Psychiatrische stoornissen bij de ziekte van Parkinson Indira Tendolkar Neuropsychiater UMC St Radboud
Overzicht presentatie •Korte overzicht meest voorkomende symptomen •De neurobiologisch achtergrond van Parkinson als basis voor Parkinson gerelateerde psychiatrische stoornissen • Ziektebeeld/ Diagnose/ Behandelingsopties
Nr. 2 van de meest invaliderende aandoeningen Physical
Mental
Spinal cord injury Parkinson Congestive heart failure Stroke chronic LBP Artritis Diabetes Coronary heart disease Depression
Depression Parkinson Congestive heart failure Stroke chronic LBP Spinal cord injury Diabetes Artritis Coronary heart disease
Neuropsychiatrische aandoening bij uitsteek
Motor-symptoms Beven Traag en onhandig Non- Motor-symptoms: e.g. cognitive changes psychiatric
symptoms autonomic dysfunction sleep disturbances
Prevalentie psychiatrische stoornissen Apathie
17-70%
Depressie
10-40%
Angst
30-70%
Psychose
40-50%
30% bij debut
Relatie met Parkinson subtype PD patients can be accurately and reliably classified into four different subtypes: •rapid disease progression subtype, •young-onset subtype, •non-tremor-dominant subtype with more psychopathology and a tremor-dominant subtype.
Cognitive deterioration, depressive and apathetic symptoms, and hallucinations all cluster within the non-tremordominant motor subtype, that is characterized by hypokinesia, rigidity, postural instability and gait disorder. (Reinders et al., Parkinsonism Relat Disorder 2009;15(5):37982).
Bimodaal beloop psychiatrische stoornissen
Depressie Angst
Early peak
Depressie Psychose
Late peak
Neural Circuits: Dopamine
Rodrigues-Ores et al., Lancet Neurology 2009;8:1128-1139
Neuropathologische stagering
Braak et al., Cell and Tissue Research (2004), 318 (1): 121-134
Depressie • • • •
Major depression (10-30%) Minor depression (10-20%) Dysthymia (10-20%) Off fase depressie – 75% motor fluctuatie ook mood fluctuatie
Depressie • Overlap met apathie en angst • Relatie tussen depressie en cognitie • Beinvloedt motorische symptomen(Kuhn, 1996; Burn MD 2003) en kwaliteit van leven (Schrag, 2006)
Depressie: DSM IV criteria ≥ 1 v/d volgende KERN criteria gedurende 2 wkn • Depressieve stemming grootste deel van dag elke dag • Verlies van interesse of plezier bij vrijwel alle act/ elke dag
Depressie: DSM IV criteria En ≥ 4 v/d volgende kenmerken • of eetlust en duidelijke gewichtsverandering • Verstoord slaappatroon bijna dagelijks • Ander activiteitenniveaus (meer rusteloos of langzamer) • Moeheid verlies aan energie (geestelijk / fysiek) • Gevoel van schuld, waardeloosheid • Verminderde concentratie of besluitvaardigheid • Denken over dood of zelfmoord
Depressie: Diagnostiek • gevalideerd zijn HAM-D, BDI, HADS, MADRS, en GDS •Bij inschatting van een ernstigere depressie wordt HAM-D, MADRS geadviseerd
•Het wordt aanbevolen om de patiënt met de ZvP bij de diagnostiek van depressie in de „ON‟- fase te zien
(Schrag et al., Mov Disord. 2007;22(8):1077-92.)
Depressie: Behandeling •Er is geen bewijs voor superieure effectiviteit van een van de verschillende klassen antidepressiva (multidisciplinaire richtlijn Parkinson). •Neurobiologische evidentie foor dopaminerg/noradrenerg werkend AD (Remy et al. Brain 2005 128:1314–1322; Menza et al. Neurology 2009 72: 886-892) •ECT
Angst • Research suggests that anxiety is not just a reaction to the motor symptoms of PD, but a manifestation of the disease itself. • Anxiety may precede the onset of motor symptoms of PD by years. • Abnormalities in PD patients in nerve transmission may also be responsible for anxiety – Norepinephrine – Serotonin – Dopamine
Angst
• • • • •
Angststoornis bij parkinson zijn onderbelicht Paniekstoornis (4-30%) Generele Angststoornis (10-20%) Sociale fobie (~15%) Off fase angst
Angst: Diagnostiek en behandeling • Recente vergelijking van Beck anxiety inventory (BAI), the hospital anxiety and depression scale (HADS), the Zung selfrating anxiety scale (SAS), and anxiety status inventory (ASI), the Spielberger state trait anxiety inventory (STAI), and the Hamilton anxiety rating scale (HARS). • Geen aanbevolen (Leentjes et al., Mov Disord 23 (2008), pp. 2015–2025)
• Wenig evidentie farmacologische behandeling met benzodiazepines, clomipramine
Apathie • Totaal 40-45% van patiënten • 12% onafhankelijk van depressie of dementie • Overlap suggereert zelfde neurobiologische basis
Apathie Inability: to associate emotion/affect with behavior to accurately decode the affective context that guides behavior to evaluate the consequences of actions in terms of positive or negative outcome
Apathie Quantitative reduction of voluntary actions
associated with: emotional blunting (reactivity to emotional situations is poor and short live) loss of interest to daily-life activities, situations or stimuli that were previously considered as motivating decreased reward sensitivity, assessed by the reversal tasks (Rolls et al., 1994) decreased involvement in affective aspects of life (social interpersonal conduct, sexual life, decline in personal hygiene)
Apathie no depressive state not necessarily associated with cognitive
deficits not necessarily reversed by strong external solicitation Location of the lesions or dysfunctions associated with this mechanism: Orbital and medial PFC (BA 13, 14, ventral 10) (Limbic territories of the basal ganglia [ventral striatum, ventral pallidum])
Apathie: Diagnostiek en behandeling Apathy Evaluation Scale (AES), Apathy Scale (AS), Apathy Inventory (AI), Lille Apathy Rating Scale (LARS), UPDRS Item 4 (screening), Item 7 NPI Apathy subscore].
Weinig evidentie: Dopamine agonists, stimulantia, modafinil
Activeren Leuke activiteiten op niveau Zintuiglijke activiteiten
Psychose ≥ 1 van de volgende symptomen • Illusie (misinterpretatie van echte stimulus) • Sense of presence • Hallucinaties • Wanen
(Ravina et al Diagnostic criteria for psychosis in Parkinson's disease: report of an NINDS, NIMH work group, Mov Disord 22 (2007), 1061–1068)
Psychose • Hallucinaties meest frequent (20-40%) 90% visueel vaak meerdere keren per dag vaak in periodes van minder waakzaamheid (avond) vaak mensen of dieren zich herhalend • nightmerries ( “continuum hypothesis”) and mild illusions •
Psychose met belemmerende hallucinaties en wanen vaak jalousiewanen, minder frequent: grootheidswaan, somatische waan, achtervolging, religieus
Psychose: Diagnostiek • Task force report adviseert BPRS • Verschillende psychiatrie schalen zoals PANSS en SAPS nuttig maar niet voldoende gevalideerd • SCale for Outcomes in PArkinson's disease-Psychiatric Complications (SCOPA-PC) (Visser et al., Mov Disord 22 (2007), 2221–2228)
> 7 items, word ingevuld door patient en mantelzorger
Psychose: Behandeling • Indien mild, niets doen / Psychoeducatie
• Parkinson medicatie verlagen Zn levodopa monotherapie • Atypische neuroleptica Quality Standards Subcommittee of the American Academy of Neurology (AAN)”clozapine should be considered effective (Level B), quetiapine may be considered effective (Level C)” (Miyasaki et al. Neurology 66 (2006), 996–1002)
• Rivastigmine
Impulscontrolestoornis
• Dopamine reward system
• Projections between VTA and nucleus accumbens is impaired • reduced “hedonic tone” ….→ apathy • “hedonic overcompensation”….→ICDs
Range of Impulse Control & Compulsive Disorders (“ICDs”) in PD “GSES” or “behavioural addictions”
• • • • •
Pathological gambling Binge eating Compulsive shopping Hypersexuality/paraphilias Punding, hobbyism
• Dopamine addiction
X-sectional study (Weintraub et al, 2008)
• Multi-centre study (> 3000 pat.; presence of ICDs x 6m • At least one ICD:
• 14%
• compulsive buying:
• 6%
• Pathological gambling:
• 5%
• Binge eating:
• 4%
• Compulsive sexual behaviour:
• 4%
X-sectional study (Weintraub et al, 2008) • No difference in ICD for the different dopamine agonists • Dopamine agonist treatment had 2-3 x increased risk of ICD (class association)
?
[email protected]