PROVINCIAAL ACCOMMODATIE FONDS 2007-2010 EVALUATIE
Februari 2011
1
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Informatievoorziening PAF 3. Wijze van aanvragen/ondersteuning 4. Aanvragen en resultaten 5. Weigeringsgronden 6. Gemeentelijke cofinanciering 7. Overeenkomsten 8. Verenigingen 9. Uitvoeringslasten 10. Huis voor de Sport Groningen 11. 2011 en verder 12. Eindconclusies
Pag. 3 Pag. 3 Pag. 3 Pag. 4 Pag. 6 Pag. 7 Pag. 8 Pag. 8 Pag. 9 Pag. 11 Pag. 12 Pag. 13
2
1. Inleiding Op 22 december 2006 hebben Provinciale Staten ingestemd met de nieuwe subsidieregeling 'Provinciaal Accommodatie Fonds'. Daarbij is besloten om het college van Gedeputeerde Staten de bevoegdheid te geven subsidies te verlenen zonder voorafgaande consultatie van Provinciale Staten, onder de voorwaarde dat zij achteraf zullen worden geïnformeerd over de verleende subsidies in de vorm van renteloze leningen. Het Provinciaal Accommodatie Fonds werd gevuld met € 500.000,-. Met deze regeling worden renteloze leningen verstrekt aan sportverenigingen met een accommodatie, en/of onderdelen daarvan, in eigen beheer. Renteloze leningen voor huisvestingsvoorzieningen zoals: nieuwbouw, uitbreidingen, renovatie, aanpassingen en groot onderhoud. Het doel van het PAF is om genoemde sportverenigingen beter in staat te stellen hun bestaande sportaccommodatie te handhaven, op te waarderen, en/of nieuwe voorzieningen te realiseren. Met het fonds wordt een mogelijke verschraling van de sportaccommodaties tegengegaan en worden sportverenigingen in staat gesteld een betere opvang en faciliteiten te bieden aan hun sporters. Dit laatste komt ten goede aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in steden, wijken en dorpen. De aanwezigheid van goede en voldoende sportvoorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van de sport in onze provincie. De renteloze leningen zijn daarbij alleen bedoeld voor 'aard en nagelvaste' investeringen. Deze notitie betreft de evaluatie van de subsidieregeling Provinciaal Accommodatie Fonds 2007-2010.
2 Informatievoorziening PAF De afgelopen vier jaren hebben 21 sportverenigingen, met een accommodatie in eigen beheer, een beroep op het Provinciaal Accommodatie Fonds gedaan. Informatie over het fonds werd in de regionale dagbladen gepubliceerd en was te vinden op de provinciale website (inclusief aanvraagformulier) en op de provinciale tekstpagina bij TV Noord. De folder c.q. brochure werd verspreid via de afdelingen CK en CW. Bovendien was de regeling opgenomen in de subsidiewijzer van de afdeling CW inclusief een toelichting. Verder werd de informatie over PAF aan sportverenigingen en gemeenten geleverd via het Huis voor de Sport Groningen. Deze provinciale sportondersteuningsorganisatie bood de afgelopen vier jaren ondersteuning aan sportverenigingen bij het tot stand komen van een aanvraag in het kader van PAF. Tijdens het reguliere overleg ambtenaren sport, dat in onze provincie meerdere malen per jaar plaatsvindt, is in 2007 de subsidieregeling met een presentatie toegelicht. Bovendien kwamen de resultaten van elke subsidieronde in dit overleg aan bod zodat gemeenten over de subsidieverleningen jaarlijks werden geïnformeerd. Een informatiezoeker c.q. sportvereniging was derhalve goed in staat om de gewenste informatie via verschillende kanalen en op een vrij eenvoudige wijze te verkrijgen. Gelet op het aantal en de spreiding (gebied van herkomst) van de ingediende aanvragen is de conclusie te trekken dat belanghebbenden redelijk tot goed op de hoogte waren van het bestaan van de regeling. Conclusie 1
de informatievoorziening over de subsidieregeling Provinciaal Accommodatie Fonds is intensief en via meerdere kanalen (media, Huis voor de Sport, gemeenten) verlopen. Sportverenigingen met een eigen accommodatie, of onderdelen daarvan, in eigen beheer waren redelijk tot goed op de hoogte van het bestaan en de mogelijkheden van de regeling
3 Wijze van aanvragen/ondersteuning De subsidieregeling Provinciaal Accommodatie Fonds voorzag de afgelopen vier jaren in een behoefte. Het aanvraagformulier werd goed ingevuld. Waar het nogal eens aan schortte was de volledigheid van de aanvraag. Vaak ontbraken stukken als een meerjarenonderhoudsplan of jaarrekening en ook kwam het geregeld voor dat de cofinanciering van de gemeente nog niet geregeld was. Als aanvragen onvolledig waren werd de indiener in de gelegenheid gesteld om deze binnen een redelijke termijn alsnog aan te vullen. In voorkomende gevallen werd de conceptaanvraag eerst ambtelijk voorbesproken voordat deze definitief werd ingediend. Over veruit de meeste aanvragen vond in de beginfase ambtelijk contact c.q. overleg plaats op het provinciehuis en werd in meerdere gevallen het Huis voor de Sport ingeschakeld voor ondersteuning bij het opstellen van een Meerjarenonderhoudsplan (MOP). Het Huis voor de Sport Groningen heeft specifiek voor die vorm van ondersteuning een ondersteuningspakket MOP ontwikkeld.
3
In 2008 hebben de roeivereniging Gyas en de hockeyvereniging GHBS gebruik gemaakt van de ondersteuning door het Huis voor de Sport. In 2009 hebben GRC Groningen, VV Siddeburen en VV Wildervank gebruik gemaakt van de ondersteuning door het Huis voor de Sport. In 2010 hebben de VV Helpman en de TV Oldencate van de ondersteuning van het Huis voor de Sport gebruik gemaakt. Let wel, van de 21 aanvragen gedurende 2007-2010 waren er slechts 3 sportverenigingen die op het moment van indiening een meerjaren- onderhoudsplan hadden opgesteld en bijgevoegd. De sportverenigingen die uiteindelijk voor een renteloze lening in aanmerking zijn gekomen en die bij het indienen van de aanvraag geen MOP hadden bijgevoegd hebben op ons verzoek alsnog een MOP laten opstellen om de aanvraag voor besluitvorming compleet te krijgen. Deze sportverenigingen hebben daarbij aangegeven dat zij in de toekomst blijven gebruik maken van het MOP. Conclusies 1 2
aanvragen werden over het algemeen onvolledig ingediend. Sportverenigingen hebben voldoende gelegenheid gekregen de ontbrekende gegevens alsnog aan te vullen slechts 3 van de 21 sportverenigingen had bij het indienen van de aanvraag een meerjarenonderhoudsplan aangeleverd.
4 Aanvragen en resultaten In de jaren 2007-2010 zijn in totaal 21 aanvragen in het kader van PAF ingediend. In onderstaande tabel staat vermeld hoeveel van deze aanvragen werden gehonoreerd en geweigerd. Bovendien wordt specifiek aandacht geschonken aan de aanvragen die door sportverenigingen vanuit de stad Groningen zijn ingediend omdat er in de stad in verhouding met de rest van de provincie veel sportverenigingen zijn met een eigen accommodatie. Let wel, bij het interpreteren van resultaten en percentages moet terdege rekening gehouden worden met de geringe aantallen!
Aantal aanvragen en weigeringen 2007-2010 totaal verleend geweigerd aanvragen 2007 2008 2009 2010 totaal
6 4 5 6 ** 21
aantal Groningen
bedrag verleend
4 2 3 3
2 2 2 (naar 2010) 5
1 (1)* 3 (1) 2 (2) 1 (1)
175.000 78.000 100.000 64.500
12
9
7 (5)
417.500
* tussen haakjes staat het aantal verleende leningen Groningen ** exclusief 2 aanvragen die vanuit PAF Ronde 2009 meegingen naar PAF ronde 2010 In 2007 werden 6 aanvragen ingediend waarvan uiteindelijk 4 werden gehonoreerd. Van deze 4 gehonoreerde aanvragen is er slechts 1 naar een sportvereniging in de stad Groningen gegaan. In totaal werden € 175.000,- aan renteloze leningen aan sportverenigingen verleend. In 2008 werden 4 aanvragen ingediend. In dit jaar was het aantal aanvragen vanuit de stad Groningen (75%) relatief gezien hoog. Echter, 1 aanvraag werd ingetrokken, 1 aanvraag werd aangehouden omdat deze nog niet beslissingsrijp was en 1 werd gehonoreerd. De andere aanvraag (tennisvereniging De Wilp uit De Wilp) werd ook gehonoreerd. In totaal werden in deze ronde € 78.000,- aan renteloze leningen verleend. In 2009 werden 5 aanvragen ingediend en was er nog 1 aangehouden aanvraag van de vorige ronde. Drie aanvragen kwamen uit de stad Groningen (50%) en 3 daarbuiten (Wildervank, Siddeburen, Winsum). Twee aanvragen vanuit de stad werden gehonoreerd en 1 aanvraag uit de stad werd buiten behandeling gelaten (dit betrof de aangehouden aanvraag van 2008). Dit laatste na herhaaldelijke pogingen van de kant van de provincie om de aanvraag volledig te krijgen. Hetgeen uiteindelijk niet is gelukt. Naast de 2 verleende renteloze leningen richting verenigingen in de stad Groningen is ook een renteloze lening vertrekt aan de voetbalvereniging Siddeburen (gemeente Slochteren). In totaal is in 2009 voor € 100.000 aan renteloze leningen beschikbaar gesteld.
4
In 2010 werden er 6 aanvragen ingediend en waren er nog 2 aangehouden aanvragen van de vorige ronde. Er kwam 1 aanvraag uit de stad Groningen (12%) en 7 daarbuiten (Wildervank, Winsum, Kolham, Zuidhorn, Veendam, Spijk en Ter Apel). De twee laatstgenoemde aanvragen werden gehonoreerd en daarnaast werd de aanvraag vanuit de stad ook gehonoreerd. De aanvragen die als kansrijk werden beschouwd in 2009 (Winsum en Wildervank) zijn alsnog in 2010 geweigerd omdat ze uiteindelijk niet aan de criteria van het PAF konden voldoen. Overall zijn in de periode 2007-2010 in totaal 21 aanvragen ingediend. Van deze aanvragen kwam 33% (7 stuks) uit de stad Groningen en tweederde (14 stuks) van sportverenigingen elders uit de provincie. Iets afwijkende percentages zie je terug bij de uiteindelijke verleningen van renteloze leningen. Van de verleningen zijn er 5 in de stad Groningen terechtgekomen en 7 buiten de stad. Een verklaring is dat de gemeente Groningen vanaf het begin van de regeling bereid is geweest om cofinanciering te leveren en dat bij een aantal gemeenten buiten de stad dit niet het geval is geweest. Het niet verkrijgen van cofinanciering heeft in meerdere gevallen weigeringen opgeleverd buiten de stad. Verder kan worden geconcludeerd dat er in de periode 2007-2010 geen stortvloed aan aanvragen is binnengekomen. Van de € 500.000,- die het fonds ter beschikking had is in de afgelopen periode € 417.500,- aan renteloze leningen verstrekt. In de afgelopen 4 jaren hebben we geen situatie gekend waarbij er sprake was van een groter beroep op de aanwezige middelen dan we middelen ter beschikking hadden. Met andere woorden, wij hebben in geen enkel jaar hoeven te prioriteren. Bovendien viel op dat het aantal ingediende aanvragen per jaar qua omvang bijna gelijk lag. Dit was op zich een prettige bijkomstigheid omdat in een situatie waarbij er in een jaar heel veel aanvragen tegelijk binnen zouden zijn gekomen, dit zou betekenen dat de jaren erna weinig tot geen sportverenigingen geholpen zouden kunnen worden. Dit laatste, omdat de bodem van het fonds dan bereikt zou zijn en er met de middelen die vanuit de aflossing terug waren gekomen slechts 1 of 2 sportverenigingen zouden kunnen worden geholpen bij de realisatie van hun plannen.
Aanvragen, sport, voorzieningen en vestigingsplaats sportvereniging 2007-2010 Sportvereniging Sport Plaats Gemeente Voorziening WVV MC Delfcross Knickerbockers VV Eemsboys AVF Fivel ZNC Zuidbroek LTC De Wilp ASGR Gyas GCHC GHBS VV Wildervank VV Siddeburen GRC Groningen HC Winsum CVV Oranje Nassau MHC Daring
Voetbal Fietscros Voetbal Voetbal Atletiek Voetbal Tennis Roeien Hockey Hockey Voetbal Voetbal Voetbal Hockey Voetbal
Winschoten Delfzijl Groningen Delfzijl Delfzijl Zuidbroek De Wilp Groningen Groningen Groningen Wildervank Siddeburen Groningen Winsum Groningen
Oldambt Delfzijl Groningen Delfzijl Delfzijl Menterwolde De Marne Groningen Groningen Groningen Veendam Slochteren Groningen Winsum Groningen
Hockey
Veendam
Veendam
VV Helpman
Voetbal
Groningen
Groningen
TATC
Tennis
Ter Apel
Vlagtwedde
uitbreiding clubgebouw nieuwbouw kantine nieuwbouw clubhuis nieuwbouw clubgebouw restauratie clubhuis restauratie clubhuis nieuwbouw clubgebouw nieuwbouw botenhuis nieuwbouw clubhuis nieuwbouw clubhuis uitbreiding kleedruimten uitbreiding kleedruimten nieuwbouw clubhuis nieuwbouw clubhuis groot onderhoud kleedruimten aanpassing toiletgroep en kleedruimten uitbreiding en renovatie clubgebouw groot onderhoud clubgebouw
HC Westerkwartier TV Kolham TV Oldencate totaal
Hockey Tennis Tennis 21
Zuidhorn Kolham Spijk
Zuidhorn Slochteren Delfzijl
uitbreiding clubgebouw beregeningsinstallatie groot onderhoud clubgebouw
5
Om dieper op de regionale spreiding in te gaan is bovenstaande tabel samengesteld. Naast de regionale spreiding zegt deze tabel iets over de aard van de sportvereniging en de gevraagde voorziening. Hierbij zijn alle ingediende aanvragen betrokken en zo ook de aanvragen die uiteindelijk werden geweigerd. De meeste PAF-aanvragen kwamen van voetbalverenigingen (9 van de 21) en tennis- en hockeyverenigingen (beiden 4). Dit bevestigt de uitkomst van het onderzoek dat aan de basis heeft gestaan van PAF. Het zijn namelijk vooral de voetbal- en tennisverenigingen in onze provincie die accommodaties of onderdelen daarvan in eigen beheer hebben. Toch is het goed geweest om te constateren dat ook sporten als hockey, roeien, fietscrossen en atletiek bekend waren met de regeling en een aanvraag hebben ingediend. De gevraagde voorzieningen hadden veelal betrekking op nieuwbouw en renovatie van het clubgebouw. E.e.a. liep geheel in de pas met het doel van de regeling. De beregeningsinstallatie van TV Kolham leverde een weigering op omdat het een voorziening betrof die buiten de regeling viel. Delfzijl en Groningen zijn de gemeenten waarvandaan de meeste aanvragen zijn binnengekomen. In totaal zijn 10 gemeenten betrokken geweest bij het indienen van een PAF-aanvraag en 6 daarvan hebben daadwerkelijk cofinanciering geleverd bij de realisatie van de plannen. Conclusies 1 in totaal hebben 21 sportverenigingen met een accommodatie, of onderdelen daarvan, in eigen beheer een beroep gedaan op het PAF 2 aan 12 sportverenigingen werden renteloze leningen verstrekt 3 de aanvragen van 8 sportverenigingen werden geweigerd, 1 aanvraag werd door de sportvereniging ingetrokken 4 van de € 500.000,- aan beschikbare middelen is in totaal € 417.500,- aan renteloze leningen verleend 5 de meeste aanvragen PAF werden ingediend door voetbal-, tennis- en hockeyverenigingen. E.e.a. bevestigt de uitkomst van het onderzoek dat de basis heeft gevormd van het PAF dat voetbal en tennis de takken van sport zijn waarbinnen de meeste sportverenigingen opereren met een eigen accommodatie.
5 Weigeringsgronden In de eerste twee jaren (2007 en 2008) had 1 sportvereniging (GCHC) de aanvraag ingetrokken. Een andere aanvraag (GHBS Groningen) werd geweigerd omdat aan een aantal criteria van de subsidieregeling niet werd voldaan, namelijk: cofinanciering gemeente en meerjarenonderhoudsplan. In overleg met deze sportvereniging werd geconcludeerd dat het plan zich nog in de fase van planvorming bevond en dat ook de gemeente nog voor ondersteuning benaderd diende te worden. Wel werd destijds aan deze vereniging geadviseerd om een beroep te doen op de ronde 2009. De overige 2 aanvragen werden geweigerd (WVV Winschoten en MC Delfcross) omdat deze aanvragen niet voldeden aan de criteria van PAF. In beide gevallen was er geen cofinanciering van de gemeente, geen meerjarenonderhoudsplan en ook geen goed dekkingsplan. Beide verenigingen werden in de gelegenheid gesteld om dit alsnog te realiseren. Echter, dit is de sportverenigingen niet gelukt en er zijn toentertijd verder ook geen signalen vanuit de sportverenigingen en de gemeenten gekomen dat de plannen daadwerkelijk zouden doorgaan. Vandaar dat er geen ondersteuning door provincie is gekomen. In 2009 werden 2 aanvragen geweigerd vanwege het niet voldoen aan (met name) de voorwaarde van cofinanciering door gemeente. Beide verenigingen zijn hierover nog in gesprek met de betreffende gemeenten en vandaar dat deze aanvragen meegenomen worden naar de ronde PAF 2010. De aanvraag van de hockeyvereniging GHBS is buiten behandeling gelaten omdat de aanvraag niet volledig is gemaakt door de vereniging ondanks de vele pogingen hiertoe van provinciezijde. In 2010 werd de aanvraag van TV Kolham geweigerd omdat de voorziening waarvoor subsidie werd aangevraagd de beregeningsinstallatie, geen voorziening betrof die onderdeel uitmaakte van de subsidieregeling. Verder is het de sportverenigingen waarvan de aanvraag vanuit 2009 was
6
doorgeschoven niet gelukt om hun aanvraag aan de criteria te laten voldoen. Bij VV Wildervank werd de renteloze lening geweigerd omdat de gemeente Veendam niet met cofinanciering over de brug kwam. Bovendien had de voetbalvereniging (als gevolg daarvan) nog geen meerjarenonderhoudsplan (MOP) op laten stellen. De andere doorgeschoven aanvraag van hockeyvereniging Winsum werd geweigerd omdat de plannen zich nog steeds in de uitwerkingsfase bevonden waardoor er geen duidelijkheid was over cofinanciering, de eigendomssituatie, het MOP en bovendien waren de benodigde ruimtelijkeplanologische procedures nog niet doorlopen. De aanvragen van de beide hockeyverenigingen MHC Daring Veendam en MHC Westerkwartier werden geweigerd omdat zij beiden de cofinanciering van de gemeenten niet rond kregen en daardoor ook op een aantal andere criteria van het PAF strandden. In de periode 2007-2010 werd door geen enkele sportvereniging waarvan de aanvraag werd geweigerd gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. Conclusies 1 het niet verkrijgen van cofinanciering door gemeente is een belangrijke oorzaak gebleken van het weigeren van renteloze leningen. 2 sportverenigingen wachtten vaak eerst besluitvorming rond cofinanciering gemeente af voordat meerjarenonderhoudsplannen werden opgesteld en andere noodzakelijke maatregelen, zoals het starten van ruimtelijk-planologische procedures, werden getroffen
6 Gemeentelijke cofinanciering Uit bovenstaande blijkt dat cofinanciering door de gemeente bij lange na niet een uitgemaakte zaak was. De hoogte van een renteloze lening per project bedroeg maximaal 30% van de geraamde investeringen tot een maximum van € 50.000,-. Daarbij gold de voorwaarde dat de gemeente minimaal een in hoogte vergelijkbare bijdrage diende te leveren. Sportaccommodatiebeleid is de verantwoordelijkheid van de gemeenten en maakt onderdeel uit van het gemeentelijke voorzieningenbeleid. De voorwaarde dat de lokale overheid de aanvraag zou ondersteunen en ook substantieel zou bijdragen aan de realisatie daarvan, was daarom een door de provincie logisch gekozen voorwaarde. Een aantal keren kwam het voor dat er een aanvraag bij ons werd ingediend, terwijl de gemeentelijk cofinanciering nog niet geregeld was, dan wel de besluitvorming hieromtrent was afgerond. Wanneer het onduidelijk was of en hoeveel een gemeente wilde bijdragen, dan werd het voor ons lastig om de hoogte van onze eigen bijdrage te bepalen. De afhandeling van de tender liep op deze wijze meerdere malen vertraging op. Overigens impliceerde de terughoudendheid van gemeenten niet dat de gemeenten weigerachtig of te armlastig waren om cofinanciering te leveren. Onze ervaring was dat gemeenten juist wel bereid waren om mee te denken over de financiering van de plannen, ondanks de soms beperkte financiële armslag. Binnen de gemeenten werd en wordt nog steeds verschillend omgegaan met subsidiëring van sportaccommodaties. Dit laatste gold evenzeer voor de mate van privatisering van de sportaccommodaties. Zo waren er gemeenten, zij het enkele, die geen privatisering van de sportaccommodaties hebben doorgevoerd of zullen gaan doorvoeren. In een aantal gevallen heeft onze regeling er juist toe bijgedragen dat de gemeente alsnog over de brug kwam met cofinanciering. Een ander mooi voorbeeld was dat de gemeente Slochteren de provinciale regeling als voorbeeld heeft gebruikt om zelf een subsidieregeling voor de sportverenigingen en hun accommodaties te ontwikkelen (het project VV Siddeburen 2009 is hiermede van het gevolg). Conclusies 1 een aantal gemeenten is wel en een aantal gemeenten is niet bereid geweest om cofinanciering te leveren voor de door de sportverenigingen gewenste voorzieningen 2 gemeenten gaan verschillend om met privatisering van sportaccommodaties 3 in sommige gevallen heeft het PAF er juist voor gezorgd dat gemeenten met cofinanciering over de brug zijn gekomen
7
7 Overeenkomsten Tezamen met de sportverenigingen waaraan een renteloze lening werd vertrekt werden overeenkomsten opgesteld en ondertekend. Het tot stand komen van de overeenkomsten is voortdurend goed verlopen. Overeenkomsten werden in goed onderling overleg tot stand gebracht. Op grond van de ervaringen die wij inmiddels hebben opgedaan met de overeenkomsten, en in het bijzonder de naleving daarvan, is ons opgevallen dat de facturen (voor de aflossing van de renteloze lening) die twee keer per jaar door de provincie naar de sportverenigingen werden verstuurd netjes werden betaald. Echter, het nakomen van de andere verplichtingen zoals bijvoorbeeld het jaarlijks (gedurende de periode van aflossing) opsturen van de jaarrekening, daaraan wordt niet tot nauwelijks voldaan. Dit betekende een extra inspanning van onze kant om deze sportverenigingen te wijzen op hun verplichtingen zodat zij daar alsnog aan zouden voldoen. Hierbij merkten we dat we te maken hebben met sportverenigingen die organisatorisch draaien op basis van vrijwilligers. Waarschijnlijk mede door het verloop van deze vrijwilligers (bestuurlijk en organisatorisch) komt de continuïteit en het nakomen van de afspraken zoals verwoord in de overeenkomst onder druk te staan. Dit vraagt om blijvende aandacht van de kant van de provincie maar evenzeer van de sportverenigingen in kwestie. De verplichtingen die wij in de overeenkomsten hebben opgenomen zijn er voor om te kunnen volgen of de sportverenigingen met de kosten van groot en preventief onderhoud in de jaren die komen rekening houden. PAF is mede in het leven geroepen om de sportverenigingen juist te ondersteunen bij het meerjarenonderhoud. Als de sportverenigingen de overeenkomst niet nakomen kunnen wij niet beoordelen of zij de gemaakte MOP's daadwerkelijk inzetten (qua onderhoud en financieel). Conclusies 1 overeenkomsten tussen sportverenigingen en provincie zijn in goed en onderling overleg tot stand gebracht 2 overeenkomsten werden op het punt van jaarlijks indienen van jaarrekeningen slecht nagekomen 3 facturen voor aflossing renteloze lening werden netjes betaald door de sportverenigingen
8 Verenigingen Aan de sportverenigingen, die van de provincie een renteloze leningen hebben gekregen, zijn de volgende vragen gesteld: a b c
of het MOP nog steeds een belangrijke plaats inneemt binnen de sportvereniging (bestuurlijkorganisatorisch) welke reden is aan te voeren voor het niet naleven van de overeenkomsten wat is voor de sportvereniging de meerwaarde geweest van het PAF
ad a. Alle sportverenigingen hebben aangegeven dat het Meerjarenonderhoudsplan nog steeds een belangrijke plaats inneemt binnen de organisatie van de sportvereniging. Een aantal verenigingen heeft het meerjarenonderhoudsplan c.q. het meerjarenonderhoud als apart agendapunt opgenomen binnen de bestuursvergaderingen. Bovendien werd door de sportverenigingen, die in de beginperiode van het PAF een renteloze lening hebben gekregen, aangegeven dat het MOP inmiddels is geactualiseerd. ad b. Voor het niet volledig nakomen van de overeenkomsten voeren verreweg de meeste sportverenigingen aan dat we te maken hebben met vrijwilligers en dat er een sterk verloop is onder die vrijwilligers. Er is geen sprake van onwil maar men zou het heel prettig vinden als er jaarlijks een mail of een brief van de kant van de provincie komt waarin gevraagd wordt om bijvoorbeeld een afschrift van de jaarrekening van
8
de sportvereniging op te sturen. De oproep aan de provincie wordt versterkt door het beeld dat bestaat bij het betalen van de aflossingen. Twee keer per jaar verstuurt de provincie facturen en die worden vervolgens netjes door de sportverenigingen betaald. ad c. De meerwaarde van PAF ligt volgens de sportverenigingen bij het wel of niet realiseren van (ver)bouwplannen van de accommodatie van de vereniging. Een aantal verenigingen gaf aan dat de plannen zonder renteloze lening van de provincie niet gerealiseerd zouden zijn ("…we hadden het anders niet aangedurfd…", "…de verbouwing zou niet zijn doorgegaan omdat we te weinig financiële armslag hadden…", "…door de renteloze lening van de provincie kregen we net het financiële duwtje dat nodig was…"). Een aantal verenigingen gaf aan dat zonder renteloze lening van de provincie de verbouwing wel zou zijn doorgegaan maar veel soberder van opzet ("…gunstige regeling om oorspronkelijk en meest gewenste plan te kunnen realiseren…".) Conclusies 1 Meerjarenonderhoudsplannen maken (inmiddels) bestuurlijk en organisatorisch belangrijk onderdeel uit van de sportverenigingen die van de provincie een renteloze lening hebben gekregen, 2 sportverenigingen willen graag een reminder als het gaat om het nakomen van de verplichtingen die onderdeel uitmaken van de overeenkomsten, 3 Sportverenigingen die een renteloze lening van de provincie hebben ontvangen zijn van mening dat er een meerwaarde is uitgegaan van het PAF.
9 Uitvoeringslasten In 2006 werd destijds bij de berekening van de verwachte uitvoeringskosten van het Provinciaal Accommodatie Fonds uitgegaan van de kosten van inzet personeel (exclusief overhead) voor het beoordelen en toekennen van de betreffende aanvragen. Op basis daarvan werd de volgende inschatting gemaakt omtrent de provinciale inzet voor deze regeling: -
Personele inzet wordt geschat op ca. 250 uren (functieschaal 11). Hierbij wordt de kanttekening geplaatst dat het een schatting betreft omdat er nog geen ervaringen zijn opgedaan met de uitvoering van PAF. De uitvoeringskosten van deze regeling bedragen op grond daarvan ca. € 12.000,-- (exclusief overhead).
De daadwerkelijke uitvoeringslasten zijn de afgelopen jaren komen te liggen op meerdere afdelingen en bij meerdere personen. Afdeling CW De afdeling Cultuur&Welzijn heeft als loket gediend en is verantwoordelijk geweest voor de uitvoering van het PAF. De werkzaamheden werden verricht door de beleidsmedewerker Sport en door het subsidiecluster van CW. A:
Werkzaamheden van de beleidsmedewerker Sport bestonden o.a. uit: overleg voeren met projectindieners en gemeenten uitvoeren volledigheidstoets brieven opstellen voor opvragen aanvullende informatie inhoudelijk beoordelen van de aanvragen opstellen beleidsnotities GS en PS uitzetten aanvragen en afstemmen met afdelingen FC, RP, ABJ opstellen overeenkomsten PAF en overleg hierover voeren met sportverenigingen formaliseren overeenkomsten via interne procedures opstellen tussenevaluatie en eindevaluatie PAF opstellen persberichten communicatie via media en website provincie irt PAF
9
Per jaar bedroeg de tijdsinvestering voor bovengenoemde werkzaamheden: 200 uur. Inclusief overhead was hiermee een bedrag gemoeid van circa € 13.000,-. B:
Werkzaamheden van de medewerker van het subsidiecluster betroffen: opstellen en verzenden ontvangstbevestigingen opstellen en verzenden verleningsbeschikkingen en weigeringen incl. verwerking in ProMIS-GS of ProMIS-subsidies digitaal in ProMIS-GS samen behandelen en afhandelen van de aanvragen.
Per jaar bedroeg de tijdsinvestering voor deze werkzaamheden: 5 uur. De kosten die hiermee gepaard gingen bedroegen circa: € 325,Afdeling F&C De werkzaamheden die de afdeling F&C voor het PAF hebben uitgevoerd waren de afgelopen jaren verspreid over 3 medewerkers. De financieel controller voerde jaarlijks op basis van de ingediende aanvragen en de daarbij geleverde financiële informatie (investeringsbegroting/dekkingsplan, jaarrekeningen) een financiële toets uit om te bepalen of een plan financieel haalbaar was in relatie tot de financiële mogelijkheden die de sportvereniging zelf aandroeg. D.w.z. de financieel controller toetste de sportvereniging op kredietwaardigheid. Door de provincie werd het mede van belang geacht dat de sportvereniging die een renteloze lening zou krijgen ook in staat zou zijn die netjes terug te betalen. Het aantal uren dat jaarlijks voor PAF werd ingezet bedroeg 5. De kosten kwamen daarmee op € 325,Verder werden door twee financieel medewerkers de volgende werkzaamheden verricht voor PAF: financiële administratie van de leningen uitbetaling van leningen jaarlijks opstellen en verstrekken van saldobiljetten twee maal per jaar opstellen/versturen van facturen controle op betalingen indien van toepassing versturen aanmaningen De hoeveelheid uren die met bovengenoemde werkzaamheden werden ingezet bedroegen per jaar 16 uur. De kosten komen hiermee op € 1.040,-. Bij het berekenen van de uitvoeringslasten is gebruik gemaakt van het interne uurtarief 2010 van € 65,per uur. Kortom de totale ureninzet per jaar voor de uitvoering van het PAF komt daarmee op 226 uren. De uitvoeringslasten bedroegen jaarlijks € 14.690,- (inclusief overhead) Conclusie is dan ook dat de uitvoeringslasten binnen het bereik zijn gebleven van de raming die destijds in 2006 (€ 12.000,- exclusief overhead) was gemaakt. Rentelasten Wat nog over de rentelasten valt te melden is dat we daarvoor jaarlijks binnen de begroting een bedrag van € 16.000,- hebben opgenomen voor de daaruit voortvloeiende rentelasten. Dit bedrag werd mede gebaseerd op het beschikbare budget van € 500.000,- bij de uitvoering van het PAF Conclusies 1 de daadwerkelijke uitvoeringslasten van het PAF liggen in de lijn van de raming die in 2006 en voorafgaand aan de uitvoering van de regeling door GS werd opgesteld 2 de uitvoeringslasten zijn relatief laag gebleken, te weten: € 14.690,-
10
10 Huis voor de Sport Groningen Om voor een renteloze lening in aanmerking te kunnen komen gold de voorwaarde dat de gevraagde voorziening onderdeel moest uitmaken van het meerjaren onderhoudsplan van de sportvereniging. Het meerjarenonderhoudsplan (inclusief begroting) moest dan ook door de sportvereniging bij de aanvraag worden gevoegd. De provincie heeft altijd veel waarde gehecht aan deze voorwaarde omdat uit onderzoek was gebleken dat veel sportverenigingen met sportaccommodaties en/of onderdelen daarvan in eigen beheer, geen meerjarenonderhoudsplannen hadden. Bovendien bleek uit onderzoek dat sporttakken waar meerjarenonderhoudsplannen wel nadrukkelijk werden gebruikt, zoals tennis, er minder problemen en knelpunten naar voren werden gebracht bij de instandhouding van hun accommodatie. Voor ondersteuning bij het opstellen van meerjarenonderhoudsplannen en bij het indienen van de subsidieaanvraag kon de sportvereniging een beroep doen op het Huis voor de Sport Groningen. Het Huis voor de Sport Groningen beschikte over deskundigheid op dit terrein en heeft in 2007 ten aanzien van het meerjarenonderhoudsplan een ondersteuningspakket ontwikkeld. In de periode 2007-2010 onderhield de provincie een structurele subsidierelatie met het Huis voor de Sport Groningen waarvan verenigingsondersteuning onderdeel uitmaakte. Veel sportverenigingen die een beroep hebben gedaan op PAF, hebben daarom gratis ondersteuning gehad van het Huis voor de Sport Groningen bij het opstellen van de meerjarenonderhoudsplannen. Onderzoek Het Huis voor de Sport Groningen wil een vervolg geven aan de ondersteuning van sportverenigingen en gemeenten op het terrein van sportaccommodaties en -accommodatiebeleid. Het Huis voor de Sport signaleert namelijk knelpunten op o.a. het terrein van de sportaccommodaties in onze provincie. Knelpunten zoals: • vraag naar en aanbod van sportmogelijkheden lopen uiteen; • leegstand sportaccommodaties; • achterstallig onderhoud sportaccommodaties; • exploitatietekorten sportaccommodaties; • veel gemeenten kijken niet over gemeentegrenzen heen. Mede op basis van deze constatering is men voornemens om dit jaar in onze provincie een onderzoek te verrichten naar de aard, omvang, spreiding en beheersvorm van de sportaccommodaties in onze provincie. Op dit moment zoekt het Huis voor de Sport Groningen hiervoor de steun bij gemeenten om dit onderzoek te kunnen verrichten. Als het onderzoek plaatsvindt dan zal in eerste instantie een inventarisatie worden verricht. Uitkomsten van de inventarisatie moeten leiden tot vervolgstappen die aan de betrokken partners worden voorgelegd en besproken. Het onderzoek vloeit mede voort uit de wens van het Huis voor de Sport Groningen om haar (ondersteunings-)diensten op het terrein van sportaccommodaties verder te ontwikkelen, uit te breiden en op te nemen binnen het huidige en toekomstige productenaanbod. Conclusies 1 het Huis voor de Sport Groningen heeft binnen het PAF een belangrijke rol vervuld inzake de ondersteuning van sportverenigingen bij het opstellen van aanvragen en meerjarenonderhoudsplannen. 2 het Huis voor de Sport Groningen heeft een methodiek en ondersteuningspakket voor sportverengingen ontwikkeld inzake meerjarenonderhoudsplannen 3 het Huis voor de Sport Groningen wil op het terrein van sportaccommodaties en –beleid haar dienstenpakket verder ontwikkelen en uitbreiden.
11
11
2011 en verder
De subsidieregeling Provinciaal Accommodatie Fonds heeft een looptijd van 4 jaren van 2007 tot en met 2010 en maakte onderdeel uit van de sportnota “Mitdoun = Goud!”. Vraag is nu of PAF een vervolg dient te krijgen of niet. Mocht besloten worden de regeling niet voort te zetten wat zijn dan mogelijke alternatieven. Om deze laatste vraag te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om de laatste ontwikkelingen binnen ons huidige en nieuwe provinciale sportbeleid erbij te betrekken. Sportnotitie Provincie Groningen Met ingang van 2011 is er door de provincie voor sport geen nieuw sportnota opgesteld maar een sportnotitie. Het woord sportnotitie spreekt hierbij boekdelen. In het kader van de bezuinigingen heeft de provincie er voor gekozen om het provinciale sportbeleid naar beneden toe bij te stellen. Voor sportverenigingen met sportaccommodaties, of onderdelen daarvan, in eigen beheer in krimpgebieden is er aansluiting te vinden binnen het nieuwe provinciale sportbeleid. Een speerpunt van het sportbeleid is namelijk het faciliteren van regionale initiatieven in relatie tot sport en sportvoorzieningen. Hierover staat het volgende in de sportnotitie vermeld: A. Faciliteren van regionale initiatieven in krimpgebieden in relatie tot sport en sportvoorzieningen Wij willen bijdragen aan het op peil houden van het sportaanbod en de sportvoorzieningen in de krimpregio's. Het sportaanbod en de sportvoorzieningen komen meer en meer onder druk te staan. Dit is een ongewenste situatie, omdat sport en sportbeoefening een van de essentiële peilers zijn voor de leefbaarheid van dorp of gebied. Niet alles zal behouden kunnen blijven. Daarom moet gekeken worden naar alternatieven en oplossingen voor sporters, sportvereniging(en) en sportaccommodaties. Maatwerk is hierbij het sleutelwoord. Daarnaast willen we de gezondheid van de inwoners in de krimpgebieden verbeteren door sport en bewegen. Dit omdat de gezondheid, waaronder overgewicht, in deze gebieden slechter scoort dan gemiddeld in Nederland én in de provincie Groningen. Wij zullen hier samen met de regio’s aan werken. Plannen worden ingebed in de Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen en er wordt aansluiting gezocht bij het Masterplan 'Zorg voor de Toekomst Noord- en Oost-Groningen', in het bijzonder bij het programma “leefstijlinterventie”. Bovenstaande betekent wel dat sportaccommodaties in de krimpgebieden daadwerkelijk onderdeel moeten worden van de Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen wil men voor financiering in aanmerking kunnen komen. De provincie stelt namelijk via de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden middelen ter beschikking voor projecten en uitvoeringsprogramma’s die onder de Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen hangen en die ‘krimp- en regioproof’ zijn. Op dit moment wordt binnen de 3 krimpregio’s hard gewerkt aan het tot stand brengen van deze Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen. Voorzieningen en daarmee ook sportvoorzieningen c.q. accommodaties maken zoals de zaken er nu voorstaan belangrijk onderdeel van uit. Sportverenigingen en –accommodaties staan in krimpgebieden onder druk en dit vraagt om alternatieven en oplossingen voor sporters, sportvereniging(en) en sportaccommodaties. Programma Landelijk Gebied Voor sportverenigingen met een accommodatie, en/of onderdelen daarvan in eigen beheer, biedt het Programma Landelijk Gebied tot en met 2013 mogelijkheden voor de hele provincie (zowel krimpgebieden als niet-krimpgebieden). Alleen de sportverenigingen in de stad Groningen zijn van deze mogelijkheid uitgesloten. Binnen het Programma Landelijk Gebied zijn leefbaarheid en sociale economische vitalisering belangrijke aandachtsvelden c.q. peilers. In combinatie met LEADER (EU/POP-middelen) is in de afgelopen jaren, zij het gering, in het kader van het in stand houden van basisvoorzieningen op het platteland een aantal projecten rond sportaccommodaties en sportverenigingen met subsidiemiddelen gehonoreerd. Met name daar waar sportvoorzieningen gecombineerd werden met en geïntegreerd werden in Multifunctionele Accommodaties (MFA) en Brede scholen leverde dit subsidiemiddelen en voordelen op voor de lokale sportinfrastructuur en de sportverenigingen die gebruik maken van die MFA’s en brede scholen.
12
Daarnaast zijn ook projecten gehonoreerd waarbij sportverenigingen extra functies aan hun accommodatie toevoegden, zoals bijvoorbeeld naschoolse opvang, kinderopvang, dorpsactiviteiten etc. Functies die belangrijk zijn voor de dorpsgemeenschap en waarbij het medegebruik van de accommodatie de leefbaarheid van het dorp en omgeving ten goede komen. Voorbeelden hiervan zijn: de uitbreiding en modernisering van de dojo van de judovereniging Muntendam en de renovatie en uitbreiding van het clubgebouw van voetbalvereniging BNC te Finsterwolde. Voor genoemde projecten zijn subsidies verleend die niet, zoals bij een renteloze lening het geval is, terugbetaald hoeven te worden. Op dit moment is niet bekend hoe het PLG er na 2013 uit komt te zien. Conclusies 1 sportverenigingen met accommodaties, of onderdelen daarvan, in eigen beheer kunnen in krimpgebieden (in 2011 en verder) aanhaken bij het provinciale beleid op het terrein van bevolkingsdaling. Dit laatste als de krimpregio’s sportvoorzieningen, -accommodaties en sportverenigingen onderdeel laten uitmaken van de Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen en uitvoeringsprogramma’s 2 het Programma Landelijk Gebied biedt sportverenigingen met een eigen accommodatie tot en met 2013 mogelijkheden voor subsidies mits de gevraagde voorzieningen passen binnen de criteria en kaders die gelden binnen het PLG en LEADER. Een aantal sportverenigingen dat binnen hun accommodatie medegebruik heeft gerealiseerd en waarbij de leefbaarheid van het dorp en omgeving een positieve impuls hebben gekregen zijn in het verleden met subsidies gehonoreerd. 3 alternatieve provinciale ondersteuningsmogelijkheden voor PAF zijn na 2010 voor handen waarbij de kanttekening geplaatst moet worden dat sportverenigingen met accommodaties, of onderdelen daarvan, in eigen beheer bij genoemde alternatieven niet de enige doelgroep zijn zoals bij het PAF het geval was. Sportverenigingen in de stad Groningen vallen buiten de alternatieve mogelijkheden.
12
Eindconclusies 1
2 3
4 5 6 7
de subsidieregeling Provinciaal Accommodatie Fonds 2007-2010 heeft ertoe geleid dat 12 sportverenigingen met een eigen accommodatie, of onderdelen daarvan, in eigen beheer door de provincie in staat werden gesteld om hun bestaande sportaccommodatie te handhaven, op te waarderen, en/of nieuwe voorzieningen te realiseren. Hiermee is een verdergaande verschraling van de sportaccommodaties tegengegaan en werden de 12 sportverenigingen in staat gesteld een betere opvang en faciliteiten te bieden aan hun sporters, de uitvoering van de subsidieregeling PAF is succesvol verlopen en heeft voor sportverenigingen die een renteloze lening hebben ontvangen een meerwaarde betekent. er is geen run op het PAF geweest. Gedurende de vier jaren dat de subsidieregeling van kracht was, zijn met een zekere regelmaat aanvragen door sportverenigingen ingediend. Elk jaar zijn er voldoende middelen voor handen geweest om de sportverenigingen die voor een renteloze lening in aanmerking kwamen te kunnen bedienen. Er is geen financiële weigeringsgrond gebruikt. niet alle voor het PAF beschikbare middelen (€ 500.000,-) zijn als renteloze leningen verstrekt aan sportverenigingen (€ 417.500,-) de provinciale uitvoeringslasten PAF zijn relatief laag gebleken met ingang van 2011 en verder zijn (m.u.v. sportverenigingen in de stad Groningen) alternatieve provinciale ondersteuningsmogelijkheden aanwezig op het terrein van sportaccommodaties cofinanciering door gemeenten heeft een belangrijke rol gespeeld bij het wel of niet honoreren van renteloze leningen
13