PYROTRONIC 1.1.1.1.
PYROTRONIC Installatie- en gebruiksvoorschriften
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
1
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
Inhoudsopgave 2.
Voorschriften
3
3.
Beschrijving
4
3.1. 3.2.
4 4
Algemeen Conformiteit en keuringen
4.
Leveringsomvang
4
5.
Technische kenmerken
5
5.1. 5.2.
5 5
6.
7.
Modules en uitrusting
6
6.1. 6.1.1. 6.1.2. 6.2. 6.3.
6 6 6 6 7
9.
Veiligheidsmodule Veiligheidsmodule, basisuitrusting Aanvullende uitrusting Verwarmingsregelaars Kabelsets
Montage / Installatie 7.1. 7.1.1. 7.1.2. 7.1.3. 7.1.4. 7.1.5. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.5.1. 7.5.2. 7.6. 7.7. 7.8. 7.9. 7.9.1. 7.9.2.
8.
Gegevens Afmetingen
7
Opmerkingen betreffende de elektrische installatie Algemene opmerkingen Aansluiting op het elektriciteitsnet Aansluiting brander Potentiaalvereffening Spanningsonderbreker Installatie bedieningspaneel Montage op het deksel van de ketel Montage aan de zijkant op de mantel van de ketel Modules draaien en plaatsen bij montage op de zijkant Verwarmingsregelaar Veiligheidsmodule Kabelgeleiding Kabelgeleiding Trekontlasting met kabelschroefverbinding Kabelsecties Netkabels Laagspanningskabels
7 7 8 8 8 8 9 9 9 10 10 10 10 13 14 14 14 14
Temperatuurvoelers / Randapparatuur
15
8.1. 8.2. 8.3.
15 15 16
Temperatuurvoelers Ruimtevoeler, afstandsbediening Toebehoren
Bediening
17
9.1. 9.1.1. 9.2. 9.3. 9.4. 9.4.1. 9.4.2. 9.5. 9.6. 9.6.1. 9.6.2. 9.6.3. 9.6.4. 9.6.5. 9.6.6. 9.6.7. 9.6.8. 9.7. 9.7.1. 9.7.2. 9.7.3. 9.7.4. 9.7.5. 9.7.6. 9.7.7. 9.7.8.
17 17 18 18 19 19 20 21 22 22 22 23 23 23 23 23 23 24 24 24 25 25 26 27 27 28
Veiligheidsmodule Bediening Verwarmingsregelaar RDO243 (241) Verwarmingsregelaar RDO383 (353) Display Gebruik (RDO2xx und RDO3xx) Display installatiestatus Display storingen Gebruikersniveau l: programmakeuze Programmakeuzeschakelaar 1 voor ketelcascade: (enkel bij RDO3xx en RZM530) Programmakeuzeschakelaar 1 en eventueel 2: (RDO383) Correctie ruimtetemperatuur (RDO2xx, evtl. RDO353) Eenmalig opwarmen SWW (afwijking) (RDO3xx) Party-functie Toets No Toets K (RDO3xx) Economy-functie Gebruikersniveau ll: programmering Gebruikersniveau ll Tijdinstelling Vakantieprogramma (RDO3xx / RDO2xx) Tijdprogramma Temperatuurinstellingen wijzigen Afwijkingen ruimtetemperatuur corrigeren Display temperaturen en informatie betreffende de werking Droogprogramma vloer (profiel) (enkel op de RDO3xx)
10.
Foutenopsporing
29
11.
Reserveonderdelen
30
12.
Tijdprogramma’s: instellingen, klok, ...
31
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
2
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
2.
Voorschriften
GEDRAG BIJ GEVAAR Sluit de brandstoftoevoer af en schakel het toestel uit met de hoofdschakelaar of via de noodstop (buiten de stookruimte). Gebruik geschikte brandblussers. Bij waarneming van gasreuk (toestellen op gas): - Ramen en deuren openen om het betreffende lokaal grondig te verluchten. - Geen elektronische apparaten gebruiken (gsm e.d.). - Geen enkel elektrisch contact aan- of uitschakelen (licht, motor, lift, deurbel e.d.) - Geen lucifers of aanstekers gebruiken, niet roken. - Uw gasleverancier of installateur contacteren. Het toestel moet correct worden geaard conform de geldende VERPAKKING voorschriften. Verifieer de goede werking en laat, in geval van Verwijder de verpakking en controleer of de inhoud volledig en twijfel, controleren door een specialist. in goede staat is. In geval van twijfel het toestel niet gebruiken Sluit het toestel op het elektriciteitsnet aan met een en uw leverancier contacteren. De verpakking moet naar een stekker/stopcontact zodat een faseverwisseling tussen de erkend inzamelpunt gebracht worden. stroomvoerende geleider en de nulleider wordt voorkomen. TOESTEL Nulleider en fase niet omwisselen. Om een onberispelijke werking te garanderen en van de Installeer een hoofdschakelaar op de thermische centrale garantie te kunnen genieten, moeten montage, gebruik en zoals aanbevolen wordt in de geldende normen. onderhoud conform de voorschriften in deze handleiding De elektrische installatie en in het bijzonder de kabelsecties gebeuren. moeten aangepast zijn aan het maximaal opgenomen Het toestel mag niet bediend worden door kinderen of vermogen van het toestel, vermeld op het typeplaatje en in ongeschoolde personen. deze handleiding. Het toestel mag enkel gebruikt worden waarvoor het ontworpen Wanneer de voedingskabel van het toestel beschadigd is, mag is. Elk ander gebruik is ongeoorloofd en dus gevaarlijk. deze enkel vervangen worden door gekwalificeerd personeel. Het ingestelde minimum- en maximumdebiet van de brander, Trek niet aan de elektriciteitskabels en hou ze ver van evenals alle drukken en temperaturen, moeten binnen de warmtebronnen. limieten vallen die in deze handleiding worden opgegeven. Het is verboden het toestel om te bouwen om het rendement of BRANDSTOF Het toestel moet gevoed worden met het type brandstof dat op de bestemming te veranderen. het typeplaatje vermeld staat. Het is verboden onderdelen te openen of te manipuleren, met De druk van de brandstof moet conform de waarden zijn die in uitzondering van die componenten waar onderhoud op moet deze handleiding worden opgegeven. uitgevoerd worden. Raak geen warme onderdelen van het toestel aan (collector en De brandstoftoevoerleiding moet gedimensioneerd zijn volgens de geldende normen en reglementeringen én volgens rookgasafvoer, kijkglas, brandercomponenten, enz.). Deze de voorschriften in de branderhandleiding. De leiding moet kunnen nog lange tijd na het uitschakelen van de brander perfect dicht zijn. Bovendien moet deze leiding voorzien zijn warm blijven. van alle door de geldende normen voorgeschreven veiligheids Het toestel nooit blootsvoets of met natte handen aanraken. en controlevoorzieningen. De leiding mag geen onzuiverheden Wanneer het toestel voor langere tijd wordt uitgeschakeld, bevatten op het moment van installatie. moet u de elektrische hoofdschakelaar openen en de manuele Stookolie: klep op de brandstoftoevoerleiding sluiten. - De stookolietank moet beveiligd zijn tegen het indringen INSTALLATIE EN AFSTELLING van vuil en water. In de zomer moet de tank gevuld blijven De ketel en het verwarmingssysteem mogen enkel zodat er geen condensatie gevormd wordt. geïnstalleerd worden door een professionele installateur of - Zorg ervoor dat de tank voor het vullen grondig gereinigd een gespecialiseerd bedrijf die vakkundig te werk gaan en alle wordt. Vermijd de tank te vol te doen! geldende normen en regels volgen. - De tank en de toevoerleiding naar het toestel moeten STOOKRUIMTE tegen vorst beschermd worden. De stookruimte moet afsluitbaar zijn en verluchtingsopeningen - Controleer regelmatig de tank en het brandstofverbruik om hebben conform de geldende normen. In geval van twijfel tijdig eventuele lekken te kunnen vaststellen. meet u de CO2–waarde terwijl de brander op maximumdebiet Gas: draait en de ruimte enkel verlucht wordt via de openingen - Controleer bij de inbedrijfstelling en na elke onderbreking bestemd voor toevoer van verbrandingslucht, en daarna of de gasstraat geen lekken vertoont. nogmaals terwijl de deur openstaat. In beide gevallen moet de CO2-waarde gelijk zijn. Als er zich in de stookruimte meerdere STORINGEN Als het toestel vastloopt, probeer dan nooit meer dan 2 à 3 toestellen bevinden die tegelijkertijd kunnen draaien, moet u keer het toestel manueel te deblokkeren. Schakel het toestel deze test uitvoeren terwijl alle toestellen samen in werking zijn. uit, probeer het niet zelf te herstellen maar wend u tot De ventilatieopeningen van de ruimte, de aanzuigopening van gekwalificeerd personeel. de branderventilator, de eventuele luchtkokers en de aanzuig Een eventuele herstelling moet uitgevoerd worden door een en uitblaasroosters niet belemmeren. bedrijf dat tot het servicenetwerk van de fabrikant behoort en Installeer het toestel op een plaats beschut tegen regen, uitsluitend met gebruikmaking van originele onderdelen. Als dit sneeuw en vorst. advies niet opgevolgd wordt, kan een veilige werking van het De ruimte moet proper zijn en vrij van zwevende deeltjes die, toestel niet meer gewaarborgd worden. als ze aangezogen worden door de ventilator, de interne Storingen en eventuele beschadigingen ten gevolge van leidingen van de brander of de branderkop zouden kunnen onaangepast gebruik of opzettelijke schade, ontheffen de belemmeren. fabrikant van zijn garantieverplichtingen. De verbrandingslucht moet vrij zijn van halogenen (chloor, ONDERHOUD fluorverbindingen). De aanwezigheid van halogenen in de Het toestel moet regelmatig, minstens één maal per jaar, een verbrandingslucht kan aanzienlijke corrosie veroorzaken. In onderhoudsbeurt krijgen door gekwalificeerd personeel. geval van twijfel moet de goede kwaliteit van de Sluit voor aanvang van elke onderhoudsbeurt de verbrandingslucht verzekerd worden door aanzuiging van stroomtoevoer af met de hoofdschakelaar en sluit eveneens buitenlucht. de brandstoftoevoer af. STROOMVOORZIENING Enkel de onderdelen die u terugvindt in de Vertrouw de elektrische aansluiting toe aan gekwalificeerd onderdelencatalogus van de fabrikant mogen vervangen personeel en respecteer de geldende regels op worden. elektriciteitsvlak. Controleer of de spanning van het elektriciteitsnet overeenkomt met wat op het typeplaatje van het toestel en in deze handleiding vermeld staat.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
3
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
3.
Beschrijving
3.1.
Algemeen
Het PYROTRONIC bedieningspaneel is modulair. Zo kan u uw verwarmingscentrale individueel en in functie van de installatie uitrusten. Het bedieningspaneel heeft een stevige plaatbehuizing. Het kan met een eenvoudig kliksysteem vastgemaakt worden op de mantel of op het deksel van de ketel. In de uitsparingen aan de voorkant kunnen drie modules gemonteerd worden, bijvoorbeeld een veiligheidsmodule, een verwarmingsregelaar en een aanvullende module voor de verwarmingsregelaar. Zo kan u gemakkelijk vanop één plaats uw volledige installatie beheren en bedienen. Bovendien kan u op de bedieningskast veiligheidscontroles en installatiespecifieke bedieningselementen aansluiten en toewijzen. De verwarmingsregelaars van het type RDO zijn microprocessorgestuurd, conform de nieuwste technieken en aangepast aan de hedendaagse behoeften en vereisten.
3.2.
Conformiteit en keuringen
Dit toestel voldoet aan de eisen van de: Richtlijn laagspanning 73/23/EEG en van de Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEG.
CE-certificaat
4.
T686 – 51 – 4
Leveringsomvang - Plaatbehuizing - Veiligheidsmodule - Verwarmingsregelaar RDO243 / RDO353 / RDO383 * - Aanvullende module verwarmingsregelaar RZM510 / RZM530 * - Ketelvoeler, Buitenvoeler * - Vertrekvoeler, SWW-voeler * - Afstandsbediening (optioneel) - Radiogestuurde klok (optioneel) - Installatie- en onderhoudsvoorschriften - Elektrisch schema - Gebruiksvoorschriften - Montageset (schroeven)
* Deze posten kunnen wijzigen afhankelijk van de behoeften!
Mass- und Konstruktionsänderungen vorbehalten!
4
Error! Reference source not found. © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
5.
Technische kenmerken
5.1.
Gegevens Veiligheidstemperatuurbegrenzer F4
110°C maximumtemperatuur
Temperatuurregelaar F5
35...95°C bereik bedrijfstemperatuur
Eenfasevoeding
230VAC, 50Hz maximum 16A
Driefasenvoeding
3 x 400VAC, 50Hz maximum 16A
IP-bescherming behuizing
IP40
Stroomverbruik
5.2.
Afhankelijk van de aangesloten toestellen (branders, pompen, mengventielen)
Afmetingen
PYROTRONIC Breedte bedieningspaneel
B
mm
325
Lengte bedieningspaneel
L
mm
530
Hoogte bedieningspaneel
H
mm
169
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
5
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
6.
Modules en uitrusting
6.1.
Veiligheidsmodule
In de veiligheidsmodule zijn componenten ondergebracht die de veiligheid van de installatie bewaken en bij een storing een signaal geven. Daarnaast bevat de veiligheidsmodule de belangrijkste besturingselementen die nodig zijn om een veilige en storingsvrije werking van de verwarmingsketel te garanderen. Op de veiligheidsmodule kunnen op een eenvoudige manier installatiespecifieke veiligheidscomponenten en/of extra veiligheidsvoorzieningen aangesloten worden. 6.1.1. -
6.1.2. -
-
6.2.
Veiligheidsmodule, basisuitrusting Aan/Uit-schakelaar brander Zekering 6,3AT, branderbesturing Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110°C (VTB) Temperatuurregelaar 35...95°C (TR) Storingslampje veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) Storingslampje brander Storingslampje externe storing (installatiespecifieke veiligheidsvoorzieningen, bv. droogloopbeveiliging) TÜV-schakelaar Aansluitklemmen voor noodstop geïnstalleerd door de eindklant Aansluitklemmen voor installatiespecifieke veiligheidsvoorziening geïnstalleerd door de eindklant Mogelijkheid tot aansluiting externe vrijgave brander (DDC) als toebehoren geïnstalleerd door de eindklant Branderaansluitklemme Aanvullende uitrusting Externe spanningsvrije signaalmodule A1, omvattende : e Werking brander 1 regime, e Werking brander 2 regime Storingssignaal brander Storingssignaal veiligheidstemperatuurbegrenzer Storingssignaal externe storingen (installatiespecifieke veiligheidsvoorzieningen) Relaismodule A4, configureerbare functie (enkel voor verwarmingsregelaar RDO3xx) Module voor branderreset op afstand A3 Cascademodule A2 (stuurt de niet-getimede ketelvolgorde bij cascade-installaties) Volgordeomschakeling (schakelaar voor manuele omschakeling van de volgorde van de ketels 1-2-3-4 / 4-32-1) Driefasenvoeding (aangewezen bij driefasenbrander en/of driefasenpomp)
Verwarmingsregelaars
Verwarmingsregelaar RDO241 (zomer-/wintermodule) Verwarmingsregelaar met 1- of 2-trapsbranderregeling,1 bypasspomp, 1 rechtstreekse verwarmingspomp, 1 automatische vulinstallatie sanitair warm water. Verwarmingsregelaar RDO243 Verwarmingsregelaar met 1- of 2-trapsbranderregeling of modulerend, 1 pomp ketelcircuit / bypasspomp, 1 verwarmingscircuit met mengventiel, 1 automatische vulinstallatie sanitair warm water. Verwarmingsregelaar RDO353 Verwarmingsregelaar „master‟ en/of cascaderegelaar met 1- of 2-trapsbranderregeling of modulerend, 1 verwarmingscircuit met mengventiel of verhoging retourtemperatuur, 1 automatische vulinstallatie sanitair warm water, 1 warmwatercirculatiepomp, mogelijkheid om uit te breiden met 3 andere verwarmingstoestellen met aanvullende module RZM530, 3 andere automatische vulinstallaties sanitair warm water met aanvullende module RZM515, 6 andere verwarmingscircuits met mengventiel met aanvullende module RZM510. Verwarmingsregelaar RDO 383 Verwarmingsregelaar „master‟ en/of cascaderegelaar met 1- of 2-trapsbranderregeling of modulerend, 2 verwarmingscircuits met mengventiel of 1 verwarmingscircuit met mengventiel en 1 verhoging retourtemperatuur, 1 automatische vulinstallatie sanitair warm water, 1 warmwatercirculatiepomp, mogelijkheid om uit te breiden met 3 andere verwarmingstoestellen met aanvullende module RZM530, 3 andere automatische vulinstallaties sanitair warm water met aanvullende module RZM515, 6 andere verwarmingscircuits met mengventiel met aanvullende module RZM510.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
6
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Verwarmingsregelaar aanvullende module RZM510 Verwarmingsregelaar „slave‟, 1 verwarmingscircuit met mengventiel.
Aanvullende module warm water RZM515 Watertemperatuurregelaar „slave‟, 1 automatische vulinstallatie sanitair warm water.
Cascademodule ‘slave’ RZM530 Cascademodule „slave‟, met 1- of 2-trapsbranderregeling of modulerend, 1 verhoging retourtemperatuur.
6.3.
Kabelsets
Er zijn verschillende kabelsets leverbaar voorzien van de gebruikelijke 4- of 7-polige stekker en in verschillende lengtes verkrijgbaar. Bij de brander- en ketelcombinaties LRP-UNIT worden montage- en installatieklare kabelsets geleverd.
7.
Montage / Installatie
7.1.
Opmerkingen betreffende de elektrische installatie
7.1.1. Algemene opmerkingen De elektrische installatie van het verwarmingssysteem mag uitsluitend door erkend en geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. De volledige installatie evenals het installatiemateriaal, de aansluitingen en de aardingen moeten conform de norm EN 60335 (EN 50165) en de lokale voorschriften zijn. Het is verboden wijzigingen aan of op het bedieningspaneel aan te brengen. Alle technische regels evenals alle landelijk van toepassing zijnde voorschriften en normen moeten in acht genomen worden. Het elektrisch schema is bij het bedieningspaneel gevoegd. Belangrijk :
De elektrische aansluitingen, en dan vooral de aansluiting op het stroomnet, mogen pas na afloop van alle andere montage- en installatiewerken gebeuren.
De installaties die door de eindklant uitgevoerd worden (kabelkanalen, olieleidingen, enz.) mogen niet op de mantel van de ketel bevestigd worden!
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
7
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC 7.1.2. Aansluiting op het elektriciteitsnet De externe voeding gebeurt via eenfasewisselstroom 230VAC, 50Hz, maximum 16A of driefasenwisselstroom 3 x 400VAC, 50Hz, 16A (400VAC-uitvoering optioneel). Het toestel is intern beveiligd met 6,3 AT (brander / ketel) en ook nog 6,3 AT per verwarmingsregelaar of aanvullende verwarmingsregelaarmodule.
7.1.3. Aansluiting brander De elektrische aansluitingen van de brander (stroomvoorziening en bediening) moeten door de klant gebeuren conform de brandervereisten. Er zijn verschillende kabelsets leverbaar voorzien van de gebruikelijke 4- of 7-polige stekker en in verschillende lengtes beschikbaar. De aan te sluiten branders moeten uitgerust zijn met het bijhorende tegenstuk. De UNIT brander-verwarmingsketeltoestellen worden geleverd met voorgemonteerde kabelsets op maat van de geleverde combinatie. Gelieve alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om te vermijden dat de brander opstart terwijl de deur van de verbrandingskamer nog openstaat. Daarom is het raadzaam de brandstoftoevoerleiding naar de brander zodanig aan te leggen dat deze moet onderbroken worden om de deur te kunnen openen. Een andere mogelijkheid is de branderkabels met kabelschroefverbindingen of kabelklemmen zodanig vast te maken dat het nodig is de stekkers op de brander uit te trekken om de deur te kunnen openen.
7.1.4. Potentiaalvereffening De potentiaalvereffening van de verwarmingsinstallatie moet conform de norm CEI 60364 en de lokale voorschriften zijn.
7.1.5. Spanningsonderbreker U moet een spanningsonderbreker installeren die het bedieningspaneel op alle polen kan afsluiten van het elektriciteitsnet. A>
Een aansluitleiding op het elektriciteitsnet voorzien van een stekker.
B>
Een hoofdschakelaar voor de installatie, gemonteerd op de elektriciteitstoevoer en te openen op alle polen.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
8
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
7.2.
Installatie bedieningspaneel
Het bedieningspaneel mag enkel op de daarvoor voorziene plaats op de ketel gemonteerd en geïnstalleerd worden. Montage op andere plaatsen of andere toepassingsgebieden zijn enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van Ygnis AG. Het bedieningspaneel en de hierin ingebouwde verwarmingsregelaars mogen, in bedrijf, blootgesteld worden aan temperaturen van maximaal 50°C.
7.3.
Montage op het deksel van de ketel
Steek de ketelvoeler en de twee capillairen door de kabelopening aan de onderkant van het bedieningspaneel. De beschermhulzen zijn toegankelijk via de kabelopening in het keteldeksel. In elke beschermhuls kan u drie voelers steken. Steek de voelers in één van de beschermhulzen. Om een foutloze temperatuurmeting te bekomen, moet u de voelers met de koppelingsveer in de beschermhuls steken. Blokkeer tenslotte de voelers in de beschermhuls met de bijgeleverde klem. De beschermhulzen niet met olie vullen. Geen warmtegeleidende pasta of een ander gelijkaardig product gebruiken. De minimale buigradius van de capillairen bedraagt 5 mm. Let erop dat de capillairen niet beschadigd raken bij de montage. Steek ook de aansluitkabels van de brander door de kabelopeningen en leid ze tussen de ketelisolatie en de ketelmantel door naar omlaag, naar de branderkabeldoorvoer. De overige kabels van de verschillende onderdelen van de installatie (pomp, mengventielen enz.) kunnen eventueel door het kabelkanaal onderaan het keteldeksel geleid worden of rechtstreeks door de kabelopeningen aan de achterkant van het bedieningspaneel met gepaste kabelschroefverbindingen (6.7). De isolatie van het ketellichaam mag niet verwijderd of gewijzigd worden. Controleer of de kabels geen direct contact maken met het ketellichaam. Als de capillairen en de kabels gelegd zijn, monteert u het bedieningspaneel met de twee bijhorende schroeven en u zet het vast op het keteldeksel met de twee meegeleverde zelftappende schroeven.
5
5
Legende 1 2 3 4 5 6
capillairen (VTB, TR) kabel ketelvoeler kabel retourvoeler Aansluitkabel brander schroeven gaten voor schroeven
1
4
6 2 3
Beschermhuls De beschermhulzen niet met olie vullen.
Koppelingsveer Voor het vastdrukken van 1 tot 3 voelers tegen de wand van de beschermhuls. Klem Om te verhinderen dat de voelers uit de beschermhuls glijden. De afbeelding toont hoe de koppelingsveer de drie voelers tegen de wand van de beschermhuls drukt.
7.4.
Montage aan de zijkant op de mantel van de ketel
Monteer het bedieningspaneel met de bijhorende schroeven op de zijwand van de ketelmantel. Hiervoor moet de voorkant van het toestel naar boven gericht zijn. Bevestig het bedieningspaneel met de meegeleverde zelftappende schroeven bovenaan op de zijwand van de ketelmantel (onder de twee modules links en rechts). Steek de ketelvoeler en de capillairen door de kabelopening et leid ze omhoog naar de beschermhulzen. Steek de voelers in één van de beschermhulzen. Om een foutloze temperatuurmeting te bekomen, moet u de voelers met de koppelingsveer in de beschermhuls steken. Blokkeer tenslotte de voelers in de beschermhuls met de bijgeleverde klem. De beschermhulzen niet met olie vullen. Geen warmtegeleidende pasta of een ander gelijkaardig product gebruiken. De minimale buigradius van de capillairen bedraagt 5 mm. Let erop dat de capillairen niet beschadigd raken bij de montage. Steek ook de aansluitkabels van de brander door de kabelopeningen en leid ze tussen de ketelisolatie en de ketelmantel door naar omlaag, naar de branderkabeldoorvoer. De overige kabels van de verschillende componenten van de installatie (pomp, mengventielen enz.) kunnen eventueel door het kabelkanaal onderaan het keteldeksel geleid worden of rechtstreeks door de kabelopeningen aan de achterkant van het bedieningspaneel met gepaste kabelschroefverbindingen (6.7).
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
9
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC De isolatie van het ketellichaam mag niet verwijderd of gewijzigd worden. Controleer of de kabels geen direct contact maken met het ketellichaam. Als de capillairen en de kabels gelegd zijn, bevestigt u de zijwand van de ketelmantel met het bedieningspaneel aan het deksel en aan de voet van de ketel.
7.5.
Modules draaien en plaatsen bij montage op de zijkant
7.5.1. Verwarmingsregelaar Open het frontje van de verwarmingsregelaar. Onder dit dekseltje vind u twee diagonaal geplaatste bevestigingsschroeven. Met deze twee schroeven moet de regelaar op het bedieningspaneel bevestigd worden. Draai de bevestigingsschroef los (4 à 6 toeren naar links) om het bevestigingslipje te draaien zodat u de verwarmingsregelaar uit de behuizing kan nemen. Draai de verwarmingsregelaar 180° en steek hem opnieuw in de opening. Het is niet nodig de kabelverbindingen los te maken. Draai vervolgens de bevestigingsschroeven naar rechts tot de verwarmingsregelaar vast zit in het bedieningspaneel. OPGELET : Schakel altijd eerst de stroom uit vooraleer u aan het bedieningspaneel begint te werken!
7.5.2. Veiligheidsmodule De veiligheidsmodule zit langs elke kant in de uitsparing vast met twee spanveren. De spanveren kunnen aan de achterkant met de hand ingedrukt worden. Hiervoor moet het deksel van het bedieningspaneel verwijderd worden. (OPGELET: controleer of er geen spanning staat op het bedieningspaneel !). Als de spanveren zijn ingedrukt, kan u de veiligheidsmodule uit de uitsparing halen. Draai de veiligheidsmodule 180° en steek hem opnieuw in de opening. Het is niet nodig de kabelverbindingen en de capillairen los te maken of te demonteren. Wees voorzichtig opdat de capillairen hierbij niet beschadigd of geklemd raken. Let er ook op dat bij het draaien van de veiligheidsmodule en de verwarmingsregelaar de kabelbundels niet beschadigd of verwrongen raken.
Spanveer bovenaan en onderaan indrukken
7.6.
Draai naar links om het bevestigingslipje te draaien
Maximale rotatie van de regelaar 180°
Kabelgeleiding Tube de protection Ne pas remplir d‟huile les tubes de protection. Ressort de couplage pour appuyer de 1 à 3 sondes contre la paroi du tube de protection. Agrafe
pour empêcher que les sondes ne glissent à l‟extérieur du tube de protection. Position prescrite du ressort de couplage appuyant les trois sondes contre le tube de protection.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
10
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
LRP NT plus Placement des sondes
B
A F4: LTS Thermostat de sécurité
C
B F5: RT Thermostat B2: Sonde chaudière
A
C B3: Sonde de retour (sonde d‟applique, FT1A)
LRP Placement des sondes
C
A F4: LTS Thermostat de sécurité
A
B F5: RT Thermostat B2: Sonde chaudière
B
C B3: Sonde de retour (sonde d‟applique, FT1A)
LRR Placement des sondes A F4: LTS Thermostat de sécurité
C
B F5: RT Thermostat B2: Sonde chaudière
A
C B3: Sonde de retour (sonde à plongeur, FT2A)
B
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
11
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
LR Placement des sondes A F4: LTS Thermostat de sécurité
C
B F5: RT Thermostat B2: Sonde chaudière
A
C B3: Sonde de retour (sonde à plongeur, FT2A)
B
LRK Placement des sondes
D
A F4: LTS Thermostat de sécurité
C
B F5: RT Thermostat B2: Sonde chaudière
A
C B3: Sonde de retour (sonde à plongeur, FT2A) D S11: RT Thermostat du récupérateur
B
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
12
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
7.7.
Kabelgeleiding
Het bedieningspaneel bestaat uit twee delen, een gedeelte veiligheid en een gedeelte verwarmingsregelaar. In het gedeelte veiligheid vindt u de aansluitklemmen voor de voeding, de branderaansluitingen, de vrijgave, de veiligheidslus van de brander en de eventuele service- en storingsberichten (optie). De spanning bedraagt, afhankelijk van de uitvoering, 3x400VAC of 230VAC. De optie service-/storingsberichten is spanningsvrij en is dus niet afhankelijk van de netspanning in het bedieningspaneel. Wanneer de service-/storingsberichten via laagspanning gestuurd worden, moet u absoluut controleren of de netspanning en de laagspanning mechanisch van elkaar gescheiden zijn. Het gedeelte verwarmingsregelaar omvat alle pompen, mengventielen en voelers. Dit gedeelte is op mechanisch vlak in twee zones verdeeld om alle contact te vermijden tussen de netspanning van de pompen en mengventielen en de spanning van de voelers (netspanning geel, laagspanning oranje). De elektrische kabels moeten op zodanige wijze gelegd worden dat de laagspanning en de netspanning mechanisch van elkaar gescheiden zijn.
Aansluiting kabels op de regelaar (vb. met bedieningspaneel UNIT)
Aansluiting kabels Service-/storingssignaal
Aansluiting kabels in het veiligheidsgedeelte (branderkabels) Bovenaanzicht Kabelgeleiding in het bedieningspaneel A = veiligheidsgedeelte B = regelaargedeelte 1 = branderkabel door de kabelopening gelegd 2 = meet- en voelerkabels 3 = 230VAC en pompkabel 4 = signaalmodule PY-T A1 5 = kabelgeleiding en -bevestiging De meet- en voelerkabels moeten afgescheiden liggen van de 230VAC en van de pompkabel
Bovenaanzicht Kabelgeleiding in het bedieningspaneel A = veiligheidsgedeelte B = regelaargedeelte 1 = branderkabel door de kabelopening gelegd 2 = meet- en voelerkabels 3 = meet- en voelerklemmen 4 = 230VAC en pompkabel 5= 230VAC en pompklemmen De meet- en voelerkabels moeten afgescheiden liggen van de 230VAC en van de pompkabel
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
13
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
7.8.
Trekontlasting met kabelschroefverbinding
Aan de achterkant van het bedieningspaneel bevinden zich kabeldoorvoeren. Deze zijn voorgestanst en kunnen met geschikt gereedschap geopend worden. Elke kabeldoorvoer moet bij gebruik voorzien worden van een passende kabelschroefverbinding. Gebruik alleen geteste kabelschroefverbindingen! De kabels die rechtstreeks door de kabeldoorvoer aan de onderkant naar het bedieningspaneel leiden, kunnen met twee kabelbinders op de klemhouders worden vastgezet.
7.9.
Kabelsecties
7.9.1. Netkabels De kabel voor aansluiting op het elektriciteitsnet moet dezelfde sectie hebben als de geïnstalleerde 2 overbelastingsbeveiliging maar mag niet kleiner zijn dan 1,5 mm . De sectie van de netkabel van een driefasenbrander hangt eveneens af van de geïnstalleerde overbelastingsbeveiliging en van de gegevens van de branderfabrikant. 2
De sectie van alle andere stroomkabels aangesloten op het bedieningspaneel moet minimaal 1,0 mm bedragen. 7.9.2. Laagspanningskabels Afmetingen voelerkabels: Kabellengte tot 25m Kabellengte tot 50m Kabellengte tot 100m
Kabelsectie Kabelsectie Kabelsectie
0,25mm 2 0,5mm 2 1,0mm
2
De voelerkabels en de netkabels moeten van elkaar gescheiden zijn. Vermijd gebruik te maken van aftak- en 2 aansluitdozen. De maximale kabellengte van de passieve voelers bedraagt 100 m, kabel 2x1 mm niet-afgeschermde ader. Afmetingen BUS-kabel: De maximale lengte van alle kabels aan de toestelbus bedraagt 200 m. De bus en de netkabels moeten van elkaar gescheiden zijn. Vermijd gebruik te maken van aftak- en aansluitdozen. 2 Kabel 2x1 mm niet-afgeschermde ader.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
14
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
8.
Temperatuurvoelers / Randapparatuur
8.1.
Temperatuurvoelers
Buitenvoeler FT12A:
(NTC 10k ; à 25°C e
Installeer de voeler op de gevel aan de noord- of noordwestkant op 2/3 van de hoogte van de gevel. Niet boven een venster plaatsen, noch vlak onder het dak. Bescherm de voeler tegen directe zoninstraling met de zonbescherming RZB139A. Aansluiting Bescherming
: klemmenstrook 2 polen (vastschroeven: PG9) : IP40 Meetbereik
Klemvoeler FT1A (vertrekvoeler / retourvoeler):
: -30..40°C
(PTC 1k ; à 25°C)
Installeer de voeler direct achter de pomp in het aanvoercircuit of, indien de pomp in het retourcircuit geplaatst is, ongeveer 1,5m achter het mengventiel. Bevestig de klemvoeler FT1A met de bevestigingsbeugel ZB126A op de naakte leiding, zonder geleidende pasta. Aansluiting Bescherming
: klemmenstrook 2 polen (vastschroeven: PG9) : IP40 Meetbereik
Dompelvoeler FT2A (vertrekvoeler):
: -30..120°C
(PTC 1k ; à 25°C)
Installeer de voeler direct achter de pomp in het aanvoercircuit of, indien de pomp in het retourcircuit geplaatst is, ongeveer 1,5m achter het mengventiel. Installeer de temperatuurvoeler FT2A in een bocht van de leiding, tegenstroom. Aansluiting Beschermkoker Bescherming
: klemmenstrook 2 polen (vastschroeven: PG9) : 100mm voor PN10 : IP40 Meetbereik
Kabeldompelvoeler (ketelvoeler) RFT203B16:
: -30..120°C
(PTC 1k ; à 25°C)
Montage: met behulp van een dompelbuis, minimale diepte 51mm. RFT203B16 Bescherming
: L=4m : IP54
Meetbereik
Kabeldompelvoeler (SWW-voeler) RFT203B40:
: -30..105(120)°C (PTC 1k ; à 25°C)
Montage: met behulp van een dompelbuis, minimale diepte 51mm. RFT203B40 Bescherming
: L=4m : IP54
Meetbereik
Kabeldompelvoeler RFT223A02 (rookgasvoeler):
: -30..105(120)°C (PT 1000 ; à 0°C)
Voor de temperatuurmeting van de rookgassen. Montage: met behulp van een dompelbuis, minimale diepte 51mm. RFT223A02 Bescherming
8.2.
: L=3m : IP54
Meetbereik
: -30..240°C
Ruimtevoeler, afstandsbediening
ADR
-3
+3
23
78
0 9 1
28 30
94
3 2 1
86
Toestelbus: met interne adresschakelaar
28 30
De afstandsbediening moet in een belangrijke ruimte geplaatst worden, goed zichtbaar, niet tegen meubels of gordijnen, tegen een binnenwand, niet in de zon, niet in de buurt van een warmtebron (warme muur, schoorsteen, radiator, verlichting), uit de tocht, uit de buurt van een deur, op een hoogte van 1,20 à 1,50m boven de vloer. Stop de installatiebuis dicht om tocht te vermijden. Gebruik de achterkant van de behuizing als boormal.
456
8
7 20
85
28 30
28 30 79
Actieve ruimtevoelers en afstandsbedieningen :
(aan de toestelbus)
Het adres van het toestel moet overeenkomen met dat van het corresponderende verwarmingscircuit (fabrieksinstelling: Adres = 1). Deze apparatuur is aangesloten op de klemmen DBUS/B11 (aan de toestelbus), de kabels kunnen niet onderling verwisseld worden.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
15
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
Afstandsbediening RFB510A: (toestelbus) Afstandsbediening met programmakeuze via schuifschakelaar met 3 posities, correctie ruimtetemperatuurinstelling, bedrijfsweergave met leds Afstandsbediening RFB520A: (toestelbus) Afstandsbediening met programmakeuze via schuifschakelaar met 3 posities, correctie ruimtetemperatuurinstelling, bedrijfsweergave met leds Comfort afstandsbediening RFB540A: (toestelbus) Comfort afstandsbediening met programmakeuze, vakantieprogrammatie, tijdprogramma‟s, temperatuurinstellingen, display actuele waardes, enz. Ruimtetemperatuurvoeler RFT510A: Voeler zonder afstandsbediening (actief, analoog)
8.3.
(toestelbus)
Toebehoren
Module
RZM510A004:
Extra mengventielcircuit, aangesloten op de D-Bus
Module
RZM515A004:
SWW-module, aangesloten op de D-Bus
Module
RZM530A004:
Module voor ketels in cascade, aangesloten op de D-Bus
Module
RZM550A000:
Radiogestuurde klokmodule, aangesloten op de D-Bus
RDO3xx Apparatuur aangesloten op de niet-gepolariseerde toestelbus: - Max. 6 mengmodules RZM510 (max. 7 circuits) - Max. 3 SWW-modules RZM515 (max. 4 SWW-regelingen) - Max. 3 ketelmodules RZM530 (max. 4 verwarmingsketels) - Afstandsbediening: (max. 1 per verwarmingscircuit) - Ruimtevoeler: (max. 1 per verwarmingscircuit) - Radiogestuurde klok: (max. 1)
RDO2xx Apparatuur aangesloten op de niet-gepolariseerde toestelbus: - Afstandsbediening: (max. 1 per verwarmingscircuit) - Ruimtevoeler: (max. 1 per verwarmingscircuit) - Radiogestuurde klok: (max. 1) Deze apparatuur is aangesloten op de klemmen DBUS en B11 van het bedieningspaneel. Beperkingen: - Totale maximumlengte van de buslijn: 200m - Er kunnen maximaal 15 toestellen op de toestelbus worden aangesloten (RDO3xx)
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
16
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
9.
Bediening
9.1.
Veiligheidsmodule 6
7
8
9
10
11
12
3
2
4
5
1
Legende 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
9.1.1.
F1 Zekering Brander / Ketel 6,3AT F2 Zekering Verwarmingsregelaar 6,3AT F3 Zekering aanvullende module Verwarmingsregelaar 6,3AT (optie) Veiligheidstemperatuurbegrenzer VTB (reset-toets) Temperatuurregelaar TR Branderschakelaar AAN-/UIT Testschakelaar (Test VTB) Storingslampje VTB, keteltemperatuur te hoog Lampje externe storing Lampje branderstoring Toets voor branderreset op afstand (optie) Toets voor volgordeomschakeling (optie)
Bediening
Branderschakelaar Met de branderschakelaar zet u de brander aan of uit. Dit heeft geen enkele invloed op de overige apparatuur of functies zoals pompen of mengventielen. Temperatuurregelaar De temperatuurregelaar werkt als controle-unit die de brander bij oververhitting van de ketel uitschakelt voordat de VTB reageert. Het is aangewezen de temperatuurregelaar hoger in te stellen dan de maximumtemperatuur van de verwarmingsregelaar (in het witte bereik rechts). TÜV-schakelaar Deze schakelaar controleert de veiligheidsfunctie van de VTB. Hiervoor moet u de verwarmingsregelaar op “Manueel onderhoud / Functie schoorsteen reinigen“ zetten met schakelaar 1 onderhoudsmodi. Druk vervolgens op de TÜVschakelaar. De brander mag de ketel tot maximaal 110°C verwarmen. Daarna moet de ketel uitschakelen met als storingsmelding “Keteltemperatuur te hoog“. Keteltemperatuur te hoog / Veiligheidstemperatuurbegrenzer VTB Als de VTB geactiveerd wordt, is de maximale keteltemperatuur overschreden waardoor de brander uitgeschakeld wordt met storingsmelding. Deze status moet manueel ontgrendeld en gevalideerd worden. Bij een storingsuitval moet de oorzaak van de storing en van de temperatuuroverschrijding onderzocht worden! De VTB kan pas ontgrendeld worden als de keteltemperatuur met ongeveer 20K gedaald is. Druk hiervoor met een smal, lang voorwerp (bv. een paperclip) in het gaatje onder het storingslampje “Keteltemperatuur te hoog”. Bij ontgrendeling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer wordt de storing onmiddellijk opgeheven. De fabrieksinstelling van de veiligheidstemperatuur bedraagt 110°C. U kan deze waarde op de VTB verlagen naar 100°C of 95°C. Het is daarentegen NIET mogelijk deze waarde te verhogen!
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
17
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Branderreset op afstand / Branderstoring Met deze toets kan u de brander in geval van storing ontgrendelen. Na activering van deze functie moet het signaal “Branderstoring” doven. De brander kan weer opgestart worden. Als de brander hierna weer in storing gaat, moet u uw verwarmingsinstallateur of de servicedienst contacteren. Deze functie is optioneel te bestellen, afhankelijk van het type brander dat u geïnstalleerd heeft. Alle brandertypes zijn uitgerust voor deze functie. Externe storing Bij elke storing van apparatuur aangesloten op de klemmen S11 schakelt de brander uit en verschijnt op het display de storingsmelding “Externe veiligheden”. Verhelp de oorzaak van de fout die aan de oorsprong van de storing op de externe apparatuur ligt en valideer de storing op het betreffende apparaat. De storing hoeft niet gevalideerd te worden op het bedieningspaneel. De storingsmelding verdwijnt zodra de fout verholpen is en de brander zal bij een verzoek automatisch weer opstarten. Zekeringen F1, F2, F3 De geïntegreerde zekeringen beschermen de betreffende modules en apparatuur tegen overbelasting. Vervang een doorgebrande zekering nooit door een zekering met een hogere stroomwaarde! Bij herhaald doorbranden van de zekering moet u uw installateur of de servicedienst contacteren. Volgordeomschakeling Met deze schakelaar kan u de ketelvolgorde omschakelen. De cascadevolgorde is gewoonlijk zonder beïnvloeding “verwarmingstoestellen 1-2-3-4“. Bij omschakeling is de volgorde “4-3-2-1“. De toevoeging van verwarmingstoestellen kan echter gewijzigd en beïnvloed worden door installatiespecifieke omstandigheden en parameterinstellingen. De volgordeomschakeling wordt actief wanneer de tot dan toe actieve verwarmingsketel uitschakelt door overschrijding van de schakeldifferentie. Deze functie kan als optie besteld worden.
9.2.
Verwarmingsregelaar RDO243 (241) Legende
11
Programmakeuzeschakelaar Correctie ruimtetemperatuurinstelling Service-interface Toets "PA" : Party-functie Toets "E" : Economy-functie Toets " " : Waarde verhogen Toets " " : Waarde verlagen Toets " " : Parameternummer Toets " " : Dag van de week Toets " " : Functiekeuze Display met verlichting (LCD) Bevestigingsschroeven
12 1 2 3 4 5 6 7
Dat. Dat.
MANUAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
+3
-3
Service 1-7
No
E
PA
12 10 9 8 7 6 5 4 9.3.
PC-Service
3
2
1
Verwarmingsregelaar RDO383 (353) Legende 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Programmakeuzeschakelaar =BA1 Programmakeuzeschakelaar =BA2 Service-interface Toets " " : Eenmalig opwarmen SWW Toets " " : Waarde verhogen Toets " " : Waarde verlagen Toets " " : Parameternummer Toets " " : Dag van de week Toets "K" : Circuitkeuze [ / /...] Toets " " : Menukeuze Display met verlichting (LCD) Bevestigingsschroeven
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
18
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
9.4.
Display
Op onderstaande tekening worden alle segmenten van het display (LCD) getoond.
K
I
C H G F
24 2
22
4
20 18
6
16
8 14 12
L A
B
A B C D E F G H I K L
E D
10
Temperatuursymbolen: : Buitentemperatuur : Keteltemperatuur : SWW-temperatuur : Ruimtetemperatuur Instellingssymbolen: Verwarming: : antivorst : nachtstand : dagstand knippert :
SWW: antivorst nachtstand dagstand antilegionella
C
: Display 1 : Display 2 : Statusdisplay (brander, pompen, mengventiel, enz.) : Werkingsmodus, tijdprogramma …: verwarmingscircuit / : Tijdprogramma : Uur : Instellingsmodus ( ) : Functie schoorsteen reinigen ( ) : Dag van de week ( ) : Automatische zomerwerking ( ) : Menukeuze ( )
: SWW
9.4.1. Gebruik (RDO2xx und RDO3xx) Uitlezen en wijzigen van parameters en waardes kan in verschillende niveaus: gebruikersniveau I en II en installateursniveau I en II. De belangrijkste programmeringen gebeuren in de gebruikersniveaus. De installateursniveaus I en II zijn toegankelijk door 2 toetsen in te drukken. De verlichting van het display gaat branden door een druk op eender welke toets. Als vervolgens gedurende enkele minuten geen enkele toets wordt ingedrukt, keert de regelaar terug naar het basisdisplay en de verlichting van het display gaat uit. Gebruikersniveau I: Programmakeuze De programmakeuzeschakelaars en/of de potentiometer voor correctie van de ruimtetemperatuurinstelling zijn toegankelijk met het klepje gesloten. In het basisdisplay, met het klepje open, kunnen extra functies geactiveerd worden door een simpele druk op de betreffende toets (omschakeling verwarmings- en ketelcircuit, SWW, eenmalig opwarmen SWW, enz.). Gebruikersniveau II: Programmering Het gebruikersniveau II is toegankelijk met het klepje open. Door op de menukeuzetoets te drukken, krijgt u toegang tot de verschillende menukeuzemogelijkheden. Installateursniveau I: Parameters Het installateursniveau I is toegankelijk via het installateursniveau II (servicemenu) door 2 toetsen in te drukken. In het installateursniveau I kunnen de parameters gewijzigd worden. Installateursniveau II: Relaistest Het installateursniveau II is toegankelijk via het installateursniveau I door 2 toetsen in te drukken. In het installateursniveau II, kan een relaistest uitgevoerd worden en de status van de ingangen gecontroleerd worden. Dit hoofdstuk beschrijft de werking van de regelaar op gebruikersniveau (zie ook de handleiding bij het toestel).
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
19
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Display speciale functies Speciale functies (programma-afwijkingen) kunnen van externe ingangen komen (S16, S17, S18), van de afstandsbediening, van speciale toetsen of van speciale functies (zie nierna). In dit geval werkt de regelaar volgens een andere instelling. Programma-afwijkingen (signalering door knipperen van één of meerdere symbolen): : Actie op het verwarmingscircuit : Actie op het SWW : Actie op de brander Speciale functies (actie op display 1 en 2): EC 6h Economy-functie, programma " " of " " in werking gedurende de weergegeven tijd op het display, afhankelijk van de positie van de schakelaar. Mogelijk met afstandsbediening. PA HO
3h Party-functie, programma " " in werking gedurende de weergegeven tijd op het display. Mogelijk met afstandsbediening. 15.02 Vakantieprogramma " " in werking. Het verwarmingscircuit 1 start ‟s morgens op de weergegeven datum op het display op.
1
9.4.2. Display installatiestatus Op het basisdisplay of in de servicemodus kan de installatiestatus (relaisstatus) bekeken worden. Met de toets "K" kan u omschakelen naar andere circuits. Verwarmingstoestel, 3-puntsmodulerend, in bedrijf Brandersymbool (verwarmingstoestel) 1e regime verwarmingstoestel in bedrijf 2e regime verwarmingstoestel in bedrijf PWM-uitgang 1 in bedrijf PWM-uitgang 2 in bedrijf Pomp 1 in bedrijf (ketelcircuit / direct circuit) Pomp 2 in bedrijf (SWW) inactief Pomp mengventielcircuit in bedrijf Symbool mengventiel Besturing mengventiel (
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
gesloten/
open)
20
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
9.5.
Display storingen
Storingen worden gesignaleerd op het basisdisplay (display 1 en 2) en eveneens op de afstandsbediening. Storingen tijdens basisdisplay: In het basisdisplay worden storingen weergegeven (knipperend) en opgeslagen. Na 2 minuten worden ze automatisch gewist. U kan ze ook wissen door op een toets te drukken. Storingen die gewist zijn maar nog niet opgelost, worden opnieuw weergegeven op het display. Opslag storingen De 10 laatste storingen worden opgeslagen in het gebruikersniveau lI (service: parameters 90..99). Mogelijke storingsmeldingen en hun betekenis: Erreurs de sondes ou erreurs de service: = 1..7 Verwarmingscircuit (1..7) XX = 11..14 Energiecircuit (ketel 1..4) YY = 21..24 Storingen MCBA (Ketel 1..4 VARINO / VARINO GRANDE) YY = 31..34 SWW-regeling (1..4) ZZ = A..d Storingen op de LMU64 (Ketel 1..4 MODULONOX) Y : SWW-voeler 1 defect (B13) Er ZZ_1 : SWW-voeler 2 defect (onderste voeler) (B14) Er ZZ_2 : Voeler SWW-ventiel 1 defect Er ZZ_3 : Voeler SWW-ventiel 2 defect Er ZZ_4 Er XX10 : Buitenvoeler defect (B10) : Buitenvoeler 2 defect (B20) Er 11 Er XX12 : Ruimtevoeler defect (B11) Er XX14 : Vertrekvoeler defect (B12, B22, B32……) Er YY20 : Retourvoeler defect (B3) Er YY21 : Ketelvoeler defect (B2) Er YY23 : Rookgasvoeler defect (B4) : Voeler buffervat 1 defect Er 24 : Voeler buffervat 2 defect (onderste voeler) Er 25 Er 27 Er 28 Er YY30 Er YY31
: Retourvoeler SWW, stadsverwarming 2, defect : Voeler zonnecollector defect : Overschrijding maximumtemperatuur rookgassen : Storing brander (enkel bij gebruik cascademodule A2, aansluiting Bh2)
Er 5x
: Interne fout regelaar (x=1..9)
Er 6x
: Fouten op de toestelbus (D-Bus)
Er 7x
Fouten op de bus gebouwbeheer (GTB)
Er 8x
: Fouten op de seriële poort (RS232)
Foutenhistoriek wissen: (RDO3xx/RDO2xx) 90 YYXX 90 YYXX S-Er 90 0
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
: Selecteer "Service" : Selecteer parameter 90 : Druk gedurende 5 sec toets in (bij de RDO2xx drukt u de toets PA in) : Foutenhistoriek gewist : Foutenhistoriek is niet meer toegankelijk als deze gewist is
21
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
9.6.
Gebruikersniveau l: programmakeuze
9.6.1.
Programmakeuzeschakelaar 1 voor ketelcascade: (enkel bij RDO3xx en RZM530) Bij een cascadeconfiguratie staan de hiernaast afgebeelde symbolen voor de programma‟s! (plaatje of etiket verwisselen)
Manueel 2: Brander op 2e regime (of op vol vermogen in modulerende modus). Pomp ketelcircuit in werking. De servomotor van het retourcircuit krijgt geen spanning. De SWW -opwarming is ontgrendeld. Is waakstand. Manueel 1: Brander op 1e regime (of minimale belasting in modulerende modus). Pomp ketelcircuit in werking. De servomotor van het retourcircuit krijgt geen spanning. De SWW -opwarming is ontgrendeld. Is waakstand. Buiten werking: Verwarmingsketel buiten werking, zonder vorstbeveiliging. Brander, ketelpomp en SWW-pomp buiten werking. Servomotor mengventiel ongeveer 10 minuten in werking, daarna buiten werking gesteld. AUTO
Automatische modus: De hoofdregelaar controleert de module. De opwarming van het SWW is afhankelijk van het tijdprogramma. Standby (stop): Verwarmingsketel buiten werking, vorstbeveiliging is verzekerd. Brander, ketelpomp en SWW-pomp buiten werking. Servomotor mengventiel ongeveer 10 minuten in werking, daarna buiten werking gesteld. Functie schoorsteen reinigen 1: Brander op 1e regime (of minimale belasting in modulerende modus). Pomp ketelcircuit in werking. Servomotor retourmengventiel afgesteld. De SWW opwarming is permanent ontgrendeld. Functie schoorsteen reinigen 2: Brander op 2e regime (of op vol vermogen in modulerende modus). Pomp ketelcircuit in werking. Servomotor retourmengventiel afgesteld. De SWW opwarming is permanent ontgrendeld.
9.6.2.
Programmakeuzeschakelaar 1 en eventueel 2: (RDO383) Afhankelijk van de regelaar staan de hiernaast afgebeelde symbolen voor de programmakeuzeschakelaar 1 en/of 2. Schakelaar 1 voor het verwarmingstoestel en verwarmingscircuit 1. Schakelaar 2 voor verwarmingscircuit 2 (configuratie 2 interne circuits op de RDO383).
Manueel en functie schoorsteen reinigen ( ):brander en verwarmingspomp werken. Mengventiel krijgt geen spanning. De SWW-opwarming is permanent ontgrendeld. Is waakstand. Zonneinstallatie: zonnecollectorpomp minimale werking gedurende 3 min., daarna automatisch geregeld. Standby (stop): verwarming en SWW-opwarming gestopt, vorstbeveiliging is verzekerd. Zonneinstallatie: automatisch geregeld. Zomermodus: verwarming gestopt, vorstbeveiliging in werking. De SWW-opwarming is ontgrendeld in functie van het tijdprogramma. Automatische verwarming (" dagstand"/" antivorst"): volgens het tijdprogramma. De SWWopwarming is ontgrendeld in functie van het tijdprogramma. Bij koud weer met vorstgevaar, schakelaar instellen op de gepaste positie. Automatische verwarming (" dag-"/" nachtstand"): volgens het tijdprogramma. De SWWopwarming is ontgrendeld in functie van het tijdprogramma. Permanente verwarming met temperatuurinstelling op " dagstand". Het tijdprogramma is niet in werking. De SWW-opwarming is ontgrendeld in functie van het tijdprogramma. Permanente verwarming met temperatuurinstelling op "nachtstand". Het tijdprogramma is niet in werking. De SWW-opwarming is ontgrendeld in functie van het tijdprogramma.
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
22
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC 9.6.3.
Correctie ruimtetemperatuur (RDO2xx, evtl. RDO353) Met deze toets (indien aanwezig op de regelaar), kan de ruimtetemperatuur gewijzigd worden. " =dagstand" et " =nachtstand". Schaal: geprogrammeerde waarde ± 3K. Met een afstandsbediening (RFB5..) wijzigt deze functie de op de regelaar geprogrammeerde waarde. De twee correcties worden toegevoegd.
9.6.4.
Eenmalig opwarmen SWW (afwijking) (RDO3xx)
Een eenmalige opwarming van het SWW-buffervat is geactiveerd, onafhankelijk van het SWW-tijdprogramma. Als er geen warmwatervraag is (SWW-temperatuur voldoende), wordt de functie automatisch gedeactiveerd. K
2
: SWW-circuit kiezen [2 ] : SWW-opwarming activeren; " " knippert op het LCD : SWW-opwarming deactiveren
2
9.6.5. Party-functie De party-functie kan aan- of uitgeschakeld worden door de toets "PA" in het standaarddisplay in te drukken. De instelling " =dagstand" is actief gedurende de tijd vermeld op het display. Op de RDO 3xx is de party-functie enkel te activeren met de afstandsbediening. Een eenmalige SWW-opwarming is geactiveerd, onafhankelijk van het SWW-tijdprogramma (opwarming SWWbuffervat). Als het buffervat reeds opgewarmd is, heeft de party-functie geen enkele invloed op het SWW. PA
PA 3h
-/+
PA 2h
PA
: Party-functie aanschakelen; tijdweergave (fabrieksinstelling 3 uur) : Tijd wijzigen (waarde 1u...9u) : Party-functie uitschakelen, SWW-opwarming deactiveren
o
9.6.6. Toets N Als u deze toets indrukt, verschijnt het type van de regelaar en het nummer van de programmaversie op het display.
9.6.7. Toets K (RDO3xx) Met de toets K kan u van circuit veranderen (verwarming, SWW, ketel, enz.) en zo de verschillende gegevens op het display bekijken.
9.6.8. Economy-functie De economy-functie kan aan- of uitgeschakeld worden door de toets "E" in het standaarddisplay in te drukken. De instelling "=nachtstand" of "= antivorst" is actief gedurende de tijd vermeld op het display (afhankelijk van de positie van de programmakeuzeschakelaar). Op de RDO 3xx is de economy-functie enkel te activeren met de afstandsbediening. E
/+ -/+
EC 6h EC 2h
E
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
: Eco-functie aanschakelen; tijdweergave (fabrieksinstelling 6 uur) : Tijd wijzigen (waarde 1u...9u) : Eco-functie uitschakelen
23
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
9.7.
Gebruikersniveau ll: programmering Selectie volgende waarde 1 20.30 Extra symbool op het display Parameterwaarde, display 2 Parameternummer, display 1
9.7.1.
Gebruikersniveau ll
Toets "Menukeuze" Met de menukeuzetoets kunt u niveau II activeren. Als u deze toets indrukt, verplaatst de cursor "<" zich naar omlaag (cursor " " gemarkeerd -> niveau II actief). : Tijdinstelling : Vakantieprogramma : Tijdprogramma verwarming : Tijdprogramma SWW en steunverwarming : Temperatuurinstelling verwarming : Temperatuurinstelling SWW : Correctie stooklijn : Display temperaturen en informatie Toets "Circuitkeuze" (enkel op RDO383) : Circuitkeuze en weergave K : Verwarmingscircuit met nummer 2 : SWW-circuit met nummer 2 : Energiecircuit (ketelnummer) 3 Toets N
1 20.30
: "1" parameternummer
1 20.30
: "20.30" parameterwaarde waarde knippert -> wijzigbaar! waarde knippert niet -> niet wijzigbaar!
Toets -/+
/
knippert vast
9.7.2.
Tijdinstelling
Uur, datum en jaar moeten correct ingegeven worden!
/
: Selecteer " " : Selecteer de volgende waarde : Wijzig de waarde
Nummer en waarde (voorbeeld): : uur (u.min) 1 20.30 : datum (dag.maand) 2 20.01 : jaar 3 2004
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
24
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC 9.7.3.
Vakantieprogramma (RDO3xx / RDO2xx)
Er kunnen 6 vakantieblokken geprogrammeerd worden. Programmeer de vertrekdatum (1, 3, 5, 7, 9, 11=1 e datum met temperatuur ingesteld op " antivorst" of " nachtstand") en de retourdatum (2, 4, 6, 8, 10, 12=2e datum met temperatuur ingesteld op " =dagstand"). De SWW-opwarming is vergrendeld wanneer het vakantieprogramma van alle verwarmingscircuits in werking is. Opmerking: In de modus "
K
dag-/nachtstand ", is de vakantietemperatuurinstelling dezelfde als de nachtstand. : Selecteer " " : Selecteer het circuit [
2
2] (enkel op de RDO3xx)
Vakantieprogramma activeren, programmeren: : Vakantieprogramma inactief : Vertrekdatum (dag, maand) activeren en wijzigen : Retourdatum activeren : Retourdatum vakantie wijzigen : Blok 2 van het vakantieprogramma inactief (enkel op de RDO3xx)
1 - -.- 1 29.01 2 30.01 2 15.02 3 - -.- -
/ /
Een blok uit het vakantieprogramma wissen: : Retourdatum vakantie activeren : Verlagen tot aanduiding vakantieprogramma inactief
2 15.02 1 - -.- -
Vakantieprogramma wissen:
(PA)
9.7.4.
: Toets gedurende 5 sec indrukken (enkel op de RDO2xx toets « PA ») : Aanduiding vakantieprogramma inactief
1 29.01 1 - -.- -
Tijdprogramma Dag van de week, aangeduid met de cursor " " Temperatuurinstelling actief in functie van het uur op het display ( =ruimtetemperatuur ingesteld op "dagstand") 22
24
2
20
4
Actuele dag: instelling "
18
"
6
16
8 14
12
Actuele dag: instelling " "
10
Display circuit en nummer van het circuit ( 2= verwarmingscircuit, 2 = SWW-circuit.) Tijdstip omschakelpunt van het omschakelpunt (
=nummer)
Sélection du programme horaire: 1 07:00 K
2 2
1-7
1234567 1 06.00 2 22.00 3 - -.- -
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
: Verwarmingscircuit: " " of SWW-circuit " " (circuit steunverwarming in " ", display: 9) (op de RDO2xx ☼) : Selectie verwarmingscircuit [ 2] : Selectie SWW-circuit [2 ] : Dag van de week selecteren; 1=maandag..7=zondag (het driehoekje verplaatst zich) : Nr omschakelpunt kiezen; vanaf 06u00 "dagstand" : Vanaf 22u00 "nachtstand" : Vrij omschakelpunt (6 mogelijke omschakelpunten)
25
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Omschakelpunten wijzigen: : Nr omschakelpunt selecteren : Tijdstip corrigeren in functie van de behoeften
2 22.00 2 13.30
/
Omschakelpunten toevoegen: 3 3 4 4
/ /
: Volgende vrij omschakelpunt selecteren; display "--.--" : Gewenste tijdstip programmeren; vanaf 16u00 "dagstand". : Nr omschakelpunt kiezen : Gewenste tijdstip programmeren; vanaf 22u00 "nachtstand"
- -.- 16.00 16.15 22.00
Omschakelpunten wissen: : Te wissen omschakelpunt selecteren (even nr) : Tijdstip verlagen -> melding dat het omschakelpunt gewist is
4 22.00 3 - -.- -
Dag kopiëren: (RDO2xx toets « PA ») : Te kopiëren dag selecteren 1-7 (PA) COPY : Kopiefunctie activeren -> display "COPY" : Te kopiëren dag gemarkeerd : Dag selecteren; de gekozen dag knippert 1-7 : Kopiëren : Dag selecteren; de gekozen dag knippert, enz. 1-7 (PA) : Kopiefunctie uitschakelen Standaard tijdprogramma laden: (RDO2xx toets « PA ») K
2 2 (PA)
COPY S-UH S-Ub S-UF
2 2 9
Standaard tijdprogramma: functie: display: 2 2 9
9.7.5.
: Verwarmingscircuit " " of SWW-circuit " " : Selectie verwarmingscircuit [ 2] (enkel op de RDO3xx) : Selectie SWW-circuit [2 ] (enkel op de RDO3xx) : Toets gedurende 5 sec indrukken -> display "COPY" Vervolgens verschijnt één van volgende meldingen op het display: :" ": Standaard tijdprogramma verwarming :" ": Standaard tijdprogramma SWW :" ": Standaard tijdprogramma steunverwarming
1 - 5 (maandag vrijdag) 7:00 -23:00 6:30 -20:00 6:30 -20:00
6 - 7 (zaterdag - zondag) 8:00 -23:00 7:30 -21:00 7:30 -21:00
(verwarming) (SWW) (steunverwarming)
Temperatuurinstellingen wijzigen
K
2 2
/
: Verwarmingscircuit " " of SWW-circuit " " : Selectie verwarmingscircuit [ 2] (enkel op de RDO3xx) : Selectie SWW-circuit [2 ] (enkel op de RDO3xx) : Parameter selecteren : Temperatuur wijzigen
Ruimtetemperaturen: 1 2 3
10.0°C 15.0°C 20.0°C
"antivorst" "nachtstand" "dagstand"
SWW-temperaturen: 1 2 3 4
5°C 5°C 55°C 65°C
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
"antivorst" "nachtstand" "dagstand" "antilegionella", indien geconfigureerd (
26
knippert)
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC 9.7.6.
Afwijkingen ruimtetemperatuur corrigeren
Een afwijking in de ruimtetemperatuur ten opzichte van de instelling, die gemeten wordt na meerdere uren verwarmen, kan als volgt gecorrigeerd worden: K
2 1 20.3°C 1 19.8°C
/
: Selecteer " " : Selecteer verwarmingscircuit [ 2] (enkel op de RDO3xx) : Actuele temperatuur : Gemeten temperatuur invoeren
Standaard stooklijn laden: (RDO2xx toets « PA ») (PA)
: Toets gedurende 5 sec indrukken : Standaard stooklijn geladen
1 19.8°C S----H
Opmerking: - De correctie van de ruimtetemperatuur gebeurt bij hoge en bij lage buitentemperatuur zodat een correcte aanpassing van de stooklijn kan gebeuren. - Een aanpassing van de stooklijn kan slechts eenmaal per dag gebeuren. 9.7.7.
Display temperaturen en informatie betreffende de werking
K
1-7
*
: Selecteer " " : Parameter selecteren : Verwarmingscircuit selecteren [ 2] (enkel op de RDO3xx) : SWW-circuit selecteren [2 ] (enkel op de RDO3xx) : Energiecircuit selecteren (ketel) (enkel op de RDO3xx) : Weergave temperatuurinstelling * (tijdens indrukken toets)
Display van de status van de voelers in het menu "Service": xx xx
°C °C
: Voeler kortgesloten (xx=voelernummer) : Voeler niet aangesloten
Temperaturen: * 1-7 : Weergave temperatuurinstelling * (bij de RDO2xx enkel 1, 2, 10, 12, 14, 20, 21, 23) * * * * * * * * * * * * *
1 2 3 4 10 11 12 14 20 21 23 24 25 27 28
55°C 53°C 58°C 65°C -5°C -5°C 20.1°C 52°C 45°C 60°C 95°C 75°C 75°C 45°C 163°C
: SWW-temperatuur 1 * : SWW-temperatuur 2 * : Temperatuur SWW-mengkraan 1 * : Temperatuur SWW-mengkraan 2 * : Buitentemperatuur (* buitentemperatuur gebouw) : Buitentemperatuur 2 : Ruimtetemperatuur * : Vertrektemperatuur * (ev. gemeenschappelijke ketelvoeler) : Retourtemperatuur * : Keteltemperatuur * : Rookgastemperatuur (* maximumtemperatuur van de rookgassen) : Temperatuur buffervat 1 * : Temperatuur buffervat 2 * : Retourtemperatuur SWW, stadsverwarming 2 * : Temperatuur zonnecollector (* delta collector)
Urentellers, enz.: 30 31 34 35 36
1675 347 2535 12.20 1590
Branderinschakelingen:
* *
40 41 45 46
630 150 50 30
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
: Brander 1e regime (totaal aantal draaiuren) [u] : Brander 2e regime [u] : Pomp zonnecollector [u] : Vermogen zonnecollector [kW] : Gecumuleerde energie zonnecollector [kWh] *
1-7 :
Weergave temperatuurinstelling *
: 1e regime [10 inschakelingen] : 2e regime [10 inschakelingen] : Ketelvermogen (* ketelvermogen ontgrendeld) [%] : Totaal cascadevermogen (* cascadevermogen ontgrendeld) [%]
27
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Extra gegevens: (RDO3xx) 81 63.00 1130 82 93.00 0245 85 50
: Teller 1: teller 1 * factor 1 display klok [totale teller 113063.00] : Teller 2: teller 2 * factor 2 display klok [totale teller 24593.00] : Uitgang PWM1 (pompsnelheid zonnecollector, 0..10V-uitgang, enz.) [%]
Opgeslagen fouten: Foutenlijst, zie hoofdstuk "Display storingen". De regelaar slaat maximaal 10 fouten op. Elk nummer wordt eenmaal opgeslagen, de eerste foutenparameter toont de laatst voorgekomen fout. 90 YYXX : Fout en nummer (display knippert) : : YY = 1..7 verwarmingscircuit (1..7) : : YY = 11..14 energiecircuit (1..4) (enkel op de RDO3xx) : : YY = 21..24 branderautomaat (VARINO / VARINO GRANDE 1..4) : : Y = A..d branderautomaat (MODULOCONTROL 1..4, fout xxx) : : YY = 31..34 SWW-circuit (1..4) (enkel op de RDO3xx) : : XX = nummer foutcode 99 YYXX : (max. tot nr. 99) Foutenhistoriek wissen: (op de RDO2xx toets « PA ») : Toets gedurende 5 sec indrukken YYXX (PA) 90 : Foutenhistoriek gewist S-Er : De foutenhistoriek is niet toegankelijk aangezien deze leeg is 90 0
9.7.8.
Droogprogramma vloer (profiel) (enkel op de RDO3xx) A2 A2
A2
0 °C 50 °C x
Verloop programma: - 6 jour: - 3 jour: - 6 jour: Opmerking:
: Selectie parameter A2 : Maximumtemperatuur verwarming : Toets gedurende 5 sec indrukken
Vertrektemperatuur, lineaire interpolatie van parameter 160 naar parameter A2 Parameter A2 Vertrektemperatuur, lineaire interpolatie van parameter A2 naar parameter 160, daarna is het programma beëindigd en werkt de regelaar weer normaal Tijdens het programma knippert het symbool de ingestelde vertrektemperatuur en de draaitijd verschijnen op het display. Het programma is enkel actief voor de circuits die op " nachtstand" staan. De SWWopwarming is actief. Het PC-programma "RDO History Import" kan de geregistreerde gegevens overbrengen.
Par.151 Par.A2 Consigne de départ Par.160 T [jours] 3
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
6
9
28
12
15
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
10. Foutenopsporing Ga bij storingen onderstaande checklist na. Gelieve tevens de verwarmingsregelaar goed af te stellen. Als u de storing niet opgelost krijgt, contacteer dan uw verwarmingsinstallateur of de servicedienst van Ygnis. Storing
Mogelijke oorzaak
Verhelping
Brander werkt niet
Geen stroom
Controleer: > Branderschakelaar. > Zekering F1/F2 > Staat de hoofdschakelaar/ installatieschakelaar aan? > Noodstop geactiveerd, klemmen S10? > Steekt de stekker van het stroomnet en van de brander in? > Apparatuur op de klemmen S11? > Apparatuur op de klemmen S13? > Instelling temperatuurregelaar? Controleer: > Positie op de modusschakelaar. > Is het vakantieprogramma actief? > Zomerstand actief? > Is er een brandercommando actief > Druk de resettoets van de brander in.
Staat op UIT
Geen signaal op de verwarmingsregelaar
Storingslampje brander brandt Geen olie
> Vul olie bij. > Is de klep gesloten? > Waterbeschermingsventiel OK? > Geen of onvoldoende gasdruk > gasbedrijf. > Gasklep gesloten? > Externe veiligheidsklep OK? > Verhelp de oorzaak (pomp misschien defect).
Onvoldoende gasdruk Storingslampje VTB brandt, keteltemperatuur te hoog
Wacht tot de keteltemperatuur gezakt is tot 20K onder de maximumwaarde, druk vervolgens op de resettoets van de VTB. > Apparatuur op de klemmen S11 controleren. (droogloopbeveiliging, VTB2, drukregelaar)
Storingslampje externe veiligheid brandt Verwarmingselement of vloerverwarming werken niet
Water in de ketel blijft koud
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
Incorrecte modus op de regelaar > Controleer de modus en het verwarmingsprogramma. > Is het vakantieprogramma actief? > Zomerstand actief? (stooklijn te laag ingesteld) Temperatuurregelaar > Controleer de ingestelde waarde vloerverwarming Circulatiepomp verwarming Haal de borgschroef weg, draai aan het uiteinde van de geblokkeerd as tot de weerstand vermindert OPGELET, trek eerst de voedingsstekker uit! Mengventiel staat op manueel > Zet het mengventiel op AUTO. Waterniveau of installatiedruk
> Vul water bij en ontlucht.
vergrendelinrichting vertrek of retour gesloten
> Openen (bij gesloten vertrek- en retourventielen gevaar voor beschadiging ketel!)
Incorrecte modus op de regelaar > Controleer de modus en de voorgeschreven waarde. > Controleer klokprogramma. > Is het vakantieprogramma actief? Laadpomp geblokkeerd Haal de borgschroef weg, draai aan het uiteinde van de as tot de weerstand vermindert OPGELET, trek eerst de voedingsstekker uit!
29
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
11. Reserveonderdelen Onderdeel Schakelaar O/I Toets Toets Schakelaar Storingslampje
Toepassingsgebied Branderschakelaar TÜV=toets Toets voor branderreset vanop afstand Volgordeomschakeling Storingslampje (VTB, brander, externe veiligheid)
Code 408365 408366 408366 408369 408368
F1, F2, F3 Zekeringhouder Zekering F4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer F5 Temperatuurregelaar Spanningsveer
Veiligheidsmodule 6,3AT 110°C 35…95°C Veiligheidsmodule
408370 155165 403901 408356 408372
RDO241V3.xx RDO243V3.xx RDO353V4.xx RDO383V4.xx RZM510 RZM530
Verwarmingsregelaar Verwarmingsregelaar Verwarmingsregelaar Verwarmingsregelaar Verwarmingsregelaar aanvullende module Cascademodule „‟slave‟‟
408313 154954 400968 400965 400967 400966
A1 – Elektrisch bord (enkel reserveonderdeel) A1 – Module (compleet) type: PY-T A1
Storingsmeldingsmodule
406875 408076
A2 – Elektrisch bord (enkel reserveonderdeel) A2 – Module (compleet) type: PY-T A2
Cascademodule Cascademodule (enkel met module A1)
406876 408077
A3 – Elektrisch bord (enkel reserveonderdeel) A3 – Module (compleet) type: PY-T A3
Module voor branderreset vanop afstand
408371 408078
A4 – Relais (enkel reserveonderdeel) A4 – Module (compleet) type: PY-T A4
Relaismodule (RDO383)
405275 408079
Driefasenvoeding type: PY-3PhNE-net Vermogenschakelaar voor driefasenpomp 2,5kW Hulprelais 10A 11-polig Relaisvoet 11-polig
Kelmblok (3PNE / 3PNE) Driefasentoestellen
408090 408364
Relais Relaisvoet
155068 155069
RFT203B16 (voelerkabel) RFT203B40 (voelerkabel) RFT223A02 (voelerkabel) FT1A klemvoeler, blauw (met klemband) FT1A klemvoeler, rood
Ketelvoeler SWW-voeler Rookgasvoeler Retourvoeler
155122 152505 402220 155128
Vertrekvoeler
155126
Klemvoeler Vertrekvoeler / Retourvoeler
155130 152525
Buitenvoeler Ruimtevoeler Afstandbediening Afstandbediening Ontvanger radiogestuurde klok
155125 402218 402217 154967 402219
(met klemband) Klemband voor klemvloer FT2A dompelvoeler, blauw (met dompelbuis 100mm) FT12A Buitenvoeler RFT510A Ruimtevoeler RFB510A Afstandbediening RFB520A Afstandbediening RZM550 Ontvanger radiogestuurde klok
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
30
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC
12. Tijdprogramma’s: instellingen, klok, ... Regelaar
Type: RDO
Programmaversie:
Programmakeuzeschakelaar Hydraulische installatie
Functie externe ingangen
1: 5:
2: 6:
3: 7:
4: 8:
Functie ingangen Bh
1:
2:
Type: RZM530A
Programmaversie:
Functie externe ingangen Functie ingangen Bh Datum/Naam
1: 1:
2: 2:
Ketel 3 in cascade
Type: RZM530A
Programmaversie:
Functie externe ingangen Functie ingangen Bh Datum/Naam
1: 1:
2: 2:
Ketel 4 in cascade
Type: RZM530A
Programmaversie:
1: 1:
2: 2:
Datum/Naam Verwarmingstoestel 1 RDO Hydraulische installatie
Datum/Naam Ketel 2 in cascade Hydraulische installatie
Hydraulische installatie
Hydraulische installatie
Functie externe ingangen Functie ingangen Bh Datum/Naam
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
31
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC SWW-circuit 1 (RDO) SWW-instelling Hydraulische installatie
symbool 1 : : : 1: off
SWW-circuit 2
Type: RZM515A
SWW-instelling Hydraulische installatie
2: on
: : : 1: off
SWW-circuit 3
Type: RZM515A
SWW-instelling Hydraulische installatie
: : :
Type: RZM515A
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
off
32
Lég.:
WW-Th: on
off
WWel: off
is in bedrijf Lég.:
:
2:
WWel: off
is in bedrij
symbool 4 :
on
WW-Th: on
:
2: on
: : :
Lég.:
symbool 3 :
SWW-circuit 4
1: off
A off us
WWel: off
is in bedrijf
:
2:
1: off
Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
symbool 2
on
Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
SWW-instelling Hydraulische installatie
WW-Th: on
off
:
Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Leg:
:
:
Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
is in bedrijf
WW-Th: on
WWel: off
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Hulpklok Dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
nummer 9 is in bedrijf on
off
on
off
on
Verwarmingscircuit 1 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
symbool :
1: off
2: on
off
on
symbool :
1: off
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
2 is in bedrijf
2: on
off
on
symbool :
1: off
off
:
:
Verwarmingscircuit 3 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
1 is in bedrijf
:
:
Verwarmingscircuit 2 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
off
off
3 is in bedrijf
:
:
2: on
33
off
on
off
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
PYROTRONIC Verwarmingscircuit 4 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
symbool :
1: off
:
:
2: on
off
Verwarmingscircuit 5 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
:
off
:
Handleiding PYROTRONIC Ref. Ygnis.:
on
6 is in bedrijf
2: on
off
on
symbool :
1: off
off
:
:
Verwarmingscircuit 7 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
5 is in bedrijf
2: on
symbool
1: off
off
:
:
Verwarmingscircuit 6 Ruimtetemperatuurinstelling Afstandsbediening Hydraulische installatie Functie externe ingangen Dag on Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
on
symbool
1: off
4 is in bedrijf
off
7 is in bedrijf
:
:
2: on
34
off
on
off
Versie 31.01.2005 © Copyright YGNIS AG CH-Ruswil