N i e U We g e i n
//^/P^SÊ
Rekenkamercommissie
Onderzoek naar "Wmo gebruik van algemene voorzieningen door volwassenen met een functiebeperking"
Datum
januari 2010
Auleur
Rekenkamercommissie 2010-011
Onderzoek naar "Wmo gebruik van algemene voorzieningen door volwassenen met een functiebeperking"
Rekenkamercommissie Januari 2010
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Hoofdstuk 1 3 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Probleemstelling 3 1.3 Kader 3 1.4 Onderzoeksvragen 3 1.5 Methodiek 4 1.6 Leeswijzer 4 Hoofdstuk 2 5 Conclusies en aanbevelingen 5 2.0 Algemeen 5 2.1 Voorwaarden voor gemeentelijk beleid 5 2.2 Beantwoording onderzoeksvragen 5 2.3 Aanbevelingen 8 Hoofdstuk 3 9 Bevindingen WMO onderzoek gebruik algemene voorzieningen door volwassenen met een functiebeperking 9 3.0 Inleiding 9 3.1 Bestaande situatie in Nieuwegein 9 3.1.1 Gemeentebeleid 9 3.1.2 Informatievoorziening door de gemeente 10 3.1.3 Woonvoorzieningen 11 3.1.4 Welzijnswerk 11 3.1.5 Zorg 12 3.1.6 Sport 13 3.2 Ontwikkelingen binnen het zorgstelsel 13 3.3 Behoefte vanuit de doelgroepen 14 3.4 Nieuwe ontwikkelingen 15 3.5 Financiële onderbouwing gemeentebeleid 16 Hoofdstuk 4 17 Reactie College van B en W 17 Hoofdstuk 5 20 Nawoord Rekenkamercommissie 20 Bijlagen 21 Bijlage 1, 22 Literatuurlijst 22 Bijlage 2 23 Lijst van geïnterviewden 23 Bijlage 3, 24 Lijst van algemene voorzieningen in Nieuwegein voor mensen met een beperking 24 Bijlage 4, 30 DSP rapport 30
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Naar aanleiding van suggesties uit de Gemeenteraad heeft de Rekenkamercommissie het onderwerp WMO voorzieningen onder de loep genomen, om te bezien of concrete onderdelen ervan zich lenen voor een onderzoek dat aan de criteria van de Rekenkamercommissie voldoet. In samenspraak met de betreffende afdeling is besloten, de blik op de toekomst te richten en de uitbouw van WMO gerelateerde voorzieningen voor mensen met een beperking ter hand te nemen. Aanleiding daartoe is ondermeer dat voorzieningen die tot dusver via de AWBZ werden betaald, in de toekomst elders financiering moeten krijgen. Om te voldoen aan de compensatieplicht van de WMO wil de gemeente Nieuwegein werk maken van een serieuze invulling van het vierde onderdeel ervan (naast huishouden, verplaatsing in en om huis en lokaal vervoer), namelijk het in staat stellen 'medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.' Het onderzoek van de Rekenkamercommissie beoogt de gemeenteraad inzicht te verschaffen in de wijze waarop het gemeentebestuur tracht te komen tot een breder aanbod van voorzieningen voor mensen met een beperking. Dit aanbod moet aansluiten op de wensen die leven bij de doelgroepen en verder door de gemeente te beïnvloeden zijn. Tenslotte beoogt de Rekenkamercommissie, aanbevelingen aan College en Raad te geven, om de juiste prioriteiten te stellen en de juiste samenwerkingspartners in te schakelen. Daarbij geeft de Rekenkamercommissie advies over de te benutten financiële middelen.
1.2 Probleemstelling De gemeente Nieuwegein heeft bij de invoering van de WMO de opdracht, voor alle inwoners mogelijkheden te scheppen om aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen.. De effecten van het beleid moeten onderzocht worden, om te bezien of de gemeentebudgetten hierbij doelmatig kunnen worden ingezet, of dat er bijstelling van beleid noodzakelijk is.
1.3 Kader De Rekenkamercommissïe heeft haar onderzoek op de volgende wijze ingekaderd: Onderzocht worden het aanbod en de vraag naar algemene en categorale voorzieningen in Nieuwegein voor mensen met een beperking. Daarbij is de doelgroep ingeperkt tot volwassenen tot 65 jaar. Voorzieningen specifiek voor jongeren of ouderen zijn dus niet onderzocht. Er wordt gekeken naar welzijnsvoorzieningen en sport en recreatie, omdat dit de deelgebieden zijn, waarop veel wensen van de onderzochte doelgroepen zijn gericht, buiten de individuele voorzieningen zoals wonen en thuiszorg. De mogelijke inbreng van vrijwilligers is hierbij niet expliciet onderzocht.
1.4 Onderzoeksvragen De volgende onderzoeksvragen worden gesteld: 1. Welke middelen worden ingezet om een verruiming van de toegang tot algemene voorzieningen te bewerkstelligen voor mensen met een beperking en welk resultaat wordt daarmee beoogd? 2. Welke volwassenen met een beperking binnen de Nieuwegeinse bevolking kunnen onder de huidige omstandigheden gebruik maken van algemene welzijns- en recreatieve voorzieningen?
3. Hoeveel van hen gebruiken desniettemin vooral specifiek op hun doelgroep toegesneden, dus categorale voorzieningen in plaats van algemene voorzieningen en om welke reden? 4. Om welke soort voorzieningen gaat het vooral? 5. Indien het antwoord op vraag 3 een hoog aantal betreft: hoe kan de gemeente bevorderen, dat de beoogde toegankelijkheid en aantrekkingskracht van algemene voorzieningen toenemen onder genoemde bevolkingsgroepen en daarnaast voldoende op hen toegesneden categorale voorzieningen bestaan?
1.5 Methodiek De Rekenkamercommissie en haar secretaris, hebben een dossierstudie verricht naar de bestaande situatie in Nieuwegein en de op handen zijnde ontwikkelingen binnen het WMO beleid. Daarnaast hebben zij gerichte interviews gehouden met bestuurders, ambtenaren, bestuur en medewerkers van betrokken instellingen en de WMO raad. Een extern bureau, DSP, heeft in een aantal rondetafel gesprekken de wensen onderzocht van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking.
1.6 Leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit rapport treft u de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamercommissie aan. In hoofdstuk 3 de bevindingen uit dossierstudie en interviews, zoals opgetekend door de Rekenkamercommissie. Hoofdstuk 4 bevat de reactie van het College van B en W en hoofdstuk 5 het nawoord van de Rekenkamercommissie. In de bijlagen staan overzichten van geraadpleegde documenten, geïnterviewde personen, in Nieuwegein aanwezige voorzieningen voor mensen met een beperking en - apart - het DSPrapport.
Hoofdstuk 2 Conclusies en aanbevelingen 2.0 Algemeen De bevindingen uit documenten, interviews en rondetafel gesprekken laten zien, dat de beoogde verdieping van de WMO nog onbekend terrein is in Nieuwegein. Uitvoerende ambtenaren op het stadhuis, welzijnwerkers, sportverenigingen, allen hebben nog weinig idee, hoe de organisatie ervan eruit moet zien en om welke voorzieningen door bewoners gevraagd wordt. Alleen directeuren en medewerkers van categorale instellingen, die ai langer met de bedoelde onderwerpen bezig zijn, hebben enigszins concrete ideeën over de mogelijkheden.
2.1 Voorwaarden voor gemeentelijk beleid Twee voorwaarden zijn belangrijk om een succesvol gemeentelijk beleid vorm te geven, informatie van en aan bewoners en toereikende financiën. De informatie: De stadswinkel functioneert nu, na twee jaar WMO nog steeds op een zeer basaal niveau. Continuïteit ontbreekt en het niveau van medewerkers is ontoereikend, voor de huidige, maar vele malen erger, voor toekomstige taken. De gemeente wil de stadswinkel de spil maken waar alles om draait. Dit zal niet lukken als niet een heel andere koers wordt gevaren, met prioriteit voor de invulling van het personeelsbestand. De oprichting van wijkservicecentra wordt gezien als een middel tegen alle kwalen, maar is slechts een eerste contactpunt tussen burger en gemeente. De ontvangst daar, de laagdrempeligheid en de snelheid van hoogwaardige vervolgacties op een vraag, zijn cruciaal. Ook hier kan alleen maar succesvol geopereerd worden als hoog gekwalificeerde medewerkers de servicecentra bemannen. De Rekenkamercommissie heeft bij haar onderzoek geconstateerd dat er een versnipperd aanbod van voorzieningen is en het bewoners met een vraag niet altijd duidelijk is, waar binnen de gemeente - aan te kloppen voor informatie. Zij concludeert, dat de inrichting van één centraal telefonisch toegangsnummer, gekoppeld aan één website en structureel breed gepromoot, een basisvoorwaarde is voor toegankelijkheid. Het streven van de ;gemeente zou moeten zijn, dat voor mensen met een fysieke, verstandelijke of psychische beperking het benaderen van een dergelijk telefoonnummer of website een vanzelfsprekendheid wordt. Vervolgens moet de stap naar de stadswinkel of wijkservicecentra makkelijk gezet kunnen worden. De financiën: Binnen het WMO budget zelf is enige speelruimte voor extra uitgaven. Het is zaak, deze ruimte in te zetten voor nieuw beleid en te voorkomen dat de ruimte wordt benut om allerhande knelpunten op te lossen. Daarnaast zouden bestaande budgetten voor voorzieningen op welzijns- sport- en recreatiegebied meer dan tot dusver voor mensen met een beperking kunnen worden ingezet. Hoe kan men dit bereiken? De Rekenkamercommissie is van mening dat bestaande subsidievoorwaarden nog te algemeen gesteld zijn en daardoor niet het juiste effect hebben, namelijk sturing van de besteding van de gemeentegelden. Concretere voorwaarden moeten leiden tot gerichter inzet van gemeentegeld.
2.2 Beantwoording onderzoeksvragen 6. Welke middelen worden ingezet om een verruiming van de toegang tot algemene voorzieningen te bewerkstelligen voor mensen met een beperking en welk resultaat wordt daarmee beoogd?
Binnen het WMO budget zijn de gelden voor doorgeschoven AWBZ zorg de enige middelen die men kan beschouwen als inzet voor de doelgroep van dit onderzoek. Dit is slechts een klein bedrag. Nieuwe initiatieven bij zorginstellingen en elders, die op dit moment onderzocht worden, zouden wellicht ondersteuning van de gemeente kunnen gebruiken, bijvoorbeeld in de startfase. De gemeente heeft voor deze periode daarvoor een bedrag van het Rijk gekregen. Door de herkeuringen voor de AWBZ ondersteuning dreigt een groep van dit soort lichte ondersteuning verstoken te raken. Hoewel de mensen zelf nog niet om alternatieven hebben gevraagd, lijkt het erop dat zij in problemen kunnen komen, als blijkt dat zij minder zelfredzaam zijn dan noodzakelijk en ook mantelzorg ontbreekt. Voor overige voorzieningen en opstart van activiteiten is er ongetwijfeld ruimte binnen de bestaande budgetten van de betrokken instellingen. De benodigde verschuiving kan bevorderd worden indien de gemeente haar prioriteiten aanpast en concrete voorwaarden verbindt aan het geven van subsidie. Uit het behoefte onderzoek blijkt dat sport en ontmoeting hoog scoren. Juist op deze gebieden wordt veel gemeentegeld ingezet, dus er zijn volop mogelijkheden tot beïnvloeding van het voorzieningenpakket. Veel initiatieven zijn kleinschalig, soms door particulieren opgezet, zoals het werkgelegenheidsproject van de stichting Lapso. Zij doen goed werk, met weinig of geen subsidie. Een algemeen budget voor ondersteuning van kleine initiatieven (een soort leefbaarheid budget), met weinig subsidievoorwaarden behalve uitzicht op kwaliteit, kan opbloei van activiteiten stimuleren. Ook particulieren in de wijken (bijvoorbeeld caféeigenaars die een activiteit organiseren) zouden daaruit kunnen putten. Ook individuele financiële ondersteuning draagt bij tot ruimere deelname aan het maatschappelijk leven. Veel mensen met een beperking hebben een laag inkomen. Eigen bijdragen voor activiteiten zijn soms een te hoge drempel voor deelname. Indien activiteiten niet in Nieuwegein zelf maar in Utrecht of Houten plaats vinden, komen vervoerskosten daar nog bij. Via bijzondere bijstand en de U-pas kan de gemeente gericht bijspringen. Het soort activiteiten/evenementen dat via de U-pas met korting kan worden bezocht, zou wellicht voor deze doelgroep kunnen worden uitgebreid, bijvoorbeeld met eetcafés, soos, speciale sportactiviteiten. 7. Welke volwassenen met een beperking binnen de Nieuwegeinse bevolking kunnen onder de huidige omstandigheden gebruik maken van algemene welzjjns- en recreatieve voorzieningen? Het blijkt dat de meeste mensen met een lichamelijke beperking zich, al dan niet met individuele hulpmiddelen zoals rolstoel, scootmobiel en dergelijke, redelijk kunnen redden en zelf activiteiten ondernemen, zo nodig ondersteund door het eigen netwerk. Uiteraard gelden soms wel de bovengenoemde financiële begrenzingen voor diegenen die door hun beperking een laag inkomen hebben. Veel minder gaat dit op voor mensen met een verstandelijke of psychische beperking. 8. Hoeveel van hen gebruiken desniettemin vooral specifiek op hun doelgroep toegesneden, dus categorale voorzieningen in plaats van algemene voorzieningen en om welke reden? Mensen met een verstandelijke of psychische beperking hebben vaak een voorkeur voor categorale voorzieningen waar men 'onder elkaar' is. Drempels tot deelname aan reguliere activiteiten zijn hoog. Er is niet voldoende begeleiding, men wordt vaak niet voor vol aangezien, kan zelf niet meekomen en voelt zich niet veilig. Toch blijkt uit onderzoek dat de helft van de doelgroep, met name mensen met een lichte verstandelijke beperking, ook wel aan reguliere activiteiten zou willen deelnemen, als deze in de buurt en laagdrempelig zouden zijn.
9. Om welke soort voorzieningen gaat het vooral? Uit de meeste onderzoeken blijkt dat vooral sport en recreatie hoog scoren. Juist op deze gebieden is er in Nieuwegein nog weinig te beleven. Als van de 41 ondervraagde sportverenigingen er pas 4 een activiteit voor de doelgroep organiseren, is dat zeer beperkt. Juist mensen met een verstandelijke of psychische beperking hebben behoefte aan enige organisatie: zelfstandig gaan wandelen, fietsen, zwemmen en dergelijke is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Niet elke sport leent zich voor aangepaste activiteiten, maar door gerichte stimulering en subsidievoorwaarden zou de gemeente veel kunnen bereiken. Het project Nieuwegein Beweegt kan hierop deels worden toegespitst. Een aantal organisaties zoals Humanitas, SWN en Altrecht hebben plannen voor oprichting van ontmoetingsplekken zoals eetcafés. Het initiatief van De Wilg en anderen behelst nog meer activiteiten. In Houten is hiermee ai ervaring opgedaan, dus bekend is, welke voorzieningen aanslaan bij de doelgroep. De provincie financiert de startfase, maar de gemeente kan nu al nadenken over structurele ondersteuning in de toekomst. Ook hiervoor is een creatieve benadering van het inzetten van budgetten (verschuiving, subsidievoorwaarden) denkbaar. Sommige activiteiten kunnen zichzelf bedruipen (disco) en zelfs andere activiteiten financieel mogelijk maken, zo is de ervaring bij De Wilg. 10. Indien het antwoord op vraag 3 een hoog aantal betreft: hoe kan de gemeente bevorderen, dat de beoogde toegankelijkheid en aantrekkingskracht van algemene voorzieningen toenemen onder genoemde bevolkingsgroepen en daarnaast voldoende op hen toegesneden categorale voorzieningen bestaan? De gemeente moet vooral niet trachten, overal zelf het heft in handen te nemen. Zij kan de regie voeren, financiële kaders bieden, drempels - letterlijk en figuurlijk - verlagen en vooral informatie verschaffen. Het blijkt dat veel instellingen nog niet een totaalbeeld van de mogelijkheden op het netvlies heeft. Anderzijds hebben de doelgroepen vaak weinig kennis van de voor hen beschikbare voorzieningen. Omdat de gemeente afwacht of men met een hulpvraag bij haar komt, ligt het initiatief bij mensen die juist door hun beperking daartoe de benodigde stappen niet zetten. Doordat een deel van hen dan tussen de wal en het schip valt, komt de gemeente pas weer in actie, als er sprake is van verslaving, schulden of afglijden. Categorale voorzieningen, zoals van de Stichting Nedereind, Reinaerde, Humanitas, Altrecht, Lapso en anderen dreigen voor sommigen door het wegvallen van AWBZ financiering onbereikbaar te worden. De gemeente kan de opstart van vervangende initiatieven ondersteunen. Tot slot Veel instellingen binnen Nieuwegein werken al samen. Andere bereiden nieuwe initiatieven voor. Voor de gemeente is het van belang, dat op diverse niveaus (buurt-, wijk-, stadsniveau) hulpbieders elkaar kennen en men eikaars kennis deelt over in de buurt gewenste voorzieningen en activiteiten. Signalering van algemene ontwikkelingen en van individuele behoeften wordt daardoor een stuk makkelijker. Daarmee zou men ook aan de vraag van tot dusver 'vergeten' groepen zoals mensen met een lichte verstandelijke beperking, beter kunnen voldoen. De Rekenkamercommissie ziet daarin voor de gemeente een kans: zij kan de regie in handen nemen en via de wijkmanagers samenhang kweken op wijkniveau. Daarboven kan zij,op stadsniveau, een geoliede organisatie opzetten in de stadswïnkel.
2.3 Aanbevelingen Breng de randvoorwaarden voor een goed gemeentebeleid op orde Alvorens reclame te maken voor nieuwe initiatieven moet de gemeente aan een aantal randvoorwaarden gaan voldoen: de eigen informatietaken goed oppakken door versteviging van de stadswinkel en het uitbouwen van de wijkservicepunten op kwalitatief hoog niveau. Alle beleidsterreinen die hierbij betrokken zijn (wonen, onderwijs, welzijn, sociale zaken, sport) en hun portefeuillehouders zijn hiervoor verantwoordelijk en moeten dus ook van eikaars werk op de hoogte zijn. Het ontbreken van een specifiek doelgroepenbeleid hoeft niet te verhinderen dat de gemeente, waar mogelijk, tracht, mensen met een beperking van informatie te voorzien, via media, scholen, verenigingen, instellingen etcetera. Dit moet een structurele activiteit zijn. Stel concrete subsidievoorwaarden aan organisaties die activiteiten op welzijns- sport- en recreatiegebied organiseren en reken hen daarop ook af Tot dusver blinken subsidievoorwaarden niet uit door concrete vereisten. Indien de gemeente als prioriteit heeft dat mensen met een beperking meer aan het maatschappelijk leven moeten kunnen deelnemen, zou het vanzelfsprekend moeten zijn, daarvoor ook bestaande subsidies aan verenigingen en instellingen te benutten. Neem de regie bij het verdiepen van netwerken van zorgvedeners, woningcorporaties, welzijnsinstellingen en overigen, op buurt- wijk- en stadsniveau Zonder nieuwe overlegstructuren aan te brengen, maar met gebruikmaking van bestaande steunpunten zoals de wijkmanager kan de gemeente de bestaande contacten verdiepen, verstevigen en aanwenden om voorzieningen op te zetten en toegankelijk en bekend te maken bij de doelgroepen. Instellingen kunnen van elkaar leren en gezamenlijk kennis over de buurt of wijk en haar bewoners opbouwen. Creëer een apart budget voor kleinschalige bijzondere initiatieven van instellingen en particulieren Een bescheiden startsubsidie helpt soms om activiteiten van de grond te laten komen. Daag ook ondernemers uit om iets te organiseren, al dan niet structureel. Stel daarbij eenvoudige, uitsluitend kwalitatieve eisen, zonder administratieve rompslomp. Vedaag de financiële drempel tot deelname aan activiteiten door het inzetten van instrumenten als bijzondere bijstand en de U-pas De voorwaarden voor bijzondere bijstand laten het toe, deze aan te wenden voor deelname aan het maatschappelijk leven. Mogelijkheden van de U-pas kunnen worden uitgebreid. Al bij de eerste contacten van een hulpvrager bij het WMO-loket of anderszins, kan naar de behoefte op dit terrein worden geïnformeerd. Vind niet zelf het wiel uit, leer van initiatieven elders Ga actief op zoek naar goede voorbeelden elders. Een evident voorbeeld vormen de genoemde gemeenten in de provincie Utrecht waaronder Houten, waar al nieuwe activiteiten zijn opgestart voor mensen met een verstandelijke beperking. De methodiek van dergelijke initiatieven kan ook worden toegepast op andere activiteiten.
Hoofdstuk 3 Bevindingen WMO onderzoek gebruik algemene voorzieningen door volwassenen met een functiebeperking 3.0 Inleiding Op basis van dossierstudie en interviews met betrokken bestuurders, ambtenaren, deskundigen en medewerkers van instellingen heeft de Rekenkamercommissie het hierna volgende geconstateerd. De bevindingen zijn onderverdeeld in feiten omtrent • de bestaande situatie in Nieuwegein • ontwikkelingen binnen het zorgstelsel • behoefte van de doelgroepen aan voorzieningen • nieuwe ontwikkelingen binnen Nieuwegein In de bijlagen zijn overzichten van geraadpleegde documenten en geïnterviewde personen opgenomen, evenals een lijst met ïn Nieuwegein bestaande voorzieningen voor mensen met een beperking.
3.1 Bestaande situatie in Nieuwegein 3.1.1 Gemeentebeleid Het bestuurlijke uitgangspunt van de gemeente is, dat alle bewoners moeten kunnen meedoen in de maatschappij, naar eigen behoefte en kunnen. Naast werk geldt dit ook voor welzijnsvoorzieningen en bijvoorbeeld sport en andere vrijetijdsbesteding. Als zwaartepunt waarvoor de gemeente kiest bij subsidiëring van welzijnsvoorzieningen en overige voorzieningen worden tot dusver in diverse beleidsdocumenten (begroting, ontwikkeling woonservicezones, nota gezondheidsbeleid) genoemd: opvang van de jeugd, eenzaamheidsproblematiek en schuldhulpverlening. Aandacht voor mensen met een beperking komt daarin nog slechts beperkt voor. Er is sprake van een nieuwe aandachtsveld. De gemeente Nieuwegein neemt deel aan een VNG pilot, waarbinnen organisaties samenwerken om te komen tot nieuwe invullingen van de WMO en verdieping van het daarbinnen geldende compensatiebeginsel. Hieronder wordt verstaan dat voor mensen die niet zonder hulp kunnen werken, wonen, zich verplaatsen en/of aan het maatschappelijk leven kunnen deelnemen, gekeken wordt hoe zij dit wèl zouden kunnen. Vervolgens worden daartoe dan zo mogelijk (compenserende) maatregelen getroffen. Het gaat hier om een verdere invulling van de doelstellingen van de WMO, waarvoor sinds de start in 2007 nog geen mogelijkheden waren. Het project wordt De Kanteling genoemd. Alle zorgorganisaties en vrijwilligerorganisaties worden geïnformeerd over dit project, waarvoor een termijn van 2 % jaar staat. De Kanteling kan leiden tot extra aandacht voor mensen met een beperking, de doelgroep van dit Rekenkameronderzoek. Doelgroepenbeleid De gemeente zelf heeft geen doelgroepenbeleid. Het gemeentebestuur meent dat dit mensen te zeer zou stigmatiseren. Men kijkt uitsluitend naar de individuele beperking van mensen en probeert oplossingen aan te reiken om daardoor iedereen te laten meedoen in de maatschappij. De Rekenkamercommissie heeft tijdens haar contacten met personen uit de doelgroep van mensen met een beperking naast een enkele negatieve reactie ook menigmaal als reactie gehoord, dat men blij is dat er eindelijk aandacht is voor de doelgroep.
Gevolg van het ontbreken van een doelgroepenbeleid is wel, dat de gemeente niet beschikt over gegevens omtrent mensen met enige vorm van beperking, lichamelijk, verstandelijk of psychisch. Uitsluitend diegenen die zelf contact hebben gezocht met het WMO loket of de stichting MEE, zijn bekend. De afdeling statistiek heeft evenmin gegevens beschikbaar over aantallen mensen met een beperking binnen de gemeente. Landelijk gaat men overigens uit van ongeveer 0,7 % van de bevolking met een verstandelijke beperking en 20 % met een lichamelijke beperking. Dit zou voor Nïeuwegein neerkomen op respectievelijk ongeveer 430 en 12.500. over het aantal mensen met een psychische beperking heeft de Rekenkamercommissie geen cijfers boven tafel gekregen. Landelijk spreekt men soms wel een toename. De gemeente ontwikkelt op dit moment een digitale sociale kaart, waarin uiteindelijk alle gegevens omtrent voorzieningen voor wonen, werk, zorg en welzijn een plaats moeten krijgen. Overleg De gemeente communiceert met vertegenwoordigers van diverse doelgroepen via de WMO raad. Hierin zijn bijvoorbeeld ook het voormalige Gehandicaptenplatform en de Seniorenraad opgenomen. De WMO raad geeft advies aan het College van B en W, aan de voorkant van het besluitvormingsproces. De WMO raad krijgt periodiek overzichten met de planning van alle beleidsvoornemens. De WMO raad is informeel over de invulling van bovengenoemd project geïnformeerd en werkt mee aan de uitvoering (organisatie informatieavond in september jl). 3.1.2 Informatievoorziening door de g e m e e n t e Het WMO loket In de stadswinkel Op dit moment moeten hulpvragers zich melden bij het WMO loket op het gemeentehuis. Vooral individuele voorzieningen worden hier aangevraagd, zoals hulp bij de huishouding. Na de intake aan het loket, waarbij de eerste gegevens van de cliënt bekend worden, volgt behandeling van de aanvraag door de zogenoemde backoffice, de afdeling Maatschappelijke Ondersteuning. Medewerkers van de backoffice gaan op huisbezoek en bepalen welk hulpaanbod bij de gestelde hulpvraag past. Het gaat dan voornamelijk over individuele zorg, woningaanpassingen en vervoer. In de huidige situatie worden de eerste stappen gezet om bij de ondersteuningsvragen ook te kijken naar de mogelijkheden die collectieve voorzieningen bieden; om maatwerk te leveren. De wensen tot deelname aan maatschappelijke activiteiten komen echter nog niet veel aan de orde. Over de mogelijkheden is bij de afdeling niet veel bekend. Een overzicht van collectieve voorzieningen wordt opgesteld. De Rekenkamercommissie heeft een eigen lijst opgesteld ten behoeve van dit onderzoek (bijlage 3). Voor een juiste vraagstelling is kwaliteit van de consulenten van belang. Hiertoe worden nu meer hoger opgeleiden geworven. Er zal aan, gesprekstechniek worden gewerkt en in de planning staan bijeenkomsten met professionals. De resultaten van opleiding en overige verbeterplannen zijn nog niet erg zichtbaar. Een nieuwe medewerker heeft nog geen cursus gesprekstechniek gehad. Er zijn ook geen bijeenkomsten gepland met vertegenwoordigers van collectieve voorzieningen. Er is wel een cursus gepland voor jongeren en integratie. Een andere medewerker die langer in dienst is, heeft twee jaar geleden 1 keer een cursus voor gesprekstechniek gehad. Hierna heeft dit niet meer plaatsgevonden. Ook zij heeft nog geen bijeenkomsten met professionals of vrijwilligersorganisaties meegemaakt. Hoewel de gemeente streeft naar invulling van de loketfuncties op hbo-niveau,, vallen de consulenten van de stadswinkel in het kader van de nieuwe functiewaardering in schaal 6, onderdeel dienstverlening. Er wordt daarbij ervan uitgegaan dat deze mensen standaardhandelingen verrichten. De gemeente waardeert het als een functie op mbo niveau met daarbij kennis en ervaring.
10
Medewerkers geven aan dat zij in de praktijk ook zelfstandig taken, besluiten moeten nemen en maatwerk moeten verrichten: een gesprek aangaan met een cliënt, een rapportage schrijven op een besluit, advies verlenen aan cliënten. Op dit moment kampt de stadswinkel met een personeelstekort en gebrek aan continuïteit. Er zijn klachten over telefoonopname en bereikbaarheid in het algemeen. Voor de nieuwe werkwijze die nu ontwikkeld wordt, moeten de medewerkers bovendien extra opgeleid worden. Het WMO loket wordt wel gezien als een spil waar veel om draait, dus een verbeterslag is één van de speerpunten. Uiteindelijk zal in de stadswinkel een geïntegreerd loket ontstaan Ook schuldhulpverlening behoort tot het pakket. Wijkservicecentra Hiernaast ontwikkelt de SWN samen met de gemeente en andere partners in de woonservicezones 5 loketten in de wijken voor alle vragen omtrent wonen, zorg en welzijn, de wijkservicecentra, die een eerste contactmogelijkheid bieden voor vragers van hulp en advies. Sommige geïnterviewden vragen zich af of 5 centra voor sommige hulpvragen niet te veel en voor sommige niet te weinig bieden. Tot dusver is één wljkloket gerealiseerd. 3.1.3 Woonvoorzieningen Binnen Nieuwegein is het loket voor vragen omtrent wonen overgeheveld van de gemeente naar woningcorporatie Mitros. Mitros is de grootste beheerder van woningen in Nieuwegein, met 5800 woningen. Daarnaast zijn Portaal en Jutphaas Wonen actief in Nieuwegein. Naast aanpassingen voor individuele voorzieningen worden ook woningen aangepast voor groepswonen van de stichtingen Reinaerde en Stichting Beschermd Wonen Utrecht (SBWU). Hierin wonen lichamelijk gehandicapten of verstandelijk gehandicapten in een aangepaste en beschermde omgeving. Aangezien een woningcorporatie veel contacten heeft met bewoners (reparatieverzoeken, overlast, etc), kan zij problemen signaleren. Dit gebeurt ook in de praktijk. Echter, hiervan wordt geen systematisch dossier gevormd. Voor individuele aanpassingen wordt door Mitros doorverwezen naar het WMO loket van de gemeente, voor andere hulpvragen naar Vitras, Zorgspectrum of SWN. Ook met de wijkmanager hebben de woningcorporaties veelvuldig contact. De woningcorporaties participeren al in een netwerk van voorzieningen in de woonzorgzones, maar vinden dat het nog meer concreet kan worden. In het kader van leefbaarheid heeft Mitros een ontmoetingsplek ('huiskamer') gerealiseerd aan het Nijpelsplantsoen. Hierin kunnen buurtbewoners elkaar treffen. Portaal heeft hetzelfde gedaan in Merwestein. De Rekenkamercommissie heeft niet kunnen vaststellen of anderen nog dergelijke voorzieningen hebben.
3.1.4 Welzijnswerk SWN Algemeen Welzijnswerk wordt in Nieuwegein voornamelijk uitgevoerd of in ieder geval georganiseerd door de Stichting Welzijn Nieuwegein (SWN). De SWN ontvangt subsidie van de gemeente Nieuwegein voor haar werkzaamheden, projectsubsidies. Per jaar totaal ongeveer 1,8 miljoen Euro, een bedrag waarvoor men concrete resultaten kan verwachten. Een deel van de taken van SWN is mede gericht op mensen met een beperking. De gemeente verbindt sinds kort subsidievoorwaarden aan deze subsidie. Zo moet de SWN bijvoorbeeld aangeven hoeveel jongeren door de activiteiten bereikt worden (niet, hoeveel mensen met een beperking). In de voorwaarden van 2008 en 2009 staat bij het aanvullend (flexibel) pakket vermeld, dat SWN op wijkniveau een samenhangend pakket moet ontwikkelen dat mensen in staat stelt zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. De voorwaarden zijn niet dwingend geformuleerd qua te bereiken doelen. Het programmaboek van SWN bevat ook geen concreet uitgewerkte plannen voor het bereiken van die doelen.
11
Onder vitaliserende activiteiten vermeldt SWN in 2008 dat Perspekt 3 dagdelen per week, op één adres activiteiten organiseert voor mensen met een psychische beperking. Expliciet wordt vermeld dat het financieel niet mogelijk is, in meerdere wijken activiteiten te organiseren, zoals gevraagd door de gemeente. In het Resultatenboek over 2008 (jaarverslag) staat dat Perspekt minder bijeenkomsten heeft gehouden dan aangekondigd. In totaal 17 % minder uren. Dit wordt geweten aan de 'ontwikkeling (die) meer tijd in beslag neemt'. Of de gemeente hieraan consequenties verbindt voor de subsidiëring, is niet duidelijk. In 2009 verandert er niet veel in het programma van SWN en voor 2010 kondigt SWN aan, dat de gemeente een nieuw beleidskader voor sociaal cultureel werk als uitgangspunt voor subsidiëring zal gebruiken. De inhoud hiervan is aan SWN nog niet bekend op het moment van schrijven van hun programma, dus ook niet eventuele aanscherpingen van subsidievoorwaarden. Er vindt onderscheid plaats naar leeftijdsgroepen, waar nodig. Ouderen, jongeren en jeugd vormen allemaal een aparte doelgroep. Licht gehandicapten vormen een aparte doelgroep. De voorzieningen van de SWN zelf, zoals buurthuizen en dergelijke, zijn toegankelijk voor gehandicapten. Ze zouden wel wat opgeknapt kunnen worden, het is wat gedateerd. Een onderdeel van SWN is de Stichting Vriendendienst, van waaruit vrijwilligers diverse vormen van ondersteuning en gezelschap bieden. Zij kunnen bijvoorbeeld mensen begeleiden naar activiteiten en zouden op die manier drempelverlagend kunnen werken. SWN werkt met diverse organisaties samen, zoals het algemeen maatschappelijk werk, Altrecht, Humanitas en Stichting Reinaerde. Deze laatste huurt ook accommodatie van SWN voor activiteiten voor de eigen doelgroep. Perspekt vormt een onderdeel van de SWN en werkt samen met Altrecht, vestiging Nieuwegein. In Nieuwegein zijn verder veel vrijwilligersorganisaties werkzaam, waarvan een overzicht staat in bijlage 3.
3.1.5 Zorg Informatie Een landelijke organisatie, de Stichting MEE, verzorgt alle informatie voor mensen met een beperking en brengt hen op het juiste spoor, een vorm van maatschappelijk werk. MEE heette vroeger Sociaal Pedagogische Dienst (SPD). Het regionale kantoor is gevestigd in Utrecht. Eenmaal per week houdt een medewerker van MEE spreekuur in de stadswinkel van Nieuwegein. Zowel MEE als het personeel van de stadswinkel geven aan, dat er weinig contact is in dat uur, onderling of met cliënten. De meeste hulpvragers wenden zich telefonisch of via internet tot de stichting MEE. Bij MEE zijn in Nieuwegein 500 mensen bekend, die ooit een hulpvraag hebben gesteld. De helft daarvan vormen jongeren. Van de hulpvragers is 10 % allochtoon. Voor deze doelgroep geldt dat er een taboe rust op (met name verstandelijke) beperkingen en daardoor minder snel om hulp en informatie gevraagd wordt. Naar MEE wordt verwezen door huisartsen of via mond tot mond reclame. Ook mensen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kunnen bij MEE terecht. Jaarlijks wordt een signaleringsrapport aan de gemeente aangeboden. In het rapport van 2008 wordt vermeld dat 512 inwoners van Nieuwegein cliënt zijn. MEE bereikt 50 % van de verstandelijk gehandicapten. Daarbinnen vergt de groep licht verstandelijk gehandicapten meer aandacht: zij zijn kwetsbaar, vatbaar voor verslaving, schooluitval en beïnvloeding. MEE bereikt slechts iets meer dan 1 % van de lichamelijk gehandicapten. De indruk bestaat dat deze zich zelf wel redden of in ieder geval via internet aan de nodige informatie komen.
12
(Financiële) randvoorwaarden van de zorg Een deel van de mensen met een lichte beperking krijgt geen AWBZ vergoeding meer voor ondersteuning. Via MEE wordt getracht toch enige ondersteuning te geven. Voor deze overgang is geld vanuit het rijk beschikbaar, tot 1 maart 2010. Er is echter weinig aanmelding en men vermoedt dat de cliënten met een lichte beperking geen stappen ondernemen na het wegvallen van de ondersteuning. Voor mensen die wonen in beschermde woonvormen is het deelnemen aan activiteiten buiten de deur niet altijd mogelijk. Banen zijn vaak minder makkelijk te krijgen en dagbesteding is er maar mondjesmaat. Voor recreatie, bijvoorbeeld in de avonduren zijn drempels vaak te hoog (afstand, veiligheid). Aangezien veel mensen een laag inkomen hebben, is er soms ook een financiële drempel. Categorale voorzieningen Voor diverse groepen met een beperking worden activiteiten georganiseerd, onder meer in buurthuizen. De stichting Reinaerde gebruikt de buurtcentra van de SWN voor het aanbieden van voorzieningen voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Humanitas verzorgt zowel woonvormen als ook ambulante hulp. De stichting Nedereind organiseert ook voor mensen met een lichte handicap, zowel verstandelijk als lichamelijk, activiteiten. Altrecht heeft een vestiging in Nieuwegein, Altrecht Talent. Hier worden mensen met een psychische beperking begeleid, zo mogelijk naar werk en anders naar een zinvolle dagbesteding. Ook de Stichting Beschermd Wonen Utrecht (SBWU) verzorgt een reeks activiteiten, voor mensen met een psychische beperking of verslavingsproblematiek. Als particulier initiatief kan de Stichting Lapso genoemd worden. Deze stichting drijft een onderneming op de Liesbosch, waar zo'n 30 mensen met een psychische beperking kleine metaalwaren produceren en op deze wijze een ook voor henzelf voldoening gevende dagbesteding hebben. Daarnaast voeren zij kleine klussen uit voor naburige bedrijven en voor bijvoorbeeld tehuizen. Het zijn echter vaak kleine groepen, lang niet iedereen wordt bereikt. Ook is er een wachtlijst voor sommige vormen van dagbesteding. Voor een groter en diverser aanbod moeten mensen naar Utrecht.
3.1.6 Sport In het gemeentelijk Beleidsplan 'Nieuwegein Beweegt' dat geldt voor de jaren 2009-2013, is één van de uitgangspunten dat onder meer mensen met een beperking aan sport en beweging mee moeten kunnen doen. De gemeente wil dit stimuleren. Vanuit de Sportraad is een inventarisatie gehouden onder 41 Nieuwegeinse sportverenigingen. Vier daarvan verzorgen sportactiviteiten voor mensen met een beperking. Nog eens drie zijn van plan dat te gaan doen. Ook vanuit de WMO raad wordt getracht om sport voor gehandicapten te activeren in sportcentra.
3.2 Ontwikkelingen binnen het zorgstelsel In het verleden zijn bepaalde voorzieningen uit de AWBZ gehaald. Hierbij worden geen vergoedingen gegeven voor cliënten. Veel mensen komen door de herindicering niet meer in aanmerking voor voorzieningen. Gevolg kan zijn dat deze cliënten financiële problemen krijgen, doordat zij meer eigen bijdragen moeten gaan betalen. De overheid rekent op grotere inzetbaarheid van vrijwilligers. Echter, er zijn grenzen aan de inzet van vrijwilligers en zij kunnen ook lang niet altijd professionele taken op zich nemen. 13
Het Rijk geeft in totaal 4 miljoen Euro uit voor de gevolgen van de afschaffing van deze begeleiding vanuit de AWBZ. Stichting MEE krijgt daarvan 1 miljoen Euro. De gemeente Nieuwegein krijgt 100.000 Euro. Deze bijdrage kan gebruikt worden voor de ondersteuning van alternatieven.
3.3 Behoefte vanuit de doelgroepen De Rekenkamercommissie heeft twee bestaande onderzoeken bestudeerd voor het inventariseren van de behoefte aan voorzieningen, van mensen met een beperking. Daarnaast is een eigen onderzoek gedaan door het bureau DSP, waarvan in de bijlage het resultaat. 's Hertogenbosch in 's Hertogenbosch ïs in 2008 een onderzoek gehouden naar klanttevredenheid onder WMO cliënten ïn de gemeente. Dit onderzoek richtte zich op alle mensen met een beperking. Provincie Utrecht De organisatie De Wilg heeft in samenwerking met Stichting MEE en Alleato een onderzoek verricht in opdracht van de provincie Utrecht: 'Vrijetijd om de hoek'. In 5 gemeenten zijn daarvoor feiten en meningen verzameld, Amersfoort, Baarn, Zeist, Houten en Nieuwegein. Dit onderzoek was gericht op mensen met een lichte verstandelijke beperking. Randvoorwaarden voor deelname aan activiteiten Uit beide onderzoeken blijkt dat individuele wensen net zo veel verschillen onder deze doelgroepen als onder mensen zonder een beperking. Algemeen geldt echter wel dat een functionele beperking vaak tot gevolg heeft dat iemand minder participeert of activiteiten onderneemt. Daarnaast spelen externe factoren, zoals de beschikbaarheid van sociale steun of bijvoorbeeld hulpmiddelen, maar ook persoonsgebonden factoren zoals leeftijd, inkomen, geslacht en het type woonvorm een rol. Vaak ontbreekt het aan financiële middelen, omdat mensen met een beperking niet altijd werk kunnen vinden en velen dus van een laag inkomen moeten rondkomen. Dit heeft ook invloed op hun woonsituatie. Woningtoewijzing leidt soms tot verhuizing naar een andere wijk, waardoor een breuk ontstaat in sociale contacten en deelname aan wijkactiviteiten. Algemeen geldt, dat voor een groep mensen met wat lichtere beperkingen de financiële ondersteuning vanuit de AWBZ dreigt weg te vallen. Zij kunnen daardoor niet meer van categorale voorzieningen gebruik maken. De stichting MEE heeft getracht, de behoefte aan vervangende steun te inventariseren, maar tot dusver is er weinig respons en lijkt het of men zich neerlegt bij het wegvallen van voorzieningen. Dit betekent niet dat deze behoefte er niet is. Een voorbeeld is de ondersteuning bij administratie: mensen die tot dusver een uurtje per week geholpen worden, hebben nog niet ervaren hoe het zal gaan als zij alles zelf moeten regelen. In Nieuwegein overleggen Vitras, Zorgspectrum en SWN over het opvullen van de hiaten in deze vormen van ondersteuning. Geïnterviewden wijzen er op, dat voor financiering van ondersteunende en recreatieve activiteiten niet alleen gekeken moet worden naar de geldstromen uit de zorg. Er zou ook gedacht moeten worden aan benutting van welzijnsgelden en voor mensen met een laag inkomen bijvoorbeeld de bijzondere bijstand en de U-pas. Mensen die in beschermde woonvormen leven, hebben vaak een eigen areaal aan voorzieningen, waardoor de behoefte aan deelname aan overige, algemene voorzieningen niet groot is. Dit geldt overigens niet voor vrijetijdsbesteding in de avonduren: hiervoor is geen begeleiding aanwezig, waardoor activiteiten buitenshuis een probleem vormen. Anders ligt het bij mensen die geheel zelfstandig wonen. Zij missen vaak contact met anderen en eenzaamheid kan het gevolg zijn.
14
Gewenste voorzieningen Uit het behoefte onderzoek onder mensen met een verstandelijke beperking blijkt verder, dat er geen behoefte is aan uitbreiding van activiteiten op het gebied van creatieve werkvormen, maar juist wèl aan recreatieve activiteiten zoals een soos, eetcafé en sport (voetbal, zwemmen, fietsen, wandelen,fitness etc). Hierbij is het element ontmoeting van belang. Ruim de helft van de respondenten in het onderzoek van De Wilg c.s. geeft aan, op deze terreinen meer mogelijkheden te wensen. Men denkt dan aan een activiteit één keer per week. Nog eens een vijfde wil graag vaker iets ondernemen. 87% van de respondenten wil graag activiteiten dicht in de buurt, omdat men er dan zelf heen kan gaan. Vervoer schept een hoge drempel, omdat de organisatie er om heen te ingewikkeld is. Uit dit onderzoek blijkt verder dat licht verstandelijk gehandicapten (LVG) over het algemeen niet samen met iets zwaarder verstandelijk gehandicapten (VG) activiteiten ondernemen. Begeleiders geven aan, dat met name voor LVG er weinig passende activiteiten zijn.
3.4 Nieuwe ontwikkelingen Om te voldoen aan de compensatieplicht van de WMO wil de gemeente Nieuwegein werk maken van een serieuze invulling van het vierde onderdeel (naast huishouden, verplaatsing in en om huis en lokaal vervoer), namelijk het in staat stellen 'medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.' Onderzoeken elders en in de regio zelf wijzen duidelijk op een aantal mogelijke prioriteiten: enerzijds de doelgroep van licht verstandelijk gehandicapten die geen AWBZ ondersteuning (meer) krijgen, anderzijds laagdrempelige voorzieningen op wijkniveau, met mogelijkheden tot sport en recreatie. Pilot in de provincie Utrecht Op twee oktober 2009 is over het onderzoek van De Wilg en de resultaten ervan een congres georganiseerd. Dit onderzoek is gericht op het ontwikkelen van activiteiten voor licht verstandelijk gehandicapten. In de gemeente Houten loopt al een proefproject, 'Onbeperkt mee doen'. In Nieuwegein gaat dit ontwikkeld worden in samenwerking met de SWN en andere instellingen. De methodiek van het onderzoek is geschikt voor toepassing op onderzoek over andere doelgroepen en werkterreinen. Volgens de berekeningsmethode uit dit onderzoek moet op basis van het inwonertal van Nieuwegein, uitgegaan worden van de aanwezigheid van 427 verstandelijk gehandicapten, waarvan ongeveer de helft in de doelgroep van het project valt. Ernstig gehandicapten vallen erbuiten. Er wordt gedacht aan activiteiten als een eetcafé ïn de nieuwbouw van het stadhuis in de Binnenstad, waar licht verstandelijk gehandicapten kunnen werken. Daarnaast voorzieningen in de wijken, een discoavond per maand, zoals in Houten, uitbreiding van sportvoorzieningen en dergelijke. Ook Humanitas denkt aan het ontwikkelen van een eetcafé in een nieuwe locatie. Een andere activiteit die aansluit op de wens naar ontmoeting met anderen, is het opzetten van vriendengroepen onder begeleiding. Hiertoe brengen de organisaties een aantal mensen met ongeveer dezelfde beperking bij elkaar en koppelen een stagiaire van de Hogeschool aan een groep. Doel is, mensen te leren hoe je vrienden kunt zijn en daardoor met een groepje activiteiten bezoeken. Dit kan ook de drempel tot deelname verlagen. De SWN heeft behoefte aan de inbreng van deskundigheid van andere organisaties, om mensen met een beperking beter te kunnen bedienen. De Wilg is bereid, te helpen met het opzetten van activiteiten, training van vrijwilligers en leveren van expertise, waaronder een projectleider tot maart 2010.
15
Het onderdeel Perspekt van SWN onderhoudt een goed contact met Altrecht. De organisaties willen graag in het centrum in het nieuwe gemeentehuis samen hun diensten aanbieden. Geïnterviewden stellen dat de gemeente een rol zou kunnen spelen als regisseur en aanjager van netwerken. Financiering van deze pilot. Tijdens de pilot die een jaar gaat duren, is de financiering geregeld..Daarna zullen er andere bronnen aangeboord moeten worden. De ervaring van De Wilg is, dat het mogelijk is, winstgevende activiteiten op te zetten (zoals een disco met bar) die andere activiteiten mede kunnen financieren.
3.5 Financiële onderbouwing gemeentebeleid De Rekenkamercommissie heeft onderzocht welke middelen worden ingezet om een verruiming van de toegang tot algemene voorzieningen te bewerkstelligen voor mensen met een beperking en welk resultaat daarmee wordt beoogd. De gemeente ontvangt via de Gemeentefondsuitkering jaarlijks een bedrag van ruim € 4,2 miljoen ten behoeve van voorzieningen die voortvloeien uit de WMO. Het overgrote deel daarvan heeft betrekking op voorzieningen voor huishoudelijke verzorging. In 2010 zijn de volgende uitgaven begroot: Huishoudelijke verzorging € 3.765.822 Subsidies € 280.743 Specifieke kosten WVG € 80.242 Uitvoeringskosten € 139.597 Totaal € 4.266.403 Subsidies worden ondermeer verstrekt voor zorgvernieuwingsprojecten in de geestelijke gezondheidszorg, ondersteuning van vrijwilligerswerk en begeleiding bij woonzorg die niet meer via de AWBZ wordt vergoed. Voor het project "Nieuwegein Beweegt" is door de raad bij de behandeling van de begroting 2010 een budget beschikbaar gesteld tot een bedrag oplopend tot € 342.000 structureel. De raad heeft aan dit programma geen specifieke eisen voor besteding ten behoeve van mensen met een beperking verbonden. Verder bevat de gemeentebegroting een groot aantal subsidies aan instellingen en organisaties die in de gemeente Nieuwegein een divers aanbod aan algemene voorzieningen organiseren. Voorbeelden daarvan zijn de Stichting Welzijn Nieuwegein en de sportverenigingen. De gemeente gaat er van uit dat de instellingen zich richten op een zo groot mogelijke doelgroep, dus inclusief mensen met een beperking. Dit wordt niet in alle gevallen inzichtelijk gemaakt. Er worden beperkt subsidies verstrekt die specifiek gericht zijn op het verruimen van het aanbod van algemene voorzieningen voor mensen met een beperking of het vergroten van de toegankelijkheid van dergelijke voorzieningen voor de doelgroep. Met name voor mensen met een verstandelijke beperking is dit het geval.
16
Hoofdstuk 4 Reactie College van B en W Geachte commissie, Allereerst spreken wij onze waardering uit voor het onderwerp dat de Rekenkamercommissie heeft gekozen. Het gebruik van (algemene) voorzieningen door mensen met een beperking is belangrijk om zelfredzaamheid te bevorderen en te voldoen aan de gemeentelijke compensatieplicht in de Wmo. Dit wordt nog versterkt door de twee ontwikkelingen die de commissie in de inleiding beschrijft: - bezuinigingen op de AWBZ, ook al leiden die niet noodzakelijk tot uitbreiding van de gemeentelijke taken, en - de gemeentelijke keuze serieus werk te maken van de compensatieplicht door meer maatwerk te leveren en een integraler aanbod te realiseren in samenhang met de ontwikkeling van woonservicezones. In de discussies over de Wmo gaat de aandacht vaak naar de individuele voorzieningen. Het is daarom positief dat de Rekenkamercommissie haar expertise en capaciteit heeft gericht op de collectieve voorzieningen. Dat zijn de voorzieningen waar burgers zonder indicatie gebruik van kunnen maken. Naast alle klussen die voortvloeien uit de lopende uitvoering van de Wmo, was er gemeentelijk te weinig capaciteit beschikbaar om het gebruik van de algemene voorzieningen door inwoners met een psychische achtergrond en/of lichamelijke en verstandelijke beperkingen bij de kop te pakken. Dat zegt echter niets over het belang dat wij toekennen aan goede participatiemogelijkheden voor deze doelgroep. Wij stellen het dan ook op prijs dat de Rekenkamercommissie in overleg met ons dit onderwerp heeft gekozen. De aanbevelingen bevestigen in belangrijke mate de lijn die het college en de raad voor de komende jaren hebben ingezet waarbij op onderdelen terecht tot een aanscherping wordt geadviseerd. Hieronder reageren wij op de afzonderlijke aanbevelingen. Met plezier kijken wij terug op de constructieve sfeer en de coöperatieve werkwijze waarin het onderzoek is opgezet en uitgevoerd. Via u willen wij de inwoners die hun tijd beschikbaar hebben gesteld voor deelname aan de focusgroepen bedanken voor hun inzet. Breng de randvoorwaarden voor een goed gemeentebeleid op orde U adviseert de uitoefening van de informatietaken te verbeteren door versteviging van de stadswinkel en het op kwalitatief hoog niveau uitbouwen van de wijkservicepunten. Wij zijn het eens met het verbeteren van de informatievoorziening. Wij denken dat te doen met de in gang gezette ontwikkelingen: - oprichting van het klantcontactcentrum; - dienstverlening van front- en backoffice beter op elkaar af te stemmen, waarmee we ook de doorlooptijden kunnen verkorten; - dawijkservicecentra in de woonservicezones; - stroomlijnen van de informatievoorziening van klantcontactcentrum en wijkservicecentra. Overigens is de telefonische bereikbaarheid van de stadswinkel uitsluitend een heel korte periode in het 3e kwartaal 2009 onder het door ons vereiste niveau geweest en ligt daar inmiddels weer op. Wij zijn het ook eens met het geven van prioriteit hieraan alvorens wij nieuwe initiatieven gaan oppakken. Gezien de vele initiatieven die wij de afgelopen jaren hebben genomen en ondersteund, en de beleidskaders die er nu liggen, waren wij ook tot dat inzicht gekomen.
17
Tevens adviseert u om mensen met een beperking structureler van informatie te voorzien via media, scholen, verenigingen, instellingen etc. Deze lijn delen we. Het aanbod moet algemeen zijn waar het kan (en specifiek waar nodig), maar waar het gaat om het bereik van burgers met voorlichtingsactiviteiten, kan een specifieke aanpak gerechtvaardigd zijn. Daar zullen wij in het nieuwe Wmo-be!eidsp!an, dat wij later dit jaar opstellen, op terug komen. Stel concrete subsidievoorwaarden aan organisaties die activiteiten op weizijns-, sport- en recreatiegebied organiseren en reken hen daarop ook af U adviseert concrete subsidievoorwaarden te stellen met betrekking tot het gebruik van algemene voorzieningen door de doelgroep. Wij kunnen ons hier in vinden. Met de invoering van productsubsidie en het opgestarte leertraject tussen (en binnen) de gemeente en subsidieontvangers hebben we hiervoor de basis gelegd. Wij zullen het behoefteonderzoek dat door de rekenkamercommissie is uitgevoerd, betrekken bij het formuleren van de eisen in de subsidiebeschikkingen over 2011. Neem de regie bij het verdiepen van netwerken van zorgverleners, woningcorporaties, welzijnsinsteilingen en overigen, op buurt- wijk- en stadsniveau U adviseert om geen nieuwe overlegstructuren op te zetten maar de bestaande overlegstructuren te benutten voor het opzetten van nieuwe voorzieningen en toegankelijk en bekend te maken bij de doelgroepen. Daarbij kunnen instellingen van elkaar leren en gezamenlijk kennis over buurt/wijk en bewoners opbouwen. Deze aanbeveling past volledig in de ontwikkeling van de woonservicezones met taakgroepen van uitvoerende medewerkers van de samenwerkingspartners die met elkaar op basis van ontwikkelingen in het gebied bekijken welke voorzieningen moeten worden aangepast. Daarbij gaat het ons primair om het aanpassen van bestaande voorzieningen en niet om nieuwe voorzieningen, mede gelet op uw opmerking hierboven. Creëer een apart budget voor kleinschalige bijzondere initiatieven van instellingen en particulieren U adviseert om budget apart te houden voor kleinschalige bijzondere initiatieven van instellingen en particulieren/ ondernemers. Het college herkent de achterliggende problematiek. Vooral voor het klantgericht en tijdig kunnen inspringen op nieuwe initiatieven die een looptijd van meerdere jaren hebben, voldoet de huidige begrotingssystematiek niet. Incidentele subsidies voor initiatieven behoren overigens wei tot de mogelijkheid. Wij vinden een sociaal innovatiefonds wenselijk maar hebben in eerdere afwegingen al moeten concluderen dat de financiële mogelijkheden helaas ontbreken. Wij hebben overigens wel met de huidige Algemene Subsidie Verordening (ASV) de mogelijkheid gecreëerd om ondernemers subsidie te geven voor niet-winstgevende maatschappelijke activiteiten. Verlaag de financiële drempel tot deelname aan activiteiten door het inzetten van instrumenten als bijzondere bijstand en de U-pas U adviseert om deelname aan maatschappelijke activiteiten te financieren uit de bijzondere bijstand en de inzet van de U-pas te verbreden en de voorlichting over minimabeleid integraler vorm te geven. Wij willen de inzet van de U-pas aan de orde stellen in de evaluatie van het Plan van Aanpak Armoedebeleid in de tweede helft van dit jaar. Wij financieren de U-pas als middel om bij financiële beperkingen maatschappelijke participatie mogelijk te maken. Daarnaast subsidiëren wij stichting Leergeld. Meer integrale voorlichting sluit aan bij onze wensen en de ontwikkeling van de wijkservicecentra, waarbij er een spanning blijft tussen integraliteit en noodzakelijk specialisme. Wij willen in ieder geval met jaarlijkse bijeenkomsten van alle uitvoerenden in het sociale domein zorgen dat de diverse uitvoerenden elkaar beter leren kennen zodat zij elkaar bij vragen beter kunnen inschakelen ten behoeve van inwoners. De eerste 18
bijeenkomst heeft op 1 oktober 2009 met als thema veelkleurig samenwerken plaatsgevonden. Tevens zijn de instrumenten hiervoor, een digitale sociale kaart en gedrukt voorlichtingsmateriaal, in ontwikkeling. Vind niet zelf het wiel uit, leer van initiatieven elders U adviseert om actief op zoek te gaan naar goede voorbeelden elders in plaats van zelf alles te bedenken. Wij onderschrijven de waarde van wat elders functioneert en willen dat doen waar dat iets oplevert voor de Nieuwegeinse vraag. Een methodiek moet passen in de Nieuwegeinse situatie. Een voorbeeld uit het (recente) verleden is het project Thuisadministratie. Ook zijn er initiatieven in Nieuwegein die goed kunnen worden aangepast en in de regio de aandacht trekken. Een voorbeeld is verbreding van de buddymethodiek a la Vriendendienst.
19
Hoofdstuk 5 Nawoord Rekenkamercommissie De Rekenkamercommissie heeft met plezier dit onderzoek uitgevoerd, te meer omdat het een onderwerp in de toekomst betreft. Als zodanig kunnen de aanbevelingen ervan beschouwd worden als suggesties aan de Raad voor inbreng bij de Collegeonderhandelingen na de verkiezingen. Het huidige College onderschrijft de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie. Daarbij wil de Rekenkamercommissie benadrukken dat met name de versterking van de kwaliteit van de informatievoorziening in haar ogen een zwaarwegende factor is. Er moet niet te licht worden gedacht over verbeteringen van de Stadswinkel. Dit zal ongetwijfeld kosten met zich meebrengen. Immers, als hoger geschoold personeel wordt ingehuurd terwijl de salarisschalen niet wijzigen, valt te vrezen dat personeel tracht snel naar beter betaald werk door te stromen, wat de continuïteit aantast. De Rekenkamercommissie wil ook graag de aanbeveling onderstrepen, om een bescheiden budget af te zonderen voor particuliere initiatieven, die met weinig regels snel kunnen worden uitgevoerd: hierdoor kan een stroom van initiatieven op gang komen die zonder een kleine startsubsidie wellicht niet zou ontstaan. Het aanbod aan voorzieningen wordt daardoor verrijkt en gevarieerd.
20
Bijlagen
21
Bijlage 1, Literatuurlijst •
Behoefte aan "Vrijetijd om de hoek", onderzoeksrapport over de behoefte aan vrijetijdsactiviteiten onder mensen met een verstandelijke beperking in Amersfoort, Baarn, Houten, Nieuwegein en Zeist, De Wilg in samenwerking met MEE en Alleato, augustus 2009. Nieuwsbrief VNG project De Kanteling, invulling compensatieplicht in de Wmo. Klanttevredenheid Wmo 's-Hertogenbosch , Onderzoek onder mensen met een beperking, DSP-groep. Informatieve brief Combinatiefuncties binnen het project Nieuwegein Beweegt, 5 november 2009. Beleidskader "Nieuwegein Beweegt" 2009-2013 (raadsnummer 2008-390), 9 september 2008 Stichting Welzijn Nieuwegein, Programmaboek 2009-2010. Beleidskader "Ondersteuning vrijwillige inzet" gemeente Nieuwegein, 2010-2013,15 oktober 2009. Voorzieningenwijzer gemeente Nieuwegeïn. Rapport Signaleringsbevindingen 2008 van MEE voor de gemeente Nieuwegein. MEE UGV, Vrijetijdsgids 2009-2010, Regio Utrecht. Algemene Subsidieverordening Nieuwegein, 21 april 2009. Informatieve brief aan raad, "stand van zaken woonservicezones", 25 november 2009. Nota Gezondheidsbeleid, 25 februari 2009 Subsidieaanvraag Stichting Welzijn Nieuwegein voor het programmaboek 2009, 9 december 2008. Overzicht subsidies 2008 aan Stichting Welzijn Nieuwegein, 11 augustus 2009. Rapport Tevredenheid cliënten Wmo over 2008, Nieuwegein, SGBO. Het maatschappelijk centrum, SWN en partners in het nieuwe Stadshuis van Nieuwegein, visiedocument, 29 oktober 2008. Onderzoeksrapport Financiering en inkoop van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, rekenkamercommissie Nieuwegein, 17 oktober 2008. Verslagen Raadscommissie SOC 2 september 2009. Collegeakkoord 2006-2010, Aan de slag in en met Nieuwegein, april 2006. Programmabegroting 2010. Kadernota 2010. Voorjaarsnota 2009. Najaarsnota 2009.
22
Bijlage 2, Lijst van geïnterviewden Naam Arthur Koeken Onno van der Leer Mevrouw C. Buursema Sven de Graaf Natasha Nauta Theo Kop Joyce Tittel Willem Beitels Jaap Jongeneel Nicole de Jonge Erik Fritschi Carla Curvers Monique Govers Thomas Rietkerk Bert Boeschoten Mary Alferink Huib Bouhuijzen
Functie Coördinator Wmo, afdeling programma's en projecten, sector Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Nieuwegein Voorzitter Wmo raad Nieuwegein Lid van de Wmo raad Nieuwegein Programmamanager innovatie SWN Beleidsadviseur afdeling programma's en projecten, sector Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Nieuwegein Beleidsadviseur afdeling programma's en projecten, sector Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Nieuwegein Senior Wmo consulente afdeling Maatschappelijke ondersteuning, gemeente Nieuwegein Hoofd afdeling Maatschappelijke ondersteuning, gemeente Nieuwegein Hoofd Stadswinkel, gemeente Nieuwegein Directeur Stichting De Wilg in Utrecht Consulent Organisatie MEE Utrecht, Gooi & Vecht Wethouder gemeente Nieuwegein Directrice van Mitros Teammanager Altrecht, locatie Nieuwegein Manager loket Reinaerde Leidinggevende zorg Humanitas DMH Directeur Stichting Lapso in Nieuwegein
23
Bijlage 3, Lijst van algemene voorzieningen in Nieuwegein voor mensen met een beperking Organisatie
Doelgroep
Soort Activiteiten
MEE: Vrijetijdsgids 2009
mensen met een verstandelijke beperkinq
muziek maken toneel ontmoeten
fytness Judo Sjoelen Tafeltennis
Zaalsport Zwemles Voetbal MEE
mensen met een lichamelijke, zintuiglijke beperking, NAH of chronische ziekte
ontmoeten
Fitness Judo Sjoelen Tafeltennis Zaalsport Zwemmen Allerlei Jeu de boules MEE
mensen met een autisme
Toneel
Omschrijving Locaties Nieuwegein Anna van Rijncollege; Buurtcentrum Feniks
in
Theater De Kom Activiteitencentrum Perspekt; Buurthuis Fenix (buurtwerk Batau Noord), Stichting Nedereind, Buurtcentrum 't Dok (Stichting Welzijn Nieuwegein) Fitplan Nieuwegein, Comby Sport, Sportpark Galecop Sportcomplex Merwestein (Stichtinq Blauwe Voqel'74) Zaal Geinlicht De Geinsche Hof. Stichting Nedereind, Vreeswijkse Tafeltennis vereniqinq Gymnastieklokaal De Driehoek (vanuit Sportstimulering) Zwembad Merwestein (Nieuwegeinse Sportvereniging samen verder) Sportpark Zandveld, sportvereniqinq Geinoord Activiteitencentrum Perspekt
Fitplan Nieuwegein, harmonielaan, Nieuwegein Sportcomplex Merwestein (Stichtinq Blauwe Vogel'74) Zaal Geinlicht; sjoelclub Nieuwegein Vreeswijkse tafeltennisvereniging, helmkruid 9, Nieuweqein Gymnastieklokaal De Driehoek (vanuit Sportstimulerinq) Sportcomplex Merwestein (Stichtinq Blauwe Voqel'74) Het Fitteam Petanque Vereniging Nieuweqein Theater De Kom
24
Organisatie
Doelgroep
Stichting Nedereind
Soort Activiteiten ontmoeten Tafeltennis
SWN (Stichting Welzijn Nieuwegein) Steunpunt Vrijwilligerswerk Nieuwegein, onderdeel SWN
Omschrijving Locaties Nieuwegein Stichting Nedereind, internetcafé Stichting Nedereind, Nieuwegein
in
allochtone doelgroep, vrouwengroep, Somalische kinderqroep Peuters
Huiskamer-project 't NIJP, diverse activiteiten
Nijpelsplantsoen, Nieuwegein
Peuteropvang
Jeugd tot 18 jaar
Creatieve technieken Beweging en ontspanning
Buurthuis Vreeswijk, De Boog, De Brink en 't Dok Diverse buurtcentra De Brink
Spel en ontmoeting Educatief Specials
Volwassenen
Gezellig samen dinqen doen Beweging en ontspanning Spe! en ontmoeting Culinair
Educatie Creatief Beurzen Senioren
Beweging en ontspanning Spel en ontmoeting Creatief educatief Special
mensen met een psychische
Vriendendienst biedt het
Diverse buurtcentra, in samenwerking met dansschool swinging feet Verschillende buurtcentra Technics; kookclub Nieuweqein Discofeesten, Diverse buurtcentra, De Spil, De Boog, De Brink, Kerkveld Lentefeest, buurtcentrum De Brink Diverse buurtcentra De Boog, De Brink, De Spil, Feniks, Kerkveld, t Dok buurtcafé De Boog, buurtcentra de brink, de spil, feniks, Soos kerkveld, Eetcafé de Boog, eetcafé Vreeswijk in samenwerking met vrijwilligers en buurtcentrum Vreeswijk In diverse buurcentra De boog, Vreeswijk, kerkveld, de spil, feniks creatieve cursussen in buurtcentra markten en kinderbeurzen, kledinq beurzen in buurtcentra gym, yoga, dansen; diverse Buurtcentra 't dok, de boog, de brink, de spil, feniks koersbal, klaverjassen, bridge, bingo, sjoelen; locaties in buurtcentra de booq handwerken, kaarten; buurtcentra de booq, kerkveld computer cursussen in buurtcentrum de booq boottocht vanuit buurtcentrum Vreeswijk Diverse locaties in Nieuwegein, Houten of IJsselstein, eetcafé
25
Organisatie
Doelgroep
Soort Activiteiten
beperking
Maatjesproject, brengt mensen onder mensen, diverse activiteiten; Activerende huisbezoeken Ondersteuning bij de Thuis Administratie ondersteuning voor vragen op problemen en informatie op school, thuis of werk vragen over activiteiten, zorg, verzorging, vervoer etc.
Iedereen met een problematiek Iedereen Jongeren
Ouderen
Omschrijving Nieuwegein IJsselstein
Locaties
Vanuit de SWN Ondersteuning bij de administratie aan huis van SWN Jongeren Informatie Punt vanuit de SWN= J1P Nieuwegein
Informatiepunt voor Ouderen vanuit de SWN
Rechtswinkel Nieuwegein
Iedereen
Ondersteuning bij juridische vragen en problemen
Rechtswinkel Nieuwegein
VITRAS NIEUWEGEIN
Ouderen
Dagsoos voor ouderen, ondersteunende beqeleidinq Opvoedondersteuni ng, maatschappelijk werk diverse cursussen
Buurtcentrum Feniks, Nieuwegein
kinderen en ouders
kinderen, jongeren, ouders, volwassenen Ouderen
in
Centraalpunt Jeugdvragen in Nieuwegein Nieuwegein
Dagsoos met diverse activiteiten
Dagsoos voor ouderen, Trefpunt de Wijk, in nieuwegein
Project Ontmoetingscentru m Nieuwegein, onderdeel VITRAS
Dementerenden, naasten, familie, mantelzorgers
Ontmoetingscentru m met diverse activiteiten
OntmoetingscentrumNieuwegein, Nedereindse weg, Nieuwegein
Steunpunt Mantelzorg Nieuwegein, onderdeel van VITRAS
Voor iedereen, mantelzorgers
Mantelzorgondersteuning
steunpunt mantelzorg Nieuwegein
mantelzorgers, patiënten met Alzheimer, familiy, etc.
Alzheimer cafe
WZC Vreeswijk, lekboulevard 10 Nieuwegein
kinderen, volwassenen met handicap of chronische ziekte en mantelzorgers
samen spelen, pedagogische hulp, gezelschap, respijtzorg
Vrijwillige thuiszorg en mantelzorgondersteuning in Nieuwegein, contactpersoon via website
Organisatie Handje Helpen
26
Organisatie
Doelgroep
Soort Activiteiten
Omschrijving Nieuwegein
Locaties
in
Reinaerde zorgorganisatie voor kinderen, jeugd en votwassenen
mensen met ontwikkelingsachters tand, verstandelijke of lichamelijke beperking of n.a.h., psychische problemen ouder wordende cliënten mensen met verstandelijke beperkinq
Huishoudelijke klussen
Sportveld Geinoord, Rijnhuizen, werkprojecten in Nieuwegein
Activiteitenprogram ma activiteiten, dagbesteding
Dagsoos de Brink, buurthuis de Brink in Nieuweqein Dagcentrum de Doorslag in Nieuwegein
Stichting algemene hulpdienst Nieuwegein, onderdeel van VITRAS
Voor mensen met een beperking
klusjes doen, daar waar vrienden of familie dat niet kunnen.
Door vrijwilligers van de algemene hulpdienst in Nieuwegein
Altrecht, organisatie voor mensen met een psychiatrische problematiek
mensen met een psychische beperking
cursussen, sport, horeca, digitaal rijbewijscursus
locatie Vredebestlaan in Nieuwegein, onderdeel van altrecht talent
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht (SBWU) locatie Nieuweg ein
mensen met psychiatrische / verslavingsproblema tiek
activiteiten tuinderij, kook en eetcafé, zorgboerderij, wandelen.
Omgeving Nieuwegein in samenwerking met Reinaerde en de Vriendendienst, zorgboerderij de achterhof, inloopruimte wooncomplex Souvereinburg, dagcentrum kluster, buurthuis t Dok, samenwerking met stichting Lapso. :■[■:■:+:■:'■:'■: .'■■'.■ .:
Vriendendienst Nieuwegein (werkt ook samen met de SWN Nieuweg ein) Maatje Jonger (onderdeel Vriendendienst)
■.'■. ' ■■: :'■:■:'■:'■:'■:'■:'■:■-'
Iedereen
allerlei activiteiten, sporten, klussen, uitgaan etcetera
Jonge volwassenen
Allerlei activiteiten
Zorgspectrum Nieuwegein
-klanten die op eigen initiatief regelmatig in onze zorg locaties op bezoek komen
voor een maaltijd in één van onze restaurants, voor sociale activiteiten, onze kapsalons, gespecialiseerde fitness, ergo-, fysioen oefentherapie;
Locaties Zuilenstein, Vreeswijk en De Geinsche Hof Nieuwegein
Bureau Jeugdzorg locatie Nieuwegein
kinderen, jongeren
jeugdhulpverlening, jeugdbescherminq
Graaf Karellaan te Nieuwegein
Humanitas locatie
Diverse cliënten met
ondersteuning bij
Centraal Bureau, dukatenburg
■ : ■ : ■ : ■ : ■ : ■ : ■ : ■ : ■ : ■ ■
■■
Diverse locaties in Nieuwegein, sportcentrum Merwestein, eetcafé vrienden aan tafel etcetera Feniks - De Tijd, Nedereindse weg in Nieuwegein
.■■■
27
Organisatie
Doelgroep
Soort Activiteiten
Omschrijving Locaties ni Nieuwegein in Nieuwegein, woonlocaties en een servicepunt
Nieuwegein
meervoudige beperkingen
wonen, thuis, werken, dagbesteding (zorqboerderij),
Activerend huisbezoek 55+ Nieuwegein, project van Vitras en SWN
voor mensen vanaf 55 jaar die door ingrijpende gebeurtenis tijdelijk extra steun krijgen
Tijdelijk extra ondersteuning
Website
Hospice Nieuwegein
Ongeneeslijk zieke mensen
Biedt ongeneeslijk zieke mensen zorg in huiselijke sfeer
Locatie Hogerhoeve 2, in Nieuwegein
Het Rode Kruis Nieuwegein
iedereen
Sociale activering, ondersteunende hulp bieden
Website
.■
.
..■■.■... ...
...v
v.;
Netwerk Vrijwilligers in de zorg Nieuwegein
ledereen
ondersteunende hulp bieden
werkt met diverse aangesloten organisatie, mandelzorg, hospice, handjehelpen, ontmoetingsgroep jonge ouderen, etc.
Unie van Vrijwilligers in Nieuwegein
iedereen
ondersteunende hulp, vriendschappelijk contact, maaltijdvoorziening , lectuurvoorzieninq
Website
De zonnebloem
mensen met een lichamelijke beperking door ziekte, leeftijd of handicap
Vrijwilligers regelen ontmoetingen voor gezelschap, aandacht en persoonlijk contact, excursies, regelmatig activiteiten
Contactpersonen in Nieuwegein
■:■:'■:■■:.■'.
■^■■■/■^■y ■:■'■:■:'■:'■:'■:<■:'■:'■.
Kerkelijke Organisaties in Nieuwegein
Zorg aan medemensen in nood
Stichting vrijwilligers palliatieve terminale zorg, in Nieuwegein
Iedereen, ernstig zieken
Door omstandigheden tijdelijke overname van verzorging door vrijwilligers van ernstig zieken
Website
Kees Trimbos Stichting, lokatie Nieuwgein
Ondersteuning aan mensen met een psychische handicap
Diverse activiteiten ten behoeve van arbeidsrehabilitatie
Website; locatie Nieuwegein
Samenwerking tussen kerken en andere instanties in het platform armoedebestrijding Nieuwegein
28
Organisatie
Doelgroep
Soort Activiteiten
Omschrijving Locaties in Nieuwegein Informatiecentrum in pand Richterslaan 60, in Nieuwegein
Centraal orgaan samenwerkende bonden voor ouderen En nieuwegein
Behartigt de individuele belangen van ouderen
ANBO, Belangenvereniging voor Ouderen in Nieuwegein
Behartigt de individuele belangen van ouderen
Culturele, sportieve en recreatieve activiteiten
contactpersoon in Nieuwegein
Stichting Nedereind te Nieuwegein, zie ook de lijst van MEE, werkt ook samen met Stichting de Wilg in Utrecht
Mensen met een licht verstandelijke handicap en of autismespectrumstoornis
Ambulante dienstverlening, woonplek bieden, intramurale zorg en dagbesteding; Activiteiten om elkaar te ontmoeten; een internetcafé, een woonboerderij.
De Boerderij op de Nedereindse weg in Nieuwegein; internetcafé, activiteiten als maaltijden, feesten, inloopavonden. Organisatie activiteiten in samenwerking met Stichting de Wilg uit Utrecht. Een vrijetijdsruimte voor biljarten, internetten, tafeltennissen.
Stichting LAPSO
mensen met een psychiatrische beperking
arbeidstherapie, sociale werkplaats
Locatie: Ravenswade 150 Q, Nieuwegein.
Eleos stichting
mensen met een psychische beperking
behandeling en begeleiding, cursussen, advies, werkervaringsplaatsen
Locatie: Villawal 7, Nieuwegein
29
Bijlage 4, DSP rapport
30
[ DSP- groep j Onderzoek
- Advies -
Mon.iqement
Ervaringen van bewoners met een beperking met Wmo-voorzieningen in Nieuwegein
Annelies Maarschalkerweerd Mare Soeters
!n opdracht van de rekenkamercommissie van Nieuwegein
Ervaringen van bewoners met een beperking met Wmo-voorzieningen in Nieuwegein
Amsterdam, 25 november 2009 Anneües Maarschalkerweerd Mare Soeters
DSP - groep BV Van Dlemenslraal 374 1013 CR Amsterdam T: +31 (0)20 625 75 37 F: +31 (0)20 627 47 59 E:
[email protected] W: www.dsp-groep.nl KvK: 33176766 A'dam
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2 2.1 2.2
Methode en aanpak Focusgroepen Selectie deelnemers
4 4 5
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Uitkomsten focusgroepen 7 Informatievoorziening 7 Wonen en woningaanpassingen 8 Belemmeringen om aan activiteiten mee te doen 8 Mobiliteit en vervoer 9 Belangenbehartiging 9 Sport en bewegen 10 Culturele en creatieve activiteiten, cursussen, gezelligheid en ontmoeten 11 Hulp en ondersteuning 12
4
Pagina 2
Aanbevelingen
Ervaringen van bewoners mei een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
14
DSP - groep
1
Inleiding
Op verzoek van de Rekenkamercommissie van de gemeente Nieuwegein heeft DSP-groep onderzoek gedaan naar de ervaringen van bewoners met Wmo-voorzieningen in Nieuwegein. Doel van het onderzoek is om inzicht te geven in het feitelijk gebruik van de voorzieningen door mensen met een beperking en in de motieven van deze mensen om voorzieningen te gebruiken. De nadruk van het onderzoek lag op het gebruik van algemene voorzieningen in de Wmo. Algemene voorzieningen zijn activiteiten en vormen van ondersteuning en hulp die zonder indicatiestelling toegankelijk zijn. Daarnaast zijn in de gesprekken met bewoners ook individuele Wmoverstrekkingen en voorzieningen uit de AWBZ aan de orde gekomen. DSPgroep heeft in drie focusgroepen gesprekken gevoerd met mensen met verschillende beperkingen om hun ervaringen en meningen te achterhalen.
Dankwoord De onderzoekers willen alle deelnemers aan de gesprekken hartelijk bedanken voor hun medewerking. De onderzoekers vonden het zeer nuttige en prettige bijeenkomsten.
Leeswijzer Hoofdstuk twee beschrijft de methode en onze aanpak. We gaan hier in op de methode om focusgroepen te gebruiken en op de wijze waarop bewoners geselecteerd zijn. Hoofdstuk drie geeft een beeld van de uitkomsten van de gesprekken met de focusgroepen, waarbij we op de volgende aspecten ingaan: informatievoorziening (3.1), wonen en woningaanpassingen (3.2) belemmeringen om aan activiteiten me te doen (3.3), mobiliteit en vervoer (3.4), belangenbehartiging (3.5) sport en bewegen (3.6), culturele en creatieve activiteiten (3.7) en hulp en ondersteuning (3.8). In hoofdstuk 4 hebben we onze aanbevelingen geformuleerd.
Pagina 3
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
2 Methode en aanpak
2.1
Focusgroepen Om inzicht te krijgen in de ervaringen en het feitelijk gebruik van voorzieningen in Nieuwegein is voor het onderzoek gebruik gemaakt van focusgroepen. Een focusgroep is een groep van zeven tot tien mensen met overeenkomstige kenmerken die in een goed voorbereid gesprek praten en discussiëren over een vooraf bepaald onderwerp. In dit onderzoek was het onderwerp de mening over en ervaringen van betrokkenen met de (Wmo-) voorzieningen in Nieuwegein. Een focusgroep is niet alleen een groepsinterview waarin de onderzoekers vragen stellen aan de focusgroep, maar juist ook een groepsgesprek van de focusgroep onderling over de aangedragen onderwerpen. De onderzoeker is zowel interviewer als gespreksleider. Het doel is om in een prettige sfeer de vooraf bepaalde onderwerpen aan de orde te laten komen. Er is sprake van een semi-gestructureerd gesprek. Er is veel ruimte voor eigen inbreng van de deelnemers. Wel draagt de gespreksleider er zorg voor dat alle vooraf bepaalde aspecten van het onderwerp aan bod komen. Voordelen focusgroepgesprekken Het is met een focusgroep mogelijk om in relatief beperkte tijd veel meningen en ervaringen van de deelnemers te achterhalen. Ook heeft een focusgroep als voordeel dat de groepsleden op elkaar kunnen reageren. Dit kan nieuwe aspecten van het onderwerp belichten, die in een gestructureerd interview niet aan de orde zouden komen1. Beperkingen focusgroepgesprekken Een kwalitatieve methode houdt in dat er een beeld is verkregen van de ervaringen en meningen van mensen uit de verschillende groepen. Er kunnen op basis van de focusgroepen geen kwantitatieve uitspraken worden gedaan. Het is niet mogelijk om op basis van de gesprekken uitspraken te doen over het aantal mensen in Nieuwegein dat vergelijkbare ervaringen heeft. Dit onderzoek geeft vooral inzicht in de ervaringen en meningen van de mensen uit de focusgroepen. Deze rapportage geeft deze ervaringen zo getrouw mogelijk weer. Samenstelling focusgroepen Er zijn drie bijeenkomsten met bewoners gehouden. Er is voor gekozen om mensen met vergelijkbare beperkingen samen te nemen in een focusgroep. Het is namelijk voor een goede focusgroep bijeenkomst van belang dat de groep overeenkomstige kenmerken heeft; de groep kan zo met enigszins gezamenlijke ervaringen een onderwerp bespreken. Ook is er voor deze groepsindeling gekozen, omdat uit onderzoek is gebleken dat de behoeften en meningen kunnen samenhangen met de aard van de beperking.
Nool 1
Pagina 4
Bijvoorbeeld een deelnemer die in eerste instantie aangeeft niel mee te doen culturele activiteiten, maar zich door het gesprek met anderen realiseert dat hij regelmatig gaat luisteren naar de Pietiers (de lokale muziekgroep voor mensen met een verstandelijke beperking). Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
De drie focusgroepen bestonden uit (vertegenwoordigers van) mensen met een: • Focusgroep 1: lichamelijke beperking • Focusgroep 2: verstandelijke beperking • Focusgroep 3: psychische problematiek
2.2
Selectie deelnemers Het benaderen en selecteren van de deelnemers aan de focusgroepen is uitgevoerd door de rekenkamercommissie en de gemeente Nieuwegein. Dit is zowel gedaan vanwege de privacy van de deelnemers, de beschikbare adresinformatie bij de gemeenten als kostenoverwegingen. De doelstelling was om per focusgroep circa acht deelnemers te hebben met een vergelijkbare beperking. Binnen de groep zou bij voorkeur sprake zijn van een spreiding naar leeftijd en geslacht. Het is voor elke groep gelukt om voldoende aanmeldingen te krijgen. In totaal is, conform doelstelling, met 25 mensen gesproken (zie voor details tabel 2.1). De rekenkamercommissie heeft een zeer groot aantal uitnodigingen verstuurd naar gebruikers van Wmo-voorzieningen. Voor de focusgroep met mensen met een lichamelijke beperking heeft dat tot voldoende aanmeldingen geleid.
Tabel 2.1
Overzicht deelnemers focusgroepen Categorie Achtergrond Mensen met lichamelijke beperking Mensen met een verstandelijke beperking Mensen met psychische problemen Totaal Geslacht
Man Vrouw
Leeftijd
0-17 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65 en ouder
aantal 7 8 10 25 13 12 1 2 5 3 6 5 3
De uitnodigingsbrief voor de focusgroep voor mensen met een verstandelijke beperking leidde in eerste instantie niet tot voldoende aanmeldingen. Vervolgens is het via de mensen die zich hadden aangemeld en via aanbieders'in Nieuwegein alsnog gelukt om voldoende mensen te interesseren in deelname. Er waren acht mensen met een verstandelijke beperking. Hiervan werden er vijf vertegenwoordigd of begeleid door hun ouders. Ook voor de focusgroep met mensen met psychische problemen is er in totaal met 10 mensen gesproken. Er zijn via de uitnodigingsbrief echter vrijwel geen mensen met psychische problemen bereid gevonden deel te nePagina 5
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
men aan een gepland gesprek. Een gepland gesprek moest worden afgelast. Via contacten van de reken kamercommissie is het gelukt om medewerking te krijgen van een beschermde woonvorm. We konden voor het gesprek aansluiten bij een reguliere bijeenkomst van de woonvorm met negen deelnemers en een begeleider. Daarnaast heeft de rekenkamercommissie zelf een telefonisch interview gehouden met een cliënt. Het interviewverslag hiervan is ook gebruikt voor deze rapportage. Zoals blijkt uit tabel 2.1 was er een evenredige deelname van mannen en vrouwen aan de focusgroepen. Ook was er in totaal een redelijke verdeling tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Hierbij moet overigens worden aangetekend dat de leeftijdsgroep 25-34 volledig bestond uit mensen met een verstandelijke beperking. Woonsituatie Alle deelnemers aan de gesprekken wonen in Nieuwegein. De deelnemers met een lichamelijke beperking wonen allemaal zelfstandig (één minderjarige woont bij zijn ouders). In de focusgroep met een verstandelijke beperking wonen drie deelnemers in een wooncentrum. Vijf deelnemers wonen (nog) bij hun ouders thuis. Van deze groep hebben drie ouderstellen (gezamenlijk met andere ouders) het initiatief genomen om een eigen vorm van kleinschalig wonen te organiseren via Persoonsgebonden budgetten (PGB's). De deelnemers met psychische problemen wonen in een beschermde woonomgeving (RIBW). Eén persoon met psychische problemen woont zelfstandig. Aandachtspunt bij selectie deelnemers De groep met psychische problemen bestaat voor negen van de tien mensen uit mensen die beschermd wonen (in een RIBW). Dit is een kleinschalige woonvorm in de wijk. waarbij mensen begeleiding en ondersteuning krijgen op sociaal en maatschappelijk vlak. De begeleiding van deze groep is van maandag tot en met vrijdag aanwezig, zowel overdag als in de avond (niet 's nachts). Over het algemeen ligt de nadruk van beschermd wonen niet op behandeling. Voor deze groep mensen is een psychiatrisch ziekenhuis een te zware vorm van zorg. De problematiek is wel dermate ernstig dat deze mensen niet alleen kunnen wonen. Er zijn ook mensen met psychische problemen die zelfstandig wonen (eventueel met een partner). Deze (sub-)groep is niet vertegenwoordigd in de focusgroep. Er is maar één reactie gekomen op de uitnodigingen voor deze groep. Mogelijk ziet een deel van deze groep vanwege hun problemen op tegen nieuwe contacten. Ook kan meespelen dat mensen uit deze groep hun psychische problemen liever niet bekend maken. De rekenkamercommissie heeft de persoon die gereageerd heeft telefonisch geïnterviewd. Dit interview is ook verwerkt in deze rapportage. De ervaringen en mening van deze (sub-)groep konden dus maar beperkt worden meegenomen in deze rapportage.
Pagina 6
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
3 Uitkomsten focusgroepen
Dit hoofdstuk beschrijft de uitkomsten van de focusgroepen. Waar nodig zal nader in worden gegaan op de verschillen per focusgroep en op de achtergrond van de deelnemers aan de focusgroepen. De nadruk in de gesprekken lag op algemene Wmo-voorzieningen. Een deel van deelnemers maakt echter ook gebruik van individuele verstrekkingen uit de Wmo en/of van zorg of voorzieningen uit de AWBZ. Ook deze voorzieningen kwamen geregeld ter sprake in de gesprekken. Mensen zijn er ook niet altijd van op de hoogte onder welke regeling een voorziening valt. In de meeste gevallen kon in het gesprek wel achterhaald worden of het een voorziening uit de Wmo of AWBZ betrof. Eerst gaan we in op enkele algemene thema's die in de gesprekken aan de orde zijn gekomen. Deze algemene thema's hebben raakvlakken met meerdere activiteiten en vormen van ondersteuning. Vervolgens gaan we nader in op de ervaringen met de verschillende activiteiten die worden georganiseerd en de hulp en ondersteuning die worden geboden in Nieuwegein.
3.1
Informatievoorziening Hoewel informatievoorziening vooraf niet apart in de vragenlijst was opgenomen, kwam dit onderwerp automatisch ter sprake bij zowel de bewoners met een lichamelijke als met een verstandelijke beperking. Informatie over activiteiten en ondersteuning Veel mensen in deze focusgroepen vinden de informatievoorziening van de gemeente over activiteiten en ondersteuning onvoldoende. De mensen zien het als een gemeentelijke taak om een overzicht te bieden van de activiteiten die georganiseerd worden en van de hulp en ondersteuning die in Nieuwegein geboden worden. Een dergelijk overzicht, bij voorkeur in de vorm van een boekje, ontbreekt echter. Informatie over wijzigingen Ook bij wijzigingen van wetten en regelgeving zouden mensen graag beter geïnformeerd worden. Een deelneemster had bijvoorbeeld graag geïnformeerd willen worden over de overgang van alfahulpen naar loondienst en de gevolgen daarvan voor haar hulp bij het huishouden. Overige punten rond informatie • Een deelnemer doet de suggestie dat de gemeente, net als bij paspoorten, cliënten informeert over het aflopen van de indicatiestelling. • Ook blijkt dat vrij basale informatie niet iedereen bereikt. Een ouder ondersteunt al 36 jaar zijn kind met een verstandelijke beperking. Pas een jaar geleden hoorde hij op de camping dat hij wellicht in aanmerking kon komen voor een PGB. • De stadswinkel wordt door weinig mensen herkend als een mogelijk informatiepunt. De mensen die wel aangeven naar de Stadswinkel te gaan krijgen niet altijd voldoende informatie. De Molenkruier werd veel ge-
Pagina 7
Ervaringen van bewoners met een beperking met vooraeningen in Nieuwegein
DSP - groep
noemd ais bron van informatie over nieuwe activiteiten en regelingen. Het viel een deelnemer met een lichamelijke beperking op dat er veel informatie over nieuwe activiteiten is. Maar informatie over een activiteit die wordt stopgezet is beperkt. Ook de informatie over activiteiten die al lang geleden zijn gestart is beperkt.
3.2
Wonen en woningaanpassingen Het eerder genoemde ouderinitiatief is al jaren bezig om voor hun groep kinderen met een verstandelijke beperking een vorm van kleinschalig wonen te organiseren {via PGB's gefinancierd). Voor de huisvesting wordt samengewerkt met een woningbouwvereniging (Mitros). Voor de zorgverlening wordt gebruik gemaakt van PGB's (AWBZ). Het ouderinitiatief heeft behoorlijk wat tegenslag gekend. Er is nog steeds geen (financiële) zekerheid dat het project kan worden afgerond. Het ouderinitiatief zou graag meer hulp krijgen van de gemeente bij hun project. Een aantal mensen met een lichamelijke beperking was zeer positief over de door de gemeente geboden woningaanpassingen.
3.3
Belemmeringen om aan activiteiten mee te doen In de focusgroepen is gevraagd naar belemmeringen om aan activiteiten mee te doen. Er werden drie belemmeringen genoemd. • Vervoer • Financiën • Lichamelijke beperkingen Vervoer Deelnemers noemen vervoer als belangrijke belemmering om aan activiteiten mee te doen. Dit geldt zowel voor de focusgroep met een lichamelijke als met een verstandelijke beperking. Beide groepen zijn ontevreden over zowel Valys als Regiotaxi. Ze hebben niet het gevoel hierop aan te kunnen. Dit belemmert ze om aan bepaalde activiteiten mee te doen. "Mijn kind staat soms een uur met de jas aan te wachten voordat Valys of Regiotaxi komt. Het raakt hier totaal van in de stress." "De ene keer komen ze een uur te vroeg, de andere keer een uur te laat. Dit weerhoudt je om op bezoek te gaan bij mensen." Ook bij de focusgroep met psychische problemen en bij een deel van de groep met een (lichte) verstandelijke beperking wordt vervoer als aandachtspunt genoemd. Hier gaat het vooral om de kosten van (openbaar) vervoer (zie ook bij financiële belemmeringen). Financiële belemmeringen Een onderwerp dat met name bewoners van AWBZ-woonvormen (beschermd wonen en wooncentrum voor verstandelijk beperking) noemen is een financiële drempe! om aan activiteiten mee te doen. Deze bewoners krijgen in de regel leefgeld, bijvoorbeeld € 40 per week. Ook gesubsidieerde activiteiten die relatief goedkoop zijn, kunnen dan toch een financiële be-
Pagina 8
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
lemmering opleveren. In het bijzonder wanneer er ook nog vervoerskosten gemaakt moeten worden (voor strippenkaart of taxi). "Vroeger ging ik wel eens bowlen (georganiseerd door de Wilg). Ik moest alleen het bedrag in één keer betalen. Iets van € 60. Maar ik kan niet altijd. Als je niet altijd kan is het wel erg duur." Het valt op dat een aantal deelnemers geen U-pas heeft van de gemeente, terwijl ze daar gezien hun inkomen wel recht op lijken te hebben. Er kon niet in het gesprek worden achterhaald wat de reden is dat ze geen U-pas hebben. Lichamelijke beperking Naast vervoer en financiële belemmeringen geeft een deel van de deelnemers aan vaak te weinig energie te hebben om aan activiteiten mee te doen. Deelnemers met een partner, ouder/verzorger of met intensieve begeleiding zien ondanks deze belemmering soms nog wel een mogelijkheden om aan activiteiten mee te doen. Deelnemers die deze intensieve steun missen, moeten vaker verstek laten gaan. Een deelnemer geeft ook aan dat het tijdstip van de activiteit van belang is. "Vrijwel alle activiteiten die georganiseerd worden zijn 's avonds. Ik heb dan echt geen energie meer om nog wat te gaan doen. Ik zou graag zien dat er meer activiteiten in de ochtend worden georganiseerd."
3.4
Mobiliteit en vervoer Vervoer wordt vooral genoemd als belemmering om aan activiteiten mee te kunnen doen (zie 3.3). Daarnaast noemen deelnemers met een lichamelijke beperking nog enkele andere punten rond vervoer. In tegenstelling tot veel andere gemeenten is parkeren voor gehandicapten niet gratis in de gemeente Nieuwegein. Op zichzelf vinden de mensen uit de groep met een lichamelijke beperking dat geen bezwaar. Wel adviseren ze de gemeente duidelijker te communiceren dat parkeren voor gehandicapten in Nieuwegein niet gratis is. Een bewoner met een lichamelijke beperking zou daarnaast graag zien dat zijn kortingskaart voor parkeren op meer (dan twee) parkeerterreinen in Nieuwegein geldig zou zijn. Enkele mensen met een lichamelijke beperking maken gebruik van rolstoel en/of scootmobiel. Ze waren erg tevreden over deze verstrekkingen en ook over de dienstverlening hierbij van de gemeente.
3.5
Belangenbehartiging Een'deelnemer met psychische problematiek geeft aan dat de belangen van kwetsbare burgers in Nieuwegein vaak onvoldoende worden behartigd door de daarvoor bestaande organisaties. Ook vindt ze het jammer dat er geen vertegenwoordiger is van de groep met psychische problematiek in de Wmo Raad.
Pagina 9
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
3.6
Sport en bewegen Gebruik In elke focusgroep zijn er mensen die aan sport doen. Het gaat zowel om speciale sportactiviteiten voor mensen met een beperking als om reguliere sportactiviteiten die voor allerlei mensen toegankelijk zijn. Ook worden speciale lessen georganiseerd voor mensen met een beperking bij reguliere sportaccommodaties. In de groep van bewoners met een lichamelijke beperking wordt relatief weinig aan sport gedaan. Een belangrijk deel van de deelnemers ervaart fysieke belemmeringen, zoals weinig energie of beperkte mobiliteit, om aan sport te kunnen doen. Een persoon uit deze groep met een lichte lichamelijke beperking is actief in een fietsclub bij buurthuis Kerkveld en beoefent nordic walking (via Vitras). Meerdere deelnemers uit deze groep hebben een brief ontvangen van de gemeente waarin geïnformeerd wordt naar de behoefte aan sportactiviteiten. Men vindt dit een positief initiatief van de gemeente. De groep met een verstandelijke beperking sport veel. Dit hangt wellicht samen met het feit dat de deelnemers uit deze groep relatief jong zijn. Het betreft deels sporten op reguliere sportverenigingen, zoals judo bij 'De voltreffer' (ook wel naar oprichter Zwezerijnen genoemd) of fitness bij de Mix en Zumba en BBB bij Goldskin. Een deelneemster aan Zumba doet mee met een reguliere groep, maar wel op haar eigen tempo. Bij Comby Sport zijn er speciale lesuren voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarnaast wordt op school (het ROC) gesport. Iedereen is zeer positief over deze sportactiviteiten. In de focusgroep met mensen met psychische problemen wordt niet zoveel gesport. Eén persoon uit deze groep ging regelmatig zwemmen en naar fitness bij de Mix. Dit wordt betaald door de stichting SWBU. Wensen Een ouder zou graag zwemles of een andere sportactiviteit zien met ondersteuning van gebaren(taal) voor zijn kind met een taal- en spraakstoornis. Een ouder van een kind met een verstandelijke beperking vindt het erg jammer dat het G-voetbalteam in de gemeente is gestopt. Er is nu geen mogelijkheid voor mensen met een verstandelijke beperking om te voetballen in Nieuwegein. Een deelnemer met een verstandelijke beperking zou graag zien dat het bowlen bij de Wilg wat goedkoper zou worden. Bekendheid Naast het feitelijk gebruik noemt men ook het begeleid zwemmen in zwembad Merwestein. Vrijwilligers organiseren daar eens per week begeleide zwemavonden voor mensen met een verstandelijke handicap (tijdens reguliere openingstijden).
Pagina 10
Ervaringen van bewoners mei een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
3.7
Culturele en creatieve activiteiten, cursussen, gezelligheid en ontmoeten Gebruik Het ondernemen van activiteiten op het gebied van cultuur, creativiteit, cursussen, ontmoeten en gezelligheid wisselt per focusgroep. De bewoners met een lichamelijke beperking lijken op dit gebied niet zoveel behoefte te hebben aan activiteiten speciaal gericht op mensen met een lichamelijke beperking. Ze maken gebruik van het algemene aanbod in Nieuwegein als theater de Kom, restaurants en Arti. Eén deelnemer gaat met een aangepaste muziekinstrument naar muziekles in de Kom. De oudste deelnemer uit de groep is op computerles geweest in buurthuis 't Dok. Ook gaat hij regelmatig naar rommelmarktjes die georganiseerd worden in buurthuizen. Vrijwel alle deelnemers met een verstandelijke beperking maken relatief veel gebruik van speciaal voor hun georganiseerde activiteiten. Een aantal mensen gaat regelmatig naar de Soos (Nedereindse Weg); er gaat een busje van het wooncentrum naar de Soos. Een deelnemer doet aan theatersport bij Theater Totaal. Ook speelt een aantal mensen uit deze groep muziek bij de Pletters. De Plotters is een beetje vergelijkbaar met de Jostiband. De Pletters oefenen om de week. Ze hebben optredens. Ook hebben ze een CD uitgebracht. Iedereen is erg enthousiast over deze activiteiten. Wel wordt er door ouders op gewezen dat niet alle activiteiten toegankelijk zijn voor alle mensen met een verstandelijke beperking. Voor theatersport moetje wel een zeker talent hebben. Ook is een deelnemer ooit verzocht te stoppen met stijldansen voor de doelgroep, omdat hij niet snel genoeg mee kon komen. Iemand uit de groep werkt bij lunchroom Ziezo (Utrecht), bij een supermarkt en op de markt. Ook verzorgt een deelnemer uit deze groep dieren op de kinderboerderij. Een andere deelnemer maakt onder begeleiding fitnessapparaten schoon. De deelnemers met een verstandelijke beperking die in een wooncentrum leven, hebben het grootste deel van de week maar één begeleider op circa twintig bewoners. De begeleiders hebben geen tijd om gezellige dagelijkse activiteiten binnen het wooncentrum te organiseren. Ook zijn er maar zeer beperkt vrijwilligers aanwezig voor leuke activiteiten. De mensen uit de focusgroep met psychische problematiek maken vooral gebruik van activiteiten die door de beschermde woonvorm zelf georganiseerd worden. Dit wordt betaald uit de AWBZ en/of door bijdragen van bewoners. Een reden is dat een deel van de bewoners opziet tegen contact met 'mensen van buiten'. Mede daarom worden door de stichting SWBU binnenkort ook activiteiten georganiseerd om mensen van buiten de stichting te betrekken bij de bewoners, bijvoorbeeld door maandelijks een beperkt aantal mensen uit te nodigen voor een eetgroep. De begeleider van de groep wil met dit doel ook jaarlijks een feest organiseren voor cliënten, familie en mensen uit de buurt. Door de stichting SWBU worden allerlei activiteiten georganiseerd zoals helpen op de tuinderij en inloopavonden met gezamenlijk koken. Ook worden allerlei activiteiten door de bewoners zelf georganiseerd zoals een huifkarrentocht, wandelingen, bezoek aan het spoorwegmuseum en bezoek aan het Dolfinarium. Ook is er een SWBU-band. Een deelnemer doet ook veel vrijwilligerswerk in allerlei buurthuizen. Enkelen uit de groep gaan er ook wel eens zelfstandig op uit. Ook gaan er regelmatig mensen met een groepje naar Cityplaza. ledereen is positief over deze activiteiten, vooral omdat het leuk en gezellig is.
Pagina 11
Ervaringen van bewoners met een beperking mei voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
Wensen Een deelnemer me! een lichamelijke beperking zou graag lessen volgen aan de Volksuniversiteit Zij heeft echter alleen 's ochtends genoeg energie voor dit soort activiteiten. Er zijn dan helaas maar weinig lessen. Een aantal mensen met een lichamelijke beperking zou graag vrijwilligerswerk willen doen, bijvoorbeeld werk dat grotendeels telefonisch gebeurt. Door hun lichamelijke beperking is dit echter niet overal mogelijk. Een deelnemer uit deze groep zou graag ondersteuning krijgen om vrijwilligerswerk te kunnen doen. Een ouder uit de focusgroep met een verstandelijke beperking vindt het erg jammer dat er geen 'Dance Power' is zoals bij Stardance in Houten. Ook zou ze graag willen dat er voor deze groep stijldansen georganiseerd zou worden. Vroeger werd dit gedaan door dansschool De Rijk. Deze is daar helaas mee gestopt Een andere ouder geeft aan dat het dan wel belangrijk is dat iedereen mee mag doen (zonder gradaties). Deelnemers uit de focusgroep met psychische problematiek hebben vooral wensen op het gebied van cursussen. Een deelnemer zou graag meer Nederlandse lessen volgen. Hij ziet op dit geen mogelijkheid om dat naast zijn werk (bij de SWV) te doen. Ook worden computerlessen genoemd en de cursus 'werken aan herstel'. Twee deelnemers geven aan dat ze graag financieel ondersteund zouden willen worden voor het volgen van een cursus van hun eigen keuze (bijvoorbeeld een cursus visagle of een cursus Frans). "Cursussen die niet georganiseerd worden door SWBU, omdat ik niet de hele tijd in hetzelfde kringetje wil blijven hangen." Een deel van de deelnemers geeft ook aan dat ze graag wat meer activiteiten in het weekend zou willen. In het weekend is het erg rustig omdat er dan geen begeleiding is. Bekendheid Bewoners met een lichamelijke beperking noemen buurtcentrum Kerkveld en de weggeefwinkel. In de focusgroep met een verstandelijke beperking noemen deelnemers een kookcursus in de Brink, een computercursus en andere cursussen door de Pragoschool (beide georganiseerd door de Wilg). In de focusgroep met psychische problematiek wordt door de begeleider 'zinneprikkels' genoemd. Het zijn creatieve cursussen waar bijvoorbeeld wordt getekend en gedicht. Dit is volgens de begeleider een goede cursus die door de SWBU in Utrecht wordt georganiseerd. Dit aanbod bestaat niet in Nieuwegein. Ook de zorgboerderij wordt in deze groep genoemd.
3.8
Hulp en ondersteuning De vragen op het gebied van hulp en ondersteuning zijn vooral gericht op hulp en ondersteuning die onder de Wmo vallen (de voormalige welzijnswetvoorzieningen). Hierbij kan gedacht worden aan maaltijdvoorzieningen, hulp door vrijwilligers, en allerlei stichtingen die hulp en ondersteuning bieden
Pagina 12
Ervaringen van bewoners mei een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
(zie voor meer voorbeelden ook de paragraaf over bekendheid). Deelnemers lijken, met uitzondering van hulp bij het huishouden, weinig gebruik te maken van hulp en ondersteuning die onder de Wmo vallen. Dit laat zich deels verklaren door de samenstelling van de doelgroep. Twaalf van de 25 deelnemers wonen in een door de AWBZ gefinancierde woonvorm. In deze woonvormen worden de hulp en ondersteuning volledig vanuit de AWBZ georganiseerd. Een andere verklaring is dat Wmo-voorzieningen op het gebied van hulp- en ondersteuning zich minder lijken te richten op bewoners van AWBZ-woonvormen. Gebruik In de focusgroep met een lichamelijke beperking maakt een deel van de deelnemers gebruik van zorg vanuit de AWBZ. Ook heeft een aantal deelnemers hulp bij het huishouden vanuit de Wmo. Er wordt zeer beperkt gebruik gemaakt van algemene voorzieningen van de Wmo. Eén deelnemer maakt gebruik van de vrijwilligersdienst voor klusjes in en om het huis. Een ouder noemt ook een oudergroep op een speciale school in Utrecht om contacten te hebben met andere ouders van kinderen met een hoor- en/of spraakbeperking. De focusgroepen met mensen met een verstandelijke beperking of met psychische problemen ontvangen vooral hulp en ondersteuning uit de AWBZ. Een deel van de mensen met een verstandelijke beperking maakt gebruik van hulp bij het huishouden. Verder hebben deze groepen vrijwel geen ervaring met vormen van hulp en ondersteuning die onder de Wmo vallen. Eén deelnemer met psychische problematiek is naar de Wmo-avond van de gemeente Nieuwegein geweest. De deelnemer vindt het jammer dat de Wmo-avond vooral gericht is op ouderen en mensen met een lichamelijke beperking. Voor mensen met andere beperkingen is er op de Wmo-avond geen informatiemateriaal beschikbaar. De deelnemer wii vooral informatie over voorzieningen en activiteiten in Nieuwegein. Wensen Een deelnemer met een lichamelijke beperking hoorde op de bijeenkomst dat er ook een boodschappendienst in Nieuwegein bestaat. Ze wii graag gebruik maken van de boodschappendienst. De deelnemers zagen de boodschappendienst overigens niet als een gedeeltelijke vervanging van de hulp bij het huishouden. Het beeld in de groep was "dat de hulp bij het huishouden toch al geen boodschappen meer mocht doen." Bekendheid De focusgroep met een lichamelijke beperking kent een groot aantal voorzieningen in Nieuwegein op het gebied van hulp en ondersteuning. Men noemt de Henri Dunant, De Zonnebloem, de Unie van vrijwilligers, Handje Helpen, de Maaltijdvoorziening, was- en strijkservice, service voor scootmobielen (van Vitras), de Stadswinkel, en klussendiensten. Deze groep kent voorzieningen door folders van Vitras, via het C!Z, via vrienden en bekenden en via het (vrijwilligers)werk.
Pagina 13
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep
4
Aanbevelingen
In hoofdstuk 3 wordt een groot aantal wensen en opmerkingen van de deelnemers aan de gesprekken genoemd. Op basis van deze opmerkingen willen wij het volgende aanbevelen. 1 Informatievoorziening stadswinkel De ervaringen van deelnemers bij de aanvraag van woningaanpassingen, rolstoelen en scootmobielen zijn positief. De gemeente zou wel de verstrekking van informatie via de stadswinkel moeten versterken. Het betreft zowel de beschikbaarheid van goed geïnformeerde medewerkers als een overzicht van de voorzieningen. Ook de bekendheid van de stadswinkel als informatiepunt kan worden verbeterd. De deelnemers aan de gesprekken zouden het erg nuttig vinden als de gemeente een boekje zou uitgeven met een overzicht van alle voorzieningen en regelingen in Nieuwegein. In het hoofdstuk over informatievoorziening worden daarnaast nog enkele andere suggesties gedaan door de deelnemers. 2 Kwaliteitseisen regiotaxi De gemeente zou scherpere kwaliteitseisen moeten opleggen aan de regiotaxi en daarop beter moeten controleren. De deelnemers zijn ontevreden over Regiotaxi (en over Valys, maar dat valt niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Nieuwegein). Voor veel deelnemers zijn de problemen met de regiotaxi een belemmering voor het meedoen aan activiteiten en voor het onderhouden van sociale contacten. 3 Intensiveren inkomensbeleid voor bewoners AWBZ-woonvormen Met name bewoners van AWBZ-woonvormen ervaren financiële belemmeringen om mee te doen aan activiteiten. Het leefgeld dat ze ontvangen beperkt hun mogelijkheden. Niet al deze bewoners lijken te profiteren van het gemeentelijke inkomensbeleid. De gemeente zou zijn inkomensbeleid wellicht nadrukkelijker kunnen richten op deze kwetsbare inwoners van Nieuwegein.
Pagina 14
Ervaringen van bewoners met een beperking met voorzieningen in Nieuwegein
DSP - groep