ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911
MEMO
Fax 026 3515 235 www.arcadis.nl
Onderwerp:
Vormvrije m.e.r.-beoordeling Bestemmingsplan Noord Luchthaven Twente Arnhem,
Projectnummer:
11 juli 2012
B02022.000037.0100
Van:
Opgesteld door:
drs. I.A. Rosloot
drs. I.A. Rosloot
Afdeling:
Ons kenmerk:
Divisie M&R Arnhem
076379921:B
Aan:
Kopieën aan:
Gemeente Enschede
ADT
DIVISIE MILIEU & RUIMTE
Inleiding Aan de noordzijde van de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. zijn ontwikkelingen voorzien, waarvoor in 2012 een bestemmingsplanprocedure wordt doorlopen door de gemeente Enschede, getiteld Bestemmingsplan Luchthaven Twente. Het gaat om de volgende ontwikkelingen: Luchthavengerelateerde bedrijvigheid, inclusief parkeren. Veiligheidscentrum Oost Nederland. Ontsluitingsweg op de N737. Binnen het plangebied voor dit bestemmingsplan valt verder de ontwikkeling van de Luchthaven Twente. Deze ontwikkeling wordt uitgewerkt in een Luchthavenbesluit. De ruimtelijke beperkingen die hieruit volgen worden overgenomen in het Bestemmingsplan Luchthaven Twente, zie navolgend tekstkader Relatie Luchthavenbesluit en Bestemmingsplan Luchthaven Twente In het Luchthavenbesluit worden grenswaarden en regels omtrent de aanleg en het gebruik van de luchthaven door het luchtverkeer opgenomen. Daarnaast bevat het luchthavenbesluit de aanduiding van het luchthavengebied en de aanduiding van gebieden rondom de luchthaven met ruimtelijke beperkingen in verband met de geluidbelasting en de externe veiligheid van het luchthavenluchtverkeer en in verband met de vliegveiligheid. In deze gebieden gelden ruimtelijke beperkingen. Deze worden 1:1 vertaald in de bestemmingsplannen op het grondgebied van de betrokken gemeenten (Enschede, Hengelo, Dinkelland, Oldenzaal en Losser), waaronder het bestemmingsplan Luchthaven Twente. In het kader van het Bestemmingsplan Luchthaven Twente heeft de gemeente in overweging genomen of een milieueffectrapportage (m.e.r.) moet worden doorlopen ten behoeve van de besluitvorming over het bestemmingsplan. Dit naar aanleiding van de vergewisplicht, die is opgenomen in het Besluit m.e.r.. In onderliggende vormvrije m.e.r.-beoordeling zijn de overwegingen van de gemeente toegelicht.
Pagina
1/12
Achtergrond Op 14 december 2009 heeft de gemeenteraad van Enschede structuurvisie B (uitgaande van een gebiedsontwikkeling met luchthaven) uit het rapport Structuurvisies Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. vastgesteld. Op 16 juni 2010 is door provinciale staten van Overijssel de Ruimtelijke visie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving vastgesteld. In deze structuurvisie en ruimtelijke visie (samen structuurvisies) zijn kaders geschetst voor een aantal ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder een burgerluchthaven, EHS-uitbreiding/herbegrenzing en een aantal functies op het gebied van wonen en werken. Ten behoeve van de besluitvorming over de structuurvisies is een Plan-MER opgesteld, waarin de alternatieven uit de structuurvisies zijn onderzocht (een alternatief met een luchthaven en een alternatief zonder een luchthaven). In dat PlanMER is een uitgebreide effectbeschrijving opgenomen voor de thema’s geluid, lucht, externe veiligheid, natuur, landschap, cultuurhistorie, archeologie, water, bodem, wonen en werken. Het PlanMER is getoetst door de Commissie m.e.r. die op 28 oktober 2009 haar toetsingsadvies over het PlanMER heeft gepubliceerd, zie navolgend tekstkader. Mede op basis van het Plan-MER hebben provinciale staten van Overijssel en de gemeenteraad van Enschede gekozen om de ontwikkelingsvariant met luchthaven verder uit te werken. Toetsingsadvies Commissie m.e.r. over het Plan-MER
De Commissie m.e.r. heeft in haar advies aangegeven dat naar haar mening de essentiële milieuinformatie voor besluitvorming over de gebiedsontwikkeling in het MER en de aanvullende studie naar de 2,4 miljoen passagiers aanwezig is. De Commissie geeft daarnaast met betrekking tot het MER een aantal kanttekeningen, die betrekking hebben op: De gehanteerde referentiesituatie. De haalbaarheid van de alternatieven. Gegeven de theoretische mogelijkheid van een groter passagiersaantal is een beschouwing van het maximum luchtvaartalternatief gewenst. De aanleg van weginfrastructuur. Hinderbeleving en effecten van geluid en lucht onder de grenswaarden. Atmosferische depositie. Uitwerking Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. De uitwerking van de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. krijgt vorm middels de volgende besluiten: 1. Luchthavenbesluit. 2. Bestemmingsplan Luchthaven Twente. 3. Bestemmingsplan ADT Middengebied. 4. Bestemmingplan Leisure-Noord. Voor het eerste en derde besluit wordt de m.e.r.-procedure doorlopen (zie hierna). Voor het Bestemmingsplan Leisure-Noord is nog onvoldoende duidelijkheid over de invulling van het gebied. Om die reden zal t.z.t. worden besloten of het doorlopen van de m.e.r.-procedure nodig is.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
2/12
Voor het Bestemmingsplan Luchthaven Twente bepaalt de gemeente Enschede op basis van onderliggende vormvrije m.e.r.-beoordeling of er sprake is van aanzienlijke milieueffecten, die kunnen leiden tot de plicht voor het doorlopen van de m.e.r.-procedure. Daarbij betrekt zij de criteria uit bijlage III van de Europese richtlijn 'betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten', te weten: de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten. Besluit-MER Luchthavenbesluit Twente Momenteel wordt er een besluit-m.e.r. doorlopen voor het Luchthavenbesluit Twente. De eerste stap in die procedure, namelijk het opstellen van een notitie Reikwijdte en Detailniveau, is gezet. Deze notitie is in oktober 2011 openbaar gemaakt. Daarbij is advies van de commissie m.e.r. ingewonnen. Dit advies is in december 2011 uitgebracht. In 2012 wordt het MER voor het Luchthavenbesluit opgesteld. In het MER voor het Luchthavenbesluit worden grotendeels dezelfde milieuthema’s onderzocht als in het Plan-MER. De uitgangspunten voor het onderzoek zijn op onderdelen gewijzigd (door gewijzigde inzichten en/of regelgeving) en voor bepaalde thema’s is het onderzoek meer gedetailleerd, omdat de besluitvorming dat vereist. De scope voor dit MER bestaat uit de luchthaven gebonden ontwikkelingen die worden vastgelegd in het Luchthavenbesluit. Dit betekent dat de overige ontwikkelingen rond de luchthaven (luchthavengerelateerde bedrijvigheid inclusief parkeren, veiligheidscentrum Oost Nederland en ontsluitingsweg op de N737) niet in het MER onderzocht worden. Specifieke aandacht krijgen de Natura-2000 gebieden die binnen de invloedsfeer van de luchthaven liggen. Hiervoor wordt een passende beoordeling uitgevoerd in het kader van de Natuurbeschermingswet. Nagegaan wordt of significante effecten uit te sluiten zijn als gevolg van stikstofdepositie en eventuele veranderingen in de waterhuishouding. Het betreft de volgende gebieden (tussen haakjes staat de afstand tot de luchthaven): Lonnekermeer (300 meter) Landgoederen Oldenzaal (3 kilometer) Dinkelland (7 kilometer) Lemselermaten (7 kilometer) Aamsveen ( ca. 9 kilometer) N2000 gebieden in Duitsland (Afstand vliegveld – Duitse grens = 8 kilometer) MER ADT Middengebied Voor de uitbreiding van de EHS en de werkparken langs de grenzen van het ADT-middengebied, wordt een m.e.r. procedure doorlopen. Hier ligt het accent op natuur en water, maar ook andere milieuthema’s, zoals geluid, lucht, verkeer, landschap, cultuurhistorie, wonen en werken worden betrokken. Relevant is het feit dat door de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente, ruimtebeslag optreedt op EHS gebied (zie later in deze memo). Deze aantasting wordt gecompenseerd in het middengebied. Daarmee wordt invulling gegeven aan de keuze van de provincie Overijssel om in het kader van de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. de EHS te herbegrenzen, ofwel de EHS grens aan de noordkant te verkleinen en aan de zuidkant omvangrijk te vergroten.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
3/12
M.e.r.-(beoordelings)plicht Bestemmingsplan Luchthaven Twente Voor de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente dient de gemeente Enschede er zich van te vergewissen of als gevolg van de ontwikkelingen die via het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn te verwachten, die kunnen leiden tot een m.e.r.-plicht. Daarbij is getoetst aan het Besluit m.e.r.. Allereerst is gekeken of het bestemmingsplan activiteiten mogelijk maakt die zijn opgenomen in het Besluit m.e.r., waarbij ook is gekeken of het bestemmingsplan de kaders voor de betreffende ontwikkeling stelt. Vervolgens is getoetst of de activiteiten de drempelwaardes overschrijden die in dit besluit zijn opgenomen. Boven deze drempelwaardes is direct sprake van een m.e.r.(beoordelings)plicht. Daarnaast is onderzocht of effecten op Natura-2000 gebieden als gevolg van de ontwikkelingen binnen het Bestemmingsplan Luchthaven Twente zijn uit te sluiten. Indien dit niet het geval is, geldt voor het bestemmingsplan een m.e.r.-plicht. Ten slotte is onderzocht of de ontwikkelingen ook onder de drempelwaardes uit het Besluit m.e.r. kunnen leiden tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu. Conclusie van deze toetsing is dat er geen sprake is van een m.e.r.-(beoordelings)plicht. Wel dient in een vormvrije m.e.r.-beoordeling onderzocht te worden of de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente kunnen leiden tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu. Hieronder wordt deze conclusie toegelicht. Stelt het bestemmingsplan de kaders vast? Uit het Besluit m.e.r. blijkt dat het Luchthavenbesluit het m.e.r.-(beoordelings)plichtige besluit voor de ontwikkeling van een luchthaven vormt. Ondanks dat de luchthaven dus binnen het plangebied van het Bestemmingsplan Luchthaven Twente valt, geldt er geen m.e.r.-(beoordelings)plicht voor het bestemmingsplan. Dit is logisch, aangezien er voor het Luchthavenbesluit al een m.e.r. wordt doorlopen, waarin de effecten van de luchthaven worden bepaald. Voor de overige ontwikkelingen stelt het bestemmingsplan de kaders vast en dient er dus onderzocht te worden of deze ontwikkelingen kunnen leiden tot een m.e.r.-(beoordelings)plicht. Het betreft de volgende ontwikkelingen: Luchthavengerelateerde bedrijvigheid, inclusief parkeren. Veiligheidscentrum Oost Nederland. Ontsluitingsweg op de N737. Is er op basis van de drempelwaardes uit het Besluit m.e.r. sprake van een m.e.r.-(beoordelings)plicht? Voor stedelijke ontwikkelingsprojecten geldt sinds april 2011 geen drempelwaarde meer voor een m.e.r.-plicht. Met ingang van 1 april 2011 is voor deze categorie alleen nog sprake van een drempel voor de mer-beoordelingsplicht. Een stedelijk ontwikkelingsproject (waaronder bedrijvigheid) is m.e.r.-beoordelingsplichtig vanaf 100 ha of een bedrijfsoppervlak van 200.000 m 2 of meer. Een industrieterrein is m.e.r.-beoordelingsplichtig vanaf 75 ha. De genoemde ontwikkelingen hebben samen een oppervlak van net geen 40 ha, met een bruto bedrijfsoppervlak van ongeveer 94.000 m2. Deze ontwikkelingen zijn op grond van de drempelwaardes dan ook niet m.e.r.-beoordelingsplichtig. De aanleg van de ontsluitingsweg op de N737 is vanwege het type weg (2x1 rijstroken), de lengte van de weg (< 5 km) en andere kenmerken (aansluitingen), ook niet m.e.r.-plichtig.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
4/12
Treden er significante effecten op Natura-2000 gebieden op? Indien significante effecten op Natura-2000 gebieden als gevolg van de ontwikkelingen binnen het Bestemmingsplan Luchthaven Twente niet zijn uit te sluiten, is dat ook grond voor het doorlopen van de m.e.r.-procedure. Het enige Natura-2000 gebied waar effecten als gevolg van de ontwikkelingen uit het bestemmingsplan kunnen optreden, is het Lonnekermeer. Soorten op basis waarvan dit gebied is aangewezen, zijn gevoelig voor stikstofdepositie en wijzigingen in het (grond)water. De soorten zijn niet gevoelig voor geluid- of lichtverstoring. Mogelijke effecten op het Lonnekermeer als gevolg van de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente worden onderzocht in het kader van het Besluit-MER Luchthavenbesluit Twente (zie hiervoor). In dit onderzoek zijn ook de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente meegenomen. Deze informatie kan worden betrokken bij de besluitvorming rondom het Bestemmingsplan Luchthaven Twente. Hebben de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu? Ondanks dat de afzonderlijke activiteiten de m.e.r.-drempel niet overschrijden en effecten op het Natura 2000-gebied Lonnekermeer al onderzocht worden in het kader van het Luchthavenbesluit, dient de initiatiefnemer van het bestemmingsplan (de gemeente Enschede) zich te vergewissen of als gevolg van het totale voornemen, aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn te verwachten. Om dit te kunnen beoordelen zijn in deze memo de effecten van de ontwikkelingen samengevat (zie hierna). Voor detailinformatie wordt verwezen naar de milieuonderzoeken behorend bij het bestemmingsplan. Vervolgens is aan het eind van deze memo bepaald of de activiteiten uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente op basis van de criteria uit bijlage III van de Europese richtlijn milieubeoordeling projecten leiden tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu. Effecten Bestemmingsplan Luchthaven Twente In deze memo zijn de effecten van de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente samengevat. Daarbij wordt niet ingegaan op de effecten als gevolg van de ontwikkeling van de luchthaven, aangezien deze effecten in het MER Luchthavenbesluit worden onderzocht. In deze memo wordt ingegaan op de volgende aspecten: Verkeer; Geluid; Lucht; Externe veiligheid; Landschap; Cultuurhistorie; Archeologie; Bodem; Water; Natuur. Verkeer De effecten van de ontwikkeling van de luchthaven op het verkeer is onderzocht in het kader van het MER Luchthavenbesluit. In deze memo zijn alleen de effecten van de overige ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente (luchthavengerelateerde bedrijvigheid en veiligheidscentrum Oost-Nederland) op verkeer onderzocht. De effecten van deze ontwikkelingen zijn marginaal aangezien de ontwikkelingen slechts beperkt verkeer aantrekken. Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
5/12
Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de I/C-waarden1 van de referentiesituatie 2022 en de situatie waarin ook de luchthavengerelateerde bedrijvigheid, veiligheidscentrum Oost-Nederland en de ontsluitingsweg vanaf de N 737 aanwezig is (en dus niet de luchtvaart). Tabel 1 I/C-verhoudingen (*100) 2028, OS = ochtendspits, AS = avondspits Situatie 2022 incl. veiligheidscentrum OostNederland en luchtvaartgerelateerde bedrijvigheid Wegvak
Referentiesituatie 2022
OS
AS
OS
AS
J. Haydnstraat - Hasselerbaan
60
91
60
91
Hasselerbaan - J. Haydnstraat-
85
78
85
78
Hasselerbaan - asl Hengelo N-zuid
57
67
57
68
Asl HengeloN-zuid - Hasselerbaan
66
72
66
72
Asl HengeloN - zuid Asl Hengelo N-noord
73
87
71
89
Asl Hengelo-noord - Asl Hengelo N-zuid
43
37
43
37
Asl Hengelo-noord - Noordelijke Esweg
55
49
53
48
Noordelijke Esweg - Asl Hengelo-noord
65
56
65
51
Noordelijke Esweg - Vliegveldstraat
56
39
53
38
Vliegveldstraat - Noordelijke Esweg
47
53
47
49
Oldenzaalsestraat-Oude Vliegveldweg
84
40
79
39
Oude Vliegveldweg- Oldenzaalsestraat
34
86
34
79
Oude Vliegveldweg- Vergertweg
76
39
78
38
Vergertweg -Oude Vliegveldweg
34
76
33
77
Oldenzaal-west-Hengelo-noord
63
55
63
55
Hengelo-noord - Oldenzaal-west
48
70
48
70
Hengelo-noord-Hengelo
79
61
80
60
Hengelo- Hengelo-noord
58
83
57
83
N 342 – Oldenzaalsestraat
N 737 Vliegveldstraat
A1
De verschillen zijn marginaal. Alleen op de N 737 van Oude Vliegveldweg tot Oldenzaalsestraat zijn de verschillen iets groter waardoor de doorstroming op dit deel van de N 737 iets verslechtert en net over de grens van goed naar matig gaat. Geluid Luchtvaart De toegestane geluidsbelasting als gevolg van de luchtvaart wordt vastgelegd in het Luchthavenbesluit. Voor het bestemmingsplan is geen verder onderzoek nodig. Ook de beperkingengebieden ten gevolge van het luchtvaartgeluid worden vastgelegd in het Luchthavenbesluit door middel van geluidscontouren (zie MER Luchthavenbesluit). Deze contouren hebben directe doorwerking in het bestemmingsplan en zullen hierin overgenomen worden.
1
I/C-waarde: verhouding tussen de intensiteit op een wegvak en de capaciteit op dit wegvak. Onder de 0,8 is er sprake van een
goede verkeersafwikkeling. Tussen de 0,8 en de 0,9 is er sprake van een matige verkeersafwikkeling. Boven de 0,9 is er sprake van een slechte verkeersafwikkeling. Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
6/12
Rail De ontwikkelingen uit het bestemmingsplan hebben geen invloed op het spoorverkeer. Wel is de geluidbelasting van het spoor meegenomen in de cumulatieve geluidsbelasting. Nabij het studiegebied ligt de spoorlijn Hengelo-Oldenzaal. Dit traject heeft op grond van de Wet geluidhinder een zone van 300 meter. Het plangebied ligt ruim buiten deze zone. Industrielawaai Op basis van de categorie-indeling (industriecategorieën volgens VNG-richtlijn, uit de handreiking in ‘Bedrijven en milieuzonering’) is een inschatting gemaakt van het bronvermogen van de bedrijvigheid. De resulterende geluidsbelasting is gebruikt in de geluidcumulatie in het MER Luchthavenbesluit. Belangrijk bij de ontwikkeling is de ruimte waarmee rekening dient te worden gehouden volgens de richtafstanden uit de handreiking in ‘Bedrijven en milieuzonering’ van de VNG. Het bestemmingsplan voorziet uiteindelijk in een categorie van maximaal 4.2. Hiervoor geldt een richtafstand van 300 meter. Binnen deze afstand bevinden zich geen woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen. Wegverkeer In het plangebied worden geen geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Het is daarom niet nodig om in het kader van de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting vanwege wegverkeer op het plangebied uit te voeren. Binnen het plangebied wordt vanaf de Vliegveldstraat, via de Oude Vliegveldweg, een nieuwe ontsluiting van het vliegveld mogelijk gemaakt. De nieuwe ontsluitingsweg zal deels over de bestaande Oude Vliegveldweg en deels over een nieuw aan te leggen weg lopen. Hiervoor is het noodzakelijk dat de kruising Vliegveldstraat/Oude Vliegveldweg en de Oude Vliegveldweg worden gereconstrueerd. Binnen het reconstructiegebied van de bestaande wegen en binnen de geluidzone van het nieuw aan te leggen deel van de ontsluitingsweg zijn geen geluidgevoelige bestemmingen gelegen. Op grond van de Wet geluidhinder is het daarom niet noodzakelijk om een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting van de nieuwe ontsluitingsweg uit te voeren. De dichtstbij gelegen woning ligt aan de Weerseloseweg 400 en deze ligt buiten de geluidzone en buiten het reconstructiegebied. Zoals al beschreven onder Verkeer is de verkeersaantrekkende werking van de luchthavengerelateerde bedrijvigheid en het veiligheidscentrum Oost-Nederland marginaal. De effecten van dit verkeer op geluid zijn dan ook te verwaarlozen. Lucht In het luchtonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het MER Luchthavenbesluit, zijn ook de effecten van de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat de maximale bijdrage van de ontwikkelingen circa 12 μg/m 3 voor NO2 en circa 8 μg/m3 voor PM10 bedraagt. De verspreiding van deze concentratie blijft beperkt. Hierbij wordt opgemerkt dat deze bijdrage waarschijnlijk een tamelijk grote overschatting is doordat de emissiebronnen als puntbronnen zijn gemodelleerd. Met name de piek op het parkeerterrein zal veel minder groot zijn wanneer de emissie evenrediger over het parkeerterrein wordt gemodelleerd. De kleine toename van wegverkeersintensiteiten heeft slechts een kleine toename van de jaargemiddelde concentraties tot effect.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
7/12
Uit de resultaten van de totalen voor de jaargemiddelde concentraties NO 2 en PM10 blijkt dat er geen overschrijdingen van de wettelijke normen voor deze stoffen plaatsvinden. De resultaten voor luchtkwaliteit laten zien dat er op dit gebied geen knelpunten ontstaan voor de realisatie van het Bestemmingsplan Luchthaven Twente. Externe veiligheid In het externe veiligheidsonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het MER Luchthavenbesluit, zijn de effecten van de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente meegenomen in de referentiesituatie. Hieruit blijkt dat er geen relevante externe veiligheidsrisico’s optreden als gevolg van de luchthavengerelateerde bedrijvigheid, inclusief parkeren en het veiligheidscentrum OostNederland. Landschap Voor de ontwikkeling van het gebied is een beeldkwaliteitsplan opgesteld (Benthem Crouwel, september 2011), waarin de inpassing van de ontwikkelingen in het landschap is vormgegeven. Voor de ontwikkeling van de luchthavengerelateerde bedrijvigheid maakt bestaand bos en weide ruimte voor een uitgestrekte parkeervoorziening ten noorden van de nieuwe ontsluitingsweg. Door toename van bebouwing en verharding (parkeerplaatsen), zal de beleving veranderen en een minder landelijk/landschappelijk karakter krijgen. De ontwikkeling van veiligheidscentrum Oost-Nederland maakt gebruik van een deel van de bestaande bebouwing, waardoor het landschappelijk beeld en de beleving ervan niet substantieel wijzigen. Aandachtspunt is de inpassing, waarbij de voorkeur uitgaat naar het gebruik van bestaande groenstructuren. De ontsluiting van het luchthavencomplex volgt voor het grootste deel de bestaande ontsluiting en verkaveling. Hiermee sluit de nieuwe ontsluiting aan op de landschappelijke context. Door de maat en schaal van de ontsluiting zal deze prominenter in beeld komen. Door de voorgestelde begeleiding met bomen sluit de weg aan op reeds bestaande elementen in de directe omgeving. Cultuurhistorie De geplande ontwikkelingen hebben een negatieve invloed op de cultuurhistorie van het plangebied. De grootte van het effect wordt bepaald door de omvang van de sloop van authentieke bebouwing. Kenmerkende historische bebouwing en karakteristieke bebouwingsstructuren verdwijnen door de ontwikkeling van luchthaven gerelateerde bedrijvigheid, parkeervoorzieningen en veiligheidscentrum Oost-Nederland. Elementen die worden aangetast zijn de druiventros en diverse personal shelters. Vanwege de kleinschaligheid van de bebouwing wordt gesteld dat herontwikkeling niet mogelijk is. Hiervoor in de plaats wordt een nieuw bebouwingspatroon gerealiseerd, in een andere maat en schaal dan de oorspronkelijke bebouwing. De kamerstructuur blijft min of meer overeind, alleen krijgt deze voor een groot deel ‘stenige wanden’ (gebouwen ten noorden van de landingsbaan) in plaats van groene wanden (bos). Ook het bestaande wegenpatroon wordt in het noordelijk deel verwijderd en wordt op een nieuwe wijze ontwikkeld. Archeologie Bekende archeologische waarden worden niet aangetast door de ontwikkelingen die onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan. Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
8/12
Het gebied waar de geplande ontwikkelingen plaatsvinden, heeft op basis van een bureau- en inventariserend veldonderzoek van RAAP een lage archeologische verwachtingswaarde voor de periode Prehistorie tot Tweede Wereldoorlog. In deze gebieden geldt een kleine kans op het aantreffen van archeologische resten, hoewel archeologische resten in deze zones niet zijn uit te sluiten. De luchthaven Twente is in de Tweede Wereldoorlog als militair object aangelegd. Daarnaast liggen verspreid in het plangebied een groot aantal bomkraters, die soms zijn volgestort met puin, vliegtuigwrakken en ander materieel dat een archeologische waarde kan hebben. Hierdoor heeft het hele gebied een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de Tweede Wereldoorlog. Op plekken waar door de geplande ontwikkelingen bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, is de kans dan ook groot dat aanwezige archeologische waarden worden aangetast. In het bestemmingsplan is daarom opgenomen dat de grondwerkzaamheden worden uitgevoerd onder lichte archeologische begeleiding door de regioarcheoloog conform het Programma van Eisen Archeologische begeleiding. Bodem De algemene bodemkwaliteit van het terrein rondom de vliegbasis wordt gekwalificeerd als een heterogeen verontreinigd gebied, waarbij de concentraties voor de bodemgebruikfunctie ‘industrie’ plaatselijk worden overschreden. De verontreinigende parameters betreffen met name PAK en in mindere mate zware metalen. Bomkraters zijn in het verleden veelal opgevuld met divers materiaal zoals puin en ander afval. Daarnaast zijn nabij de luchthaven ook nog oude funderingen aanwezig. Alle gevallen van ernstige bodemverontreiniging op de vliegbasis zijn in kaart gebracht. Voor deze gevallen geldt een saneringsplicht, die onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Defensie valt. Defensie zal deze saneringen functiegericht (laten) uitvoeren, waarbij de functie ‘industrie’ als terugsaneerwaarde wordt gehanteerd. In bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit zijn de maximale waarden opgenomen waaraan de grond dan moet voldoen. Bij een functiegerichte sanering geldt dat, in plaats van sanering, ook kan worden gekozen om onaanvaardbare humane, ecologische of verspreidingsrisico’s te voorkomen. Dit kan het geval zijn als de verontreiniging zich onder een bestaand gebouw bevindt of door middel van een leeflaag wordt afgeschermd. Hierdoor worden contactmogelijkheden met de verontreiniging voorkomen. Voor de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente is een Raamsaneringsplan opgesteld waarin per sanering het saneringsdoel wordt vastgelegd en op hoofdlijnen wordt aangegeven op welke wijze het saneringsdoel zal worden gerealiseerd. Er is gekozen voor een raamsaneringsplan, omdat het niet is uit te sluiten dat er nog (onbekende) verontreinigingen op de saneringslocatie worden aangetroffen. De ontwikkelingen binnen het bestemmingsplan (luchthaven gerelateerde bedrijvigheid (inclusief parkeren), de ontsluiting op de N737 en veiligheidscentrum Oost-Nederland) worden ingevuld conform de huidige wet- en regelgeving. Dit betekent dat bestaande verontreinigingen indien nodig worden gesaneerd. Ook worden hier, indien nodig, passende maatregelen genomen om nieuwe verontreinigingen te voorkomen. Een voorbeeld hiervan is toepassen van vloeistofdichte vloeren bij activiteiten die een verontreiniging kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld oefeningen van het brandweeroefencentrum). De ontwikkelingen hebben dan ook geen invloed op de bodemkwaliteit.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
9/12
Water De ontwikkelingen binnen het bestemmingsplan (luchthaven gerelateerde bedrijvigheid (inclusief parkeren), de ontsluiting op de N737 en het trainingscentrum Oost Nederland) worden ingevuld conform de geldende beleidslijnen en wetgeving. Dit betekent dat negatieve effecten op het grond- en oppervlaktewatersysteem worden voorkomen. Natuur De ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente hebben ruimtebeslag op gebieden die volgens de vigerende Omgevingsvisie Overijssel behoren tot de ecologische hoofdstructuur (EHS). De provincie Overijssel heeft er in de Ruimtelijke Visie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. echter voor gekozen om de EHS te herbegrenzen. Ofwel de EHS grens aan de noordkant te verkleinen en aan de zuidkant omvangrijk te vergroten. Het ruimtebeslag wordt daarmee ruimschoots gecompenseerd. Deze herbegrenzing van de EHS is opgenomen in de concept begrenzing van de Groene en Blauwe Hoofdstructuur van 12 april 2012 (bron: provincie Overijssel). Zoals eerder beschreven is de verkeersaantrekkende werking van de luchthavengerelateerde bedrijvigheid en het veiligheidscentrum Oost-Nederland beperkt, waardoor effecten als gevolg van geluidverstoring en stikstofdepositie door verkeer niet zijn te verwachten. Bedrijvigheid kan wel leiden tot verstoring door geluid. Mogelijk kunnen hierdoor verstoringsgevoelige broedvogels als middelste bonte specht en wespendief worden beïnvloed. Ten aanzien van stikstofdepositie kan verder opgemerkt worden dat in de Passende Beoordeling voor de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente maatregelen worden uitgewerkt om de effecten van stikstofdepositie op Natura2000 gebieden te voorkomen. Voor de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente als geheel is in opdracht van ADT door Eelerwoude een Compensatie- en mitigatieplan Flora- en faunawet opgesteld. Hierin is opgenomen welke maatregelen getroffen moeten/kunnen worden om effecten op beschermde diersoorten te voorkomen. Specifiek voor het plangebied van het Bestemmingsplan Luchthaven Twente worden de volgende maatregelen benoemd: Specifieke mitigerende maatregelen zijn noodzakelijk voor boompieper (8 paar), braamsluiper (6), buizerd (1), geelgors (12), gekraagde roodstaart (2), graspieper (4), grote bonte specht (7), houtsnip (3), kleine bonte specht (2), kneu (6), koolmees (31), matkop (1), pimpelmees (27), roodborsttapuit (4), torenvalk (1) en veldleeuwerik (10). Compensatie is noodzakelijk voor gewone grootoorvleermuis (1 winterverblijf), levendbarende hagedis (13,9 ha.), poelkikker (2 ha.) en heideblauwtje (1,0 ha.). Geadviseerd wordt om voor gewone grootoorvleermuis, levendbarende hagedis, poelkikker en heideblauwtje een ontheffing aan te vragen Geadviseerd wordt om voor de hierboven vermelde 16 vogelsoorten een ontheffing aan te vragen gericht op het verkrijgen van een zgn. ‘positieve afwijzing’ Compenserende en mitigerende maatregelen zijn gewenst (niet verplicht) voor steenmarter, steenanjer en wilde marjolein In aanvulling op de Gedragscode Bouwend Nederland zijn aanvullende mitigerende maatregelen noodzakelijk voor vleermuizen, eekhoorn, steenmarter, levendbarende hagedis en heideblauwtje De vliegroute van gewone dwergvleermuis bij de Vliegveldstraat vraagt om maatregelen bij de planontwikkeling van de hoofdontsluitingsweg
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
10/12
In gebouwen waar een spouwmuur of zolderruimte aanwezig is en waar een structurele functiewijziging, verbouwing of b.v. na-isolatie van spouwmuren plaatsvindt, kan dit effect hebben op verblijfplaatsen van vleermuizen Een nadere inspectie / veldonderzoek is noodzakelijk bij mogelijke effecten op verblijfplaatsen van vleermuizen in gebouwen Bij te verwachten negatieve effecten kan tevens een ontheffing noodzakelijk zijn Veldonderzoek moet tijdig worden gepland en is seizoensafhankelijk Compenserende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn voor vleermuizen indien een negatief effect ontstaat Gepleit wordt voor het handhaven en zoveel mogelijk inpassen van bestaande groenstructuren en kwetsbare plantensoorten als stekelbrem, kruipbrem, bevertjes, steenanjer, wondklaver, vlottende bies en moeraswolfsklauw Bovenstaande maatregelen gelden voor het hele plangebied van het Bestemmingsplan Luchthaven Twente, dus ook voor de luchthaven. De benodigde compenserende maatregelen worden meegenomen in de ontwikkeling van het ADT-middengebied. Conclusies aanzienlijke nadelige milieugevolgen o.b.v. criteria bijlage III Europese richtlijn Op basis van de kenmerken van de activiteiten en inzicht in de effecten van deze activiteiten, kan worden nagegaan of de activiteiten leiden tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu. Hierbij worden de kenmerken en effecten getoetst aan de criteria uit bijlage III van de Europese richtlijn milieubeoordeling projecten, te weten: Kenmerken van het project. Plaats van het project. Kenmerken van het potentiële effect. Kenmerken van het project De aard en omvang van de ontwikkelingen zijn niet dusdanig dat er sprake is van aanzienlijke effecten op mens en milieu. Dit blijkt al uit het feit dat de omvang van de ontwikkelingen ruim beneden de drempelwaardes van de m.e.r.-plicht liggen. Daarnaast dienen de ontwikkelingen te voldoen aan geldende wet- en regelgeving voor bodem en water, waardoor verontreinigingen worden voorkomen. Verder worden geen stoffen of technieken toegepast die kunnen leiden tot risico’s op ongevallen. Plaats van het project Ten aanzien van de plaats van de ontwikkelingen dient opgemerkt te worden dat de ontwikkelingen ruimtebeslag op EHS gebieden hebben. De provincie Overijssel heeft er in de Ruimtelijke Visie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. echter voor gekozen om de EHS te herbegrenzen. Ofwel de EHS grens aan de noordkant te verkleinen en aan de zuidkant omvangrijk te vergroten. Het ruimtebeslag wordt daarmee ruimschoots gecompenseerd. In de omgeving van het plangebied van het Bestemmingsplan Luchthaven Twente ligt het Natura2000 gebied Lonnekermeer. In de Passende Beoordeling voor de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente worden de effecten op dit gebied bepaald en worden maatregelen uitgewerkt om effecten op Natura2000 gebieden te voorkomen.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
11/12
Uit het archeologisch onderzoek uitgevoerd door RAAP blijkt dat het hele plangebied een hoge verwachting heeft op het aantreffen van archeologische resten uit de Tweede Wereldoorlog. In het bestemmingsplan is daarom opgenomen dat de grondwerkzaamheden worden uitgevoerd onder lichte archeologische begeleiding door de regioarcheoloog conform het Programma van Eisen Archeologische begeleiding. Kenmerken van het potentiële effect Het bereik van de effecten blijft grotendeels beperkt tot het plangebied en de directe omgeving daarvan. Dit volgt uit het feit dat de ontwikkelingen slechts beperkt verkeer aantrekken (met uitzondering van de luchthaven, waarvan de effecten, ten behoeve van besluitvorming over het Luchthavenbesluit, in het MER Luchthavenbesluit zijn bepaald). Van grensoverschrijdende effecten is geen sprake. Gezien de ligging buiten het stedelijk gebied, zullen de optredende effecten relatief weinig mensen treffen. Overall conclusie Lettend op de hiervoor beschreven effecten en de criteria uit bijlage III van de Europese richtlijn 'betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten', concludeert de gemeente Enschede dat de ontwikkelingen uit het Bestemmingsplan Luchthaven Twente niet leiden tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu. Voor het bestemmingsplan wordt dan ook geen m.e.r.-procedure doorlopen.
Ons kenmerk:
Pagina
076379921:B
12/12