PROJECTPLAN
Projectnaam : Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl Projectnr. : Opdrachtgever: Johan Koopmans (ambtelijk), Mark Boumans (bestuurlijk) Projectleider : Jaap Siemons Datum : september 2014 Versie :1 Status : Concept 1. Inleiding Om tot een eenduidige aanpak m.b.t. het omgaan met (cumulatieve) effecten van ontwikkelingen in de Eemsdelta te komen hebben de gemeenten Eemsmond, Delfzijl, GSP en de provincie Groningen in samenspraak een regieplan opgesteld. Doel daarvan is de gewenste economische ontwikkeling te faciliteren op zo'n wijze dat negatieve effecten voor mens, natuur en milieu zoveel mogelijk beperkt worden. Daartoe moeten de diverse plannen cumulatieve effecten op een zelfde manier toetsen en beoordelen. Over het regieplan is een advies uitgebracht door de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.). De Commissie voor de m.e.r. is van oordeel dat regionale keuzes bestuurlijk bindend moeten worden vastgelegd in een regionale structuurvisie. De coördinatiegroep EemshavenOosterhorn heeft daarmee ingestemd en op 30 juni besloten het ambtelijk kernteam opdracht te geven om een projectplan op te stellen voor de regionale structuurvisie. De regionale structuurvisie wordt een uitwerking van de Ontwikkelingsvisie Eemsdelta. 2. Uitgangssituatie Nu een groot aantal plannen en projecten min of meer gelijktijdig wordt ontwikkeld is samenhang in de wijze van beoordelen van mogelijke (cumulatieve) effecten noodzakelijk om te kunnen vaststellen of er voldoende milieugebruiksruimte is om alle ontwikkelingen planologisch te kunnen faciliteren. Vanwege de nabijheid van grootschalige Natura 2000 gebieden (Eems-Dollard; Waddenzee) is voor elk plan een MER en een passende beoordeling (PB) nodig, zowel op het lokale planniveau als op het regionale en het provinciale schaalniveau. Ontwikkelingsambities worden op het bij het schaalniveau passende abstractieniveau 'be MERd'. Al deze MER'n/PB'en en bestemmingsplannen/structuurvisies kunnen tegelijkertijd ontwikkeld worden, maar vaststelling ervan zal in volgorde van schaalniveau moeten gebeuren. Dit houdt in dat allereerst de provinciale omgevingsvisie, dan de regionale structuurvisie en daarna de lokale plannen worden vastgesteld. Alleen als er zwaarwegende maatschappelijke belangen zijn en urgentie, dan kunnen lokale plannen anticiperend op de provinciale omgevingsvisie worden vastgesteld. Beleidskaders De provinciale Omgevingsvisie 2015-2019 vormt het bovenregionale beleidskader en de Ontwikkelingsvisie Eemsdelta 2030 het regionale beleidskader voor de op te stellen structuurvisie Eemsmond-Delfzijl. Die gaat op haar beurt het beleidskader worden op
1
regionale schaal voor de invulling van de natuur- en milieugebruiksruimte. Daarbij zal ook het beleid vanuit het integrale provinciale milieubeleidskader en de gebiedsgerichte uitwerking daarvan voor de Eemshaven en Oosterhorn (in ontwikkeling) worden betrokken. Ontwikkelingen die met de regionale structuurvisie planologisch gefaciliteerd worden zijn: - de realisering van de provinciale windambitie wind op land voor de gemeenten Eemsmond en Delfzijl met 6 bestemmings-/inpassingsplannen. - glastuinbouw in de Eemshaven - een test-veld voor windenergie - een helihaven - zeehaven-gebonden, logistieke en energie gerelateerde bedrijvigheid in de Eemshaven - chemische industrie, metaal en recycling bedrijvigheid in Oosterhorn - datacentra en energie gerelateerde bedrijvigheid in de Eemshaven Zuidoost - versterking van de dijk tussen de Eemshaven en Oosterhorn - kennisintensieve bedrijvigheid in Weiwerd - Marconiproject - 380 Kv verbinding - buizenzone tracé N33 - verruiming vaargeul Eemshaven en Emden - kabels en leidingen Waddenzee - Cobraproject, verbinding van Deense windturbineparken op zee met de Eemshaven - spoorlijn Roodeschool-Eemshaven Het gebied voor deze structuurvisie betreft de bedrijventerreinen van de Eemshaven en Oosterhorn met de direct aanliggende terreinen, het tussen beide gebieden gelegen dijkvak en de direct aan het gebied verbonden infrastructuur, inclusief delen van de Waddenzee. (zie kaartje; bron: Regieplan) Voor al deze ontwikkelingen worden bestemmingsplannen of inpassingsplannen gemaakt om ze planologisch mogelijk te maken. Als onderdeel daarvan worden tevens plan/project MER'en opgesteld en passende beoordelingen conform de in het regieplan opgenomen uitgangspunten en werkwijze daarvoor. Het regieplan vormt in die zin een instructiedocument voor deze plannen hoe ze milieueffecten moeten gaan bepalen en beoordelen. Als zich nieuwe plannen voordoen zullen deze door één van de betrokken deelnemers worden ingebracht in de coördinatiegroep. Die zal aan de hand van de criteria van het regieplan beoordelen - daarbij ambtelijk ondersteund door het kernteam - of en hoe die meegenomen moeten worden. Als het totaal aan cumulatieve effecten van alle ontwikkelingen niet vergunbaar blijkt dan vindt in de coördinatiegroep afstemming plaats over mitigerende maatregelen, en/of prioriteiten in en/of tussen projecten. Als uiterste consequentie kan de Coördinatiegroep besluiten één of meer bevoegde gezagen te verzoeken bepaalde ontwikkelingen aan te passen of te beëindigen dan wel aan projecten beperkende voorwaarden op te leggen in milieutechnische of ruimtelijke zin. Voor de RCR projecten waarvoor het rijk verantwoordelijk is (o.a. Cobra; 380 Kv verbinding) zullen we het rijk benaderen om daar de werkwijze van het regieplan toe te passen en evt. adviezen van de Coördinatiegroep bij hun besluitvorming te betrekken. Realisering van de provinciale windambitie is uitgangspunt - met dien verstande dat de inrichtingsvarianten die onderdeel uitmaken van de ecologische verkenning worden benut bij MER/PB van de structuurvisie - omdat als daaraan niet voldaan wordt de regio door het rijk met een onwenselijke taakstelling voor wind op land zal worden geconfronteerd. Ook de realisering van de andere plannen in het gebied (helihaven, glastuinbouw e.d.) is daarbij uitgangspunt.
2
3. Doel van het project Maken van een regionale structuurvisie voor het gebied rond de Eemshaven-Oosterhorn door de provincie Groningen samen met de gemeenten Delfzijl en Eemsmond en Groningen Seaports. Onderdeel van de structuurvisie is een plan MER/PB waarin alle voorgenomen ontwikkelingen beoordeeld en getoetst worden m.b.t. mogelijke (cumulatieve) natuur- en milieueffecten. Na bestuurlijke vaststelling van de structuurvisie bevat die de planologische kaders waarbinnen de beschikbare economische en milieugebruiksruimte verder ingevuld kan worden in onderliggende structuurvisies, bestemmingsplannen en projectbesluiten. De structuurvisie is het instrument waarmee we het bovenliggende doel van een duurzame economische ontwikkeling willen realiseren en planologisch faciliteren. 4. Context en randvoorwaarden De structuurvisie voldoet aan het wettelijk kader ex art 2.2 Wroi. De structuurvisie is volgens de Wro vorm vrij. De structuurvisie Eemsmond-Delzijl biedt de planologische kaders op grond waarvan de beschikbare natuur- en milieuruimte in de gemeenten Eemsmond en Delfzijl ingevuld kan worden. De structuurvisie wordt een provinciale structuurvisieii die PS vaststelt met instemming van de raden. De structuurvisie geeft kaders en doet richtinggevende uitspraken over de planologische inpasbaarheid van alle onder de scope van het project vallende plannen op basis van de cumulatie van de effecten. Veel data voor de beoordeling van deze effecten zijn voorhanden. In de structuurvisie zijn deze geordend en integraal beoordeeld. Enkele tot de scope van dit project behorende plannen vallen onder de bevoegdheid van het Rijk. De kwalificering en kwantificering van de cumulatieve effecten van alle plannen, dus ook die van het Rijk, worden meegenomen in dit project. In de structuurvisie worden ruimtelijke vraagstukken tegen elkaar afgewogen en met elkaar in samenhang gebracht en geplaatst binnen het kader van de provinciale Omgevingsvisie. Bij deze afweging worden de resultaten uit het milieueffectrapport (plan-MER) van de provinciale Omgevingsvisie betrokken, die in wisselwerking met de ontwerp-structuurvisie wordt opgesteld. Op grond van uitgevoerd onderzoek blijkt dat wind qua milieubelasting in bijna alle gevallen gecombineerd kan worden met andere functies (industrie; glastuinbouw; helihaven).Ten behoeve van de realisatie windenergie is een ecologische analyse uitgevoerd. Deze analyse wordt benut voor de MER/PB van de structuurvisie. Op bestemmingsplanniveau moet bij de uitwerking blijken of volledige realisatie van de windambitie mogelijk is in relatie tot de andere genoemde functies en zal blijken wat de exacte configuratie wordt om tot een goede ruimtelijke ordening te komen. Inhoudelijk wordt de structuurvisie verder in sterke mate gevoed door reeds in gang gezette planprocessen, individuele projecten en de genoemde beleidskaders. De structuurvisie wordt eveneens in sterke mate gevoed door de adviezen van de commissie voor de MER. Deze commissie heeft aangeboden om ons gedurende het proces te adviseren. In de planning- uitvoering- en vaststellingsfasen van het project zal formeel of informeel advies van de commissie worden gevraagd. Omdat alle plannen min of meer gelijktijdig en in samenhang worden opgesteld is een nauwe onderlinge afstemming van bevoegde gezagen en de havenautoriteit en ontwikkelaars noodzakelijk. De eerder in het regieplan vastgelegde uitgangspunten geven daaraan richting. Het ambtelijk kernteam zorgt voor deze afstemming en doet in geval van knelpunten voorstellen voor een oplossing aan de Coördinatiegroep.
3
Qua werkwijze voor de samenstelling van de structuurvisie is de filosofie van het rapport Grenzeloos Gunnen van de Commissie Bestuurlijke Toekomst Groningeniii richtinggevend. Dat betekent dat het werkproces zo wordt ingericht dat de structuurvisie gezamenlijk wordt opgesteld, waarbij de provincie penvoerder is. In de Coördinatiegroep zijn de partners inhoudelijk gelijkwaardig, maar in de besluitvorming worden de rollen en verantwoordelijkheden van de bevoegde gezagen gerespecteerd (zie verder paragraaf 6.1.). De Structuurvisie wordt een digitaal plan. Dit betekent dat zal worden voldaan aan eisen die wettelijk gezien gelden voor het opstellen van digitale provinciale structuurvisies. Deze eisen zijn vastgelegd in de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en het Bro (Besluit ruimtelijke ordening). Via de Rsro (Regeling standaarden ruimtelijk ordening) wordt bepaald dat bij de digitalisering van ruimtelijke instrumenten zoals de provinciale structuurvisie gebruik moet worden gemaakt van IMRO2012. Dit informatiemodel is de standaard voor de beschrijving en codering van ruimtelijke instrumenten. Een digitale provinciale structuurvisie betekent een objectgericht plan met een objectgerichte structuur. Het plan zal bestaan uit digitale teksten en digitale verbeeldingen/kaarten. Te volgen stappen: 1: Opstellen concept objectenstructuur 2: Opstellen concept inhoudsopgave en de eerste teksten 3: Opstellen concept kaart(en) 4: Bepalen type van ieder planobject 5: Afronden van de tekst 6: Controle In een projectplan voor digitalisering worden deze stappen verder gedetailleerd. Effectbeoordeling moet worden afgestemd met bevoegde gezagen in Duitsland
5. Projectresultaat Het eindresultaat van het project Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl is: -een door PS en gemeenteraden vastgestelde Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl -een door PS en gemeenteraden vastgestelde planMER/PB als onderdeel van de Structuurvisie
4
6. Projectorganisatie
6.1 Projectstructuur Provinciale Staten Taken: - instemmen met opstellen structuurvisie - Vaststellen van de regionale structuurvisie - beschikbaar stellen van de daarvoor benodigde provinciale middelen Gedeputeerde Staten Het college van GS is opdrachtgever van dit project. Gedeputeerde Mark Boumans treedt namens GS als bestuurlijk portefeuillehouder op. De voortgang wordt regelmatig met hem besproken in FO’s en zo nodig met het college in GS-DT’s. Het afdelingshoofd PPM, Johan Koopmans is ambtelijk opdrachtgever van dit project. Provinciesecretaris Henk Jan Bolding is portefeuillehouder binnen het Directieteam. De voortgang wordt twee-wekelijks met hen besproken in een ambtelijk daartoe in te richten afstemmingsoverleg (met ambtelijk opdrachtgever) en periodiek maandelijks overleg met de portefeuillehouder. Taak: GS stelt het projectplan en andere beslisdocumenten vast, en legt ze indien nodig ter besluitvorming voor aan PS. PS (commissie Omgeving en Milieu) wordt gevraagd uiterlijk in november 2014 in te stemmen met het opstellen van een provinciale structuurvisie. Coördinatiegroep Eemshaven-Oosterhorn De regionale structuurvisie wordt door het college van GS opgesteld. In verband met de bestuurlijke afstemming en oplossing van knelpunten is de Coördinatiegroep EemshavenOosterhorn ingesteld. Ze adviseert de colleges van B&W en G.S. en het bestuur van GSP over voortgang en de oplossing van knelpunten in de ontwikkeling van de structuurvisie, en
5
adviseert de colleges over de vaststelling van de structuurvisie. Vaststelling van de regionale structuurvisie vindt plaats in PS en met instemming van de gemeenteraden, nadat daartoe advies is gevraagd van de betrokken colleges van B&W. De leden zorgen voorafgaand aan de bijeenkomsten binnenshuis voor een integrale collegiale afstemming. GSP is gelijkwaardig lid op inbreng en inhoud, maar neemt geen besluiten. Daarvoor zijn de overheden verantwoordelijk. Daarbij houden de overheden rekening met het belang van GSP en streven ze naar consensus met GSP. Afgesproken is dat de provincie namens de andere partners penvoerder en opdrachtgever is. Tevens is afgesproken dat de regionale structuurvisie breed gedragen moet worden en mede daarom in gezamenlijkheid ontwikkeld wordt. In het ambtelijke kernteam vindt onderlinge inhoudelijke en procedurele afstemming tussen de partners plaats. Bij blijvende inhoudelijke meningsverschillen binnen de Coördinatiegroep draagt de provincie de eindverantwoording voor de inhoudelijke keuzes. Ze legt expliciet verantwoording af aan PS voor deze keuzes. Samenstelling Coördinatiegroep Eemshaven en Oosterhorn: • Provincie Groningen, gedeputeerde Boumans • Gemeente Eemsmond, wethouder H. Sienot • Gemeente Delfzijl, wethouder IJ. Rijzebol • Groningen Seaports, directeur H. Post • Provincie Groningen, programmamanager J. Siemons • Provincie Groningen, assistent programmamanager G. Hofman • Gemeente Delfzijl, J. Bos • Gemeente Eemsmond, S. Klein • Groningen Seaports, M. van den Dungen Samenstelling ambtelijk kernteam: Provincie Groningen: J. Siemons (voorzitter) Provincie Groningen: vacature Provincie Groningen: G. Hofman (secretaris) Gemeente Eemsmond: S. Klein Gemeente Delfzijl: J. Bos Groningen Seaports: M. van den Dungen Provincie Groningen: T. Smit Projectmanagement De provincie levert het projectmanagement voor de regionale structuurvisie. De provinciale projectmanager (Jaap Siemons) werkt onder de verantwoordelijkheid van een ambtelijk opdrachtgever (Johan Koopmans) en een bestuurlijk opdrachtgever (gedeputeerde Boumans) die het projectmanagement aansturen. De projectmanager is verantwoordelijk voor kwaliteit en voortgang van de productie van de structuurvisie en stuurt een intern provinciaal projectteam van deskundigen aan die de visie schrijft c.q. een daarvoor evt. in te huren bureau begeleidt. De projectmanager is verantwoordelijk voor de procedure van advisering van Raden en bestuur vanaf het moment van oplevering van het eindconcept en van vaststelling van de visie in PS. Het projectteam bestaat uit 2 programma-/projectmanagers (Jaap Siemons: bestuurlijke ondersteuning en algehele aansturing) en een inhoudelijk projectleider (nog te bepalen), een assistent programmamanager (Grietje Hofman) en een projectsecretaris (Marleen Halsema).
6
Samenstelling intern provinciaal projectteam Inhoudelijk-specialistisch wordt het projectteam ondersteund door medewerkers van de afdelingen LGW, R&S, OM, ECP en BJC. De samenstelling daarvan is: J. Siemons (PPM vz.) Inhoudelijk projectleider (PPM) C.A.W. Bouwense (RS) en/of Peter Smale (RS) M.P. van der Veen (RS) J. Spakman (OM) H. Roelofs (OM) O. Slakhorst (LGW) G. Meijerink (ECP) G. Hofman (PPM; secretaris) B. Niemeyer (BJC; bestuursadviseur) Communicatie met stakeholders en burgers Doordat zowel de structuurvisies als de individuele plannen tegelijkertijd worden opgesteld is het planproces complex en niet eenvoudig te begrijpen voor stakeholders en de bevolking. De Coördinatiegroep heeft daarom op 30 juni 2014 besloten dat stakeholders gedurende het wordingsproces actief betrokken moeten worden zoals nu gebruikelijk in het kader van het project Economie en Ecologie in balans. Ook de bevolking zal zorgvuldig geïnformeerd moeten worden. Aan het kernteam is daarom een communicatiedeskundige toegevoegd. Het kernteam zal een communicatiestrategie opstellen gericht op het geven van inzicht in de procedures en processtappen en het creëren van een zo groot mogelijk draagvlak voor de aanpak bij de stakeholders en de burgers. Die wordt afgestemd met het communicatieplan van de provinciale Omgevingsvisie. 7. Projectplanning 7.1 Tijdsplanning De regionale structuurvisie moet inhoudelijk eind mei 2015 zijn afgerond en procedureel zijn vastgesteld november/december 2015. De planning is op hoofdlijnen: Projectplan vaststellen in colleges Instemming PS met opstelling structuurvisie Aanbesteding Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD) Ontwikkelen inhoud Eindconcept structuurvisie incl. MER/PB Inspraak Nota R&C Advies colleges/GSP Vaststelling GS PS/raden
begin oktober 2014 november 2014 november 2014 december 2014 (1) november-mei 2014 juni 2015 juni-juli 2015 augustus 2015 september 2015 oktober 2015 december 2015
(1)
Als PS willen oordelen over de richting op de hoofdkeuzes voorafgaand aan de NRD wordt in dit processtadium een Keuzedocument voorgelegd. De NRD wordt dan in februari 2015 geagendeerd.
7.2 Capaciteitsplanning Projectmanagement: Projectteamleden:
2 dagen/week per programma/projectmanager 2 dagen/week
7
Leden kernteam: Leden projectteam intern:
2 dagen/maand 2 dagen/week voor vertegenwoordiger van de afdeling RS en de M.E.R. –coördinator; zij ondersteunen de projectleiding bij het opstellen van de structuurvisie 1 dag/week voor vertegenwoordiger van team wind 2-4 dagen/maand voor vertegenwoordigers van de overige afdelingen
7.3 Kostenplanning De regionale structuurvisie wordt opgesteld voor een maximaal bedrag van € 220.000,-. De voorlopige begroting is: Nr.
Hoofdproduct Structuurvisie
MER/PB
Deelproduct Communicatie Productie (opmaak en drukken) Fotografie, beeldmateriaal etc. Duitse vertaling Digitalisering Procedurekosten Hoofdrapport, Notitie R&D; en projectleiding: externe inhuur Duitse vertaling Advisering commissie m.e.r
Onvoorzien Totaal
Raming in € 10.000 10.000 10.000 5.000 15.000,5.000 100.000 5.000 40.000 20.000 220.000
Op basis van de afloop van de aanbestedingsprocedure wordt de begroting indien nodig bijgesteld en definitief gemaakt. Er zal meervoudig onderhands worden aanbesteed voor het opstellen van de MER/PB. 8. Financiering De kosten worden evenredig verdeeld tussen de provincie, de gemeenten Eemsmond en Delfzijl en GSP. Dekking van de provinciale bijdrage van € 55.000 is geregeld (krediet gebiedenbeleid en POP). Dekking van de bijdragen van de gemeenten Eemsmond en Delfzijl en van GSP is nog niet geregeld in bestaande begrotingen. In de Coördinatiegroep is afgesproken dat de dekking wordt gevonden en dat daarvoor indien nodig van de gebruikelijke procedures wordt afgeweken i.v.m. het tijdig halen van de planning. 9. Risico's - de planning wordt niet gehaald. Vooralsnog uitgaan van het wel halen van de planning maar er is sprake van een complex speelveld met veel betrokken partijen met uiteenlopende belangen. De ervaring leert dat voor behoud van draagvlak en commitment de planning in geval van nood soms moet worden bijgesteld. - zowel de provinciale Omgevingsvisie als de structuurvisie Eemsmond-Delfzijl moeten voor eind 2015 zijn vastgesteld. Risico daarvoor vormen mogelijk de provinciale verkiezingen die voor een nieuw college van G.S. aanleiding kunnen zijn voor beleidsaanpassingen waardoor vertraging kan ontstaan, ook voor de structuurvisie. Dit politieke risico is door het college van G.S. bewust genomen en kan niet door beheersmaatregelen worden ondervangen.
8
- de planning van de windparken kan niet worden gehaald als de structuurvisie niet tijdig daaraan voorafgaand wordt vastgesteld. Inzet is en blijft om dit te voorkomen. Mocht zich dat toch gaan voordoen dan neemt de Coördinatiegroep een besluit hoe daar mee om te gaan. - gebiedsgerichte uitwerking van het milieubeleid wordt niet concreet genoeg om toe te passen in de structuurvisie. Mochten de te hanteren emissiedoelen en de wijze van realisering daarvan niet of niet tijdig geleverd worden vanuit de gebiedsgerichte uitwerking dan zal de provincie die voor februari 2015 uitwerken en agenderen voor de Coördinatiegroep. - er is onvoldoende financiering beschikbaar voor de realisering van de evt. noodzakelijke mitigerende ecologische maatregelen. - meerdere onderliggende lokale plannen zijn eerder dan verwacht aan bestuurlijke vaststelling toe nog voordat de regionale structuurvisie is vastgesteld. Als zich dat gaat voordoen neemt de Coördinatiegroep een besluit hoe daar mee om te gaan. Inzet is en blijft om dit te voorkomen. - de Commissie voor de m.e.r. kan zich uiteindelijk en ondanks de gevraagde adviezen niet vinden in de mate van abstractie van de regionale gebiedsvisie t.o.v. de provinciale omgevingsvisie en de onderliggende lokale plannen. Dit voorkomen we door het proces in samenspraak met de Commissie voor de m.e.r. te doorlopen. - risico van het niet opstellen van een structuurvisie is dat de individuele plannen geen succesvolle m.e.r.- en P.B.-procedure kunnen doorlopen. __________________________________________________________________________ __ Akkoord (ambtelijk) opdrachtgever: projectleider: Naam: Handtekening: Datum:
i
Artikel 2.2 o 1. Provinciale staten stellen ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de provincie een of meer structuurvisies vast waarin de hoofdzaken van het door de provincie te voeren ruimtelijk beleid zijn vastgelegd. o 2. Provinciale staten kunnen voor aspecten van het provinciaal ruimtelijk beleid een structuurvisie vaststellen. o 3. Voor zover een structuurvisie ontwikkelingen omvat, gaat die structuurvisie in op de wijze waarop provinciale staten zich voorstellen die ontwikkelingen te doen verwezenlijken. o 4. Provinciale staten kunnen in samenwerking met de staten van andere provincies een structuurvisie vaststellen.
ii
In een provinciale structuurvisie gaat het nadrukkelijk om hetgeen een goede ruimtelijke ordening is vanuit provinciaal perspectief. iii
' De provincie kan in agendasetting en het zo gewenste samenspel van grote betekenis zijn. Ten eerste inhoudelijk en vanuit haar kerntaken op het terrein van interbestuurlijk toezicht, ruimtelijke ontwikkeling, regionale economie,mobiliteit en infrastructuur (wegen, water, spoor). Met dit pakket is de provincie bij uitstek de partij die initiatief kan nemen voor niet-vrijblijvende visie- en strategieontwikkeling op de langere termijn, bovenlokale gebiedsontwikkeling, provincie- en landsgrensoverstijgende samenwerking, het vinden en houden van bestuurlijke kwaliteit, democratische legitimatie en bestuurlijk evenwicht tussen gemeenten'.
9