Projectplan RAAK Publiek Hogeschool Van Hall Larenstein Lectoraat Duurzame Watersystemen
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân
bron: EGM Architecten
Consortium Hogeschool VHL Wetterskip Fryslân Gemeente Dantumadiel Provincie Fryslân It Fryske Gea NHL Hogeschool
Deelnemers Gemeenten Achtkarspelen en Ferwerderadiel Friese Milieu Federatie, Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Altenburg & Wymenga, Nordwin College Hogeschool VHL September 2015 “For the things we have to learn before we can do them, we learn by doing them” - Aristoteles
Gebied Noordoost Fryslân
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
1
Inhoudsopgave SAMENVATTING ..................................................................................................................................................... 3 1.
INLEIDING ..................................................................................................................................................... 4 1.1 1.2
2.
VRAAGARTICULATIE ...................................................................................................................................... 6 2.1 2.2
3.
CONSORTIUM EN DEELNEMERS: SAMENSTELLING, AMBITIES.......................................................................................... 8 EXPERTISE DIE WORDT INGEBRACHT EN BELANGEN ...................................................................................................... 8 HET PROJECT DRAAGT BIJ AAN DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN VAN HOGESCHOOL VHL ................................................ 9 AANSLUITING REGIONALE SPEERPUNTEN / LANDELIJKE INNOVATIETHEMA’S.................................................................... 10 KOPPELING MET TOPSECTOREN ............................................................................................................................. 10 KOPPELING MET ZWAARTEPUNT OF CENTRE OF EXPERTISE ......................................................................................... 11 BORGING VAN DE CONTINUÏTEIT VAN NETWERKVORMING .......................................................................................... 11
ONDERZOEKSPLAN ...................................................................................................................................... 12 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5.
VRAAGSTELLING VAN PUBLIEKE PROFESSIONALS ......................................................................................................... 6 PROCES VAN VRAAGARTICULATIE............................................................................................................................. 7
NETWERKVORMING ...................................................................................................................................... 8 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4.
TOEKOMSTBESTENDIG WATERBEHEER – INNOVATIE IN NOORDOOST FRYSLÂN .................................................................. 4 DOELSTELLING EN RESULTATEN ............................................................................................................................... 5
WEERGAVE STATE OF THE ART KENNIS .................................................................................................................... 12 ONDERZOEKSVRAGEN ......................................................................................................................................... 18 AANPAK, METHODEN EN ANALYSETECHNIEKEN ......................................................................................................... 18 ACTIVITEITENPLAN ............................................................................................................................................. 21 IMPLEMENTATIE EN COMMUNICATIE ..................................................................................................................... 23 PLANNING EN INZET............................................................................................................................................ 24
PROJECTORGANISATIE EN MANAGEMENT .................................................................................................. 25 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
PROJECTORGANISATIE ......................................................................................................................................... 25 PROJECTPLANNING ............................................................................................................................................. 26 PROJECTADMINISTRATIE ...................................................................................................................................... 26 GEBRUIK BESTAANDE STRUCTUREN ........................................................................................................................ 26 SWOT-ANALYSE EN MAATREGELEN ....................................................................................................................... 26 MONITORING EN EVALUATIE IS GEBORGD................................................................................................................ 27
REFERENTIES ........................................................................................................................................................ 28 BIJLAGE 1
CV’S HOOFDONDERZOEKERS ......................................................................................................... 30
BIJLAGE 2
MILESTONEPLAN ........................................................................................................................... 31
BIJLAGE 3
TOELICHTING BEGROTING ............................................................................................................. 32
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
2
Samenvatting Professionals van het Wetterskip, gemeenten, provincie en natuurorganisaties hebben de vraag gesteld hoe het watersysteem in Noordoost Fryslân duurzamer en toekomstbestendiger kan worden gemaakt. In dit RAAK Publiek project verricht hogeschool VHL samen met deze professionals en met kennispartners onderzoek naar dit vraagstuk. De “houdbaarheidsdatum” van het traditionele waterbeheer lijkt bereikt. Traditioneel afwateren en ontwateren heeft geleid tot maaivelddaling in de veenweidegebieden, en daaraan gerelateerde CO2uitstoot en uitspoeling van nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. Gevolg is een verlies aan waterbergingscapaciteit en een achteruitgang van de waterkwaliteit. Bij zware regenval is het moeilijk om het water nog te bergen en af te voeren om wateroverlast te voorkomen. Bij droogte ontstaan veel sneller dan voorheen watertekorten. Ook staan daardoor veel unieke ecologische waarden in de veenweidegebieden onderzoek druk of zijn verdwenen. Klimaatveranderingen versterken deze problematiek. In het project wordt kennis ontwikkeld over een klimaatadaptief watersysteem in veengebieden en nieuwe vormen van waterbeheer, functies en functiecombinaties en de relatie met het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem (flexibel waterpeil, berging in een natuurgebied, natte teelt, natuurvriendelijke oevers, etc.). Dit wordt gedaan door met elkaar en met andere actoren uit de regionale samenleving a) het watersysteem te onderzoeken en b) te experimenteren met innovatief waterbeheer in het gebied. De onderzoeksvraag is: In welke mate dragen nieuwe vormen van duurzaam, slim waterbeheer bij aan de toekomstbestendigheid van het watersysteem in Noordoost Fryslân? Het project levert voor de waterbeheerders, planologen, natuurbeheerders en andere betrokken professionals een digitaal handboek, bestaande uit een analyse van het watersysteem in het gebied, een klimaatstresstest, een gidsmodel voor het vasthouden en schoonhouden van water, beschreven innovatieve oplossingsrichtingen, een 3D animatie, een participatieve handreiking met ontwerprichtlijnen, beschreven ervaringen en enkele toekomstscenario’s voor het gebied. Dit alles wordt gekoppeld aan een veldwerkplaats en kennismanagementsysteem.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
3
1. Inleiding 1.1 Toekomstbestendig waterbeheer – innovatie in Noordoost Fryslân Het huidig waterbeheer in Noordoost Fryslân bereikt zijn grenzen. Professionals van het Wetterskip, gemeenten, provincie en natuurorganisaties hebben de vraag gesteld hoe het watersysteem in Noordoost Fryslân toekomstbestendiger kan worden gemaakt. Hiertoe wordt innovatie van het watersysteem onderzocht, gebaseerd op nieuwe, innovatieve vormen van waterbeheer en nieuwe watercombinatiefuncties, gericht op het vasthouden en schoonhouden van water in plaats van het afvoeren en schoonmaken van water. Dit veranderproces staat centraal in dit RAAK Publiek project. Traditioneel waterbeheer in Nederland is erop gericht om in het winterhalfjaar snel en veel water af te voeren om “droge voeten” te houden en in het zomerhalfjaar water aan te voeren om verdroging te voorkomen of om kwalitatief slecht oppervlaktewater door te spoelen. Ook bij (extreme) droogte wordt gebiedsvreemd (meestal verontreinigd) water het gebied ingelaten. Dit waterregime heeft een intensieve en productieve landbouw mogelijk gemaakt en heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de welvarende staat van ons land. Het Wetterskip moet echter steeds grotere inspanningen verrichten om a) wateroverlast te voorkomen, b) in tijden van droogte te zorgen voor voldoende water en c) de waterkwaliteit op het beoogde niveau te brengen en te houden. De “houdbaarheidsdatum” van het traditionele waterbeheer lijkt bereikt, mede onder invloed van de effecten van klimaatveranderingen. Huidig waterbeheer bereikt zijn grenzen Ontwatering en afwatering met drainage heeft geleid tot maaivelddaling in de veenweidegebieden, en daaraan gerelateerde CO2-uitstoot en uitspoeling van nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. Deze maaivelddaling zet door. Gevolg is een verlies aan waterbergingscapaciteit en doorslaan van fosfaatrijke gronden uit landbouwgebieden. In de loop van de tijd is in Fryslân circa 98% van de eerdere bergingscapaciteit in de Friese boezem verdwenen. Bij zware regenval is het moeilijk om het water nog te bergen en af te voeren om wateroverlast te voorkomen. Bij droogte ontstaan veel sneller dan voorheen watertekorten. Afgelopen jaren speelden droge voorjaren de boeren parten. Al langer speelt dit in natuurgebieden die door vermindering van kwelstromen van grondwater afhankelijk worden van de inlaat van oppervlaktewater. Tekorten worden dus aangevuld door de inlaat van gebiedsvreemd water. De kwaliteit van dit water past bijvoorbeeld niet bij de natuurfuncties in de regio. Het uitspoelen van stikstof en fosfaat uit landbouwgebieden en de inlaat van gebiedsvreemd water hebben een negatief effect op de waterkwaliteit en ecologie in het gebied. Veel unieke ecologische waarden zijn verdwenen of staan onder zware druk, zoals de dotterbloemgraslanden en blauwgraslanden die in Fryslân de boezemlanden en zomerpolders kenmerkten. Dat geldt ook voor de weidevogels die voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van relatief hoge grondwaterstanden om in het voorjaar voldoende voedsel te vinden. Onnatuurlijk waterpeil leidt daarnaast tot achteruitgang van oevers door oeverafslag, waardoor kostbare oeverbescherming nodig is en waterbodems niet voldoen aan de kwaliteitseisen en eerder in aanmerking komen in de baggercyclus. Voor de kwaliteit van het water (conform de Kaderrichtlijn Water) zijn natuurvriendelijke oevers nodig. Tot slot verdwijnen waterriet en oeverrietlanden, waardoor het gebied achteruitgaat als paai- en opgroeigebied voor vis. Klimaatverandering versterkt de problematiek Het klimaat in Nederland verandert. Zo is de gemiddelde temperatuur in Nederland over de afgelopen eeuw met 1.7 graden Celsius gestegen en nam het aantal jaarlijkse zomerse dagen met bijna 20 toe. De totale hoeveelheid jaarlijkse neerslag steeg met ongeveer 20 procent en ook de frequentie van hevige regenbuien nam sterk toe1. De meeste recente klimaatscenario’s van het KNMI laten een toekomstbeeld zien van hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters, hevigere buien en kans
1
Effecten van klimaatverandering in Nederland: 2012, Planbureau voor de leefomgeving
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
4
op drogere zomers2. Hogere waterstanden in combinatie met dalende veenbodems brengen waterveiligheidsvraagstukken met zich mee. In perioden met veel neerslag is meer berging nodig. Bovendien leidt extreme droogte tot verzilting. Rivieren voeren dan onvoldoende zoet water richting de zee. Hierdoor kan bijvoorbeeld het zoute zeewater Nederland in stromen en mengen met zoet rivierwater, grondwater en oppervlaktewater. Het KNMI verwacht vooral een verdere verzilting in Zuidwest- en NoordNederland. Slechte oogsten in de landbouw kunnen hiervan een gevolg zijn, evenals negatieve ecologische effecten. De noodzaak om zoet water vast te houden wordt groter om droge periodes te overbruggen.
1.2 Doelstelling en resultaten Hogeschool VHL, publieke professionals betrokken bij het waterbeheer en het watervraagstuk in Noordoost Fryslân, kennis- en netwerkpartijen beogen samen kennis te ontwikkelen over nieuwe vormen van waterbeheer en de relatie met waterkwaliteit, natuurwaarde en economische mogelijkheden. Dit wordt gedaan door met elkaar en met andere actoren uit de regionale samenleving a) het watersysteem te onderzoeken en b) te experimenteren met innovatief waterbeheer in het gebied. Het project levert voor de waterbeheerders, planologen, natuurbeheerders en andere betrokken professionals inzicht in de mogelijkheden en gevolgen van nieuwe vormen van waterbeheer (flexibel waterpeil, berging in een natuurgebied, natte teelt, natuurvriendelijke oevers, etc.). Het project levert een digitaal handboek voor professionals, bestaande uit een analyse van het watersysteem in het gebied, een klimaatstresstest, een gidsmodel voor het vasthouden en schoonhouden van water (klimaatkansenkaart), beschreven innovatieve oplossingsrichtingen, een 3D animatie, een participatieve handreiking met ontwerprichtlijnen, beschreven ervaringen en enkele toekomstscenario’s voor het gebied. Dit alles wordt gekoppeld aan een veldwerkplaats en kennismanagementsysteem waar het netwerk na afloop aan blijft verbonden. Over de nieuwe (generieke) kennis wordt gepubliceerd en de kennis wordt gebruikt in het onderwijs van verschillende opleidingen van Hogeschool VHL en Hogeschool NHL.
2
www.klimaatscenarios.nl
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
5
2. Vraagarticulatie 2.1 Vraagstelling van publieke professionals Bij het vraagstuk van waterbeheer zijn verschillende publieke professionals betrokken, die allen vanuit de eigen rol, taken en doelen, uiteenlopende vragen hebben gesteld, die kunnen worden samengevat als “hoe kan het watersysteem in Noordoost Fryslân worden geïnnoveerd, met nieuwe vormen van waterbeheer, nieuwe functies en functiecombinaties? “. Waterbeheerders van het Wetterskip Fryslân hebben de taak om een duurzaam waterbeheer te realiseren. Vragen zijn o.a.: • hoe kunnen we de bergingscapaciteit van de boezem herstellen/vergroten? hoe kunnen we buiten de boezem de bergingscapaciteit vergroten? Kunnen koppelingen tussen polders/compartimenten en de boezem worden gemaakt? Welke ruimtelijke aanpassingen kunnen worden gedaan? • hoe kan meer water in de veenweidegebieden worden vastgehouden? Bij natte teelten: wanneer begin je met water vast te houden? Voor grasland weten we dat wel, voor natte teelten niet. • is de bodemdaling te stoppen of zelfs terug te draaien? Kunnen natte teelten hieraan bijdragen? Welke voorwaarden stelt een goede productie aan het peilbeheer? Welke peilen zijn optimaal? Verschilt dat per gewas? Hoe moet het peil gedurende het jaar worden afgestemd op het gewas? • hoe kan vernatting middels drainage worden gerealiseerd? Hoe diep moeten de drains komen te liggen, hoe ver uit elkaar, welke capaciteit? Welk peilbeheer is dan optimaal? • als vernatting leidt tot minder afbraak van veen, hoeveel wordt de CO2-uitstoot dan gereduceerd? Welke waarde heeft dit? Hoe is dit te meten? • hoe kunnen we zorgen voor een betere waterkwaliteit? • hoe kunnen we het waterpeil veel flexibeler, lokaal beheren? Met de huidige methode in de huidige boezem kan dit niet. • wat zijn de gevolgen voor de natuur? Wat betekent dit voor de landbouw? Welke ecologische en economische waarde kan worden gerealiseerd? Medewerkers Ruimte Ordening/Ontwikkeling (planologen, adviseurs, toezichthouders) van gemeenten in het gebied willen wateroverlast helpen voorkomen en bijdragen aan het vergroten van de leefbaarheid (natuur en sociaaleconomisch) van hun gemeente. Zij hebben een verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij ruimtelijke aanpassingen. Zij willen gevolgen van aanpassingen van ruimte voor waterbeheer, waterkwaliteit, en bijkomende ecologische en economische gevolgen meenemen in de planvorming, maar zij weten niet hoe. Het ontbreekt hen aan inzicht in de gevolgen én mogelijkheden van ruimtelijke aanpassingen voor een duurzaam waterbeheer. Ook medewerkers onderhoud en groen hebben hiermee te maken: welke mogelijkheden zijn er bijvoorbeeld binnen de gemeente voor waterberging? Wat betekent dit voor aanleg en onderhoud van groen? Medewerkers recreatie en toerisme stellen de vraag welke mogelijkheden er zijn om bij ander waterbeheer meer gebruik te maken van het gebied voor recreatie/ontspanning. Medewerkers economie vragen hoe ander waterbeheer kan bijdragen aan economische functies in het gebied. Kan water een economische driver zijn? Natuurbeheerders van It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en de Friese Milieu Federatie willen een ecologisch duurzaam gezond gebied realiseren/herstellen. Zij realiseren zich dat een duurzaam watersysteem hiervoor essentieel is en willen hier met natuurbeheer een bijdrage aan leveren. Vragen zijn o.a.: • welke mogelijkheden zijn er voor waterberging in een natuurgebied? • wat zijn gevolgen voor de natuur? • wij beheren weidevogelgebieden. Dat zijn graslanden die in het verleden als natuurgebied zijn aangemerkt. Kunnen deze worden benut t.b.v. waterbeheer, kan de ecologische waarde daarbij worden vergroot en hoe moeten wij deze gebieden dan beheren?
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
6
•
welke mogelijkheden bieden natte teelten? Welke natuur levert dit op en hoe moet dit worden beheerd?
Geen publieke professionals, maar ook landbouwers zijn stakeholder in het project. Voor hen is beschikbaarheid van water van goede kwaliteit essentieel. De vereniging Noardlike Fryske Wâlden (NFW) is een koepel van zes agrarische natuurverenigingen in vijf gemeenten met ruim duizend leden. Betrokken agrariërs onderhouden het natuurlandschap van de Noordelijke Friese Wouden middels agrarisch natuuren landschapsbeheer. Hun vragen m.b.t. de natuur zijn vergelijkbaar aan die van de natuurbeheerders. Leden van de NFW streven daarnaast naar een gebiedsgerichte vitale landbouw die vervlochten is met het cultuurhistorische landschap met bijbehorende natuurwaarden. Hun vragen zijn hoe zij kunnen bijdragen aan een betere waterkwaliteit en verbeterd waterbeheer, bijvoorbeeld door lokaal minder te bemesten of water vast te houden in de winter, en wat de mogelijkheden zijn van natte teelten?
2.2 Proces van vraagarticulatie Hogeschool VHL is al geruime tijd verbonden aan het gebied Noordoost Fryslân. Vraagarticulatie is al een langdurig proces: • Hogeschool VHL is partner in de kenniswerkplaats Noordoost Fryslân3. Vanaf 2009 is Hogeschool VHL al betrokken bij het verkennen van de mogelijkheden van een kenniswerkplaats en bij het opstellen van de regionale kennisagenda, de Agenda Netwerk Noordoost Fryslân (ANNO). De gemeenten in de Noordoosthoek van Fryslân , Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradiel, Ferwerderadiel, Kollumerland c.a. en Tytsjerksteradiel, werken hierin samen met de Provincie, het Wetterskip, en andere partners in het gebied. • Noordoost Fryslân participeerde in een EU Interreg-project Vital Rural Area. Bij de Kick-off van dit programma gaven alle stakeholders aan water als één van de belangrijkste speerpunten voor de ontwikkeling van Noordoost Fryslân te beschouwen. • Er wordt een nieuwe agenda opgesteld voor de periode 2016-2020, ANNO II (deze is vrijwel gereed, nog niet vastgesteld). Hiervoor is een brede consultatie gedaan. Groen en blauw is één van de drie thema’s in deze agenda. Eén van de groen-blauwe opgaven is “een toekomstbestendig watersysteem dat de natuur en landbouw blijvend kan bedienen”. • Hogeschool VHL heeft een betrokkenheid bij het vormgeven van het programma “Better Wetter”, waarvan Eddy Wymenga van ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga de initiatiefnemer is. Eddy Wymenga is als expert en onderzoeker betrokken bij dit RAAK project. Het programma Better Wetter geeft invulling aan de groen-blauwe opgaven van het gebied. Vanuit het programma worden verschillende projecten ontwikkeld, zoals dit RAAK Publiek project gericht op kennisontwikkeling door Hogeschool VHL met het werkveld over een toekomstbesteding watersysteem. • Op 15 mei 2014 heeft Eddy Wymenga een Masterclass gegeven over “Water” in het kader van eerdergenoemd EU-project. Het project Better Wetter is hier gepresenteerd en met professionals bediscussieerd. In de verslaglegging zijn de vragen van professionals opgetekend. • Hogeschool VHL is betrokken bij het opzetten van een kenniswerkplaats “Brûsplak Bûtefjild” in het gebied, specifiek gericht op de vragen en innovatie m.b.t. waterbeheer. • Sinds zijn aanstelling bij Hogeschool VHL in september 2014 is lector Paul van Eijk namens Hogeschool VHL betrokken bij ANNO. Hij heeft met verschillende stakeholders gesprekken gevoerd over de problematiek. • Op 9 juli 2015 zijn de vragen nog eens expliciet gearticuleerd in een bijeenkomst met het Wetterskip en vertegenwoordigers van ANNO en de Kenniswerkplaats. • De conceptaanvraag, met de daarin opgenomen praktijkvragen, is tot slot nog bij de betrokkenen getoetst.
3
http://kenniswerkplaatsnoordoostfryslan.nl/
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
7
3. Netwerkvorming 3.1 Consortium en deelnemers: samenstelling, ambities Het consortium bestaat uit Hogeschool VHL en de 3 typen organisaties waar de vragende publieke professionals werkzaam zijn: • Hogeschool VHL – lectoraat Duurzame Watersystemen • Wetterskip Fryslân • Gemeente Dantumadiel (vertegenwoordiger gemeenten) • Provincie Fryslân • It Fryske Gea (vertegenwoordiger natuurorganisaties) • Hogeschool NHL Gemeenten Ferwerderadiel en Achtkarspelen en natuurorganisatie Friese Milieu Federatie, waar eveneens vragende professionals werkzaam zijn, zijn als deelnemer bij het project betrokken. Ook de agrariërs betrokken bij agrarisch natuur- en landschapsbeheer nemen deel aan het project. Deze partijen zijn allen betrokken bij het Netwerk Noord-Oost Fryslân (ANNO). Tot slot zijn ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga en Nordwin College deelnemers in dit RAAK-netwerk. Het streven van ANNO is om de lokale waterproblematiek (bodemdaling/verdroging/oxidatie van veenweidegebieden en extreme neerslag) en ecologische doelen (zoals handhaven van de biodiversiteit) te verbinden aan de invulling van gebiedsontwikkeling inclusief duurzame verdienmodellen en kansen die er zijn op het gebied van watergebonden recreatie en toerisme. Het slim combineren van landgebruik, natuur en water geeft de regio meer kwaliteit en biedt nieuwe kansen voor de landbouw maar ook voor bijvoorbeeld de toeristisch recreatieve sector en de inwoners van de regio. Het consortium heeft de ambitie om hier met kennisontwikkeling aan bij te dragen, in dit RAAK-project en ook daarna.
3.2 Expertise die wordt ingebracht en belangen In onderstaande tabel staat aangegeven welke expertise iedere partij inbrengt en welke belangen er zijn. Partij Hogeschool VHL
Wetterskip
Gemeenten
Provincie Fryslân
Expertise Duurzame watersystemen Klimaatbestendige gebiedsontwikkeling Landschapsbeheer/gebiedsbeheer Plattelandsvernieuwing Operationele data Waterbeheer in het gebied Initiatieven elders in Fryslân en bij collega Wetterskippen Ruimtelijke ontwikkeling Groen en onderhoud Economie, recreatie, toerisme Gebiedskenmerken Veenweidegebieden Gebiedsontwikkeling
Natuurorganisaties
Natuurbeheer Natuurgebieden Biodiversiteit
NHL Hogeschool
Civiele techniek
Belang Zie 3.3
Realiseren toekomstgericht waterbeheer, waterbeheerders handvatten bieden Betrekken natuur en economie bij waterbeheer – nieuwe mogelijkheden Voorkomen wateroverlast. Leefbaar gebied, gebiedsontwikkeling/ “revitaliserig” (i.v.m. krimpregio) Leefbaarheid, behalen natuurdoelen, functiecombinaties Gebruik van resultaten, verspreiding in andere delen van Fryslân Ecologische achteruitgang stoppen Duurzame ecologische waarden in het gebied. Meer waarde weidevogelgebieden. Voldoende water van goede kwaliteit in de natuurgebieden Vernieuwing opleiding civiele techniek:
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
8
Noardlike Fryske Wâlden
Altenburg & Wymenga Nordwin College
Experts
Stedelijk Water Watertechnologie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Landbouw
Ecologisch onderzoek Gebiedskennis Noordoost Fryslân Problematiek Kenniswerkplaats Noordoost Fryslân Onderwijs Zie onderstaand
watermanagement en waterbouwkunde Watertechnologie in waterbeheer Voldoende water van goede kwaliteit voor eigen bedrijf Bijdragen aan maatschappelijke doelen Nieuwe businessmodellen (natte teelt) Kennisontwikkeling Samenhang bewaken in programma Better Wetter Kennisontwikkeling in de kenniswerkplaats, gebruik van resultaten, onderwijsvernieuwing. Kennis praktijk opdoen
Het samenwerkingsverband is ingebed in bestaande samenwerkingen en heeft alle kennis en ervaring om het project goed te kunnen uitvoeren, nieuwe kennis te ontwikkelen, kennis te circuleren en tot bruikbare resultaten te komen. De volgende personen zijn als experts bij het project betrokken: • Dr. Ir. Floris Boogaard. Lector Ruimtelijke Transformaties aan de Hanze Hogeschool, senior consultant bij Tauw en onderzoeker aan de TU Delft. Hij is expert op het gebied van duurzame watersystemen en kosteneffectieve aanleg, beheer en monitoring ervan. • Dr. Ir. Hasse Goosen. Directeur van de Stichting Climate Adaptation Services en projectleider/onderzoeker klimaatadaptatie bij Wageningen Universiteit. Hij is expert op het gebied klimaatadaptatie, ruimtelijke planning en waterbeheer. • Dr. Ir. Sybrand Tjallingii. Gastprofessor aan de Vrije Universiteit Brussel en gastdocent aan de TU Delft. Hij is expert op het gebied van klimaatadaptatie, meekoppeling, landschapsecologie en sustainable (urban) water resource management. • Professor Dr. Anke van Hal. Hoogleraar Sustainable Building and Development bij het Center for Sustainability van Business Universiteit Nyenrode en praktijkhoogleraar Sustainable Housing Transformation aan de TU Delft. Zij brengt kennis in van duurzame ontwikkelprocessen en van onderzoeksmethodologie. • Drs. Rixt Smit. Clustermanager Plannen bij het Wetterskip Fryslân. Zij brengt praktijkkennis in van waterbeheer in de Provincie, de dagelijkse gang van zaken en de ervaringen uit andere projecten. De expertgroep heeft als rol om kennis in te brengen en te delen en de kwaliteit van het onderzoek (mede) te bewaken. De experts vormen de reviewboard van het lectoraat Duurzame Watersystemen en zijn voor langere periode aan het lectoraat verbonden. 3.3 Het project draagt bij aan de strategische doelstellingen van Hogeschool VHL Hogeschool VHL: wij leiden hoogwaardige, ambitieuze en innovatieve professionals op die bijdragen aan een duurzame wereld4. Hogeschool VHL heeft daarbij gekozen voor een profiel met drie samenhangende speerpunten: water & land / natuur, voedsel / dairy, dier / dierenwelzijn. Dit RAAK Publiek project is onderdeel van het eerste speerpunt. Land en water ten behoeve van natuur en voedselproductie is hierin van belang, evenals klimaatadaptatie. Het onderzoek naar water & land / natuur is ingebed in het Delta Areas and Resources Applied Research Center, met kennis van watermanagement, natuurontwikkeling, landschapsinrichting, procesmanagement en voedselproductie. Hogeschool VHL heeft 2 vestigingen, in Velp en in Leeuwarden. In Leeuwarden wordt aangesloten bij vraagstukken en speerpunten van de regio, waarbij “water” een kernthema is. Dit RAAK-project is een goed voorbeeld van hoe Hogeschool VHL zich verbindt met de regio op één van de eigen speerpunten.
4
Instellingsplan Hogeschool Van Hall Larenstein 2014-2017 “Op weg naar de groenste hogeschool”
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
9
Het onderzoek wordt uitgevoerd door het lectoraat Sustainable Water Systems (Duurzame Watersystemen). Het lectoraat is gericht op onderzoek naar watersystemen. Kernonderzoeksvraag is: “hoe kunnen duurzame watersystemen een bijdrage leveren aan de verbetering van de milieukwaliteit, de ruimtelijke kwaliteit en de sociale kwaliteit van de leefomgeving”. Dit RAAK-project sluit perfect aan op dit kernonderzoek en is gepositioneerd op één van de vier onderzoeksthema’s van het lectoraat, namelijk water en het klimaat. Als tweede lector is Professor dr. Ir. Toine Smits bij de aanvraag betrokken. Hij is hoogleraar Sustainable Water Management aan de Radboud Universiteit en sinds 1 augustus jl. de leading lector van het Delta Areas and Resources Applied Research Center. Tot slot is het RAAK-project zeer relevant voor een aantal opleidingen binnen Hogeschool VHL, namelijk de opleidingen Land- en Watermanagement, Bos- en Natuurbeheer, Management van de Leefomgeving, Milieukunde en Tuin- en Landschapsarchitectuur. Docenten en studenten vanuit deze opleidingen hebben een betrokkenheid bij het onderzoek.
3.4 Aansluiting regionale speerpunten / landelijke innovatiethema’s In het Nationaal Waterplan5 worden wateropgaven duidelijk verbonden aan ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke adaptatie. Klimaatbestendig en waterrobuust inrichten dienen in 2020 onderdeel te zijn van beleid en handelen. Voor dat handelen wordt in dit project kennis ontwikkeld. Het project sluit daarbij landelijk aan op het Deltaplan Zoetwater, dat is gericht op voldoende zoetwatervoorziening in de toekomst, ingegeven door o.a. problemen bij droogte en klimaatverandering. Hierin staat o.a. aangegeven dat aanpassingen nodig zijn van regionale watersystemen, met afspraken tussen overheden en gebruikers6. Ook in de Kader Richtlijn Water (KRW) wordt gesproken over het ontwikkelen van robuuste en duurzame watersystemen. In het Waterbeheerplan 2010-2015 van Wetterskip Fryslân wordt al voorgesorteerd op integraal waterbeheer en klimaatadaptatie7. Momenteel wordt gewerkt aan een ecologische boezemvisie. De provincie heeft daarnaast een Veenweidevisie 2014 vastgesteld8. De visie is opgesteld in samenwerking met o.a. het Wetterskip en de gemeenten en brengt de gevolgen van maaivelddaling in beeld. Bûtenfjild is aangemerkt als één van de kansrijke gebieden om te experimenteren om iets aan die daling te doen. Tot slot sluit het project aan bij de regionale agenda, ANNO II, en meer specifiek één van de groen-blauwe opgaven “een toekomstbestendig watersysteem dat de natuur en landbouw blijvend kan bedienen” (zie ook 2.2.). Het project is “ingebed” in het Better Wetter programma, waarin o.a. in een Interreg project wordt voorzien om kennis internationaal te delen (in aanvraag, project TRANSFER, gericht op nieuwe verdienmodellen in het rurale gebied) en andere projecten (o.a. Life) worden voorbereid.
3.5 Koppeling met topsectoren Het project sluit aan bij de Topsector Water, “wateruitdagingen oplossen om de welvaart te verhogen”9. Duurzaam functioneren van watersystemen is één van de tien thema’s voor innovatie binnen de Kennisen Innovatieagenda deltatechnologie 2016-201910. Markt en maatschappij staan daarbij centraal met extra aandacht voor crossovers met andere Topsectoren.
5
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/12/12/bijlage-1-nationaal-waterplan-2016-2021.html http://www.deltacommissaris.nl/deltaprogramma/inhoud/deltabeslissingen/deltabeslissing-zoetwaterstrategie 7 http://www.fryslanleeftmetwater.nl/sjablonen/39/infotype/webpage/view.asp?objectID=26703 8 http://www.fryslan.frl/veenweidevisie 9 www.topesectorwater.nl 10 http://www.topsectorwater.nl/wp-content/uploads/2015/06/Kennis-en-Innovatieagenda-Deltatechnologie-1-juni.pdf 6
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
10
3.6 Koppeling met zwaartepunt of Centre of Expertise Hogeschool VHL is partner in het Center of Expertise Water Technology, evenals NHL Hogeschool en het Wetterskip Fryslân. Dit CoE, gevestigd in Leeuwarden, kent 6 onderzoeksthema´s, waaronder “Watersystemen”. Het project valt in dit thema. Hogeschool VHL is ook partner in het CoE Deltatechnologie. Onderwerpen zijn o.a. gebiedsontwikkeling en Building with Nature concepten. Het stoppen van veenafbraak en –oxidatie door bijvoorbeeld inzet van natte teelten kan tot de Building with Nature aanpak worden gerekend. Tot slot is het project onderdeel van het VHL zwaartepunt water & land / natuur (zie 3.3.)
3.7 Borging van de continuïteit van netwerkvorming In 2.2 en 3.1. is reeds toegelicht dat partijen al geruime tijd verbonden zijn aan de wateropgave en – problematiek van het gebied Noordoost Fryslân. Het project is aangesloten bij/ingebed in bestaande samenwerkingen, zoals het Netwerk Noordoost Fryslân en de Kenniswerkplaats. Deze samenwerking blijft na afloop van het RAAK-project bestaan, waardoor de continuïteit van netwerkvorming is gegarandeerd. Ook de bredere inbedding in het Better Wetter programma draagt bij aan de borging van netwerkvorming. Specifiek kan daarbij nog worden genoemd: 1. de veldwerkplaats “Brûsplak Bûtefjild” wordt ook na afloop van het project in stand gehouden. Hier zal bijvoorbeeld ook onderzoek worden gedaan naar productontwikkeling op basis van de oogsten van natte teelten, naast vervolgonderzoek en –innovaties gericht op het watersysteem en waterbeheer (Living water lab); 2. er wordt een expertise management methode opgezet om duurzaam kennis te borgen en tussen partijen te laten stromen. De methode van HZ University of Applied Sciences dient daarbij ter inspiratie11. Het eindproduct wordt o.a. via deze methode, maar ook bijvoorbeeld via Better Wetter breed beschikbaar gemaakt (alle resultaten van Better Wetter zijn open access beschikbaar); 3. via het Wetterskip en de Provincie, wordt de kennis toepasbaar voor andere delen van Fryslân. Voorzien wordt dat ook hier innovaties zullen plaatsvinden en onderzoek naar zowel het watersysteem als innovaties zal worden verricht. Onderzoek naar meerdere watersystemen vergroot de inzichten uit dit project weer. Via de expertise management methode komen die inzichten ook weer voor Noordoost Fryslân beschikbaar. Kennisuitwisseling vanuit het netwerk met andere krimpregio’s gebeurt al en wordt voortgezet; 4. een aantal professionals en experts worden bij de opleidingen van Hogeschool VHL betrokken voor colleges en excursies naar het gebied; 5. om de samenwerking (gegeven de voorgaande punten) een nog structureler karakter te geven, worden afspraken hierover op schrift gesteld.
11
https://www.deltaexpertise.nl/wiki/index.php/Home
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
11
4. Onderzoeksplan 4.1 Weergave state of the art kennis In dit project wordt innovatie van het watersysteem onderzocht, gebaseerd op nieuwe, innovatieve vormen van waterbeheer en nieuwe watercombinatiefuncties, gericht op het vasthouden en schoonhouden van water in plaats van het afvoeren en schoonmaken van water. Hiertoe is de volgende state-of-the-art kennis en praktijkervaring van belang, die navolgend kort wordt geschetst: 1. Uitleg watersysteem 2. Onderzoek naar de invloed van klimaatverandering 3. Onderzoek en praktijkvoorbeelden innovatie van watersystemen middels nieuwe vormen van waterbeheer en nieuwe functiecombinaties 4. Noordoost Fryslân, beschikbare kennis en informatie 5. Gidsprincipebenadering als kansrijke aanpak, met praktijkvoorbeelden 1. Uitleg watersysteem Het geheel van grond- en oppervlaktewater inclusief oevers, waterbodem en technische infrastructuur, wordt het fysiek-ruimtelijke watersysteem genoemd, ook wel het ‘harde’ watersysteem. Dit kan er (deels) van nature zijn, of is door de mens aangelegd. Het watersysteem is opgebouwd uit verschillende systeemniveaus (regionaal, stad, wijk, buurt, gebouw) en maakt deel uit van de mondiale waterkringloop. Het watersysteem wordt gekenmerkt door waterstromen, stromen die een gebied in en weer uit gaan. Aan deze waterstromen wordt water onttrokken voor huishoudens, industrie en landbouw. Op deze waterstromen wordt water geloosd via riooloverstorten, effluent van rioolzuivering, en run off vanuit de landbouw en stedelijke gebieden. Het ‘harde’ watersysteem wordt vooral beïnvloed door menselijke activiteiten die gepaard gaan met het ontwerp, inrichting, gebruik en beheer ervan, waaronder het handelen van de bij het onderzoek betrokken professionals. Het geheel aan menselijke activiteiten wordt het ‘zachte’ watersysteem genoemd (Checkland, 1999; Bohemen, 2012). De menselijke activiteiten zijn in hoge mate van invloed op de waterkwantiteit en de waterkwaliteit. 2. Onderzoek naar de invloed van klimaatverandering Vooralsnog ligt het accent in onderzoek naar klimaatimpact vooral op veiligheid. De effecten van klimaatverandering op de mondiale waterkringloop hebben echter direct invloed op het functioneren van watersystemen in steden en regio’s (Vellinga, 2011). Mede vanuit dat kader is voor Nederland de klimaateffect-atlas uitgewerkt, zoals ook gepresenteerd in het Praktijkboek voor Klimaatbestendig inrichten (IVM, 2011). Klimaatverandering heeft invloed op zowel de waterkwantiteit als de waterkwaliteit. Daarom wordt steeds vaker het klimaatvraagstuk integraal benaderd (Kosten et al., 2011). Uit deze studie blijkt dat voor sloten, meren, en kanalen veranderingen in het watersysteem zelf het meest effect hebben. Welke veranderingen en hoe die te realiseren is niet onderzocht. Er gaat relatief veel aandacht uit naar de klimaatopgave in de gebouwde omgeving, getuige de vele publicaties die daar de laatste jaren over zijn verschenen en de programma’s die zijn gericht op de Klimaat Actieve Stad (KAS). Zie ook www.stowa.nl, de publicatie van Pötz, H. & P. Bluezé (2013) ‘Groenblauwe netwerken voor duurzame en dynamische steden’ en van Bueren et al (2012). Van rurale gebieden, zoals Noordoost Fryslân, is minder bekend. 3. Innovatie van het watersysteem, waterbeheer en functiecombinaties Ontwerp, inrichting en beheer van watersystemen kent traditioneel als uitgangspunt het civieltechnische snel afvoeren en end off pipe schoonmaken van water. Uit studies van Kravčík et al. (2007), van Buuren et al. (2010) en de Groot-Reichwein et al (2013) blijkt dat een nieuw uitgangspunt, namelijk het veel
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
12
vasthouden en schoonhouden van gebiedseigen water, kansrijk is én nader onderzoek behoeft. In dit RAAK Publiek project wordt, passend bij de gebiedsopgave (zie hoofdstuk 1 en punt 4), dit uitgangspunt gehanteerd. Daarbij gaat het in dit RAAK Publiek onderzoek niet alleen om ruimtelijke maatregelen (adaptatie), maar ook om de condities die deze maatregelen creëren voor andere functies en functiecombinaties, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheden voor andere/natte teelten die geschikt zijn als biomassa (mitigatie). Gekozen wordt voor een integrale benadering. Hier en daar een technische maatregel is ontoereikend. Bij de duurzame ontwikkeling van watersystemen vormen brongericht, gebiedsgericht en actorgericht de invalshoeken van de integrale benadering. Deze drie-eenheid is gebaseerd op de ecologische conditiestheorie van Tjallingii (1996): • Brongericht. Het gaat om ketenbeheer, het sluiten van kringlopen, cradle to cradle, circulaire economie en de synergie tussen verschillende waterstromen, maar bijvoorbeeld ook met de voedselstroom. • Gebiedsgericht. Het gaat om potenties van het lokale landschap benutten, de lagen in de (diepe)ondergrond, de netwerken water, verkeer in de occupatielaag en de synergie in ruimtelijke samenhang tussen deze lagen en netwerken op verschillende schaalniveaus. • Actorgericht. Het gaat het om samenwerking tussen groepen private- en publieke belanghebbenden, mensen die een bepaalde rol vervullen in het planproces van beleid, ontwerp naar gebruik en beheer, om synergie in samenwerking die leidt tot sociale innovatie. Kennis over het watersysteem in veengebieden Voor het westelijk veenweidegebied is in het kader van het programma Leven met Water een uitgebreid onderzoek (“waarheen met het veen?”) uitgevoerd naar de duurzame toekomst van dit gebied. Hieruit komt naar voren dat de meest ingrijpende maatregelen nodig zijn waar de bodem het meest gevoelig is voor oxidatie, klink en krimp. Voor de laagst gelegen veengebieden met pure veenbodem is vernatting nodig en zal landbouw plaats moeten maken voor natuurontwikkeling. In overige veengebieden blijven mogelijkheden voor landbouw, maar wel in aangepaste vorm met blauwe en groene diensten als neveninkomsten en onderwaterdrains om bodemdaling te remmen. Op de weinig kwetsbare bodems van klei op veen kan landbouw in de huidige vorm blijven bestaan en kunnen onderwaterdrains en peilverhoging bijdragen aan verminderen van de bodemdaling (Woestenburg, 2009). Dit onderzoek toont een benodigde omslag van het traditionele waterbeheer, waarbij het waterpeil wordt “geregeld” op de gebruikersfunctie (“peil volgt functie”), naar een nieuwe aanpak, namelijk dat het peil bepaalt welke functies mogelijk zijn (“functie volgt peil”). Dit onderzoek is puur theoretisch. Deze aanpak en de “oplossingsrichtingen” zijn nog niet in de praktijk onderzocht voor een veenweidegebied. In dit RAAK Publiek project wordt deze kennis “vertaald” naar de praktijk in het gebied Noordoost Fryslân, met functie volgt peil als uitganspunt. Kennis over broeikasgassen en veengebieden In het kader van het nationale klimaatonderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte is uitgerekend wat de bijdrage is van de Nederlandse veenweidegebieden aan de uitstoot van de broeikasgassen koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O). Uit directe metingen van CO2 in de lucht en metingen van de bodemdaling schatten wetenschappers dat er door oxidatie van het veen een uitstoot van broeikasgassen ontstaat, die gelijk staat aan vijf tot vijftien ton CO2 per hectare per jaar. In veenweidegebieden is de netto balans van de uitstoot van de drie broeikasgassen sterk afhankelijk van het waterpeil en het management. Door het onder water zetten van veen, voor bijvoorbeeld natuurontwikkeling, kan de uitstoot worden verminderd, en bij veenvorming kan zelfs koolstof worden vastgelegd in de bodem. Probleem is dat die natte natuur weer moerasgas produceert door de natuurlijke vergisting van het organische materiaal. Wetenschappers schatten dat de totale omvang van broeikasgasemissies in Nederland met 1,5 tot 4,5 procent zal afnemen als alle veenweiden – circa 270.000 hectare – omgezet worden in moeras (Woestenburg, 2009).
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
13
Verminderde drooglegging lijkt een effectieve maatregel om maaivelddaling en broeikasemissies in veenweidegebieden te reduceren. Ook toepassing van onderwaterdrains lijkt effectief. Het gebruik van onderwaterdrains kan de verwachte extra maaivelddaling en broeikasgasemissie als gevolg van klimaatverandering compenseren. Wel leidt grootschalige toepassing van onderwaterdrains tot een grotere inlaatbehoefte van water. Door veenweiden een natuurbestemming te geven en biomassa niet meer te oogsten kan er koolstof opgeslagen worden en zal op de lange termijn herstel van de veenbodem plaatsvinden (Kwakernaak c.a., 2010). In het RAAK Publiek project zullen deze maatregelen in het kader van het toekomstbestendiger maken van het watersysteem worden onderzocht. Nieuwe vorm van waterbeheer: peilgestuurde drainage De afgelopen jaren zijn diverse onderzoeken verricht naar effecten van peilgestuurde (regelbare) drainage door onder meer STOWA, Deltares, Alterra, Future Water en verschillende waterschappen (Peel en Maasvallei, Brabante Delta). Ervaringen van diverse onderzoeken zijn in 2012 door STOWA gepubliceerd (Stuyt, 2012). Actueel is onderzoek naar regelbare drainage waarbij de regeling op afstand (online, real time) kan worden gedaan. Hiervoor wordt de term “klimaatadaptieve drainage” gebruikt (Eertwegh, c.a. 2013). Uit de onderzoeken komt naar voren dat regelbare drainage de mogelijkheid biedt om landbouw, water en natuur optimaal op elkaar af te stemmen, kan zorgen voor het behalen van waterkwantiteits- en waterkwaliteitsdoelstellingen en een positief effect kan hebben op bedrijfsvoering van agrariërs. De haalbaarheid/toepasbaarheid is echter afhankelijk van de uitgangssituatie. In het westelijke veenweidegebied heeft op proefboerderij Zegveld langjarig onderzoek uitgewezen dat een hoog slootpeil in combinatie met onderwaterdrainage resulteert in een vlakkere waterspiegel in het perceel (minder opbolling) en minder perioden met wateroverlast in het jaar. Hiermee wordt daling van het maaiveld door oxidatie voorkomen en wordt ook de landbouwkundige waarde verbeterd. In het RAAK Publiek project worden de mogelijkheden voor peilgestuurde drainage in de noordelijke veenweidegebieden onderzocht als “bouwsteen” voor het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem. Economische dragers onder natte omstandigheden Bij vernieuwingen in waterbeheer en het zoeken van nieuwe economische dragers onder natte omstandigheden komt een nieuwe groep gebruiksfuncties in beeld. Denk aan functies als waterberging (van frequent tot opvang voor calamiteiten) en natte teelten (riet, lisdodde, wilgen) of aan heel andere functies zoals drinkwaterwinning, ecologisch verantwoorde visserij en watergebonden toerisme en recreatie. Een voorbeeld: waterbergingspolders die met enige regelmaat onder water komen te staan functioneren niet optimaal voor agrarische doeleinden maar halen vaak ook geen hoge ecologische doelen. Daarentegen wordt via inundatie wel een bijdrage geleverd aan de verbetering van de waterkwaliteit via natuurlijke zuivering. Daarin zit veel ruimte voor optimalisatie en slimme aanpassing. Vergelijkbaar met een traject als Ruimte voor de Rivier, is relatief weinig bekend over de inzet van de (Friese) kanalen bij systeemveranderingen in de polders. Ook deze economische mogelijkheden en functiecombinaties worden in dit RAAK Publiek project onderzocht als mogelijkheden om bij te dragen aan het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem. Kennis uit praktijkvoorbeelden Enkele relevante praktijkvoorbeelden: • Achteroever. Meest recente praktijkvoorbeeld van innovatie van het watersysteem is het Achteroeverconcept van Rijkswaterstaat. Dit concept is gericht op het beter benutten van water. Beoogd wordt, door het water slimmer te verdelen in ruimte en tijd, een meerwaarde te creëren voor economie, ecologie, leefomgeving en meerlaagsveiligheid. De eerste Achteroever is aangelegd in de Koopmanspolder te Andijk. Deze is gericht op waterbuffering, natuurlijke zuivering, vis en natuur. ‘Achteroever Wieringermeer’, de tweede, is nu in ontwikkeling en zal zich voornamelijk richten op landbouw, tuinbouw, aquacultuur en visserij. De achteroeverprojecten worden niet in veengebieden uitgevoerd en de waterproblematiek is niet vergelijkbaar met de opgave in Noordoost Fryslân. Voor dit RAAK Publiek project worden de achteroeverprojecten gemonitord om te zien welke kennis over functies en functiecombinaties kan worden gebruikt. Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
14
•
•
Bijvoorbeeld bij het (her)ontwerpen, inrichten en beheren van laaggelegen veengebieden die in aanmerking komen voor de natte teelt (lisdodde, riet, wilgen) en misschien wel de teelt van vis en wolhandkrabben voor de Chinese markt. Bargerveen. Bargerveen is een natuurgebied Veenland in het uiterste zuidoosten van Drenthe. Dit is een klein maar bijzonder restant hoogveen van het ooit 300.000 hectare grote Boertangermoeras. Het veen leeft hier weer doordat de provincie samen met partners het hoogveen gebied hydrologisch heeft geïsoleerd. Wateroverschotten worden in die gebieden gebufferd. Dit project wordt gemonitord om te zien welke functiecombinaties mogelijk zijn. De provincie Drenthe heeft aangegeven ook van dit RAAK-project te willen leren. Lisdodde. In het kader van het programma Better Wetter is een verkennend onderzoek gedaan naar het telen van lisdodde als economisch alternatief voor agrariërs in het noordoostelijke veenweidegebied (Beek, 2015). Het onderzoek geeft aan dat lisdodde kansen biedt in de gehele productiecyclus maar dat nader onderzoek nodig is naar onder meer de meest geschikte soorten en groeicondities, naar draagvlak bij agrariërs en naar producten en afzetmarkt.
4. Noordoost Fryslân en gebiedsgerichte kennis Het noordoosten van Fryslân is een ruraal en nat veenweidegebied. Qua wateropgave is het gebied gepositioneerd tussen het centrale en zuidwestelijke deel van het lage midden van Fryslân enerzijds en de Lauwersmeer anderzijds (zie plaatje op de voorpagina). De boezem (het oppervlaktewatersysteem in Fryslân) loopt op en de wind is meestal zuidwesten, waardoor stuwing plaatsvindt richting het noordoosten. Het meeste water moet via het Lauwersmeer worden geloosd, en de regio bevindt zich dan in een sleutelpositie. Omdat er in korte tijd een groot wateraanbod kan zijn is berging in de regio een opgave van formaat. Tegelijkertijd speelt de veenweideproblematiek, met name in de zone Bûtefjild – Grutte Wielen – Alde Feanen. Ook vragen natuurgebieden om een uitgekiend waterbeheer (zie voor een beschrijving van de problematiek ook hoofdstuk 1). Juist in het Bûtefjild komt dit samen. Daarom is gekozen om hier een veldwerkplaats in te richten en te experimenteren. Naast de toenemende uitdagingen voor het waterbeheer (bodemdaling, klimaatextremen), heeft het gebied te kampen met krimp. De urgentie is hoog om nieuwe (sociaal-) economische en maatschappelijke dragers te vinden voor een ecologisch duurzaam land- en watergebruik. Het toekomstbestendig maken een watersysteem in een gebied, vraagt uitgebreide kennis van de inrichting en functioneren van het betreffende gebied (De Groot-Reichwein et al., 2013). Het concept van de lagenbenadering (VROM, 2001, zie onderstaande figuur) en begrip van de samenhang tussen de verschillende lagen, kan hiertoe worden benut.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
15
Voor de casus Noordoost Fryslân hebben de partners veel basisinformatie digitaal beschikbaar, met name op regionaal schaalniveau, over bijvoorbeeld bodemsoorten, grondwatertrappen en dergelijke. Hiermee is informatie over onderdelen van het watersysteem beschikbaar. Het ‘harde’ watersysteem is in Noordoost Fryslân echter nog niet integraal in kaart gebracht, het ‘zachte’ watersysteem in zijn geheel niet. Om het kwalitatief en kwantitatief functioneren van het watersysteem en het gebruik ervan door de mens echt goed in kaart te brengen, is de lagenbenadering een bruikbaar analytisch kader, maar het geeft onvoldoende informatie. Daarom wordt de watersysteembenadering gevolgd (o.a. van Eijk, 2015). Dat wil zeggen dat integraal brongericht, gebiedsgericht en actorgericht naar handelingsperspectieven wordt gezocht. 5. Innovatie van het watersysteem: gidsprincipebenadering (GPB) De GPB is een handreiking voor disciplines die interactief zoeken naar oplossingen voor duurzame watersystemen. In de GPB zijn de leerervaringen van eerdere projecten samengebracht. Deze ervaringen komen voort uit een divers gebruik van de GPB in laag en hoog Nederland. De gidsprincipebenadering onderscheidt algemene gidsprincipes en specifieke gidsmodellen en ontwerprichtlijnen. Generieke gidsprincipes De eerste stap betreft het gezamenlijk formuleren van strategische gidsprincipes en vormt daarmee de basis voor de uitwerking in plannen met behulp van operationele gidsmodellen en ontwerp- en beheermaatregelen. Gegeven de opgave en voorgaand geschetste nieuwe inzichten, is het “schoon houden en vasthouden van water” een leidend principe in dit RAAK Publiek project. Mogelijk (sub)principe daarbij kan zijn “water van schoon naar minder schoon laten stromen”. In het project worden de gidsprincipes nader bepaald. Met de benadering is expliciet veel kennis en ervaring opgedaan in de stedelijke gebieden. In rurale gebieden met een specifieke opgave zoals in de snel oxiderende veenweidegebieden van Noordoost Fryslân zijn geen voorbeelden bekend waarin systematisch harde en zachte oplossingsrichtingen voor een toekomstbestendig watersysteem zijn verkend en uitgevoerd. Enkele impliciete voorbeelden zijn opgenomen in een evaluatie van regionale waterprojecten door lector Paul van Eijk (van Eijk & Tjallingii, 2011). Uit deze evaluatie blijkt dat in Drenthe en Groningen, gebruik makend van de lagenbenadering, meerdere kansen worden benut door functiecombinaties in de vorm van inrichting van natuurgebieden in combinatie met waterberging, zoals bijvoorbeeld het geval is in bij de herinrichting Peize, robuuste verbinding Hunze (Tusschenwater) en een combinatie van waterberging en ecologische hoofdstructuur in Zuidwest Drenthe. Bij de drie praktijksituaties is actief gezocht naar kansrijke combinaties. In de concepten worden maatschappelijke opgaven al dan niet versneld opgepakt door gebieden met verschillende gebruiksfuncties aan elkaar te schakelen. Veiligheid stroomafwaarts is daarbij het motief geweest. Waterkwaliteit is geen expliciet onderdeel van de concepten. Hier liggen nog veel onbenutte kansen, zoals het vasthouden van gebiedseigen schoon water als buffer voor droge seizoenen in plaats van het inlaten van gebiedsvreemd minder schoon water. Ook economische kansen (bio base economy) die voor de landbouw ontstaan in krimpgebieden door waterberging en natuurlijke zuivering te combineren met biomassa (rieteconomie) worden niet genoemd. Specifieke gidsmodellen De strategische gidsprincipes worden door conceptuele modellen geoperationaliseerd, gidsmodellen genoemd. Een gidsmodel geeft schematisch richting aan de fysiek-ruimtelijke structuur van een duurzaam watersysteem in bepaalde situaties, zoals ‘polders met hoge grondwaterstanden’ of ‘binnensteden met een groot verhard oppervlak’. Onderstaand is ter illustratie het schakelmodel weergegeven. De waterstromen en de gekoppelde functies worden zo schematisch getoond.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
16
Schakelmodel – voorbeeld van een gidsmodel
Gidsmodellen worden al vele jaren ontwikkeld en toegepast en de ontwikkeling is nog steeds actueel, getuige ook de gidsmodellen voor landschapstypen die momenteel via het kennisportaal ruimtelijke adaptatie (Ministerie I&M, 2014) worden ontsloten en recentelijk ook zijn verbeterd met betrekking tot de bebouwde omgeving (Grond et al., 2015). Voor een nadere beschrijving over het gebruik van gidsmodellen wordt verwezen naar onder andere Tjallingii (1996), Tjallingii & van Eijk (1999), Kwaadsteniet et al. (2000), van Eijk (2002; 2003); van de Ven & Tjallingii et al, 2005; Tjallingii & Berendsen, 2007; Tjallingii & Jonkhof, 2011; Groenhuijzen, 2014). De keuze van een gidsmodel hangt af van locatie specifieke kenmerken zoals het schaalniveau, stedelijke karakteristieken (ruimte) en gebiedseigen potenties zoals grondwaterstanden. Op basis van de gebied specifieke eigenschappen van de veenweidegebieden in Noordoost Fryslân (zoals schaalniveaus, beschikbare ruimte en grondwaterstanden) worden voor dit RAAK Publiek project de volgende gidsmodellen voorgesteld: het circulatiemodel, het piekbergingsmodel, het schakelmodel en het veenweidemodel uit het kennisportaal ruimtelijke adaptatie. Op regionaal schaalniveau is eerder met het circulatiemodel gewerkt bij de klimaatinclusieve planontwikkeling op de diep gelegen kleigronden van de Zuidplaspolder (de Groot et al, 2013). Deze ervaringen worden gebruikt, maar kunnen niet 1 op 1 worden toegepast, omdat in genoemd project sprake was van kleigrond en omdat daar de ‘’strategie van de twee netwerken’’ is gebruikt, waarbij ook het verkeersnetwerk is gekoppeld. Voor de opgave in Noordoost Fryslân is dat niet van toepassing. Conclusies Voorgaande kort samengevat zijn in rurale gebieden met een specifieke opgave zoals in de snel oxiderende veenweidegebieden van Noordoost Fryslân geen voorbeelden bekend waarin systematisch harde en zachte oplossingsrichtingen voor een toekomstbestendig watersysteem zijn verkend en uitgevoerd. Er is nog onvoldoende kennis over het “ontwerpen” en “bouwen” van een klimaatadaptief landschap in veenweidegebieden. Het ‘harde’ watersysteem is in Noordoost Fryslân nog niet integraal in kaart gebracht, het ‘zachte’ watersysteem in zijn geheel niet. Het vasthouden en schoonhouden van gebiedseigen water, lijkt een kansrijke oplossingsrichting die nader onderzoek behoeft. In het project wordt de watersysteembenadering gevolgd. Het vasthouden en schoonhouden van water wordt daarbij een leidend gidsprincipe. Gekoppeld aan de gebiedsopgave zijn al enkele gidsmodellen als meest relevant aangemerkt. Daarbij gaat het in dit RAAK Publiek onderzoek niet alleen om ruimtelijke maatregelen (adaptatie), maar ook om de condities die deze maatregelen creëren voor andere functies en functiecombinaties, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheden voor andere/natte teelten die geschikt zijn als biomassa (mitigatie). Het uitgangspunt is daarbij “functie volgt peil”. Deze aanpak en de “oplossingsrichtingen” (functies, slimme functiecombinaties) zijn nog niet in de praktijk onderzocht. Kennis over welke functies mogelijk zijn bij welk waterbeheer is beperkt, evenals kennis over de mogelijkheden voor flexibel waterbeheer. Er is onvoldoende
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
17
inzicht in de mogelijkheden en haalbaarheid van nieuwe gebruiksfuncties en functiecombinaties in het noordelijk veenweidegebied. Tot slot is niet onderzocht welke bijdrage maatregelen leveren aan het vertragen of ombuigen van de maaivelddaling reductie van de CO2 uitstoot als gevolg van veenafbraak in veen(weide)gebieden.
4.2 Onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvraag is: In welke mate dragen nieuwe vormen van flexibel waterbeheer bij aan de toekomstbestendigheid van het watersysteem in Noordoost Fryslân? Deelvragen 1. Welke innovatieve aanpassingen met nieuwe functies en functiecombinaties maken het watersysteem in Noordoost Fryslân meer toekomstbestendig? 2. Welke vormen van flexibel waterbeheer zijn nodig om deze aanpassingen te kunnen doen en deze nieuwe functies en functiecombinaties te realiseren? Bij de beschrijving van de deelonderzoeken worden de vragen nog nader uitgewerkt. Nieuwe kennis en inzichten Er wordt in dit project nieuwe kennis ontwikkeld over: • het “ontwerpen” en “bouwen” van een klimaatadaptief watersysteem in veenweidegebieden • nieuwe vormen van flexibel waterbeheer • mogelijke functies bij bepaald waterbeheer • waterhuishoudkundige ecohydrologische eisen van nieuwe functies en functiecombinaties • ecologische en economische waarde van nieuwe functies en functiecombinaties
4.3 Aanpak, methoden en analysetechnieken In het project wordt met name kwalitatief, praktijkgericht onderzoek verricht, in een vorm van transdisciplinair onderzoek. Bij deze vorm van ontwerpend onderzoek (study by design) worden concrete maatschappelijke problemen via een coöperatief proces (iteratief bespreken, tekenen, rekenen van grof naar fijn) benaderd waarin onderzoekers en andere actoren samen aan oplossingsrichtingen werken. De veldwerkplaats “Brûsplak Bûtefjild” biedt hiervoor binnen het project een praktische gelegenheid. De achtergrond hiervan is dat innovaties vaak het resultaat zijn van een interactief leerproces van teams of netwerken; co-creatieve kennisontwikkeling. Daarbij is het van belang dat in een maatschappelijke praktijksituatie een verandering plaatsheeft en dat daarvan wordt geleerd. In dit geval betreft dat het ontwerp van een duurzaam, toekomstbestendig watersysteem in Noordoost Fryslân. Ervaringsleren door te exploreren en te experimenteren in de praktijk staat daarbij centraal, zie onderstaande figuur (van Eijk, 2015). ERVAREN
EXPLOREREN
EXPERIMENTEREN
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
18
De aanpak in dit project is dat innovaties op twee niveaus worden onderzocht: 1. op het niveau van het systeem, gericht op het toekomstbestendiger maken 2. op het niveau van onderdelen van dat systeem, met bepaalde functie(s) en flexibel waterbeheer om dat mogelijk te maken. Deze innovaties vormen “bouwstenen” voor systeeminnovatie Conform de methodiek van transdisciplinair onderzoek wordt van grof naar fijn gewerkt, van ambities en doelen naar concrete oplossingen, van ervaren naar exploreren naar experimenteren en weer terug. Van het systeem naar de praktische innovaties en terug naar het systeem. Het project kent drie deelonderzoeken: 1. onderzoek huidig watersysteem en mogelijke innovaties 2. onderzoek innovaties: functies, functiecombinaties en flexibel waterbeheer 3. onderzoek mogelijkheden toekomstbestendig watersysteem In het eerste deelonderzoek wordt het huidige watersysteem in Noordoost Fryslân gemodelleerd en geanalyseerd en worden in een creatief proces de mogelijke innovaties bepaald. Dit betreft een integrale analyse en modellering, dus van het harde én zachte watersysteem, gebruik makend van de lagenbenadering. In het proces zijn professionals van alle actoren betrokken. De gidsprincipebenadering wordt als kader gehanteerd (Van Eijk, 2015). Deze benadering biedt een handreiking voor disciplines die interactief zoeken naar oplossingen voor duurzame watersystemen en gidst participanten gedurende de planvorming in de richting van oplossingen en maatregelen die passen bij de praktijksituatie. Binnen de benadering wordt onderscheid gemaakt tussen strategische gidsprincipes en specifieke gidsmodellen en ontwerprichtlijnen (zie de toelichting in 4.1). Dit deelonderzoek geeft de eerste aanzet voor de beantwoording van de eerste deelvraag en uit dit deelonderzoek volgen de experimenten die in het tweede deelonderzoek worden uitgevoerd. In het tweede deelonderzoek worden de innovaties onderzocht, met name door veldonderzoek te verrichten in experimenten met nieuwe functies en functiecombinaties. Het onderzoek is gericht op het (flexibel) waterbeheer dat nodig is en op de resultaten daarvan op de beoogde toekomstbestendigheid van het watersysteem en doelstellingen van functies en functiecombinaties (zie de toelichting onderstaand). Hiermee wordt de tweede deelvraag beantwoord en wordt kennis opgedaan die bijdraagt aan de beantwoording van de eerste deelvraag. In het derde deelonderzoek worden de mogelijkheden om het watersysteem in Noordoost Fryslân te innoveren, zodat het meer toekomstbestendig is, nader onderzocht. De nieuwe functies en functiecombinaties, met onderliggend waterbeheer en de resultaten die ermee worden gehaald, fungeren daarbij als “bouwstenen” waarmee het systeem op meerdere plekken kan worden aangepast. Samen met de resultaten uit de eerste twee deelonderzoeken, wordt de eerste deelvraag beantwoord. De deelonderzoeken worden in de volgende paragraaf, het activiteitenplan, nader omschreven. Analyse Innovatie van het watersysteem, deelonderzoek 1 en 3, wordt geëvalueerd op: • waterkwantiteit: de mate waarin gebiedseigen water wordt vastgehouden; • waterkwaliteit: de mate waarin water schoon wordt gehouden; • toepasbaarheid/bruikbaarheid*; • aansluiting bij de problematiek van de regio en de identiteit van het landschap*. * Hierin komt ook het ‘zachte’ watersysteem aan de orde: draagvlak, samenwerking, financiering, e.d.
De analyse van het huidige watersysteem die in het eerste deelonderzoek wordt verricht is daarbij de referentiesituatie (nulmeting). In die analyse wordt de huidige waterkwantiteit en waterkwaliteit in kaart Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
19
gebracht, zoveel mogelijk gebruik makend van de data van het Wetterskip en van de Provincie. Ook wordt een klimaatstresstest (climate-impact-analyse) gemaakt met behulp van digitale modellen van de RUD en de Hanze. De overstromingsgevoeligheid en hittebestendigheid wordt in kaart gebracht aan de hand van bestaande hoogtekaarten (GPS) en geomorfologische info (zoals verhard oppervlak). De innovaties in deelonderzoek 2 vormen “building blocks” voor innovatie op systeemniveau. Deze innovaties worden eveneens primair op voorgaande punten geëvalueerd, dus op: dragen zij bij aan een meer toekomstbestendig watersysteem? Als voorbeeld een experiment met een achteroeververdediging (soort uiterwaarden voor de Friese Boezem). De waterkwantiteit wordt statisch met sensoren in beeld gebracht. Wat zijn de invloeden van klimatologische omstandigheden en welk effect heeft dat op de hydraulische belasting en de verblijftijd van het water op de proeflocatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande monitoring van het Wetterskip, waar nodig aangevuld met additionele sensoren. De waterkwaliteit wordt dynamisch beoordeeld door middel van onderwaterdrones.
Lector Paul van Eijk met een onderwaterdrone
Deze drones beoordelen het systeem visueel (ecologische beoordeling via onderwatercamera) en sensoren doen om de 10 seconden een meting. Parameters zijn: • temperatuur • zuurstof • druk/diepte • elektrisch geleidingsvermogen (EGV) • chloride • nitraat Iedere innovatie wordt daarnaast geëvalueerd op de mate waarin functies en doelen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld bij natte teelt zal de hoeveelheid biomassa worden gemeten, als indicator voor de mogelijke opbrengst. Per innovatie wordt dit op maat bepaald. Deze metingen zijn secundair. De primaire uitkomstmaat is telkens de bijdrage aan het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
20
4.4 Activiteitenplan Deelonderzoek 1 – onderzoek huidig watersysteem en mogelijke innovaties In dit deelonderzoek worden de gebiedsopgave op het gebied van water en het huidige watersysteem met elkaar vergeleken. De analyse is integraal en betreft dus het harde en zachte watersysteem. Dit wordt gekoppeld aan een verkenning van mogelijke innovaties die in het systeem kunnen worden gedaan en verwachte resultaten daarvan. Conform het transdisciplinaire onderzoek wordt dit gedaan in een interactief proces tussen onderzoekers en alle betrokken professionals en stakeholders. Hierbij wordt de gidsprincipebenadering toegepast om te komen tot een longlist en shortlist van innovaties en een voorlopige “klimaatkansenkaart” (i.c. een visualisatie van mogelijke aanpassingen in het watersysteem op gebiedsniveau). Vragen zijn: 1. Hoe ziet het huidige watersysteem in Noordoost Fryslân eruit? 2. Wat zijn mogelijke innovaties en aanpassingen waarvan het systeem naar verwachting meer toekomstbestendig wordt? Activiteiten De volgende activiteiten worden voorzien: 1. Startbijeenkomst over de gebiedsopgave, het watersysteem, wateropgaven en kansen 2. “Systeemanalyse” a. Gebiedsverkenning en consultatie van vakspecialisten b. Verzamelen beschikbare (geo)data en informatie, analyse c. Aanvullend veldonderzoek watersysteem d. Modelleren huidig watersysteem (waterkwantiteit, waterkwaliteit, klimaatstresstest, overstromingsgevoeligheid, hittebestendigheid, zachte watersysteem) 3. Beoordelen functioneren enkele lopende experimenten, zoals het inrichten van achteroeververdediging 4. Workshops van onderzoekers, professionals en stakeholders in het gebied: bepalen gezamenlijke gidsprincipes (die leidend zijn voor systeeminnovaties) en een longlist van innovaties en aanpassingen (die als opties bekend zijn en geen nader (veld)onderzoek behoeven) 5. Nadere interviews in de regio, met professionals 6. Analyse en bepaling gidsmodellen voor het watersysteem (op het totaal of delen toe te passen) 7. Opstellen voorlopige klimaatkansenkaart en nader vaststellen van enkele onderzoeken in deelonderzoek 2, in aanvulling op de reeds bepaalde onderzoeken 8. Toetsing in de expertgroep Ad. 4 en 6 In de gidsprincipebenadering is het gezamenlijk formuleren van strategische gidsprincipes de basis voor de vervolgstappen via de uitwerking in plannen met behulp van operationele gidsmodellen en ontwerp- en beheermaatregelen. Deze gidsprincipes en gidsmodellen zijn vooral gebaseerd op de principes van ecosystemen. Een strategische gidsprincipes is bijvoorbeeld “water van schoon naar minder schoon laten stromen”. Deze principes helpen (“gidsen”), bij het verkennen van de mogelijke innovaties. De strategische gidsprincipes worden in stap 5 door conceptuele modellen geoperationaliseerd, gidsmodellen. Zie paragraaf 4.1 voor een nadere toelichting. Ad. 7 Gegeven de problematiek wordt in ieder geval gezocht naar slimme waterretentie (o.a. slimme koppeling tussen polders/compartimenten en de boezen), mogelijkheden waterberging buiten de boezen (m.n. in natuurgebieden), flexibele waterberging, onderwaterdrains en peilverhoging om bodemdaling te verminderen, vernatting en mogelijkheden functiekoppelingen (o.a. natte teelten).
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
21
Deelonderzoek 2 – onderzoek innovaties: functies, functiecombinaties en flexibel waterbeheer Het eerste deelonderzoek levert een lijst met innovaties die mogelijk kunnen bijdragen aan het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem. Sommige aanpassingen zijn al onderzocht (zie 4.1), de resultaten ervan zijn bekend. Andere innovaties worden in dit tweede deelonderzoek nader onderzocht. Dit betreft een combinatie van literatuurstudie en met name experimenteel onderzoek. Hierbij wordt gekeken in welke mate een ingreep bijdraagt aan het bereiken van het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem door de bijdrage aan waterdoelen (berging, retentie, ….) en aan de waterkwaliteit. Daarnaast worden de doelen van de functies onderzocht, zoals een verbetering van de ecologie (biodiversiteit, natuurwaarde) of bij bepaalde functiecombinaties bijvoorbeeld de economische waarde. Voor de ingreep wordt ter plaatse een voormeting gedaan en na afloop een nameting. Vragen voor iedere innovatie is in welke mate deze bij aan het duurzamer en toekomstbestendiger maken van het watersysteem (zie de 4 punten genoemd bij de analyse: waterkwantiteit, waterkwaliteit, etc.). Daarnaast zijn er specifieke vragen gekoppeld aan de innovatie, zoals het effect op de bodemdaling, effect op de CO2-uitstoot, opbrengst biomassa, natuurwaarde, e.d. Activiteiten De volgende activiteiten worden voorzien: 1. Per innovatie, uitwerken van de hydrologische principes en randvoorwaarden 2. Nadere analyse 3. Inrichten veldwerkplaats 4. Inrichten proeflocaties: materiaal, meetinstrumenten (zoals automatische drukopnemers, bodemvochtmeters, neerslagsensoren etc.), monitoringprotocol 5. Uitvoeren van de experimenten 6. Meting behaalde waterdoelen, waterkwaliteit, ecologische en (waar van toepassing) economische resultaten 7. Evaluatie van experimenten en innovaties met betrokken professionals op toepasbaarheid en tevredenheid 8. Analyse van de resultaten en beschrijving van de innovaties als “bouwstenen” voor systeeminnovatie 9. Toetsing in de expertgroep De experimenten worden uitgevoerd in Noordoost Fryslân, vanuit de veldwerkplaats. Zo nodig kan tevens gebruik worden gemaakt van de bassins rond het Bargerveen in Zuid Oost Drenthe voor specifieke innovaties die daar zouden kunnen worden beproefd. Deelonderzoek 3 – onderzoek mogelijkheden toekomstbestendig watersysteem Dit deelonderzoek is gericht op de innovatie op systeemniveau. Omdat er te weinig tijd is om dit volledig te doen nadat deelonderzoek 2 volledig is afgerond, wordt gestart op basis van de voorlopige resultaten en wordt dit bijgesteld op basis van de definitieve resultaten uit deelonderzoek 2. Evenals deelonderzoek 1 betreft dit onderzoek een interactief proces van modelleren, reflectie en bijstellingen. Iedere innovatie die goede resultaten geeft, kan in het systeem worden ingezet, op één of meerdere plekken en in combinatie met de andere innovaties/aanpassingen. Deze richtingen worden geëvalueerd op de mate waarin het systeem er meer toekomstbestendig van wordt. Vanuit alle inzichten in dit deelonderzoek, wordt het eindproduct van het project opgesteld, zie 4.5. Activiteiten De volgende activiteiten worden voorzien: 1. Uitwerken voorwaarden die innovaties stellen aan het watersysteem 2. Modelleren/simuleren van mogelijke aanpassingen in het watersysteem en resultaten daarvan o.b.v. voorlopige resultaten uit deelonderzoek 2 3. Workshops om systeeminnovaties o.b.v. stap 1 te verkennen
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
22
4. Toetsing in de expertgroep 5. Bijstellen modelleren/simuleren van mogelijke aanpassingen in het watersysteem en resultaten daarvan o.b.v. de definitieve resultaten van deelonderzoek 2 6. Studentenproject voor verkenning scenario’s voor landschapsontwikkeling 7. Bijeenkomst met alle betrokkenen om laatste verkenning van innovatie van het watersysteem te doen aan de hand van het bijgestelde model 8. Uitwerken van ontwerprichtlijnen op basis van alle inzichten 9. Eindconclusies en opstellen onderzoeksrapport 10. Toetsing in de expertgroep
4.5 Implementatie en Communicatie Naast het onderzoek worden activiteiten voorzien gericht op implementatie en communicatie. Implementatie De volgende activiteiten worden voorlopig voorzien: a. Maken eindproduct voor professionals, een digitaal handboek met: a. een model van het watersysteem in het gebied, met analyse; b. klimaatstresstest; c. gidsmodel voor het vasthouden en schoonhouden van water (waterkansenkaart); d. verzamelde expertise en informatie(bronnen); e. beschreven innovaties met een implementatieprotocol; f. een 3D animatie en filmpjes van de innovaties op de proeflocaties g. beschrijving mogelijkheden die de nieuwe vormen van flexibel waterbeheer en functiecombinaties bieden voor een toekomstbestendig watersysteem, met een participatieve handreiking met ontwerprichtlijnen en enkele verkenningen op systeemniveau; h. beschreven ervaringen; i. enkele toekomstscenario’s voor het gebied. b. Ontwikkelen/opzetten Kennis Management Systeem, met inbreng van het eindproduct. c. Ontwikkelen (na)scholing voor professionals betrokken bij waterbeheer, ruimtelijke ordening en natuurbeheer d. Maken afspraken over voortzetting onderzoek en samenwerking, waaronder de veldwerkplaats e. Toepassen kennis en producten in het onderwijs van Hogeschool VHL. Concreet betreft het de opleidingen: a. Land- en Watermanagement. Nieuwe kennis integreren over duurzame watersystemen en flexibele, nieuwe vormen van waterbeheer. Relevant voor alle specialisaties. b. Bos- en Natuurbeheer. Nieuwe kennis integreren over de mogelijkheden van natuurgebieden bij waterbeheer, functiecombinaties. M.n. relevant in de specialisatie Natuur- en Landschapstechniek. c. Management van de Leefomgeving. Nieuwe kennis over samenwerking tussen actoren t.b.v. integraal waterbeheer. d. Milieukunde. Nieuwe kennis over toekomstbestendig watersysteem en gevolgen van klimaatverandering. M.n. relevant voor de specialisatie Natuur en Milieu. e. Tuin- en Landschapsarchitectuur. Nieuwe kennis over klimaatadaptieve inrichting en functiecombinaties. M.n. relevant voor de specialisaties landschapsarchitectuur en realisatie van tuin- en landschapsarchitectuur. In de experimenten vindt ook al implementatie plaats: innovatie van het waterbeheer wordt bij goede resultaten voortgezet. Daarbij hebben deelnemende professionals ervaring hiermee opgedaan.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
23
Communicatie De volgende activiteiten worden voorlopig voorzien: a. Projectwebsite, koppeling websites van betrokken organisaties en 3 digitale nieuwsbrieven b. Artikelen in lokale media c. Artikelen in vakbladen (zoals H2O) d. Wetenschappelijke publicatie e. Enkele rondleidingen voor professionals en media op de proeflocaties f. Afstemmen bevindingen met Stichting CAS, publicatie via www.ruimtelijkeadaptatie.nl g. Presentaties in de betrokken netwerken, bij de Unie van Waterschappen, de VNG en bij een bijeenkomst van natuurorganisaties h. Demonstratie tijdens Leeuwarden/Fryslân Culturele Hoofdstad 201812 i. Slotconferentie in Noordoost Fryslân voor stakeholders en geïnteresseerden Bij tussenrapportage worden de implementatie en communicatie activiteiten nader bepaald/beschreven. De evaluatie, projectorganisatie en projectmanagement activiteiten staan in hoofdstuk 5 beschreven.
4.6 Planning en inzet Voor het hele project is een milestoneplan opgesteld, waarin alle activiteiten staan beschreven en de tijdinspanning per partner per activiteit. Dit milestoneplan is als bijlage 2 bij dit projectplan gevoegd. De planning voor het project: 2016 2017 2018 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 Nr.
Principles / Milestones
M1 Als de projectorganisatie is ingericht (projectmanagement) P1 Als onderzoek huidig watersysteem en mogelijke innovaties is uitgevoerd (projectfase I) P2 Als onderzoek innovaties is uitgevoerd: functies, functiecombinaties en flexibel waterbeheer (projectfase II) P3 Als mogelijkheden toekomstbestendig watersysteem nader zijn onderzocht (projectfase III) D1 Als digitale handreiking is gemaakt en toepassing is verduurzaamd (implementatie) P4 Als disseminatie succesvol heeft plaatsgevonden (communicatie) M2 Als het project is geëvalueerd en het dossier controleerbaar is opgeleverd (projectmanagement)
De projectfasen voor onderzoek zoals beschreven in 4.4 corresponderen met de mijlpalen P1 t/m P3. De volgende inzet per partner per projectfase en type activiteit is voorzien: Personele inzet project
Hogeschool VHL Wetterskip Fryslân Gemeente Dantumadiel Provincie Fryslân It Fryske Gea Hogeschool NHL Gemeenten (2) Friese Milieu Federatie Noardlike Fryske Wâlden Altenburg & Wymenga Nordwin College Experts Totaal in dagen Totaal in fte
Onderzoek - projectfase Onderzoek totaal 1 101 19 7 7 5 11 6 2 3 10 4 0 172 0,86
2 228 39 16 4 17 12 7 0 0 21 5 0 348 1,74
3 89 16 8 3 5 11 4 2 2 18 3 0 160 0,80
418 74 31 14 27 34 16 4 5 49 12 0 680 3,40
Communicatie & Implementatie
Projectmanagement
124 13 6 5 6 9 8 2 3 11 12 0 198 0,99
55 4 4 2 4 2 1 1 1 1 1 0 72 0,36
Totaal Dagen 597 90 40 20 36 44 24 6 8 60 24 0 949,25
fte 2,99 0,45 0,20 0,10 0,18 0,22 0,12 0,03 0,04 0,30 0,12 0,00 4,75
fte/jaar 1,49 0,23 0,10 0,05 0,09 0,11 0,06 0,02 0,02 0,15 0,06 0,00 2,37
De totale inzet voor het onderzoek is significant, namelijk 3,4 fte, exclusief de studenteninzet. 12 Het unieke evenement Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 biedt een kans om de watertransitie een “boost” te geven. Mede dankzij o.a. de directe betrokkenheid van Hogeschool VHL bij dit evenement kan hierop worden ingespeeld.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
24
5. Projectorganisatie en management 5.1 Projectorganisatie In onderstaande figuur staat de organisatiestructuur voor dit project weergegeven.
Stuurgroep
Experts
Lector Projectleider
Ondersteuning
Onderzoeksteam
Werkgroep Watersysteem
(Financiën, Administratie Secretariaat)
Werkgroep Experimenten
De stuurgroep stuurt op het behalen van de doelstellingen en resultaten, niet op inhoud. In de stuurgroep nemen plaats: • Harry Ankoné, Directeur Delta Areas and Resources, Hogeschool VHL • Hans Hiemstra, manager water en directielid Wetterskip Fryslân • Gerben Wiersma, Wethouder Jeugdzorg, Onderwijs, Groen en Milieu, Gemeente Dantumadiel, vertegenwoordiger van de gemeenten in Noordoost Fryslân • Henk de Vries, Directeur It Fryske Gea, vertegenwoordiger van de natuurorganisaties Projectleiding Lector Paul van Eijk is de inhoudsdeskundige die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project. Hij wordt ondersteund door projectleider Sytse Wiegersma. Zij worden ondersteund op het gebied van financiën, administratie en secretariaat. De belangrijkste taken van de projectleider zijn: • het realiseren van de projectdoelstellingen; • oplossen van knelpunten / problemen die eindresultaten in de weg staan; • de voortgangsbewaking van het project; • aansturing van de onderzoekers; • het (laten) zorgen voor een adequate administratieve organisatie en het tijdig voldoen aan alle rapportageverplichtingen. Onderzoeksteam Er wordt een centraal onderzoeksteam geformeerd voor het gehele project: • Dr. Paul van Eijk – lector Duurzame Watersystemen, Hogeschool VHL • Prof. Dr. Ir. Toine Smits, lector Delta Areas and Resources, Hogeschool VHL • Ir. Peter Groenhuijzen, docent-onderzoeker Land en Watermanagement, Hogeschool VHL • Ir. Adrian Noortman, docent-onderzoeker Tuin en Landschapsarchitectuur, Hogeschool VHL • Ir. Jasper van Belle, docent-onderzoeker Milieukunde, Hogeschool VHL • Ir. Jeroen Huisman, docent-onderzoeker Milieukunde, Hogeschool VHL • Ing. Ernst Jonker, docent-onderzoeker Civiele Techniek, NHL Hogeschool
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
25
Het centrale onderzoeksteam wordt voor het delen van het onderzoek uitgebreid met studenten en docenten van Hogeschool VHL. Voor specifieke taken worden andere medewerkers betrokken, zoals docenten voor onderwijsontwikkeling en PR-medewerkers voor disseminatie, organisatie van bijeenkomsten/conferentie, e.d.. In de werkgroepen werken telkens 2 onderzoekers uit de centrale onderzoeksgroep samen met professionals, stakeholders en studenten aan de uitvoering van het onderzoek. Experts Zie paragraaf 3.2.
5.2 Projectplanning In de bijgevoegde begroting en het bijgevoegde milestoneplan staan alle activiteiten benoemd en welke organisaties bij welke activiteit zijn betrokken. In de RAAK-begroting staan tevens de belangrijkste betrokken medewerkers vermeld. In de figuur in paragraaf 4.6 is de planning voor het gehele project opgenomen (onderdeel van het milestoneplan).
5.3 Projectadministratie Er wordt een AO/IC (administratieve organisatie en maatregelen voor interne controle) opgesteld specifiek voor het project, waarin de administratieve procedures en afspraken met betrekking tot de rapportages worden uitgewerkt, mede aan de hand van de te ontvangen subsidiebeschikking. Er worden in ieder geval aparte kostenposten aangemaakt en een (integrale) urenregistratie gevoerd. Ten behoeve van de administratie en verantwoording, wordt gebruik gemaakt van de bestaande voorzieningen van Hogeschool VHL.
5.4 Gebruik bestaande structuren Het project is ingebed in het Kenniscentrum van Delta Areas and Resources, het Delta Areas and Resources Research Center. Er wordt gebruik gemaakt van de bestaande structuren van het Kenniscentrum, namelijk de beschikbare secretariële, administratieve en financiële ondersteuning en systemen. Op het project is het kwaliteitszorgsysteem onderzoek van VHL van toepassing. Tevens wordt gebruik gemaakt van de communicatie expertise en capaciteit van het Domein en van bestaande communicatiekanalen en middelen van o.a. de sectorale partijen.
5.5 SWOT-analyse en maatregelen Sterktes - Netwerk in de regio, geformaliseerd in ANNO - Beschikbare veldwerkplaats - Beschikbare expertise Kansen - Urgentie problematiek - Aansluiting bij regionale samenwerking, ontwikkelagenda’s en initiatieven
Zwaktes - Nog weinig kennis over watersystemen veenweidegebieden (tevens kans) - Systeemverandering kost meer tijd dan 2 jaar Bedreigingen - Maatregelen waterbeheer vereisen (mogelijk) draagvlak van andere actoren in de regio
Onderstaand worden de belangrijkste risico’s voor een succesvolle uitvoering van het project benoemd, met daarbij de maatregelen om deze risico’s te beheersen.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
26
Risico
Beheersmaatregel
Nog weinig kennis over watersystemen veenweidegebieden
Veel expertise over duurzame watersystemen is betrokken en gekoppeld aan expertise van veel praktijkpartners. Door de aanpak zal sowieso kennis op onderdelen worden ontwikkeld Veel visualisatie koppelen aan modelontwikkeling, om inzicht te krijgen De aanpak met ontwikkeling “building blocks” die wel binnen 2 jaar kunnen worden onderzocht Gebruik van scenario’s en verkenningen Hele onderzoekaanpak op systeemniveau is gericht op draagvlak en implementatie
Systeemverandering kost meer tijd dan 2 jaar
Maatregelen waterbeheer vereisen (mogelijk) draagvlak van andere actoren in de regio Beperkt beschikbare tijd professionals Planningsproblemen of vertraging
Aansluiting bij bestaande initiatieven/lokale opgaven Inzet studenten om professionals te ondersteunen Het opgestelde Milestoneplan geeft de projectleiding de mogelijkheid om afwijkingen snel te signaleren en tijdig maatregelen te treffen
5.6 Monitoring en evaluatie is geborgd De volgende monitoring en evaluatieactiviteiten worden voorzien: 1. interne monitoring (kwaliteitszorg onderzoek); 2. projectevaluatie verbonden aan het RAAK-programma (nulmeting, tussentijdse meting en eind/effectmeting). Daarnaast deelname aan eventuele SIA bijeenkomsten; 3. interne evaluatie met alle betrokkenen, i.c. alle betrokkenen uit het werkveld, onderzoekers, docenten, studenten (samenwerking, proces, bereik); 4. monitoring door de projectleiding (resultaten, financiën). In te zetten instrumenten zijn enquêtes, vragenlijsten, interviews en het milestoneplan. In de inrichtingsfase wordt een set van indicatoren bepaald/vastgesteld, waarmee de evaluatie kan plaatsvinden.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
27
Referenties Beek, L. (2015), Cattail production Chain Development in Northeast Friesland, Program Better Wetter, project 1482, Academic Consultancy Training, Knowledge Centre Northeast Frieland. Bohemen, H. van, redactie (2012). Eco-engineering. Een symbiose van harde en zachte systemen. VSSD, Delft. Bos, R. ten (2014). Water. Een geofilosofische geschiedenis. BOOM, Amsterdam. Bueren, E. van, H. van Bohemen, L. Itard, H. Visscher, redactie (2012). Sustainable Urban Environments. An Ecosystem Approach. Springer, Dordrecht. Buuren, A. van, J. Edelenbos, EH Klijn (2010). Gebiedsontwikkeling in woelig water, over water governance bewegend tussen adaptief waterbeheer en ruimtelijke besluitvorming. Boom Lemma uitgevers, Den Haag. Checkland, P.B. (1999). Systems Thinking, Systems Practice. Soft Systems Methodology: a 30-year retrospective. John Wiley Chichester Eertwegh, G. van, Bakel, J. van, Stuyt, L., Iersel, A. van, Kuipers, L., Klerk, W. en Talsma, M., (2013) Klimaatadaptieve Drainage: innovatief waterbeheer op regionaal en perceelsniveau, H2O-online Eijk, P.J. van (2015). De (A)quadruple helix. Over de duurzame ontwikkeling van watersystemen. Van Hall Larenstein, Leeuwarden/Velp. Eijk, P.J. van (2003). Vernieuwen mét Water. Dissertatie, Eburon, Delft. Eijk, P.J. van (2002). “Changing Watermanagement in Urban Renewal in the Netherlands; EcologicalModernisation through a Participative Strategy”.In: E.W.Strecker, W.C. Huber, red. Global Solutions for Urban Drainage; th Proceedings of the 9 International Conference on Urban Drainage. Portland Oregon, USA. Eijk, P.J. van, S.P. Tjallingii (2011). Klimaatmantelzorg in de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe. In: K.J. e Noorman en G. de Roo (eindredactie). 3 generatie energielandschappen, Rijksuniversiteit Groningen Groenhuijzen, P. (2014). Water als ordenend principe. In: W. Simons, D. van Dorp (redactie).Praktijkgericht onderzoek in de ruimtelijke planvorming. Landwerk uitgeverij, Wageningen. Grond, V. (2015), Gidsmodellen regio en stad van de Natuurlijke Alliantie. Toelichting bij de gidsmodellen, te vinden op www.gidsmodellen.nl Groot-Reichwein, M.A.M., H. Goosen, M.G.N. van Steekelenburg (2013). Climate proofing the zuidplaspolder: a guiding model approach to climate adaptation. Springer-Verlag, Berlin Heidelberg. IVM (2011),Instituut voor Milieuvraagstukken VU Amsterdam, Ruimte voor Klimaat, praktijkboek voor klimaatbestendig inrichten; Klimaat voor Ruimte; Kennis voor Klimaat, VU University Press, Amsterdam Kosten, S., S. Schep (2011). Een frisse blik op warmer water. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), Rijkswaterstaat Waterdienst. Amersfoort, Lelystad. Kravcik, M., J. Pokorny, J. Kohutiar, M. Kovac, E. Toth (2007). Water for the recovery of the climate – a new paradigm. www.waterparadigm.sk. Kwaadsteniet et al 2000. Leve(n)de Stadswateren. Werken aan water in de stad. STOWA, Utrecht. Kwakernaak, C., Van den Akker, J., Veenendaal, E. , Huissteden en Kroon, P. (2010), Veenweiden en klimaat – mogelijkhden voor mitigatie en adaptatie, Bodem, nummer 3.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
28
Ministerie I&M (2014), Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie (www.ruimtelijkeadaptatie.nl). Climate Adaptation Services Pötz, H.; P. Bluezé (2012). Groenblauwe netwerken. Voor duurzame en dynamische steden. Coop for life, Delft. Stuyt, L.P.C.M., (2012). Meer water met regelbare drainage?, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, rapport 2012-33, Amersfoort Tjallingii, S., J. Jonkhof (2011). Synergie in Stromenbeheer. Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering. Amsterdam/Delft. Tjallingii, S. & Berendsen, R. (2007). Een rijke bron. Techne Press, Amsterdam Tjallingii & van Eijk 1999. Basisstudie Integraal Waterbeheer Delft. Alterra/BOOM, Wageningen/Delft. Tjallingii, S. (1996). Ecological Conditions. Dissertatie, IBN-DLO /TU Delft; Wageningen/Delft. Vellinga, P. (2011). Hoezo klimaatverandering; feiten, fabels en open vragen. Uitgeverij Balans, Amsterdam. Ven, F. van de, S. Tjallingii, P. Baan, P. van Eijk, M. Rijsberman (2005). Water in drievoud. Eburon, Delft. VROM, (2001), Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000 / 2020, Ruimte Maken, Ruimte Delen, Deel 1. Ministerie van VROM: Den Haag Woestenburg, (2009). Waarheen met het veen, Landwerk
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
29
Bijlage 1
CV’s hoofdonderzoekers
Bijgevoegd zijn de CV’s van de hoofdonderzoekers: • Paul van Eijk • Toine Smits • Peter Groenhuijzen • Leo Bentvelzen • Jeroen Huisman • Ernst Jonker • Sybrand Tjallingii
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
30
Bijlage 2
Milestoneplan
In bijgevoegd milestoneplan staan alle activiteiten aangegeven, met de inzet per partner en de bijbehorende kosten. Het milestoneplan is opgesteld volgens de methodiek van “Doeltreffend Projectmanagement” (DPM). In essentie is deze methode gestoeld op het scheiden van wat moet worden bereikt (mijlpalen) en hoe het moet worden bereikt (activiteitenplanning per partner, kostenraming).
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
31
Bijlage 3
Toelichting begroting
De begroting in het format van SIA is bij de aanvraag gevoegd. In de begroting is per type activiteit/projectfase de koppeling met het milestoneplan aangegeven. In het milestoneplan zijn de projectactiviteiten meer gedetailleerd weergegeven. Onderstaande uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van de begroting. Kosten • de uurlonen van de medewerkers (lectoren, onderzoekers, docenten) van Hogeschool VHL en NHL Hogeschool zijn bepaald conform de berekeningssystematiek die de RAAK-regeling voorschrijft; • inzet van studenten is niet als kosten begroot, het betreft een eigen inbreng in tijd van VHL en NHL; • het door alle andere partijen gehanteerde uurtarief is gebaseerd op integrale tarieven; • er is een budget opgenomen voor materiaalkosten voor de veldwerkplaats en voor monitoringinstrumenten voor de experimenten. Tevens is een (beperkt) budget opgenomen voor reiskosten, de nieuwe expertisetool, de website, PR-materiaal, publicaties, het eindproduct, ruimtes voor conferenties, e.d.. Financiering • VHL en NHL hebben een eigen bijdrage in uren van ongeveer 38% van de eigen begrote loonkosten; • alle overige kosten (materiële kosten) worden uit de subsidie betaald; • werkveldpartijen ontvangen geen subsidie. De begrote loonkosten betreft een eigen inbreng; • Altenburg & Wymanga is als kennispartner betrokken. Zij brengen een deel van de eigen loonkosten in als cofinanciering. De overige inzet wordt uit de subsidie bekostigd. Het consortium vraagt een subsidie aan voor een bedrag van € 300.000,-. De studenturen en de faciliteiten van diverse partijen zijn niet/beperkt tot de projectkosten gerekend (onderzoeksfaciliteiten, experimenteerfaciliteiten, computers, vergaderruimtes, et cetera). De cofinanciering is als volgt verdeeld: • € 142.610,- door “kennis” (Hogescholen VHL en NHL, Altenburg & Wymenga), i.c. ongeveer 47% van de cofinanciering; • € 158.020,- door “werkveld” (Wetterskip, Gemeentes, Provincie, Natuurorganisaties, Boeren), i.c. ongeveer 53% van de cofinanciering.
Better Wetter: naar een Toekomstbestendig Watersysteem in Noordoost Fryslân Projectplan RAAK Publiek - Hogeschool VHL
32