Projectdossier Integrale Opdracht 1 7-1-2013 VD1B2 Schaap, C. Tutorgroep 5
Blok 1.1 Cursus: VD-A110-11 verslag 1
Jasmijn Raaijmakers Jet Oude Reimer Lisanne Revenberg Merel Roovers Nicola Paden
12067075 12016551 12013668 12030406 12038792
De Haagse Hogeschool
1
Inhoudsopgave
Plan van aanpak Vooronderzoek Onderzoeksverslag Procesverslag Individuele verantwoording
3 8 20 30 31
Bijlage 1: Agenda’s en notulen
42
2
Plan van aanpak Voorwoord: Wij zijn eerstejaars voeding en diëtetiek studenten van de Haagse Hogeschool. Wij een onderzoek doen over het voedingspatroon van de eerstejaars pabostudenten.
1. Project opdracht Als studenten van voeding en diëtetiek hebben wij een opdracht gekregen van de pabo. Wij moeten eerstejaars studenten bewuster maken van hun eetpatroon zodat ze indien nodig hun eetpatroon kunnen aanpassen. In de toekomst wanneer zij leraar/lerares zijn, kunnen zij een betere voorbeeldfunctie zijn voor hun leerlingen. De probleemstelling in ons onderzoek is dat veel meer kinderen overgewicht hebben. Onze doelstelling is om de eerstejaars pabostudenten veel bewuster om te laten gaan met voeding door ze feedback te geven en wij hopen hiermee te bereiken dat ze gezonder gaan eten. De doelstelling voor onszelf is; goede samenwerking en een eerlijke verdeling. Waar wij gebruik van gaan maken om onze probleemstelling te analyseren en de doelstelling te bereiken zijn voedingsdagboekjes, voedingsmiddelentabellen, gegevens van de voedingsstoffen die wij gaan onderzoeken.
2. Voorgenomen werkwijze en samenwerkingsafspraken Wij communiceren met elkaar via de chat op facebook, via mijnprojectgroep.nl, we hebben telefoonnummers en e-mail adressen uitgewisseld en we komen twee keer per week bij elkaar. We spreken meerdere keren per week af om te vergaderen en we spreken één keer per week af met de begeleidster. Wij gebruiken voor dit verslag de voedingsdagboekjes, de e-mailadressen van de eigenaar/eigenaresse van het voedingsdagboek, inhoudsdeskundige op Blackboard en internet en boeken voor informatie, voornamelijk over de voedingsstoffen. Onze verhouding met de opdrachtgever is dat wij in de eerste week van oktober de voedingsdagboekjes van de pabo studenten ontvangen. Deze krijgen wij via onze tutor. Verder ontvangen wij de persoonlijke gegevens van de studenten, mochten er aanpassingen gemaakt moeten worden in de dagboekjes. Onze begeleidster zien wij één keer in de week. We nemen dan door hoe het ervoor staat met ons project en eventuele punten waar we tegenaan lopen. Uiteraard kunnen wij de begeleidster altijd mailen met vragen.
Taakverdeling: - Lisanne: samenwerkingsovereenkomst, persoonlijk leerdoel, doelen en verhoudingen opdracht - Nicola; aanpassingen, persoonlijk leerdoel - Jet; project opdracht, persoonlijk leerdoel - Jasmijn; project activiteiten, persoonlijk leerdoel, project opdracht, wie zijn wij, stukjes bij elkaar zetten (#2) - Merel; voorgenomen werkwijze en samenwerkingsafspraken, persoonlijk leerdoel, stukjes bij elkaar zetten (#1) 3
Allemaal: -Opmaak
3. Projectactiviteiten Wij gaan ons voorbereiden op het maken van het plan van aanpak door in de studiehandleiding op te zoeken hoe een plan van aanpak eruit hoort te zien. Ook kunnen wij hierover informatie opzoeken in ‘De effectieve projectgroep’ over bijvoorbeeld afspraken maken. Onze eerste opdracht is een vooronderzoek over voedingstrends. Wij zoeken vijf voedingsstoffen op, waarvan wij er allemaal één gaan onderzoeken. Van deze voedingsstoffen zoeken wij informatie op over bijvoorbeeld de inname voor onze doelgroep (eerstejaars pabo-studenten), maar ook de gegevens voor de Nederlandse bevolking. De informatie kunnen wij opzoeken in literatuur of op het internet, bijvoorbeeld op www.voedingscentrum.nl. Onze verdeling: -
Jet: vezels Lisanne: vocht Merel: koolhydraten Nicola: vetten Jasmijn: eiwit
Aan de hand van onze resultaten schrijven wij een verslag. Hulpmiddelen hierbij zijn: de cursus ‘Schriftelijke vaardigheden’ en het boek ‘Leren communiceren’, Wolters-Noordhoff, Groningen. In opdracht 2 gaan wij de voedingsdagboeken die de pabo-studenten hebben bijgehouden, beoordelen en analyseren. We gaan onderzoeken of het eetpatroon voldoet aan de ‘Richtlijnen Goede Voeding’ van het Voedingscentrum voldoen. Dit doen we met behulp van informatie over de voedingsstoffen. Wij worden voorbereid door zelf een voedingsdagboekje bij te houden. Zo leren we hoe dit in elkaar zit. Over de resultaten van dit onderzoek schrijven wij een onderzoeksverslag. Met alle informatie die wij hebben verzameld en resultaten uit het onderzoek, stellen wij een voedingsadvies aan de pabostudenten op. Dit zetten wij, samen met het vooronderzoek, de analyse en beoordeling van de voedingsdagboeken, in een presentatie. Informatie over presenteren kunnen wij vinden in ‘Spreken in het openbaar’ van Klaas Wiertzema en Patricia Jansen. Voor elke vergadering en tutorbijeenkomst houden wij bij hoe het is gegaan en wat er besproken is. Uiteindelijk wordt dit allemaal samengebracht in het procesverslag. Ook houdt iedereen voor zichzelf bij hoe de samenwerking is gegaan en of de persoonlijke leerdoelen zijn bereikt.
4
Planning: Wk 2 Plan van aanpak af
Wk 3 Werken aan verslag voedingstrends
Wk 4 Feedback op Verslag voedingstrends
Wk 5 Begin maken voedingsdagboekjes analyseren
Verslag voedingstrends individueel af Wk 7 Voedingsdagboekjes analyse af; voor 21-10
Wk 8 Deadline procesverslag en individuele verantwoording: 29-10 Bijeenkomst: 29-10
Wk 9 Eindproduct af Presentatie Harde deadline; 9-11 voor 17.00
5
NVT NVT
Wk 6 Bespreking analyse dagboekjes. Harde deadline Verslag voedingstrends; 12-10 voor 17.00 NVT NVT
4. Persoonlijke leerdoelen Jasmijn Raaijmakers Mijn persoonlijke leerdoelen zijn: -
-
-
Actief meedoen tijdens de tutorbijeenkomsten/vergaderingen. Ik stel me dan meestal een beetje in de achtergrond op, maar ik wil graag proberen om dan meer op de voorgrond te treden en meer van me te laten horen. Goed feedback leren geven. Soms durf ik iemand niet goed feedback te geven, omdat ik dan bang ben dat ik iemand kwets of dat diegene boos wordt. Ik wil graag leren hoe ik dit op een goede manier kan doen en het duidelijk kan brengen. Een goede voorzitter zijn die de vergadering goed leid. Als ik bij een vergadering voorzitter ben, wil ik graag een goede, duidelijke leider zijn en dat de vergadering goed verloopt. Ik word dan gedwongen om de leiding te nemen, dat is iets wat ik soms een beetje moeilijk vind. Het is goed dat ik dat deze manier kan leren.
Jet Oude Reimer Mijn persoonlijke leerdoelen zijn: -
-
Actief meedoen in de door zelf dingen voor te stellen en mee te denken met de anderen. Vaak houd ik mezelf op de achtergrond en laat ik het ideeën bedenken aan anderen over. Dat doe ik omdat ik het dan moeilijk vind om ook mijn ideeën in de groep te gooien. Geordend werken. Door een planning te maken en goed aantekeningen bij te houden ga ik proberen regelmaat te houden in mijn werk. Dit is nodig omdat ik anders alles door elkaar heen ga halen, hierdoor komt onnodige stres. Mijn eigen werk (en dat van anderen) waarderen. Vooral naar mijn eigen werk toe kan ik heel kritisch zijn, dat kan goed zijn maar soms ook best frustrerend aangezien iets dan nooit goed genoeg is.
Merel Roovers Mijn persoonlijke leerdoelen zijn: - Actief meedoen tijdens de tutorbijeenkomsten/vergaderingen. Ik ben tijdens bijeenkomsten/vergaderingen óf heel stil, óf ik domineer heel erg. Ik zou graag daar tussenin willen zitten. - Goed te leren samenwerken. Ik ben gewend om verslagen/presentaties etc. alleen te maken. Ik ben een perfectionist en wil iets precies zo hebben zoals ik dat in gedachten heb, ik vind het daarom lastig om samen te werken. Ik wil dit met deze opdracht gaan verbeteren door goed te luisteren naar de mening van de rest en hun meningen/ideeën te accepteren en er het positieve van in te zien. - Mijn kennis vergroten. Ik wil graag met deze opdracht mijn kennis over voeding en het eetgedrag van eerstejaars pabostudenten gaan verbeteren. Lisanne Revenberg Mijn persoonlijke leerdoelen zijn: - Leren hoe een plan van aanpak moet worden gemaakt. Tijdens het maken van de integrale opdracht wil ik graag leren hoe ik een plan van aanpak kan 6
schrijven. Dit omdat het mij erg handig lijkt dit te kunnen en ik dit ook kan gebruiken bij andere opdrachten. Ik heb dit zelf nog nooit gemaakt en denk dat dit een goede manier is om de opdracht overzichtelijk voor jezelf te maken. Ik wil dit graag gaan leren door middel van zelf planningen te maken en dit te doen binnen de integrale opdracht. - Zoveel mogelijk te weten komen over het opstellen van een gezond voedingsadvies en hoe je dit het beste over kan brengen op je cliënt. Ik ga dit leren door middel van de lessen die ik krijg op de Haagse hogeschool en door thuis studie. Nicola Paden Mijn persoonlijke leerdoelen zijn: - Feedback leren geven en ontvangen. Ik ben niet zo goed in positieve kritiek geven of krijgen, dit wil ik graag verbeteren. Er kunnen soms hevige reacties aan te pas komen. - Ordelijker aan het werk gaan. Ik denk dat door ineen groep te werken ik gedwongen zal worden om ordelijker te werken, want ik ben namelijk niet zo'n hele nette, geplande werker. - Leren de teugels in handen nemen. Ik laat een leidinggevende positie al heel snel over mij heen lopen, ik hoop dit te kunnen verbeteren, niet alleen voor op school maar ook daarnaast in mijn leven kan zo'n goede eigenschap van pas komen.
7
Vooronderzoek Eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels, vocht en alcohol
7-1-2013 VD1B2 Schaap, C. Tutorgroep 5 Blok 1.1 Cursus: VD-A110-11 verslag 1
Jasmijn Raaijmakers Jet Oude Reimer Lisanne Revenberg Merel Roovers Nicola Paden
12067075 12016551 12013668 12030406 12038792
De Haagse Hogeschool
8
Inhoudsopgave. Pagina
H1 Inleiding en methode ..........................................................................................................................2 H2 Eiwitten ...............................................................................................................................................3 H3 Koolhydraten.......................................................................................................................................4 H4 Vetten .................................................................................................................................................5 H5 Vezels ..................................................................................................................................................6 H6 Vocht ...................................................................................................................................................7 H7 Alcohol ................................................................................................................................................8 H8 Conclusie en discussie .........................................................................................................................9 H9 Literatuurlijst.................................................................................................................................... 10
9
H1. Inleiding en methode Dit onderzoek gaat over voedingsstoffen naar aanleiding van de integrale opdracht. De opdracht is om voedingsdagboeken van eerstejaars pabostudenten te analyseren, maar daar is eerst een vooronderzoek voor nodig. Wat voor functies hebben eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels, vocht en alcohol in het menselijk lichaam na inname? Wat voor risico’s brengen tekorten en overschotten met zich mee? Haalt de Nederlandse bevolking de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid? Er wordt in dit onderzoek uitgelegd wat de functie van elke voedingsstof is, in welke voedingsmiddelen het veel voorkomt en wat de gevolgen van tekorten en/of overschotten zijn. Er is alleen een literatuuronderzoek geweest. Er is in boeken onderzoek gedaan om informatie te vergaren en er zijn websites bekeken om informatie te vinden over de voedingsstoffen. Er is alleen informatie gebruikt van betrouwbare sites. Onder betrouwbare sites worden geen forums, blogs, primaire nieuwssites etc. verstaan. Vervolgens is alleen de informatie om de onderzoeksvraag te beantwoorden gebruikt in het vooronderzoek. Per kopje is de onderzoeksvraag op dezelfde volgorde beantwoord.
10
H2. Eiwitten Eiwit is een belangrijke voedingsstof. Alle cellen in het lichaam bevatten eiwit. Cellen vernieuwen zich, waarbij eiwit wordt afgebroken. Na het afbreken wordt het oude eiwit door nieuw eiwit vervangen. Het nieuwe eiwit wordt opgebouwd uit de aminozuren van het afgebroken eiwit. Eiwitten zorgen ook voor transport in het bloed en stoffen in de cel. Door eiwitten eet men niet snel teveel, ze zorgen voor een sterk verzadigingsgevoel. Hierdoor zit men sneller vol en kan teveel eten worden voorkomen. Het ‘thermogene effect’ is ook een functie van eiwit, hierbij wordt eiwit direct na de maaltijd omgezet in warmte.(1) Alle enzymen in het lichaam zijn eiwitten. Ze spelen bijvoorbeeld een rol bij de spijsvertering. Hierbij breken de enzymen het voedsel af. Ook zorgen eiwitten samen met antilichamen voor een goed immuunsysteem en helpen zij om de balans in het bloed te handhaven.(2) Het is belangrijk dat er voldoende eiwit in de voeding voorkomt. Bij een tekort zullen de energiebehoeftes niet meer worden gehaald. Het is moeilijker voor het lichaam om te herstellen van brandwonden, verwondingen en operaties.(1) Op lange termijn zullen tekorten leiden tot de afbraak van spierweefsel(2), vergrote kans op infecties, wonden zullen slecht genezen en er kan bloedarmoede ontstaan.(1) Tekort en overschot Bij kinderen leidt een langdurig tekort tot groeistoornissen en slechte ontwikkeling van de spieren. Uiteindelijk kan de dood het gevolg zijn. Deze ernstige tekorten komen vaak voor in ontwikkelingslanden.(2) In westerse landen wordt meer eiwit geconsumeerd dan nodig is, een reden hiervoor is de toenemende welvaart.(4) Er zijn verschillende doelgroepen die meer risico lopen op een eiwittekort. Dit zijn onder andere vegetariërs en veganisten. In dierlijke producten zit erg veel eiwit. Via andere voedingsmiddelen moeten zij zorgen dat ze toch voldoende eiwit binnenkrijgen. Ook lopen kracht- en duursporters risico voor een eiwittekort. Zij hebben meer eiwit nodig voor de spierontwikkeling. Dit tekort zal meestal vanzelf worden aangevuld, omdat sporters meer eten dan een gemiddeld persoon. Eventueel kan de voeding worden verrijkt met eiwitrijke voedingsmiddelen. Sommige doelgroepen hebben meer eiwit nodig dan de gemiddelde behoefte. Kinderen en baby’s hebben eiwit nodig om van te groeien. Eiwitten zijn belangrijke bouwstenen die een grote rol spelen bij de groei. Zwangere vrouwen hebben eiwit nodig voor de groei van de baby. Hierbij moet ook veel weefsel worden aangemaakt, waarbij eiwit nodig is. Mensen met aandoeningen of wonden hebben ook meer eiwit nodig. Eiwit zal helpen om de beschadigde weefsels weer op te bouwen.(2) Er zijn geen duidelijke aanwijzingen of een overschot aan eiwit gevaarlijk is. Het overschot wordt meestal opgeslagen in het lichaam.(1) Inname in Nederland Voor een doelgroep van 19-30 jaar is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid volgens het Voedingscentrum voor mannen en vrouwen 0,8 gram eiwit per kilogram.(2) Uit de Voedselconsumptiepeilingen van 2007-2010 blijkt dat bijna de gehele Nederlandse bevolking (7-69 jaar) meer dan de gemiddelde behoefte van eiwit inneemt. De gemiddelde inname, volgens de Dutch National Food Consumption Survey, varieert voor mannen tussen 61-98g per dag en voor vrouwen 60-75g per dag.(3) Eiwitten komen in de voeding voor uit plantaardige en dierlijke bronnen. Plantaardige bronnen: brood, granen (zoals rijst, pasta), peulvruchten (zoals bonen, linzen), noten (zoals walnoten, cashewnoten, amandelen) en paddenstoelen. Dierlijke bronnen: vlees (zoals kalkoenvlees, varkensvlees), vis (zoals tonijn, haring), gevogelte (zoals kip), melk(producten) (zoals kaas, yoghurt) en eieren.(2) 11
H3. Koolhydraten Koolhydraten zijn belangrijk voor het lichaam. De belangrijkste functie is dat ze het lichaam energie geven, het levert minstens de helft van de energie die gebruikt wordt. Bij de verbranding van 1 gram koolhydraten krijgt het lichaam 17kJ (=4kcal) aan energie. Koolhydraten zijn erg belangrijk voor de hersenen en rode bloedcellen, dit omdat het lichaam koolhydraten afbreekt tot glucose (dat via het bloed naar alle delen van het lichaam wordt getransporteerd) en glucose is belangrijk voor de werking van de hersenen, spieren en klieren.(4) Het beste is als per dag tussen de 40 en 70En% van alle calorieën inde voeding uit koolhydraten bestaan.(4, 6) De rest van de calorieën komen dan uit vetten en eiwitten. Het lichaam kan zonder koolhydraten, maar dan wordt de brandstof uit vetten en/of eiwitten gehaald. Deze voedingsstoffen zijn veel minder efficiënt als brandstof, omdat ze niet zo makkelijk door het lichaam afgebroken, omgezet en gebruikt worden. Als er een tekort aan koolhydraten is, is het lichaam snel vermoeid, buiten adem, sneller koud, is er een tragere spieropbouw etc. (7) Bij een overmaat aan calorieën, door teveel koolhydraten, zal het lichaam de koolhydraten opslaan in de vorm van vetweefsel en ontstaat er overgewicht. Ook kan er diabetes type twee ontstaan.(6) Koolhydraten komen veel voor in plantaardige voedingsmiddelen, zoals in; 1.Aardappelen, bijvoorbeeld patat, aardappelmeel en chips 2.Groente 3.Fruit 4.Peulvruchten, bijvoorbeeld witte bonen, bruine bonen, erwten en linzen 5.Granen, bijvoorbeeld haver, tarwe, maïs, rijst en gerst 6.Meelproducten, bijvoorbeeld bloem, macaroni, spaghetti, alle broodsoorten, zoutjes en cornflakes 7.Suiker; alle producten waar suiker in is verwerkt, bijvoorbeeld snoep. (5) De hoeveelheid inname van koolhydraten is bij de gemiddelde Nederlander goed. Nederlanders halen gemiddeld ongeveer 43-50En% van hun calorieën uit koolhydraten(voornamelijk door nietalcoholistische dranken, suiker/snoep, zuivel, brood, graanproducten en aardappelen). (4) Mensen met anorexia nervosa hebben een tekort aan koolhydraten. Anorexia nervosa is een eetstoornis waarbij iemand ernaar streeft zo min mogelijk te eten om zoveel en zo snel mogelijk af te vallen. De ziekte komt vooral bij meisjes in de pubertijd voor, maar ook bij jongens en volwassen vrouwen en mannen. Mensen met anorexia nervosa eten zo min mogelijk en hebben daarom een te kort aan koolhydraten. Sporters zitten juist weer boven het gemiddelde met de inname van koolhydraten. In een trainingsperiode wordt hen aangeraden om te zorgen dat 60 tot 70En% van hun voeding uit koolhydraten bestaat. Bij de inspanningen van het sporten worden namelijk veel koolhydraten verbrand. (8)
12
H4. Vetten Het lichaam heeft vetten nodig. Niet alle vetten zijn goed voor het lichaam. Vetten worden onderverdeeld in vetten die goed zijn voor het lichaam, ook wel onverzadigde vetten en vetten die slecht zijn voor het lichaam, ook wel verzadigde vetten. Vet heeft vele functies in het lichaam, het geeft bescherming aan organen, het isoleert, het is een energievoorraad, het levert essentiële vetzuren en het heeft antioxidanten en in vet oplosbare vitaminen.(12,14) Van de calorieën die het lichaam binnen krijgt moet minimaal 20 en maximaal 35 En% uit vet bestaan.(9) Een overschot aan vet verhoogt de kans op hart- en vaatziekten.(9) In Nederland is er over het algemeen geen te kort aan vet, maar er zijn mensen die wel een tekort hebben. Het gevolg hiervan is dat de gezondheid omlaag gaat; er kan een gebrek aan (in vet oplosbare) vitaminen ontstaan, er kunnen hormonale problemen voorkomen en het lichaam heeft zonder vet een gebrek aan genoeg bouwstoffen.(14 De aanbevelingen voor het innemen van vetten verschillen per leeftijdsgroep, maar voor iedereen geldt; probeer zoveel mogelijk verzadigde vetten te vermijden. Verzadigde vetten kunnen het cholesterolgehalte in het bloed verhogen. Dit vergroot weer de kans op hart- en vaatzieken. Een ander ongezond vet is transvet.(9) Transvet is een onverzadigd vet maar door de chemische verbindingen in het vet, reageert het lichaam op deze stof alsof het een onverzadigd vet is. Verzadigd vet zit in veel volle producten zoals kaas, melk, worst of koeken en gebak.(9) Onverzadigde vetten verlagen het LDL-cholesterolgehalte in het bloed en vermindert dus de kans op hart- en vaatziekten. LDL-cholesterol is cholesterol dat kan neerslaan in de bloedvaten waardoor er minder bloed door kan. Onverzadigd vet wordt onderverdeeld in enkelvoudig en meervoudig onverzadigd vet. Onverzadigd vet zit over het algemeen in zachte en vloeibare vetproducten, bijvoorbeeld in kuipjes margarine of olie. Maar ook in vis en noten.(9) In Nederland wordt er veel van de volle producten gegeten maar ook veel van de magere producten. Wel wordt er minder vis, noten en zaden gegeten. De aanbeveling voor jongens tussen 3 en 5 jaar is 45-50 En%, dus van alle calorieën die zij binnen krijgen is iets minder dan de helft daarvan afkomstig van vetten. Hiervan mag maar 25% afkomstig zijn van verzadigd vet. Voor meisjes van deze leeftijdscategorie geldt dit ook. Voor jongens en meisjes tussen de 6 en 11 jaar is de aanbeveling 40 En%. Hiervan mag maar 20 En% uit verzadigd vet komen. Voor mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie 19 t/m 30 jaar is het 20-35 En%. Voor deze groep mag 10 En% van de 20-35 En% afkomstig zijn uit verzadigd vet.(10) De laatste genoemde is tijdens dit project de doelgroep waar het voedingsadvies op gericht is. Bij Nederlanders is een hoog LDL-cholesterolgehalte in het bloed de oorzaak van hart- en vaatziekten, omdat het dichtslibben van de bloedvaten, door cholesterol, al op jonge leeftijd kan beginnen kan het gebeuren dat er pas jaren later problemen door zijn. Risicogroepen zijn meestal mannen en vrouwen die al wat ouder zijn(50/60+).(11,13) Door het op latere leeftijd te kunnen voorkomen moet er al op jonge leeftijd gelet worden. Een tekort aan vetten komt vaak bij adolescente meisjes voor, dus bij jonge meisjes moet op gelet worden dat zij genoeg vet eten, anders kan hun gezondheid eronder lijden.
13
H5. Voedingsvezels Dit deel van het onderzoeksverslag gaat over voedingsvezels, een essentiële voedingsstof voor de mens. Voedingsvezels hebben verschillende functies en effecten in en op het lichaam. Deze functies en effecten hangen af van wat voor een soort vezel er sprake is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen voedingsvezels; oplosbare- en onoplosbare vezels.(16) Oplosbare vezels verlagen het cholesterol gehalte in het lichaam, en helpen diarree te voorkomen. Onoplosbare vezels nemen vocht op waardoor de ontlasting soepelere wordt en de stoelgang beter verloopt. Ook leveren de oplosbare voedingsvezels een belangrijke bijdrage aan het ‘verzadigingsgevoel’. Hierdoor voelt het lichaam aan wanneer het genoeg heeft gegeten en wordt het daardoor makkelijker om op een gezond gewicht te blijven. Als laatste helpen voedingsvezels de kans op diabetes mellitus te verkleinen, mits bij voldoende consumptie van deze voedingsstof.(16) Een tekort aan voedingsvezels kan leiden tot verschillende darmproblemen, waaronder een te trage stoelgang, obstipatie, aambeien of divertikels (uitstulpingen aan de darmwand). Het is daarom van belang om voldoende voedingsvezels te consumeren, mits dit wordt gecombineerd met een inname van voldoende vocht. Als het lichaam voldoende vezels binnenkrijgt, maar te weinig vocht, hebben de vezels een tegenovergestelde werking en zullen deze nu juist voor darmproblemen zorgen.(19) Een overschot aan vezels kan ook leiden tot darmproblemen, de darmen werken dan overactief waardoor er diarree kan ontstaan. Ook kan een opgezette buik een gevolg van een overschot aan voedingsvezels zijn.(16) De dagelijkse aanbevolen hoeveelheden: Voor vrouwen met een leeftijd tussen de 19 en de 30 jaar, moeten volgens de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden(ADH) 30 gram vezels per dag consumeren. Voor mannen zijn dit 40 gram vezels. (11) Vezels zitten onder andere in(18): Broden: Ontbijtproducten: Volkoren brood Zemelen Roggebrood Havermout Pitabrood Tarwevlokken Granen: Fruit: Parelgort, rauw Appel (met schil) Volkoren maïsmeel Abrikozen, gedroogd Haverzemelen, rauw Vijgen, gedroogd
peulvruchten: Witte bonen Kikkererwten Sperziebonen
Noten: Pistachenoten Amandelen Hazelnoten
De consumptie van voedingsvezels door de algemene Nederlandse bevolking De consumptie van voedingsvezels door de Nederlandse bevolking is matig. De ADH van voedingsvezels zijn namelijk 30 tot 40 gram per dag, terwijl er maar 17 tot 23 gram per dag aan voedingsvezels word geconsumeerd. (17)
14
H6. Vocht Vocht is essentieel voor het oplossen van voedingsstoffen zodat deze goed kunnen worden opgenomen in de darmen. Ook speelt het een grote rol bij het transporteren van voedings- en afvalstoffen en de warmtehuishouding in het lichaam.(21) Ieder levensmiddel bevat vocht. Het meeste vocht wordt geconsumeerd via drinken. Dit is dan ook de beste manier om de vochtbalans op peil te houden. Ook via andere levensmiddelen wordt er ongeveer een liter vocht op een dag geconsumeerd.(21) De gemiddeld aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vocht op een dag ligt tussen de 1,5 tot 2 liter. Dit geldt voor personen van 18 jaar en ouder. Kinderen jonger dan 18 jaar wordt geadviseerd 1 tot 1,5 liter op een dag aan dranken te consumeren.(24) Ook hangt de hoeveelheid vocht, die het menselijk lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren, af van de situatie waarin men zich verkeerd. Bij overmatig sporten of in warme klimaten is een hogere vochtinname van belang dan bij stilzitten in een koele ruimte.(21) In september 2009 is in opdracht van de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters en Sappen een onderzoek uitgevoerd door bureau GfK. In dit onderzoek is gekeken naar wat Nederland nou eigenlijk drinkt. Uit de resultaten blijkt dat er per dag 1,7 liter per persoon aan dranken geconsumeerd wordt. Gemiddeld is 200 milliliter hiervan alcoholhoudend. Koffie en thee wordt het meest geconsumeerd. Dit voornamelijk door leeftijdscategorieën vanaf 30 jaar. Deze dranken worden opgevolgd door water en frisdranken. Onder de 30 jaar worden vooral zuiveldranken, siropen en frisdranken geconsumeerd. Water en vruchtensappen worden door alle leeftijden rond de zelfde hoeveelheden ingenomen. Siropen zijn voornamelijk populair onder de leeftijdscategorie 4 tot 12 jaar. Er zit weinig verband tussen de verschillen in consumptie van dranken naar inkomensklassen.(25) Bij een teveel aan water kan er watervergiftiging of waterintoxicatie optreden. Per uur kunnen de nieren circa 0,7 tot 1 liter water verwerken. Toch reageren zij niet direct bij overmatig water drinken. Het bloed neemt echter wel snel het vocht op. Dit heeft als gevolg dat de zoutconcentratie daalt. De cellen passen zich hierop aan en nemen het water in zich op. Deze reactie ontstaat onder andere in de hersenen. Hier ontstaat een vochtophoping die levensbedreigende gevolgen kan hebben. Er kan een zwelling in de hersenen ontstaan die tegen de zenuwen aandrukt of de bloedvaten dichtdrukt. Dit kan leiden tot duizeligheid, hoofdpijn, epileptische aanvallen, bewusteloosheid en in geval van hersenoedeem zelfs tot de dood.(22) Vochtophoping in de hersenen kan ook ontstaan wanneer er alleen maar water wordt gedronken, en er niet wordt gegeten.(21) Waterintoxicatie kan al ontstaan bij 3 liter water per uur. Risicogroepen hiervoor zijn duursporters, militairen, zuigelingen en XTC-gebruikers.(22) Per dag gaat er, onopgemerkt, ongeveer 2,5 liter water verloren aan urine, ontlasting, zweet en de ademhaling. Daarnaast maakt het lichaam zelf nog oxidatiewater aan tijdens het proces van het omzetten van eiwitten, vetten en koolhydraten naar energie. Normaal herstelt de vochtbalans in het lichaam zich automatisch. Dit doet het lichaam door minder urine uit te scheiden of een gevoel van dorst op te wekken, waardoor je meer gaat drinken.(21) Wordt dit niet gedaan, dan kan er uitdroging of dehydratatie ontstaan. Er gaat niet alleen vocht, maar ook zouten en andere voedingsstoffen verloren. Uitdroging kan ontstaan bij hevige diarree, braken, zweten of koorts. Risico groepen hiervoor zijn baby’s, jonge kinderen, bejaarden en zieken. Uitdroging is te herkennen aan een droge mond en slijmvliezen, veel dorst, ogen die diep in de oogkasten, droge huid en weinig en donkere urine. Verder kunnen er ook klachten ontstaan als hoofdpijn en algemeen zwaktegevoel. Bij risico groepen koorts en het niet kunnen binnenhouden van vocht, moet er direct een arts geraadpleegd worden.(23) 15
H7. Alcohol Alcohol is geen essentiële voedingsstof voor het menselijk lichaam dat betekent dat men deze stof niet nodig heeft om gezond te functioneren. Het alcoholgebruik moet daarom ook zo veel mogelijk worden beperkt, het beste is om helemaal geen alcohol te consumeren. Voor mannen nemen de risico’s op kanker toe bij het drinken van 2 glazen alcohol per dag, bij vrouwen vergroot dit risico zich al bij 1 glas per dag. Bij meer dan 20 glazen alcohol zijn de gevolgen ernstig, het bloedalcoholpercentage loopt op tot 4 promille. Er is dan kans op bewusteloosheid. Bij dagelijkse consumptie van grote hoeveelheden alcohol kan men er lichamelijk en geestelijk aan verslaafd raken. Andere gevolgen van alcohol kunnen leverziekten, hersenbeschadiging, diabetes, en overgewicht zijn. Overgewicht is een risico van alcohol omdat deze voedingsstof veel calorieën bevat.(27) Bij elk glas alcohol dat er meer wordt geconsumeerd komt een effect met zich mee: • 1 glas: het krijgen van een “warm gevoel” • 3 à 4 glazen: sterkere gedragsverandering • 4 tot 9 glazen: aangeschoten: persoonlijke remmingen verdwijnen, men wordt spontaner. • 10 tot 14 glazen: dronkenschap. sterk vermindert reactievermogen, sterke ontremming, misselijkheid, mogelijk braken. • 15 tot 20 glazen: zeer dronken: onbewust van eigen acties, risico op verhoogde agressiviteit. Mogelijke “black outs”. • 20 glazen en meer: risico van ademstilstand, coma, hartstilstand.(30) Voor de doelgroep waarvoor de voedingsstoffen worden geanalyseerd van 19 t/m 30 jaar zijn geen gunstige effecten welk betreft de inname van alcohol. Pas voor mensen van middelbare leeftijd is er een kleine kans op mogelijk positieve effecten, als vermindering van het risico op hart- en vaatziekten. De soorten drank welk alcohol bevatten zijn op te delen in twee categorieën, namelijk: Zwak alcoholische dranken en sterk alcoholische dranken. Zwak alcoholische dranken zijn dranken die minder dan 15% alcohol bevatten, zoals bier(4%) en wijn(10%). Sterk alcoholische dranken zijn dranken die meer dan 15% alcohol bevatten, zoals whisky, wodka en likeur bijvoorbeeld. De leeftijd om zwak alcoholische dranken te kopen staat op dit moment op 16 jaar, om sterk alcoholische dranken te kunnen kopen moet men 18 jaar zijn. Het Nederlandse kabinet wil deze leeftijd naar 18 jaar verhogen in 2013, de tweede kamer moet dit echter wel eerst goedkeuren.(26) De zwaarste drinkers zijn volgens het centraal bureau voor statistiek (CBS,2009) mensen in de leeftijdscategorie 15 t/m 25 jaar. ‘Binge drinken’ is binnen deze leeftijdscategorie ook zeer populair.(29) Dit is het drinken van vele glazen alcohol binnen korte termijn, dus niet regelmatig verspreid over een week zoals wordt geadviseerd.(28)
16
H8. Conclusie en discussie Wat doen eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels, vocht en alcohol in het menselijk lichaam? En wat is de functie van elke voedingsstof is, in welke voedingsmiddelen komt het veel voor en wat zijn de gevolgen van tekorten en/of overschotten? Eiwitten geven je een sterk verzadigingsgevoel, ze spelen een rol bij de spijsvertering, ze zorgen samen met antilichamen voor een goed immuunsysteem en ze helpen om de balans in het bloed te handhaven. Bij een tekort aan eiwitten is het moeilijker voor het lichaam om te herstellen van brandwonden, verwondingen en operaties. Uiteindelijk zullen tekorten leiden tot afbraak van spierweefsel, vergrootte kans op infecties, zullen wonden slecht genezen en kan er bloedarmoede ontstaan. Eiwitten komen voor vanuit plantaardige en dierlijke bronnen. Koolhydraten leveren minstens de helft van de energie dat het lichaam gebruikt. Ze worden omgezet tot glucose en glucose is erg belangrijk voor de werking van hersenen, spieren en klieren. Bij een tekort aan koolhydraten is het lichaam sneller vermoeid, buiten adem, sneller koud etc. Bij een overschot aan koolhydraten ontstaat er overgewicht en kan er diabetes type twee ontstaan. Koolhydraten komen veel voor in plantaardige producten. Vet geeft bescherming aan organen, het isoleert, het is een energievoorraad, het levert essentiële vetzuren en het draagt antioxidanten en in vet oplosbare vitaminen. Een overschot aan vet verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Een tekort aan vet zorgt dat de gezondheid omlaag gaat, er kan een gebrek aan vitaminen ontstaan, er kunnen hormonale problemen voorkomen en het lichaam krijgt dan een gebrek aan bouwstoffen. Vet zit veel in volle producten zoals kaas, melk, worst en koeken. Oplosbare vezels verlagen het cholesterol gehalte en voorkomen diarree. Onoplosbare vezels geven je een verzadigingsgevoel en nemen vocht op waardoor de ontlasting soepeler wordt. Een tekort aan voedingsvezels kan leiden tot darmproblemen. Een overschot aan vezels kan ook leiden tot darmproblemen, de darmen werken dan overactief waardoor er diarree kan ontstaan. Vezels zitten vooral in broden, ontbijtproducten, granen, fruit, groenten en noten. Vocht is essentieel voor het oplossen van voedingsstoffen zodat deze goed kunnen worden opgenomen in de darmen. Vocht speelt een grote rol bij het transporteren van voedings- en afvalstoffen en de warmtehuishouding in het lichaam. Bij een teveel aan vocht kan er watervergiftiging of waterintoxicatie optreden. Bij een tekort aan vocht kan er uitdroging of dehydratatie ontstaan. Het meeste vocht wordt geconsumeerd via drinken, maar ook via andere levensmiddelen consumeren wij bijna een liter vocht op een dag. Discussie: Bij het hoofdstuk over eiwitten zijn weinig bronnen gebruikt. Hierdoor kunnen de resultaten te eenzijdig zijn. Er staan ook niet veel concrete cijfers in de resultaten, dit maakt het onderzoek minder nauwkeurig. De informatie over de voedingsstof is duidelijk en bondig geschreven. In het hoofdstuk over koolhydraten is er te laat aan gedacht dat de bronnen op de APA-methode moeten worden vermeld. Hierdoor moest alles opnieuw worden opgezocht en worden aangepast. De volgende keer moet hier beter op worden gelet. De belangrijkste informatie over de voedingsstof wordt erin vermeld. Het was lastig om voor het hoofdstuk ‘Vetten’ goede informatie te vinden over de effecten van een tekort. Vaak werd in de gebruikte bronnen steeds dezelfde informatie vermeld, maar met kleine verschillen. Uiteindelijk is de informatie tegen elkaar afgewogen en is er van alle bronnen iets gebruikt. De informatie over vezels zou uitgebreider kunnen. Ook zijn resultaten uit een minder recente bron gehaald. Het is wel meteen duidelijk waar de tekst over gaat; de informatie is feitelijk en goed leesbaar. Voor het hoofdstuk ‘Vocht’ was het lastig om informatie over de voedselconsumptiepeilingen te vinden, maar uiteindelijk is alles via boeken en databases gevonden.
17
H9. Literatuurlijst 1. Thomas, B., & Bishop, J., (2007), Manual of dietetic practice (4), Oxford: Blackwell Science Ltd 2. Voedingscentrum, Eiwitten, http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/eiwitten.aspx, (geraadpleegd op 20 september 2012). 3. Rossum, C. T.M. van, Fransen, H.R., Verkaik-Kloosterman, J., Buurma-Rethans, E. J.M. & Ocké, M.C. (2011), Dutch National Consumption Survey 2007-2010. http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:55436&type=org&disposition=inline&ns_nc =1 (geraadpleegd op 27-12-2012). 4. Rijksoverheid, Duurzame consumptie.http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voeding/duurzame-consumptie, (geraadpleegd op 20 september 2012). 5. Het Voedingscentrum. Koolhydraten.http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/koolhydraten.aspx(geraadpleeg d op 29-9-2012). 6. Fitness portal. Koolhydraten. www.fitnessportal.nl/Lichaam/voeding/koolhydraten.html (geraadpleegd op 29-9-2012) 7. Koolhydraten tabel. Wat zijn koolhydraten?. www.koolhydratentabel.nl/koolhydraten/ (geraadpleegd op 29-9-2012). 8. Gezond enzo (2011). Tekort koolhydraten – Wat gebeurt er als je te weinig koolhydraten eet? www.gezondenzo.net/tekort-koolhydraten-wat-als-je-te-weinig-koolhydraten-eet/ (geraadpleegd op 29-9-2012). 9. Vlaamse Overheid. Koolhydraten: de ruggengraat van de sportvoeding. www.cjsm.vlaanderen.be/gezondsporten/voeding/theorie/koolhydraten.htm (geraadpleegd op 29-9-2012). 10. Voedingscentrum, (2011), ‘Alles over gezond eten met de Schijf van Vijf’, Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. 11. Voedingscentrum, (2011), ‘Nederlandse Voedingsmiddelentabel’, Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. 12. Voedingscentrum. Hart- en vaatziekten. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/harten-vaatziekten.aspx(geraadpleegd op 29-9-2012). 13. Voedingscentrum. Vetten. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vetten.aspx(geraadpleegd op 23-9-2012). 14. Hartstichting. Vetten, uw lichaam heeft vet nodig. Elke dag. Waarom? http://www.hartstichting.nl/gezond_leven/voeding/vet/ (geraadpleegd op 30-9-2012) 15. Thomas, B., & Bishop, J., (2007), ‘Manual of dietetic practice’ (4), Oxford: Blackwell ScienceLtd (blz. 163) 16. Voedingscentrum. Vezels. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vezels.aspx (geraadpleegd op 30-9-2012). 17. Voedingsconsumptiepeilingen 2003, tabel 2 vezels. http://www.nvkc.nl/publicaties/documents/2005-3-p185-191.pdf (geraadpleegd op 2-1-2013). 18. Vezelrijk Voedsel. Afvallen. http://vezelrijkvoedsel.net/vezels-en-afvallen (geraadpleegd op 30-9-2012). 19. Foundation Louis Bonduelle. Vezels. http://www.fondation-louisbonduelle.org/benelux/leeralles-over-groenten/overzicht-van-voedingsstoffen/vezels.html#axzz26viBvTd2 (geraadpleegd op 30-9-2012) 20. Spijsvertering info. Vezelrijke voeding. http://www.spijsvertering.info/spijsvertering-gezondhouden/voeding/vezelrijke-voeding/ (geraadpleegd op 30-9-2012).
18
21. Voedingscentrum. Vocht. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/trefwoord/vocht.aspx (geraadpleegd op 29-92012). 22. Bergkamp, B. (2012) Te veel water drinken: watervergiftiging. http://mens-engezondheid.infonu.nl/diversen/100901-te-veel-water-drinken-watervergiftiging.html (geraadpleegd op 29-12-2012). 23. Rode Kruis, Uitdroging.http://www.rodekruis.be/NL/_HeaderNavigatie/Hulptips/eerstehulptips/uitdrogi ng/ (geraadpleegd op 29-9-2012). 24. Voedingscentrum (2011), ‘Alles over gezond eten met de Schijf van Vijf’, Den Haag; Stichting Voedingscentrum Nederland. 25. Nederlandse vereniging Frisdranken (2009). Wat drinkt Nederland.http://www.fws.nl/frisdranken/voeding-gezondheid/wat-drinkt-nederland (geraadpleegd op 29-9-2012). 26. Rijksoverheid. Jongeren en alcohol. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/alcohol/jongeren-en-alcohol (geraadpleegd op 30-12-2012). 27. Voedingscentrum. Alcohol. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/alcohol.aspx (geraadpleegd op 30-12-2012). 28. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (2011). Alcohol gebruik. http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/alcoholgebruik/verschi llen-internationaal/ (geraadpleegd op 30-12-2012). 29. Sagir, N. (2011). Alcoholgebruik bij studenten; de rol van cognities, stemming en drink motieven. http://essay.utwente.nl/59951/1/Bsc_N_Saghir.pdf (geraadpleegd op 30-122012). 30. Wikipedia (2012). Alcoholische drank. http://nl.wikipedia.org/wiki/Alcoholische_drank (geraadpleegd op 30-12-2012).
19
Onderzoeksverslag Integrale Opdracht 1 7-1-2013 VD 1B2 Schaap, C. Blok 1.1 Cursus: VD-A110-11 verslag 1 Jasmijn Raaijmakers Jet Oude Reimer Lisanne Revenberg Merel Roovers Nicola Paden
12067075 12016551 12013668 12030406 12038792
De Haagse Hogeschool
20
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Inleiding Methode Resultaten Conclusie ADH vergelijking Conclusie vergelijking eigen dagboeken Vergelijking met de schijf van vijf Voedingsadvies Discussie Literatuurlijst
21
2 3 4 6 6 7 7 8 9
Inleiding Dit onderzoek is gedaan in opdracht van de pabo. De reden voor dit onderzoek is dat pabostudenten een rolmodel zijn voor de leerlingen aan wie zij lesgeven. Het is dus belangrijk dat zij het goede voorbeeld geven. Dit kunnen de studenten alleen doen als zij zelf bewust zijn van goede en slechte keuzes. Uit dit onderzoek zal een voedingsadvies voor de pabostudenten worden opgesteld. Er wordt onderzoek verricht naar het eetpatroon van de pabostudenten. Voldoen de eerstejaars pabostudenten tijdens dit project aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten, koolhydraten en vetten? Hebben ze grote tekorten? Krijgen zij genoeg vezels binnen? Nemen zij voldoende water tot zich? Zijn er grote verschillen tussen de voeding van de pabostudenten en de voeding van de studenten voeding & diëtetiek? Dit onderzoeksverslag bevat de uitleg over hoe de voedingsdagboeken geanalyseerd zijn en hoe uit de analyses conclusies zijn getrokken. Ook wordt beschreven hoe deze conclusie in een advies kan worden omgezet, zodat de pabostudenten hun eetpatroon kunnen veranderen indien dit nodig is. Dit is geen individueel advies; het is een advies gebaseerd op de gemiddelde gegevens uit de ingevulde dagboeken.
22
Methode Er is van 90% van de pabostudenten uit de klas waaraan deze groep gekoppeld is, een voedingsdagboek ontvangen. Daarna is er van elk geconsumeerd product in Excel uitgeschreven hoeveel energie(uitgedrukt in kcal en kJ), eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels en vocht deze bevatten. Dit is mogelijk gemaakt door de gegevens uit de Nederlandse Voedingsmiddelentabel.(1) Voorbeeld: Voedingsmiddel Portie
Hoeveelheid(ml) Energie(kJ) eiwit
kh
vet
Vezels
Halfvolle melk
100
193
3.4
4.6
1.5
0
*2.5
*2.5
*2.5
*2.5
*2.5
*2.5
250
483
8.5
11.5
3.8
0
Halfvolle melk
1 glas
n.v.t.
Hierna is van eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels berekend wat het energiepercentage was van de totale energie inname. De gemiddelden zijn berekend met behulp van Excel. Vervolgens zijn, na uitwerking van de eerder genoemde dagboeken, conclusies getrokken uit de berekende gegevens. De berekende energiepercentages zijn vergeleken met de voedingsdagboeken van de voeding en diëtetiek studenten en met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Bij de vergelijking met de ADH(2) is de volgende tabel aangehouden:
Tabel 1: Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (en%) eiwit, vet en koolhydraten(1) Normaal gewicht (en%)
Overgewicht (en%)
Eiwit
10-25
10-25
Vet
20-40
20-30 á 35
Koolhydraat 40-70
40-70
Voor de inname van vezels is het minimum in te nemen genomen, in grammen. De minimum inname is 25-30 gram.(1) Voor vocht is er besloten dat er buiten het vocht dat men binnenkrijgt van het dagelijkse eten nog eens minimaal 1,5 liter gedronken moet worden om aan de ADH te voldoen.(3) De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van eiwitten, vetten, koolhydraten, vezels en vocht zijn bepaald door de Gezondheidsraad.(2)
23
Resultaten Er is ondervonden dat de pabostudenten rond de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid zaten wat eiwitten betreft. Zij zaten tussen de 10-25 en%. 17 en% om precies te zijn. Ook bij koolhydraten zaten zij iets boven het minimum van de ADH. De ADH voor koolhydraten is tussen 40 en 70 en%(1), de pabostudenten zaten op 50 en%. Met de inname van vet zaten de pabostudenten ook rond de ADH. De ADH is 20-40 en%(1), de pabostudenten zaten op 31 en%. De studenten nemen niet genoeg vezels tot zich. De ADH is 30 gram per dag(1) en de studenten zitten hieronder met maar 16 gram per dag. Ook drinken zij per dag een halve liter water te weinig. Er zijn 17 eetdagboeken onderzocht. Ieder dagboek bevatte twee weekdagen en een weekenddag. De resultaten zijn verwerkt in grafieken.
Grafiek 1 De eiwit, koolhydraat en vet inname van pabostudenten in En%
energie procenten eiwit, kholydraten, vet 60 50 50 40 40
35 31
30 20
25 17
10 0 eiwit pabo
eiwit ADH
khol pabo
khol ADH
vet pabo
De innames van de pabostudenten zijn in deze grafiek vergeleken met de ADH.(1)
24
vet ADH
Grafiek 2 De inname van vezels door pabostudenten in grammen
grammen vezels 30 25 25 20 16 15 10 5 0 vezel pabo
vezel ADH
In deze grafiek staat de ADH voor vezels in grammen(1) naast de inname van vezels van de pabostudenten. Grafiek 3 De inname van water van pabostudenten in liters
liters water 1,6
1,5
1,4 1,2
1,075
1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 water pabo
water ADH minimaal
In deze grafiek staat de inname van de studenten ten opzichte van de ADH.(1)
25
Conclusie ADH vergelijking Uit de resultaten zijn conclusies getrokken. Over de inname van eiwitten kan worden geconcludeerd dat pabostudenten ruim binnen de ADH vallen. Dit is ook af te lezen in grafiek 1. De ADH van eiwitten is tussen de 10 en 25 en%(1). De inname van de pabostudenten is voldoende. De inname van koolhydraten is bij de pabostudenten ook voldoende. Het percentage van de studenten zit rond de ADH in, maar het is aan de lage kant. De inname van vet zit tussen het minimum en het maximum in. Als conclusie kan worden getrokken dat de pabostudenten voldoen aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten, koolhydraten en vetten in energieprocenten. De pabo studenten krijgen te weinig vezels per dag binnen.(1) Deze conclusie is ook uit grafiek 2 af te lezen. In grafiek 3 is te zien dat de gemiddelde pabostudent te weinig vocht binnenkrijgt per dag. Aangezien het tekort niet heel groot is zal dit vermoedelijk geen ernstige gevolgen hebben.(3)
Conclusie vergelijking eigen dagboeken De energiepercentages van de voedingsdagboeken van 5 voeding & diëtetiek studenten zijn vergeleken met de resultaten van de pabostudenten. De gegevens in de grafiek zijn berekend van 1 dag.
Grafiek 4 Vergelijking van Energie% tussen voeding en diëtetiek studenten, pabostudenten en de ADH
26
De gegevens van de ADH zijn aangeven met de maximale aanbevolen hoeveelheid.(1) Er is te zien dat er niet erg grote verschillen zijn tussen het eetgedrag van een student voeding & diëtetiek en een pabostudent. Het valt op dat bij beiden de meeste energie wordt gehaald uit koolhydraten. De voeding & diëtetiek studenten zitten ver boven de maximale aanbevolen hoeveelheid, de pabo-studenten zitten hier ook iets boven. De pabostudenten halen meer energie uit vetten dan de voeding & diëtetiek studenten, maar zitten hierbij nog onder de maximale aanbevolen hoeveelheid. De reden waarom de pabostudenten steeds onder de voeding & diëtetiek studenten zitten, kan ook te maken hebben met onderrapportage. Niet alle voedingsdagboeken waren volledig, er was sprake van onderrapportage.
Voedingsdagboekjes Pabo vergeleken met de schijf van vijf De voedingsdagboekjes van de pabostudenten zijn vergeleken met de schijf van vijf. Op deze manier wordt duidelijk van welke (gezonde) producten de studenten genoeg, te veel, of te weinig consumeren. Want wat is de consumptie van de producten binnen de schijf van vijf door de Pabo studenten? Producten die (bijna) voldoende geconsumeerd werden door de pabo studenten De consumptie van fruit kende veel pieken en dalen, de ene dag werd er veel fruit geconsumeerd en de dag erna weer helemaal geen fruit. De producten aardappelen/rijst/pasta/peulvruchten werden ook voldoende geconsumeerd, elke dag wordt er voldaan aan de ADH. De consumptie van brood is iets lager dan de ADH van 210 gram, maar wijkt niet sterk af. Dranken werden er ook voldoende geconsumeerd.(2) Producten die er onvoldoende werden geconsumeerd door de pabostudenten Groentes worden er matig gegeten door de studenten, de innames variëren sterk per dag maar voldoen zelden aan de ADH. Kaas wordt ook matig tot niet geconsumeerd. De dagelijkse (lage)innames waren áls een student kaas at, wel regelmatig.(2) Producten die te veel zijn geconsumeerd Vlees(waren), vis, kip, eieren en vleesvervangers werden door de pabostudenten vaak te veel geconsumeerd. De aanbeveling is 100-125 gram, dagelijks zaten de innames van deze productgroep hier boven.(4)
27
Voedingsadvies Het voedingsadvies is gebaseerd op de conclusie van het onderzoek. Uit de conclusie bleek dat pabostudenten te weinig vezels binnen krijgen en dat zij ook te weinig water drinken. Er worden te weinig volkoren en graanproducten gegeten en vaak wordt er frisdrank of dergelijke gedronken in plaat van water. Een tekort van vezels kan zorgen voor darmproblemen. Het is erg belangrijk goed op de inname van vezels te letten. Om te zorgen voor een grotere inname van vezels kan het al veel schelen als er gekozen wordt voor volkoren brood in plaats van wit brood. In volkoren brood zitten veel vezels, het is gemakkelijk hier een boterham extra van te eten. Een stuk fruit, muesli en havermoutpap kunnen ook bijdragen aan het verhogen van de vezels. Volgens de ADH moet per dag 200 gram groenten geconsumeerd worden.(4) Dit kan door een extra opscheplepel groenten bij het avondeten te nemen, maar ook door bijvoorbeeld een paar tomaatjes te eten als tussendoortje. Er kunnen ook groenten gegeten worden bij de lunch, bijvoorbeeld smeerbare komkommersalade of selderijsalade. Vocht is essentieel bij het opnemen van voedingsstoffen in de darmen.(3) Water of bijvoorbeeld thee is hierbij een betere keuze dan frisdrank, want hierin zitten veel suikers(4) die het lichaam niet per se nodig heeft. Er kan ook worden gekozen voor aanlenglimonade zonder suiker, zoals van het merk ‘Slimpie’.(5) Dit is een beter keuze dan frisdrank en is even iets anders dan water.
Discussiepunten Er is mogelijke sprake van onderrapportage in de voedingsdagboeken van de pabostudenten. Om dit te voorkomen hadden wij eventueel met de studenten kunnen afspreken om de dagboeken te bespreken en er achter te komen of er niets mistte. Mogelijke redenen voor onderrapportage zijn onbewust minder eten of bewust voedingsmiddelen weg laten uit schaamte.
28
Literatuurlijst 1. Voedingscentrum, (2012). Nederlandse Voedingsmiddelentabel. (45). Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. 2. Voedingscentrum. Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/aanbevolen-dagelijkse-hoeveelheid.aspx (geraadpleegd op 2-1-2013). 3. Voedingscentrum. Vocht. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/trefwoord/vocht.aspx (geraadpleegd op 2-12013). 4. Voedingscentrum, (2011). Alles over gezond eten met de Schijf van Vijf. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. 5. Slimpie. Slimpie Limonadesiroop. http://www.slimpie.com/wat-wemaken/limonadesiroop.html (geraadpleegd op 2-1-2013).
29
Procesverslag Hieronder wordt beschreven hoe dit onderzoek is verlopen. Er wordt een evaluatie gegeven op het werkproces, de planning, de rolverdeling en de samenwerkingsmomenten. Ook worden leerpunten voor een volgend onderzoek vermeld. Evaluatie werkproces Het werkproces ging over het algemeen erg goed. Alleen het ontvangen en analyseren van de voedingsdagboekjes verliep niet helemaal goed. We ontvingen niet alle voedingsdagboeken en van de ontvangen dagboeken waren er sommige incompleet. We hebben steeds een goede taakverdeling gemaakt en deadlines gesteld waarop iedereen alles af moest hebben. Dit verliep meestal erg goed.
Evaluatie planning Wij hebben onze eerste planning gemaakt bij het Plan van Aanpak. Deze planning was eerst niet volledig. We misten harde deadlines en er stond niet alles in. De planning hebben wij toen aangepast en dit is ook de planning waar wij ons de rest van het project aan hebben gehouden. Wij hebben voor ons zelf ook steeds deadlines gepland, waardoor we een verslag ruim van te voren af hadden en nog eventueel dingen konden aanpassen. Voor onze zelf-geplande bijeenkomsten keken we per week wanneer het uitkwam. Dit stond dan ook niet in onze eerste planning.
Evaluatie Rolverdeling Iedereen uit ons projectgroepje is deze periode minimaal een keer voorzitter geweest en een keer notulist. Dit hebben wij aan het begin van dit blok besproken, hierdoor wist iedereen wanneer ze voorzitter of notulist waren. Deze verdeling is erg goed gegaan. In het begin was er soms nog wat onduidelijkheid over de voorbereiding die hoorde bij de rol als voorzitter. In de loop van dit project ging dit steeds beter; de voorzitter verzorgde de agenda voor de bijeenkomsten en de notulist noteerde de belangrijke punten tijdens de bijeenkomsten en stuurde deze later naar iedereen op.
Evaluatie samenwerkingsmomenten De samenwerking is erg goed verlopen. We hebben elkaar met respect behandeld. Ook zijn er geen conflicten geweest. Iedereen heeft zich tijdens het project aan de afspraken uit de Samenwerkingsovereenkomst gehouden.
Leerpunten - Zorgen voor een betere tijdsindeling tijdens de vergadering, waardoor we alles gestructureerd kunnen bespreken binnen de tijd. Beter overzien wat de opdracht precies inhoudt. Goed bekijken welke onderdelen meer tijd kosten en aan deze onderdelen eerder beginnen.
30
Individuele verantwoording Merel Roovers Eigen geleverde werk Tijdens dit project heb ik actief meegedaan met de vergaderingen en heb ik mijn best gedaan om zo goed mogelijk samen te werken. In week vijf was ik notulist, ik heb alles wat in dat uur besproken is zo duidelijk mogelijk genoteerd. In week zes was ik voorzitter, dit had ik voorbereid door een agenda met aandachtspunten te maken. Ik heb de voorgenomen werkwijze en samenwerkingsafspraken in het plan van aanpak gemaakt. Ook heb ik op het einde nog verbeteringen gedaan in het gehele plan van aanpak, dit heb ik gedaan door schrijffouten eruit te halen. Het onderdeel 'koolhydraten' van het voedingsstoffenverslag is geschreven door mij. Ook heb ik nog een paar schrijffouten uit het gehele verslag gehaald. Vier voedingsdagboeken (en dag één van het vijfde voedingsdagboek) van eerstejaars pabostudenten zijn door mij berekend. Ik heb het onderdeel 'inleiding' en 'voedingsstoffen' van de presentatie geschreven. Jet en Nicola hebben feedback van mij gekregen, d.m.v. de G.E.I.N. manier. De agenda's en notulen van de begeleide bijeenkomsten zijn samengevoegd door mij. Tot slot heb ik ook mijn eigen persoonlijke leerdoelen en mijn onderdeel van het individuele verslag geschreven. Toegevoegde waarde Mijn toegevoegde waarde aan dit project was dat ik altijd aanwezig was bij de vergadering en op tijd mijn werk af had. Ook werd duidelijk uit de feedback die ik gekregen heb dat het voor anderen fijn is dat ik duidelijk en gestructureerd werk.
Ontvangen feedback van Merel Roovers Feedback geschreven door Jet Oude Reimer Je bent goed op de hoogte van wat we allemaal al hebben gedaan aan het project, en wat we nog moeten doen, met als effect dat je voor een rust in de groep zorgt. Dit vind ik fijn, want wanneer er groepsleden waren die hun taken niet meer weten, jij ze altijd verder kan helpen. Ik vind het jammer dat je niet altijd je ideeën over het project in de groep gooit, het effect is dat jouw ideeën pas achteraf tevoorschijn komen. Dit vind ik jammer omdat ik ook jouw ideeën graag wil horen. Het is goed dat je zo gestructureerd werkt, waardoor er onrust binnen de groep word voorkomen. Dit is fijn omdat onrust in een groep voor veel stres kan zorgen. Feedback geschreven door Nicola Paden Merel neemt haar verantwoordelijkheden serieus hierdoor heeft zij altijd haar aandeel op tijd af en daardoor weet ik wat ik aan haar heb. Merel maakt duidelijk wat zij bedoelt wat daardoor het effect heeft dat ik niet in verwarring ben over wat ik moet doen, wat we als groepje gaan doen, etc. Reflectie op de samenwerking Ik vind dat de samenwerking goed gegaan is in dit projectgroepje. Het is een hele fijne groep om mee te werken. Een sterk punt is dat iedereen zich aan de afspraken hield, dat de sfeer altijd goed was, dat iedereen erg gemotiveerd was en dat iedereen bereid was hard te werken. Een minder sterk punt vind ik dat de vergaderingen af en toe chaotisch waren. Er zijn dan een paar mensen aan het woord 31
en een paar mensen zijn dan heel stil. Gelukkig hadden we dit dan zelf al snel door en maakten we weer even duidelijk wie de voorzitter was, zodat diegene weer de leiding kon nemen. SMART leerdoelen 1. Niet twijfelen aan de ideeën die ik heb, maar ze gewoon uitspreken. In het volgende blok breng ik de ideeën die ik heb meteen ter sprake. Dit is door mijzelf te controleren, ik mag het volgende blok niet meer denken 'had ik het nou maar wel gezegd'. Ik vind dit acceptabel naar mezelf, omdat dit vaak bij mij gebeurd, terwijl het nergens voor nodig is. 2. Beter de opdracht lezen, zodat het in één keer goed kan worden gedaan. In het volgende blok zal ik de opdrachten beter gaan lezen, zodat ik geen fouten meer kan maken door het missen van informatie. Dit is door mijzelf te controleren, ik mag het volgende blok niet meer achteraf denken 'het stond toch in de tekst, had ik het maar de eerste keer goed gelezen'. Ik vind dit acceptabel naar mezelf, omdat ik de opdrachten nooit goed lees en daardoor belangrijke informatie mis waardoor ik veel onnodige fouten maak.
32
Jasmijn Raaijmakers Eigen geleverde werk Bij het maken van het plan van aanpak heb ik het stukje ‘Projectactiviteiten’ geschreven. De verbeterde versie van het plan van aanpak heb ik nagekeken en uiteindelijk ingeleverd. Bij het vooronderzoek heb ik informatie opgezocht over de voedingstof ‘eiwit’. In het voedingstrendverslag heb ik de inleiding geschreven, het stukje over eiwitten, de conclusie gemaakt, de discussiepunten bij elkaar gevoegd en uiteindelijk het verslag ingeleverd. We hebben de te analyseren pabo dagboeken verdeeld en ervoor gezorgd dat iedereen er 4 moest doen. Van de presentatie heb ik de PowerPoint, conclusie, voedingsadvies en de vergelijking tussen de pabostudenten en studenten voeding & diëtetiek gemaakt. Ook heb ik mijn individuele verantwoording geschreven en een begin aan het procesverslag gemaakt. Bij de Tutorbijeenkomsten ben ik 1x notulist geweest en 1x voorzitter. Ik was notulist in week 5 en voorzitter in week 6. Toegevoegde waarde Ik heb wel hard gewerkt aan dit project, ik zorgde er altijd voor dat ik de deadlines haalde. Vaak was ik de ‘eindredacteur’ en controleerde ik voordat iets ingeleverd moest worden nog even of alles in het verslag stond en er geen spelfouten in zaten, waarna ik het vervolgens inleverde. Ontvangen feedback van Jasmijn Raaijmakers Feedback geschreven door Lisanne Revenberg Je doet goed mee in de groep en laat altijd weten dat je graag wil helpen door taken op je te nemen. Hierdoor ben je erg betrokken en toon je inzet, wat ik erg fijn vind. Soms ben je wat stil tijdens de bijeenkomsten, waardoor je een beetje buiten de discussie punten kan vallen. Dit pak je verder altijd na de bijeenkomsten gelijk op door te laten weten dat je mee wil helpen. Ik vind het erg prettig dat je dat doet, want het laat zien dat je wel betrokken wil zijn. Ook vind ik het prettig dat je altijd je afspraken nakomt en je werk op tijd af hebt. Feedback geschreven door Nicola paden Jasmijn is tijdens sommige bijeenkomsten heel stil wat het idee geeft dat zij misschien niet veel te zeggen heeft en hierdoor weet ik niet goed of zij wel of niet ideeën heeft die veel kunnen bij dragen. Jasmijn heeft een hele positieve, sterke houding hierdoor is zij als voorzitter heel duidelijk en gestructureerd.
Reflectie op de samenwerking Ik vond de samenwerking erg prettig. Ik voelde me erg op mijn gemak ik het groepje. We maakten in de bijeenkomsten duidelijke afspraken met elkaar en iedereen hield zich hier ook aan. Alles was altijd duidelijk en als er even onduidelijkheid was, werd er goed met elkaar overlegd. Er zijn geen conflicten of onenigheden geweest. In de feedback die ik heb gekregen, komt naar voren dat ik soms een beetje stil ben tijdens bijeenkomsten. Hier ben ik het mee eens. Dit heeft er mee te maken met dat ik altijd in het begin een beetje de kat uit de boom kijk. In de loop van de tijd verandert dit vanzelf bij mij. Ik zal ervoor gaan zorgen dat dit snel beter gaat worden.
33
Ik wil me graag goed inzetten voor het project. Ik vind het fijn dat anderen dat hebben opgemerkt en als positief ervaren. SMART leerdoelen 3. Ik wil ervoor zorgen dat ik het volgende blok meer inbreng heb bij groepsbijeenkomsten. Dit doel kan ik behalen door me goed voor te bereiden. Ik ga voor een groepsbijeenkomst goed lezen wat er besproken gaat worden en schrijf voor mezelf minstens 3 dingen op waar ik wat over wil aan zeggen. 4. Ik wil stress voor aan het eind van de periode voorkomen. Dit doel kan ik behalen door aan het begin van een nieuw project/opdracht goed door te nemen wat er allemaal gedaan moet worden in de tijd die we daarvoor hebben. Ik ga ervoor zorgen dat als ik bijvoorbeeld met onderdeel 1 begin, ik ook een opzetje voor onderdeel 2 maak (als dit mogelijk is).
34
Lisanne Revenberg Eigen geleverde werk De samenwerkingsovereenkomst is door mij geschreven. Ik heb tijdens het schrijven mijn ideeën op papier gezet en deze vervolgens met mijn groep besproken. Ook heb ik bij ieder onderdeel mijn projectgroep leden geraadpleegd of zij eventuele toevoegingen hadden en of zij akkoord gingen met de geschreven overeenkomst. Toen dit het geval was heb ik de samenwerkingsovereenkomst per e-mail verzonden. Vervolgens heb ik een verslag gemaakt van de door mij gekozen voedingsstof; vocht. Ik heb alle verslagen van mijn groepje bij elkaar gevoegd en ervoor gezorgd dat de opmaak overeenkwam met de andere verslagen. Ook heb ik de literatuurlijst in orde gemaakt en ervoor gezorgd dat alle vermeldingen goed werden aangegeven. Over mijn voedingsverslag heb ik een conclusie gemaakt, en over het totale verslag een deel van de discussie punten gemaakt. Ik heb mijn deel van de voedingsdagboekjes volledig uitgewerkt en ik heb een gemiddelde gemaakt van de berekende uitkomsten. Tot slot heb ik feedback gegeven aan twee van mijn medegroepsleden en heb ik samen met Nicola gewerkt aan het presenteren van de presentatie en het eindproject in elkaar gezet. Toegevoegde waarde Mijn toegevoegde waarde voor dit project was aanwezig zijn bij de groepsvergaderingen en mijn ideeën inbrengen. Verder was dit mijn deel van het project op tijd afhebben en de opdrachten zo goed mogelijk uit te voeren.
Ontvangen feedback van Lisanne Revenberg Feedback geschreven door Jet Oude Reimer Je toont goed je betrokkenheid tijdens dit project, met als effect dat als projectleden even niet meer weten wat ze moeten doen jij ze weer tot de orde kan roepen. Dit vind ik fijn, omdat dit voor een goed balans in de samenwerking zorgt. Helaas ben je niet altijd (of op tijd) aanwezig tijdens vergaderingen, met als effect dat je achteraf de informatie hoort die tijdens de vergadering is besproken. Dit vind ik jammer, maar aangezien je lange reistijd is dit ook wel begrijpelijk. Het is goed dat je het probeert om bij alle vergaderingen aanwezig te zijn, ondanks je zo ver weg woont. Dit is fijn omdat je zo je betrokkenheid laat zien.
Feedback geschreven door Jasmijn Raaijmakers Je bent altijd erg positief tijdens vergaderingen. Dit zorgt ervoor dat er een prettige sfeer ontstaat. Ik vind dat fijn, omdat ik me dan op mijn gemak voel. Je wilt soms bepaalde zaken snel afhandelen bij bijvoorbeeld besprekingen of het verdelen van taken. Dit vind ik jammer, omdat ik dan het gevoel krijg dat er nog bepaalde zaken niet goed (genoeg) zijn besproken. 35
Je zorgt er bij groepsbesprekingen voor dat iedereen erbij word betrokken. Ik vind dat erg prettig, omdat ik me soms een beetje op de achtergrond opstel, maar hierdoor word ik er dan toch bij betrokken. Reflectie op de samenwerking Ik vond de samenwerking binnen ons groepje erg goed. We hadden veel contact tijdens het maken van de opdrachten en iedereen hield zich altijd netjes aan de afspraken. Ook vind ik het prettig dat ons groepje het snel met elkaar eens was. We hadden veel ideeën die op elkaar aansloten wat ervoor zorgde dat iedereen goed kon deelnemen aan het project. Bij vragen kon je altijd terecht bij iemand uit het groepje, en iedereen werd betrokken in de afspraken. Ik ben erg tevreden over hoe dit project is verlopen en heb ook verder geen aanmerkingen over de samenwerking.
SMART leerdoelen 1. Tijdig plannen bij het maken van de volgende groepsopdracht om tijdsnood te voorkomen. Dit ga ik doen door komend blok voor mijzelf een schema te maken met wat ik allemaal moet doen binnen de groepsopdracht, en te kijken naar hoeveel tijd ik hieraan verwacht te moeten besteden. Ik ga het maken van deze opdrachten inplannen op dagen dat ik de hele ochtend en middag vrij ben, en plan hier niet meer dan 4 uur voor in per dag. Op deze manier verwacht ik dat mijn doel haalbaar is, en voor mijzelf acceptabel. 2. Minder gehaast over te komen tijdens vergaderingen met mijn projectgroep. Bij de feedback die ik heb gekregen viel het mij op dat er veel werd gezegd dat ik gehaast overkom tijdens de vergaderingen. Ik wil dit graag veranderen door de tijd te nemen om de te bespreken zaken goed af te handelen en na afloop na te vragen of iemand nog punten heeft die besproken moeten worden.
36
Jet Oude Reimer Eigen geleverde werk In het plan van aanpak heb ik eerst globaal weergegeven wat er op welk blad moest komen. Het blad met het kopje “project opdracht” heb ik geschreven, dit is hierna weer aangepast door een ander projectgroepslid. Daarna heb ik een verslag over de voedingsstof vezels gemaakt. De discussiepunten over het verslag voedingsvezels heb ik ook geschreven. De dagboekjes van de 21 pabostudenten heb ik onder de vijf projectleden verdeeld, zodat ieder projectgroepslid zelfstandig kon werken aan de dagboekjes. Van de voedingsdagboekjes heb ik van Samira, Sharida, Nina, Lindsay en dag twee van Josje de voedingswaarden berekent. Ik had de opdracht samen met twee andere projectleden om de tekst van de presentatie te schrijven. De resultaten van de pabo dagboekjes heb ik in Excel gezet en uitgerekend. Dit was veel werk, omdat ik eerst alles in Excel moest invullen en daarna de gemiddelden moest uitrekenen. Deze cijfers heb ik in een grafiek gezet, wat te zien is in de PowerPoint. Toegevoegde waarde Mijn toegevoegde waarde voor dit project was dat ik alles voor de deadlines af had, en bij alle vergaderingen op tijd aanwezig ben geweest. Verder heb ik projectleden goed geholpen als ze ergens vragen over hadden. Ontvangen feedback van Jet Oude Reimer Feedback geschreven door Merel Roovers Je hebt een positieve houding in de groep, met als effect dat er een goede sfeer is. Ik vind dit erg fijn, omdat ik me daardoor op mijn gemak voel. Het is jammer dat jouw houding als voorzitter wat onzeker overkomt, wat als effect heeft dat er veel stiltes in de vergadering komen. Dit vind ik jammer, omdat ik weet dat je het wel kan. Als notulist houd je alles goed bij, met als effect dat we, alles wat we niet meer goed weten, terug kunnen vinden in je aantekeningen. Dit vind ik erg handig, omdat het zonde is als je informatie mist terwijl het wel gezegd is.
Feedback geschreven door Lisanne Revenberg Je doet altijd enthousiast mee met de bijeenkomsten en houd als notulist goed alles bij. Dit vind ik erg prettig omdat op deze manier de vergadering duidelijk op papier staat en je goed kan zien wat we hebben besproken. Soms kan je soms iets chaotisch overkomen, maar je hebt uiteindelijk wel altijd je werk op orde waardoor dit verder geen gevolgen heeft voor de groep. Ook dit vind ik erg prettig. Je komt je afspraken na en werkt hard aan de opdrachten. Dat vind ik erg goed.
Reflectie op de samenwerking Ik vind dat de samenwerking goed is verlopen. De informatie die we aan elkaar overbrachten was duidelijk en we wisten allemaal wat we moesten doen, wanneer er onduidelijkheid was wist een ander groepslid weer voor een oplossing te zorgen. Tijdens de vergaderingen wisten we niet zo veel meer te vertellen, doordat we veel informatie al online hadden besproken. Zelf had ik dat ik het 37
moeilijk vond als voorzitter goed naar voren te komen, je moet dan duidelijk en gestructureerd punten over kunnen brengen. Als voorzitter was ik niet goed voorbereid, hierdoor was de rode draad in het gesprek van de vergadering even zoek. Hiervan heb ik veel geleerd. De aantekeningen tijdens de vergaderingen heb ik hierna goed bijgehouden. De goede sfeer in de groep zorgde ervoor dat we allemaal goed met elkaar konden praten als we iets niet begrepen, en iedereen accepteerde dat ook van elkaar.
SMART leerdoelen 1. Beter voorbereidt een vergadering ingaan. Mijn eerste leerdoel voor de integrale opdracht, is om beter voorbereid de vergaderingen in te gaan. Hiermee ga ik vanaf nu mee beginnen. Door minimaal een dag voor een vergadering de notulen door te lezen, zal ik door de goede voorbereiding meer betrokkenheid kunnen tonen.
2. Betrokkenheid tonen door vragen te stellen. Mijn tweede leerdoel is om betrokkenheid bij de les te tonen. Dit doel kan ik bereiken door meer vragen te stellen aan de docent in de les, en antwoorden te geven op vragen die de docent stelt. Hierdoor kan de leerkracht horen met welke onderwerpen ik moeite heb, en mij hiermee helpen. Meteen de eerst aankomende lessen na de herfstvakantie zal ik hiermee beginnen.
38
Nicola Paden Eigen geleverd werk: Tijdens dit project heb ik mijn deel van de voedingsdagboekjes berekend. Dit vond ik veel werk, want niet alle boekjes waren tiptop in orde ingeleverd. Ik heb een verslag over een voedingsstof geschreven voor het voedingstrendverslag. Ik heb de planning gemaakt voor het plan van aanpak. Dit was best lastig, want ik moest steeds besluiten wanneer iets af moest zijn en rekening houden met school en reistijd. Ook ben ik twee keer voorzitter (agenda maken en vergadering voorzitten) en notulist geweest. Ik heb daarnaast ook deel uitgemaakt van het schrijven van het voedingstrendverslag en het onderzoeksverslag. Ik zal samen met Lisanne gaan presenteren. Toegevoegde waarde Ik ben aanwezig geweest bij de vergaderingen. Al mijn opdrachten waren op tijd af en ingeleverd mijn groepsgenoten. Ik heb veel geholpen als er vragen of onduidelijkheden waren bij de groepsgenoten. Ontvangen feedback van Nicola Paden Feedback geschreven door Merel Roovers Jouw houding als voorzitter is duidelijk en gestructureerd, wat als effect heeft dat iedereen goed meedoet met de vergaderingen. Ik vind dit erg fijn, omdat ik het beste gestructureerd kan werken. Jouw gedrag in de vergaderingen is af en toe iets te enthousiast, met als gevolg dat de wat stillere mensen dan nauwelijks aan het woord komen. Ik vind dit meestal niet erg, maar af en toe storend. Het is goed dat je, door je enthousiaste houding in de groep, van alles op de hoogte bent. Met als gevolg dat wij vragen aan jou kunnen stellen, als wij het even niet weten. Ik vind dit erg fijn, omdat ik dan duidelijk antwoord van je krijg. Feedback geschreven door Jasmijn Raaijmakers Je kunt goed en gemakkelijk de rol van leider op je nemen tijdens vergaderingen. Dit zorgt ervoor dat alles duidelijk en gestructureerd is. Ik vind dat fijn, omdat ik er niet van hou als dingen onduidelijk zijn. Soms ben je lang aan het woord en praat je (onbedoeld) door mensen heen tijdens besprekingen. Als ik dan bijvoorbeeld iets wil zeggen, kom ik er niet tussen. Dit vind ik soms jammer, omdat ik dan niet de kans krijg om ook iets in te brengen. Je bent altijd erg betrokken bij groepsbesprekingen. Je treedt altijd op de voorgrond en doet actief mee. Ik vind dit goed van je, omdat ik de indruk krijg dat je je er echt voor inzet en je best doet. Reflectie op de samenwerking Onze samenwerking binnen het groepje was erg goed. Ik ben er erg tevreden over. Er werd veel gecommuniceerd over of iedereen het eens was met de ideeën van anderen. Onze ideeën sloten goed aan bij elkaar, dus er was bijna geen onenigheid binnen de groep. Er was altijd wel iemand bij wie je terecht kon als er vragen waren of er iets niet duidelijk was. Ook heeft iedereen zich netjes aan de afspraak gehouden wat betreft de planning. Ik had wel liever vaker face-to-face bijeenkomsten gehad, maar skypen en bellen volstaat ook. Het nadeel van bijeenkomen op school is dat niet alle documenten die we hadden voor het project bij de hand zijn. SMART leerdoelen 1. Mijn doel is om bij het volgende project vaker mensen uit te laten praten en mijn enthousiasme in toom te houden. Ik heb gemerkt dat het zeer storend is voor mensen dat ik zo enthousiast ben. Hierdoor ze weten niet of ze mij serieus moeten nemen en zij kunnen zelf dan niet zo goed aan het werk. Het is ook heel onbeleefd om door mensen heen te praten, dus daar ga ik op letten. 39
2. Mijn doel is om te leren duidelijkere en betere feedback te geven, want ik vind dit nog heel moeilijk. Het is heel vervelend als ik geen duidelijke feedback kan geven aan iemand met de reden dat ik mijzelf niet kan uiten op dit vlak. Ik wil graag leren dit wel te kunnen, want dit komt heel veel terug in de opleiding en het latere werkleven.
40
Bijlage 1: Agenda’s en notulen 20/09 Agenda/voorzitter(Lisanne)+aantekeningen/notulen(Nicola) Discussiepunten: Hoeveel voedingsstoffen per persoon? 1 of 2? Per persoon wordt er 1 voedingsstof uitgewerkt. In het plan van aanpak staat beschreven wie welke stof uitwerkt, en wat de deadline hiervoor is Lay-out plan van aanpak Voorblad + inhoudsopgave moet gemaakt worden Informatie moet als een verhaal vermeldt worden (specifieker) Wie zijn wij? Samenwerkingsovereenkomst toegevoegd aan het plan van aanpak Doelen worden geschreven voor de PABO studenten, niet voor onszelf Dienst en product: adviseren PABO studenten Persoonlijke gegevens + contact gegevens PABO studenten verzamelen Subkopjes uit het voorbeeld weghalen, grote kopjes zijn goed Analyse voedingsdagboekjes; hoeveel gram rekenen we? Voorbereiding? Deadlines; altijd 3 dagen voor de inleverdatum Vooruitblik volgende week 1ste 45 min. met de hele klas. Huiswerk opdracht: maak een video van een bijeenkomst Datum volgende bijeenkomt: 24 september Doel: filmen bijeenkomst Opmerkingen: Het plan van aanpak moet officieel gemaakt worden, de vorige versie is afgekeurd. Vragen moeten direct via de mail gesteld worden. Dit kan onderling of bij mevrouw Schaap.
41
26-09 Agenda/voorzitter(Lisanne) Allerlaatste pagina's werkstuk -> literatuurlijst/bronvermelding Plan van aanpak moet af Hoe gaan we beginnen met het voedingsstoffenverslag? Aantekeningen/notulist(Jet) Plan van aanpak: -Studenten nummers bij plan van aanpak voegen; voorblad. -vanavond plan van aanpak mailen Voedingsstof informatie: -Eerst intro -Rest van de punten die in de studie handleiding staan, gewoon in dezelfde volgorde als daarin. 02/10 Agenda/voorzitter(Jet) Hoe zit het met het bronnenblad? Wanneer moet het verslag af? Is het plan van aanpak goedgekeurd? Aantekeningen/notulist(Merel) Aantekeningen van elke begeleide bijeenkomst bewaren. De bronnen beter maken. 1 bronnenlijst - ieder apart de nummers achter de zinnen zetten en dan de bronnen op volgorde. Moet de 12e af - agenda moet erbij ---> naar mevrouw Schaap. Moet nog een voorblad, inleiding, inhoudsopgave, conclusie, (methode), discussiepunten(wat goed en fout ging, dat je de zwakheden in jouw onderzoek ook gezien hebt, maar dat het niet anders kon) erbij. Bij blackboard - discussiebord vragen. Kijk in de richtlijnen integrale opdracht. (Voedingstrendverslag) Vrijdag eerder naar school om de opmaak te maken van het verslag. (half 2) Voor de volgende bijeenkomst een agenda maken, want nu is het te ongestructureerd. Plan van aanpak -nog steeds geen paginanummers <- moet erbij, ook in de inhoudsopgave -taakverdeling achter het stuk tekst zetten(overzichtelijker) -het is helderder geworden -er moeten nog harde deadlines bij! (Wanneer je wat moet inleveren) Eigen planning in de algemene planning. 10/10 Agenda/voorzitter(Merel) Hoe zit het met het voedingtrendverslag? Waar gaan de discussiepunten over? Wanneer moeten de voedingsdagboeken af zijn? Hoe zit het met de presentatie? Wanneer gaan we weer vergaderen? 42
Aantekeningen/notulen(Jasmijn) - Voedingstrendverslag: Discussiepunten moeten alleen gaan over de voedingsstoffen, dus niet over de pabostudenten. -
Dagboeken Deadline staat in plan van aanpak: WEEK 7, op zondag (21-10-2012).
-
Presentatie: WEEK 9, 15 minuten, Elk blok een presentatie, niet iedereen hoeft te presenteren Presentatie wordt gehouden voor de klas 1B, beoordeling presentatie door Lot en Aletta (?). Je mag er een blaadje bij houden, wat je zelf wilt.
-
Volgende vergadering Donderdag 10-11-2012 Sterke punten: We doen alles evenveel, er is niet iemand die echt de leider is. We zijn allemaal ongeveer evenveel aan het woord.
Vandaag op mijnprojectgroep.nl zetten: - Conclusie van je eigen voedingsstof uit het voedingstrendverslag - Discussiepunten van je eigen voedingsstof uit het voedingstrendverslag
43
16/10 Agenda/voorzitter(jasmijn) Opsturen uitgewerkte voedingsdagboeken: zondag Lukt dit bij iedereen? Haalbaar? Hoe gaan we de resultaten verwerken (grafiek)?
Wie gaat dit doen? Of met zijn allen? Presentatie: Wie gaan er presenteren? Hoe gaan we dit verdelen? Volgende deadline 29-10: procesverslag & individuele verantwoording Hoe gaan we het procesverslag maken? Verdelen en allemaal 1 week?
Aantekeningen/notulen(Nicola) - Voedingsdagboekjes pabo studenten De dagboeken gaan goed, deadline is volgende week zondag (21-10). De resultaten van de dagboeken worden in Excel verwerkt in grafieken. - Eindverslag en procesverslag De deadline voor het individuele deel van het verslag is 29-10, inleveren van het verslag is 2-11 voor 17.00. Procesverslag is een verslag waar de evaluatie van de planning, voorzitters, notulisten, samenwerkingsmomenten (ook met de tutor) in staat en minimaal 2 leerpunten die niet in het pva stonden. Overigens moeten de agenda’s en notulen bij dit verslag in de bijlage. - SMART De doelen die gezet worden moeten op de SMART manier gecontroleerd worden SMART - Specifiek - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch - Tijdgebonden Het is belangrijk dat duidelijk is waar een doel vandaan komt (waarom) - Feedback Iedereen moet voor/tijdens de volgende bijeenkomst feedback geven op 2 personen. Dit moet mondeling.
1/11 Agenda/voorzitter(Lisanne) -feedback -uiterlijke inleverdatum -nieuwe deadlines -verslag -presentatie (verdelen stukken tekst en eventuele aanpassingen) Aantekeningen/notulen(Nicola) Inleverdatum 2 november voor 17:00u Feedback reactie; hoeft niet als bijlage moet gewoon bij de individuele verantwoording Dit is te herkansen Alles is af, alleen nog de puntjes op de i.
44