Project-MER Oliefabriek Vandamme te Deinze (PRMER-0397)
OLVA08B, november 2009 PRG Odournet nv
titel: rapportnummer:
Project-MER Oliefabriek Vandamme te Deinze (PRMER-0397) OLVA08B2
projectcode:
OLVA08B
trefwoorden:
project-MER, productie plantaardige oliën
opdrachtgever:
Oliefabriek Vandamme Europalaan 63 9800 DEINZE België +32 9 386 75 12 telefoon +32 9 386 91 16 fax
[email protected]
contactpersoon:
dhr.Sascha Dhont
opdrachtnemer:
PRG Odournet nv Industrieweg 114H B – 9032 Wondelgem (Gent) Belgie +32 9 265 74 00 telefoon +32 9 265 74 05 fax
[email protected]
auteur(s): goedgekeurd:
Griet Philips voor PRG Odournet nv door
ir. Toon Van Elst, directeur datum: copyright:
17 november 2009 © 2009 2009, PRG Odournet nv
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 1 van 16
Inhoudsopgave 1
Niet-technische samenvatting (NTS)
3
1.1 Het project 1.1.1 Verantwoording van het project 1.1.2 Projectbeschrijving
3 3 3
1.2 Beschrijving van het studiegebied
5
1.3 Beschrijving van de milieu-effecten 1.3.1 Discipline lucht 1.3.2 Discipline geluid 1.3.3 Discipline oppervlaktewater 1.3.4 Discipline bodem en grondwater 1.3.5 Discipline mens 1.3.6 Discipline fauna en flora 1.3.7 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
8 8 10 10 11 11 12 13
1.4 Voorstellen van milderende maatregelen 1.4.1 Milderende maatregelen genomen door het bedrijf 1.4.2 Geplande maatregelen door het bedrijf 1.4.3 Verdere maatregelen
13 13 14 14
Bijlagen
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 2 van 16
1 Niet-technische samenvatting (NTS) 1.1 Het project 1.1.1
Verantwoording van het project
Bij Oliefabriek Vandamme wordt geraffineerde plantaardige olie geproduceerd. Deze olie wordt geproduceerd uit enerzijds de maïskiemen voor geraffineerde maïsolie en anderzijds ruwe zonnebloemolie voor geraffineerde zonnebloemolie. Om de productiviteit en de economische draagkracht van het bedrijf te optimaliseren en de rendabiliteit en concurrentiewaardigheid van het bedrijf naar de toekomst te verzekeren, wenst Oliefabriek Vandamme een uitbreiding van de productie aan te vragen. De exploitant Groep Vandamme wenst zijn productiecapaciteit uit te breiden tot meer dan 60.000 ton op jaarbasis. Hiervoor dient een uitbreiding van de milieuvergunning met rubriek 45.17.1. te worden aangevraagd. Gezien de uitbreiding gebeurt binnen de huidig aanwezige infrastructuur, wordt er geen fysische uitbreiding van de bebouwde en verharde oppervlakte voorzien.
1.1.2
Projectbeschrijving
De maïskiemen worden aangeleverd per vrachtwagen en opgeslagen in silo’s in het losmagazijn of in de beuken van de vlaksilo. De ruwe zonnebloemolie wordt aangeleverd per vrachtwagen of per schip en opgeslagen in buitenopslagtanks. Hulpstoffen, zoals bleekaarde, filteraarde worden aangevoerd via vrachtwagens. Het transport van plantaardige olie, zowel ruwe als geraffineerde, naar de klant gebeurt per vrachtwagen of per schip. Het maïskiemschroot, de filterkoek en de plantaardige vetzuren worden per vrachtwagen afgevoerd. Uit de transportgegevens van de laatste vier jaar blijkt dat de tendens van meer transport via schip geleidelijk wordt doorgevoerd. De maïskiemen gaan vanuit de opslagsilo’s of de vlaksilo naar de voorbewerking. In de crushing worden de maïskiemen opgewarmd en geflaked om zo de maïsolie tijdens het mechanisch persen te verwijderen uit de maïskiemen. Op deze manier wordt de ruwe plantaardige olie bekomen. De ruwe persolie wordt opgeslagen in buitenopslagtanks. Hetgeen overblijft is de maïskiemkoek met nog 20 % olie in zich. Deze maïskiemkoek wordt met behulp van redlers, dit zijn transportbanden, getransporteerd naar de extractie-afdeling. Tijdens de extractie wordt hexaan op de maïskiemkoek gesproeid waarbij deze reageert met de aanwezige olie. Het mengsel olie-hexaan (miscella genaamd) wordt naar de distillatie getransporteerd waar ze gescheiden worden. De hexaan in dampfase wordt met behulp van koelwater gecondenseerd en in een ondergrondse dubbelwandige opslagtank opgeslagen om opnieuw gebruikt te worden in de extractie. De bekomen extractieolie wordt opgeslagen in de buitenopslagtanks. De maïskiemkoek wordt gepelletiseerd tot maïskiemschroot met behulp van 2 korrelpersen. De pellets worden opgeslagen in silo’s. Het maïskiemschroot wordt afgezet in de feedindustrie in binnen- en buitenland. Deze korrelpersen zijn voorzien van cyclonen om het stof uit de emissielucht te halen. De ruwe plantaardige olie wordt vanuit de buitenopslagtanks via leidingen getransporteerd naar de raffinage. De ruwe maïsolie of de aangevoerde ruwe zonnebloemolie wordt geraffineerd via fysische raffinagetechnieken.
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 3 van 16
De eerste stap van de raffinage is de bleking. Hierbij worden de kleurpigmenten uit de olie verwijderd met behulp van filtratie. Aan de plantaardige olie wordt bleekaarde (bentoniet) toegevoegd. Daarna wordt deze verwijderd met behulp van filters. Deze bleking heeft tot doel om de plantaardige olie helderder te maken. De gebruikte bleekaarde gaat naar de korrelpersen die de maïskoek pelletiseren. Door de bleekaarde wordt een betere korrel (binding) bekomen. De bleekaarde vindt dus zijn afzet in de feedindustrie. De tweede stap is de desodorisatie. Hierbij wordt de plantaardige olie opgewarmd tot een temperatuur van tenminste 235°C. Daarnaast wordt stoom geïnjecteerd om zo de vrije vetzuren af te scheiden van de plantaardige olie. Onder invloed van druk, stoom en vacuüm worden de geur- en smaakcomponenten, alsook de vluchtige vetzuren verwijderd uit de maïsolie. De bekomen plantaardige vetzuren worden opgevangen in een opslagtank en worden afgezet in de feedindustrie. De laatste stap is de winterisatie. Om de aanwezige wassen in de plantaardige olie te binden, wordt filteraarde (perliet) toegevoegd. Met behulp van filters wordt de filterkoek (= filteraarde + wassen) verwijderd en opgevangen. De filterkoek vindt zijn afzet in de feedindustrie. De bekomen geraffineerde plantaardige olie wordt opgeslagen in buitenopslagtanks. Zowel in het referentiejaar 2007 als het begin van 2008 was de eigen bottelingafdeling niet noemenswaardig operationeel. Het verpakken van de geraffineerde maïsolie in de eigen bottelarij (IBC-containers, TNT-containers, vaten, flessen, …) beslaat hoogstens ongeveer 0,5 % van de totale hoeveelheid geraffineerde plantaardige olie. De overige 99,5% wordt in bulk met de vrachtwagen of per schip opgehaald. Kritische emissiepunten bij het productieproces zijn : •
De mechanische persen (crushing) in de voorbewerking en de cyclonen na de korrelpersen (maïskiemschroot). Deze punten worden op onderdruk gezet. De afvallucht wordt behandeld in een gaswasser en vervolgens in de biofilter.
•
De korrelpersen, die het maïsschroot pelletiseren. Ook deze luchtemissies worden naar de luchtbevochtiger en biofilter geleid.
•
De redlers, dit zijn de transportbanden met de maïskiemkoek. Deze worden eveneens afgezogen naar de luchtbevochtiger en vervolgens de biofilter.
Begin 2008 werd een biofilter in gebruik genomen voor het behandelen van de belangrijkste afvalluchtstromen. Deze biofilter behandelt volgende luchtstromen : •
Afzuiging ter hoogte van de persen van de maïskiemen (werd ervoor enkel behandeld in de gaswasser)
•
Afzuiging ter hoogte van korrelpers A en B (totaal 4 luchtaanvoerventilatoren)
•
Afzuiging van het schrootmagazijn
•
Afzuiging van de redlers
Daarnaast zijn er nog een aantal niet-geleide emissies aanwezige zoals de aan- en afvoer van grondstoffen en product met laden en lossen van vrachtwagens en schepen, het laden en lossen van en de opslag van de maïskiemen in de vlaksilo’s, de opslagtanks van ruwe en afgewerkt olie voorzien van ademkleppen. Bij het vullen kunnen kleine hoeveelheden geur ontsnappen, de tijdelijk opslag van miscella, gebouwen, openstaande deuren en poorten. Deze niet-geleide emissiebronnen zijn echter zeer moeilijk te kwantificeren. Relevante niet geleide bronnen buiten de site van Oliefabriek Vandamme zijn de uitlaatgassen die
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 4 van 16
vrijkomen bij aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkt product. Dit omvat zowel transporten over de weg als per binnenschip. Voor de productie van stoom wordt gebruik gemaakt van grondwater. Deze stoom wordt toegepast in de raffinage en de extractie. Het condensaat van de stoomproductie wordt herbruikt voor industriële toepassingen zoals reiniging en bevochtigen van het maïskiemschroot. Voor het reinigen in de bottelingafdeling wordt leidingwater verbruikt. Grondwater wordt ook gebruikt als reinigingswater. Het hemelwater van de verharde oppervlakken en de gebouwen wordt opgevangen en via een collectorleiding naar de Tichelbeek geleid. Het huishoudelijk afvalwater, afkomstig van de burelen en de sanitaire voorzieningen in de fabrieksgebouwen, wordt rechtstreeks naar het openbaar rioleringsstelsel geleid. Uit de Leie wordt water onttrokken om te gebruiken als koelwater. Dit koelwater wordt gebruikt bij de extractie en de raffinage in het productieproces. Het koelwater wordt na gebruik opnieuw geloosd in de Leie via 3 lozingspunten in de Tichelbeek. Het bedrijfsafvalwater bestaat uit algemeen reinigingswater, reinigingswater uit de bottelingafdeling en spui van de stoomketels. Dit bedrijfsafvalwater wordt geloosd via een lozingspunt op het openbaar rioleringsstelsel. Een beperkte hoeveelheid sterk verontreinigd spoelwater wordt als afvalwater afgevoerd.
1.2 Beschrijving van het studiegebied Het bedrijf is gelegen aan de Europalaan 63 te 9800 Deinze. Het bedrijf is gelegen op de kadastrale percelen, bekend onder Zulte, afdeling 3 (Machelen), sectie A, nrs 171/b, 173/a, 172/f en 172/l, Deinze, afdeling 3 (Petegem-Leie), 87/k, 90/f, 93/h, 98/n, 98/p en 98/y. Het bedrijfsterrein is gelegen op grondgebied van de gemeenten Deinze en Zulte. Volgens het gewestplan ‘Oudenaarde’ is het bedrijf gelegen in een gebied voor milieubelastende industrieën. Ten noordwesten paalt het terrein aan de Leie, met aan de overzijde van de Leie een agrarisch gebied. Ten westen en ten zuiden van het bedrijf is eveneens agrarisch gebied gelegen. De inrichting paalt in het noorden aan de spoorwegverbinding Tielt-Deinze. Ten oosten en zuidoosten van het bedrijf zijn industriële vestigingen gelegen. De dichtste woongebieden situeren zich op ca. 380 m ten noordoosten (Leiepark, Machelenstraat, …) en ca. 450 m ten oosten (Machelenbinnenweg) van het bedrijf. In een straal van 100 m rondom het bedrijfsterrein bevinden zich geen woningen. De dichtstbijzijnde woningen bevinden zich op ongeveer 120 m van de perceelsgrens. In Tabel 1 is een overzicht gegeven van de woonzones binnen een straal van ongeveer 3 km. Telkens werd de minimale afstand opgegeven tussen de terreinen van Oliefabriek Vandamme en de woonzones. Ten noordoosten van het bedrijf is een recreatiegebied gelegen. Dit recreatiegebied, de Brielmeersen, is gelegen op ongeveer 780 m. Tabel 1 : Woonzones in de omgeving van het bedrijf (binnen 3 km) Afstand t.o.v. de terreinen van Oliefabriek Vandamme (m)
Richting t.o.v. Oliefabriek Vandamme
Molenhoek (Leiemeersstraat, Leiepark)
380
O
Molenhoek (Machelenbinnenweg)
457
ZO
Molenhoek
480
ZZO
Petegem a/d Leie
1042
ZO
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 5 van 16
Afstand t.o.v. de terreinen van Oliefabriek Vandamme (m)
Richting t.o.v. Oliefabriek Vandamme
1135
ZW
Machelen Zeveren
1330
N
Deinze (centrum)
1620
NO
Grammene
1937
W
Gottem
2633
WZW
De terreinen van Oliefabriek Vandamme maken deel uit van een zone industriegebied en zijn gelegen in het meest noordwestelijke deel van deze zone. Er bevinden zich diverse bedrijven in de omgeving. Het betreffen onder meer een aantal groothandelszaken en KMO’s en het containerpark van Deinze. Hydrografisch gezien situeert het studiegebied zich in het Leiebekken. Als relevante waterlopen in het studiegebied behoren de Tichelbeek en de Leie. De Tichelbeek, waarin het koelwater geloosd wordt, is aangeduid als oppervlaktewater met basiskwaliteitsdoelstelling. De Leie (Grensleie) heeft t.h.v. het bedrijf viswaterkwaliteitsdoelstelling. Verder is er nog een beek zonder naam, waarin de RWZI van Deinze loost. Gezien het sanitair en het BA van het bedrijf op riool geloosd wordt en in deze RWZI gezuiverd wordt, behoort deze beek in feite ook tot het studiegebied. Het bedrijf is gelegen in de Zandstreek. De quartaire afzettingslaag is ter hoogte van het bedrijf ongeveer 20 m dik. Daaronder bevinden zich de tertiaire afzettingen (van jong naar oud) Lid van Aalbeke en Lid van Moen. De diepte van de grondwaterspiegel zou zich op zowat 2 m bevinden. Het gebied is volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaarten gelegen in een zeer kwetsbaar gebied (code Ca1). Deze zandige watervoerende laag is zeer kwetsbaar omdat er geen beschermende deklaag aanwezig is, en de dikte van de onverzadigde zone tien meter of minder bedraagt. Het projectgebied is niet gelegen in een waterwingebied of in de beschermingszones. Het bedrijf beschikt over een grondwaterwinning met twee grondwaterputten. Beide grondwaterputten hebben een diepte van 20 m. Het bedrijf is vergund voor max. 75 m³/dag en 20.000 m³/jaar. Het water wordt gewonnen uit de watervoerende laag van de pleistocene afzettingen van het quartair. In een straal van 1 km rondom het bedrijf (bron DOV.vlaanderen.be) bevinden zich 12 vergunde grondwaterwinningen waarvan er 11 water betrekken uit dezelfde freatische laag, met een totaal vergund debiet van 217.940 m³/jaar. Het vergund jaardebiet van het bedrijf omvat voor dit gebied zowat 9% van het vergunde debiet uit dezelfde watervoerende laag. De inrichting is gelegen in het traditionele landschap ‘Zandig Leie – Schelde - interfluvium’ (Antrop et al., 2002). Het landschap wordt gekenmerkt door een overwegend vlak landschap met een kenmerkend microreliëf gevormd door Holocene landduinen; relicten van het coulissenlandschap met knotbomen; voorkomen van talrijke kasteelparken; wijdse vergezichten ontbreken door de sterke compartimentering door bebouwing en begroeiing. De omgeving wordt gekenmerkt door een sterke verstedelijkingsdruk : residentieel en commercieelindustrieel zeer dichte bebouwing en een zeer sterke versnijding door infrastructuren.
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 6 van 16
Bijlage 12.1 toont de relictzones en ankerplaatsen in de onmiddellijke omgeving van het bedrijf. Het bedrijf zelf is niet gelegen in een relictzone of ankerplaats. Binnen een straal van 3 km zijn volgende relictzones, ankerplaatsen, puntrelicten, lijnrelicten en beschermingen gelegen : puntrelicten 1
hoeve
2
dorpskern Machelen
3
hoeve
4
Klein ter Donk
5
St.-Jans-Baptistakerk Gramene
6
dorpskern Zeveren
7
hoeve
lijnrelicten 8
afleidingskanaal van de Leie
9
de Leie met inbegrip van de oude Leiearmen
relictzones 10
Leievallei van Zulte tot Deinze
11
vallei van de Zeverenbeek en vallei Oude Mandelbeek en de Mandelvallei
ankerplaatsen 12
vallei van de Zeverenbeek
beschermingen 13
de Broeken (beschermd landschap)
Binnen een straal van 3 km komen tal van gebouwen voor die op de lijst van bouwkundig erfgoed zijn opgenomen. In totaal zijn er 184 gebouwen, die voorkomen op de lijst, gesitueerd binnen de zone van 3 km vanuit het bedrijfscentrum. Deze gebouwen zijn arbeidershuisjes, beluikhuisjes, hoeves, herbergen,…. Binnen een perimeter van 2 km rondom het bedrijf bevinden zich verschillende waardevolle en zeer waardevolle gebieden. De meest nabijgelegen als waardevolle aangeduide BWK-eenheden zijn gelegen op 105 m en op 545 m van het bedrijf. Op 105 m van het bedrijf bevindt zich een verlaten spoorweg met interessante bermvegetatie, loofhoutaanplant, gemengd loofhout en struweelopslag van allerlei aard. Op 545 m van het bedrijf bevindt zich een zeer waardevol gebied met verruigd grasland, rietland en vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem (opgehoogd terrein). Het dichtstbijzijnde habitatrichlijngebied, de bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel’, is gesitueerd op 1,8 km ten noorden en noordwesten van de perceelsgrens van het bedrijf. In de directe omgeving van het bedrijf bevinden zich geen vogelrichtlijngebieden. In de omgeving van Oliefabriek Vandamme zijn twee VEN-gebieden gesitueerd : ‘de Vallei van de Zeverenbeek en ‘de Vallei van de Benedenleie’. De Vallei van de Zeverenbeek is gesitueerd op 1,8 km ten noorden en noordwesten van het bedrijf en maakt deel uit van het bovenvermelde habitatrichtlijn gebied. De Vallei van de Benedenleie bevindt zich op 3,2 km ten noordoosten van het bedrijf Oliefabriek Vandamme.
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 7 van 16
1.3 Beschrijving van de milieu-effecten In onderstaande paragrafen wordt voor de beschouwde disciplines een beknopt overzicht gegeven van de voornaamste effecten. Voor meer achtergrondinformatie bij deze synthese wordt verwezen naar de desbetreffende hoofdstukken.
1.3.1
Discipline lucht
Bij de beoordeling van de impact van het aspect lucht op de omgeving wordt rekening gehouden met zowel de emissies van NOx, SO2 en stof als de VOS-emissie en geuremissie. Betreffende de parameters SO2 en CO van de verschillende stookketels wordt voldaan aan de geldende emissiegrenswaarden. Uit de verplichte metingen blijkt dat voor de parameter NOx/NO2 niet wordt voldaan aan de algemeen geldende emissiegrenswaarden. Wat betreft stof wordt voldaan voor stoomketel Mahy Frere 1. Voor de grote stoomketel Mahy Frere 2 werden overschrijdingen vastgesteld tijdens de tweede helft van het jaar. De immissieberekeningen, uitgevoerd voor de paramaters NOx/NO2, SO2 en stof tonen aan dat er geen overschrijding is van de in Vlarem II opgegeven milieukwaliteitsnormen. Desondanks leveren de stookinstallaties op het bedrijf voor de parameters NOx/NO2 en SO2 echter een belangrijke bijdrage aan een mogelijke overschrijding van de vooropgestelde uurgrenswaarde en daggrenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens alsook aan de jaargrenswaarde voor de bescherming van de vegetatie, rekening houdende met de maximale berekende immissieconcentraties. Dit wordt aanzien als een zeer significant negatief effect. Wat betreft stof (PM10) leveren de uitlaatgassen van de stookinstallatie bij Oliefabriek Vandamme een relevante bijdrage aan een mogelijke overschrijding van de vooropgestelde daggrenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens. Dit wordt omschreven als een significant negatief effect (op basis van de maximale berekende immissieconcentraties). Deze maximaal berekende immissieconcentraties zullen enkel behaald worden ter hoogte van de bedrijfsterreinen van het bedrijf Oliefabriek Vandamme. Betreffende CO wordt de vooropgestelde milieukwaliteitsnorm niet overschreden. Op basis van de maximale berekende immissieconcentraties wordt geen aantoonbaar effect bepaald. Betreffende VOS-emissies is vooral de emissie van hexaan een belangrijke parameter. Bij de extractie met hexaan kunnen via lekken en transport verliezen optreden. Het overgrote deel van de hexaan in dampfase wordt met behulp van koelwater gecondenseerd en in een ondergrondse dubbelwandige opslagtank opgeslagen om opnieuw gebruikt te worden in de extractie. De emissies van hexaan uit het productieproces worden opgevolgd via de solventboekhouding. De cijfers uit deze solventboekhouding tonen aan dat aan de geldende emissiegrenswaarden ruimschoots wordt voldaan. Processen waarbij temperatuur een rol speelt, kunnen eveneens een bron zijn van vluchtige organische stoffen (VOS) en bijgevolg ook van geur. De voornaamste geurbronnen (en tevens VOS-bronnen), zijnde de persen van de maïskiemen, de korrelpersen en het schrootmagazijn met redlers, worden behandeld in een luchtzuiveringsinstallatie (combinatie luchtwasser – biofilter). De restemissie van deze biofilter vormt de belangrijkste geleide emissiebron op het bedrijf. Daarnaast zijn er nog een aantal niet-geleide emissies, zoals de aan- en afvoer van grondstoffen en product, de opslagtanks van ruwe en afgewerkte olie, de opslag van de maïskiemen in de vlaksilo’s en de tijdelijk opslag van miscella. Uit analyses uitgevoerd in het verleden kan worden afgeleid dat het hoofdaandeel van de VOS in de luchtstroom wordt vertegenwoordigd door aldehyden en alcoholen. Belangrijk naar geurvorming toe zijn de aldehyden, aangezien deze over het algemeen een relatief lage geurdrempel hebben. Wat betreft de groepsparameter VOS, is geen toetsingskader voorhanden. Voor de individuele
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 8 van 16
componenten wordt voldaan aan de algemene emissiegrenswaarden voor lucht uit bijlage 4.4.2 van Vlarem II. Om de geuremissies zoveel als mogelijk te beperken, werd begin 2008 een biofilter in gebruik genomen voor het behandelen van de afvallucht. Deze biofilter behandelt volgende luchtstromen : •
Afzuiging ter hoogte van de persen van de maïskiemen (werd ervoor enkel behandeld in de gaswasser)
•
Afzuiging ter hoogte van korrelpers A en B (totaal 4 luchtaanvoerventilatoren)
•
Afzuiging van het schrootmagazijn
•
Afzuiging van de redlers
Beide korrelpersen hebben in totaal vier luchtaanvoerventilatoren, terwijl ter hoogte van de persen van de maïskiemen eveneens een ventilator staat opgesteld. Alle emissiepunten worden via een centrale ventilator ter hoogte van de biofilter door de luchtzuiveringsinstallatie aangezogen. Alle afgezogen luchtstromen worden eerst bevochtigd in een luchtbevochtiger (d.i. de oude gaswasinstallatie). In totaal wordt een luchtstroom van ongeveer 40.000 m³/h behandeld in de biofilter. Op basis van snuffelmetingen en modellering werd de impact van de geuremissies op de omgeving bepaald. Hierbij werd nagegaan hoeveel woningen gelegen zijn binnen de zone waar de geurconcentratie hoger is dan de grenswaarde en hoeveel woningen gelegen zijn in de hinderruimte (met een concentratie tussen de richtwaarde en de grenswaarde). aantal woningen (2006)
aantal woningen (2008) actuele situatie
Verschil situatie 2006 tov 2008
827
64
-763
612
0
-612
4
0
-4
1403
131
-1272
1198
84
-1114
13
0
-13
boven de grenswaarde (> 2,5 se/m³) woongebied woongebied met landelijk karakter in de hinderruimte (1,5 – 2,5 se/m³) woongebied woongebied met landelijk karakter
Recente metingen (zie ook bovenstaande tabel) geven aan dat binnen de geurcontour van 2,5 se/m³ (grenswaarde) een aantal woonhuizen langs de Machelenstraat, alsook een aantal verspreide woonhuizen ten noordwesten en ten zuidwesten van het bedrijf gelegen zijn. Dit betekent dat 64 woningen (en/of bedrijven) een significant negatief effect ondervinden. 50 adrespunten hiervan zijn gelegen binnen gebied voor milieubelastende industrieën. Het betreffen hier industriële bedrijven of woningen gekoppeld aan een bedrijf. De overige 14 woningen zijn gelegen binnen agrarisch gebied. In dit gebied kunnen structureel klachten optreden. Het gebied tussen de richtwaarde en de grenswaarde, of het gebied tussen 1,5 en 2,5 se/m³ als 98percentiel wordt gedefinieerd als de hinderruimte. Binnen dit gebied zijn volgende woonkernen gesitueerd: het woongedeelte Molenhoek, alsook nog een deel van het woongebied aan de Machelenstraat/Leiepark. Dit betekent dat 131 woningen (en/of bedrijven) een matig negatief effect ondervinden. Hiervan zijn 84 woningen gelegen in woongebied. De overige adrespunten(bedrijven of woning gekoppeld aan een bedrijf) zijn gelegen binnen gebied van milieubelastende industrieën of
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 9 van 16
binnen agrarisch gebied. Bij immissieconcentraties kleiner of gelijk aan 1,5 se/m³ uitgedrukt als 98percentiel (richtwaarde) is er geen effect van de bron en bijgevolg ook geen geurhinder te verwachten. Samenvattend kan gesteld worden dat de situatie sinds 2008 reeds sterk verbeterd is. Deze verbetering valt voornamelijk samen met het plaatsen van een biofilter, die de emissielucht van de voornaamste geleide geurbronnen behandeld.
1.3.2
Discipline geluid
Wat betreft geluid werd bij recente metingen een belangrijke overschrijding van de richtwaarden in MP1 (Bisstraat) vastgesteld alsook een kleine overschrijding tijdens de avond en nacht in MP2 (Kanaal). In beide meetpunten wordt bij een normaal werkingsregime niet voldaan aan de kwaliteitsdoelstellingen. Een aantal geluidsbronnen, namelijk de koelgroep, het pomphuis en de pomp bij de opslagtanks dienen te worden gesaneerd. Deze sanering is momenteel in voorbereiding. Na de sanering is het benaderen van de richtwaarden in de omgeving haalbaar, ondanks de korte afstand van de dichtste woningen tot het bedrijf. De geluidsemissie van de exploitatie, niet verbonden met de te saneren geluidsbronnen, wijzigt weinig tot niet. Er worden een aantal kleine aanpassingen uitgevoerd aan de infrastructuur en gebouwen. De impact van de geplande en uitgevoerde wijzigingen op de geluidsimmissie in de directe omgeving van de exploitatie is zeer beperkt tot onbestaand, waardoor het effect voor geluidsimmissie van de exploitatie wordt beoordeeld als zijnde niet significant. De uitbreiding van de productie veroorzaakt wel een stijging van het vrachtvervoer via de weg. Dit kan nog worden genuanceerd omdat in 2008 al een grote verschuiving in de transportmodus is uitgevoerd. Indien de groei in de productie omgezet wordt in een stijging van het geluidsemissie, dan zou een stijging van 1 dB worden verwacht ten opzichte van 2008 indien de groei op de weg 25% zou bedragen. In de veronderstelde modale mix is deze stijging slechts 0.8 dB. Het effect van de verschuiving van het transport over de weg naar het water wordt beoordeeld als licht significant en positief.
1.3.3
Discipline oppervlaktewater
Bij de beoordeling van de verontreiniging van oppervlaktewater door het bedrijf wordt rekening gehouden met de effecten tengevolge van lozing van hemelwater, huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en koelwater. Het hemelwater van de verharde oppervlakken en de gebouwen wordt opgevangen en komt in principe niet in contact met verontreinigde stoffen. Het hemelwater wordt rechtstreeks afgevoerd, enerzijds naar de Tichelbeek, anderzijds naar de gracht langsheen het jaagpad. Ter hoogte van de silo’s/opslagtanks bestaat het terrein uit niet-verharde oppervlakte. Hier zal het water deels in de grond kunnen infiltreren. Bij overvloedige regenval zal dit water echter snel afstromen, deels naar de Tichelbeek, deels naar de gracht langsheen het jaagpad. De opslagtanks zijn in een inkuiping geplaatst. Het hemelwater dat zich in deze inkuipingen bevindt, wordt bij afwezigheid van verontreinigingen (na visuele controle), in de Tichelbeek geloosd. Bij verontreiniging in de inkuipingen worden deze leeggepompt en verwerkt door een erkende firma. Het huishoudelijk afvalwater, afkomstig van de burelen en de sanitaire voorzieningen in de fabrieksgebouwen, wordt rechtstreeks naar het openbaar rioleringsstelsel geleid en verder afgevoerd naar de RWZI van Deinze. Rekening houdend met de gemiddelde verwijderingsefficiënties van de RWZI kan gesteld worden dat de impact op het ontvangende water van het sanitair water dat door het bedrijf geloosd wordt als verwaarloosbaar mag beschouwd worden.
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 10 van 16
Het bedrijfsafvalwater bestaat uit algemeen reinigingswater en reinigingswater uit de bottelingafdeling, spui van de stoomketels en afvalwater van het labo. Dit bedrijfsafvalwater wordt geloosd via een lozingspunt op het openbaar rioleringsstelsel. Er kan gesteld worden dat de impact op het ontvangen water beperkt/verwaarloosbaar zal zijn. Uit de Leie wordt water onttrokken om te gebruiken als koelwater. Dit koelwater wordt gebruikt bij de extractie en de raffinage in het productieproces. Het koelwater wordt na gebruik opnieuw geloosd in de Leie via 3 lozingspunten in de Tichelbeek vlakbij de monding van de Leie. De impact van de lozing van koelwater op de Tichelbeek zal in de toekomstige situatie toenemen en kan als significant aanzien worden. De lozing situeert zich vlakbij de monding van de Tichelbeek in de Leie. De kans dat de temperatuur van de Tichelbeek t.h.v. de monding bij warme periodes tot boven de 28°C stijgt, kan niet zomaar uitgesloten worden en dit tijdens droge periodes. De impact op de Leie zelf kan als beperkt beschouwd worden. Conform de indeling in het ontwerp SGBPSchelde kan de impact van de thermische lozing op de Leie onder de klassen goed of zelfs zeer goed ingedeeld worden.
1.3.4
Discipline bodem en grondwater
Bij de beoordeling van verontreiniging van bodem en grondwater door het bedrijf wordt rekening gehouden met de effecten van opslag van producten, aanwezigheid van brandstoffen en grondwaterwinning. Algemeen kan gesteld worden dat op vlak van bodem en grondwater de risico’s voor het project beperkt zijn Het bedrijf beschikt over een grondwaterwinning met twee grondwaterputten. Beide grondwaterputten hebben een diepte van 20 m. Bij de effectvoorspelling wordt de mogelijke grondwaterverlaging ten gevolge van het verder zetten van de exploitatie in kaart gebracht. Gezien de beperkte straal waarbij een relevante verlaging van de grondwaterstand berekend wordt kan de impact als beperkt en verwaarloosbaar beschouwd worden. In het laatste oriënterend bodemonderzoek (2000-2001) werd de verontreiniging met zink van het grondwater hierbij beschouwd als een historische verontreiniging, die geen ernstige aanwijzing voor een ernstige bedreiging vormt, gezien de concentratie in het grondwater kleiner is dan 2 x BSN (cfr. OVAM beoordelingsschema). Een beschrijvend bodemonderzoek werd niet aangewezen geacht. Uitgaande van de aard van de installaties en activiteiten kan gesteld worden dat er enkel bij calamiteiten een impact op de bodemkwaliteit te verwachten is.
1.3.5
Discipline mens
Bij de beoordeling van mogelijke effecten voor de mens wordt rekening gehouden met mogelijke hinderen gezondheidseffecten, alsook mobiliteit en leefbaarheid. Vanuit de discipline lucht worden betreffende de parameters NOx/NO2, SO2 en stof geen significante effecten verwacht voor de mens. De immissiegrenswaarden zoals vermeld in Vlarem worden in de omgeving van het bedrijf niet overschreden. Inzake geurhinder door de emissies van Oliefabriek Vandamme ondervinden 64 woningen (en/of bedrijven) een significant negatief effect. 50 adrespunten hiervan zijn gelegen binnen het gebied van milieubelastende industrieën, waar het bedrijf ook gelegen is. Het betreffen hier bedrijven of woningen gekoppeld aan een bedrijf). De overige 14 woningen zijn gelegen binnen agrarisch gebied. Door de geuremissie zullen 131 woningen (en/of bedrijven) een matig negatief effect ondervinden. Hiervan zijn 84 woningen gelegen binnen woongebied. De overige woningen zijn gelegen binnen het gebied van
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 11 van 16
milieubelastende industrieën (bedrijven of woning gekoppeld aan een bedrijf) of binnen agrarisch gebied. Betreffende geluidshinder blijkt een belangrijke overschrijding te zijn van de richtwaarden. Aan de kwaliteitsdoelstellingen wordt dus niet voldaan. De uitbreiding van de productie heeft tevens een stijging van het vrachtvervoer via de weg als gevolg. Gezien de geleidelijke shift van vrachtverkeer naar transport via water zal het verkeer naar de toekomst toe echter geleidelijk aan afnemen (reeds te zien de laatste 4 jaren) waardoor er sprake is van een positieve evolutie. De vrachtwagens maken steeds gebruik van de meest geschikte en meest aangepaste toegangswegen. Hierdoor wordt verkeershinder tot een minimum beperkt. Inzake oppervlaktewater treedt er enkel thermische verontreiniging op ten gevolge van lozing van het koelwater in de Tichelbeek, die uitmondt in de Leie. Dit heeft geen invloed voor de discipline mens. Ontwikkeling van Legionella zal beperkt worden door de relatief lage temperatuur. Overig water wordt gezuiverd in de RWZI of verontreinigd water wordt afzonderlijk verwerkt door een erkende verwerkingsfirma. Potentiële gezondheidseffecten voor de mens via bodem en grondwater zijn beperkt. Enkel ten gevolge van calamiteiten zou er hinder kunnen optreden. Gezien voldaan wordt aan alle veiligheidsvoorschriften zullen deze tot een minimum beperkt worden. Inzake veiligheid en visuele aspecten zal alles behouden blijven zoals dit nu is. De voorziene veiligheidsmaatregelen blijven van kracht. Er werden in het verleden geen klachten opgetekend bij de gemeentelijke milieudienst met betrekking tot het bedrijf.
1.3.6
Discipline fauna en flora
Bij de beoordeling van de bijdrage aan verzuring en vermesting door het bedrijf wordt rekening gehouden met NOx- als SO2-deposities en hun verzurende en vermestende invloed op kwetsbare ecotopen en objecten. Voor de discipline fauna en flora werdenvolgende vaststellingen gedaan : •
Het bedrijf levert globaal gezien een beperkte bijdrage aan de totale jaarlijkse vermestende depositie en een relevante bijdrage aan de jaarlijkse NOx-depositie. Op gemeentelijk niveau is de bijdrage echter zeer klein (kleiner dan 1 %).
•
Betreffende vermesting wordt een verwaarloosbare bijdrage aan de kritische last geleverd door het bedrijf. Inzake verzuring levert het bedrijf een relevante bijdrage aan de kritische last voor loofbos en een belangrijke bijdrage aan de kritische last voor cultuurgrasland en rietland. Het effect van de captatie van koelwater op de aquatische ecologie (vnl. vissen en macroinvertebraten) wordt gezien als een verwaarloosbaar effect. Het lozen van koelwater (thermische verontreiniging) zal een kortstondig effect teweeg brengen, maar wordt gemilderd door goede menging van het water, het beperkte debiet en het feit dat het water geloosd wordt in drie lozingspunten. Het effect op de aquatische organismen in de Leie zal verwaarloosbaar zijn. De temperatuursverhoging in het laatste gedeelte van de Tichelbeek (zijnde de laatste 160 m van de lozing tot de monding in de Leie) zal door de plaatselijke temperatuursverhoging van 3 tot 3,5 °C negatief zijn. Vanaf de monding in de Leie wordt dit echter verwaarloosbaar.
•
•
Volgens de geluidstudie worden de kwaliteitsnormen inzake geluidsimmissie overschreden. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat het gebied geflankeerd wordt door een
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 12 van 16
spoorlijn, door andere industriële bedrijven en gelegen is in gebied voor milieubelastende industrieën. Het gebied waarin de impact van geluid zich kan manifesteren is enkel geschikt voor algemene soorten, er wordt geen hinder verwacht voor de avifauna.
1.3.7
Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
De inrichting is gelegen in het traditionele landschap ‘Zandig Leie – Schelde - interfluvium’ (Antrop et al., 2002). Het landschap wordt gekenmerkt door een overwegend vlak landschap met een kenmerkend microreliëf gevormd door Holocene landduinen; relicten van het coulissenlandschap met knotbomen; voorkomen van talrijke kasteelparken; wijdse vergezichten ontbreken door de sterke compartimentering door bebouwing en begroeiing. De omgeving wordt gekenmerkt door een sterke verstedelijkingsdruk : residentieel en commercieelindustrieel zeer dichte bebouwing en een zeer sterke versnijding door infrastructuren. Bij de beoordeling van visuele hinder door een bedrijf wordt rekening gehouden met het effect van de aanwezigheid van het bedrijf in het landschap en met het effect van de aanwezigheid van een groenscherm. Vanuit landschappelijk oogpunt kan gesteld worden dat effecten als gevolg van de uitbreiding van de vergunning afwezig zijn. De landschappelijke effecten van het bedrijf zijn, afhankelijk van de situering van de waarnemer in de omgeving, op te vatten als beperkt negatief tot beperkt positief. Globaal genomen zijn de landschappelijke elementen als neutraal te beschouwen. Ten noorden en ten oosten is het bedrijf redelijk goed afgeschermd van de omgeving door een begroeiing van klimop. Ten zuidwesten van het bedrijf is een groengordel aanwezig, die net is aangeplant. Deze bestaat uit Watercipres, Hazelaar, Zwarte els, Schietwilg, Sporkehout en Gelderse roos.
1.4 Voorstellen van milderende maatregelen 1.4.1
Milderende maatregelen genomen door het bedrijf
Een goede bedrijfsvoering waarbij het terrein proper gehouden wordt, draagt bij tot de beperking van geuremissies. Door het bedrijfsterrein zo proper mogelijk te houden, wordt aantrekken van ongedierte vermeden, alsook het opwaaien van stof gereduceerd. Om de geuremissies zoveel als mogelijk te beperken, werd begin 2008 een biofilter in gebruik genomen voor het behandelen van de belangrijkste afvalluchtstromen. Deze biofilter behandelt volgende luchtstromen : •
Afzuiging ter hoogte van de persen van de maïskiemen (werd ervoor enkel behandeld in de gaswasser)
•
Afzuiging ter hoogte van korrelpers A en B (totaal 4 luchtaanvoerventilatoren)
•
Afzuiging van het schrootmagazijn
•
Afzuiging van de redlers
Hierbij wordt uitgegaan van een biofilter die op regelmatige tijdstippen wordt opgevolgd teneinde de goede werking ervan te garanderen. Op deze manier wordt de geuremissie afkomstig van het bedrijf zoveel als mogelijk beperkt.
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 13 van 16
1.4.2
Geplande maatregelen door het bedrijf
De huidige toegepaste maatregelen worden onverminderd voortgezet. In de nabije toekomst worden de belangrijkste geluidsbronnen, zijnde de koelgroep, het pomphuis en de pompen bij de opslagtanks, gesaneerd. Deze sanering is momenteel in voorbereiding.
1.4.3
Verdere maatregelen
Een belangrijke reductie in NOx-emissie kan behaald worden indien de ketels worden omgebouwd voor werking op aardgas. Bij gebruik van aardgas als brandstof zal een significante daling optreden van zowel NOx, SO2 als PM10 emissies, met een belangrijk positief effect voor de impact op de omgeving. De vraag dient hierbij te worden gesteld of een ombouw van de bestaande ketels economisch gezien nog rendabel zou zijn, gezien het feit dat de ketels respectievelijk 20 en 13 jaar oud zijn. Indien uit de studie blijkt dat dit economisch gezien niet de beste oplossing is, dienen nieuwe stoomketels te worden aangekocht. Beide opties betekenen een zware investering voor het bedrijf. Deze maatregel heeft eveneens een verbetering van de energie-efficiëntie met beperking van de CO2-emissies als gevolg. Inzake oppervlaktewater treedt er thermische verontreiniging op ten gevolge van lozing van het koelwater in de Tichelbeek, die uitmondt in de Leie. Bij bevestiging op basis van meer uitgebreide monitoring en er gesteld wordt dat ook in dit laatste deel van deze beek aan de MKN dient voldaan te worden, dan kan de omlegging van de lozingspunten, met rechtstreekse lozing in de Leie, een mogelijke oplossing bieden. De uiteindelijke impact op de Leie zal hierbij zeer beperkt zijn, maar dit zal wel leiden tot een grotere mengzone dan actueel het geval is. In het kader van de problematiek lozing niet-vervuild hemelwater, en de bijzondere voorwaarde opgenomen in de recente milieuvergunning, wordt nagegaan welke mogelijkheden aanwezig zijn ten aanzien van herbruik van hemelwater. Dit hemelwater kan slechts als sanitair water aangewend worden. Enerzijds zou dit kunnen gebruikt worden voor het doorspoelen van de toiletten, en anderzijds voor de reiniging van de kantoorgebouwen. Reiniging in de productiegedeelten is omwille van het veiligheidsaspect (voedingsbedrijf) in eerste instantie niet aangewezen. Het percolaatwater van de biofilter dient opgevangen te worden en vervolgens ofwel afgevoerd ofwel via de BA riool geloosd te worden. Gezien overschrijdingen van de vergunde uurdebieten bij de lozing van BA en van het vergund dagdebiet voor sanitair water in de toekomst verwacht worden, is aanpassing van de vergunde debieten noodzakelijk. Conform de actuele milieuvergunning dienen peilbuizen voorzien te worden. Uiteraard is het dan ook de bedoeling om periodiek het niveau van de grondwatertafel, met en zonder afpomping in werking, te monitoren. Betreffende het aspect bodem is afzonderlijke opvang van hemelwater t.h.v. de dieselopslag met verdeelpomp aangewezen. Dit hemelwater dient via een KWS afscheider geloosd te worden op de BAriool. Mogelijks kan dit ook op de hemelwaterriool geloosd worden maar dan dient bijkomend een coalescentiefilter geplaatst te worden. Om te voorkomen dat vissen gevangen worden tijdens de captatie van koelwater, kan gewerkt worden met visafweersystemen. Gezien de kans klein is dat de captatie een invloed zal uitoefenen op de vispopulaties, dient dit enkel toegepast te worden indien het probleem zich voordoet. Ter bestrijding van de aangroei van macro-invertebraten op de leidingen dient, indien nodig, gewerkt te worden met een ecologisch vriendelijk anti-foulingsysteem.
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 14 van 16
In opdracht van Oliefabriek Vandamme is door PRG Odournet nv een geuronderzoek uitgevoerd bij
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 15 van 16
Bijlagen
PRG Odournet nv • OLVA08B • 17 november 2009
pagina 16 van 16
Bijlage 2.1 Topografische kaart
Legende
bedrijfsterreinen
N
Schaal 1:25.000
500
0
500
PRG Odournet nv Brugsesteenweg 591 9030
Mariakerke
Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
m
Bijlage 2.2 Stratenatlas
Legende bedrijfsterreinen
N bron : google maps
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 2.3 Kadasterpercelen
Legende bedrijfsterreinen
N
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 2.4 Luchtfoto van het bedrijf
Legende bedrijfsterreinen Gemeentegrens Deinze - Zulte
N bron : AGIV
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
N
N
II II
II
T II V.B
C
N V.B
V.B V.B V.B P
T
P
Legende 0100- woongebied 0102- woongebied met landelijk karakter 0105- woonuitbreidingsgebied 0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 0300- dienstverleningsgebieden 0402- gebieden voor verblijfsrecreatie P 0500- parkgebieden T 0600- bufferzones N 0701- natuurgebied 0800- bosgebieden 0900- agrarische gebieden 0901- landschappelijk waardevolle gebieden 1000- industriegebieden 1100- ambachtelijke bedrijven en kmo's 1500- bestaande autosnelwegen 1504- bestaande waterwegen 7773- restgebiedjes
P
II N
Bijlage 2.5 Gewestplan
bedrijfsterreinen
II
Schaal 1:25.000
N
N
P C C
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
N
Bijlage 3.1 Grondplan bedrijfsterrein Groep Vandamme
Legende Repro Oliefabriek Vandamme Gemeentegrens Deinze - Zulte
N bron : AGIV
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 11.1 Biologische waarderingskaart
Legende bedrijfsterreinen biologisch minder waardevol biologisch minder waardevol met waardevolle elementen biologische minder waardevol met waardevolle tot zeer waardevolle elementen biologisch minder waardevol met zeer waardevolle elementen biologisch waardevol biologisch waardevol met zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol
Schaal 1:25.000 500 0
500 m
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Habitatrichtlijngebied " Bossen en heiden van zandig Vlaanderen : oostelijk deel"
Bijlage 11.4 Ligging van habitat- en vogelrichtlijngebieden
Legende bedrijfsterreinen
N bron : AGIV
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
VEN-gebied "De Vallei van de Benedenleie" VEN-gebied "De Vallei van de Zeverenbeek"
Bijlage 11.5 Ligging van de VEN-gebieden
Legende bedrijfsterreinen
N bron : AGIV
PRG Odournet Brugsesteenweg 591 9030 Mariakerke Tel.: +32 9 265 74 00 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]