Protocol Dyslexie RLS
1
Inhoudsopgave
1.
Visie van het Rijnlands Lyceum Sassenheim
2.
Begeleiding van dyslectische leerlingen
3.
Aangepaste regelingen voor leerlingen met een dyslexieverklaring Bijlage Procedure Vermoeden van dyslexie
2
1. Visie van het Rijnlands Lyceum Sassenheim Het Rijnlands Lyceum Sassenheim heeft een dyslexiebeleid geformuleerd met als doel de dyslectische leerlingen een eerlijke kans te geven het diploma te halen dat past bij de capaciteiten van die leerling. Uitgangspunt is dat de leerling na het behalen van een diploma voldoende kennis en vaardigheden in huis heeft om een vervolgopleiding met succes te kunnen starten. Voorop staat dat het diploma van een leerling met dyslexie hetzelfde is als het diploma van andere leerlingen. Dit betekent dat voor leerlingen met dyslexie dezelfde eindtermen gelden. Op weg naar deze eindtermen kan een dyslectische leerling echter gebruik maken van extra ondersteuning en faciliteiten. Doelstelling van deze extra ondersteuning is altijd om de leerling zelfstandig te maken en de kans te geven zo goed als mogelijk te presteren. Alle leerlingen met dyslexie krijgen vanaf het schooljaar 2011-2012 in de brugklas de mogelijkheid deel te nemen aan de cursus ‘Dyslexie de baas’. Deze cursus is een belangrijke eerste stap om de leerlingen vaardigheden aan te leren om goed met de dyslexie om te leren gaan. De leerlingen vergroten hun zelfvertrouwen en zelfredzaamheid. Vanaf de brugklas worden leerlingen door de dyslexiecoach begeleid in het oplossen van mogelijke problemen. Alle leerlingen met dyslexie hebben daarnaast recht op extra tijd en in de onderbouw voor de talen een aangepaste normering. Eventuele extra voorzieningen zoals het gebruik van het computerprogramma Kurzweil bij toetsen, kunnen in overleg met en na toestemming van de dyslexiecoach aangeboden worden. Op een dyslexiekaart wordt per leerling ieder jaar voor 1 oktober vastgelegd van welke extra faciliteiten zij dat jaar gebruikmaken. Van deze dyslexiekaart krijgen ook ouders en mentoren een kopie. De betrokken jaarlaagcoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering van datgene wat op de kaart is afgesproken voor het schooljaar. Uitgangspunt bij toepassing van het dyslexiebeleid is dat dit beleid uitsluitend van toepassing is voor een leerling die in het bezit is van een door een BIG geregistreerde psycholoog/orthopedagoog verstrekte dyslexieverklaring. Wanneer bij een leerling lopende zijn middelbare school carrière het vermoeden van dyslexie wordt gesignaleerd wordt de procedure beschreven onder 4. gevolgd.
3
2. Begeleiding van dyslectische leerlingen Leerlingen met een dyslexieverklaring worden begeleid door hun mentor en de dyslexiecoach. De mentor begeleidt de leerling bij de dagelijkse gang van zaken op school. De dyslexiecoach coacht daarbij de dyslectische leerlingen bij problemen die gerelateerd zijn aan dyslexie. Vanaf de brugklas hebben de leerlingen 2 a 3 coachingsgesprekken per jaar. Afhankelijk van de wensen en behoeften van de leerling vinden er meerdere gesprekken plaats. Vanaf de bovenbouw kan de leerling nog steeds een beroep doen op de coach, maar ligt het initiatief voor deze gesprekken bij de leerling. Als een leerling behoefte heeft aan extra ondersteunende maatregelen bespreekt hij of zij dit altijd eerst met de dyslexiecoach. De dyslexiecoach bepaalt in overleg met de jaarlaagcoördinator of aan de wensen van de leerling tegemoet gekomen kan worden. In de brugklas kunnen leerlingen de cursus ‘Dyslexie de baas’ volgen. De cursus richt zich op het vergroten van de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van leerlingen met dyslexie. Door middel van oefeningen, gesprekken en rollenspellen geven we leerlingen handvatten waarmee zij op school goed om kunnen gaan met hun dyslexie. De cursus bestaat uit 4 leerling-bijeenkomsten en een ouderbijeenkomst.
4
3. Aangepaste regelingen voor leerlingen met een dyslexieverklaring Er kunnen standaard de volgende aangepaste regelingen aangeboden worden: 1. Extra tijd Een dyslectische leerling heeft in de niet-examenklassen recht op maximaal 10 minuten extra tijd bij (centrale) proefwerken in de toetsweken. Een dyslectische leerling heeft in geval van examentoetsen recht op maximaal 10 minuten extra tijd per lesuur, met een maximum van 30 minuten. Bij het Centraal Examen geldt een verlenging van de duur van het examen met ten hoogste 30 minuten (melding aan inspectie). Om problemen tijdens reguliere lessen zoveel mogelijk te voorkomen wordt docenten dringend geadviseerd om voor proefwerken en schriftelijke overhoringen, die buiten de toetsweken worden afgenomen,oplossingen te zoeken om de toets voor een dyslectische leerling binnen een lesuur mogelijk te maken. Docenten kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen wanneer de toets 50 minuten minuten in beslag neemt voor de dyslectische leerlingen een aantal opdrachten aan te wijzen die zij niet hoeven maken. 2. Aangepaste normering Bij de vakken Nederlands, Engels, Frans en Duits hebben dyslectische leerlingen recht op een aangepaste normering bij toetsen in de onderbouw. Bij School Examens en het Centraal Examen geldt echter geen aangepaste normering. Nederlands: Bij schrijfopdrachten (toetsen) wordt een maximale aftrek gehanteerd van 2 punten voor taal en spelling. Herhalingen van typisch dyslectische spelfouten (klinkers omdraaien, woorden fonetisch schrijven) worden in schrijfopdrachten niet meegerekend. Bij woorddictees wordt bij fonetisch gespelde woorden een halve punt afgetrokken (in plaats van één punt). Bij toetsen die alleen de spellingvaardigheid toetsen kan een dyslectische leerling niet lager halen dan een 3. In overleg met de docent Nederlands kan een leerling gebruik maken van luisterboeken. Engels, Frans en Duits: Er wordt als volgt nagekeken: de toetsen van niet dyslectische leerlingen worden eerst nagekeken om te zien welke fouten zij hebben gemaakt. Dan pas worden de toetsen van de dyslectische leerlingen nagekeken. Maken ze dezelfde fout, dan wordt het ook aangerekend. Typische dyslectische spelfouten zoals klinkers
5
omdraaien, woorden fonetisch schrijven, worden wel aangekruist maar niet fout gerekend. Grammatica fouten, dingen die geleerd hadden kunnen worden, worden regulier beoordeeld Als er een tussentoets gegeven wordt is het soms niet mogelijk om extra tijd te geven, omdat de leerlingen weer les hebben. De docent vertelt aan de dyslectische leerling welke oefening hij kan overslaan. De achterliggende gedachte is dat dyslectische leerlingen vaak niet aan de laatste oefening(en) toe komen, terwijl daar juist het inzicht wordt getoetst. De leerling krijgt dan een aangepaste norm ( tenzij hij natuurlijk alsnog de betreffende oefening gemaakt heeft). In overleg met de docent kan een leerling gebruik maken van luisterboeken. Voor de luistervaardigheid geldt het volgende: de leerlingen krijgen extra tijd, om tussendoor te schrijven en lezen (van de opgaven). Niet om het extra vaak te luisteren. Er wordt een centraal moment gepland voor alle dyslectische leerlingen uit één jaarlaag. De dyslectische leerlingen hebben zelf de keuze om hieraan deel te nemen. Daarnaast zullen wij de leerlingen adviseren om met hulpprogramma’s en sites zoals “wrts” en “teach 2000” te werken. Het Rijnlands Lyceum Sassenheim biedt in de onderbouw de mogelijkheid tot het volgen van steunlessen o.a. in de vakken Engels, Frans en Nederlands. 3. Lay-out Lesmateriaal en testmateriaal moeten duidelijk, overzichtelijk en in getypte vorm aangeboden worden. Alle leerlingen krijgen proefwerken aangeboden in lettertype Arial puntgrootte 12 en regelafstand 1.5. 4. Dispensatie regeling Een eventuele vrijstelling voor een moderne vreemde taal, met uitzondering van engels, kan op schriftelijk verzoek van de ouders/verzorgers door de school worden verleend. Een dispensatie kan, afhankelijk van de profielkeuze, worden verleend vanaf VWO 4. In het schriftelijke verzoek moet door de ouders/verzorgers staan opgenomen dat de mogelijke consequenties van een vrijstelling, nu en in de toekomst, geheel binnen de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers vallen. De school zal nimmer aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de mogelijke gevolgen van een vrijstelling op studie- en beroepskeuze. De jaarlaagcoördinator beslist, in overleg met de conrector en dyslexiecoach, of een dispensatieverzoek wordt gehonoreerd.
6
5. Kurzweil en computergebruik Dyslectische leerlingen kunnen thuis gebruik maken van het ICT-programma Kurzweil. Ouders moeten daarvoor zelf het programma en de digitale boeken aanschaffen. Ouders kunnen de school om advies vragen bij de aanschaf van het programma en beschikbare digitale boeken. Tijdens de coaching is er ruimte leerlingen te ondersteunen in het gebruik van het programma. Vanaf het schooljaar 2012-2013 is het voor leerlingen in de bovenbouw mogelijk bepaalde (school)examentoetsen via Kurzweil te maken. Dyslectische leerlingen mogen daarnaast hun (school)examentoetsen na overleg met de dyslexiecoach en jaarlaagcoördinator op de computer uitwerken. Hierbij staat de functie voor het gebruik van een woordenboek uit, de spellingscontroller staat aan. Leerlingen die hiervan gebruik willen maken, geven dit voor 1 oktober door aan de dyslexiecoach, zodat dit opgenomen wordt op de dyslexiekaart van de leerling.
7
Bijlage Procedure Vermoeden van dyslexie Een stappenplan voor docent, mentor en coach Ondanks dat leerlingen op de basisscholen gescreend worden op dyslexie kan het zijn dat een leerling in het middelbaar onderwijs opvalt als mogelijk dyslectisch en alsnog op dyslexie getest zal moeten worden. Het samenwerkingsverband (van VO-scholen in de regio) heeft een procedure opgesteld die alle VO-scholen in de regio volgen. De procedure is als volgt: Wanneer vakdocenten, ouders of leerling zelf vermoeden dat er sprake is van dyslexie dan zijn de volgende stappen van toepassing: 1. Vakdocenten, ouders of leerling geven hun vermoeden door aan de mentor. 2. De mentor haalt bij de dyslexiecoach de vragenlijsten op uit bijlage 1 en 2. 3. Deze vragenlijsten worden door mentor en docenten ingevuld. 4. De mentor verzamelt ze en levert ze bij de coach in. 5. De dyslexiecoach maakt een samenvattend verslag van de informatie en beoordeelt of verder onderzoek noodzakelijk is. 6. Wanneer de dyslexiecoach onderzoek geïndiceerd acht of in geval van twijfel overlegt hij/zij met een RT-er van het Samenwerkingsverband. 7. Indien besloten wordt dat verder onderzoek noodzakelijk is, start de coach met de Intakefase. 8. De onderzoeks- en indiceringfase worden door Centraal Nederland (een onderzoeken indiceringorganisatie) uitgevoerd, uitsluitend na toestemming van de RT-er van het Samenwerkingsverband. De intake: 1. De coach gaat in het dossier van de leerling na of er al eerder sprake is geweest van ernstige lees- en/of spellingproblemen die het recente vermoeden van dyslexie bevestigen. Informatie over begeleiding en (technische) hulp kunnen meer duidelijkheid verschaffen over de hardnekkigheid van de eventueel reeds bekende problemen. Wanneer er namelijk al sprake is geweest van begeleiding en dit niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd is dat een goede indicator van hardnekkigheid. 2. De coach voert een intakegesprek met de leerling waarin helder moet worden hoe de leerling de problemen op het gebied van lezen en spelling ervaart. De vraag die door de leerling beantwoord moet worden is: waar de problemen zitten en wat hij of zij merkt van de problemen (waar loopt hij/zij tegen aan?) (zie bijlage 3). 3. De leerling krijgt de volgende documenten mee met het verzoek aan de ouders deze in te vullen en te retourneren t.a.v. de dyslexiecoach: a. een vragenlijst b. een toestemmingsformulier om de gegevens van hun kind beschikbaar te stellen voor het Samenwerkingsverband VO D&B en voor Centraal Nederland
8
4. Wanneer de aangemelde leerling in klas 1 zit, neemt de dyslexiecoach contact op met de basisschool van de leerling om inzicht te verkrijgen in de leergeschiedenis. Hiervoor is een ‘vragenlijst basisschool’ beschikbaar. 5. De dyslexiecoach heeft aan het eind van de intakefase een zo compleet mogelijk dossier opgebouwd. De testen: 1. Wanneer een leerling wordt opgenomen in het testtraject, maakt de onderzoeker (dyslexiecoach/ rt-er) een afspraak met de leerling om de testen af te nemen. Dit dient te gebeuren op een rustige plek in school waar de leerling zich goed kan concentreren en waar audioapparatuur aanwezig is. 2. De volgende testen worden afgenomen bij leerlingen uit klas 1 en 2 a) Leessnelheid “Tekenbeet” (signaleringstoets) b) Dictee “Het wonderlijke weer” (signaleringstoets) c) EMT-A d) de Klepel-A e) AVI 9B f) Het Kijbewijs g) Fonemische analysetoets (Van Luijn) 3. De volgende testen worden afgenomen bij leerlingen uit klas 3 en hoger: a) EMT-A (Normering 16-jarigen gebruiken b) De Klepel-A (normering 16-jarigen gebruiken) c) AVI 9B d) Het Kijbewijs e) fonemische analysetoets f) Woordomkering (uit Brains) g) Continu Benoemen en Woorden Lezen (CB&WL) van Van den Bos en Lutje Spelberg (2007) 4. De uitslag van de testen worden ingevuld op de scoreformulieren en toegevoegd aan het dossier. 5. Tot slot moet aan het dossier van leerlingen in klas 3 en hoger een drietal schrijfproducten toegevoegd worden, bijvoorbeeld een spontaan geschreven verslag in het Nederlands of een proefwerk geschiedenis, waarbij uitgebreide antwoorden opgeschreven zijn. Het volledige dossier wordt opgestuurd naar de RT-er van het samenwerkingsverband. Deze stuurt na controle de gegevens door naar Centraal Nederland De afronding: 1. De uitslag van het onderzoek wordt door Centraal Nederland naar de ouders gezonden. 2. Centraal Nederland vraagt de ouders toestemming het ook naar de school te sturen. Indien ouders deze toestemming niet geven, wordt het onderzoek niet door het SWV bekostigd en zullen zij het zelf moeten betalen. 3. Wanneer toestemming is gegeven komt een kopie van de dyslexieverklaring en van het rapport in het dossier van de leerling. 9
4. De dyslexiecoach informeert alle betrokkenen (mentor en vakdocenten) op school. 5. De dyslexiecoach ziet er op toe dat de docenten de handelingsadviezen van CN
uitvoeren. 6. De dyslexiecoach zal het contact met de dyslectische leerling en zijn of haar ouders
onderhouden en waar nodig ondersteuning bieden in het zoeken naar oplossingen voor problemen.
10