Prostaatimplantatie met radioactief jodium
RADIOTHERAPEUTISCH INSTITUUT FRIESLAND
Inhoudsopgave
Inleiding
Inleiding
3
De prostaat
4
Het vaststellen van prostaatkanker
6
Prostaatkanker komt vaak voor. In Nederland wordt deze ziekte jaarlijks bij meer dan 7500 mannen vastgesteld. Deze vorm van kanker komt vooral voor op oudere leeftijd.
Behandelingsmogelijkheden 1. Waakzaam wachten 2. Radicale prostatectomie 3. Uitwendige bestraling 4. Prostaatimplantatie
De gang van zaken voor de prostaatimplantatie
9
De Prostaatimplantatie
10
Aanbevelingen en bijwerkingen
12
Deze folder gaat in op de behandeling van tot de prostaat beperkte kanker. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan de prostaatimplantatie.
Stralingsveiligheid na prostaat implantatie
Controle
2
14
3
De Prostaat De prostaat is een klier die vocht produceert voor het transport van zaadcellen tijdens de zaadlozing. De prostaat ligt onder in de buik vlak tegen de blaas en de endeldarm aan. De plasbuis loopt door de prostaat heen (figuur 1). In de prostaat kunnen zowel goedaardige als kwaadaardige vergrotingen voorkomen. Goedaardige vergroting (prostaathypertrofie) ontstaat midden in de prostaat en geeft daardoor vaak plasklachten. Prostaatkanker ontstaat meestal in de buitenzijde van de prostaat en geeft daarom veel minder vaak plasklachten.
Bijnier
Nierbekken Nier
Zaadleider Schaambeen Wervelkolom Urineleider Endeldarm Blaas Zaadblaasje Prostaat Anus
Plasbuis Zaadbal
(figuur 1)
4
5
Het vaststellen van prostaatkanker Prostaatkanker werd vroeger alleen door lichamelijk onderzoek vastgesteld. Tegenwoordig kan, met het PSA (Prostaat Specifiek Antigeen) gehalte in het bloed, in een vroeg stadium vermoed worden of iemand prostaatkanker heeft. Door met de vinger via de anus te voelen (rectaal toucher) kan de arts een verharding van de prostaat vaststellen.
Een verhoogd PSA of een afwijkend rectaal toucher zijn echter op zichzelf niet bewijzend voor prostaatkanker. Bij een ontsteking van de prostaat of bij een vergrote prostaat kan het PSA-gehalte ook verhoogd zijn. Weefselonderzoek van de prostaat is daarom altijd noodzakelijk om de diagnose te stellen. Hiervoor moet prostaatweefsel worden afgenomen. Dit gebeurt met behulp van echografie: via een echosonde in de endeldarm kan de prostaat met geluidsgolven zichtbaar gemaakt worden. Vervolgens wordt deze aangeprikt om het weefsel te verkrijgen voor microscopisch onderzoek.
6
1. Waakzaam wachten Het is niet altijd nodig prostaatkanker te behandelen. Deze keus kan u de bijwerkingen van een behandeling besparen. Afhankelijk van de uitslagen, uw leeftijd en uw voorkeur kan, in goed overleg met de uroloog en/of de radiotherapeut-oncoloog, overwogen worden u te controleren alleen het PSA te vervolgen en afhankelijk daarvan eventueel in te grijpen.
2. Radicale prostatectomie De radicale prostatectomie is een relatief grote ingreep. De gehele prostaat, inclusief prostaatkapsel en zaadblaasjes worden verwijderd. Er is een ziekenhuisopname noodzakelijk van 6 tot 10 dagen. Zoals bij elke grote operatie kunnen er complicaties optreden, zoals infecties, wondproblemen en trombose (stolselvorming in een bloedvat). Ongeveer 70% van de mannen wordt impotent. De kans op incontinentie (het verlies van de controle over de urinelozing) is ongeveer 5 tot 10%.
Behandelingsmogelijkheden
3. Uitwendige bestraling
Als de prostaatkanker in een vroeg stadium is opgespoord en beperkt is tot de prostaat, zijn er in principe vier mogelijkheden:
Bij uitwendige bestraling wordt de prostaat uit verschillende richtingen bestraald.
1. Waakzaam wachten. 2. Operatie (radicale prostatectomie). 3. Uitwendige bestraling. 4. Prostaatimplantatie (= inwendige bestraling = brachytherapie of jodiumimplantatie).
Door iedere dag een kleine hoeveelheid bestraling te geven, kan schade aan gezonde organen voorkomen worden. Dit betekent wel dat een patiënt gedurende 6 - 8 weken dagelijks bestraald moet worden. De behandeling vindt poliklinisch plaats. Tijdelijke bijwerkingen zijn: frequentere urinelozing met een branderig gevoel en frequentere aandrang voor ontlasting.
De keuze zal afhangen van de specifieke mogelijkheden voor een patiënt en de resultaten en de bijwerkingen van de behandeling.
De kans op vermindering van potentie is wat kleiner dan na een radicale prostatectomie. Toch wordt na verloop van jaren meer dan 50% van de patiënten impotent. De kans op incontinentie is klein. Een deel van de patiënten heeft blijvend een frequentere stoelgang en een klein deel van de patiënten heeft last van verlies van slijm of bloed bij de ontlasting.
7
De gang van zaken voor de prostaatimplantatie 4. Prostaatimplantatie
De radiotherapeut-oncoloog heeft eerst een gesprek met u en zal lichamelijk onderzoek doen.
Bij deze behandeling worden kleine radioactieve bronnen (figuur 2) in de prostaat geplaatst. Het is een relatief kleine ingreep, die onder narcose plaatsvindt, tijdens een korte opname. Het voordeel van deze techniek is, dat er minder gezond weefsel bestraald wordt dan tijdens de uitwendige bestraling en dat de bestralingsdosis hoger is. Bij prostaatkanker wordt Jodium-125 gebruikt. Deze radioactieve stof heeft een vervaltijd van 60 dagen (d.w.z. dat de radioactiviteit na 60 dagen gehalveerd is ) en een gering doordringend vermogen. De radioactieve bronnetjes (meestal zaadjes genoemd) blijven definitief in de prostaat achter, waarbij de radioactiviteit na 1 jaar volledig verdwenen is. Gedurende het eerste jaar na de ingreep ontstaan er meestal lichte plasklachten: irritatie, toename van drang en afname van de straal. Dit wordt met medicatie bestreden.
Op basis hiervan en de gegevens die de uroloog heeft gestuurd, wordt besproken of u in aanmerking komt voor een prostaatimplantatie en wordt de gang van zaken uitgelegd.
(figuur 2) Detail van een koker met jodiumzaadjes. Elk zaadje is 4,5 mm lang en heeft een diameter van 0,8 mm. De zaadjes worden onder volledige verdoving ingebracht.
Dit onderzoek wordt door uw radiotherapeut-oncoloog gedaan. Er wordt, nadat de verdovingsgel is aangebracht, een urinekatheter (een dun slangetje) via de plasbuis in de blaas gebracht. Daarna wordt de echosonde in de endeldarm ingebracht en de prostaat in beeld gebracht. De prostaat en de plasbuis worden om de 5 mm op echobeelden vastgelegd. Deze plaatjes dienen om te bepalen waar bij u de jodiumzaadjes moeten worden geplaatst. Na deze volumestudie kan pas definitief worden bepaald of prostaatimplantatie voor u de goede behandeling is.
Grootte jodiumzaadjes vergeleken met een 10 Eurocent-muntje (respectievelijk 4,5 en 16 mm).
2-10% van de patiënten heeft in het jaar na de ingreep tijdelijk een urinekatheter nodig. De kans op impotentie na 5 jaar is ongeveer 50%. Incontinentie komt vrijwel niet voor.
8
U wordt als eerste stap verwezen naar de uroloog in het MCL (Medisch Centum Leeuwarden) voor een ‘screeningsecho’. Bij dit echo-onderzoek wordt beoordeeld of er bezwaren zijn tegen prostaatimplantatie. Als die er niet zijn, wordt u daarna opnieuw opgeroepen om een zogenaamde ‘volumestudie’ te ondergaan.
Soms blijkt de prostaat toch te groot. Hierdoor neemt de kans op bijwerkingen als gevolg van een prostaatimplantatie dermate toe dat uitwendige bestraling te verkiezen is. Voor de implantatie wordt uitgevoerd krijgt u eerst nog een consult bij de anaesthesist die beoordeelt of de narcose veilig plaats kan vinden. Indien u bloedverdunners gebruikt wordt overleg gevoerd met de behandelend specialist of het verantwoord is dit tijdelijk te stoppen.
9
De Prostaatimplantatie U wordt voor de implantatie opgenomen op de afdeling urologie van het MCL.
Door deze naalden worden de radioactieve zaadjes in de prostaat gebracht, waarna de naalden weer verwijderd worden.
De ingreep vindt dezelfde of de volgende dag onder algehele narcose plaats. Eerst wordt een urinekatheter ingebracht. Met de echosonde in de endeldarm wordt de prostaat opnieuw in beeld gebracht.
De zaadjes zitten aan elkaar in strengetjes van 2 tot 6 zaadjes per naald. Nadat alle zaadjes zijn ingebracht (in totaal 40 tot 80, afhankelijk van de grootte van de prostaat), wordt met een röntgenapparaat gecontroleerd of alle zaadjes aanwezig zijn (figuur 4).
Vervolgens worden 15 tot 25 holle naalden ingebracht via het perineum (de huid tussen balzak en anus) (figuur 3).
De gehele procedure neemt ongeveer 1,5 uur in beslag. Voor de ingreep krijgt u antibiotica toegediend, om de kans op infecties zo klein mogelijk te maken. Na de implantatie wordt u teruggebracht naar uw kamer op de afdeling van het MCL. Als alles de volgende ochtend goed met u is, kunt u naar huis gaan. U krijgt een recept mee voor medicatie die het plassen wat gemakkelijker maakt.
(figuur 4) prostaat met ingeplante jodiumzaadjes
(figuur 3) Het inbrengen van jodiumzaadjes
10
11
Aanbevelingen en bijwerkingen Aanbevolen wordt de eerste dagen geen zwaar werk te verrichten; na ongeveer twee weken kunt u weer fietsen. Soms treedt er een bloeduitstorting onder de balzak op. Deze is meestal niet pijnlijk en verdwijnt binnen enkele weken. Het eerste jaar kunt u last hebben bij het plassen: een branderig gevoel, frequente aandrang en een slechtere urinestraal.
Om de plasklachten tegen te gaan krijgt u de eerste drie maanden alfusozine (10 mg/dag) voorgeschreven. Soms is, in overleg met de radiotherapeut-oncoloog, dit langer nodig of wordt een ander medicijn geadviseerd. In het begin kan de urine wat bloed bevatten. Soms ontstaan lichte klachten van diarree en er kan ook wat slijm met de ontlasting meekomen. In het algemeen zijn deze verschijnselen binnen enkele dagen tot weken verdwenen. Zelden komt het voor dat het plassen helemaal niet gaat en er een urinekatheter nodig is. De eerste dagen na de ingreep wordt een zaadlozing afgeraden. De eerste keren kan een orgasme anders aanvoelen en het sperma door bloedbijmenging donker verkleurd zijn. Dit wordt vanzelf weer normaal.
12
Stralingsveiligheid na prostaat implantatie De zaadjes hebben een titaniumomhulling waarbinnen het radioactieve Jodium-125 is opgesloten. Er kan dus geen radioactiviteit in het lichaam vrij komen en u wordt zelf ook niet radioactief. Ondanks het feit dat deze radioactieve Jodium-125 bronnetjes bij u zijn geïmplanteerd, kunt u na 1 of 2 dagen het ziekenhuis weer verlaten. De geringe hoeveelheid radioactiviteit die u meedraagt levert voor u en uw naaste omgeving geen gevaar op. U wordt alleen geadviseerd om de eerste twee maanden kleine kinderen niet lang op schoot te nemen en niet vlak naast zwangere vrouwen te zitten. U wordt aangeraden om de eerste 2 maanden tijdens seksuele gemeenschap een condoom te gebruiken, omdat heel soms een zaadje met het sperma kan meekomen. Uw sperma is niet radioactief. Hoewel de kans erg klein is, kunt u in de eerste weken na de behandeling een bronnetje uitplassen. Daarom dient u gedurende 2 maanden door een zeefje te plassen. Mocht u een bronnetje aantreffen dan verzoeken wij u om het in een aan u meegegeven loden kokertje te bewaren en het RIF hiervan tijdens kantooruren telefonisch op de hoogte te stellen (tel: 058-2866667). Bij een controlebezoek kunt u het zeefje en kokertje weer inleveren. Met uitzondering van deze voorzorgen kunt u uw leven weer gewoon oppakken; reizen e.d. is normaal mogelijk. Het eerste jaar na een prostaatimplantatie mag iemand niet gecremeerd worden.
13
Controle Na de behandeling zult u door uw verwijzend uroloog en door de radiotherapeut-oncoloog regelmatig poliklinisch gecontroleerd worden. In het algemeen komt u een maand na de behandeling bij de radiotherapeut-oncoloog. Er wordt een CT-scan van de prostaat gemaakt om te kunnen beoordelen hoe de bronnetjes in de prostaat verspreid liggen.
De volgende controles vinden ca. drie maanden later plaats bij de radiotherapeut-oncoloog en de daaropvolgende controle weer drie maanden later bij de uroloog. Het effect van de behandeling wordt gecontroleerd door middel van bepaling van de PSA-waarde in het bloed. Mocht u naar aanleiding van deze folder of de behandeling zelf nog vragen hebben, dan kunt u altijd terecht bij uw radiotherapeut-oncoloog of een van de andere radiotherapeut-oncologen in het
Radiotherapeutisch Instituut Friesland te Leeuwarden Borniastraat 36 8934 AD Leeuwarden Tel. 058-2866667 www.radiotherapiefriesland.nl.
Vragen over prostaatkanker in het algemeen kunt u stellen bij: de Hulp- en Informatielijn van de Nederlandse Kankerbestrijding, tel. 0800-0226622 (gratis). Via dit nummer kunt u de brochure “prostaatkanker” bestellen. Postbus 8152 3503 RD Utrecht Tel. 030-291 60 90
Het nummer van het telefonisch lotgenoten contact is: 076 – 581 54 09
Nederlandse Kankerbestrijding (KWF) Sophialaan 8 1075 BR Amsterdam
Intergraal Kankercentrum Noord-Oost Griffeweg 97 9723 DV Groningen Tel. 088-2345500
Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) Henri Dunantweg 2 8934 AD Leeuwarden tel. 058-2866666 Meer informatie kunt u ook vinden op internet: www.prostatecancersurvival.com www.urolog.nl www.prostaat.nl
14
15
Bezoekadres:
Postadres:
Borniastraat 36 8934 AD Leeuwarden Tel. 058 286 66 67 Fax 058 288 75 70
Borniastraat 36 8934 AD Leeuwarden
Internet: www.radiotherapiefriesland.nl
Routebeschrijving naar het RIF Met het openbaar vervoer Het RIF bevindt zich naast het MCL en heeft een eigen ingang aan de Borniastraat in Leeuwarden. Wanneer u gebruik wilt maken van het busvervoer, dan heeft u de keuze uit de buslijnen 2 en 34. U stapt uit bij de halte aan de Borniastraat naast het RIF. Alle informatie over de bereikbaarheid van het RIF met het openbaar vervoer kunt u nazoeken op www.9292ov.nl
RADIOTHERAPEUTISCH INSTITUUT FRIESLAND
versie juni 2010