestuursfuncties en commissieleden dienen te beschikken over deskundigheid op het gebied van governance, financieel beheer, pensioenen, beleggen, administratieve organisatie, communicatie en risicomanagement. De kennis en deskundigheid worden periodiek getoetst. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 4 van 23
5.
Wie dragen de bestuurders bij PfC voor? De ene helft van de bestuurders wordt voorgedragen door werkgeversorganisaties, de andere helft door werknemersorganisaties. Momenteel wordt het fonds bestuurd door een bestuur van acht leden, waarvan: I. vier leden op voordracht van werkgeversorganisaties: twee leden op voordracht van NAPK (Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten) één lid op voordracht van WNP (Werkgeversvereniging van Nederlandse Podia) één lid op voordracht van WKC (Vereniging van Werkgevers Kunst en Cultuur) II. vier leden op voordracht van werknemersorganisaties: twee leden op voordracht van FNV-KIEM (FNV Kunsten Informatie en Media) één lid op voordracht van CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen) één lid op voordracht van Abvakabo (Vereniging Abvakabo FNV). «naar boven»
6.
Wie zitten er momenteel in het bestuur bij PfC? Namens de werkgevers: Naam
Functie in bestuur
Bestuurslid vanaf
De heer J.R. Douze
Bestuurder
05-03-2009
De heer A.A.D. Kersten
Bestuurder
24-12-2008
De heer J.G. van der Werf
Voorzitter (lid DB 2010)
24-12-2008
De heer S. Wijkstra
Bestuurder
27-04-2010
Naam
Functie in bestuur
Bestuurslid vanaf
Mevrouw B.E. Leach
Bestuurder (lid DB 2010)
24-12-2008
De heer J.C. Buiter
Bestuurder
24-12-2008
De heer P. ten Kate
Bestuurder
16-06-2009
Mevrouw J.J.W. Stoel
Bestuurder
16-03-2010
Namens de werknemers:
«naar boven» 7.
Worden bestuurders / commissieleden betaald voor hun werk? De bestuursleden ontvangen geen loon. Wel kan een vergoeding worden uitgekeerd voor de tijd die bestuursleden besteden aan het fonds, in plaats van aan hun “normale werk”. Daarom gaat de vergoeding in een aantal gevallen naar de werkgever/vakorganisatie waar het betreffende bestuurslid in dienst is. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld door het bestuur en verantwoord in het jaarverslag. In 2011 zijn de vergoedingen vastgesteld op:
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 5 van 23
Rol Voorzitter bestuur Bestuurslid
Jaarlijkse vergoeding €15.000 vast -
Commissievoorzitter / -lid
-
Twee externe leden beleggingscommissie Leden deelnemersraad
€10.000 vast
Leden verantwoordingsorgaan
-
-
Per vergadering
Reiskosten
€450 per vergadering €450 per vergadering -
€0,19 per km
€185 per vergadering €185 per vergadering
€0,19 per km
€0,19 per km €0,19 per km
€0,19 per km
«naar boven» Deelnemersraad 8.
Wat doet een deelnemersraad? De deelnemersraad adviseert het bestuur, gevraagd en ongevraagd over aangelegenheden die het pensioenfonds betreffen. De deelnemersraad wordt in ieder geval in staat gesteld advies uit te brengen over ieder door het bestuur voorgenomen besluit tot: het nemen van maatregelen van algemene strekking; het wijzigen van statuten of reglementen; de vaststelling van het jaarverslag, de jaarrekening, de begroting, de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) en het korte- en lange termijn herstelplan; vermindering van opgebouwde pensioenaanspraken en –rechten; het vaststellen of wijzigen van het toeslagbeleid; gehele of gedeeltelijke collectieve waardeoverdracht; liquidatie van het pensioenfonds; het sluiten, wijzigen of beëindigen van een uitvoeringsovereenkomst; het geven van premiekorting of –restitutie. «naar boven»
9.
Wie mag er zitting nemen in een deelnemersraad? De leden van de deelnemersraad worden benoemd door de verenigingen die de werknemers vertegenwoordigen. In de culturele sector hebben de werknemersverenigingen aan FNV Kiem gevraagd de benoemingen te verzorgen. De onderlinge zetelverdeling tussen de groep ‘deelnemers’, de groep ‘gewezen deelnemers’ en de groep ‘pensioengerechtigden’ is als volgt: groep ‘deelnemers’: vier zetels; groep ‘gewezen deelnemers’: één zetel; groep pensioengerechtigden: één zetel. «naar boven»
Verantwoordingsorgaan 10. Wat doet een verantwoordingsorgaan? Het verantwoordingsorgaan geeft een oordeel over het door het bestuur gevoerde beleid en het te voeren beleid. Het baseert zich daarbij op de vraag of het bestuur op evenwichtige wijze Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 6 van 23
rekening heeft gehouden met de belangen van alle belanghebbenden. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan wordt opgenomen in het jaarverslag. «naar boven» 11. Wie mag er zitting nemen in een verantwoordingsorgaan? In het verantwoordingsorgaan zijn de werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit de leden van de deelnemersraad zoals omschreven in de statuten van het fonds en daarbij drie leden namens de werkgevers. De vertegenwoordigers van de werkgevers worden als volgt benoemd: Eén vertegenwoordiger namens VNME (Vereniging Nederlandse Muziek Ensembles) en VSR (Vereniging van Stichtingen Remplaçanten Nederlandse Orkesten); Eén vertegenwoordiger namens WNP (Werkgeversvereniging van Nederlandse Podia) en WKC (Vereniging van Werkgevers Kunst en Cultuur); Eén vertegenwoordiger namens NAPK (Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten). «naar boven» Visitatiecommissie 12. Wat doet een visitatiecommissie? Een visitatiecommissie is een commissie van onafhankelijke externe deskundigen, die speciaal bij elkaar geroepen wordt om intern toezicht te houden en het functioneren van het bestuur te beoordelen. De commissieleden beschikken over meerjarige bestuurlijke ervaring in de pensioenwereld. Een visitatie vindt eens in de drie jaar plaats. De eerste visitatie bij PfC heeft eind 2009 plaatsgevonden. Voor 2011 is de volgende visitatie gepland. De visitatiecommissie onderzoekt de werkwijze van het pensioenfonds en let specifiek op: de beleids- en bestuursprocedures; de “checks and balances” binnen de organisatie; de wijze waarop het pensioenfonds wordt aangestuurd; de wijze waarop het bestuur omgaat met de risico’s op lange termijn. Daarnaast kan het bestuur ieder jaar een onderzoeksthema vaststellen. «naar boven» 13. Wie zitten er in die visitatiecommissie? In 2009 bestond de visitatiecommissie uit de volgende leden: de heer mr. P.J.M. Akkermans de heer A.M.J. de Bekker AAG de heer R.P. van Leeuwen AAG «naar boven» 14. Waar kan ik de bevindingen van de visitatiecommissie lezen? Een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie is opgenomen in het jaarverslag van 2009. Deze kunt u raadplegen en downloaden op de website. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 7 van 23
Uitvoering 15. Wat doet een uitvoeringsorganisatie? Een uitvoeringsorganisatie kan verschillende taken van het pensioenfonds uitvoeren, waaronder: het administreren van de pensioenen (bijhouden wie hoeveel pensioen heeft opgebouwd) het factureren en innen van premies het uitbetalen van pensioenen het onderhouden van contact met werkgevers en deelnemers het voeren van de boekhouding het adviseren van het bestuur over beleidszaken het ondersteunen van het bestuur bij de vergaderingen het beheren en al dan niet zelf beleggen van het pensioenvermogen. «naar boven» 16. Wie doet de uitvoering voor PfC? In het geval van Pensioenfonds Cultuur zijn er twee uitvoeringsorganisaties: Kunst en Cultuur NV (K&C) en PGGM: K&C doet alles aangaande het pensioenbeheer. Dat houdt in: het administreren van de pensioenen (bijhouden wie hoeveel pensioen heeft opgebouwd), het factureren en innen van premies, het uitbetalen van pensioenen, het onderhouden van contact met werkgevers en deelnemers, het voeren van de boekhouding en het ondersteunen van het bestuur bij de vergaderingen. K&C rapporteert hierover aan PfC. Officieel heet dit: “K&C voert voor Pensioenfonds Cultuur de financiële en verzekeringstechnische administratie van de pensioenregelingen uit”. PGGM doet de beleidsadvisering en het vermogensbeheer. Vanaf 2012 neemt PGGM de bovenstaande pensioenbeheeractiviteiten over van K&C. Tussen PfC en K&C en tussen PfC en PGGM bestaat een uitbestedingsovereenkomst. In een uitbestedingovereenkomst is vastgelegd welke werkzaamheden voor PfC worden uitgevoerd en tegen welke vergoeding dit gebeurt. «naar boven» 17. Wie stuurt de uitvoeringsorganisatie aan? De uitvoeringsorganisatie K&C wordt aangestuurd door een management team onder leiding van een directeur. De uitvoeringsorganisatie PGGM wordt aangestuurd door een directieteam. Het bestuur van Pensioenfonds Cultuur heeft een “Commissie Uitvoering”. Deze commissie bestaat uit twee bestuursleden die de pensioenuitvoering controleren en aansturen. Er is daarnaast een Beleggingscommissie die de vermogensbeheerder controleert en aanstuurt. Het bestuur als geheel houdt toezicht op de gehele uitvoering. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 8 van 23
18. Van wie is K&C? Sinds 1 januari 2011 is K&C eigendom van PGGM NV. «naar boven» 19. Van wie is PGGM NV? PGGM NV is eigendom van PGGM Coöperatie U.A. Deze coöperatie is opgericht door de sociale partners in de sector zorg en welzijn. De leden van de coöperatie zijn werkgevers en werknemers (en hun partners) uit de sector zorg en welzijn. Winst maken is geen doel, maar een middel dat wordt ingezet om de leden van de coöperatie blijvend beter te bedienen. «naar boven» 20. Doet K&C nog meer dan alleen de administratie voor PfC? Ja, K&C administreert ook een aantal sociale fondsen. Het gaat hierbij om de volgende fondsen: De Omscholingsregeling Dansers De Onderlinge Waarborg Maatschappij Kunst en Cultuur Het Loopbaanfonds Theater Het Sociaal Fonds Theater het Hans Boswinkel Fonds. «naar boven» 21. Er zijn de afgelopen jaren een aantal wisselingen geweest in het MT van K&C. Waarom was dat? In 2008 vertrok de toenmalig algemeen directeur van K&C wegens ontevredenheid van onder andere het bestuur van PfC over de dienstverlening van K&C aan het pensioenfonds. Sindsdien is het management ad interim ingevuld met externe managers. «naar boven» 22. Met welke andere stichtingen in de Culturele sector heeft (of had) Kunst en Cultuur NV een band? De banden van Kunst en Cultuur NV met andere organisaties zagen er op 1-1-2008 (direct na de fusie van de pensioenfondsen Theater, Dans, Kunst en Cultuur en Vroegpensioenfonds K&C) als volgt uit:
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 9 van 23
De aandelen van Kunst en Cultuur Pensioen en Levensverzekering Maatschappij NV zijn recent verkocht aan PGGM en daarom niet meer in handen van de Stichting Aandelen en Arbeidsvoorwaarden Kunst en Cultuur (STAAKC), de oorspronkelijke eigenaar. Binnen STAAKC was de eigendomsverhouding 50% NAPK (Nederlandse Associatie Podium Kunsten) en 50% FNV-KIEM. «naar boven» Zelfstandig risicodrager 23. Waarom zijn de pensioenen van de deelnemers niet ondergebracht bij een commerciële verzekeraar? Dit heeft vooral te maken met risico’s en kosten. Een verzekeraar houdt ook beleggingen aan om te zijner tijd kunnen voldoen aan de verplichtingen. Een pensioenfonds dat de verplichtingen heeft (her)verzekerd, heeft een vordering op de verzekeraar en is geen eigenaar van de beleggingen. Het fonds loopt dus naast het risico op de beleggingen, ook een risico op de verzekeraar. Zeker ten tijde van de financiële crisis was dit risico onaanvaardbaar. Als de verzekeraar failliet zou gaan, was het pensioenfonds alles kwijt. Ook is de invloed op het beleggingsbeleid bij een verzekeraar nihil. Bij een pensioenfonds dat zelf de beleggingen doet en de verplichtingen administreert, is de directe invloed vele malen groter. De match tussen bezittingen en verplichtingen kan veel beter op elkaar worden afgestemd en de invloed van de deelnemers, middels een deelnemersraad, en het verantwoordingsorgaan is ook veel groter. Pensioenfondsen werken zonder winstoogmerk, verzekeraars over het algemeen niet. Zij zullen “aandeelhouderswaarde” moeten creëren. Dit werkt kostenverhogend voor een pensioenfonds, en daarmee voor de deelnemers. Wel is het belangrijk dat pensioenfondsen heel goed kijken of de eigen organisatie voldoende schaalgrootte heeft om goedkoper te kunnen werken dan een commerciële partij. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 10 van 23
Uitbesteding aan PGGM 24. Er is de afgelopen jaren een aantal wijzigingen geweest in het vermogensbeheer voor PfC, waarom was dat? Het Pensioenfonds Cultuur was eerst herverzekerd bij Kunst en Cultuur NV. Het pensioenfonds had slechts beperkte zeggenschap bij het (doen) uitvoeren van het beleggingsbeleid. Het juridisch eigendom van de beleggingen lag namelijk bij K&C NV. Na een slechte ervaring met twee Nederlandse vermogensbeheerders is in onderling overleg gezocht naar andere beheerders. K&C heeft zich bij deze keuze laten bijstaan door Hewitt, een gerenommeerde instelling op het gebied van actuariële diensten en vermogensbeheer. Er is toen gekozen voor twee in het buitenland gevestigde grote partijen op het gebied van vermogensbeheer, De sterk gewijzigde wet- en regelgeving, de onrust in de financiële markten en het feit dat de beheerders in het buitenland gevestigd waren, hebben er uiteindelijk toch voor gezorgd dat PfC direct na het ontbinden van de herverzekeringsovereenkomst (toen zij dus zelf geheel verantwoordelijk werd voor de beleggingen) is gaan zoeken naar een vermogensbeheerder die zowel naar de beleggingen als naar de verplichtingen kon kijken. Met andere woorden een beheerder die ook het balansmanagement kon uitvoeren en hierover kon meedenken. Deze vorm van dienstverlening kon de toenmalige vermogensbeheerder die in opdracht van K&C opereerde, niet uitvoeren voor PfC. Na een zorgvuldig selectietraject, is toen gekozen voor PGGM. «naar boven» 25. Vervolgens is ook de beleidsadvisering ondergebracht bij PGGM. Waarom was dat? Kunst en Cultuur NV heeft na haar eigen interne reorganisatie aangegeven de dienst “beleidsadvisering” niet meer te kunnen en willen aanbieden aan PfC. De pensioenwereld was te complex geworden en de schaalgrootte van PfC en K&C NV te klein om het bestuur op de juiste wijze van gespecialiseerde adviezen te voorzien. Ook hiervoor is na een selectietraject PGGM uitgekozen als beleidsadviseur. «naar boven» 26. PfC heeft nu ook de pensioenuitvoering bij PGGM ondergebracht. Wat is de reden daarvoor en hoe is dat gegaan? Samen hebben PfC en Kunst en Cultuur NV eind 2009 de conclusie getrokken dat ook de schaalgrootte van K&C als uitvoeringsorganisatie te klein was om kostenefficiënt door te gaan. Er is gezamenlijk, maar met behoud van ieders eigen verantwoordelijkheid gezocht naar een grote partner die kon garanderen dat er voor een optimale dienstverlening marktconforme kosten in rekening gebracht zouden worden. Ook hier was PGGM de partij met de beste kaarten. Tussen K&C NV en PGGM konden afspraken gemaakt worden over een geruisloze overgang, wat ook zeer in het belang van PfC was en een belangrijk onderwerp was in het keuzetraject. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 11 van 23
Kosten van het pensioenfonds Kosten pensioenuitvoering 27. Wat zijn de kosten voor pensioenuitvoering geweest de afgelopen jaren? 2008: € 4.136.000 (uit jaarverslag 2008) 2009: € 5.430.000 (uit jaarverslag 2009) 2010: € 4.973.000 (voorlopige cijfers) Verwachting voor 2011 en verder: 2011: € 3.935.000 (begroot) 2012 e.v.: verdere daling verwacht. Het gaat hier om alle kosten van het pensioenfonds met uitzondering van de kosten voor het vermogensbeheer. Dat betekent dat naast de kosten voor de pensioenadministratie ook de controle- en advieskosten van o.a. de accountant, de kosten van het bestuur en commissies en de verplichte afdrachten aan toezichthouders hierin zijn opgenomen. Bij de overstap naar de nieuwe uitvoeringsorganisatie PGGM, heeft beheersing van de kosten expliciete aandacht (zie ook vraag 26). Deze beheersing willen wij zichtbaar maken en houden. Dit is ook in lijn met het recente bericht hierover van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). «naar boven» 28. Wat zijn de kosten voor vermogensbeheer geweest de afgelopen jaren? Directe kosten: 2008: € 1.598.000 (uit jaarverslag 2008) 2009: € 1.318.000 (uit jaarverslag 2009) 2010: € 615.000 (voorlopige cijfers). Verwachting voor 2011: 2011: € 605.000 (begroot) Indirecte kosten: Naast deze directe kosten (in euro's) zijn er in de beleggingsfondsen waar PfC in belegt, ook indirecte kosten. Deze worden direct ten laste van het behaalde rendement gelegd en zijn daarom niet zichtbaar. De indirecte kosten per jaar verschillen per beleggingsfonds. < 0,1% tot 1% van het belegd vermogen in het beleggingsfonds, afhankelijk van het soort belegging. Bij zogenaamde illiquide beleggingen (= beleggingen die in de regel specialistisch zijn, beperkt verhandelbaar zijn en een hoge rendementsverwachting hebben) zijn de indirecte kosten hoger dan bij de liquide beleggingen (= beleggingen die algemeen toegankelijk zijn, zeer
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 12 van 23
verhandelbaar zijn en een lagere rendementsverwachting hebben). Sinds PfC bij PGGM belegt, zijn de indirecte kosten beter zichtbaar gemaakt en verlaagd. Lees ook wat de Autoriteit Financiële Markten AFM hier recentelijk over heeft geschreven. «naar boven» Kosten ontwikkeling in de toekomst 29. Denkt het bestuur de kosten verder te kunnen verlagen? Hoe en tot welk bedrag? Het bestuur is van mening dat de kosten nog iets kunnen dalen, maar dan moet er wel voldaan kunnen worden aan een aantal randvoorwaarden. Zo zal bijvoorbeeld het aantal regelingen verder moeten worden teruggebracht. Maar ook de eisen die de toezichthouders AFM en DNB stellen aan pensioenfondsen zullen niet verder verscherpt moeten worden. De huidige toezichteisen stellen niet alleen veel eisen aan de kwaliteit van de uitvoeringsorganisaties en besturen, maar hebben ook invloed op de hoeveelheid werk, de op te leveren rapportages en de communicatie aan werkgevers en werknemers. De kosten hiervoor zijn extreem toegenomen de laatste jaren. Vanwege niet direct te beïnvloeden kostenniveaus is een uiteindelijk bedrag niet goed te noemen. De ambitie van het bestuur is om onder de landelijk gemiddelde kosten per deelnemer van met PfC vergelijkbare pensioenfondsen uit te komen. Verwachting voor 2011 en 2012 van de kosten voor pensioenuitvoering: 2011: € 3.935.000 (begroot) 2012 e.v.: verdere daling verwacht, door o.a. efficiëntere uitvoering en vermindering van het aantal regelingen. «naar boven» Debiteuren 30. De sector Kunst en Cultuur verkeert in zwaar weer. Heeft dat gevolgen voor de premiebetalingen en wat doet PfC hieraan? Ja, dat heeft helaas wel gevolgen. Voor een aantal werkgevers is het lastiger geworden om op tijd te betalen. Het is echter wettelijk niet mogelijk om de pensioenopbouw stil te zetten als er niet betaald wordt. Daarom trachten we in deze gevallen altijd eerst een betalingsregeling te treffen met de betrokken werkgever. «naar boven» Premie 31. Onlangs is de premie verhoogd. Is dit de laatste keer geweest? Dat is niet te zeggen. De opbouw van het vermogen om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen, hangt van een aantal zaken af. Premiehoogte en markt-omstandigheden zijn natuurlijk de belangrijkste componenten, maar ook de uitkomst van het nog te sluiten pensioenakkoord zal hierbij een belangrijke rol spelen. PfC is zich heel goed bewust van de slechte omstandigheden in de Culturele sector en zal met de grootst mogelijke zorg alle alternatieven steeds weer opnieuw bezien. Evenredige verdeling van de lasten zal hierbij het belangrijkste uitgangspunt blijven. «naar boven» Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 13 van 23
32. Hoeveel van mijn ingelegde euro gaat in de pensioenpot en hoeveel maken jullie op aan kosten? Jaarlijks wordt er circa € 30 mln pensioengeld ingelegd. Deze inleg gaat direct de pensioenpot in en wordt belegd. Uit de opbrengsten van de beleggingen worden de pensioenuitkeringen gedaan en de kosten betaald. In 2010 ging het om iets minder dan € 5 mln aan kosten. Het bestuur verwacht in de toekomst een daling van de kosten. Zie ook vraag 27 t/m 29. «naar boven» 33. Betalen wij niet meer premie dan er in andere sectoren betaald wordt? (bijv. Z&W, Media, Ambtenaren, Grafici) Nee, de premie ligt op ongeveer hetzelfde niveau. Het is echter erg lastig om pensioenen te vergelijken. Om goed te kunnen vergelijken moet gekeken worden naar het totaal: de aard van de regeling, de verdeling van de lasten tussen werkgever en werknemer, de franchise (wordt de premie over het hele salaris of een deel ervan berekend?), de berekening van het pensioengevend salaris, het opbouwpercentage etc. «naar boven» 34. Ik bouw pensioen op onder de pensioenregeling Live Entertainment of onder de pensioenregeling Remplaçanten Nederlandse Orkesten. Is daarvoor ook per 1 januari 2011 de premie gewijzigd? Uw pensioenregeling is een beschikbare premieregeling. Dat betekent dat de premie die wordt betaald, vaststaat. Deze kan dus niet gewijzigd worden. Wat gewijzigd is per 1 januari 2011, is de hoogte van het pensioen dat u voor deze premie krijgt. In plaats van dat u meer premie betaalt, ontvangt u voor dezelfde premie iets minder pensioen. «naar boven»
Administratie en communicatie Achterstanden in de administratie 35. Ik krijg meer dan één Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Is de administratie van PfC wel op orde? Het is wettelijk verplicht om van elke pensioenpolis periodiek een UPO te verstrekken. Voor mensen die actief pensioen opbouwen binnen het fonds moet dat jaarlijks gebeuren. Voor mensen die dat in het verleden hebben gedaan, maar nu nog slechts zogenaamde “slapende” rechten hebben, hoeft dat maar eens in de 5 jaar. Door de vele in- en uitdiensttredingen in de culturele sector is het soms toeval of een deelnemer op het moment van verzenden van de UPO´s actief pensioen opbouwt of niet. Daarom stuurt het pensioenfonds tot nu toe aan iedereen een UPO. Daarbij kan het voorkomen dat u door verschillende dienstverbanden meerdere UPO´s ontvangt. Het bestuur laat onderzoeken op welke wijze meerdere pensioenen die bij eenzelfde deelnemer horen, kunnen worden samengevoegd. Door samenvoeging wordt ook het aantal te verzenden UPO’s lager. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 14 van 23
36. Ik heb nooit een “startbrief” ontvangen. Sta ik wel ingeschreven bij jullie? De zogenaamde “startbrieven” zijn sinds de invoering hiervan jaarlijks achteraf verstuurd. In een aantal gevallen is dat nog niet gebeurd. In de toekomst zal de startbrief sneller (binnen 3 maanden na indiensttreding) worden verzonden. Alle deelnemers die onlangs zijn overgestapt naar pensioenregeling Cultuur hebben recentelijk een startbrief voor deze regeling ontvangen of ontvangen deze in de maanden april en mei. «naar boven» 37. Ik ben al lang weg, maar ik heb nooit bericht gekregen dat ik niet meer deelneem. Gaat dat wel goed? Omdat in de Culturele sector heel vaak wisselende dienstverbanden voorkomen heeft het bestuur er tot nu toe voor gekozen om niet bij iedere uitdiensttreding een beëindigingsbrief te sturen, maar in plaats daarvan aan iedereen jaarlijks pensioenoverzichten van alle pensioenpolissen te sturen. Op die manier ziet u jaarlijks uw pensioenaanspraken ook als u niet meer deelneemt. Met de komst van het pensioenregister, waarbij iedereen online alle pensioenaanspraken kan inzien zal het bestuur dit beleid heroverwegen. «naar boven» Communicatie 38. Wanneer wordt de website verbeterd? PfC wil graag dat de website de plek wordt waar deelnemers en werkgevers gemakkelijk en snel de informatie kunnen vinden die ze nodig hebben over hun pensioen. Daarom gaan we dat in 2011 nog aanpakken. Om te beginnen zorgen we dat de huidige informatie die nu op de website staat verbeterd wordt. Ondertussen werken we aan een nieuwe website die toegankelijker en leesbaarder is. «naar boven» 39. Kan ik jaarverslagen, formulieren, nieuwsbrieven, reglementen etc. downloaden van internet? Ja, dat kan via de website www.pensioenfondscultuur.nl. «naar boven» 40. Wanneer krijgen we weer eens een nieuwsbrief? PfC stuurt digitale nieuwsbrieven naar de werkgevers. Deze kunt u op de website nalezen. Vorig jaar hebben we deelnemers een papieren nieuwsbrief gestuurd. Dat is relatief kostbaar. We publiceren nieuws gericht aan de deelnemers nu vooral via de website. Dit blijven we doen. Op termijn willen we het mogelijk maken om ook digitale nieuwsbrieven aan deelnemers te sturen; daarvoor kunt u zich dan via de website aanmelden. «naar boven» 41. Hoe word ik verder op de hoogte gehouden over ontwikkelingen rond mijn pensioen? Zodra er nieuws is, plaatsen wij dit op de website. Als er nieuws is dat direct effect heeft (of kan gaan hebben) op uw pensioen, zoals de voorgenomen korting op pensioenen, informeren wij u persoonlijk per brief.
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 15 van 23
De agenda voor de komende periode is als volgt: Op 21 april 2011 houden we een deelnemersbijeenkomst waar we u persoonlijk informeren over hoe het gaat met het pensioenfonds, wat er allemaal speelt en wat dit voor u betekent; Periodiek versturen wij een e-mail nieuwsbrief aan werkgevers, die u op de website kunt nalezen; Eind juni komt het jaarverslag 2010 uit. Deze plaatsen we op de website; In juli 2011 ontvangt u weer het Uniform Pensioen Overzicht (UPO). Als er belangrijke ontwikkelingen zijn bij PfC, zullen wij van deze gelegenheid gebruik maken u daarover ook gelijk persoonlijk te informeren. «naar boven»
Beleggingen Beleggingen in de afgelopen 5 jaar 42. “Pensioenfondsen hebben onverantwoorde risico’s genomen” hoor je tegenwoordig veel. Hoe zit dat bij PfC? Het bestuur weegt doorlopend risico’s af in het licht van zijn verplichtingen. Het bestuur is echter niet geheel vrij in zijn keuzes. Als een fonds er minder goed voor staat, heeft het fonds wettelijk minder vrijheden als het gaat om risico’s. PfC staat er al een aantal jaren niet goed voor. Daarom hanteert PfC al langere tijd een lager risiconiveau. Vanwege het lage risiconiveau in de beleggingen heeft PfC minder kunnen profiteren van stijgingen op de beurs. De positieve keerzijde is dat ten tijde van de crisis, de verliezen ook relatief beperkt zijn gebleven. «naar boven» 43. Hoe kan ik zien wat en hoe groot die risico’s zijn? In het beleggingsplan staan de risicoprofielen van alle beleggingen. Dit beleggingsplan is op basis van een ALM (Assets & Liability Management) studie gemaakt. De ALM studie is een studie waarbij eerst wordt gekeken naar de verplichtingen en vervolgens naar beleggingen die bij deze verplichtingen kunnen passen. De risicoprofielen worden doorlopend getoetst aan de werkelijkheid. Waar nodig worden de beleggingen vervolgens aangepast aan het risicoprofiel dat als uitgangspunt heeft gediend. De behaalde rendementen worden afgezet tegen zogenaamde benchmarks. In het risicoprofiel wordt aangegeven hoeveel een werkelijk rendement mag afwijken van een benchmark rendement. Dit wordt vooraf bepaald en achteraf getoetst. Als hier een te groot verschil in zit, dan zal de vermogensbeheerder hierop aangesproken worden. Vanaf het moment dat PfC haar beleggingen geheel zelf is gaan doen, is dit nooit nodig geweest. Overigens is dit onderwerp bij het toezicht van DNB ook een zeer belangrijk onderwerp. Het pensioenfonds moet over de risicoprofielen periodiek rapporteren en DNB toetst heel concreet of het fonds zich hieraan houdt. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 16 van 23
44. Wat waren de rendementen over de afgelopen jaren? Onderstaand overzicht toont het belegd vermogen in de periode 2005 tot en met 2010. Zw staat voor zakelijke waarden (waaronder aandelen), vrw voor vastrentende waarden (waaronder obligaties). Beleggingen totaal Zw Vrw
2005 2006 2007 2008 € 251.240.000 € 272.923.000 € 281.127.000 € € 68.840.000 € 75.752.000 € 79.912.000 € € 182.400.000 € 197.171.000 € 201.215.000 €
rendement PfC
Nb
nb
-6,70%
275.700.000 46.875.000 228.825.000
2009 € 296.366.000 € 64.180.000 € 232.186.000
2010 € 354.109.000 € 77.700.000 € 276.409.000
0,08%
8,70%
6,85%
De rendementen over 2005 en 2006 zijn lastig te herleiden naar PfC omdat er toen nog sprake was van meerdere pensioenfondsen én een situatie van herverzekering. Bovendien stijgt het vermogen door ontvangst van premie en daalt het door uitkering van pensioenen. Duidelijk blijkt wel uit deze cijfers dat het vermogen van PfC gestaag groeit. «naar boven» 45. Jullie wijten veel aan de crisis in 2008 (en daarna). Daar had de rest van de wereld ook last van. Maar jullie kennelijk wat meer. Hoe zit dat? Vanwege de toch al slechte positie van PfC in de jaren voor 2008, was het vanwege toezichtregels niet toegestaan om risico’s toe te voegen aan de beleggingen. We hebben daarom vanaf maart 2009 behoudend belegd en renterisico’s voor 100% afgedekt. Dit verbod op toevoegen van risico om zo meer rendement te genereren is ook na de crisis van kracht gebleven. Procentueel zijn vele andere fondsen aanmerkelijk harder geraakt dan PfC, maar krabbelen vanwege hun risicoprofiel ook weer sneller omhoog. «naar boven» 46. Vervolgens is het slechter gegaan omdat de rente is gedaald. Jullie wisten dat dit kon gebeuren? Zijn hiertegen beschermende maatregelen genomen en hebben deze ook gewerkt? Wij wisten uiteraard dat het kon gebeuren. Er bestaan financiële instrumenten die een bescherming bieden tegen daling van de rente. PfC heeft deze instrumenten vanaf maart 2009 voor 100% ingezet. Deze hebben inderdaad gedaan wat zij moesten doen. Begin 2011 heeft het bestuur besloten deze instrumenten niet meer voor 100% in te zetten, maar voor 80%. Zie ook vraag 49 en 50. «naar boven»
Verplichtingen Rekenrente 47. Hoe wordt bepaald hoe hoog de verplichtingen zijn van PfC en is dat recent aangepast als gevolg van de crisis? Het pensioenfonds schat in hoe hoog de uitkeringen in de toekomst zijn en hoe lang ze uitgekeerd moeten worden. De hoeveelheid geld die op dit moment moet worden gereserveerd om in de toekomst de uitkeringen te kunnen betalen, noemen we de verplichtingen. Omdat het fonds naar verwachting rendement maakt, moeten we voor 1 euro pensioen over 10 jaar, nu Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 17 van 23
ongeveer 65 eurocent in kas hebben. Bij deze berekening moet het fonds rekening houden met de rente die DNB voorschrijft. Deze rente wijzigt van dag tot dag. Tijdens de crisis is de rente sterk gedaald. Voor dezelfde pensioenuitkering moet nu dus meer geld worden gereserveerd. Ook stijgt de levensverwachting van de pensioendeelnemers. Hierdoor moeten de pensioenen langer worden uitgekeerd en moet er meer geld worden gereserveerd. «naar boven» Rentecurve 48. Wat heeft de (markt)rente te maken met mijn pensioen. Het gaat toch om de rendementen van de beleggingen? Dat klopt. De Nederlandsche Bank schrijft echter voor dat het pensioenfonds geen rekening mag houden met de (onzekere) rendementen. Het pensioenfonds moet reserveren op basis van de risicoloze (markt)rente. Als blijkt dat er meer rendement wordt gemaakt dan de (markt)rente, dan kan dit worden gebruikt voor de verhoging van de pensioenen. Dit heet indexatie, ook wel toeslagverlening genoemd. «naar boven» Afdekking renterisico 49. Als de rente zo’n belangrijke rol speelt voor PfC en dus een risico is, kan dat risico niet worden afgedekt? Ja, dat kan. Er bestaan financiële instrumenten die een bescherming bieden tegen daling van de rente. PfC heeft deze instrumenten ingezet en deze hebben inderdaad gedaan wat zij moesten doen. «naar boven» 50. Wat kost dit afdekken van het risico het fonds? Het afdekken van dit risico kost het pensioenfonds geld als de rente stijgt en levert geld op als de rente daalt. Het effect van de afdekking is dat als de verplichtingen stijgen, de bezittingen ‘meestijgen’ en andersom. Met als resultaat dat de dekkingsgraad weinig beweegt als de rente beweegt. «naar boven» Lang leven risico 51. Ons pensioen zou duurder of lager worden doordat we langer leven, zo wordt ons verteld. Hoe kan dat? Een pensioenfonds schat in hoe lang de deelnemers leven en reserveert op basis hiervan geld. De inschatting is aangepast. Daarom moet er rekening worden gehouden met het langer uitkeren van het toegezegd pensioen. De keus is dan: of bijbetalen of een lager pensioen. Dit probleem is een van de redenen waarom PfC de premies heeft verhoogd. Een deel van de deelnemers is overgestapt naar een regeling waar iets minder pensioen wordt opgebouwd. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 18 van 23
52. Lost langer doorwerken dit op? Ja, door langer door te werken wordt ook langer pensioen opgebouwd. Daarmee wordt een eventueel lagere pensioenopbouw gecompenseerd. Door langer door te werken wordt ook het aantal jaren waarin pensioen wordt ontvangen kleiner. Dit deel hoeft dan niet met extra pensioenpremie te worden betaald. «naar boven»
Dekkingsgraad Dekkingsgraad 53. Wat is “dekkingsgraad”? De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds (de pensioenpot) en alle financiële verplichtingen (de verwachte uitkeringen) in de toekomst. «naar boven» 54. Waarom is dat belangrijk? De dekkingsgraad geeft aan of het pensioenfonds gezond is. Als de dekkingsgraad laag is, is er onvoldoende geld om in de toekomst de pensioenen uit te keren. Er moeten dan maatregelen worden genomen om de financiële positie te herstellen. Als de dekkingsgraad hoog is, kunnen de pensioenen worden verhoogd. Dit heet indexatie, ook wel toeslagverlening genoemd. «naar boven» Onderdekking 55. Wat is onderdekking? Als de dekkingsgraad lager is dan 105%, dan spreekt men van onderdekking. In dat geval zijn de financiële verplichtingen (de verwachte uitkeringen) hoger dan het vermogen van het pensioenfonds (de pensioenpot). Op dat moment vraagt de toezichthouder (De Nederlandsche Bank) het pensioenfonds een herstelplan te maken waaruit blijkt dat het tekort binnen vijf jaar is verdwenen. «naar boven» 56. Zit PfC in onderdekking? Ja, sinds 2008 zit PfC in onderdekking. In 2009 is een herstelplan ingeleverd bij DNB. «naar boven» 57. Wat zijn de gevolgen van het in onderdekking zijn? In het herstelplan heeft PfC aangegeven dat er tijdens de periode van onderdekking niet geïndexeerd wordt. Daarnaast heeft PfC in 2011 de premies verhoogd en aangekondigd dat de pensioenen in 2012 eventueel worden verlaagd als de financiële positie in 2011 niet voldoende verbetert. «naar boven» 58. Kan PfC iets doen aan de grens waarop het in onderdekking komt? Nee, de grens wordt door de toezichthouder (De Nederlandsche Bank) voorgeschreven en bedraagt voor de meeste pensioenfondsen 105%. Voor PfC ligt die grens daar nu net iets onder. Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 19 van 23
Het vermogen van het pensioenfonds (de pensioenpot) moet altijd minimaal iets hoger zijn dan de financiële verplichtingen (de verwachte uitkeringen). «naar boven» 59. Pensioenfondsen hebben meer geld in kas dan ooit, waarom zijn ze dan toch in onderdekking? Het pensioenvermogen is inderdaad hoger dan ooit. Daar staat echter tegenover dat de verwachte pensioenuitkeringen in de toekomst zijn gestegen. De waarde van deze uitkeringen is op dit moment ook hoger dan ooit. «naar boven» Indexatie 60. Wanneer gaat PfC weer indexeren? Volgens het beleid kan het pensioenfonds weer deels indexeren als de dekkingraad boven de 106,4% is. Boven de 108,4% kan het pensioenfonds weer volledig indexeren. Uiteindelijk bepaalt het bestuur, ook als de dekkingsgraad boven deze grenzen ligt, of indexeren financieel verantwoord is. Als het beleggingsbeleid wordt aangepast, kunnen de genoemde grenzen wijzigen. «naar boven» 61. Wie bepaalt de hoogte van de indexatie? Het bestuur stelt de hoogte van de indexatie vast en neemt daarbij de financiële positie en de prijsinflatie als uitgangspunt. «naar boven»
Herstelplan en korten van pensioenen Herstelplan 62. Wat is een herstelplan en waarom hebben jullie dat? Waar vind ik het? Een herstelplan beschrijft welke maatregelen een pensioenfonds heeft genomen om binnen de gestelde termijnen de financiële positie te herstellen. PfC heeft in 2009 een herstelplan ingediend bij DNB. Dit herstelplan is te raadplegen en downloaden op de website van het pensioenfonds. Dit is het oorspronkelijke herstelplan, dat na het indienen een aantal malen is geëvalueerd. Recente informatie over deze evaluaties en de getroffen maatregelen vindt u in de nieuwsrubriek op de website. «naar boven» 63. Hoe verloopt het herstel? Wat zijn de verwachtingen? Begin 2011 heeft het bestuur het herstelplan geëvalueerd. De verwachting is dat uiterlijk in 2013 de minimaal vereiste dekkingsgraad is bereikt (104,4%) en dat in 2014 de vereiste dekkingraad is bereikt (106,4%). «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 20 van 23
64. Wat heeft het bestuur ondernomen? Welke herstelmaatregelen zijn er getroffen? In het herstelplan heeft PfC aangegeven dat er tijdens de periode van onderdekking niet geïndexeerd wordt. Daarnaast heeft PfC in 2011 de premies verhoogd en aangekondigd dat de pensioenen in 2012 eventueel worden verlaagd als de financiële positie in 2011 niet voldoende verbetert. «naar boven» 65. Hoe ziet het bestuur de eigen prestaties in relatie tot het herstelplan? Het bestuur houdt voortdurend de financiële positie in de gaten. Bij alle besluiten neemt het bestuur de evenwichtige behartiging van belangen van alle belanghebbenden mee. In 2011 bleek dat aanvullende maatregelen in het lopende herstelplan nodig waren en die heeft het bestuur niet geschuwd. «naar boven» 66. Zijn er beloningen of “boetes” voor bestuursleden in relatie tot het herstelplan? Nee. Zie ook vraag 7. «naar boven»
Korten van pensioenen 67. Wat is korten van pensioenen? Op wie heeft het effect? Wat is het gevolg? Korten betekent dat de reeds toegezegde pensioenen verlaagd worden. Als de financiële positie in 2011 niet voldoende verbetert, worden per 1 april 2012 de pensioenen verlaagd. Met “de pensioenen” bedoelen we: de pensioenaanspraken die op dit moment in opbouw zijn; de pensioenaanspraken van deelnemers die nog niet met pensioen zijn maar ook niet meer opbouwen (‘slapers’); de reeds ingegane pensioenen, inclusief de vroegpensioenen. Het effect van het korten op een al ingegaan pensioen, is dat de uitkering omlaag gaat. Dit is dus direct merkbaar in de portemonnee. Het effect van korten op een pensioen dat nog wordt opgebouwd, is dat het saldo op het moment van korten omlaag gaat, maar de opbouw loopt nog wel gewoon door. Gevolg daarvan is dat, afhankelijk van hoeveel er al was opgebouwd, men (iets) langer zou moeten doorwerken om hetzelfde pensioen te bereiken, of op een (iets) lager pensioen uitkomt. «naar boven» 68. Waarom heeft het bestuur een korting voorgenomen? De ontwikkeling van de dekkingsgraad loopt achter op het herstelplan. Daarom heeft het pensioenfonds de premies verhoogd. Om de lasten eerlijk te verdelen over werkgevers, werknemers en gepensioneerden wordt een deel van het herstel bereikt door de pensioenen te verlagen. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 21 van 23
69. Onder welke omstandigheden wordt een “voorgenomen” korting ook geëffectueerd – of juist niet geëffectueerd? Welk alternatieven zijn er? Als de financiële positie in 2011 niet voldoende verbetert, worden per 1 april 2012 de pensioenen gekort. Een alternatief is het verder verhogen van de premie. Maar dit ziet het bestuur niet als een eerlijke verdeling van de lasten. “Niets doen” wordt niet toegestaan door de toezichthouder om te voorkomen dat tekorten worden doorgeschoven naar de volgende generatie. «naar boven» 70. Waarom moet PfC wel korten en andere pensioenfondsen niet? De financiële positie van veel fondsen is verbeterd. Ook de financiële positie van PfC is verbeterd, maar niet voldoende. Net als andere fondsen hebben wij “last” van de lage rente en de hogere levensverwachting. Door de lage rente brengt het geld dat we hebben, minder op. Het is dus nodig om meer geld in kas hebben om later de pensioenen uit te keren. En door de hogere levensverwachting moeten we rekening houden met langer pensioenen uitkeren. Het verschil met andere fondsen is dat Pensioenfonds Cultuur langer en dieper in onderdekking (zie vraag 55) zit. Enerzijds als gevolg van de tegenvallers die ten tijde van de fusie naar boven kwamen en anderzijds door de mate waarin de kredietcrisis het fonds heeft geraakt. Een keerzijde van de beschermingsmaatregelen die PfC daarna heeft moeten nemen, is dat het herstel langzaam gaat. Zie ook vraag 45. «naar boven» 71. Mijn pensioen was toch gegarandeerd? Hoezo dan korten? De ambitie van het pensioenfonds is om jaarlijks pensioenaanspraken toe te zeggen die later ook uitgekeerd zullen worden. Als het kan, houden we die uitkering waardevast, door te indexeren. Er is één situatie waarin het pensioenfonds de pensioenen mag, zelfs moet, korten: als het fonds in een dusdanige financiële situatie verkeert dat het de enige redelijke manier is om weer financieel gezond te worden. Dus alleen in het uiterste geval mag een pensioenfonds de rechten korten. Dit staat ook in de Pensioenwet en in het pensioenreglement. Helaas is dit op dit moment de situatie. «naar boven» 72. Ik bouw pensioen op onder de pensioenregeling Live Entertainment of onder de pensioenregeling Remplaçanten Nederlandse Orkesten. Geldt de korting ook voor mij? Ja. Jaarlijks wordt de premie die u inlegt omgezet in een pensioenaanspraak. Als er wordt gekort, geldt deze korting voor alle pensioenaanspraken, dus ook die van u. «naar boven» 73. Wat vindt DNB van het korten? De maatregelen zijn aan de toezichthouder (De Nederlandsche Bank) voorgelegd. Deze zal uiterlijk in juni, op dit voorstel reageren. «naar boven» 74. Kan een korting ooit worden teruggedraaid? Nee, maar als de financiële situatie is verbeterd, kan het bestuur besluiten de maatregelen deels te compenseren door extra te indexeren. «naar boven» Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 22 van 23
75. Ik als gepensioneerde merk zo’n korting gelijk, terwijl de jongere het bijna niet eens ziet. Is dat wel eerlijk? Bij alle besluiten neemt het bestuur de evenwichtige behartiging van belangen van alle belanghebbenden mee. Het bestuur heeft getracht de vervelende maatregelen eerlijk te verdelen over zowel de premiebetalers (werkgevers en werknemers), de slapers als de gepensioneerden. En inderdaad, u als gepensioneerde merkt de korting gelijk. Daar staat tegenover dat een jonge deelnemer nog jarenlang de hogere premie betaalt, de versobering van de regeling ook merkt en misschien ook nog eens te maken krijgt met de gevolgen van nog een stijging van de levensverwachting op de pensioenpremie en/of uitkering. «naar boven» 76. Ik als jongere betaal nu jarenlang een hogere premie, terwijl mijn gepensioneerde ex-collega nog jarenlang van zijn pensioen geniet en veel minder heeft betaald. Is dat wel eerlijk? Bij alle besluiten neemt het bestuur de evenwichtige behartiging van belangen van alle belanghebbenden mee. Het bestuur heeft getracht de vervelende maatregelen eerlijk te verdelen over zowel de premiebetalers (werkgevers en werknemers), de slapers als de gepensioneerden. En inderdaad, u als jongere betaalt nu de hogere premie en de gepensioneerden niet. Daar staat tegenover dat de gepensioneerde een korting op zijn pensioen direct maandelijks in de portemonnee voelt en geen mogelijkheid meer heeft dat zelf te compenseren, terwijl u nog gelegenheid heeft een goed pensioen op te bouwen. «naar boven»
Toekomst 77. Wat staat er nog te gebeuren als het gaat om de pensioenregelingen? En wat betekent dat voor mij? Naar verwachting worden in de loop van 2011 en 2012 de wettelijke regels voor pensioenen aangepast aan onder andere de verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd. Op dat moment zal ook de pensioenregeling van PfC worden herzien. Daarbij zal PfC ook de vraag meenemen of zij beter zelfstandig blijft of zich beter aansluit bij een groter fonds (zie vraag 78). «naar boven» 78. Zijn er plannen om op te gaan in een groter fonds zoals PFZW? Niet direct. Op dit moment wordt door PfC hard gewerkt aan de overgang naar PGGM als uitvoeringsorganisatie, de standaardisering van de regelingen en de verbetering van de financiële positie. Daarna kan gekeken worden naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van een algehele overstap naar een groter pensioenfonds. Van belang zijn daarbij factoren als eigen identiteit, zeggenschap over de inhoud van de pensioenregeling en afspraken rond premiehoogtes, de uitvoeringskosten, de bereidheid van een ander fonds om de pensioenrechten van de deelnemers over te nemen tegen de waarde zoals die bij Pensioenfonds Cultuur in de boeken staat en de hiermee samenhangende kosten. «naar boven»
Vragen en antwoorden Pensioenfonds Cultuur – april 2011
pagina 23 van 23