Jaarverslag 2009
Fortis Bank nv
Inleiding Het Jaarverslag 2009 van Fortis Bank omvat zowel de Geconsolideerde als de Niet-geconsolideerde Jaarrekeningen, voorafgegaan door het verslag van de Raad van Bestuur, het Bericht van de Raad van Bestuur en een hoofdstuk Corporate Governance, inclusief de samenstelling van de Raad van Bestuur. De geauditeerde Geconsolideerde Jaarrekening 2009 van Fortis Bank, met de vergelijkende cijfers over 2008, en opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals die zijn aanvaard binnen de Europese Unie, worden gevolgd door de geauditeerde Niet-geconsolideerde jaarrekening 2009 van Fortis Bank NV, opgesteld in overeenstemming met het (Belgisch) Koninklijk Besluit van 23 september 1992 op de jaarrekeningen van kredietinstellingen. Fortis Bank wordt als geïntegreerd geheel bestuurd. In het verslag van de Raad van Bestuur worden de belangrijkste ontwikkelingen en gebeurtenissen bij Fortis Bank dan ook op geconsolideerd niveau beschreven. Het jaarverslag omvat een overzicht van de gebeurtenissen van 2009, waarna de kernactiviteiten van Fortis Bank kort in herinnering worden gebracht. Vervolgens wordt een nadere toelichting gegeven op de winst- en verlies- en op de balansevolutie (‘Toelichting bij de geconsolideerde financiële resultaten en financiële positie van Fortis Bank in 2009’).
Alle bedragen in de tabellen van deze jaarrekening luiden in miljoenen euro, tenzij anders aangegeven. Omdat de cijfers afgerond zijn, kunnen er geringe verschillen optreden met al eerder gepubliceerde cijfers. Voor een betere vergelijking met de jaarrekeningen van het voorgaande jaar zijn er bepaalde herrubriceringen doorgevoerd. Fortis Bank NV is de juridische benaming van de onderneming. De commerciële activiteiten gebeuren onder de merknaam BNP Paribas Fortis. In de Geconsolideerde Jaarrekening verwijst Fortis Bank naar de geconsolideerde situatie van Fortis Bank NV, tenzij anders aangegeven. In de Niet-geconsolideerde Jaarrekening verwijst Fortis Bank naar de niet-geconsolideerde situatie van Fortis Bank NV, tenzij anders aangegeven. Alle informatie in het Jaarverslag 2009 van Fortis Bank heeft betrekking op de statutaire geconsolideerde en Niet-geconsolideerde Jaarrekening en bevat niet de contributie van Fortis Bank aan de BNP Paribas Groep geconsolideerde resultaten, die te vinden zijn op de BNP Parisbas website: www.bnppparibas.com. Het Jaarverslag 2009 van Fortis Bank is ook beschikbaar op de website: www.bnpparisbasfortis.com
3
Inhoudsopgave Inleiding
Fortis Bank Geconsolideerd Jaarverslag 2009
11
Verslag van de Raad van Bestuur
12 12 13 15
Inleiding door de Voorzitter en de CEO BNP Paribas Fortis herpakt zich Kernactiviteiten van Fortis Bank Toelichtingen bij de geconsolideerde financiële resultaten en de financiële positie van Fortis Bank 2009 Toelichtingen bij de evolutie van de resultatenrekening Toelichtingen bij de evolutie van de balans
22 24 26
Bericht van de Raad van Bestuur
30
Corporate Governance
31 31 36 39 39
Raad van Bestuur Commissies van de Raad Executive Committee College van geaccrediteerde statutaire auditeurs
Fortis Bank Geconsolideerde Jaarrekening 2009
41
Geconsolideerde balans
42
Geconsolideerde resultatenrekening
43
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
44
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen
45
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
46
Algemene toelichtingen
47
1. Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
48 48 49
1.1. 1.2. 1.3.
Grondslagen voor financiële verslaggeving: Algemeen Schattingen en beoordelingen Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingen en classificaties 1.4. Gesegmenteerde informatie 1.5. Consolidatiegrondslagen 1.6. Vreemde valuta 1.7. Transactie- en afwikkelingsdatum 1.8. Saldering 1.9. Verantwoording en waardering van financiële activa en verplichtingen 1.10. Reële waarde van financiële instrumenten
4
3
50 55 55 57 58 58 58 60
1.11. 1.12. 1.13. 1.14. 1.15. 1.16. 1.17. 1.18. 1.19. 1.20. 1.21. 1.22. 1.23. 1.24. 1.25. 1.26. 1.27. 1.28. 1.29. 1.30. 1.31. 1.32. 1.33. 1.34.
Waardering van activa met bijzondere waardeverminderingen Geldmiddelen en kasequivalenten Vorderingen op banken en vorderingen op klanten Verkoop- en terugkoopovereenkomsten en uitlenen/lenen van effecten Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Beleggingen Lease-overeenkomsten Overige vorderingen Materiële vaste activa Goodwill en overige immateriële vaste activa Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Derivaten en afdekking Effectiseringen Schuldbewijzen, achtergestelde schulden en overige financieringen Personeelsvoordelen Voorzieningen, voorwaardelijke gebeurtenissen, verbintenissen en financiële garanties Eigen vermogen Rentebaten en -lasten Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Commissiebaten Transactiekosten Financieringskosten Winstbelastingen Specifieke grondslagen voor financiële verslaggeving voor de verzekeringsactiviteit
61 62 63 64 65 65 67 68 68 69 71 72 74 74 75 77 79 79 80 81 81 82 82 83
2. Wijziging in consolidatiemethode voor joint ventures
85
3. Overnames en desinvesteringen
88 88 88 89 90
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Overname van AG Insurance Overige overnames Desinvesteringen Activa en verplichtingen van acquisities en desinvesteringen
4. Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Beëindigde bedrijfsactiviteiten Belangrijkste categorieën van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop Nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten Kasstroomoverzicht
5. Eigen vermogen 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
Aandelenkapitaal en agioreserve Overige reserves Koersverschillenreserve Ongerealiseerde winsten en verliezen begrepen in het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
91 91 95 98 102 103 103 103 104 104
6. Minderheidsbelangen
106
7. Risicomanagement
107
5
7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6.
Inleiding Organisatie van risicomanagement Risicometing Financiële risico’s Liquiditeitsrisico Operationeel risico
8. Toezicht en solvabiliteit 8.1. 8.2.
Beoordeling solvabiliteit Doelstellingen kapitaalbeheer
9. Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen 9.1. 9.2. 9.3.
Vergoedingen na uitdiensttreding Andere lange-termijn personeelsvoordelen Ontslagvergoedingen
152 152 154
155 155 164 165
10. Bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Executive Committee
166
11. Auditkosten
168
12. Verbonden partijen
169
13. Segmentinformatie
173 173 174 175 177 179
13.1. 13.2. 13.3. 13.4. 13.5.
Algemene informatie Operationele segmenten Balans per operationeel segment Resultatenrekeningen per operationeel segment Geografische segmentatie
Toelichting op de balans
181
Geconsolideerde balans
182
14. Geldmiddelen en kasequivalenten
183
15. Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
184 184 185
15.1. Activa aangehouden voor handelsdoeleinden 15.2. Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
16. Vorderingen op banken
186
17. Vorderingen op klanten
187
18. Beleggingen
190 190 191
18.1. Beleggingen aangehouden tot einde looptijd 18.2. Voor verkoop beschikbare beleggingen 18.3. Beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
6
107 108 111 111 141 146
196
18.4. 18.5. 18.6. 18.7.
Gestructureerde kredietinstrumenten Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen Vastgoed Beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures
197 200 202 204
19. Handelsvorderingen en overige vorderingen
206
20. Materiële vaste activa
207
21. Goodwill en overige immateriële vaste activa
209
22. Overlopende rente en overige activa
213
23. Activa en verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
214
24. Schulden aan banken
215
25. Schulden aan klanten
216
26. Schuldbewijzen
218
27. Achtergestelde schulden
219 220 222 222
27.1. 27.2. 27.3. 27.4.
Hybride niet-innovatieve Tier 1-leningen Hybride innovatieve Tier 1-leningen rechtstreeks door Fortis Bank uitgegeven Overige achtergestelde schulden Overige achtergestelde verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
223
28. Overige financieringen
224
29. Voorzieningen
225
30. Actuele en uitgestelde belastingen vorderingen en verplichtingen
226
31. Overlopende rente en overige verplichtingen
228
32. Derivaten
229 231 233
32.1. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden 32.2. Derivaten aangehouden voor afdekking (‘hedging’)
33. Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen 33.1. Reële waarde van activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 33.2. Waarderingstechnieken toegepast voor de bepaling van de reële waarde 33.3. Waarderingsmethodes van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde
235 235 235 236
Toelichting op de resultatenrekening
241
Geconsolideerde resultatenrekening
242
7
8
34. Rentebaten
243
35. Rentelasten
244
36. Commissiebaten
245
37. Commissielasten
246
38. Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
247
39. Gerealiseerde winsten en verliezen op beleggingen
248
40. Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
249
41. Overige baten
250
42. Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
251
43. Personeelskosten
252
44. Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
253
45. Overige lasten
254
46. Winstbelastingen
255
47. Nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten
256
Toelichting op transacties buiten de balans
257
48. Verbintenissen en garanties
258
49. Voorwaardelijke activa en verplichtingen
260
50. Lease-overeenkomsten
262
51. Vermogen onder beheer
263
Overige informatie met betrekking tot de geconsolideerde cijfers
265
Gebeurtenissen na de verslagperiode
266
Consolidatiekring
267
Aanvullende informatie over Bass en Esmée securitisatie- transacties
279
Verslag van het college van erkende commissarissen
283
Fortis Bank jaarverslag 2009 (niet-geconsolideerd)
287
Verslag van de Raad van Bestuur
288
Bericht van de Raad van Bestuur
298
Corporate Governance
299
Voorstel tot bestemming van het resultaat van het boekjaar
308
Bedrijfsrevisoren: speciale opdrachten
310
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
311
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
317
Fortis Bank Jaarrekening 2009 (niet-geconsolideerde)
355
Balans na resultaatbestemming
356
Schema van de Resultatenrekening
359
Toelichtingen
362
Samenvatting van de grondslagen voor financiële verslaggeving voor de nietgeconsolideerde jaarrekening
397
Verslag van het college van erkende commissarissen
401
Overige informatie
405
1. Aandeelhouderschap
406
2. Uiterste koersen per maand van het aandeel Fortis Bank op de wekelijkse veilingen in 2009
407
3. Externe functies uitgeoefend door de bestuurders en effectieve leiders, waarvan de openbaarmaking wettelijk verplicht is
408
Begrippenlijst en afkortingen
413
9
Fortis Bank Geconsolideerd Jaarverslag 2009
11
Verslag van de Raad van Bestuur Inleiding door de Voorzitter en de CEO Het afgelopen jaar was er één van grote veranderingen voor Fortis Bank. De eerste maanden was er voortdurend onzekerheid over wie de eigenaar van de bank zou worden, die toen nog steeds opereerde onder de merknaam Fortis Bank, en dit tijdens moeilijke markt- en economische omstandigheden. Sinds 12 mei maakt de bank, met de nieuwe merknaam BNP Paribas Fortis, deel uit van de BNP Paribas Groep. BNP Paribas Fortis is volop bezig met het uitrollen van zijn nieuwe strategie en ambities om de belangrijkste bankpartner van zijn klanten, een aantrekkelijke werkgever en een maatschappelijk verantwoorde ondernemer te worden. Er werden meer dan 1.000 integratieprojecten op stapel gezet en nieuwe bestuursprocedures ingevoerd. Tijdens de tweede helft van 2009 werd BNP Paribas Fortis gereorganiseerd rond vier kernactiviteiten: Retail & Private Banking, Corporate & Public Banking Belgium, Corporate & Investment Banking en Investment Solutions. Daarnaast zullen vier competence centers een reeks wereldwijde bankdiensten aanbieden, die een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen van de uitgebreide BNP Paribas Groep. Deze diensten zullen Corporate & Transaction Banking Europe (CTBE), Global Cash Management, Trade Services en Global Factoring bestrijken, en zullen middelgrote en grote, internationaal actieve bedrijven bedienen met hun bankactiviteiten. Op het gebied van Investment Solutions zal Fortis Investments sterker uit dit verhaal komen door de krachten te bundelen met BNP Paribas Investment Partners. Het volledige jaar 2009 stond in het teken van goede commerciële prestaties en sterke resultaten op de kapitaalmarkt, hoewel deze ongunstig werden beïnvloed door een hoog niveau van waardeverminderingen, die de gevolgen van de economische crisis weerspiegelden. Daardoor is het onderliggende resultaat, met EUR 56 miljoen, lichtjes positief. Zoals verderop zal worden toegelicht hadden uitzonderlijke gebeurtenissen die geen verband hielden met de dagelijkse bankwerkzaamheden en –verrichtingen uitgevoerd in 2008 en 2009, ook een negatieve invloed op de winst van 2009. In 2010 is onze eerste prioriteit het volledig implementeren van de nieuwe businessmodellen en ons nieuwe aanbod tot bij de klanten brengen. De bank concentreert zich op haar kernactiviteiten, het verzekeren van haar huidige marktpositie en het vergroten van de klantentevredenheid. Retail Banking zal een tandje bijsteken, door te investeren in werknemers, distributiekanalen en locaties. De ‘multichannel’ distributiestrategie blijft de hoeksteen van de klantenbenadering. Wij danken de 34.000 werknemers van BNP Paribas Fortis die in 2009 hard hebben gewerkt om de bank om te vormen en ze tot een onderdeel van een internationale groep te maken. Wij grijpen deze gelegenheid ook aan om onze klanten te danken voor hun vertrouwen en loyaliteit tijdens het hele afgelopen jaar. Wij kijken de toekomst tegemoet met vertrouwen in wat wij doen en trots op wat wij verwezenlijkt hebben. Naar onze aandeelhouders toe willen wij ons engagement benadrukken om BNP Paribas Fortis te vestigen als de grootste Belgische bank met een internationale dimensie. Dat zal ze worden door aan de behoeften van haar klanten tegemoet te komen.
Jean-Laurent Bonnafé Chief Executive Officer (CEO)
12
Verslag van de Raad van Bestuur
Herman Daems Voorzitter van de Raad van Bestuur
BNP Paribas Fortis herpakt zich In 2009 werd de Belgische economie getroffen door de sterkste daling van de economische activiteit sinds de Tweede Wereldoorlog. Het hoogtepunt van de recessie kwam er in het begin van het jaar, toen de financiële crisis nog volop woedde. Een uitgebreide overheidstussenkomst stabiliseerde de situatie en tijdens de tweede helft van het jaar groeide de Belgische economie aan ongeveer hetzelfde tempo als in de rest van de wereld. De crisis heeft de Belgische bedrijven en consumenten echter zware klappen toegebracht, en dat heeft geleid tot een forse toename van het aantal faillissementen van bedrijven en van de werkloosheidscijfers. Verwacht wordt dat de gevolgen daarvan nog lang voelbaar zullen zijn. De resultaten in de Belgische banksector weerspiegelden deze economische trends. De winst was voornamelijk te danken aan een steilere rentecurve en aan het algemene herstel van de financiële markten. De voorzieningen voor leningverliezen en andere risico’s bleven hoog. Het afgelopen jaar was er ook één van grote veranderingen voor BNP Paribas Fortis. De eerste maanden was er voortdurend onzekerheid over wie de eigenaar van de bank zou worden, die toen nog steeds actief was onder de merknaam Fortis Bank, en dit tijdens moeilijke markt- en economische omstandigheden. In dezelfde periode werd de afscheiding van de Nederlandse Fortis activiteiten, Fortis Holding en AG Insurance, voltrokken na het uiteenvallen van de Fortis Groep in oktober 2008. Ondanks alles is de bank erin geslaagd haar miljoenen klanten een onberispelijke service te blijven aanbieden gedurende deze hele periode. BNP Paribas nam op 12 mei 2009 de controle over Fortis Bank over en trok op 13 mei 2009 zijn aandeel in Fortis Bank op naar 74,93%. De Belgische staat is nu, via zijn participatie- en investeringsarm, FPIM (de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), voor 25% eigenaar van Fortis Bank, terwijl de resterende aandelen in handen zijn van de bevolking. Onder de nieuwe eigenaar hebben Fortis Bank, die verder werkt onder de merknaam BNP Paribas Fortis, en haar werknemers allemaal het beste van zichzelf gegeven om van de bank de grootste financiële dienstverlener in de Eurozone te maken. Onder leiding van een Integration Team werden meer dan 1.000 geslaagde integratieprojecten uitgevoerd, en werden er nieuwe bestuursprocedures uitgewerkt en maatregelen genomen. Dat alles heeft nieuw vertrouwen in BNP Paribas Fortis ingeboezemd en ook de performance in alle businesses verbeterd. Een greep uit de genomen maatregelen: • totstandbrenging van nieuw bestuur, met de benoeming van enkele nieuwe bestuurders en leidinggevenden, verfijning van de businesses-segmentatie en integratie van risicobeheer • verbetering van het risicoprofiel met verminderde blootstelling aan risico’s (controle van naar risico gewogen activa – krediet- en marktrisico) en liquiditeitsrisico, waarbij de financiering volledig naar de normale toestand terugkeert • heropbouw van de handelsfranchise met een herstel van de netto-instroom van activa van klanten naar retailnetwerken, de stabilisatie van activa in beheer, geslaagde rebranding- en commerciële campagnes • versterking van maatregelen voor operationele efficiëntie
Verslag van de Raad van Bestuur
13
Al deze maatregelen samen leiden tot synergieën waarvan wordt verwacht dat ze tegen 2012 jaarlijks EUR 900 miljoen zullen opbrengen. EUR 850 miljoen daarvan heeft betrekking op kostensynergieën als gevolg van maatregelen op het vlak van organisatie, IT, facility en inkoop, en human resources. De personeelsinkrimping zal voornamelijk het gevolg zijn van natuurlijke afvloeiing en vrijwillig ontslag. Tijdens de tweede helft van 2009 werd een begin gemaakt met de reorganisatie van BNP Paribas Fortis, rond vier kernactiviteiten: Retail & Private Banking, Corporate & Public Bank Belgium, Corporate & Investment Banking en Investment Solutions. Ook de rebranding van aanzienlijke delen van de business in België, Polen en andere landen waar BNP Paribas Fortis een aanwezigheid heeft, ging in de tweede helft van 2009 van start. In het verzekeringswezen ging BNP Paribas Fortis een strategisch partnerschap aan met de Belgische marktleider AG Insurance, waarin het een aandeel van 25% heeft. De overeenkomst die bepaalt dat de AG Insurance-producten uitsluitend worden verdeeld door de filialen van BNP Paribas Fortis en Fintro-tussenpersonen zal ten vroegste in 2020 verstrijken. BNP Paribas Fortis biedt nu een allesomvattend pakket van financiële diensten aan aan retail-, professionele en vermogende klanten in België, en ook in Polen en Turkije. De bank verstrekt ook oplossingen op maat aan bedrijven en aan overheids- en financiële instellingen. Daarvoor kan ze een beroep doen op de know-how en het internationale netwerk van BNP Paribas. Vanaf 2010 zullen de activiteiten van BNP Paribas Fortis CIB en Investment Solutions worden samengevoegd met die van BNP Paribas CIB en Investment Solutions. De Retail Banking-activiteiten, inclusief Retail & Private Banking en Corporate & Public Banking België zullen dan weer een specifieke operationele entiteit vormen. De Raad van Bestuur van Fortis Bank SA/NV zal aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering in april 2010 voorstellen geen dividend uit te keren voor het jaar 2009. De rest van dit gedeelte “Kernactiviteiten van Fortis bank” bevat een beschrijving van de activiteiten van elke business line van BNP Paribas Fortis. De volgende hoofdstukken zullen dit aanvullen door de geconsolideerde financiële resultaten van 2009 te beschrijven.
14
Verslag van de Raad van Bestuur
Kernactiviteiten van Fortis Bank Retail & Private Banking Belgium De afdeling Retail & Private Banking van BNP Paribas Fortis bekleedt een leidinggevende positie in België, met 9.700 personeelsleden die 3,6 miljoen klanten bedienen (een derde van de Belgische bevolking). De 1.023 filialen die opereren onder de merknaam BNP Paribas Fortis worden aangevuld met 322 franchises onder de merknaam Fintro en met 650 verkooppunten van de 50/50-joint venture met de Bank van de Post. Een netwerk van 2.297 ATM’s (afhalingen en stortingen van contant geld) plus 1.217 non-cashtoestellen (bankoverschrijvingen) en 646 toestellen voor het afdrukken van bankafschriften, voorzieningen voor onlinebankieren (1,3 miljoen gebruikers) en telefonisch bankieren zijn verbonden met het client relationship management (CRM) –platform van BNP Paribas Fortis. Op die manier kunnen alle systemen langs alle kanalen worden ontplooid. Het langetermijnpartnerschap met AG Insurance optimaliseert de distributiekracht van het retailnetwerk en bouwt verder op de ervaring die doorheen de jaren is opgebouwd op het gebied van bankverzekering. De economische omgeving waarin Retail Banking actief is, is sinds het begin van de crisis sterk veranderd. Tegelijkertijd blijft de concurrentie in het Belgische banklandschap bikkelhard, met lage rentevoeten, een agressieve prijszetting op spaarproducten, veranderde verwachtingen van de klant en een overvloed aan nichebanken. De zaken in Retail Banking gingen in 2009 opnieuw beter na de zeer moeilijke tweede helft van 2008. De uitstroom van fondsen werd in april 2009 omgekeerd en de verbetering van de netto-opname (+ EUR 3,17 miljard) bracht de netto-opname voor het volledige jaar op EUR 1,47 miljard. Dat was voornamelijk te danken aan het aanbod van BNP Paribas Fortis op spaarrekeningen en terugwinacties. Retail Banking komt zijn klanten tegemoet door middel van een ‘multichannel’ distributiestrategie waarvan het Focus Project, dat in 2007 werd gelanceerd, de hoeksteen blijft. Focus combineert een gesegmenteerde benadering van de markt met een prestatiegerichte verkooporganisatie. Het filialennetwerk is opgesplitst in 82 markten, die elk gemiddeld 12 filialen omvatten. Filialen die actief zijn op dezelfde markt werken nauw samen. De noden van de klant moeten daarbij de doorslaggevende factor zijn: als het nodig is worden er specialisten bijgeroepen, ongeacht de grootte van het filiaal. Alle bekwaamheden zijn beschikbaar voor klanten overal in het netwerk en aan alle retailklanten wordt dezelfde service aangeboden, ongeacht het kanaal waarlangs zij met de bank communiceren. Verder bouwend op de sterkte en steun van BNP Paribas Group streeft Retail Banking ernaar marktaandeel terug te winnen dat het tijdens de crisis is kwijtgespeeld, en de klantentevredenheid te verhogen door te investeren in werknemers, distributiekanalen en locaties. De prioriteiten op lange termijn omvatten: • verbetering van het filialennetwerk (investering van EUR 150 miljoen tot 2012), waarbij het filiaal dienst doet als het enige plaatselijke toegangspunt voor alle diensten, en dat nabijheid en deskundigheid combineert • betere kennis van de klant en betere informatiedeling via CRM, wat leidt tot de volledige toepassing van het ‘multichannel’ model • tijd vrijmaken voor de adviserende rol en maximalisatie van persoonlijke contacten om het vertrouwen en een duurzame rendabiliteit te onderbouwen
Verslag van de Raad van Bestuur
15
Met EUR 44 miljard aan beheerde activa, is de nieuwe Private Bank de grootste aanbieder van private bankdiensten op de Belgische markt. De huidige reorganisatie van de Private Bank leidt tot een verbeterde dienstverlening aan de klant dankzij de ingebedde samenwerking tussen Retail Banking en Private Banking, en brengt een nieuwe segmentatie met zich mee. Individuele klanten met activa van meer dan EUR 250.000 komen nu in aanmerking voor Private Banking-diensten, waardoor een bredere klantenbasis ontstaat. Een uitgebreid netwerk van 35 Private Banking-centra die in 2010 en 2011 de deuren zullen openen, zullen de 65.000 klanten in dit segment gemakkelijke toegang geven tot gepersonaliseerde diensten. Wealth Management bedient zo’n 1.000 klanten met potentiële activa van meer dan EUR 4 miljoen. Deze klanten maken gebruik van een servicemodel dat speciaal voor hen in het leven werd geroepen en hebben toegang tot het internationale netwerk van BNP Paribas Groep. Ze worden voornamelijk bediend via twee Wealth Management Centers, één in Antwerpen en één in Brussel.
De belangrijkste commerciële hoogtepunten van Retail & Private Banking voor 2009 zijn: • ‘James—Direct Personal Banking’, een dienst die klanten buiten de normale kantooruren toegang geeft tot een personal banker via telefoon, e-mail en webcam. ‘James’ is gericht op rijke klanten die op zoek zijn naar flexibiliteit in wanneer —en hoe—zij met de bank communiceren. De personal bankers die het James-team vormen, bieden met name deskundigheid op gebieden als belastingen en verzekeringen, realtime marktinformatie en proactief portefeuillebeheer. • BNP Paribas Fortis is de grootste bank voor het jeugdsegment in België (marktaandeel van 32%), een markt waar de concurrentie op het scherp van de snee wordt gevoerd. Om de concurrentie voor te blijven heeft de bank in september 2009 “Mine Pack” gelanceerd. Dat is een rekeningpakket voor jonge mensen waarin een elektronische nieuwsbrief en een magazine zitten. De website Mine.be kreeg ook een opknapbeurt, met nieuwe interactieve eigenschappen zoals een ‘Money Coach’, die jonge mensen helpt hun geld te beheren. • De grootschalige reclamecampagne ‘Een miljard euro’ werd op 1 juni 2009 in België gelanceerd. Ze was gericht op zelfstandigen, professionals en bedrijven. In plaats van te kiezen voor een campagne rond het bedrijfsimago werd in de advertenties en in de tv- en radiospots de nadruk gelegd op een concreet voorstel, werd het engagement en de toegewijdheid van BNP
16
Verslag van de Raad van Bestuur
Paribas Fortis bij zijn klanten en zijn betrokkenheid bij het financieren van de reële economie in de verf gezet en werd meegedeeld dat er één miljard euro ter beschikking was om deze doelgroep te helpen hun activiteiten te ontwikkelen. • BNP Paribas Fortis heeft zijn sponsoring van de Belgische eersteklasser RSC Anderlecht verlengd tot het seizoen 2013/2014. De bank is al sponsor van de club sinds 1981. • Lancering van de nieuwe BNP Paribas Private Banking op 10 december 2009, vergezeld van een groots opgezette mediacampagne met een nieuwe website, brochures en evenementen.
Corporate & Public Bank Belgium BNPP Fortis Corporate & Public Bank Belgium biedt een allesomvattend gamma plaatselijke en internationale financiële diensten aan aan Belgische ondernemingen, overheidsinstellingen en plaatselijke overheden. Met 457 bedrijfsklanten en 34.100 ‘midcap’-klanten is de bank de marktleider in deze categorieën, en is ze ook een belangrijke speler in Public Banking (1.300 klanten). Het aanbod omvat binnenlandse bankproducten, gespecialiseerde financiële vaardigheden, en effecten-, verzekerings- en vastgoeddiensten. Vaardigheden omvatten gespecialiseerde vaardigheden zoals handelsdiensten, cash management, factoring en leasing, en ook M&A- en kapitaalmarkten. Een centraal team van meer dan 60 bedrijfsbankiers, 200 relatiebeheerders in 24 business centers, en kaderleden die zich bezighouden met vaardigheden, zorgen ervoor dat BNP Paribas Fortis dicht bij de markt blijft. Dit team, gecombineerd met het Europese netwerk van business centers dat beheerd wordt binnen Corporate & Investment Banking, stelt BNP Paribas Fortis in staat zijn Belgische klanten, plaatselijk en in het buitenland, een ééngemaakt commercieel beheer te bieden. Het competence center Global Factoring zal Retail, Commercial Banking en Corporate-klanten bedienen door hen binnenlandse en multi-domestic factoringoplossingen aan te bieden in heel Europa, inclusief financiering, incasso van schuldvorderingen en debiteurenbeheer.
Corporate & Investment Banking BNP Paribas Fortis Corporate & Investment Banking biedt zijn klanten (in België en in Europa) een volledige toegang tot de productportefeuille van CIB van BNP Paribas. BNP Paribas Fortis CIB bestaat uit zes business lines: Global Markets, Structured Finance, Corporate Finance & Equity Capital Markets, Private Equity, Institutional Banking Group Europe, en Corporate & Transaction Banking Europe. Global Markets, een duurzaam Capital Markets-platform dat gericht is op klantgedreven activiteiten, is gevestigd in Brussel, met de doelstelling een uitgebreid productgamma aan te bieden via toegang tot BNP Paribas-platforms. In het onderdeel Fixed Income bedient Global Markets voornamelijk Belgische klanten, waarbij Fixed Income Trading-desks ook stromen van Europese Midcaps noteren (klanten van Corporate & Transaction Banking Europe). Bij Equity Derivatives ligt de nadruk op het bedienen van de Belgische klanten, terwijl er enige handelsactiviteit wordt behouden. Structured Finance groepeert de activiteiten van Corporate Acquisition Finance, Leveraged Finance, Export Finance en Project Finance. Een nieuw regionaal platform voor CIB wordt opgezet in België, om klanten in de Beneluxlanden, Noord- en Midden-Europa (met inbegrip van Griekenland) en Turkije (BNCET-platform) te bedienen. Het team in Brussel beheert ook de financiering van publiek-private partnerschappen voor heel Europa, waarbij het de deskundigheid van BNP Paribas Fortis op dit gebied ten volle benut. Corporate Finance is actief in Merger & Acquisition Advisory en in Equity Capital Markets. Corporate Finance is toegespitst op Belgische klanten. Private Equity blijft de Belgische economie steunen door aan kapitaal- en mezzaninefinanciering te doen, waardoor BNP Paribas Fortis zijn klanten kan helpen bij hun externe ontwikkeling. Institutional Banking Group Europe is verantwoordelijk voor het beheer van de relaties met financiële instellingen. Deze afdeling promoot bank- en plain vanilla-producten. Corporate & Transaction Banking Europe is een geïntegreerd banknetwerk dat gericht is op het bedienen van grote midcaps en internationale klanten, en met name
dochterondernemingen van CIB-klanten over heel Europa. CTBE levert dagelijkse bankproducten en –diensten (plain vanilla-leningen, Cash Management, Trade-diensten, Flowhedging-producten en, wanneer beschikbaar, Leasing-, Factoring- en Investment Solutions- products) aan bekende bedrijfsklanten en financiële instellingen op 16 markten buiten de vier thuismarkten in Europa, via een netwerk van meer dan 30 business centers voor nabijheid met klanten. Corporate & Transaction Banking Europe zal opereren in nauwe samenwerking met twee in België gevestigde competence centers en actief zijn voor de hele BNP Paribasgroep: Cash Management en Global Trade Solutions. Cash Management verleent diensten inzake liquiditeitsbeheer aan bedrijven. Die zijn immers steeds meer op zoek naar globale en homogene oplossingen op Europees niveau (bijv., SEPA-oplossingen, cash pooling, payment factories). Ondertussen blijven deze bedrijven behoefte hebben aan een allesomvattend plaatselijk aanbod. Global Trade Solutions helpt bedrijven bij hun internationale handelsactiviteiten, en verstrekken bijvoorbeeld internationale garanties voor commerciële overeenkomsten tussen partijen in verschillende landen
Belangrijke deals die in 2009 door Corporate & Investment Banking en Corporate & Public Bank Belgium werden gesloten: • BNP Paribas Fortis trad op als Joint Mandated Lead Arranger met een club van banken, om met succes de 690 miljoen EUR aan senior secured facilities te onderschrijven die vereist zijn om de aankoop door CVC van de Midden- en Oost-Europese activiteiten van StarBev, Anheuser-Busch InBev (ABInBev) te ondersteunen. De transactie staat voor één van de grootste buyouts in Europa in 2009. • In België tekende BNP Paribas Fortis voor de grootste leveraged buyouttransactie die in de loop van 2009 werd uitgevoerd; de bank trad op als mandated lead arranger voor de senior club deal van EUR 73 miljoen, om de overname van de ADB Group door Montagu Private Equity en management te financieren. ADB Group is de belangrijkste wereldwijde fabrikant van grondverlichtingssystemen voor luchthavens. • BNP Paribas Fortis was één van slechts drie deelnemende banken en de enige niet-Britse bank in het bemiddeld leningschema van de Europese Investeringsbank (EIB) voor windenergie langs de kust, die streeft naar het lenen van een bedrag tot 1 miljard GBP voor windmolenparken langs de kust de komende drie jaar. Dit is een programma dat door de Britse regering wordt gesponsord om windenergie
Verslag van de Raad van Bestuur
17
•
•
•
•
18
te ontwikkelen. Het feit dat BNP Paribas Fortis werd geselecteerd, toont aan dat wij consequent de leider van het topsegment zijn voor de Britse en internationale markten voor hernieuwbare energie. BNP Paribas Fortis werd door Aquafin uitgekozen als de enige bookrunner voor de uitgifte van een Belgische retailobligatie van EUR 150 miljoen, rechtstreeks gericht op de investeerdersbasis van Retail en Private Banking. Door te kiezen voor de uitgifte van zo’n retailobligatie heeft Aquafin een aanzienlijk voordeel gerealiseerd op het gebied van de diversifiëring en de kost van de financieringsbasis. Aquafin ontwerpt, financiert, bouwt en exploiteert de supragemeentelijke infrastructuur die nodig is om huishoudelijk afvalwater te behandelen en optimaliseert belangrijke riolen en afvalwaterbehandelingsinstallaties in Vlaanderen. Fluxys, de onafhankelijke exploitant van zowel het aardgasvervoer, het doorvoernet en de opslaginfrastructuur in België, heeft BNP Paribas Fortis aangesteld als enige bookrunner en co-leidende bank voor zijn uitgifte van een retailobligatie. Het mandaat van enige bookrunner werd toegewezen aan BNP Paris Fortis, omwille van zijn deskundigheid en duidelijke marktleiderschap inzake de uitgifte van retailobligaties. Deze deal benadrukt het langetermijnengagement voor Fluxys en onze positie als kernbank voor Fluxys – die Fluxys al sinds 1971 bijstaat. BNP Paribas Fortis trad op als co-bookrunner bij de obligatie-emissie met dubbele tranche van Elia voor EUR 1 miljard. Elia, de monopoliehouder met vaste tarieven die het Belgische hoogspanningsnet exploiteert, besliste EUR 1 miljard in te zamelen door zijn pijlen te richten op de markt van de institutionele benchmarkobligaties om korte termijnleningen te herfinancieren en langetermijnleningen te voltooien en te anticiperen op de verwachte tarieftekorten. Na een uitgebreide roadshow was de emissie met dubbele tranche een overdonderend succes. BNP Paribas Fortis is een cruciale partner geweest van het vooraanstaande biofarmaceutische bedrijf UCB dat zijn kredietfaciliteit, aangegaan om Schwarz Pharma in 2006 over te nemen, wilde herschikken. BNP Paribas Fortis trad in het vierde kwartaal van 2009 voor UCB op als joint bookrunner van een in aandelen omzetbare obligatielening van EUR 500 miljoen en van een obligatielening voor het publiek van EUR 750 miljoen, en als co-manager van een institutionele obligatie van EUR 500 miljoen. Het succes van deze drie kapitaalmarkttransacties voor een totaal bedrag van EUR 1,75 miljard met verschillende looptijden
Verslag van de Raad van Bestuur
laat UCB toe zijn kredietverstrekkers te diversifiëren en de terugbetalingstermijn te verlengen. De rest van de schuld werd geherfinancierd met een nieuwe gesyndiceerde wentelfaciliteit (revolving facility) van EUR 1,5 miljard waarvoor BNP Paribas Fortis optrad als joint coordinator en bookrunner.
Investment Solutions Fortis Investments, de afdeling van BNP Paribas Fortis die zich met activabeheer bezighoudt, heeft activa in beheer ter waarde van EUR 161 miljard. 65% van de opbrengst daarvan wordt gegenereerd door externe klanten. Fortis Investments heeft een wereldwijde aanwezigheid, met verkoopkantoren en 40 gespecialiseerde beleggingscentra in Europa, de VS en Azië. Als klantgedreven organisatie biedt het internationale beleggingsoplossingen, terwijl het voldoet aan de vereisten en behoeften van plaatselijke beleggers, zowel institutionele als wholesale-/retailbeleggers. Als gediversifieerde activabeheerder geeft zijn oplossingsgerichte benadering zijn teams de vrijheid en middelen om ideeën en kansen te onderzoeken op elke markt en in elke activaklasse. Fortis Investments is één van de meest gediversifieerde activabeheersbedrijven ter wereld als het gaat om de soorten oplossingen die het kan aanbieden, met een wereldwijde voetafdruk. Het is de op vier na grootste activabeheerder voor Europese gedomicilieerde fondsen, met uitzondering van de geldmarkt (bron: Feri).
Enkele belangrijke ontwikkelingen in 2009: • De uitstroom van activa en de daling in activa in de eerste helft van het jaar werd omgekeerd tijdens de tweede helft van het jaar. • Synergieën van de consolidatie van ABN AMRO Asset Management leidden tot lagere kosten. • De overgang van alle 256 voormalige ABN AMRO-fondsen en -mandaten (die EUR 55 miljard waard zijn) naar het Fortis Investments platform werd werd voltooid. • Nieuwe oplossingen voor klanten – Fortis Investments lanceerde 93 nieuwe fondsen en mandaten. • De start van de integratie met BNP Paribas Investment Partners, die klanten zo’n 60 gespecialiseerde beleggingsmogelijkheden zal bieden en het mogelijk zal maken plaatselijke diensten te verlenen aan klanten in 45 landen. • Fortis Investments en BNP Paribas Investment Partners heeft zijn eerste fonds met twee merknamen gelanceerd, specifiek voor klanten in Nederland. Het BNP Paribas Convertible Bond Fund bracht tijdens de intekentermijn EUR 82,9 miljoen bij elkaar.
Fortis Investments zal in 2010 zijn naam veranderen in BNP Paribas Investment Partners, na de juridische fusie met deze entiteit, die naar verwachting zal plaatsvinden tijdens de eerste helft van 2010. De nieuwe, gecombineerde organisatie zal zich blijven ontwikkelen, met de nadruk op de volgende gebieden: • een breed gamma aan beleggingsproducten en -diensten, die worden aangeboden via een reeks beleggingscentra met deskundigheid op vele gebieden, gespecialiseerde partners en aanbieders van plaatselijke oplossingen • gespecialiseerde global business lines die toegespitst zijn op specifieke klantensegmenten, ondersteund door wereldwijde en plaatselijke marketingfuncties • vier regionale afdelingen in de belangrijkste zakelijke gebieden ter wereld, om stuwkracht, coördinatie en oplossingen te bieden • gedeelde ondersteuningsfuncties in alle onderdelen van BNP Paribas Investment Partners, om onze klanten hoogwaardige en samenhangende diensten te verlenen
BNP Paribas Fortis in Polen In Polen is BNP Paribas Fortis een universele bank die spaar- en beleggingsproducten en leningen verstrekt aan individuele klanten, en geïntegreerde oplossingen aan ondernemingen om hun bedrijf op de plaatselijke en internationale markten te financieren. De bank heeft meer dan 400.000 klanten, die bediend worden door 2.600 bedienden in 250 filialen en 8 business centers. De bank staat op de 11de plaats van de banken in Polen. De Poolse economie presteerde relatief goed in 2009, en heeft de status van Europese groeileider verworven. De groei vertraagde echter naar 1,6%, tegenover 5% een jaar eerder – het zwakste resultaat in tien jaar. De verslechtering van de bedrijfsomstandigheden beïnvloedde de banksector: het netto financieel resultaat van de sector voor de eerste drie kwartalen van 2009 lag 44,6% lager dan in 2008, voornamelijk door afschrijvingen in verband met leningen van lagere kwaliteit en portefeuilles van FX derivaten. Voor BNP Paribas Fortis werd het jaar gedomineerd door de gelijktijdige juridische en operationele fusie met Dominet Bank, die eind juli met succes werd afgerond. Alle filialen kunnen nu de klanten van beide banken verwelkomen en de gezamenlijke systemen voor elektronisch bankieren zijn volledig operationeel. De klanten van de nieuwe bank kunnen basisbanktransacties uitvoeren in elk van de 258 filialen. 39 daarvan bieden ook persoonlijke bankproducten
(bijv. spaar- en beleggingsproducten) en oplossingen voor kleine en middelgrote ondernemingen aan. De bedrijfsklanten worden bediend door acht business centers. BNP Paribas Fortis heeft ook zijn benadering tot rekeningpakketten voor retail- en KMO-klanten herzien. Voor retailklanten werden er nieuwe, eenvoudige pakketten met de naam S, M, L en XL op de markt gebracht. Naast standaarddiensten biedt elk pakket aanvullende oplossingen, bijv. een spaarrekening met dagelijkse rentekapitalisatie.
Fortis Bank Turkije BNP Paribas Fortis is in Turkije actief via Fortis Bank Turkije, waarvan het met 94,11% van de aandelen de grootste aandeelhouder is. Het aanbod van Retail Banking bestaat uit debet- en kredietkaarten, persoonlijke leningen en beleggings- en verzekeringsproducten die verspreid worden via 297 filialen en via internet- en telefoonbankieren. Bankdiensten aan ondernemingen omvatten internationale handelsfinanciën, activa- en kasbeheer, kredietdiensten, factoring en leasing. Via zijn afdelingen commercieel bankieren en bankieren voor kleine bedrijven biedt de bank verscheidene beleggingsdiensten aan aan kleine en middelgrote ondernemingen. In een moeilijke economische omgeving is Fortis Bank Turkije erin geslaagd zijn franchise in goede vorm te houden, heel het jaar 2009 lang. De Turkse banksector werd over het algemeen minder getroffen door de internationale financiële crisis, omdat hij niet was blootgesteld aan slechte activa en degelijke criteria hanteerde bij het toekennen van leningen. Fortis Bank Turkije bleef krediet verstrekken, zowel aan individuele personen als aan bedrijven, aan een langzamer tempo – overeenkomstig de stijgende vraag – terwijl ze het risico nauwlettend in de gaten hield. De leningverliezen namen weliswaar toe, maar bleven binnen aanvaardbare niveaus. De marktactiviteiten profiteerden van dalende rentevoeten. De verzameling van klantendeposito’s was een voortdurend aandachtspunt, dat bijvoorbeeld leidde tot de verwerving van 100.000 nieuwe klanten van wie het loon wordt betaald op rekeningen van Fortis Bank Turkije. Er werd een nieuwe segmentatie voor kredietkaarten gelanceerd, met specifieke nadruk op rijke klanten.
Verslag van de Raad van Bestuur
19
De bankverzekeringsactiviteiten van Fortis Bank Turkije bleven aan sneltempo groeien, dankzij het partnerschap van de bank met verscheidene aanbieders, waaronder Fortis Insurance en Cardiff. Er werden efficiëntere en klantvriendelijker maatregelen ingevoerd, zoals de toename van het aantal cash-in ATM’s en de mogelijkheid om kredietkaartapplicaties te verwerken via BlackBerry. In 2010 zal Fortis Bank Turkije naar verwachting de vruchten plukken van de geleidelijk verbeterende economie en vooral van hogere groeipercentages die vergelijkbaar zijn met de percentages die Turkije liet zien in de periode 2002-2007.
BGL BNP Paribas De bank, die in 1919 werd opgericht en nu bekend staat als BGL BNP Paribas, heeft actief bijgedragen tot de opkomst van Luxemburg als internationaal financieel centrum. De bank, die een internationale aanbieder van financiële diensten is, is één van de grootste werkgevers van het land en bekleedt een leidinggevende positie op haar thuismarkt, waar ze op de eerste plaats staat voor professionele klanten en KMO’s en op de tweede voor particuliere klanten. Ondertussen breidt ze haar actieradius uit naar de omliggende regio, die de grensgebieden van Luxemburg omvat. In 2009 werd de bank georganiseerd op basis van drie business lines, die onderverdeeld zijn in activiteiten sectoren en/of segmenten.
Retail Banking Via zijn netwerk van 37 filialen biedt Retail Banking financiële diensten aan aan retailklanten, waaronder privépersonen, zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen en kleine ondernemingen. Retail Banking past een gedifferentieerde benadering toe op klanten om zijn gamma van diensten en advies te optimaliseren op alle gebieden van dagelijks beheer, sparen, investeren, krediet en verzekeringen.
20
Verslag van de Raad van Bestuur
Private Banking & Asset Management De business line Private Banking levert geïntegreerde oplossingen voor het beheer van activa en passiva voor rijke privépersonen, zowel ingezetenen als niet-ingezetenen, hun bedrijven en adviseurs. Om deze klanten met hoog potentieel zo goed mogelijk te bedienen omvat het gamma een ruim assortiment aan gepaste bankdiensten, waaronder het beheer van structuren, investeringen, trust- en bedrijfsdiensten, vastgoedbeheer en verzekeringen.
Merchant Banking Merchant Banking biedt een allesomvattend gamma bankproducten en financiële diensten aan bedoeld voor grote, multinationale bedrijven en institutionele klanten, inclusief beleggingsfondsen in Luxemburg. De financiële periode 2009 stond in het teken van het proces van integratie met BNP Paribas en de goedkeuring van de Raad van Bestuur, op 25 november 2009, van het Luxemburgse gedeelte van het industrieel plan. Dat verzekerde de bank een ambitieuze ontwikkelings- en groeistrategie voor zowel de nationale als de regionale markten en voor wat bepaalde internationale activiteiten betreft. De bank, die wordt gesteund door de kwaliteit van haar aandeelhouders, de Luxemburgse overheid (34%) en BNP Paribas (rechtstreeks en onrechtstreeks 65,96%) streeft ernaar marktaandeel terug te winnen door haar commerciële dynamisme en voorbeeldige kwaliteit van de dienstverlening ter beschikking te stellen van haar klanten.
Toekomstgerichte uitspraken Het dient opgemerkt dat elke uitspraak over toekomstverwachtingen en andere toekomstgerichte elementen gebaseerd is op de huidige standpunten en veronderstellingen van het bedrijf en een zekere mate van risico en onzekerheid inhouden, vooral gezien de huidige algemene economische en marktomstandigheden.
Kredietrating van Fortis Bank S.A./N.V. per 12.02.2010 Lange termijn
Vooruitzichten
Korte termijn
Standard & Poor’s
AA
Negatief
A-1+
Moody’s
A1
Stabiel
P-1
Fitch Ratings
AA-
Negatief
F1+
Deze ratings vertegenwoordigen een inschatting van het niet naleven van een verplichting met betrekking tot schuldpapier, uitgevoerd door de belangrijkste ratingagentschappen: Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch Ratings. De rating die is toegekend aan een emittent heeft een rechtstreekse impact op de leenkosten van de lener. Aanpassingen aan kredietratings op lange termijn • Standard & Poor’s heeft op 29 januari 2010 de rating van Fortis Bank SA/NV verhoogd van ‘AA-‘ naar ‘AA’, waardoor het de rating van Fortis Bank SA/NV op gelijke hoogte heeft gebracht met de rating van zijn moederbedrijf BNP Paribas SA, nadat het op 18 mei 2009 de rating van Fortis Bank SA/NV reeds had opgetrokken van ‘A‘ naar ‘AA-‘. • Fitch Ratings heeft op 15 mei 2009 de rating van Fortis Bank SA/NV verhoogd van ‘A+’ naar ‘AA-‘. Dit weerspiegelde de voltooiing van de overname door BNP Paribas SA, die ertoe leidde dat BNP Paribas 75% van Fortis Bank in handen kreeg. Kredietratings vormen een graadmeter voor de kredietwaardigheid van Fortis Bank en worden berekend door onafhankelijke ratingbureaus. Langlopende ratings weerspiegelen de inschatting van het relatieve kredietrisico van vastrentende verplichtingen met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer. Van instellingen met de rating A/A1/A+ wordt het kredietrisico als laag aangemerkt. Op de keper beschouwd betekent dat dat Fortis Bank zelfs binnen de categorie ‘investment grade’ nog tot de veiligere uitgevende instellingen behoort. Op dezelfde manier weerspiegelen kortlopende ratings de inschatting van de kredietwaardigheid van vastrentende verplichtingen met een looptijd van minder dan een jaar. De notering ‘A-1+ / P-1 / F1+’ houdt in dat de kans dat Fortis Bank aan deze verplichtingen kan voldoen als zeer sterk wordt ingeschat. Met andere woorden, voor deposito’s, spaarrekeningen, uitgiften van handelspapier en andere kortlopende verplichtingen behoort het tegenpartijrisico op Fortis Bank tot de laagste die er te vinden is. Diverse financiële activiteiten zijn direct verbonden met sterke korte en lange ratings. De kwaliteit van de ratings van Fortis Bank draagt derhalve bij aan het potentiële bereik van de activiteiten.
Verslag van de Raad van Bestuur
21
Toelichtingen bij de geconsolideerde financiële resultaten en de financiële positie van Fortis Bank 2009 De resultaten van Fortis Bank in 2009 werden beïnvloed door verscheidene eenmalige evenementen in verband met de economische situatie en de transacties die in de loop van 2009 werden gesloten. Toch stond het jaar in het teken van het herstel van de commerciële stabiliteit en de financiële stabiliteit, zoals ook blijkt uit de verbeterde liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de bank. Verderop in dit hoofdstuk staat een beschrijving van het resultaat, de balans, liquiditeit/ solvabiliteit en de belangrijkste risico’s/onzekerheden. Het gebruik en de impact van financiële instrumenten op de balans en de resultatenrekening wordt getoond in de toelichting op de balans en de resultatenrekening.
Toelichtingen bij de geconsolideerde resultatenrekening van 2009 Voor het jaar 2009 realiseerde Fortis Bank een aan de aandeelhouders toe te kennen nettoverlies van EUR 665 miljoen. Zoals beschreven in de volgende paragrafen wordt dit resultaat negatief beïnvloed door eenmalige elementen. Als we deze uitzonderlijke elementen van naderbij bekijken, zien we dat het onderliggende resultaat lichtjes positief is (EUR 56 miljoen), wat twee verschillende dynamieken weerspiegelt. De goede commerciële prestaties en sterke handelsresultaten als zodanig worden gecompenseerd door een hoog niveau van waardeverminderingen, die de gevolgen van de economische crisis weerspiegelen. De resultaten voor 2009 werden getroffen door uitzonderlijke elementen, die kunnen worden gegroepeerd rond twee assen: • het effect van transacties die in 2009 en in 2008 werden gesloten en die de nettowinst met EUR 29 miljoen negatief beïnvloeden. Dit effect bestaat uit twee compenserende elementen: de verkoop aan Royal Park Investments van een portefeuille van gestructureerde kredieten (een positief effect van EUR 487 miljoen), die teniet wordt gedaan door negatieve resultaten van de verkoop van niet-kernactiviteiten en de waardering van beëindigde bedrijfsactiviteiten (EUR -516 miljoen). BNP Paribas Fortis en BNP Paribas hebben overeenkomsten bereikt om activiteiten over te dragen en hoewel de totale netto-impact op het resultaat van BNP Paribas Fortis van alle overdrachten beperkt is, vereist IFRS 5, Vaste Activa Aangehouden voor handelsdoeleinden en Beëindigde Bedrijfsactiviteiten, dat verliezen op toekomstige verkopen in de rekeningen van 2009 reeds worden weerspiegeld, terwijl winsten op toekomstige verkopen nog niet kunnen worden erkend. • Het effect van uitzonderlijke elementen die geen verband houden met gewone verrichtingen voor EUR 692 miljoen. Naast typische niet-terugkerende elementen omvat dit ook de eenmalige uitlijning, binnen het IFRS-kader, van de boekhoudkundige praktijken, schattingen, classificaties, methodologieën en parameters die worden gebruikt bij de waardering en meting van activa en passiva, met de praktijken toegepast door BNP Paribas. De bedoeling hiervan is te komen tot een consequente en samenhangende financiële verslaglegging om operationele inefficiënties te vermijden.
22
Verslag van de Raad van Bestuur
All figures in EUR million
Netto verlies toewijsbaar aan de aandeelhouders
Transacties gerelateerde impact
Uitzonderlijke elementen
Onderliggende Nettowinst Fortis Bank 56
(692) (665)
(29)
Verslag van de Raad van Bestuur
23
Toelichtingen bij de evolutie van de resultatenrekening De Jaarrekening toont de resultaten van 2009 in overeenstemming met het door IFRS vereiste formaat, dit betekent dat het resultaat van de beëindigde bedrijfsactiviteiten als een afzonderlijk bedrag getoond wordt in de resultatenrekening. Echter, om de bedrijfsevoluties te beschrijven zoals die tijdens 2009 plaatsvonden, zijn de commentaren hieronder gebaseerd op de resultaten inclusief de beëindigde bedrijfsactiviteiten. De presentatie van de resultatenrekening in een dergelijk formaat is te vinden op pagina 242. Om enig misverstand te vermijden herhalen we dat alle commentaren enkel betrekking hebben op de Fortis Bank geconsolideerde resultaten en ze geen betrekking hebben op de bijdrage van Fortis Bank aan BNP Parisbas Groep, dewelke te vinden zijn op de BNP Parisbas website: www. bnppparibas.com. De netto-rente-inkomsten bedroegen EUR 4.675 miljoen in 2009, een stijging met 18% vergeleken bij 2008, dankzij een sterke stijging van de rente-opbrengst in de activiteit Global Markets, als gevolg van gunstige financieringsvoorwaarden. Dit werd gedeeltelijk ongedaan gemaakt door lagere gemiddelde volumes van commerciële opbrengsten, na terugtrekkingen in de tweede helft van 2008, evenals lagere marges op deposito’s. De commerciële resultaten gaan vanaf het tweede kwartaal van 2009 de goede kant uit, dankzij een herstel van de deposito’s, voornamelijk in België. In 2009 stegen de klantendeposito’s in Retail & Private Banking Belgium met EUR 8 miljard, of 14% vergeleken bij het eind van 2008. De netto-inkomsten uit honoraria en commissielonen bedroegen EUR 1.986 miljoen in 2009, een daling met EUR 222 miljoen of 10% vergeleken bij 2008, voornamelijk als gevolg van lagere honoraria op beursmakelaardij en op beheerde activa. De positieve impact van de marktprestaties op balansen van activa in beheer werd teniet gedaan door verdere netto-uitstromen in zowel Private Banking als Asset Management. De financiële opschudding die eind 2008 ontstond, bleef wegen op de activiteiten en de transacties van klanten tijdens de eerste maanden van 2009. De inkomsten uit commissielonen en honoraria kwamen vanaf het tweede kwartaal echter weer op peil, dankzij de gunstiger ontwikkeling van de financiële markten. De dividenden, het aandeel in het resultaat van vennoten en joint ventures, en andere inkomsten uit investeringen, waren goed voor EUR 171 miljoen in 2009, een daling met EUR 110 miljoen ten opzichte van 2008. Als gevolg van de verkoop van bijna de hele aandelenportefeuille eind 2008 waren de dividendinkomsten uit beleggingen in aandelen lager in 2009. Dit negatieve effect werd deels gecompenseerd door de bijdrage van EUR 25 miljoen van AG Insurance na de overname van een participatie van 25% op 12 mei 2009. De gerealiseerde kapitaalwinsten (-verliezen) op beleggingen bedroegen EUR 61 miljoen in 2009, voornamelijk gesteund door winsten op de private equity-portefeuille en op de verkoop van overheidsobligaties en van participaties, die gedeeltelijk werden geneutraliseerd door verliezen op bedrijfsobligaties. De verliezen van EUR 278 miljoen die in 2008 werden gemaakt op beleggingen hielden voornamelijk verband met de verkoop van het grootste deel van de portefeuille van beleggingen in aandelen aan het eind van het derde kwartaal van 2008, en werden gedeeltelijk geneutraliseerd door winsten geboekt op de verkoop van overheidsobligaties en vastgoed.
24
Verslag van de Raad van Bestuur
De overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen en winsten waren sterk: EUR 167 miljoen in 2009, geschraagd door stevige resultaten op de kapitaalmarkt, daar de vastrentende activiteit profiteerde van een gunstiger opbrengstcurve. Dit werd gedeeltelijk gematigd door de negatieve resultaten op posities van kredietderivaten na krapper wordende kredietspreads. Het gerapporteerde resultaat kreeg ook de impact te verwerken van veranderingen in waarderingsmethoden en de verkoop van een gedeelte van de portefeuille van gestructureerde kredieten. Het resultaat van 2008 was uitzonderlijk laag, met een verlies van EUR 1,5 miljard, dat negatief werd beïnvloed door verliezen op de positie van de renteopties, de portefeuille van gestructureerde kredieten en de waarderingsaanpassingen op derivaten, die gedeeltelijk werden gecompenseerd door positieve winsten op kredietderivaten. De andere inkomsten bedroegen EUR 383 miljoen, een stijging met EUR 62 miljoen in 2009 ten opzichte van 2008, voornamelijk gedreven door hogere inkomsten bij Fortis Investments, de terugbetaling van bijdragen aan het depositobeschermingsfonds in Luxemburg en inkomsten uit de onderhoudsovereenkomst met FBN Holding. De wijziging in voorzieningen voor waardeverminderingen bedroeg EUR 4,2 miljard. Dit hoge niveau van voorzieningen is onder meer veroorzaakt door voorzieningen op goodwill en overige immateriële activa, terugnames van voorzieningen op de portefeuille van gestuctureerde kredieten als gevolg van de verkoop aan RPI en de eenmalige uitliijning van de boekhoudkundige praktijken en schattingen met de praktijken toegepast door BNP Paribas. Specifieke voorzieningen voor leningsverliezen bleven hoog op EUR 2,0 miljard na de moeilijke economische omgeving, wat leidde tot een verslechtering van de leningenportefeuille, vooral in businesses Real Estate, Commercial Banking, Leasing en Institutional Banking. Het hoge niveau van waardeverminderingen in 2008, namelijk EUR 10,1 miljard, had voornamelijk te maken met de financiële crisis die leidde tot waardeverminderingen op gestructureerde kredietinstrumenten, met obligatie-emittenten die in gebreke blijven en met waardevermindering van goodwill en andere immateriële activa. De totale uitgaven bedroegen EUR 5.725 miljoen, een aanzienlijke daling in 2009 (EUR 467 miljoen), na de inkrimping van het activiteitengamma en een strenge kostenbeheersing. De personeelsuitgaven bedroegen EUR 3.064 miljoen in 2009, 9% lager dan in 2008. Deze daling weerspiegelt de lagere gemiddelde personeelsbezetting (-5,5%) en een beperkte loondrift onder de moeilijke economische situatie. Met uitsluiting van deze elementen, daalden de personeelsuitgaven met 4,5% in 2009. De overige bedrijfskosten (inclusief kosten voor waardevermindering en afschrijving) kwamen uit op EUR 2.661 miljoen in 2009, een daling met EUR 158 miljoen of 6% ten opzichte van 2008. De inkomstenbelastingen in 2009 werden aanzienlijk beïnvloed door de erkenning van actieve belastinglatenties op voorwaarts gecompenseerde belastingverliezen in het moederbedrijf Fortis Bank SA/NV (in België) met een positieve impact van EUR 1,3 miljard. De uitgaven op inkomstenbelastingen voor 2008 werden getroffen door niet-aftrekbare verliezen (goodwillafschrijvingen, verkoopverliezen op investeringen in aandelen …) en door afwaarderingen van actieve belastinglatenties in verscheidene entiteiten. De resultaten op beëindigde bedrijfsactiviteiten bedroegen EUR (9.127) miljoen in 2008 in verband met het verlies op de verkoop van Fortis Bank Nederland (Holding), met inbegrip van de activiteiten van ABN AMRO.
Verslag van de Raad van Bestuur
25
Toelichtingen bij de evolutie van de balans Het balanstotaal bedroeg EUR 435 miljard eind 2009, een daling met EUR 152 miljard of 26% ten opzichte van eind 2008. Over het algemeen is dit het resultaat van de verdere afbouw van het risico van de balans en de aanzienlijke schommelingen in de interbancaire activiteiten. De evoluties in de titels van de balans verschaffen diepere inzichten. Te beginnen bij de actiefzijde was de daling voornamelijk te vinden in de titels vorderingen van banken, transacties met wederinkoop en effectenleningsactiviteiten en beleggingen. De daling in activa en passiva die aangehouden worden voor handelsdoeleinden was het gevolg van lagere volumes. Deze dalingen aan de actiefzijde werden vervolledigd door een continue uitstroom van termijnleningen van klanten op niet-thuismarkten, wat leidde tot een sterke daling van de vorderingen op klanten. Hogere hypotheekleningen en leningen verstrekt aan Royal Park Investments (EUR 7,3 miljard), in verband met de financiering van de portefeuille van gestructureerde kredieten, konden de daling slechts gedeeltelijk ongedaan maken. Deze aanzienlijke daling van de verschillende uitstaande bedragen wordt bevestigd door de daling in de overlopende rente en overige activa. De passiefzijde laat vergelijkbare evoluties zien, te beginnen bij een sterke daling in de passiva die worden aangehouden voor handelsdoeleinden, voornamelijk als gevolg van – zoals aan de actiefzijde – lagere volumes, opnieuw gevolgd door een sterke daling van de schulden aan banken. Die is voornamelijk het gevolg van lagere termijndeposito’s en, zoals ook aan de actiefzijde, minder wederinkopen en effectenleningen. De variatie in Schulden aan klanten wordt toegeschreven aan de uitstroom van wholesaledeposito’s, maar de deposito’s bij Retail en Private Banking bleven groeien. De schuldcertificaten stegen dankzij de uitgifte van handelspapier (op korte, middellange en lange termijn), en de groei in spaarcertificaten. De inkrimping van de balans aan passiefzijde wordt ook weerspiegeld in de daling van overlopende rente overige passiva. De dalingen in de verschillende titels van de activa en passiva wordt ook getroffen door de presentatie van alle activa en passiva in verband met beëindigde bedrijfsactiviteiten in twee afzonderlijke titels op de balans: vaste activa en verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop.
26
Verslag van de Raad van Bestuur
Activa De geldmiddelen en kasequivalenten bleven stabiel op EUR 22 miljard, na een herclassificatie van EUR 5 miljard naar vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten. De activa aangehouden voor handelsdoeleinden daalden met EUR 36 miljard, onder impuls van Global Markets en gekoppeld aan de daling van de reële waarde van derivaten (EUR -26 miljard) en aan het lagere volume van handelseffecten (EUR -7 miljard). Een vergelijkbare daling (EUR 35 miljard) deed zich voor op het niveau van de passiva aangehouden voor handelsdoeleinden. De vorderingen op banken daalden aanzienlijk met EUR 29 miljard of 62%, voornamelijk als gevolg van lagere interbancaire activiteiten bij Global Markets. Dit leidde tot een daling van de rentedragende deposito’s (EUR -16 miljard), leningen en voorschotten bij kredietinstellingen (EUR -4 miljard) en transacties met wederinkoop en vorderingen op effectenleningen (EUR -8 miljard ). De vorderingen op klanten daalden met EUR 72 miljard of 34% uitstaand, op EUR 143 miljard tegen eind 2009. EUR 35 miljard daarvan houdt verband met beëindigde bedrijfsactiviteiten en wordt geherclassificeerd als vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten. Voor de herclassificatie daalden de transacties met wederinkoop en de vorderingen uit effectenleningen met EUR 18 miljard, vooral bij Global Markets en na een vermindering van de activiteiten. De leningen aan klanten daalden met EUR 19 miljard, voornamelijk door Merchant Banking (EUR -15 miljard) en als gevolg van de vermindering van de activiteiten op de gebieden die geen thuismarkt zijn. De balansen van Institutional Banking namen toe met EUR 5 miljard en werden beïnvloed door de leningen (EUR 7,3 miljard) die werden toegekend aan Royal Park Investments. De daling van de leningsbalansen omvatte ook een daling (EUR 5 miljard), als gevolg van de vroegtijdige stopzetting van leningen aan Fortis Holding. De leningsbalansen in de Retail-businesses stegen met EUR 2,5 miljard (waarvan EUR 1,9 miljard in België). De oorzaak daarvan was voornamelijk een hogere waarde van de hypotheekleningen. De Private Banking-portefeuille bleef dalen met EUR 1,2 miljard.
De investeringen daalden met EUR 15 miljard naar EUR 94 miljard, als gevolg van de verkoop van een gedeelte van de portefeuille van gestructureerde kredieten aan Royal Park Investments (EUR -10 miljard) en de vermindering van de beleggingsportefeuille bij ALM (EUR -8 miljard), na de verkoop en aflossingen in de portefeuille van overheidsobligaties. De investering in AG Insurance (participatie van 25%) ten bedrage van EUR 1,4 miljard, deed de investeringen lichtjes toenemen. De handels- en overige vorderingen daalden met EUR 3 miljard als gevolg van de vermindering van de prolongatierekeningen van Global Markets-klanten. Goodwill en overige immateriële activa toonden, voor de herclassificatie naar vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten, een daling van EUR 0,2 miljard als gevolg van de waardevermindering en afschrijving van immateriële activa (EUR -260 miljoen). EUR 1,5 miljard werd geherclassificeerd naar vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten en hield voornamelijk verband met activiteiten inzake activabeheer. De actuele en uitgestelde belastingen stegen met EUR 1,2 miljard, als gevolg van de erkenning van uitgestelde belastingen voor overgedragen verliezen. De overlopende en overige activa daalden met EUR 45 miljard, voornamelijk als gevolg van lagere balansen op verschillen tussen de handels- en de vereffeningsdatum (EUR -12 miljard) en lagere overlopende inkomsten (EUR -30 miljard). De verschillen in de handels- en de vereffeningsdatum waren te wijten aan het feit dat, op de handelsdatum, de uitstaande bedragen van leningen en deposito’s op de balans werden erkend, waardoor andere activa en andere passiva negatief werden beïnvloed tot de cash vereffening. Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (EUR 52 miljard) houdt in 2009 voornamelijk verband met de integratietransacties tussen Fortis Bank en BNP Paribas en de non-core Asset Management-entiteiten, die in 2008 werden overgenomen van ABN AMRO Asset Management. Deze operaties worden verder becommentarieerd in Noot 4 en 23 van het Jaarverslag van Fortis Bank.
Verslag van de Raad van Bestuur
27
Passiva en eigen vermogen De passiva aangehouden voor handelsdoeleinden daalden met EUR 35 miljard (of 37%) dankzij Global Markets, voornamelijk door lagere balansen als gevolg van de daling in de reële waarde van derivaten (EUR -28 miljard) en een lager volume aan baisseverkopen van effecten (EUR -4 miljard). Een vergelijkbare daling deed zich voor op het niveau van de activa aangehouden voor handelsdoeleinden. De schulden aan banken krompen met EUR 79 miljard (of 59%) in 2009. Dat was voornamelijk te danken aan Global Markets en omvatte een daling met EUR 8 miljard dankzij de herclassificatie van beëindigde bedrijfsactiviteiten als verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop. De daling in Global Markets was het resultaat van lagere termijndeposito’s bij kredietinstellingen (EUR -17 miljard), bij centrale banken (EUR -9 miljard) en lagere zichtdeposito’s (EUR -3 miljard). De transacties met wederinkoop en de transacties inzake effectenleningen bij banken bedroegen EUR 26 miljard en weerspiegelden de neerwaartse trend in interbancaire activiteiten. De schulden aan klanten daalden met EUR 47 miljard naar EUR 171 miljard. De daling met EUR 20 miljard houdt verband met beëindigde bedrijfsactiviteiten en wordt geherclassificeerd als verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop. Voor de herclassificatie daalden de transacties met wederinkoop en de transacties inzake effectenleningen met EUR 24 miljard, vooral bij Global Markets en na een vermindering van de activiteiten. Voor de resterende daling tekenden Merchant Banking en Asset Management, met een daling van respectievelijk EUR -11,5 miljard en EUR -1,8 miljard. Merchant Banking werd geconfronteerd met een uitstroom van wholesaledeposito’s, terwijl de daling binnen Asset Management te danken is aan volatiele deposito’s die het gevolg zijn van het beleid inzake fondsbeleggingen. De deposito’s bij Retail Banking bleven toenemen met EUR 6,8 miljard, voornamelijk binnen Retail Belgium (EUR +5,9 miljard). Private Banking ondersteunde de groei met EUR 2,4 miljard. De schuldcertificaten stegen eind 2009 met EUR 1 miljard, na de herclassificatie van EUR 9 miljard naar verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop. De evolutie voor herclassificatie was te wijten aan nieuwe uitgiften van kortlopend handelspapier (EUR +10 miljard)
28
Verslag van de Raad van Bestuur
en ook van lang- en middellang handelspapier (EUR +1 miljard), gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere schuld tegen reële waarde van EUR -1,4 miljard. Spaarcertificaten waren goed voor een groei van EUR 1,1 miljard. De achtergestelde schulden daalden met EUR 6 miljard als gevolg van de aflossing van de schulden aan Fortis Holding (-EUR 5,7 miljard). De overlopende interest & overige passiva daalden met EUR 31 miljard (of 52%). Ze waren getroffen door een lagere overlopende interest en overlopende overige uitgaven (EUR -29 miljard), die de daling van de totale passiva weerspiegelden. Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop (EUR 42 miljard) houdt in 2009 voornamelijk verband met de integratietransacties tussen Fortis Bank en BNP Paribas en de non-core Asset Management-entiteiten, die in 2008 werden overgenomen van ABN AMRO Asset Management. Deze operaties worden verder becommentarieerd in Noot 4 en 23 van het Jaarverslag van Fortis Bank. Het eigen vermogen steeg met EUR 3,1 miljard naar EUR 15,5 miljard, dankzij een stijging van EUR 3,8 miljard van de niet-gerealiseerde winsten en verliezen, geneutraliseerd door het verlies van het jaar (EUR 665 miljoen) en de daling in de reserve voor omrekening van valuta (EUR 60 miljoen). De minderheidsbelangen stegen met EUR 0,2 miljard, voornamelijk door de stijging van de niet-gerealiseerde winsten en verliezen, naar EUR 3 miljard per 31 december 2009.
Liquiditeit en solvabiliteit De liquiditeitspositie van Fortis Bank bleef in de loop van 2009 verbeteren dankzij het vertrouwen dat geleidelijk aan terugkeerde op de markten en dankzij het feit dat BNP Paribas een meerderheidsbelang verwierf en de onzekerheid over de toekomst van de bank wegnam. Fortis Bank bleef profiteren van gunstiger marktomstandigheden, die tot uitdrukking kwamen in: • een grotere toegang tot wholesalefinanciering, waardoor de afhankelijkheid van de financiering door de centrale bank verminderde
• de deposito’s van Retail en Private Banking, die vanaf het tweede kwartaal van 2009 opnieuw een positieve trend lieten zien. De verhouding naakte deposito’s/leningen (met uitzondering van de door zekerheid gedekte leningen en deposito’s) is verbeterd van 88% eind 2008 naar 98% per 31 december 2009. De solvabiliteit bleef sterk. Per 31 december 2009 bedroeg de Tier 1-kapitaalratio van Fortis Bank 12,3% ten opzichte van 10,7% op 31 december 2008. Per 31 december 2009 bedroeg de totale kapitaalratio 19%. Dat is een stuk hoger dan het door de regelgever vereiste minimum van 8%. De positieve evolutie van de Tier 1-kapitaalratio kan worden verklaard door de materiële vermindering in naar risico gewogen activa (EUR -55 miljard of 27%), die de daling van Tier 1-kapitaal (EUR 3,4 miljard) compenseert. De daling van naar risico gewogen activa is voornamelijk te wijten aan de verkoop van een gedeelte van de portefeuille van gestructureerde kredieten van Fortis Bank aan Royal Park Investments, de gecontroleerde bedrijfsafslanking in selecte Merchant Banking-segmenten en de vermindering van de handelsposities. De daling in Tier 1-kapitaal is voornamelijk het gevolg van de aftrek van 50% van de participatie verworven in AG Insurance, het nettoverlies van de periode en andere technische elementen.
Voornaamste risico’s en onzekerheden De activiteiten van Fortis Bank zijn blootgesteld aan een aantal risico’s zoals kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico en operationeel risico. Om ervoor te zorgen dat deze risico’s geïdentificeerd en naar behoren beheerst en beheerd worden, past de bank een aantal interne controleprocedures toe en verwijst ze naar een hele reeks risico-indicatoren, die nader worden beschreven in Noot 7 Risicomanagement van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank 2009. Fortis Bank is als verweerder betrokken bij verscheidene claims, geschillen en rechtszaken in België en in enkele rechtsgebieden in het buitenland, die zijn ontstaan tijdens de gewone bedrijfsvoering van de bank en na de herstructurering van Fortis Bank en Fortis Groep eind september en begin oktober 2008. Dit wordt nader beschreven in Noot 49 van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank 2009. De gebeurtenissen na de verslagperiode worden nader beschreven in het hoofdstuk “Overige informatie over de Geconsolideerde Jaarrekening”.
Brussel, 23 maart 2010
Verslag van de Raad van Bestuur
29
Bericht van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van Fortis Bank is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank per 31 december 2009 in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en de Jaarrekening van Fortis Bank per 31 december 2009 in overeenstemming met de regels vastgelegd in het (Belgisch) Koninklijk Besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen. De Raad van Bestuur heeft op 23 maart 2010 de Geconsolideerde en Niet-Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank beoordeeld en goedgekeurd voor publicatie. De Raad van Bestuur van Fortis Bank verklaart dat, naar zijn beste weten, de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank en de Jaarrekening van Fortis Bank een getrouw en juist beeld geven van de activa, verplichtingen, financiële positie en de resultatenrekening van Fortis Bank en de in de consolidatie opgenomen verbintenissen, en dat de informatie die in deze jaarrekening is opgenomen geen tekortkomingen bevat die het noodzakelijk maken om significant de reikwijdte van enige berichtgeving aan te passen. De Raad van Bestuur van Fortis Bank verklaart tevens dat, naar zijn beste weten, het jaaroverzicht een juist beeld geeft van de ontwikkeling, resultaten en positie van Fortis Bank en van de verbintenissen die in de consolidatie zijn opgenomen, samen met een beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden waarmee zij worden geconfronteerd. De Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank en de Jaarrekening van Fortis Bank per 31 december 2009 zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 22 april 2010.
Brussel, 23 maart 2010 De Raad van Bestuur van Fortis Bank SA/NV
30
Bericht van de Raad van Bestuur
Corporate Governance Raad van Bestuur Rol en verantwoordelijkheden Overeenkomstig de wet- en regelgeving in verband met kredietinstellingen die in België van kracht is, is de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor het definiëren van het algemene beleid van de Bank (‘beleidsfunctie’), toezicht te houden op de activiteiten van het Directiecomité, de leden van het Directiecomité aan te stellen en te revoceren en toezicht te houden op de Onafhankelijke Controlefuncties (‘toezichtsfunctie’). Overeenkomstig artikel 26 van de Bankwet en artikel 22 van de statuten van Fortis Bank (‘Statuten’) hebben de leden van de Raad van Bestuur uit hun midden een Directiecomité verkozen, waarvan de leden “Uitvoerend Bestuurder” worden genoemd. Het Directiecomité heeft een algemene delegatie van bevoegdheden gekregen om alle handelingen te stellen die noodzakelijk of relevant zijn om de bankactiviteiten te beheren binnen het algemene beleidskader dat door de Raad van Bestuur is uiteengezet (‘managementfunctie’).
Omvang en lidmaatschapscriteria De Raad van Bestuur zal samengesteld zijn uit niet minder dan vijf en niet meer dan vijfendertig Bestuurders. Leden van de Raad van Bestuur kunnen al dan niet aandeelhouders zijn, en worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. De leden van de Raad beschikken over de kwaliteiten die noodzakelijk zijn om hun functie op objectieve en onafhankelijke wijze uit te oefenen, teneinde de belangen van Fortis Bank ten allen tijde te behartigen. Het beleid van Fortis Bank bepaalt dat de samenstelling van de Raad van Bestuur bestaat uit een gepaste en evenwichtige mix tussen de Uitvoerend Bestuurders en de niet-Uitvoerend Bestuurders, die al dan niet onafhankelijk zijn. Uitvoerend Bestuurders mogen niet de meerderheid van de Raad uitmaken. Fortis Bank streeft er voorts naar een gepast evenwicht van vaardigheden en bekwaamheden in stand te houden binnen de Raad van Bestuur, overeenkomstig de bepalingen van de Bankwet.
Corporate Governance
31
Samenstelling De Raad van Bestuur is nu als volgt samengesteld: DAEMS Herman
CHODRON de COURCEL Georges
BONNAFÉ Jean-Laurent
DIERCKX Filip FOHL Camille MENNICKEN Thomas
RAYNAUD Eric
BOOGMANS Dirk
COUMANS Wim
32
Corporate Governance
Voorzitter van de Raad van Bestuur. Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Vicevoorzitter van de Raad van Bestuur. Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Uitvoerend Bestuurder. Voorzitter van het Directiecomité. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Uitvoerend Bestuurder. Vicevoorzitter van het Directiecomité. Lid van de Raad van Bestuur sinds 28.10.1998. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 26.04.2010. Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité sinds 01.01.2008. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 23.04.2011. Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 1.10.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 27.01.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
LAMARCHE Gérard
LAVENIR Frédéric
Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur van 14.05.2009 tot 01.10.2009 en opnieuw sinds 10.12.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
PAPIASSE Alain
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
PRUVOT Jean-Paul
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 27.01.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
STÉPHENNE Jean
Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 26.04.2001. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 26.04.2010.
VANSTEENKISTE Luc
Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 26.04.2001. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 26.04.2010.
VARÈNE Thierry
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
WIBAUT Serge
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 27.01.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
Corporate Governance
33
De samenstelling van de Raad van Bestuur is in 2009 als volgt gewijzigd: DAEMS Herman VAN BROEKHOVEN Emiel VERWILST Herman CHODRON de COURCEL Georges BONNAFÉ Jean-Laurent DIERCKX Filip BOONE Brigitte DEBOECK Michel FOHL Camille MACHENIL Lars MENNICKEN Thomas MOSTREY Lieve RAYNAUD Eric VANDEKERCKHOVE Peter BECKERS Lode BOOGMANS Dirk CLIJSTERS Jos COUMANS Wim DE MEY Jozef DESCHÊNES Alain FEILZER Joop LAMARCHE Gérard LAVENIR Frédéric MEYER Jean PAPIASSE Alain PRUVOT Jean-Paul STÉPHENNE Jean VAN HARTEN Peer VAN OORDT Robert VANSTEENKISTE Luc VARÈNE Thierry WIBAUT Serge
34
Corporate Governance
Voorzitter van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Voorzitter van de Raad van Bestuur (van 27.01.2009 tot 14.05.2009) Voorzitter van de Raad van Bestuur (tot 27.01.2009) Vicevoorzitter van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Voorzitter van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Voorzitter van het Directiecomité (tot 14.05.2009) Vicevoorzitter van het Directiecomité (sinds 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Bestuurder (tot 14.05.2009) Bestuurder (sinds 01.10.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (sinds 27.01.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (tot 14.05.2009) Bestuurder (sinds 14.05.2009) Bestuurder (van 14.05.2009 tot 01.10.2009 en opnieuw sinds 10.12.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (sinds 14.05.2009) Bestuurder (van 27.01.2009 tot 14.05.2009 en opnieuw sinds 14.05.2009) Bestuurder Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (tot 14.05.2009) Bestuurder Bestuurder (sinds 14.05.2009) Bestuurder (sinds 27.01.2009)
De Raad van Bestuur van Fortis Bank heeft zijn samenstelling veranderd op 27 januari 2009, teneinde de nieuwe eigendomsstructuur te weerspiegelen en zijn bestuur te versterken. Op die dag nam de Raad van Bestuur kennis van het ontslag van de volgende bestuurders die werden benoemd door de vorige aandeelhouders: Herman Verwilst, Jos Clijsters, Jozef De Mey, Alain Deschênes, Jean Meyer en Peer van Harten. Nog op die dag werden de volgende bestuurders die de Belgische Staat vertegenwoordigden benoemd bij coöptatie: Emiel Van Broekhoven (Voorzitter van de Raad van Bestuur), Wim Coumans, Jean-Paul Pruvot en Serge Wibaut. Na de overname door BNP Paribas op 14 mei 2009 veranderde de Raad van Bestuur van Fortis Bank zijn samenstelling opnieuw, teneinde zijn nieuwe eigendomsstructuur te weerspiegelen. Op die dag nam de Raad van Bestuur kennis van het ontslag van de volgende bestuurders die werden benoemd door de vorige aandeelhouders: Emiel Van Broekhoven, Jean-Paul Pruvot, Lode Beckers, Joop Feilzer, Robert van Oordt, Lars Machenil, Lieve Mostrey, Brigitte Boone, Peter Vandekerckhove en Michel Deboeck. Nog op die dag werden de volgende bestuurders benoemd bij coöptatie: Herman Daems, Georges Chodron de Courcel, Jean-Laurent Bonnafé, Thomas Mennicken, Eric Raynaud, Gérard Lamarche, Frédéric Lavenir, Alain Papiasse, JeanPaul Pruvot en Thierry Varène. Hun benoeming werd nadien goedgekeurd door de Algemene Vergadering van aandeelhouders. De heer G. Lamarche werd benoemd tot Onafhankelijk Bestuurder, terwijl alle andere benoemde Bestuurders, behalve de heer J.P. Pruvot, de belangrijkste aandeelhouder van Fortis Bank vertegenwoordigen of Uitvoerend Bestuurders zijn.
De samenstelling van de Raad van Bestuur veranderde een derde keer op 1 oktober 2009. Op die dag werd de heer Dirk Boogmans als Onafhankelijk Bestuurder benoemd om de heer Frédéric Lavenir te vervangen, die op die dag ontslag nam, en om het aantal onafhankelijke bestuurders op vier te brengen. De heer Frédéric Lavenir werd op 10 december 2009 opnieuw tot Bestuurder benoemd door de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Tijdens diezelfde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders werd de heer Dirk Boogmans bevestigd als onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. De Raad van Bestuur van Fortis Bank, die verantwoordelijk is voor het uitstippelen van het algemene beleid en voor het houden van toezicht op de activiteiten van de Uitvoerend Bestuurder, is nu samengesteld uit 17 Bestuurders, onder wie 12 Niet-Uitvoerend Bestuurders (van wie er 4 zijn benoemd tot Onafhankelijk Bestuurder overeenkomstig de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen) en 5 Uitvoerend Bestuurders. Informatie betreffende de totale bezoldiging voor 2009, inclusief de voordelen in natura en pensioenkosten, van uitvoerende en niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur, betaald en betaalbaar door Fortis Bank, is te vinden in Noot 10 “Bezoldiging van de Raad van Bestuur en Executive Committee” van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank. De Raad van Bestuur hield 41 vergaderingen in 2009, waarvan 12 sinds 12 mei 2009
Corporate Governance
35
Commissies van de Raad Teneinde op doeltreffende wijze zijn rol te vervullen en aan zijn verplichtingen te voldoen heeft de Raad van Bestuur een Audit and Risk Committee en een Governance, Nomination and Remuneration Committee opgericht. Het bestaan van deze commissies heeft geen invloed op de mogelijkheid van de Raad om nog meer ad-hoc-commissies op te richten om specifieke aangelegenheden aan te pakken als daartoe behoefte ontstaat. Elke commissie van de Raad heeft een adviesfunctie met betrekking tot de Raad. De benoeming van commissieleden is gebaseerd op (i) hun specifieke bekwaamheid en ervaring, naast de algemene vereisten voor leden van de Raad, en (ii) de vereiste dat elke commissie, als groep, over de bekwaamheden en ervaring beschikt die nodig zijn om zijn taken uit te voeren.
Audit and Risk Committee (“ARC”) De rol van het ARC is de Raad bij te staan bij het nakomen van zijn toezichtsverplichtingen met betrekking tot interne controle in de ruimste zin binnen Fortis Bank, inclusief interne controle over financiële verslaggeving en risico. Rol en verantwoordelijkheden Het ARC zal toezicht houden, doorlichten en aanbevelingen doen aan de Raad van Bestuur betreffende: Audit • de integriteit van jaarrekeningen en van elke schriftelijke, officiële, externe communicatie in verband met de financiële prestaties van Fortis Bank. Dit omvat de consequente toepassing van boekhoudkundige principes (en veranderingen daaraan) en de kwaliteit van de interne controle over financiële verslaggeving; • de prestaties van het externe auditproces: het ARC houdt toezicht op het werk dat wordt uitgevoerd door de externe auditeurs, licht hun auditplan door, evalueert hun prestaties minstens één maal om de drie jaar aan de hand van criteria, en doet aanbevelingen aan de Raad betreffende hun benoeming of herbenoeming, verlenging van mandaat en bezoldiging. Het ARC geeft gevolg aan vragen of aanbevelingen van de externe auditeurs. Het ARC houdt ook toezicht op de onafhankelijkheid van externe auditkantoren, inclusief de doorlichting en goedkeuring van niet-auditdiensten verleend aan Fortis Bank; • de prestaties van het interne auditproces: het ARC houdt toezicht op het werk dat is uitgevoerd door de interne auditafdeling en bekrachtigt het jaarlijkse auditplan, inclusief belangrijke auditopdrachten, draagwijdte en auditbudget. Het houdt toezicht op het gevolg dat het management geeft aan de aanbevelingen van de interne audit en neemt deel aan de externe kwaliteitsbeoordeling van de interne auditafdeling die minstens om de vijf jaar wordt georganiseerd en samenvalt met de benoeming of het ontslag van de Algemeen Auditeur.
36
Corporate Governance
Risico • de belangrijkste blootstelling aan risico van de Bank en de werking van het interne risicobeheer en de controlesystemen, inclusief toezicht op de naleving van de desbetreffende wet- en regelgeving. Dit impliceert dat het ARC belangrijke risicogebieden identificeert en erkent, zoals beleggingsrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico en operationeel risico; • de doeltreffendheid van de Onafhankelijke Controlefuncties. Dit omvat toezicht op de uitvoering en het regelmatig herzien van de regels die van toepassing zijn op de oprichting, samenstelling en werking van de Onafhankelijke Controlefuncties op het niveau van Fortis Bank en zijn operationele dochterondernemingen, rekening houdende met specifieke wetten en reglementen die van toepassing zijn op de betrokken entiteiten en hun relaties met het ARC. Het ARC stemt in met de benoeming of het ontslag van de Compliance Officer. Samenstelling Het ARC is samengesteld uit minstens drie Niet-Uitvoerend Bestuurders. Minstens de helft van de leden ervan moeten onafhankelijk bestuurders zijn. In geval van een staking der stemmen heeft de Voorzitter van het ARC een doorslaggevende stem. Leden van het ARC moeten over de noodzakelijke vaardigheden en bekwaamheden beschikken op het gebied van boekhouding, audit en financiële bedrijfsvoering. De aanwezigheid van de noodzakelijke vaardigheden en bekwaamheden wordt ook beoordeeld op het niveau van het ARC, niet alleen op individuele basis. Overeenkomstig artikel 526bis, §2 van het Wetboek van Vennootschappen is minstens één lid van het ARC een onafhankelijk bestuurder die ook beschikt over de vereiste deskundigheid en competenties op het vlak van accounting, audit en financiële activiteiten. Alle onafhankelijke bestuurders in het ARC van Fortis Bank voldoen aan deze regelgeving. Present composition De leden van het ARC zijn: VANSTEENKISTE Luc, Voorzitter BOOGMANS Dirk COUMANS Wim DAEMS Herman STEPHENNE Jean Het ARC vergaderde 15 keer in 2009, waarvan 5 keer sinds 12 mei 2009.
Governance, Nomination and Remuneration Committee (“GNRC”) De rol van het GNRC is de Raad bij te staan bij aangelegenheden in verband met: • de benoeming van leden van de Raad en de leden van het Directiecomité (de “Uitvoerend Bestuurders”); • de bezoldiging van Bestuurders, Uitvoerend Bestuurder en kaderleden; • het bestuur van de Bank waarover de Raad of de Voorzitter van de Raad het advies van de commissie wenst te ontvangen Rol en verantwoordelijkheden Het GNRC zal toezicht houden, doorlichten en aanbevelingen doen aan de Raad van Bestuur betreffende: Benoemingen • regelmatig doorlichten van het beleid en de criteria (onafhankelijkheidsvereisten, bekwaamheden en kwalificaties,) die de selectie en benoeming van leden van de Raad, leden van commissies van de Raad en van het Directiecomité regelen, en waar nodig wijzigingen aan de Raad aanbevelen; • ervoor zorgen dat het benoemings- en herverkiezingsproces objectief en professioneel wordt georganiseerd; • toezicht houden, doorlichten en aanbevelingen doen aan de Raad met betrekking tot de omvang van de Raad, de benoeming of herverkiezing van leden van de Raad en met betrekking tot de benoeming of het ontslag van de Uitvoerend Bestuurder. Bezoldiging • regelmatig doorlichten van het beleid dat van toepassing is op de bezoldiging van Niet-Uitvoerend Bestuurders enerzijds en van de Uitvoerend Bestuurders anderzijds, met het oog op het aanbevelen van veranderingen waar nodig. • elk jaar doorlichten van de bezoldiging van de Uitvoerend Bestuurders en het bezoldigingsbeleid en de bezoldigingsprincipes die van toepassing zijn op het kader, en aanbevelingen doen aan de Raad. • elk jaar de doelstellingen voor de Voorzitter van de Raad bespreken en vastleggen, en, op basis van een voorstel van de Voorzitter van de Bank, voor de andere Uitvoerend Bestuurders. Voor het kader licht het GNRC de belangrijkste principes door die worden toegepast en die vervolgens zal dienen als benchmarks in hun prestatiebeoordelingen; • evalueren van de prestaties van leden van de Raad en de Uitvoerend Bestuurders.
Corporate Governance
37
Bestuur • doorlichten en beoordelen van de geschiktheid van de praktijken en regels inzake bedrijfsbestuur van het Bedrijf en evalueren van de naleving door het Bedrijf van zijn regels inzake bedrijfsbestuur; • problemen die zich voordoen met het bedrijfsbestuur of belangrijke ontwikkelingen in de toepasselijke wetten en/of praktijken van bedrijfsbestuur identificeren en de Raad erover adviseren; • aanbevelingen doen aan de Raad over alle aangelegenheden van bedrijfsbestuur en over alle te nemen corrigerende maatregelen, inclusief advies geven over de organisatie van de Raad en de commissies van de Raad, lidmaatschappen, functies, plichten en verantwoordelijkheden; • aanverwante insider-transacties en transacties van verwante partijen en/of zaken van belangenconflicten waarbij leden van de Raad en leden van het Directiecomité betrokken zijn, doorlichten en de Raad erover adviseren; • aan de Raad de (her)verkiezing van de Compliance Officer aanbevelen, op voorstel van de Voorzitter van de Bank; • doorlichten van de onthullingen in het Jaarverslag over de bezoldiging van de leden van de Raad en Uitvoerend Bestuurders, over de processen die hun benoeming en bezoldiging regelen, en over de activiteiten van het GNRC. Samenstelling Het GNRC is samengesteld uit minstens drie Niet-Uitvoerend Bestuurders. Minstens de helft van de leden ervan moeten Onafhankelijk bestuurders zijn. Huidige samenstelling De leden van het GNRC zijn: DAEMS Herman, Voorzitter STÉPHENNE Jean VANSTEENKISTE Luc WIBAUT Serge Het GNRC vergaderde 8 keer in 2009, waarvan 5 keer sinds 12 mei 2009.
38
Corporate Governance
Executive Committee Het Executive Committee heeft een adviesrol ten overstaan van het Directiecomité en faciliteert de uitvoering van de strategie en het operationele beheer van de Bank. Sinds 14 mei 2009 telt het Executive Committee 11 leden, samengesteld uit de 5 Uitvoerende Bestuurders (die samen het Directiecomité vormen) en de volgende verantwoordelijken van de Businesses en Ondersteunende functies: DEBOECK Michel, Chief Human Resources Officer JADOT Maxime, Head of Corporate & Public Banking MACHENIL Lars, Chief Financial Officer MOSTREY Lieve, Head of TOPS (Technology, Operations & Property Services) VAN DE KERCKHOVE Peter, Head of Retail & Private Banking VAN GHELUWE Frédéric, Head of Capital Markets
College van geaccrediteerde statutaire auditeurs • PricewaterhouseCoopers Reviseurs d’Entreprises BV CVBA; vertegenwoordigd door de heren Josy STEENWINCKEL en Roland JEANQUART. • Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d’Entreprises BV CVBA; vertegenwoordigd door de heren Philip MAEYAERT en Frank VERHAEGEN.
Corporate Governance
39
Fortis Bank Geconsolideerde Jaarrekening 2009
41
Geconsolideerde balans (voor winstbestemming) 31 december 2009
31 december 2008
Noot Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
14
22.605
22.644
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
15
51.955
88.432
Vorderingen op banken
16
17.648
47.043
Vorderingen op klanten
17
143.335
215.630
Beleggingen:
18
- Tot einde looptijd aangehouden - Voor verkoop beschikbaar - Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening - Geherclassificeerd als leningen en vorderingen
3.439
3.851
62.536
101.194
1.991
2.828
23.220
- Vastgoedbeleggingen - Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
681
672
1.771
436
93.638
108.981
Overige vorderingen
19
2.247
5.680
Materiële vaste activa
20
2.003
2.281
Goodwill en overige immateriële vaste activa
21
349
1.992
Actuele en uitgestelde belastingen
30
3.693
2.454
Overlopende rente en overige activa
22
45.740
90.902
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4, 23
Totaal activa
51.825
738
435.038
586.777
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
15
51.246
86.309
Schulden aan banken
24
55.179
133.917
Schulden aan klanten
25
170.779
217.815
Schuldbewijzen
26
50.577
49.617
Achtergestelde schulden
27
15.961
21.932
Overige financieringen
28
556
565
Voorzieningen
29
1.034
1.331
Actuele en uitgestelde belastingen
30
354
525
Overlopende rente en overige verplichtingen
31
28.595
59.518
Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop
4, 23
Totaal verplichtingen
42.304
105
416.585
571.634
12.363
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
5
15.459
Minderheidsbelangen
6
2.994
2.780
18.453
15.143
435.038
586.777
Eigen vermogen
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
De toelichtingen op pagina’s 181 tot 240 maken integraal deel uit van de geconsolideerde balans.
42
Geconsolideerde balans
Geconsolideerde resultatenrekening
2009
2008
Noot Baten Rentebaten
34
52.574
96.045
Rentelasten
35
( 48.814 )
( 93.021 )
3.760
3.024
1.640
Rentemarge
Commissiebaten
36
1.347
Commissielasten
37
( 464 ) 883
Commissiebaten, netto
( 588 ) 1.052
Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen enjoint ventures en overige beleggingsbaten
38
152
267
Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen
39
25
( 260 )
Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
40
223
( 1.591 )
Overige baten
41
298
231
5.341
2.723
( 2.744 )
( 7.164 )
2.597
( 4.441 )
( 2.569 )
Totale baten na aftrek van interestlasten
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
42
Nettobaten
Lasten Personeelskosten
43
( 2.357 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
44
( 334 )
( 348 )
Overige lasten
45
( 1.695 )
( 1.800 )
Totale lasten
( 4.386 )
( 4.717 )
Winst (verlies) voor belastingen
( 1.789 )
( 9.158 )
Winstbelastingen
46
Nettowinst (verlies) over de periode
Nettowinst op beëindigde bedrijfsactiviteiten
Nettowinst (verlies) over de periode
47
1.640
812
( 149 )
( 8.346 )
( 561 )
( 12.197 )
( 710 )
( 20.543 )
Nettowinst (verlies) toewijsbaar aan de minderheidsbelangen op beëindigde bedrijfsactiviteiten Nettowinst (verlies) toewijsbaar aan de minderheidsbelangen Nettowinst (verlies) toewijsbaar aan de aandeelhouders
( 39 )
4
(6)
9
( 665 )
( 20.556 )
De toelichtingen op pagina’s 241 tot 256 maken integraal deel uit van de geconsolideerde resultatenrekening.
Geconsolideerde resultatenrekening
43
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Nettowinst (verlies) over de periode
Noot
2009
2008
Geconsolideerde
( 710 )
( 20.543 )
( 58 )
( 304 )
(3)
10
resultatenrekening
Valutakoersverschillen door de omrekening van transacties in vreemde valuta en afdekkingen van
Geconsolideerde
netto-investeringen opgenomen in het eigen vermogen (bruto)
overzicht van
Gerelateerde belasting
wijzigingen in het eigen vermogen
Niet-gerealiseerde winsten of verliezen voorvloeiend uit voor verkoop beschikbare beleggingen
5.4, 6, 18.2
opgenomen in het eigen vermogen
Geconsolideerde
Veranderingen in de reële waarde tijdens het boekjaar (bruto)
overzicht van
Gerelateerde belasting
wijzigingen in het
Herclassificatie-aanpassingen voor gerealiseerde winsten en verliezen opgenomen in-
eigen vermogen
4.048 92
het netto-inkomen (bruto)
2.472
Gerelateerde belasting
( 947 )
Niet-gerealiseerde winsten of verliezen voortvloeiend uit voor verkoop beschikbare beleggingen
5.4, 6, 18.2
geherclassificeerd als leningen en vorderingen
Geconsolideerde
Veranderingen in de reële waarde tijdens het boekjaar (bruto)
overzicht van
Gerelateerde belasting
wijzigingen in het
Afschrijving van niet-gerealiseerde winsten of verliezen opgenomen in het netto-inkomen (bruto)
eigen vermogen
Gerelateerde belasting
( 3.420 ) 267
( 1.448 ) 89
( 2.600 ) 720 95 (4)
Kasstroom afdekkingen
5.4, 6
Niet-gerealiseerde winsten of verliezen voortvloeiend uit afdekkingen opgenomen in-
Geconsolideerde
het eigen vermogen (bruto)
overzicht van
Gerelateerde belasting
wijzigingen in het
(1)
Bedragen geherclassificeerd naar het netto-inkomen (bruto)
eigen vermogen
( 14 )
Gerelateerde belasting
1
4
(1)
5
Participatie in geassocieerde deelnemingen en joint ventures verantwoord op basis van-
5.4, 6
de 'equity'-methode
Geconsolideerde
124
(7)
overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
3.930
( 4.810 )
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten toegekend aan:
3.220
( 25.353 )
3.131
( 25.175 )
90
( 178 )
Geconsolideerde aandeelhouders
overzicht van
minderheidsbelangen
wijzigingen in het eigen vermogen
44
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Balans per 1 januari 2008
4.694
On-
Eigen
Koers-
Nettowinst
gerealiseerde
vermogen
Minder-
Totaal
Agio
Overige
verschillen
toewijsbaar aan
winsten en
toewijsbaar aan
heids-
eigen
reserve
reserves
reserve
aandeelhouders
verliezen
aandeelhouders
belangen
vermogen
20.257
7.533
( 132 )
Nettowinst over de periode
1.781
( 697 )
( 20.556 )
Herwaardering van investeringen Herwaardering van geassocieerde deelnemingen Omrekeningsverschillen
( 268 )
33.436
430
33.866
( 20.556 )
13
( 20.543 )
( 4.291 )
( 4.291 )
( 165 )
( 4.456 )
(7)
(7)
( 53 )
( 321 )
( 26 )
( 347 )
( 4.351 )
( 25.175 )
( 178 )
( 25.353 )
(7)
Overige Subtotaal
( 268 )
Overdracht
1.781
( 20.556 )
( 1.781 )
Dividend Toename kapitaal
( 10 ) 4.681
19
9.375
20.276
4.700
( 10 ) 4.700
Eigen aandelen Overige Balans per 31 december 2008
( 598 ) 8.716
( 598 ) ( 400 )
Nettowinst over de periode
( 20.556 )
Herwaardering van geassocieerde deelnemingen Omrekeningsverschillen
( 60 )
1.940 15.143
12.363
( 665 )
( 45 )
( 710 )
3.717
3.717
136
3.853
( 665 )
Herwaardering van investeringen
2.538 2.780
( 5.048 )
124
124
14
( 46 )
124 (1)
( 47 )
Overige Subtotaal
( 60 )
Overdracht
( 20.556 )
( 665 )
3.855
3.130
( 1.193 )
15.459
90
3.220
20.556
Dividend Toename kapitaal Eigen aandelen Overige Balans per 31 december 2009
( 34 ) 9.375
20.276
( 11.874 )
( 34 ) ( 460 )
( 665 )
124
90
2.994
18.453
Een nadere toelichting van de wijzigingen in het Eigen vermogen is opgenomen in noot 5 ‘Eigen vermogen’ en 6 ‘Minderheidsbelangen’.
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen
45
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Winst (verlies) voor belastingen
2009
2008
( 1.789 )
( 11.232 )
Nettowinst (verlies) op beëindigde bedrijfsactiviteiten
( 561 )
( 9.127 )
Winstbelastingen op beëindigde bedrijfsactiviteiten
( 182 )
Winst voor belastingen
( 2.532 )
63 ( 20.296 )
Aanpassingen om winst te laten aansluiten op de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten: (On)gerealiseerde (winsten) verliezen Afschrijvingen en oprenting Voorzieningen en bijzondere waardeverminderingen Baten van geassocieerde deelnemingen en joint ventures Op aandelen gebaseerde beloningen
( 228 )
11.173
423
602
4.418
10.286
( 70 ) 2
( 353 ) 7
Wijzigingen in operationele activa en verplichtingen: 1.301
2.519
Vorderingen op banken
Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
27.375
45.627
Vorderingen op klanten
34.162
( 35.124 )
Overige vorderingen
2.902
( 2.005 )
Schulden aan banken
( 71.313 )
( 48.107 )
Schulden aan klanten
( 27.371 )
Netto wijzigingen in alle overige operationele activa en verplichtingen
12.230
( 175 ) 55.137
Overige wijzigingen Dividend ontvangen van geassocieerde deelnemingen Betaalde winstbelastingen
24
56
( 220 )
( 717 )
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
( 18.897 )
18.630
Aankoop van beleggingen
( 21.735 )
( 64.023 )
45.313
57.523
Opbrengsten uit verkoop en aflossingen beleggingen Aankoop van vastgoedbeleggingen Opbrengsten uit verkoop van vastgoedbeleggingen Aankopen van materiële vaste activa Opbrengsten uit verkoop van materiële vaste activa
( 43 )
( 83 )
60
45
( 276 )
( 455 )
64
189
Aankoop van dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures onder aftrek van overgenomen kasmiddelen (Noot 3)
( 1.399 )
( 3.634 )
Verkoop van dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures na aftrek van verkochte kasmiddelen (Noot 3) Aankoop van immateriële vaste activa
( 823 ) ( 52 )
2.973 ( 277 )
Opbrengsten uit verkoop van immateriële vaste activa
28
1
Wijziging in consolidatiekring
87
( 29 )
21.224
( 7.770 )
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Opbrengsten uit de uitgifte van schuldbewijzen Terugbetaling van schuldbewijzen Opbrengsten uit de uitgifte van achtergestelde schulden Terugbetaling van achtergestelde schulden Opbrengsten uit de uitgifte van overige financieringen Terugbetaling van overige financieringen
47.680
51.950
( 38.406 )
( 78.227 )
317 ( 6.898 )
4.986 ( 827 )
171 ( 144 )
Opbrengsten uit de uitgifte van aandelen (minderheidsbelangen inbegrepen)
( 51 ) 7.091
Dividenden uitgekeerd aan aandeelhouders Uitgekeerd dividend aan minderheidsbelangen
( 10 )
Terugbetaling kapitaal Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Impact van omrekeningsverschillen van geldmiddelen en kasequivalenten Netto toename (afname) van geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december
(3) 2.720
( 18 )
( 15.091 )
( 128 )
5.029
( 4.359 )
27.673
22.644
84.845
97.696
Bijkomende toelichting inzake kasstromen uit bedrijfsactiviteiten Ontvangen rente Ontvangen dividenden Betaalde rente
32 ( 80.070 )
168 ( 91.222 )
Het geconsolideerd kasstroomoverzicht omvat de financiële gegevens van de beëindigde bedrijfsactiviteiten, zoals de integratietransacties met BNP Paribas.
46
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Algemene toelichtingen
47
1. Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving 1.1. Grondslagen voor financiële verslaggeving: Algemeen De Geconsolideerde Jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2009 van Fortis Bank, inclusief de vergelijkende cijfers voor 2008, is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) – met inbegrip van de International Accounting Standards (IAS) en Interpretaties – per 31 december 2009 en zoals aanvaard binnen de Europese Unie. Met betrekking tot IAS 39, Financiële instrumenten: opname en waardering, wordt rekening gehouden met het feit dat enkele passages op het gebied van hedge accounting op 19 november 2004 door de Europese Unie werden verwijderd (zogenaamde ‘carved out’ versie). Grondslagen voor financiële verslaggeving die verder niet specifiek worden vermeld, stemmen overeen met de IFRS-standaarden zoals aanvaard binnen de Europese Unie. De Raad van Bestuur heeft op 23 maart de Fortis Bank Geconsolideerde Jaarrekening per 31 december 2009 en de Fortis Bank (niet-geconsolideerde) Jaarrekening per 31 december 2009 beoordeeld en goedgekeurd voor publicatie. De Fortis Bank Geconsolideerde Jaarrekening zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 22 april 2010.
48
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.2. Schattingen en beoordelingen De opstelling van jaarrekeningen op basis van IFRS vereist een aantal schattingen. Bovendien wordt van het management gevraagd om zijn oordeel te geven tijdens de toepassing van deze verslaggevingsgrondslagen. Werkelijke resultaten kunnen afwijken van deze schattingen en beoordelingen.
1.2.1. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden Schattingen en beoordelingen worden vooral in de volgende gebieden gemaakt: • schatting van de realiseerbare waarde van activa die onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen • bepaling van de toekomstige belastbare winsten voor de waardering van uitgestelde belastingvorderingen • bepaling van de verwachte gebruiksduur en restwaarde van materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en immateriële vast activa • actuariële veronderstellingen betreffende de waardering van pensioenverplichtingen en –activa • schatting van de bestaande verplichtingen die voortvloeien uit gebeurtenissen in het verleden bij de opname van voorzieningen • modelaanpassingen bij de waardering van financiële instrumenten, inclusief derivaten, als gevolg van wijzigende omstandigheden in financiële markten • toepassing van waarderingstechnieken op financiële instrumenten, met inbegrip van gestructureerde kredietinstrumenten en uitgegeven leningen, als gevolg van illiquide financiële markten.
1.2.2. Kritische boekhoudkundige beoordelingen De kritische boekhoudkundige beoordelingen gemaakt bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving van Fortis Bank omvatten: • de waardering van financiële instrumenten en de toepassing van de waarderingsmethode (zie toelichting 1.10 Reële waarde van financiële instrumenten) • de classificatie van financiële activa en verplichtingen (zie toelichting 1.9 Verantwoording en waardering van financiële activa en verplichtingen) • het in aanmerking komen voor afdekkingsrelaties (zie toelichting 1.22 Derivaten en afdekking) • het bepalen van het niveau van zeggenschap in dochterondernemingen en het niveau van invloed van betekenis in geassocieerde ondernemingen (zie toelichting 1.5 Consolidatiegrondslagen) • het niveau van transfer van risico’s en opbrengsten in effectiseringstransacties (zie toelichting 1.23 Effectiseringen) • de classificatie als financiële of operationele lease-overeenkomsten (zie toelichting 1.17 Lease-overeenkomsten) • het bepalen van voorzieningen voor wettelijke claims
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
49
1.3. Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingen en classificaties De grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingen en classificaties gebruikt bij de opstelling van deze Geconsolideerde Jaarrekening 2009 zijn consistent met de grondslagen die werden toegepast per 31 december 2008, met uitzondering van de hieronder vermelde wijzigingen: De wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving zijn het gevolg van wijzigingen in de IFRS-standaarden of omdat ze voor meer betrouwbare en relevante informatie zorgen over de gevolgen van transacties, andere gebeurtenissen en omstandigheden over de financiële positie, financiële prestaties en de cashflows van de onderneming. Schattingen werden bijgestuurd als gevolg van wijzigingen in de omstandigheden waarop de schattingen gebaseerd zijn of bij nieuwe informatie of meer ervaring. Wijzigingen in classificatie zijn doorgevoerd zoals toegelaten door IFRS en als deze veranderingen leiden tot een voorstelling in lijn met het bedrijfsdoel van Fortis Bank. Op 12 mei 2009 heeft BNP Paribas zeggenschap verkregen over Fortis Bank SA/NV door de acquisitie van 75% van het aandelenkapitaal. Vanaf die datum worden alle activa, verplichtingen en het resultaat van Fortis Bank (rekening houdend met de minderheidsbelangen) gerapporteerd in de geconsolideerde balans en de geconsolideerde resultatenrekening van BNP Paribas. Fortis Bank SA/NV blijft haar eigen geconsolideerde jaarrekening opstellen in overeenstemming met de IFRS-standaarden die zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Fortis Bank SA/NV. Alhoewel de grondslagen voor financiële verslaggeving van zowel BNP Paribas als Fortis Bank gebaseerd zijn op de IFRS-standaarden, bestaan er enkele verschillen omwille van het feit dat BNP Paribas alle activa en verplichtingen heeft moeten herwaarderen tegen reële waarde onder de purchase accounting in overeenstemming met IFRS 3 Bedrijfscombinaties, die verschillend zijn van de waarderingsprincipes normaal toegepast door Fortis Bank. Indien mogelijk en verantwoord binnen het IFRS-kader, zal Fortis Bank SA/NV zijn grondslagen voor financiële verslaggeving, inschattingen, classificaties, methodologieën en parameters gebruikt bij de inschatting en de waardering van activa en verplichtingen in overeenstemming brengen met de grondslagen, schattingen, classificaties, methodologieën en parameters gebruikt door BNP Paribas. Het doel van deze harmonisering is het bereiken van een consistente en transparante financiële verslaggeving en het vermijden van operationele inefficiënties.
50
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.3.1. Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving Zoals toegelaten door IAS 31, Belangen in joint ventures, wordt de proportionele methode toegepast in plaats van de ‘equity’-methode voor de boekhoudkundige verwerking van belangen in joint ventures. Voor meer details, zie toelichting 2, Wijziging in de consolidatiemethode van belangen in joint ventures.
1.3.2. Wijzigingen in schattingen Als gevolg van de onzekerheden eigen aan de bedrijfsactiviteiten kunnen verschillende elementen in de jaarrekening niet precies gemeten worden, maar enkel geschat. Schattingen gaan gepaard met beoordelingen op basis van de laatst beschikbare en betrouwbare informatie. Het gebruik van aanvaardbare schattingen is een belangrijk onderdeel bij het opmaken van de jaarrekening. Wijzigingen in schattingen zijn het gevolg van nieuwe informatie of nieuwe ontwikkelingen en van veranderende omstandigheden waarop de schattingen gebaseerd zijn. De recente fundamentele wijzigingen in alle financiële markten en in de globale economische omgeving hebben geleid tot een diepgaande herwaardering van de toegepaste boekhoudkundige schattingen.
1.3.3. Wijzigingen in classificatie Op 13 oktober 2008 heeft de IASB wijzigingen uitgebracht aan IAS 39, Financiële instrumenten: opname en waardering (goedgekeurd door de Europese Unie op 15 oktober 2008). De wijzigingen aan IAS 39 laten herclassificaties toe van de categorieën ‘aangehouden voor handelsdoeleinden’ en ‘voor verkoop beschikbaar’ naar ‘leningen en vorderingen’ indien de entiteit de intentie en de mogelijkheid heeft om de financiële activa aan te houden gedurende een voorzienbare periode in de toekomst en indien ze voldoen aan de definitie van leningen en vorderingen. De wijzigingen laten ook toe om financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden en die geen derivaten zijn bij bijzondere omstandigheden te herklasseren. (De IASB beschouwt de recente financiële crisis als een bijzondere omstandigheid.) Fortis Bank heeft voornamelijk de volgende herclassificaties uitgevoerd in 2009: • herclassificatie van het grootste deel van de gestructureerde kredietinstrumenten (behouden na de splitsing van de Fortis Holding) van de ‘aangehouden voor handelsdoeleinden’ of ‘voor verkoop beschikbaar’ categorieën naar de categorie ‘leningen en vorderingen’. • herclassificatie van de Nederlandse residentiële hypotheekleningen, Dolphin en Beluga, van de categorie ‘voor verkoop beschikbaar’ naar de categorie ‘leningen en vorderingen‘. Voor meer details, zie sectie 18.5 Beleggingen geherclassificeert naar leningen en vorderingen.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
51
1.3.4. Wijzigingen aan IFRSstandaarden en IFRIC-interpretaties Wijzigingen aan IFRS-standaarden kunnen veranderingen vereisen in de grondslagen voor financiële verslaggeving toegepast door Fortis Bank SA/NV. De wijzigingen aan IFRS-standaarden en IFRIC-interpretaties die van kracht werden tijdens 2009 zijn hieronder beschreven, evenals de mogelijke impact op de grondslagen voor financiële verslaggeving van Fortis Bank: • IFRS 8 Operationele segmenten (publicatiedatum: 20 november 2006, goedgekeurd door de Europese Unie op 21 november 2007). Deze standaard voert de ‘management approach’ in, waarbij de informatieverschaffing over segmenten gebaseerd is op de onderdelen van een entiteit die door het management opgevolgd worden bij het nemen van operationele beslissingen. Dit heeft nog niet geleid tot een wijziging van de segmentrapportering van Fortis Bank. De segmentrapportering zal in overeenstemming gebracht worden met het bestuursmodel van toepassing vanaf 2010 en zal de organisatieprincipes ingevoerd met het nieuwe industrieel plan van Fortis Bank weergeven. • Op 29 maart 2007 heeft de IASB een herziening uitgebracht van IAS 23 Financieringskosten (goedgekeurd door de Europese Unie op 10 december 2008). Deze herziening schrapt de mogelijkheid om financieringskosten onmiddellijk op te nemen in de resultatenrekening. Deze herziening heeft geen impact op Fortis Bank omdat zij alle financieringskosten reeds activeerde. • Op 6 september 2007 heeft de IASB een herziening uitgebracht van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening (goedgekeurd door de Europese Unie op 17 december 2008), die enkele wijzingen invoert met betrekking tot het verslaggevingsformaat. Overeenkomstig IAS 1, heeft Fortis Bank gekozen voor de publicatie van één overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (inclusief resultatenrekening en componenten van niet-gerealiseerde resultaten), gescheiden van een mutatieoverzicht van het eigen vermogen.
52
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
• Op 17 januari 2008 heeft de IASB een herziening van IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen gepubliceerd (goedgekeurd door de Europese Unie op 16 december 2008). Deze aanpassing verduidelijkt dat voorwaarden voor onvoorwaardelijke toezeggingen enkel dienstperiodeen prestatiegerelateerd zijn en zij introduceert voorwaarden aan toezeggingen die niet gerelateerd zijn aan dienstperiodes en prestaties. Deze wijziging heeft geen materieel effect op Fortis Bank. • Op 14 februari 2008 heeft de IASB wijzigingen uitgebracht ter verbetering van de verslaggeving over bijzondere types van financiële instrumenten met eigenschappen die lijken op gewone aandelen maar die op dit ogenblik geclassificeerd worden als financiële verplichtingen (goedgekeurd door de Europese Unie op 21 januari 2009). Fortis Bank heeft momenteel geen financiële instrumenten waarop deze wijziging van toepassing is. • Op 22 mei 2008 heeft de IASB ‘Verbeteringen aan de IFRS’s’ uitgebracht, een verzameling van kleinere wijzigingen aan een aantal IFRS-standaarden (goedgekeurd door de Europese Unie op 23 januari 2009). Deze wijzigingen hebben geen materieel effect op Fortis Bank. • Op 22 mei 2008 heeft de IASB een wijziging uitgebracht aan IFRS 1, Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards en IAS 27, De geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening (goedgekeurd door de Europese Unie op 23 januari 2009). Deze wijziging heeft geen impact op Fortis Bank omdat de wijzigingen aan IFRS 1 enkel van toepassing zijn voor ondernemingen die IFRS voor de eerste keer toepassen en de wijzigingen aan IAS 27 enkel van toepassing zijn voor ondernemingen die een enkelvoudige jaarrekening publiceren in overeenstemming met de IFRS-standaarden (Fortis Bank publiceert enkel een enkelvoudige jaarrekening in overeenstemming met BGAAP) • Op 5 maart 2009 heeft de IASB een wijziging gepubliceerd op IFRS 7 Verbetering van informatieverschaffing rond financiële instrumenten (goedgekeurd door de Europese Unie op 27 november 2009). Deze wijziging heeft enkel een impact op de informatieverschaffing van Fortis Bank en niet op de verantwoording en waardering.
• Op 28 juni 2007 heeft het IFRIC (International Financial Reporting Interpretation Committee), de interpretatie IFRIC 13, Loyaliteitsprogramma’s gepubliceerd (goedgekeurd door de Europese Unie op 16 december 2008). Deze interpretatie behandelt de verantwoording door entiteiten die klantenloyaliteit belonen en heeft geen materieel effect op Fortis Bank. • Op 3 juli 2008 heeft het IFRIC de interpretatie IFRIC 16, Afdekkingen van een netto-investering in een buitenlandse entiteit uitgebracht (goedgekeurd door de Europese Unie op 4 juni 2009). IFRIC 16 verduidelijkt de vereisten voor de afdekking van een netto-investering en waar het afdekkingsinstrument kan worden aangehouden. IFRIC 16 heeft geen materieel effect op Fortis Bank. • Op 3 juli 2008 heeft het IFRIC de interpretatie IFRIC 15 Verwerking van contracten inzake de bouw van onroerend goed uitgebracht (goedgekeurd door de Europese Unie op 23 juli 2009.) Deze IFRIC is specifiek voor de vastgoedindustrie en heeft geen materieel effect op Fortis Bank. • Op 29 januari 2009 heeft het IFRIC de interpretatie IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten gepubliceerd (goedgekeurd door de Europese Unie op 27 november 2009). Deze interpretatie bevat de IFRS-vereisten voor overeenkomsten waarbij een onderneming een materieel vast actief verkrijgt van een klant en dat de onderneming moet gebruiken om enerzijds de klant toegang te verschaffen tot een netwerk of om de klant een doorlopende toegang te geven tot de levering van goederen of diensten. Deze interpretatie heeft geen materieel effect op Fortis Bank. • Op 12 maart 2009 heeft het IFRIC een interpretatie IFRC 9 / IAS 39 Besloten derivaten uitgebracht (goedgekeurd door de Europese Unie op 27 november 2009). Deze wijziging verklaart dat wanneer een financieel actief geherclassificeerd wordt uit de categorie ‘gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’, alle besloten derivaten opnieuw geëvalueerd moeten worden. Dit heeft geen materieel effect op Fortis Bank. De IASB heeft ook de volgende IFRS-standaarden, wijzigingen en interpretaties, van toepassing na 2009, gepubliceerd waarvoor Fortis Bank niet geopteerd heeft voor de vervroegde toepassing in 2009:
• Op 10 januari 2008 heeft de IASB een herziening gepubliceerd van IFRS 3/ IAS 27 Bedrijfscombinaties (goedgekeurd door de Europese Unie op 3 juni 2009). Deze herziene IFRS over bedrijfscombinaties voert de toepassing van de overnamemethode in en is van toepassing op bedrijfscombinaties waarvoor de overnamedatum valt op of na 1 januari 2010. Deze herziene standaard zou een impact kunnen hebben op mogelijk toekomstige bedrijfscombinaties van Fortis Bank. • Op 31 juli 2008 heeft de IASB een wijziging aan IAS 39 In aanmerking komende afdekkingsinstrumenten gepubliceerd (goedgekeurd door de Europese Unie op 15 september 2009). Deze wijziging verduidelijkt enkele afdekkingsvraagstukken en is van toepassing vanaf 1 januari 2010. Er wordt geen materiële impact op Fortis Bank verwacht. • Op 18 juni 2009 heeft de IASB een wijziging aan IFRS 2 In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties op groepsniveau uitgebracht (nog niet goedgekeurd door de Europese Unie). Deze wijziging verduidelijkt hoe een afzonderlijke dochteronderneming in een groep bepaalde contracten van op aandelen gebaseerde vergoedingen verwerkt in haar eigen jaarrekening en is van toepassing vanaf 1 januari 2010. Er wordt geen materiële impact op Fortis Bank verwacht. • Op 4 november 2009 heeft de IASB een herziening uitgebracht van IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden partijen (nog niet goedgekeurd door de Europese Unie). Deze herziene standaard voorziet een uitzondering in de publicatievereisten voor transacties tussen ondernemingen die onder gezamenlijk gezag staan van dezelfde overheid of waarop dezelfde overheid een invloed van betekenis heeft (ondernemingen onder zeggenschap van de overheid). Deze wijzigingen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2011 en kunnen een mogelijke impact hebben op de informatieverschaffing van Fortis Bank. • Op 12 november 2009 heeft de IASB de nieuwe standaard IFRS 9 Financiële instrumenten gepubliceerd (nog niet goedgekeurd door de Europese Unie). Deze nieuwe standaard vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering en is de eerste fase van het project van de IASB om IAS 39 volledig te vervangen. De andere twee fases gaan over de methodologie voor bijzondere waardeverminderingen en hedge accounting waarvan de publicatie verwacht wordt in 2010.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
53
• IFRS 9 verklaart dat de classificatie en de daaropvolgende waardering tegen ‘geamortiseerde kostprijs’ of tegen ‘reële waarde’ gebaseerd is op:: -- het bedrijfsmodel van de onderneming voor het beheer van financiële activa; -- de kenmerken van de contractuele kasstromen van financiële activa. Financiële activa worden gewaardeerd tegen ‘geamortiseerde kostprijs’ als: -- het doel van het bedrijfsmodel, het houden van financiële activa is met oog op het verwerven van contractuele kasstromen; en -- de contractuele voorwaarden van het financieel actief aanleiding geven tot kasstromen op gespecificeerde datums, die betalingen zijn van het bedrag en interest op het totaal uitstaande bedrag. Financiële activa die niet voldoen aan de bovenstaande criteria worden gewaardeerd tegen ‘reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’. Voor financiële activa die aan de voorwaarden voldoen om gewaardeerd te worden tegen ‘geamortiseerde kostprijs’, kan beslist worden om deze activa te waarderen tegen ‘reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’ in geval het een waarderingsinconsistentie (rapporteringsmismatch) oplost (= mogelijkheid om te waarderen tegen reële waarde). Op de opnamedatum kan de onderneming er onherroepelijk voor kiezen om de veranderingen in de reële waarde van een belegging in aandelen, die niet verworven zijn voor handelsdoeleinden, op te nemen in het eigen vermogen (niet-gerealiseerde resultaten). Dividenden van deze beleggingen worden opgenomen in resultaat wanneer het recht tot ontvangst van een dividend vastgelegd wordt. Herclassificaties zijn verplicht wanneer er een verandering wordt doorgevoerd in het bedrijfsmodel van de onderneming. Gestructureerde kredietinstrumenten (Contractueel verbonden instrumenten) worden gewaardeerd tegen ‘geamortiseerde kostprijs’ indien:
54
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
-- de tranche zelf eenvoudige kredietkenmerken heeft (zonder ‘look through’); -- de onderliggende groep van instrumenten eenvoudige kredietkenmerken heeft; -- de tranche hetzelfde of een beter kredietrisico heeft dan het gemiddeld kredietrisico van de onderliggende groep van instrumenten IFRS 9 wordt van toepassing vanaf 1 januari 2013. Toepassing voor die datum is toegelaten. Fortis Bank is momenteel bezig met het bepalen van de impact maar heeft niet de bedoeling om IFRS 9 vroeger toe te passen. • Op 27 november 2008 heeft het IFRIC de interpretatie IFRIC 17 Uitkeringen in natura aan aandeelhouders gepubliceerd (goedgekeurd door de Europese Unie op 26 november 2009). IFRIC 17 verduidelijkt dat: -- een te betalen dividend opgenomen moeten worden op het moment dat het besluit tot uitkering geautoriseerd is en de activa niet langer ter beschikking staan van de onderneming. -- een onderneming het te betalen dividend moet waarderen tegen de reële waarde van het uit te keren netto actief -- een onderneming het verschil tussen het betaalde dividend en de boekwaarde van het uitgekeerde netto actief moet opnemen in de resultatenrekening. • Deze interpretatie is van toepassing vanaf 1 januari 2010 en er wordt geen materiële impact op Fortis Bank verwacht. • Op 26 november 2009 heeft het IFRIC, een wijziging aan IFRIC 14 Voorafbetalingen met betrekking tot de vereisten inzake minimale financiering gepubliceerd. Deze wijziging verbetert een ongewild gevolg van IFRIC 14 en is van toepassing vanaf 1 januari 2011. Er wordt geen materiële impact op Fortis Bank verwacht. • Op 26 november 2009 heeft het IFRIC de interpretatie IFRIC 19 Het uitdoven van financiële verplichtingen met eigen vermogensinstrumenten gepubliceerd (nog niet goedgekeurd door de Europese Unie). IFRIC 19 gaat over de boekhoudkundige verwerking van een onderneming die de voorwaarden van een financiële verplichting heronderhandelt en dit leidt tot het uitgeven van eigenvermogensinstrumenten aan de schuldeiser waardoor een deel van of de gehele financiële verplichting opgeheven wordt. Deze interpretatie is van toepassing vanaf 1 januari 2011 en zou mogelijk een impact kunnen hebben op Fortis Bank.
1.4. Gesegmenteerde informatie Operationele segmenten zijn onderdelen van Fortis Bank: • die bedrijfsactiviteiten uitoefenen waaruit opbrengsten kunnen worden verdiend en waarbij kosten kunnen worden gemaakt • waarvan de bedrijfsresultaten regelmatig worden beoordeeld door het Executive Committee van Fortis Bank teneinde beslissingen over de aan het segment toe te kennen middelen te kunnen nemen en de financiële prestaties van het segment te evalueren • waarover afzonderlijke financiële informatie beschikbaar is. De gerapporteerde operationele segmenten van Fortis Bank zijn: • Retail Banking • Asset Management • Private Banking • Merchant Banking Andere activiteiten en eliminatieverschillen worden afzonderlijk gerapporteerd. Transacties of transfers tussen de bedrijfssegmenten gebeuren op basis van de gebruikelijke commerciële voorwaarden die ook voor niet-verbonden partijen gelden.
1.5. Consolidatiegrondslagen Dochterondernemingen De Geconsolideerde Jaarrekening omvat de jaarrekeningen van Fortis Bank en haar dochterondernemingen. Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarin Fortis Bank, direct of indirect, het financiële en operationele beleid kan sturen teneinde voordelen uit deze activiteiten te verwerven (‘zeggenschap’). Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de effectieve zeggenschap aan Fortis Bank wordt overgedragen en worden van consolidatie uitgesloten vanaf de datum waarop een einde komt aan die zeggenschap. Dochterondernemingen, die uitsluitend zijn overgenomen met de bedoeling te worden doorverkocht, worden als ‘vaste activa aangehouden voor verkoop’ verantwoord (zie toelichting 1.21 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten). Fortis Bank sponsort de oprichting van voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten (‘Special Purpose Entities’ of ‘SPE’s’), voornamelijk voor effectiseringstransacties, uitgifte van structured debt of andere welomlijnde doelstellingen. Sommige van deze SPE’s zijn beschermd tegen faillissement (‘bankruptcy-remote’) waardoor de activa niet door Fortis Bank gebruikt kunnen worden voor het verrekenen van claims van Fortis Bank. SPE’s worden geconsolideerd indien, de economische werkelijkheid van de relatie aangeeft dat, Fortis Bank zeggenschap heeft over de SPE’s. Fortis Bank heeft zeggenschap over de SPE als aan volgende criteria voldaan wordt: • De activiteiten van de SPE worden uitsluitend uitgevoerd in naam van Fortis Bank zodat Fortis Bank de winsten uit deze activiteiten verwerft; of • Fortis Bank heeft het beslissingsrecht om het grootste deel van de winsten uit de normale activiteiten van de SPE te verwerven; of • Fortis Bank is in wezen gerechtigd om de meerderheid van de voordelen van de SPE te verkrijgen, en kan bijgevolg blootgesteld zijn aan de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van de SPE; of • Fortis Bank behoudt in wezen de meerderheid van de resterende risico’s of eigendomsrisico’s met betrekking tot de SPE of haar activa om voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van de SPE.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
55
Intercompany transacties, saldi en winsten en verliezen uit transacties tussen ondernemingen van Fortis Bank worden geëlimineerd. Minderheidsbelangen in de nettoactiva en nettoresultaten van geconsolideerde dochterondernemingen worden in de balans en de resultatenrekening afzonderlijk weergegeven. Minderheidsbelangen worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de nettoactiva op de datum van verwerving. Na de datum van verwerving omvatten minderheidsbelangen het op de datum van verwerving berekende bedrag en het minderheidsaandeel in de eigenvermogensmutaties sinds de datum van verwerving. Bij het beoordelen of Fortis Bank zeggenschap heeft over een andere onderneming wordt het bestaan en effect van potentiële stemrechten die thans uitoefenbaar of converteerbaar zijn in aanmerking genomen.
Joint ventures Belangen in joint ventures worden verantwoord op basis van de proportionele methode. Joint ventures zijn contractuele afspraken waarbij Fortis Bank en andere partijen een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijk en evenredig zeggenschap hebben.
Geassocieerde deelnemingen Beleggingen in geassocieerde deelnemingen worden verantwoord op basis van de ‘equity’methode. Dit zijn beleggingen waarin Fortis Bank invloed van betekenis heeft zonder overwegende zeggenschap. Een invloed van betekenis is de bevoegdheid om deel te nemen in het financieel en het operationeel beslissingsproces van de onderneming zonder zeggenschap uit te oefenen. Een invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan wanneer Fortis Bank, direct of indirect, 20% of meer van de stemrechten van de onderneming uitoefent. De belegging wordt verantwoord op basis van het aandeel van Fortis Bank in het nettoactief van de geassocieerde deelneming. Het aandeel van Fortis Bank in het netto-inkomen van het jaar wordt verantwoord als beleggingsbaten en het aandeel van Fortis Bank in de rechtstreekse eigenvermogensschommelingen na acquisitie worden verantwoord in het eigen vermogen. Winsten op transacties tussen Fortis Bank en beleggingen gewaardeerd volgens de ‘equity’methode, worden geëlimineerd naar rato van het aandeel van Fortis Bank. Verliezen worden ook geëlimineerd, tenzij uit de transactie blijkt dat het overgedragen actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. De jaarrekening van de geassocieerde deelnemingen wordt indien nodig aangepast om consistentie te verzekeren met de Fortis Bank-grondslagen voor financiële verslaggeving. Verliezen worden verantwoord totdat de boekwaarde van de belegging nihil bedraagt. Verdere verliezen worden alleen verantwoord als Fortis Bank een in rechte afdwingbare of een feitelijke verplichting heeft of betalingen heeft verricht betreffende deze geassocieerde deelneming.
Minderheidsbelangen Minderheidsbelangen worden afzonderlijk gepresenteerd in de geconsolideerde resultatenrekening en balans.
56
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.6. Vreemde valuta De Geconsolideerde Jaarrekening is opgesteld in euro, de voor presentatie gehanteerde munt van Fortis Bank.
Transacties luidende in vreemde valuta Transacties in vreemde valuta door individuele maatschappijen van Fortis Bank worden verantwoord tegen de valutakoers op de datum van de transactie. Op balansdatum worden uitstaande saldi luidend in vreemde valuta verantwoord tegen de slotkoers voor monetaire posten. De omrekening van niet-monetaire posten hangt af van het feit of deze worden verantwoord tegen historische kostprijs of reële waarde. Niet-monetaire posten, welke tegen historische kostprijs worden verantwoord, worden omgerekend op basis van de historische wisselkoers op transactiedatum. Niet-monetaire posten, welke tegen reële waarde worden verantwoord, worden omgerekend op basis van de wisselkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Wanneer een winst of een verlies op een niet-monetaire post in niet-gerealiseerde resultaten wordt opgenomen, moet een eventuele wisselkoerscomponent van die winst of dat verlies in nietgerealiseerde resultaten worden opgenomen.
Omrekening van vreemde valuta Bij consolidatie worden de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht van entiteiten, waarvan de functionele munt niet in euro is uitgedrukt, omgerekend in de voor presentatie gehanteerde munt van Fortis Bank, namelijk de euro, tegen gemiddelde dagwisselkoersen voor het lopende jaar (of uitzonderlijk tegen de wisselkoers op de dag van de transactie indien de wisselkoersen significant schommelen) en worden hun balansen omgerekend tegen de slotkoers op balansdatum. Wisselkoersverschillen uit omrekening worden verantwoord in het eigen vermogen (rubriek ‘Koersverschillenreserve’). Bij afstoting van een buitenlandse entiteit worden die wisselkoersverschillen in de resultatenrekening verantwoord als onderdeel van de winsten of verliezen uit verkoop. Wisselkoersverschillen, ontstaan bij de omrekening van monetaire posten, aangemerkt als afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, worden in de Geconsolideerde Jaarrekening verantwoord in het eigen vermogen, in de mate dat de afdekking effectief is, (rubriek ‘Koersverschillenreserve’) tot de netto-investering wordt vervreemd of indien er een bijzondere waardevermindering wordt geboekt op de netto-investering, behalve in het geval van een afdekking die niet effectief is, deze wordt onmiddellijk in de resultatenrekening verantwoord. Goodwill die voortvloeit uit de acquisitie van een buitenlandse activiteit en aanpassingen van de reële waarde van activa en verplichtingen die voortvloeien uit de acquisitie van die buitenlandse activiteit, worden behandeld als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden tegen de slotkoers op balansdatum omgerekend. Alle verschillen die hieruit voortvloeien worden in het eigen vermogen (rubriek ‘Koersverschillenreserve’) verantwoord. Bij verkoop van de buitenlandse entiteit vindt er een overdracht naar de resultatenrekening plaats.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
57
1.7. Transactie- en afwikkelingsdatum Alle aan- en verkopen van financiële activa en verplichtingen, die moeten worden afgewikkeld binnen het tijdsbestek dat door regelgeving of een marktconventie is vastgesteld (standaardmarktconventies), worden verantwoord op basis van de transactiedatum, de datum waarop Fortis Bank als partij betrokken wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Termijnaankopen en -verkopen anders dan deze die moeten worden afgewikkeld binnen het tijdsbestek dat door regelgeving of een marktconventie is vastgesteld, worden tot het moment van afwikkeling verantwoord als afgeleide termijntransacties
1.8. Saldering Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt in de balans gerapporteerd wanneer er een wettelijk afdwingbaar recht is om de verantwoorde bedragen te salderen en er de intentie is om tot een afwikkeling op nettobasis te komen of tegelijkertijd het actief te realiseren en de verplichting af te wikkelen.
1.9. Verantwoording en waardering van financiële activa en verplichtingen Fortis Bank verantwoordt financiële activa en verplichtingen op basis van het doel van het aangaan van die transacties.
Financiële activa Bijgevolg worden financiële activa verantwoord als activa aangehouden voor handelsdoeleinden, beleggingen, vorderingen op banken en vorderingen op klanten. De waardering en de verantwoording van de resultaten hangen af van de IFRS-indeling van de financiële activa, namelijk: (a) leningen en vorderingen; (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen; (c) financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening en (d) voor verkoop beschikbare financiële activa. Deze IFRS-indeling bepaalt de waardering en de verantwoording van de resultaten als volgt:: • Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd. Leningen en vorderingen worden eerst gewaardeerd tegen reële waarde (inclusief transactiekosten) en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, waarbij de periodieke amortisatie in de resultatenrekening wordt verantwoord. • Tot einde looptijd aangehouden beleggingen zijn instrumenten met vaste of bepaalbare betalingen en een vaste looptijd waarvan Fortis Bank stellig voornemens is en in staat is deze aan te houden tot het einde van de looptijd. Deze instrumenten worden eerst gewaardeerd tegen reële waarde (inclusief transactiekosten) en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, waarbij de periodieke amortisatie in de resultatenrekening wordt verantwoord.
58
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
• Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening omvatten: (i) financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, inclusief derivaten die niet voor ‘hedge accounting’ in aanmerking komen, en (ii) financiële activa die Fortis Bank onherroepelijk bij eerste opname of eerste toepassing van IFRS heeft aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, omdat: -- het basiscontract een in het contract besloten derivaat bevat dat anders zou moeten worden afgezonderd; -- het een waarderingsinconsistentie opheft of aanzienlijk vermindert (‘rapporteringsmismatch’); of -- het een portefeuille betreft van activa en verplichtingen die beheerd en gewaardeerd worden op basis van de reële waarde. • Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn financiële activa die niet worden verantwoord als leningen en vorderingen, tot einde looptijd aangehouden beleggingen, of financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden eerst tegen reële waarde gewaardeerd (inclusief transactiekosten) en worden vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde met opname van niet-gerealiseerde winsten of verliezen uit wijzigingen in de reële waarde in het eigen vermogen.
Financiële verplichtingen Financiële verplichtingen worden verantwoord als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, schulden aan banken, schulden aan klanten, schuldbewijzen, achtergestelde schulden en overige financieringen. De waardering en de verantwoording van de resultaten hangen af van de IFRS-indeling van de financiële verplichtingen, namelijk: (a) financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening en (b) overige financiële verplichtingen. Deze IFRSindeling bepaalt de waardering en verantwoording van de resultaten als volgt: • Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening omvatten: (i) financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, inclusief derivaten die niet voor ‘hedge accounting’ in aanmerking komen, en (ii) financiële verplichtingen die Fortis Bank onherroepelijk bij eerste opname of eerste toepassing van IFRS heeft aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, omdat -- het basiscontract een in het contract besloten derivaat bevat dat anders zou moeten worden afgezonderd; -- het een waarderingsinconsistentie opheft of aanzienlijk vermindert (‘rapporteringsmismatch’); of -- het een portefeuille betreft van activa en verplichtingen die beheerd en gewaardeerd worden op basis van de reële waarde. • Overige financiële verplichtingen worden eerst tegen reële waarde gewaardeerd (inclusief transactiekosten) en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, waarbij de periodieke amortisatie in de resultatenrekening wordt verantwoord.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
59
1.10. Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde kan gedefinieerd worden als het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld in een zakelijke, objectieve transactie tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen, die onafhankelijk zijn. De reële waarde van een financieel instrument wordt bepaald op basis van gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt. Indien er geen actieve markt is voor het financiële instrument, wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingsmethoden. Waarderingsmethoden maken zoveel mogelijk gebruik van marktinformatie, maar worden beïnvloed door de gehanteerde veronderstellingen, zoals disconteringsvoeten en inschattingen van toekomstige kasstromen, en houden indien nodig rekening met de aanpassingen aan de opzet van het model. Dergelijke methoden bevatten marktprijzen van vergelijkbare beleggingen, contante-waardeberekeningen, optiewaarderingsmodellen en waarderingsmethoden voor markt’multiples’. In het zeldzame geval dat het niet mogelijk is de reële waarde van een financieel instrument te bepalen, wordt het tegen kostprijs verantwoord. Bij eerste opname is de reële waarde van een financieel instrument de transactieprijs, tenzij de reële waarde blijkt uit waarneembare recente markttransacties van hetzelfde instrument, of wordt ze gebaseerd op een waarderingsmethode waarvan de variabelen alleen uit gegevens bestaan afkomstig uit waarneembare markten. Fortis Bank maakt een onderscheid tussen 3 groepen van waardering tegen reële waarde, gebaseerd op de manier waarop de reële waarde bepaald wordt: • Groep 1: financiële instrumenten genoteerd op een actieve markt; • Groep 2: financiële instrumenten gewaardeerd door een waarderingsmodel enkel op basis van observeerbare parameters; • Groep 3: financiële instrumenten gewaardeerd door een waarderingsmodel op basis van nietobserveerbare parameters. De belangrijkste methoden en veronderstellingen die Fortis Bank hanteert bij het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: • De reële waarde van voor verkoop beschikbare effecten en van effecten tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening wordt bepaald met behulp van marktprijzen van actieve markten. Indien geen genoteerde prijzen in een actieve markt beschikbaar zijn, wordt de reële waarde bepaald met behulp van contante-waardeberekeningen. Disconteringsfactoren worden hierbij gebaseerd op de ‘swap curve’ plus een spread ter weerspiegeling van de kredietrisicokenmerken van het instrument. De reële waarde van tot de vervaldag aangehouden effecten (enkel nodig voor de toelichting) wordt op dezelfde wijze bepaald. • De reële waarde van derivaten wordt verkregen uit actieve markten of wordt, indien van toepassing, bepaald met behulp van contante-waardeberekeningen en optie-waarderingsmodellen. • De reële waarde voor niet-beursgenoteerde ‘private equity’-beleggingen wordt geschat met behulp van de toepasselijke markt-‘multiples’ (bijvoorbeeld koers-winstverhoudingen of koerskasstroomverhoudingen) die verfijnd worden om de specifieke omstandigheden van de emittent te weerspiegelen.
60
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
• De reële waarde van leningen wordt bepaald met behulp van contante-waardeberekeningen op basis van de huidige marginale rentevoeten die Fortis Bank hanteert voor leningen van hetzelfde type. Voor leningen met een variabele rente, die frequent van prijs wijzigen en geen aanwijsbare wijziging van het kredietrisico vertonen, wordt de reële waarde benaderd door de boekwaarde. Voor het waarderen van rentevoetplafonds en vooruitbetalingsopties, die in leningen zijn opgenomen en die in overeenstemming met IFRS separaat worden verantwoord, worden optiewaarderingsmodellen gebruikt. • Voor kortlopende schulden en vorderingen wordt verondersteld dat de boekwaarde de reële waarde benadert.
1.11. Waardering van activa met bijzondere waardeverminderingen Een actief heeft een bijzondere waardevermindering ondergaan wanneer zijn boekwaarde hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Fortis Bank onderzoekt zijn activa op elke balansdatum op objectieve aanwijzingen die aanleiding kunnen geven tot een bijzondere waardevermindering. De boekwaarde van activa met een bijzondere waardevermindering wordt verlaagd tot de geschatte realiseerbare waarde en het bedrag van de bijzondere waardevermindering in de lopende verslagperiode wordt verantwoord in de resultatenrekening. Herstellingen, afboekingen en terugnamen van bijzondere waardeverminderingen worden in de resultatenrekening verantwoord als onderdeel van de wijziging in bijzondere waardevermindering. Indien in een volgende periode het bedrag van de bijzondere waardeverminderingen op activa, anders dan goodwill of voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten, als gevolg van een gebeurtenis die zich voordoet na de waardevermindering daalt, dan wordt het bedrag teruggeboekt via de resultatenrekening.
Financiële activa Een financieel actief (of een groep van financiële activa) heeft een bijzondere waardevermindering ondergaan als er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen als gevolg van een of meer gebeurtenissen na de eerste opname van het actief. Deze tot verlies leidende gebeurtenis(sen) heeft (hebben) een effect op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financiële actief (of groep van financiële activa) dat betrouwbaar kan worden geschat. Voor aandelen omvatten de indicatoren die objectieve aanwijzingen kunnen geven tot bijzondere waardeverminderingen onder meer het feit of de reële waarde significant beneden kostprijs is op balansdatum of gedurende een langere periode beneden kostprijs is op balansdatum. Voor gestructureerde kredietinstrumenten werden specifieke indicatoren vastgelegd. Zie toelichting 18.4 Gestructureerde kredietinstrumenten. Afhankelijk van de categorie waarin het financieel actief geclassificeerd is, wordt de realiseerbare waarde als volgt geschat: • de reële waarde door middel van een waarneembare marktprijs (voor verkoop beschikbare activa); • de contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het financieel actief (voor financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs).
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
61
Bijzondere waardeverminderingen die worden toegerekend aan voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten kunnen in latere periodes niet worden teruggeboekt via de resultatenrekening. Zie toelichting 1.13 Vorderingen op banken en vorderingen op klanten en toelichting 1.16 Beleggingen
Goodwill en overige immateriële vaste activa Zie toelichting 1.20 Goodwill en overige immateriële vaste activa.
Overige activa Voor niet-financiële activa wordt de realiseerbare waarde bepaald als de hoogste van enerzijds de reële waarde verminderd met verkoopkosten en anderzijds de waarde in gebruik. De reële waarde verminderd met verkoopkosten is het bedrag dat kan worden verkregen door de verkoop van een actief in een marktconforme (‘arm’s length’) transactie tussen bewuste, bereidwillige partijen, na aftrek van verkoopkosten. De waarde in gebruik is de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen waarvan verwacht wordt dat ze zal voortvloeien uit het voortgezette gebruik van een actief en uit zijn vervreemding aan het einde van zijn gebruiksduur.
1.12. Geldmiddelen en kasequivalenten Inhoud Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten liquide middelen, vrij beschikbare tegoeden bij centrale banken en andere kortlopende uiterst liquide financiële instrumenten met een vervaldatum korter dan drie maanden vanaf de datum van verwerving, die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Kasstroomoverzicht Fortis Bank presenteert de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten op basis van de indirecte methode, waarbij het nettoresultaat wordt aangepast met de gevolgen van transacties van niet-geldelijke aard, eventuele overlopende posten voor al ontvangen of toekomstige kasontvangsten of kasbetalingen uit exploitatie en posten van baten of lasten in verband met investerings- of financieringskasstromen. Ontvangen en betaalde rente worden in het kasstroomoverzicht verantwoord als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten. Ontvangen dividenden worden in het kasstroomoverzicht verantwoord als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten. Betaalde dividenden worden verantwoord als een financieringsactiviteit.
62
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.13. Vorderingen op banken en vorderingen op klanten Classificatie Vorderingen op banken en klanten omvatten leningen die Fortis Bank heeft geïnitieerd door rechtstreeks geld te verschaffen aan de lener of tussenpersoon, evenals bij derden aangekochte leningen die tegen geamortiseerde kostprijs worden verantwoord. Leningen, die worden geïnitieerd of aangekocht met het voornemen ze op korte termijn te verkopen of effectiseren, worden verantwoord als activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Leningen, die worden aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening of als voor verkoop beschikbaar, worden als zodanig verantwoord bij eerste opname. Verplichtingen uit hoofde van leningen waarbij een lening kan opgenomen worden binnen een tijdsbestek bepaald door een reglementering of marktconventies worden niet verantwoord in de balans. Deze categorie bevat ook de activa die geherclassificeerd zijn uit de ‘voor verkoop beschikbare’ en de ‘aangehouden voor handelsdoeleinden’ categorieën.
Waardering Extra kosten en ontvangen vergoedingen voor het initiëren van leningen, die niet worden aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, worden uitgesteld en geamortiseerd over de looptijd van de lening als een aanpassing van de rentebaten.
Bijzondere waardeverminderingen Een individueel bijzonder waardeverminderingsverlies op een lening staat vast wanneer er objectieve aanwijzingen zijn dat Fortis Bank niet alle verschuldigde bedragen, in overeenstemming met contractuele voorwaarden, zal kunnen innen. Het bedrag van de waardevermindering is het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde, hetzij de contante waarde van de verwachte kasstromen door het toepassen van de oorspronkelijke effectieve rente of, als alternatief, de waarde van de zekerheden, indien de lening door een zekerheid is gedekt, verminderd met de kosten om deze zekerheden te realiseren. Voor leningen die niet individueel onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering wordt het risico gewaardeerd op basis van een portefeuille leningen met gelijkaardige kredietrisicokenmerken. Een collectieve bijzondere waardevermindering wordt verantwoord voor groepen van tegenpartijen, als gevolg van gebeurtenissen na aanvang van de lening, die collectief een waarschijnlijkheid van wanbetaling op de vervaldag met zich meebrengen dat als objectief bewijs van bijzondere waardevermindering kan worden beschouwd voor de groep van tegenpartijen, maar waarvan het nog niet mogelijk is om de bijzondere waardevermindering toe te kennen aan een individuele tegenpartij. Deze beoordeling werkt op basis van een intern ratingsysteem gebaseerd op historische gegevens en waar nodig aangepast om de juiste omstandigheden op balansdatum weer te geven. Deze beoordeling schat ook het bedrag van verlies op de desbetreffende portefeuille, waarbij rekening wordt gehouden met de trend in de economische cyclus tijdens de beoordelingsperiode.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
63
Gebaseerd op ervaring kan Fortis Bank aanvullende collectieve bijzondere waardeverminderingen verantwoorden met betrekking tot de gegeven economische sector en het geografisch gebied die onderhevig zijn aan uitzonderlijke economische omstandigheden. Dit kan het geval zijn wanneer de gevolgen van deze omstandigheden niet voldoende accuraat gemeten kunnen worden om de parameters aan te passen die gebruikt worden om de collectieve waardeverminderingen te bepalen voor de desbetreffende portefeuille van leningen met gelijkaardige kenmerken. Bijzondere waardeverminderingen worden verantwoord als een daling van de boekwaarde van ‘Vorderingen op banken’ en ‘Vorderingen op klanten’. Indien het bedrag van de bijzondere waardeverminderingen in een volgende periode afneemt en de daling objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de afboeking plaatsvond, moet het voorheen opgenomen bijzondere waardeverminderingsverlies worden teruggenomen. Wanneer een specifieke lening wordt geïdentificeerd als oninbaar, en alle wettelijke en procedurele middelen uitgeput zijn, wordt de lening in mindering gebracht op de daarmee verband houdende lasten van bijzondere waardevermindering; latere realisaties worden onder wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen in de resultatenrekening verantwoord.
1.14. Verkoop- en terugkoopovereenkomsten en uitlenen/lenen van effecten Effecten die onder een terugkoopovereenkomst (‘repo’) vallen, blijven in de balans verantwoord. De schuld die voortvloeit uit de verplichting tot terugkoop van de activa is begrepen in ‘Schulden aan banken’ of ‘Schulden aan klanten’, afhankelijk van de tegenpartij. Wanneer een terugkoopovereenkomst is aangegaan voor handelsdoeleinden wordt de schuld verantwoord in de categorie ‘verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’. Effecten, die zijn aangekocht als gevolg van een overeenkomst tot terugverkoop (‘reverse repo’) worden niet verantwoord in de balans. Het recht op de geldmiddelen van de tegenpartij wordt verantwoord als ‘Vorderingen op banken’ of ‘Vorderingen op klanten’, afhankelijk van de tegenpartij. Wanneer de overeenkomst is aangegaan voor handelsdoeleinden wordt de vordering verantwoord in de categorie ‘activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’. Het verschil tussen de verkoopprijs en de terugkoopprijs wordt verantwoord als rente en toegerekend over de looptijd van de overeenkomsten met behulp van de effectieve-rentemethode. Effecten die geleend zijn aan tegenpartijen blijven in de balans verantwoord. Naar analogie worden geleende effecten niet in de balans verantwoord. Indien geleende effecten aan derden worden verkocht, worden de opbrengsten uit de verkoop en de schuld uit de verplichting tot teruggave van de zekerheid verantwoord. De verplichting tot teruggave van de zekerheid wordt gewaardeerd tegen reële waarde en verantwoord als een verplichting aangehouden voor handelsdoeleinden, met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Geldmiddelen geleend of ontvangen bij het lenen of uitlenen van effecten worden verantwoord als ‘Vorderingen op banken/ klanten’ of ‘Schulden aan banken/klanten’.
64
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.15. Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Een financieel actief of een financiële verplichting wordt verantwoord als aangehouden voor handelsdoeleinden indien het: • verworven of aangegaan is hoofdzakelijk met het doel dit actief of deze verplichting op korte termijn te verkopen of terug te kopen; • deel uitmaakt van geïdentificeerde financiële instrumenten die gezamenlijk worden beheerd en waarvoor aanwijzingen bestaan van een recent, feitelijk patroon van winstnemingen op korte termijn; of • een derivaat is (behalve een derivaat dat wordt aangewezen als een afdekkingsinstrument en het een effectieve dekking betreft). Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden worden zowel bij de eerste opname als nadien gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. De (gerealiseerde en ongerealiseerde) resultaten worden verantwoord als ‘Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen’. Rente ontvangen (betaald) op activa die wordt aangehouden voor handelsdoeleinden wordt verantwoord als rentebaten (rentelasten). Ontvangen dividenden worden verantwoord als ‘Dividenden en overige beleggingsbaten’.
1.16. Beleggingen Beleggingen in effecten Het management bepaalt de geschikte verantwoording van de beleggingen in effecten op het tijdstip van de aankoop. Beleggingen in effecten met vaste of bepaalbare betalingen en een vaste vervaldag, met uitzondering van deze die voldoen aan de definitie van leningen en vorderingen, waarbij het management zowel van plan is als in de mogelijkheid verkeert om deze tot einde looptijd aan te houden, worden verantwoord als financiële activa aan te houden tot einde looptijd. Voor onbepaalde duur aan te houden beleggingen in effecten, die kunnen worden verkocht om te voorzien in liquiditeitsbehoeften of bij wijzigingen in de rentevoeten, wisselkoersen of aandelenprijzen, worden verantwoord als financiële activa beschikbaar voor verkoop. Beleggingen in effecten die worden verworven om korte termijn winsten te genereren worden beschouwd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Elke andere belegging, dan beleggingen in eigenvermogensinstrumenten zonder een genoteerde marktprijs op een actieve markt en waarvan de reële waarde niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, mag bij eerste opname worden aangemerkt als financieel instrument tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening als voldaan wordt aan een van de volgende drie voorwaarden: • het basiscontract een besloten derivaat bevat dat anders zou moeten worden afgezonderd; • het een waarderingsinconsistentie opheft of aanzienlijk vermindert (‘rapporteringsmismatch’); of • het een portefeuille betreft van activa en verplichtingen die beheerd en gewaardeerd worden op basis van de reële waarde. Wanneer een actief is aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, kan het niet meer worden overgedragen naar een andere categorie.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
65
Beleggingen aangehouden tot vervaldatum worden verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van, indien van toepassing, bijzondere waardeverminderingen. Elk verschil tussen het bedrag van de eerste opname dat voortvloeit uit transactiekosten, eerste premies of kortingen, wordt geamortiseerd over de looptijd van de belegging met behulp van de oorspronkelijke effectieve rente. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen wanneer er objectieve aanwijzingen zijn dat Fortis Bank niet alle verschuldigde bedragen, in overeenstemming met de contractuele voorwaarden, zal kunnen innen. Deze bijzondere waardevermindering wordt verantwoord in de resultatenrekening. Beleggingen in effecten aangehouden voor verkoop worden verantwoord tegen reële waarde. Veranderingen in de reële waarde worden rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen tot het actief wordt verkocht, uitgezonderd voor het effectieve deel van de reële waarde afdekking indien het actief door een derivaat is afgedekt. Indien wordt vastgesteld dat een belegging een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, dan wordt de bijzondere waardevermindering verantwoord in de resultatenrekening. De ongerealiseerde verliezen die eerder werden verantwoord in het eigen vermogen worden bij beleggingen in effecten aangehouden voor verkoop, die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, overgeboekt naar de resultatenrekening wanneer de bijzondere waardevermindering zich voordoet. Indien in een volgende periode de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar schuldinstrument stijgt en de stijging objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die na de verwerking in de resultatenrekening plaatsvond, wordt de bijzondere waardevermindering teruggenomen via de resultatenrekening. Bijzondere waardeverminderingen die worden toegerekend aan voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten kunnen in latere periodes niet worden teruggenomen via de resultatenrekening. Indien een verdere daling in de reële waarde na het boeken van een bijzondere waardevermindering zich voordoet, wordt deze daling in de reële waarde beschouwd als een bijzondere waardevermindering en opgenomen in de resultatenrekening. Beleggingen in effecten aangehouden voor verkoop die afgedekt worden door een derivaat worden verantwoord tegen reële waarde met verantwoording van de waardeveranderingen in de resultatenrekening voor het effectieve deel van de reële-waardeafdekking en met waardeveranderingen in eigen vermogen voor het resterende deel. Voor handelsdoeleinden aangehouden activa en activa die zijn aangemerkt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, worden verantwoord tegen reële waarde. Veranderingen in de reële waarde worden verantwoord in de resultatenrekening.
Vastgoedbeleggingen Een vastgoedbelegging is vastgoed dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging of beide te realiseren. Fortis Bank kan bepaalde vastgoedbeleggingen ook voor eigen gebruik aanwenden. Indien de delen aangewend voor eigen gebruik afzonderlijk kunnen worden verkocht of geleased via een financiële lease worden die delen verantwoord als materiële vaste activa. Indien de delen aangewend voor eigen gebruik niet afzonderlijk kunnen worden verkocht dan worden de respectievelijke onroerende goederen alleen als vastgoedbeleggingen behandeld indien Fortis Bank een onbelangrijk deel voor eigen gebruik aanhoudt. Vastgoedbeleggingen in aanbouw worden ook geclassificeerd als vastgoedbeleggingen. Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving wordt berekend met behulp van de lineaire methode om de kosten van de betreffende activa over hun geschatte
66
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
gebruiksduur te verlagen tot hun restwaarde. De restwaarde en de geschatte gebruiksduur van vastgoedbeleggingen worden afzonderlijk bepaald voor elk belangrijk onderdeel (‘component approach’) en worden op elke balansdatum opnieuw bekeken. Fortis Bank verhuurt zijn vastgoedbeleggingen door middel van diverse niet-opzegbare huurcontracten. Bepaalde contracten bevatten hernieuwingsopties voor diverse periodes. Als de lease-overeenkomst geclassificeerd is als een operationele lease-overeenkomst worden de huuropbrengsten als beleggingsopbrengsten lineair verantwoord over de periode waarop ze betrekking hebben. Overboekingen naar of van vastgoedbeleggingen vinden alleen plaats als, en alleen als, er een wijziging is van het gebruik: • in vastgoedbeleggingen aan het einde van het eigen gebruik of bij aanvang van een operationele lease aan een andere partij; en • uit vastgoedbeleggingen bij aanvang van het eigen gebruik of bij aanvang van ontwikkeling met het oog op verkoop. Wanneer het resultaat van een bouwcontract op betrouwbare wijze kan worden geschat, worden de contractopbrengsten en -kosten in verband met het bouwcontract verantwoord als baten respectievelijk lasten met verwijzing naar het stadium van uitvoering van de contractactiviteit op balansdatum. Wanneer het waarschijnlijk is dat de totale contractkosten hoger zullen zijn dan de totale contractopbrengsten wordt het verwachte verlies onmiddellijk verantwoord onder de lasten.
1.17. Lease-overeenkomsten Een financiële lease is een lease-overeenkomst die vrijwel alle aan het eigendom van een actief verbonden risico’s en voordelen overdraagt. Het eigendom kan uiteindelijk wel of niet worden overgedragen. Een operationele lease is elke lease-overeenkomst die geen financiële lease is.
Fortis Bank als leasinggever Activa die als gevolg van operationele lease-overeenkomsten worden geleased, worden verantwoord in de geconsolideerde balans (a) onder vastgoedbeleggingen (gebouwen) en (b) onder materiële vaste activa (materieel en motorvoertuigen). Ze worden verantwoord tegen kostprijs, verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Leasingbaten, na aftrek van eventuele aan leasingnemers gegeven voordelen, worden lineair geamortiseerd over de leaseperiode. De directe aanvangskosten die Fortis Bank heeft gemaakt, worden toegevoegd aan de boekwaarde van het geleasede actief en over de leaseperiode verantwoord onder lasten op dezelfde basis als de leaseopbrengsten. Wanneer aangehouden activa onder een financiële leaseovereenkomst vallen dan wordt de contante waarde van de leasebetalingen en eventuele ongegarandeerde restwaarde verantwoord als vordering. Het verschil tussen de bruto-investering en de netto-investering in de lease wordt verantwoord als onverdiende financiële baten. Rentebaten uit lease-overeenkomsten worden verantwoord over de looptijd van de leaseovereenkomst op basis van een patroon dat een constante periodieke rendementsvoet weerspiegeld op de netto-investering die uitstaat ten aanzien van financiële lease-overeenkomsten. De directe aanvangskosten die Fortis Bank heeft gemaakt, worden verantwoord in de vordering van de financiële leaseovereenkomst en over de leaseperiode toegerekend tegenover rentebaten uit lease-overeenkomsten. De geschatte ongegarandeerde restwaarden die worden gebruikt voor de berekening van de bruto-investering
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
67
van de lessor in de lease-overeenkomst, worden regelmatig getoetst. Indien de geschatte ongegarandeerde restwaarde verminderd is, wordt de toerekening van de baten over de leaseperiode herzien en wordt elke vermindering met betrekking tot de reeds verstreken looptijd onmiddellijk opgenomen.
Fortis Bank als leasingnemer Fortis Bank sluit hoofdzakelijk operationele lease-overeenkomsten af voor de huur van materieel en terreinen en gebouwen. Betalingen als gevolg van dergelijke leasetransacties worden lineair over de looptijd van de leaseovereenkomst geamortiseerd in de resultatenrekening. Wanneer een operationele lease wordt beëindigd voordat de leaseperiode is afgelopen dan worden de vergoedingen die bij wijze van boete aan de leasinggever dienen te worden betaald, verantwoord onder lasten in de verslagperiode waarin de beëindiging plaatsvindt. Eventuele voordelen die van de leasinggever in verband met operationele leasetransacties zijn ontvangen, worden lineair over de leaseperiode verantwoord als een vermindering van leasinglasten. Indien de leaseovereenkomst vrijwel alle risico’s en beloningen overdraagt die aan het bezit van het actief vasthangen, dan wordt de lease als financiële lease verantwoord en wordt het betreffende actief geactiveerd. Bij aanvang van de leaseperiode wordt het actief verantwoord tegen de reële waarde van het geleasede actief of, indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Het geleasede actief wordt afgeschreven over de verwachte gebruiksduur van het actief, ofwel over de leaseperiode indien deze laatste korter is, indien het niet redelijk zeker is dat de lessee aan het eind van de leaseperiode de eigendom zal verkrijgen. De overeenkomstige leaseverplichting, na aftrek van financiële kosten, wordt verantwoord onder leningen. Het rente-element van de financiële kosten wordt in de resultatenrekening over de leaseperiode ten laste genomen zodat er een constante periodieke rentevoet tot stand wordt gebracht op het resterende verplichtingsaldo voor elke verslagperiode.
1.18. Overige vorderingen Overige vorderingen, die voortvloeien uit de normale bedrijfsvoering en door toedoen van Fortis Bank ontstaan, worden eerst tegen hun reële waarde verantwoord en daarna gewaardeerd tegen ‘geamortiseerde kostprijs’ op basis van de effectieve-rentemethode en onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
1.19. Materiële vaste activa Alle voor eigen gebruik aangehouden vastgoed en alle vaste activa worden verantwoord tegen kostprijs, verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen (behalve voor terreinen die niet worden afgeschreven) en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De kostprijs is het equivalent van de contante prijs die is betaald, ofwel de reële waarde van de vergoeding die is gegeven om het actief te verwerven op het moment van de verwerving of de bouw van het actief.
68
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
De afschrijvingen op gebouwen worden berekend volgens de lineaire methode teneinde de kosten van die activa af te schrijven over de geschatte levensduur tot de restwaarde. De levensduur van de gebouwen is afzonderlijk bepaald voor elk belangrijk deel (componentenbenadering) en wordt elk jaareinde herzien. De vastgoedbeleggingen worden gesplitst in de volgende componenten: ruwbouw, ramen en deuren, technische uitrusting, ruwe afwerking en detailafwerking. De maximale levensduur van de componenten is als volgt: Ruwbouw Ramen en deuren Technische uitrusting Ruwe afwerking Detailafwerking
50 jaar voor kantoren en winkelpanden; 70 jaar voor woningen 30 jaar voor kantoren en winkelpanden; 40 jaar voor woningen 20 jaar voor kantoren; 25 jaar voor winkelpanden en 40 jaar voor woningen 20 jaar voor kantoren; 25 jaar voor winkelpanden en 40 jaar voor woningen 10 jaar voor kantoren, winkelpanden en woningen
Terreinen hebben een ongelimiteerde levensduur en worden daarom niet afgeschreven. Informatica, kantoor- en andere apparatuur en motorrijtuigen worden afgeschreven over hun respectievelijke levensduur die individueel is vastgesteld. Als algemene regel worden de restwaarden nihil verondersteld. Uitgaven voor reparaties en onderhoud worden in de resultatenrekening als last verantwoord in de periode waarin de uitgaven worden gedaan. Uitgaven die de voordelen van vastgoed of vaste activa zodanig verbeteren of uitbreiden dat hun oorspronkelijke gebruik wordt overstegen, worden geactiveerd en vervolgens afgeschreven. Financieringskosten voor de financiering van de bouw van materiële vaste activa: zie sectie 1.32 Financieringskosten.
1.20. Goodwill en overige immateriële vaste activa Immateriële vaste activa Een immaterieel vast actief is een identificeerbaar niet-monetair actief. Het immaterieel vast actief wordt verantwoord tegen kostprijs als het toekomstige economische voordelen zal opleveren en de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Immateriële vaste activa van onbepaalde gebruiksduur worden niet afgeschreven maar minstens eenmaal per jaar getoetst op bijzondere waardevermindering. Geïdentificeerde eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de resultatenrekening verantwoord. Immateriële vaste activa worden op de balans verantwoord tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijving en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De restwaarde en de geschatte gebruiksduur van immateriële vaste activa worden op elke balansdatum opnieuw bekeken. Afgezien van goodwill, heeft Fortis Bank geen immateriële vaste activa met een onbepaalde economische levensduur. Immateriële vaste activa met bepaalde gebruiksduur worden geamortiseerd over de geschatte gebruiksduur.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
69
Goodwill Acquisities van ondernemingen worden verantwoord op basis van de overnamemethode. Goodwill vertegenwoordigt het positieve verschil tussen enerzijds de kostprijs van de bedrijfscombinatie (inclusief direct toerekenbare kosten) en anderzijds het belang van Fortis Bank in de reële waarde van de activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen. Goodwill uit de acquisitie van een dochteronderneming wordt in de balans weergegeven. Goodwill die bij bedrijfscombinaties van vóór 1 januari 2004 is ontstaan, is in mindering gebracht op het eigen vermogen en wordt in het kader van IFRS niet geherwaardeerd. Op acquisitiedatum wordt de goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting voordeel zullen halen uit de synergie in de bedrijfscombinatie. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wel getoetst op bijzondere waardevermindering op het niveau van kasstroomgenererende eenheden die de operationele segmenten van Fortis Bank niet overschrijden. Goodwill uit de acquisitie van een geassocieerde deelneming wordt verantwoord als een onderdeel van de geassocieerde deelneming. Het positieve verschil tussen enerzijds het verworven belang in de netto reële waarde van de activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen partij en anderzijds de acquisitiekosten, wordt onmiddellijk in de resultatenrekening verantwoord. Fortis Bank waardeert goodwill jaarlijks, of frequenter indien gebeurtenissen of wijzigingen in omstandigheden aangeven dat de boekwaarde mogelijk niet realiseerbaar is. In dat geval wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill is toegerekend. Indien de realiseerbare waarde van de eenheid lager is dan de boekwaarde van de eenheid dan wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies onmiddellijk verantwoord in de resultatenrekening. In het geval van een bijzonder waardeverminderingsverlies, verlaagt Fortis Bank eerst de boekwaarde van de aan de kasstroomgenererende eenheid toegerekende goodwill en vervolgens de andere activa van de eenheid naar rato van de boekwaarde van elk actief in de eenheid. Eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingverliezen met betrekking tot goodwill worden niet teruggeboekt. Fortis Bank kan de zeggenschap over een dochteronderneming in verschillende stappen verkrijgen. In dat geval wordt elke ruiltransactie door Fortis Bank afzonderlijk behandeld. De kosten van elke transactie worden vergeleken met de reële waarde van elke transactie om het bedrag van goodwill te bepalen dat aan die individuele transactie verbonden is. Voor Fortis Bank zeggenschap over de entiteit krijgt, kan de transactie worden beschouwd als belegging in een geassocieerde deelneming en verantwoord op basis van de ‘equity’-methode. In voorkomend geval wordt de reële waarde van de identificeerbare nettoactiva van de partij waarin wordt deelgenomen op de datum van elke eerste transactie bepaald door de ‘equity’-methode op de belegging toe te passen.
Overige immateriële vaste activa Intern gegenereerde immateriële vaste activa Intern gegenereerde immateriële vaste activa worden geactiveerd wanneer Fortis Bank alle navolgende punten kan aantonen: • de technische uitvoerbaarheid om het immaterieel vast actief te voltooien, zodat het beschikbaar zal zijn voor gebruik of verkoop; • de intentie het immaterieel vast actief te voltooien en te gebruiken of te verkopen; • het vermogen om het immaterieel vast actief te gebruiken of te verkopen; • hoe het immaterieel vast actief waarschijnlijke toekomstige economische voordelen zal genereren;
70
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
• de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en het immaterieel vast actief te gebruiken of te verkopen; en • het vermogen om de uitgaven die aan het immaterieel vast actief kunnen worden toegerekend tijdens zijn ontwikkeling betrouwbaar te waarderen. Immateriële vaste activa die ontstaan uit onderzoek en intern gegenereerde goodwill worden niet geactiveerd. Software Software voor computerhardware die zonder die specifieke software niet werkt, zoals het besturingssysteem, vormt een integraal onderdeel van de betreffende hardware en wordt behandeld als materiële vaste activa. Wanneer de software geen integraal onderdeel van de betreffende hardware uitmaakt, dan worden de kosten die zijn gemaakt tijdens de ontwikkelingsfase, waarvoor Fortis Bank kan aantonen dat aan alle hierboven vermelde criteria voldaan is, geactiveerd als immaterieel vast actief en lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur. Over het algemeen wordt dergelijke software afgeschreven over maximaal 5 jaar. Overige immateriële vaste activa met bepaalde gebruiksduur Overige immateriële vaste activa omvatten immateriële vaste activa met bepaalde gebruiksduur, zoals handelsmerken en licenties, worden doorgaans lineair over hun gebruiksduur afgeschreven. Immateriële vaste activa met bepaalde gebruiksduur worden op elke verslaggevingsdatum getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Over het algemeen hebben immateriële vaste activa een verwachte economische levensduur van maximaal 10 jaar.
1.21. Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Vaste activa of een groep van activa en verplichtingen die door Fortis Bank worden verantwoord als aangehouden voor verkoop zijn deze waarvan de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie die naar verwachting binnen het jaar zal plaatsvinden en niet door het voortgezette gebruik ervan. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van Fortis Bank dat is afgestoten of is verantwoord als aangehouden voor verkoop en dat aan de volgende criteria voldoet: • het vertegenwoordigt een afzonderlijke belangrijke bedrijfstak of geografisch bedrijfsgebied; of • het is een onderdeel van een specifiek gecoördineerd plan om een afzonderlijke belangrijke bedrijfstak of geografisch bedrijfsgebied af te stoten; of • het is een dochteronderneming die uitsluitend is overgenomen met de bedoeling om te worden doorverkocht. Op activa (of groepen van activa) die als aangehouden voor verkoop worden verantwoord, wordt niet afgeschreven. Deze worden gewaardeerd tegen de laagste van de boekwaarde en reële waarde min verkoopkosten en worden afzonderlijk verantwoord op de balans. Resultaten op beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk verantwoord in de resultatenrekening.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
71
1.22. Derivaten en afdekking Opname en verantwoording Derivaten zijn financiële instrumenten zoals swaps, termijncontracten, futures en (geschreven en gekochte) opties. De waarde van dergelijke financiële instrumenten wijzigt als gevolg van veranderingen in onderliggende variabelen en derivaten vergen weinig of geen nettoaanvangsinvestering en worden op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld. Alle derivaten worden eerst op de balans verantwoord tegen reële waarde op de transactiedatum: • derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden in ‘Activa aangehouden voor handelsdoeleinden’ en ‘Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden’ • hedgingderivaten in ‘Overlopende rente en overige activa’ en ‘Overlopende rente en overige verplichtingen’. Latere wijzigingen van de reële waarde exclusief overlopende rente (‘clean fair value’) van derivaten worden in de resultatenrekening onder ‘Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen’ verantwoord. Financiële activa of verplichtingen kunnen in een contract besloten derivaten omvatten. Dergelijke financiële instrumenten worden dikwijls ‘hybride financiële instrumenten’ genoemd. Onder andere zijn hybride financiële instrumenten omgekeerde converteerbare obligaties (obligaties waarvoor de terugbetaling de vorm van aandelen kan aannemen) en/of obligaties met geïndexeerde interestbetalingen begrepen. Indien het basiscontract niet wordt verantwoord tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening en de kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat niet nauw aansluiten bij die van het basiscontract dan dient het in een contract besloten derivaat te worden afgezonderd van het basiscontract en gewaardeerd tegen reële waarde als een op zichzelf staand derivaat. Reële-waardeveranderingen van het besloten derivaat worden in de resultatenrekening verantwoord. Het basiscontract wordt verantwoord en gewaardeerd door toepassing van de regels van de betreffende categorie van het financiële instrument. Indien het basiscontract echter wordt verantwoord tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening of indien de kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat nauw aansluiten bij die van het basiscontract dan wordt het in een contract besloten derivaat niet afgezonderd en wordt het hybride financieel instrument gewaardeerd als een enkel instrument. De af te scheiden derivaten worden naargelang het geval verantwoord als hedgingderivaten of derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden.
Afdekking Op de datum waarop een derivaat wordt afgesloten kan Fortis Bank dat contract aanmerken als ofwel (1) een afdekking van de reële waarde van een verantwoord actief of verplichting (reële waardeafdekking), (2) een afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit of (3) een afdekking van toekomstige kasstromen toerekenbaar aan een verantwoord actief of verplichting of een verwachte transactie (kasstroomafdekking). Afdekkingen van vaststaande toezeggingen zijn afdekkingen tegen reële waarde, uitgezonderd afdekkingen van valutarisico’s die verantwoord worden als kasstroomafdekkingen.
72
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
Bij het begin van de transactie documenteert Fortis Bank de relatie tussen afdekkingsinstrumenten en afgedekte posten, evenals de doelstelling en strategie op het vlak van risicobeheer met betrekking tot afdekkingtransacties. Fortis Bank documenteert ook de beoordeling, zowel bij aanvang van de afdekking als doorlopend, in hoeverre het afdekkingsinstrument effectief is bij het compenseren van veranderingen in de reële waarde of in kasstromen van de afgedekte positie. Sinds 30 april 2009 heeft Fortis Bank de methodologie en procedures, die gebruikt worden bij het testen van de doeltreffendheid van de afdekking, in overeenstemming gebracht met BNP Paribas. De harmonisatie van de methodologie en procedures die gebruikt worden bij het testen van de doeltreffendheid van de afdekking met BNP Paribas, heeft als gevolg dat Fortis Bank de bestaande portefeuille – en individuele afdekkingen op 30 april 2009 heeft stopgezet en nieuwe afdekkingen heeft opgestart. Het gecombineerde effect van de afschrijving (1) van de reëlewaardeaanpassingen van de afgedekte instrumenten, die deel uitmaakten van de stopgezette afdekkingen, en het (2) nieuw initieel verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte instrumenten van de nieuwe afdekkingen, wordt gespreid over de termijn van de afdekking in de rubriek ‘Ongerealiseerde winsten en verliezen’. Alleen activa, verplichtingen, vaststaande toezeggingen of heel waarschijnlijke verwachte transacties waarbij een partij van buiten Fortis Bank betrokken is, worden als afgedekte posities aangemerkt. De reële-waardeverandering van een afgedekte positie, die aan het afgedekte risico toerekenbaar is en de reële-waardeverandering van het afdekkingsinstrument in een reële-waardeafdekkingstransactie, worden verantwoord in de resultatenrekening. De reële-waardeverandering van rentedragende derivaten wordt afzonderlijk van de overlopende rente verantwoord. Indien de reële-waardeafdekking niet langer voldoet aan de hedgingcriteria of beëindigd wordt, dan wordt de aanpassing van de boekwaarde van een afgedekt rentedragend financieel instrument die uit de hedge accounting voortvloeit, afgeschreven op basis van een herberekende effectieve rentevoet op de datum waarop de afdekking wordt beëindigd. Hedge accounting op reële-waardeafdekkingen wordt toegepast met ingang van 1 januari 2005 voor portefeuilleafdekkingen van renterisico’s (‘macro hedging’). In dat geval wordt een groep van financiële activa of verplichtingen bekeken in combinatie met, en in zijn geheel aangemerkt als, de afgedekte positie. Hoewel de portefeuille voor doeleinden van risicobeheer mogelijk activa en verplichtingen bevat, is het aangemerkte bedrag een bedrag van activa of een bedrag van verplichtingen. Voor macro hedges past Fortis Bank de ‘carved out’ versie toe van IAS 39 zoals aanvaard binnen de Europese Unie, die een aantal beperkingen en strikte voorwaarden inzake effectiviteit van zulke afdekkingen verwijdert. In deze versie wordt geen ineffectiviteit verantwoord op vervroegde terugbetalingen bij afdekking beneden het oorspronkelijk afgedekte bedrag (de terugbetaling valt binnen de verwachte grenzen). Reële-waardeveranderingen van derivaten die zijn aangewezen en in aanmerking komen als kasstroomafdekkingen, worden in het eigen vermogen (rubriek ‘Ongerealiseerde winsten en verliezen’) verantwoord. Niet-effectieve afdekkingen worden onmiddellijk verantwoord in de resultatenrekening.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
73
Indien de afdekking van een verwachte transactie of vaststaande toezegging tot de opname van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting leidt, dan worden de winsten en verliezen die eerder in het eigen vermogen waren uitgesteld, overgeboekt van het eigen vermogen en verantwoord in de eerste waardering van dat niet-financiële actief of die nietfinanciële verplichting. Daarnaast worden in het eigen vermogen verantwoorde bedragen naar de resultatenrekening overgeboekt en als baten of lasten verantwoord in de periodes waarin de afgedekte vaststaande toezegging of verwachte transactie de resultatenrekening beïnvloedt. Dit is ook het geval indien de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting of op een andere wijze stopgezet wordt, maar de verwachte transacties of vaststaande toezeggingen wel naar verwachting zullen plaatsvinden. Indien de verwachte transacties of vaststaande toezeggingen naar verwachting niet meer zullen plaatsvinden, worden de in het eigen vermogen uitgestelde bedragen overgebracht naar de resultatenrekening. Voor afdekkingen van netto-investeringen, zie sectie 1.6 Vreemde valuta.
1.23. Effectiseringen Fortis Bank effectiseert verscheidene consument- en handelsgerelateerde financiële activa. Die effectiseringen kunnen de vorm aannemen van een verkoop van de betrokken activa (klassieke effectisering) of een overdracht van het kredietrisico door middel van gefinancierde kredietderivaten naar speciaal voor dat doel opgerichte ondernemingen (synthetische effectisering) of ‘SPE’s’). Deze ‘special purpose entities’ (SPE’s) geven dan verscheidene effectentranches uit ten behoeve van investeerders. De in een effectisering begrepen financiële activa worden (volledig of gedeeltelijk) niet langer verantwoord uitsluitend wanneer Fortis Bank nagenoeg alle risico’s en opbrengsten van de activa (of delen ervan) overdraagt, of wanneer Fortis Bank nagenoeg alle risico’s en opbrengsten noch overdraagt noch behoudt maar geen zeggenschap over de overgedragen activa behoudt.
1.24. Schuldbewijzen, achtergestelde schulden en overige financieringen Schuldbewijzen, achtergestelde schulden en overige financieringen worden eerst verantwoord tegen reële waarde onder aftrek van de directe transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs en in voorkomende gevallen wordt het verschil tussen de netto-opbrengst en de aflossingsprijs verantwoord in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve-rentemethode. Schulden die in een vast aantal eigen aandelen van Fortis Bank kunnen worden omgezet, worden bij de eerste opname gescheiden in twee componenten: (a) een schuldinstrument en (b) een eigenvermogensinstrument. De schuldcomponent wordt eerst berekend door de reële waarde te bepalen van een soortgelijke schuld (inclusief kenmerken van in een contract besloten nieteigenvermogensgerelateerde derivaten, indien van toepassing) zonder eigenvermogenscomponent.
74
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
De boekwaarde van het eigenvermogensinstrument, vertegenwoordigd door de conversieoptie in gewone aandelen, wordt dan bepaald door de boekwaarde van de financiële verplichting af te trekken van het bedrag van het samengestelde instrument als geheel. Preferente aandelen die verplicht op een bepaalde datum of naar keuze van de aandeelhouder aflosbaar zijn, worden verantwoord als leningen. Daarbij horen ook de preferente aandelen die een dergelijke contractuele verplichting indirect door hun voorwaarden tot stand brengen. De dividenden op die preferente aandelen worden verantwoord in de resultatenrekening als rentelasten op basis van de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Bij het bepalen of preferente aandelen worden verantwoord als een financiële verplichting of als een eigenvermogensinstrument, evalueert Fortis Bank de specifieke rechten die aan de aandelen verbonden zijn om te bepalen of ze het basiskenmerk van een financiële verplichting vertonen. Een financiële verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als de financiële verplichting tenietgaat, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. Deze voorwaarde is voldaan wanneer de debiteur zich van de verplichting ontdoet door de schuldeiser te betalen of wanneer de debiteur wettelijk ontheven wordt van de primaire verantwoordelijkheid van de verplichting door de wet of de schuldeiser. Het verschil tussen de boekwaarde van de financiële verplichting die is vervallen en de betaalde vergoeding, met inbegrip van eventueel overgedragen activa wordt in de winst-enverliesrekening opgenomen. Indien Fortis Bank eigen schulden koopt, worden die schulden uit de balans verwijderd en wordt het verschil tussen de boekwaarde van de verplichting en de betaalde vergoeding in de resultatenrekening verantwoord.
1.25. Personeelsvoordelen Pensioenverplichtingen Fortis Bank heeft wereldwijd een aantal pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen en pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen lopen, in overeenstemming met lokale voorwaarden of sectorgebonden praktijken. De pensioenregelingen worden over het algemeen gefinancierd via betalingen aan verzekeringsondernemingen of aan door een trustee beheerde regelingen. De betalingen worden vastgesteld door middel van periodieke actuariële berekeningen. Een pensioenregeling op basis van vaste toezeggingen is een regeling waarin een vaste toezegging aan een werknemer op pensioenleeftijd wordt vastgelegd, doorgaans afhankelijk van een aantal factoren zoals leeftijd of dienstjaren. Een pensioenregeling op basis van toegezegde bijdragen is een regeling waarbij Fortis Bank vaste bedragen afdraagt aan een aparte entiteit. Minstens een keer per jaar berekenen actuarissen de pensioenactiva en -verplichtingen. Voor pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen worden de pensioenkosten en het daarmee verband houdend pensioenactief of -verplichting geschat op basis van de projected unit credit methode. Die methode rekent vergoedingen toe aan elke periode van diensttijd en waardeert elke periode afzonderlijk om de uiteindelijke verplichting op te bouwen. Volgens deze methode worden de kosten van het verstrekken van die voordelen in de resultatenrekening
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
75
als last verantwoord om de pensioenkosten te spreiden over de diensttijd van werknemers. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige uitstromen van geldmiddelen, verdisconteerd tegen rentevoeten die gebaseerd zijn op de marktrendementen van kwalitatief hoogstaande bedrijfsobligaties waarvan de looptijd consistent is met de resterende looptijd van de betreffende verplichting, indien er geen diepe markt voor dergelijke obligaties bestaat, dan moet het marktrendement van overheidsobligaties gebruikt worden. Netto cumulatieve niet-opgenomen actuariële winsten en verliezen voor pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen die een bepaalde bandbreedte (‘corridor’) overschrijden (meer dan 10% van de contante waarde van de verplichting inzake toegezegd pensioen of 10% van de reële waarde van eventuele fondsbeleggingen) worden in de resultatenrekening verantwoord over de gemiddelde resterende diensttijd van de werknemers. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden onmiddellijk in de resultatenrekening verantwoord, behalve indien de wijzigingen aan een pensioenplan afhankelijk zijn van het aantal werknemers dat in dienst blijft gedurende een bepaalde periode (wachtperiode of ‘vesting period’). In dat geval worden de pensioenkosten van verstreken diensttijd lineair geamortiseerd over de wachtperiode. De fondsbeleggingen die bij de pensioenverplichtingen van een entiteit behoren moeten aan bepaalde criteria voldoen om te worden verantwoord als ‘in aanmerking komende fondsbeleggingen van pensioenregelingen’. Die criteria hebben betrekking op het feit dat de fondsbeleggingen juridisch dienen los te staan van Fortis Bank of de crediteuren van Fortis Bank. Indien niet aan die criteria is voldaan, worden de fondsbeleggingen in de relevante rubriek in de balans verantwoord (beleggingen, materiële vaste activa, etc.). Indien de fondsbeleggingen aan de criteria voldoen, worden ze met de pensioenverplichting verrekend. Verrekening van de reële waarde van fondsbeleggingen met de contante waarde van de verplichtingen uit pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen kan tot een negatief bedrag leiden (een actief). In dat geval mag het verantwoorde actief niet groter zijn dan het totaal van de cumulatieve niet-verantwoorde actuariële nettoverliezen en de pensioenkosten van verstreken diensttijd, en de contante waarde van economische voordelen die beschikbaar zijn in de vorm van terugbetalingen uit de regeling of verlagingen van toekomstige bijdragen aan de regeling. Voorzorgsregelingen die voordelen voor langdurige diensttijd voorzien maar geen pensioenregelingen zijn, worden gewaardeerd tegen contante waarde op basis van de projected unit credit methode. De bijdragen van Fortis Bank aan pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen worden in de resultatenrekening als last verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben.
Andere verplichtingen na uitdiensttreding Sommige ondernemingen van Fortis Bank bieden vergoedingen na uitdiensttreding, zoals leningen tegen voordelige rentevoeten en ziekteverzekering. Om het recht op die beloningen te genieten, is het gewoonlijk verplicht dat de werknemer in dienst blijft tot en met de pensioenleeftijd en een minimumperiode in dienstverband presteert. De verwachte kosten van die beloningen worden toegerekend over de periode van tewerkstelling, op basis van een methodologie die lijkt op die voor pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen. De verplichtingen worden bepaald aan de hand van actuariële berekeningen.
76
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
Aandelenopties en regelingen voor deelneming in aandelenkapitaal Aandelenopties en aandelen onder voorwaarden (‘restricted shares’) worden aan bestuurders en werknemers toegekend als tegenprestatie voor ontvangen diensten. De reële waarde van de ontvangen diensten wordt bepaald met verwijzing naar de reële waarde van de toegekende aandelenopties en aandelen onder voorwaarden. De vergoedingskosten worden gewaardeerd op toekenningsdatum op basis van de reële waarde van de opties en aandelen onder voorwaarden en worden verantwoord, hetzij onmiddellijk indien er geen wachtperiode (‘vesting period’) is, hetzij over de wachtperiode van de opties en aandelen onder voorwaarden. De reële waarde van de aandelenopties wordt bepaald op basis van een optiewaardering die rekening houdt met de aandelenkoers op toekenningsdatum, de uitoefenprijs, de verwachte looptijd van de optie, de verwachte volatiliteit van de onderliggende aandelen en de verwachte dividenden erop, evenals de risicovrije rentevoet over de verwachte looptijd van de optie.
Leningen toegestaan tegen voorkeurtarieven Soms worden leningen aan werknemers toegestaan tegen een rentevoet die lager is dan de marktrentevoet. De contractvoorwaarden bepalen doorgaans dat dit voordeel vervalt op de pensioenleeftijd waarna overgeschakeld wordt naar de marktrentevoet. In een aantal entiteiten van Fortis Bank wordt de voorkeurrentevoet ook toegekend na de pensioenleeftijd. Voor de eerste reeks leningen wordt het verschil tussen de netto contante waarde van de leningen op basis van de voorkeurrentevoet en de netto contante waarde van de leningen op basis van de huidige marktrente op de balans verantwoord als overlopende rekening en verantwoord onder exploitatie- en administratieve kosten over de periode dat de werknemer het voordeel geniet. Wanneer de leningen doorlopen na de pensioenleeftijd en (ex-)werknemers blijven genieten van voorkeurtarieven als gevolg van hun voorbije diensttijd bij Fortis Bank dan wordt met dat voordeel rekening gehouden bij de bepaling van de verplichtingen na uitdiensttreding andere dan pensioenen.
Personeelsrechten Personeelsrechten inzake jaarlijkse toegezegde vakantiedagen en uit hoofde van langdurige diensttijd verdiende vakantiedagen worden verantwoord wanneer ze voor de werknemers opneembaar worden. Indien werknemers de hun rechtens toekomende vakantiedagen per periode einde niet hebben opgenomen, wordt hiervoor een verplichting gevormd.
1.26. Voorzieningen, voorwaardelijke gebeurtenissen, verbintenissen en financiële garanties Voorzieningen Voorzieningen zijn verplichtingen met onzekerheden qua bedrag of tijdstip van betaling. Voorzieningen worden verantwoord op de balans indien er een bestaande verplichting is tot overdracht van economische voordelen, zoals kasstromen, als gevolg van gebeurtenissen in het verleden en indien op de balansdatum een betrouwbare schatting mogelijk is. Voorzieningen worden geschat op basis van alle relevante factoren en informatie die op balansdatum bestaan en worden verdisconteerd indien de tijdswaarde van geld materieel is.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
77
Er zijn twee bijkomende voorwaarden voor het opnemen van een voorziening voor reorganisaties: • Een feitelijke verplichting: Fortis Bank moet beschikken over een gedetailleerd formeel plan dat de betreffende activiteit of het betreffende deel ervan, de belangrijkste betrokken locaties, de locatie en functie, het geschatte aantal werknemers dat zal worden schadeloosgesteld voor de beëindiging van het dienstverband, de uitgaven die hieraan zijn verbonden en het tijdstip waarop het plan zal worden uitgevoerd, beschrijft. • Een geldige verwachting: Een geldige verwachting betekent dat de betrokkenen veronderstellen dat het plan zal worden uitgevoerd. Dit betekent dat er een bewijs moet worden geleverd dat een onderneming begonnen is met het uitvoeren van de reorganisatie of dat de belangrijkste kenmerken van het plan werden meegedeeld aan de betrokkenen (bv: werknemers of werknemersvertegenwoordigers). Een reorganisatievoorziening mag uitsluitend de directe uitgaven omvatten die uit de reorganisatie voortvloeien en die geen verband houden met de toekomstige bedrijfsactiviteit van Fortis Bank.
Voorwaardelijke gebeurtenissen Voorwaardelijke gebeurtenissen zijn onzekerheden waarvan het bedrag niet met voldoende betrouwbaarheid kan worden geschat of wanneer het niet waarschijnlijk is dat betaling vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. Fortis Bank verantwoordt voorwaardelijke gebeurtenissen niet in de balans maar in de toelichting, tenzij de mogelijkheid van een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, zeer onwaarschijnlijk is.
Verbintenissen Kredietverbintenissen waarbij een lening kan worden opgenomen binnen het tijdskader dat algemeen door regelgeving of een marktconventie is vastgesteld, worden niet verantwoord. Een kredietverbintenis die aangemerkt wordt als aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening of waarbij Fortis Bank in het verleden meestal de tegoeden heeft verkocht die uit de kredietverbintenissen voortvloeien, worden in de balans verantwoord tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Acceptaties omvatten verbintenissen van Fortis Bank om op klanten getrokken wissels te betalen. Fortis Bank verwacht dat de meeste acceptaties zullen worden afgewikkeld op hetzelfde ogenblik als de terugbetaling door de klanten. Acceptaties worden niet in de balans verantwoord en worden als verbintenissen in de toelichting verantwoord.
Financiële garanties Een financiële garantie is een contract op grond waarvan de emittent verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houder te compenseren voor een door hem geleden verlies omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldbewijs niet nakomt. Deze contracten worden verantwoord als een financiële verplichting en worden gewaardeerd tegen de hoogste waarde van ofwel de contante waarde of het initieel bedrag verminderd met de afschrijvingen. Indien deze garanties betalingen voorzien als gevolg van veranderingen in een bepaalde rentevoet, effectenkoers, grondstoffenprijs, valutakoers, index van prijzen of rentevoeten, kredietrating of kredietindex, of andere variabele, en waarbij in geval van een niet-financiële variabele deze niet specifiek is voor een van de partijen in het contract, worden die verantwoord als derivaten.
78
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.27. Eigen vermogen Aandelenkapitaal en eigen aandelen Kosten van aandelenuitgifte Kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen of aandelenopties met uitzondering van die bij een bedrijfscombinatie, worden in mindering gebracht van het eigen vermogen na aftrek van eventuele daarmee verband houdende winstbelastingen.
Andere eigen vermogenscomponenten Andere elementen die in niet-gerealiseerde resultaten worden verantwoord hebben betrekking op: • rechtstreekse verantwoording in eigen vermogen van geassocieerde deelnemingen (zie sectie 1.5 Consolidatiegrondslagen) • vreemde valuta (zie sectie 1.6 Vreemde valuta) • voor verkoop beschikbare beleggingen (zie sectie 1.16 Beleggingen) • kasstroomafdekkingen (zie sectie 1.22 Derivaten en afdekking) • winstbelastingen en uitgestelde belastingen verbonden aan bovenstaande elementen
1.28. Rentebaten en -lasten Rentebaten en -lasten worden verantwoord in de resultatenrekening voor alle rentedragende instrumenten (of ze nu zijn verantwoord als tot einde looptijd aangehouden, voor verkoop beschikbaar, tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, of als derivaten) op basis van het toerekeningsbeginsel (‘accrual basis’) met behulp van de effectieverentemethode op basis van de werkelijke aankoopprijs inclusief directe transactiekosten. Rentebaten omvatten coupons die op instrumenten tegen vaste of vlottende rente verdiend zijn en de aangroei of amortisatie van agio of disagio. Wanneer de waarde van een financieel actief, met uitzondering van deze die gewaardeerd worden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, is verminderd tot de geschatte realiseerbare waarde, dan worden de rentebaten verantwoord op basis van de effectieve rentevoet die werd gebruikt voor het disconteren van de toekomstige kasstromen bij de bepaling van de realiseerbare waarde.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
79
1.29. Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Voor financiële instrumenten die als voor verkoop beschikbaar worden verantwoord, vertegenwoordigen gerealiseerde winsten of verliezen uit verkopen en desinvesteringen het verschil tussen de ontvangen opbrengst en de initiële boekwaarde van het verkochte actief of verplichting onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen die zouden zijn verantwoord in de resultatenrekening nadat rekening is gehouden met de impact van eventuele aanpassingen uit hoofde van hedge accounting en na de aanpassing van de overlopende intresten gebaseerd op de effectieve-rentemethode. Gerealiseerde winsten en verliezen uit verkopen worden verantwoord in de resultatenrekening in de rubriek ‘Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen’. Voor financiële instrumenten die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening zijn verantwoord, wordt het verschil tussen de boekwaarde aan het einde van de lopende verslagperiode en de vorige verslagperiode verantwoord onder ‘Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen’. Voor derivaten wordt het verschil tussen de reële waarde exclusief overlopende rente (‘clean fair value’) aan het einde van de huidige verslagperiode en de vorige verslagperiode verantwoord onder ‘Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen’. Voorheen nog niet in het resultaat verantwoorde ongerealiseerde winsten en verliezen die rechtstreeks in het vermogen werden verantwoord, worden verantwoord in de resultatenrekening bij verwijdering of bijzondere waardeverminderingen.
80
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
1.30. Commissiebaten Commissies als vast onderdeel van effectieve rentevoet Commissies die een vast onderdeel zijn van de effectieve rentevoet van een financieel instrument, worden over het algemeen behandeld als een aanpassing aan de effectieve rentevoet. Dat is het geval voor de commissies bij het afsluiten van een krediet, die worden ontvangen als vergoeding voor activiteiten zoals het evalueren van de financiële toestand van de kredietnemer, het evalueren en boeken van garanties, etc. en voor commissies bij het afsluiten van een krediet die worden ontvangen bij de uitgifte van tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen. Beide types van commissies worden uitgesteld en verantwoord als aanpassing van de effectieve rentevoet. Wanneer het financieel instrument wordt gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, dan worden de commissies echter verantwoord in de resultatenrekening wanneer het instrument voor de eerste maal wordt verantwoord.
Commissies verantwoord wanneer de dienst wordt verricht Commissies op verrichte diensten worden over het algemeen verantwoord als opbrengsten wanneer de dienst wordt verricht. Indien het onwaarschijnlijk is dat een bepaalde lening zal worden toegestaan en de kredietverbintenis niet wordt beschouwd als een derivaat, dan wordt de verbinteniscommissie, proportioneel over de duur van de verbintenis gespreid, onder opbrengsten verantwoord.
Commissies verantwoord wanneer de onderliggende transactie wordt voltooid Commissies die voortvloeien uit (het deelnemen aan) het onderhandelen over een transactie voor een derde, worden verantwoord wanneer de onderliggende transactie wordt voltooid. Commissieopbrengsten worden verantwoord wanneer de prestatieverplichting uitgevoerd is. Commissies op kredietsyndicaties worden verantwoord als opbrengsten wanneer de syndicaatvorming afgerond is.
1.31. Transactiekosten Transactiekosten worden verantwoord in de eerste waardering van financiële activa en verplichtingen, met uitzondering van die financiële activa en verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Transactiekosten verwijzen naar extra kosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving of vervreemding van een financieel actief of een financiële verplichting. Daarin zijn commissies die worden betaald aan agenten, adviseurs, makelaars en effectenhandelaars begrepen, evenals heffingen door de regelgevende/ toezichthoudende instanties en beurzen en diverse soorten van overdrachtsbelasting.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
81
1.32. Financieringskosten Financieringskosten worden over het algemeen als last verantwoord in de periode waarin ze zijn gemaakt. Financieringskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de verwerving of bouw van een actief worden, terwijl het actief in opbouw is, geactiveerd als onderdeel van de kosten van dat actief. De activering van financieringskosten dient in te gaan wanneer: • uitgaven voor het actief en financieringskosten worden gedaan; en • werkzaamheden die nodig zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop ervan in gang zijn gezet. De activering wordt beëindigd wanneer het actief vrijwel klaar is voor het beoogde gebruik of verkoop. Indien de actieve ontwikkeling voor een lange periode wordt onderbroken, dan wordt de activering opgeschort. Als de bouw in verschillende delen wordt voltooid en elk deel afzonderlijk kan worden gebruikt terwijl de bouw van andere delen wordt voortgezet, wordt de activering beëindigd voor elk deel wanneer dat deel vrijwel voltooid is. Voor een lening die met een bepaald actief samenhangt wordt de effectieve rentevoet op die lening gebruikt. In andere gevallen wordt een gewogen gemiddelde betaalde rentevoet gehanteerd.
1.33. Winstbelastingen Over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belasting is het bedrag van verschuldigde (terug te vorderen) winstbelastingen met betrekking tot de fiscale winst (het fiscale verlies) over een periode. Uitgestelde belastingverplichtingen zijn de bedragen van toekomstige perioden te betalen winstbelastingen met betrekking tot belastbare tijdelijke verschillen. Uitgestelde belastingvorderingen zijn de bedragen van toekomstige perioden terug te vorderen winstbelastingen met betrekking tot verrekenbare tijdelijke verschillen, voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en voorwaartse compensatie van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden. Winstbelasting die op winsten moet worden betaald, wordt als last verantwoord op basis van de belastingwetgeving die in elk rechtsgebied geldt in de periode waarin de winsten ontstaan. De belastingeffecten van verrekenbare winstbelastingverliezen worden verantwoord als een uitgestelde belastingvordering indien het waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winst aanwezig zal zijn waartegen die verliezen kunnen worden benut. Uitgestelde belastingen worden verantwoord op basis van de balansmethode op alle tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de activa en verplichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening en hun fiscale boekwaarde uitgezonderd enkele beperkingen voor uitgestelde belastingsvorderingen zoals hieronder vermeldt. De tarieven waarvan het wetgevingsproces is afgesloten of grotendeels is afgesloten op de balansdatum worden gebruikt om de uitgestelde belastingen te bepalen.
82
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
Uitgestelde belastingvorderingen worden verantwoord voor zover het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst voorhanden zal zijn waartegen de tijdelijke verschillen kunnen worden benut. Een uitgestelde belastingverplichting wordt verantwoord voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met beleggingen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en belangen in joint ventures, tenzij het tijdstip waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld kan worden bepaald en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Winstbelastingen en uitgestelde belastingen die betrekking hebben op herwaardering tegen reële waarde van voor verkoop beschikbare geassocieerde deelnemingen en kasstroomafdekkingen die rechtstreeks als lasten of baten in eigen vermogen worden verwerkt, worden ook rechtstreeks als baten of lasten in het eigen vermogen verantwoord en worden vervolgens samen met de uitgestelde winst of het uitgestelde verlies verantwoord in de resultatenrekening.
1.34. Specifieke grondslagen voor financiële verslaggeving voor de verzekeringsactiviteit Specifieke grondslagen voor financiële verslaggeving voor activa en verplichtingen die voortvloeien uit verzekeringscontracten en beleggingscontracten met een discretionair winstdelingselement uitgegeven door een verzekeringsmaatschappij worden gebruikt bij de opmaak van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank. Deze grondslagen zijn overeenkomstig IFRS 4 Verzekeringscontracten.
Activa Unit-linked contracten Financiële activa die technische voorzieningen, verbonden met een unit-linked contracten vertegenwoordigen, worden tegen de reële waarde van de onderliggende activa verantwoord in de balans.
Overlopende aquisitiekosten De kosten van nieuwe en hernieuwde verzekeringscontracten die hoofdzakelijk bestaan uit commissies, inschrijvingskosten, makelaarskosten en andere poliskosten, die variëren met en verbonden zijn aan nieuwe contracten, worden geactiveerd en afgeschreven. Overlopende acquisitiekosten worden elke periode herzien om te garanderen dat ze gerecupereerd kunnen worden op basis van een schatting van de toekomstige opbrengsten van de onderliggende contracten.
Verplichtingen Levensverzekeringen Technische voorzieningen, die de verplichtingen tegenover polishouders en begunstigden vertegenwoordigen, bevatten de verplichtingen die verbonden zijn aan verzekeringscontracten met een significant verzekeringsrisico (vb. overlijden of invaliditeit) en aan beleggingscontracten
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
83
met een discretionair winstdelingselement. Een discretionair winstdelingselement geeft de levensverzekeringpolishouder recht op een deel van de actuele winsten als supplement op het gegarandeerde verzekerde bedrag. Fortis Bank heeft er voor gekozen de discretionaire winstdelingselementen te verantwoorden in het eigen vermogen. Verplichtingen verbonden aan beleggingscontracten zonder een discretionair winstdelingselement worden opgenomen als een depositoverplichting en verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs. Unit-linked contract verplichtingen worden in de balans gewaardeerd tegen de reële waarde van het onderliggende actief. Technische voorzieningen die de verplichtingen verbonden aan verzekeringscontracten met een significant verzekeringsrisico vertegenwoordigen, bestaan hoofdzakelijk uit wiskundige reserves die in het algemeen overeenkomen met de afkoopwaarde van het contract. De toekomstige verplichting wordt berekend door een ‘nettopremiemethode’ (contante waarde van de netto toekomstige kasstromen) op basis van actuariële veronderstellingen zoals bepaald op basis van ervaring uit het verleden en industriestandaarden. Deelnemingscontracten bevatten alle bijkomende verplichtingen verbonden aan contractuele dividenden of deelnemingsvoorwaarden.
Toereikendheidstoets voor de verplichtingen Deze test, uitgevoerd op elke balansdatum, stelt vast of de opgenomen verplichtingen voldoende zijn door op basis van de huidige portefeuillerendementen de toekomstige kasstromen in te schatten. De toereikendheid van de verplichtingen wordt getest op het niveau van homogene productgroepen. Indien de opgenomen verplichtingen niet voldoende zijn om tegemoet te komen aan de toekomstige kasstromen inclusief de kasstromen zoals beheerskosten, besloten opties, garanties en afschrijvingen van de overlopende acquisitiekosten, zullen de overlopende acquisitiekosten afgeschreven worden en/of bijkomende verplichtingen zullen opgenomen worden gebaseerd op basis van zo goed mogelijke schattingen. Elk tekort wordt onmiddellijk verantwoord in de resultatenrekening. Shadow accounting Gerealiseerde winsten en verliezen op activa kunnen een effect hebben op een deel van of de gehele waardering van de verzekeringsverplichtingen en de verbonden overlopende acquisitiekosten. Shadow accounting is toegepast voor wijzigingen in de reële waarde van ‘voor verkoop beschikbare’ beleggingen en voor activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden en die samenhangen met, en daardoor ook een impact hebben op de waardering van verzekeringsverplichtingen. Deze wijzigingen in de reële waarde zullen daardoor geen deel uitmaken van het eigen vermogen of het nettoresultaat. Niet-levensverzekeringen Technische voorzieningen voor niet-levensverzekeringen bevatten onverdiende premiereserves (die overeenkomen met een deel van de uitgegeven premies voor toekomstige periodes) en voorzieningen voor uitstaande claims, inclusief behandelingskosten van claims.
84
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving
2. Wijziging in consolidatiemethode voor joint ventures Fortis Bank heeft besloten de grondslag voor de consolidatie van joint ventures met ingang van het tweede kwartaal van 2009 te wijzigen van de ‘equity’-methode in de proportionele consolidatiemethode. De belangrijkste joint venture van Fortis Bank is Bank van De Post, een gezamenlijke dochteronderneming van Fortis Bank en De Post. Fortis Bank heeft een belang van 50% in deze joint venture. Onder de vorige grondslagen voor financiële verslaggeving werden beleggingen in joint ventures verantwoord met gebruik van de ‘equity’-methode. Na de overname van Fortis Bank door BNP Paribas op 12 mei 2009 zijn de consolidatiemethodes van Fortis Bank geharmoniseerd met die van BNP Paribas, BNP Paribas verantwoordt haar joint ventures met gebruik van de proportionele consolidatiemethode. De proportionele consolidatiemethode geeft een beter beeld van de inhoud en de economische betekenis van het belang van Fortis Bank in Bank van De Post. Volgens de proportionele consolidatiemethode wordt het belang van Fortis Bank in Bank van De Post nu in de hele geconsolideerde balans post voor post opgevoerd; vóór het tweede kwartaal van 2009 werd dit belang slechts onder een enkele balanspost opgevoerd, te weten ‘Beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures’. Hetzelfde principe geldt voor de geconsolideerde resultatenrekening, het aandeel van Fortis Bank in de winst of het verlies wordt nu in de hele geconsolideerde resultatenrekening post voor post opgevoerd; vóór het tweede kwartaal van 2009 werd dit aandeel slechts onder een enkele post opgevoerd, te weten ‘Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures en overige beleggingsbaten’. De wijziging in consolidatiemethode is niet retroactief toegepast in 2008.
Wijziging in consolidatiemethode voor joint ventures
85
Onderstaande tabel geeft de bijdrage weer van Bank van De Post aan de geconsolideerde balans van Fortis Bank.
Proportionele
Proportionele
Consolidatie
Consolidatie
Equity Consolidatie
methode
methode
methode
31 december 2009
31 december 2008
31 december 2008
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
145
61
35
34
3.319
3.008
3.319
3.008
Overige vorderingen
5
6
Materiële vaste activa
7
9
10
6
(2)
(4)
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Vorderingen op banken Vorderingen op klanten
50
Beleggingen: - Tot einde looptijd aangehouden - Voor verkoop beschikbaar - Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening - Geclassificeerd als leningen en vorderingen - Vastgoedbeleggingen 84
- Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
Goodwill en overige immateriële vaste activa
84
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Actuele en uitgestelde belastingen Overlopende rente en overige activa Totaal activa
9
3.519
3.179
( 75 ) 9
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Schulden aan banken
1
1
Schulden aan klanten
3.144
2.799
309
421
56
70
Schuldbewijzen Achtergestelde schulden Overige financieringen Voorzieningen Actuele en uitgestelde belastingen Overlopende rente en overige verplichtingen
34 ( 121 )
( 121 )
3.423
3.170
96
9
9
96
9
9
3.519
3.179
9
Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop Totaal verplichtingen
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders Minderheidsbelangen Eigen vermogen
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
86
Wijziging in consolidatiemethode voor joint ventures
Onderstaande tabel geeft de bijdrage weer van Bank van De Post aan de geconsolideerde resultatenrekening van Fortis Bank.
Proportionele
Proportionele
Consolidatie
Consolidatie
Equity Consolidatie
methode
methode
methode
31 december 2009
31 december 2008
31 december 2008
Baten Rentebaten
126
116
Rentelasten
( 73 )
( 73 )
Rentemarge
53
43
Commissiebaten
17
16
Commissielasten
( 30 )
( 25 )
Commissiebaten, netto
( 13 )
(9)
Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingenen joint ventures en overige beleggingsbaten Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen
2 (8)
Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Overige baten Totale baten na aftrek van interestlasten
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen Nettobaten
3
3
35
37
2
(5)
37
32
2
2
Lasten Personeelskosten
(7)
(7)
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
(5)
(6)
Overige lasten
( 20 )
( 18 )
Totale lasten
( 32 )
( 31 )
5
1
5
2
2
5
2
2
5
2
2
Winst voor belastingen
Winstbelastingen Nettowinst over de periode
2
1
Nettowinst (verlies) op beëindigde bedrijfsactiviteiten
Nettowinst (verlies) over de periode
Nettowinst toewijsbaar aan de minderheidsbelangen Nettowinst (verlies) toewijsbaar aan de aandeelhouders
Wijziging in consolidatiemethode voor joint ventures
87
3. Overnames en desinvesteringen De volgende belangrijke overnames en desinvesteringen hebben plaatsgevonden in 2009 en 2008.
3.1. Overname van AG Insurance Op 12 maart 2009 gingen Fortis, Fortis Bank, de Belgische staat, de FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij) en BNP Paribas een overeenkomst (Avenant Nr. 3 van het Protocole d’Accord) aan. Volgens deze overeenkomst heeft Fortis Insurance N.V. 157.822 gewone aandelen van Fortis Insurance Belgium, goed voor 25% plus één aandeel, overgedragen aan Fortis Bank voor een totaalbedrag van EUR 1.375 miljoen. De overname werd op 12 mei 2009 afgerond en de naam Fortis Insurance Belgium werd op 22 juni 2009 gewijzigd in AG Insurance. Naast deze overdracht van aandelen voorziet de overeenkomst ook in een strategisch samenwerkingsverband tussen Fortis Bank en de verzekeringsactiviteiten van de groep Fortis. AG Insurance wordt door Fortis Bank beschouwd als een geassocieerde deelneming en zal daarom worden verantwoord volgens de ‘equity’-methode. De reële waarde van de netto-activa in AG Insurance bedroeg EUR 990 miljoen en de verantwoorde goodwill bedroeg EUR 385 miljoen.
3.2. Overige overnames In 2009 zijn er geen andere belangrijke overnames gedaan. De overnames die in 2008 plaatsvonden waren:
Geactiveerde
Naam aangekocht bedrijf
ABN Amro Asset Management Holding (AAAMH)
Kwartaal
Verwervings-
Percentage
overname
bedrag
verkregen
Q2 2008
4.105
100
immateriele activa
Goodwill
Segment
514
3.358
Asset Management
De bedragen inzake de geactiveerde immateriële vaste activa en de goodwill zijn de oorspronkelijke bedragen geconverteerd in euro, rekening houdend met noodzakelijke wijzigingen in de waardebepaling van een overgenomen onderneming indien deze voorlopig was bepaald aan het eind van de periode waarin de overname heeft plaatsgevonden. Latere wijzigingen ten gevolge van koers- en andere verschillen zijn niet inbegrepen. De overnames hadden geen noemenswaardig effect op de financiële positie en prestaties van Fortis Bank.
88
Overnames en desinvesteringen
3.3. Desinvesteringen In augustus 2009 verkocht Fortis Bank NV het belang in Fortis Clearing Americas LLC (Segment: Merchant Banking) aan Fortis Bank Global Clearing N.V. (een dochteronderneming van Fortis Bank Nederland NV) voor een totaalbedrag van USD 120 miljoen. Dit resulteerde in een nettoverlies van EUR 17 miljoen. In oktober 2009 verkocht Fortis Bank NV het belang in Fondo Nazca Fund II, F.C.R., FCM Private Equity II S.L. (Segment: Merchant Banking) aan Alpinvest Partners voor een totaalbedrag van EUR 53 miljoen. Daarnaast verkocht Fortis Bank NV het belang in Nazca Capital CGECR aan leden van het managementteam voor een bedrag van EUR 0,2 miljoen. Deze verkopen resulteerden in een nettowinst van EUR 12 miljoen. In december 2009 verkocht Banque Générale du Luxembourg SA, een dochteronderneming van Fortis Bank NV, haar belang van 25,04% in Fortis Intertrust Group Holding SA (Segment: Merchant Banking) aan WPEF IV Holding Coöperatief W.A. voor een bedrag van EUR 122 miljoen. Dit resulteerde in een nettowinst van EUR 30 miljoen. De belangrijke desinvestering in 2008 was de verkoop van Fortis Bank Nederland (Holding) – FBN(H)- en haar dochterondernemingen en deelnemingen. Deze desinvestering omvatte ook de deelneming in RFS Holdings B.V., de entiteit waarin de overname van de activiteiten van ABN AMRO werd uitgevoerd.
Overnames en desinvesteringen
89
3.4. Activa en verplichtingen van acquisities en desinvesteringen In de onderstaande tabel zijn de activa en verplichtingen als gevolg van acquisities en desinvesteringen van dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures per datum van de acquisitie of desinvestering weergegeven.
2009 Acquisities
Desinvesteringen
2008 Acquisities
Desinvesteringen
Activa en verplichtingen van acquisities en verkopen Geldmiddelen en kasequivalenten
10
( 1.378 )
501
Vorderingen op banken
5
(5)
1
( 25.539 )
Vorderingen op klanten
37
( 531 )
31
( 142.295 )
1.454
( 98 )
411
( 31.131 )
1
( 130 )
66
( 2.899 )
(4)
3
( 388 )
(6)
2.670
( 161 )
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen Overige vorderingen
( 29.994 )
Materiële vaste activa Goodwill en overige immateriële vaste activa
( 10.398 )
4
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
( 15 )
1.685
( 258 )
2
(3)
162
( 7.361 )
1.513
( 2.170 )
5.530
( 250.424 )
23
( 51.142 )
Schulden aan banken
67
( 28 )
888
( 11.371 )
Schulden aan klanten
29
( 1.927 )
1
Overlopende rente en overige activa Totaal activa
Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
Schuldbewijzen
( 46.519 ) ( 19.204 )
Achtergestelde schulden
( 3.333 )
Overige financieringen
1
( 286 )
Voorzieningen
(1)
83
( 56 )
Actuele en uitgestelde belastingen
(2)
241
( 659 )
Vaste passiva aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Overlopende rente en overige verplichtingen Totaal verplichtingen
(4) 8 104
Minderheidsbelangen
Netto verworven activa / Netto vervreemde activa
245 ( 1.717 )
56
1.409
( 509 )
150
( 95.178 )
1.387
( 227.748 )
8
( 213 )
4.135
( 22.463 )
Negatieve goodwill Totaal winst (verlies) bij beëindiging bedrijfsactiviteiten (bruto)
46
( 9.092 )
46
( 9.092 )
Belasting op resultaat beëindigde bedrijfsactiviteiten Total winst (verlies) op beëindigde bedrijfsactiviteiten, na belasting
Geldmiddelen aangewend voor acquisities/ ontvangen bij verkopen: Totaal aankoopprijs /verkoopopbrengst Minus: verworven/vervreemde geldmiddelen en kasequivalenten
( 1.409 ) 10
555 ( 1.378 )
( 4.135 ) 501
13.371 ( 10.398 )
Minus: vergoeding in natura Geldmiddelen aangewend voor acquisities/ ontvangen bij verkopen
90
Overnames en desinvesteringen
( 1.399 )
( 823 )
( 3.634 )
2.973
4. Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten 4.1. Beëindigde bedrijfsactiviteiten
verkoop’, vergelijkende informatie werd niet aangepast in overeenstemming met IFRS 5.
Op 12 en 13 mei 2009 verwierf BNP Paribas de zeggenschap over Fortis Bank NV door de overname van 74,93% van de aandelen van Fortis Bank NV en 16% van de aandelen van BGL BNP Paribas S.A. (‘BGL’). Onmiddellijk nadat BNP Paribas de zeggenschap over Fortis Bank NV had verworven, werd een mondiaal integratieproject opgestart voor de integratie van Fortis Bank NV en de BNP Paribas Groep. De hoofddoelen van het mondiaal integratieproject zijn beide groepen te consolideren en te integreren, de groepsstructuur te stroomlijnen en te vereenvoudigen, synergie te bereiken tussen de diverse activiteiten van elke groep en mogelijkheden voor waardecreatie te identificeren. Een aantal transacties tussen verschillende dochters van BNP Paribas S.A. (‘BNPP’) en Fortis Bank NV worden uitgevoerd in de context van integratie van bepaalde activiteiten van Fortis Bank NV binnen bepaalde activiteiten van of BNP Paribas.
De baten en lasten van deze entiteiten warden geherclassificeerd en verantwoord onder een afzonderlijke lijn ‘Nettowinst (verlies) op de beëindigde bedrijfsactiviteiten’, vergelijkende informatie werd niet aangepast in overeenstemming met IFRS 5.
4.1.1. Verrichtingen met BNP Paribas De verrichtingen tussen BNP Paribas S.A. (‘BNPP’) en Fortis Bank NV worden hieronder per business line en geografische aanwezigheid beschreven.
Fortis Bank Azië
Bijkomende informatie over de transacties met BNP Paribas is terug te vinden in de sectie ‘Fortis Bank jaarverslag 2009 (niet-geconsolideerd), Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van Vennootschappen.’
Fortis Bank Azië bestaat uit een aantal bijkantoren en dochterondernemingen, met inbegrip van een ‘wealth management’-dochter in Hong Kong. Het is voornamelijk een verkoop- en tradingverrichting, met ‘corporate banking’- en ‘structured lending’-activiteiten. Ze situeert zich in verschillende sectoren, zoals grondstoffen, transport en energie (waar ze een van de marktleiders is) en ‘global markets’-transacties met institutionele en retailklanten. Het doel van de transactie bestaat erin om Fortis Bank NV uit geografische regio’s te laten stappen die niet tot de kern business behoren. De verrichtingen beogen een maximalisatie van de rentabiliteit van de geïntegreerde groep door de uitbouw van een sterkere speler in Azië en synergieën, het aanbieden van een grotere productenscala aan de klanten en het bekomen van schaalvoordelen.
Naast deze integratietransacties met BNP Paribas hield Fortis Bank per 31 december 2009 enkele andere posities aan die ze eerder wil verkopen dan aan te houden voor continu gebruik. Het gaat voornamelijk over entiteiten van vermogensbeheer die niet tot de kern business behoren en enkele kleinere entiteiten.
De transactie bestaat uit vijf subtransacties in de vorm van activatransacties en twee subtransacties in de vorm van aandelentransacties. Deze subtransacties zijn nodig omdat de diverse activa van Fortis Asia Merchant Banking zich in verschillende rechtsgebieden bevinden (China, Taiwan, Singapore, Hong Kong en Japan).
Deze transacties kwalificeren als vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten onder IFRS 5, Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten.
Fortis Bank Noord-Amerika
De economische overdrachtsdatum voor de bovenvermelde transacties is vastgesteld op 1 januari 2010. Afhankelijk van goedkeuring van de toezichthouders en andere organisatorische beperkingen in de diverse betrokken rechtsgebieden zullen deze integratietransacties naar verwachting uiterlijk 31 december 2010 worden afgerond.
De activa en verplichtingen van deze entiteiten werden in de geconsolideerde balans per 31 december 2009 respectievelijk geherclassificeerd en verantwoord onder afzonderlijke lijnen ‘Activa aangehouden voor verkoop’ en ‘Verplichtingen met betrekking tot activa aangehouden voor
Fortis Bank Noord-Amerika is een full-service merchant bank wiens activiteiten in transitie zijn. Haar tradingstrategie is geëvolueerd van proprietary trading naar verkoopgeoriënteerde, meer klantgerichte activiteiten. De omvang van de lending business wordt momenteel aangepast, inclusief een grote positie in energie-, grondstoffen- en tradingmaatschappijen. In het verleden heeft ze deelgenomen in de markten van collateralised debt obligations (CDOs) en collateralised loan obligations (CLOs).
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
91
De ‘merchant banking’-activiteiten van Fortis Bank Noord-Amerika werden sterk beïnvloed door de negatieve marktomstandigheden. De integratie van de activiteiten van Fortis Bank Noord-Amerika in de globale BNP Paribasstructuur heeft tot doel om de positie van Fortis Bank NV te stabiliseren, de perspectieven voor Fortis Bank NoordAmerika te verbeteren en synergieën en schaalvoordelen te creëren. De algemene structuur van de transactie bestaat uit een verkoop door Fortis Bank NV aan BNP Paribas of een dochter of bijkantoor van (i) enerzijds bepaalde bankactiviteiten van Fortis Bank NV in een aantal NoordAmerikaanse bijkantoren, en (ii) anderzijds de aandelen die Fortis Bank NV (of deelnemingen) in bepaalde deelnemingen bezit. De transactie bestaat uit een aantal subtransacties. Alle activa van Fortis Bank Noord-Amerika worden overgedragen naar BNP Paribas of een dochter of bijkantoor behalve (i) de zogenaamde ‘portefeuille IN’-activa, namelijk de gestructureerde kredieten gewaarborgd door de Belgische Staat die ondergebracht blijven in Fortis Bank NV om van de waarborg te kunnen genieten uit hoofde van Fortis Bank NV, in toepassing van de akkoorden tussen BNP Paribas en de Belgische Staat, en (ii) de container-, spoorweg- en chassis-activa van Principal Finance
Fortis Bank VK De ‘merchant banking’-activiteiten van Fortis Bank VK richten zich op verkoop en trading, kredietverlening en structured financing en omvatten een kleine private banking. Ze omvatten een bijkantoor (Fortis Bank NV London Branch), die ook een aantal voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten (SPE’s) aanhouden via een holdingmaatschappij Camomile Inv. UK Ltd) en twee dochterondernemingen (Fortis Private Investment Management Ltd en haar dochter FPIM Nominees Ltd (samen ‘FPIM’)). De ‘merchant banking’-activiteiten van Fortis Bank VK worden sterk beïnvloed door de negatieve marktomstandigheden. De transactie beoogt een stabilisering van de positie van Fortis Bank NV en een verbetering van de performance en competitiviteit en een verhoging van de cross-sellingopportuniteiten. De algemene structuur van de transactie bestaat uit de verkoop van de activa van investment banking en private banking en de integratie van de activa en verplichtingen
92
van Fortis Bank NV London Branch met de dochters van BNP Paribas. De transactie omvat een aantal subtransacties: (i) verkoop tegen cash van Fortis Private Investment Management Ltd. (‘FPIM’) aan BNP Paribas Wealth Management SA (ii) verkoop van bepaalde activa en verplichtingen van Fortis Bank NV London Branch (inclusief de Camomile SPE’s) aan de BNP Paribas UK Branch in ruil voor obligaties. De overdracht van bepaalde activa en verplichtingen van Fortis Bank NV London Branch aan BNP Paribas is uitgevoerd onder Part VII van de Financial Services and Markets Acts 2000. Onder Part VII ‘FSMA banking business transfer scheme’, die doorgaans zes tot negen maanden in beslag neemt vanaf de aanvraag voor de rechtbank, gebeurt de transfer bij wet en zijn individuele overdrachten van activa en verplichtingen niet vereist. BNP Paribas verwerft de wettelijke eigendom op de datum vastgelegd door de rechtbank. De effectieve datum van de ‘FSMA transfer scheme’ wordt niet voor juni 2010 verwacht. Een ‘master transfer agreement’ tussen Fortis Bank NV London Branch en de BNP Paribas UK Branch voorziet dat de betaling van alle overdrachten van business(onderdelen), hetzij onder Part VII ‘FSMA banking business transfer scheme’ dan wel als gevolg van individuele overdrachten, dienen te gebeuren in de vorm van obligaties uit te geven door BNP Paribas UK Branch aan Fortis Bank NV London Branch. De transactie behelst niet (i) de hypotheekportefeuille van de ‘private banking’-activiteiten, (ii) de businesssegmenten Commercial Banking, Supply Chain & Cash Management, Global Trade Services, SFS-Other, Corporate Banking, CPB-Other, Private Equity en PB Concorde Mortgages en (iii) de Britse entiteiten in de Fortis Lease Groep en Fortis Investment Management als onderdeel van andere integratietransacties.
Vermogensbeheer De transactie beoogt het vergemakkelijken en versnellen van de integratie van de overlappende vermogensbeheeronderdelen van BNP Paribas en Fortis Bank NV door het samenvoegen van bepaalde entiteiten van BNP Paribas en Fortis Bank NV, vooral BNP Paribas Investment Partners S.A. (‘BNPP IP’) en Fortis Investments Management NV (‘FIM’).
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
De structuur van de transactie omvat de aankoop van 100% van de aandelen van Fortis Investment Management NV door BNP Paribas Investment Partners S.A. De aandelen van FIM worden momenteel aangehouden door Fortis Bank NV (84.67%) en BGL (15.33%). Fortis Bank NV en BGL BNP Paribas zullen vervolgens een bedrag gelijk aan de ontvangen aankoopprijs gebruiken om in te schrijven op een kapitaalverhoging van BNPP IP, als resultaat waarvan het bezit aan aandelen BNPP IP van Fortis Bank NV en BGL BNP Paribas 33.33% + 1 aandeel (d.w.z. een blokkeringsminderheid) zou zijn van het totale uitstaande aandelenkapitaal van BNPP IP. Van de aandelen BNPP IP zou dan 28,23% worden gehouden door Fortis Bank NV en 5,11% door BGL BNP Paribas. FIM is een holdingvennootschap die momenteel 100% van de aandelen van Fortis Investments Management Belgium NV, Fortis Investments Management France S.A. en Fortis Investments Management Luxembourg S.A. bezit. FIM heeft ook een aantal andere dochterondernemingen evenals een deelneming in Fortis Investments NL Holding (en deelnemingen) en enkele andere entiteiten. Vermogensbeheeronderdelen van BNP Paribas die niet gecontroleerd worden door BNPP IP vallen buiten de transactie (BMCI Gestion, TEB Asset Management, FFTW, Fridson Investment Advisors, Malbec Partners en BNP Paribas Private Equity). Artemis en Montag & Caldwell maken geen onderdeel uit van de transactie. Deze onafhankelijke niet-kern vermogensbeheerentiteiten, die rechtstreeks worden aangehouden door Fortis Bank NV, zullen verkocht worden aan derde partijen.
Fortis Bank Frankrijk Fortis Banque Frankrijk is een Franse bank die actief is in retail, commercial en private banking (allemaal onderdeel van een nichestrategie rond ondernemers en kleine vennootschappen). Alhoewel Fortis Banque Frankrijk een erkende positie bekleedt als kredietinstelling voor individuelen en kleine en middelgrote ondernemingen, is ze nog steeds een bescheiden speller op de Franse markt. De transactie omvat een verkoop, waarbij BNP Paribas S.A. de aandelen van Fortis Banque France S.A. koopt van Fortis Bank NV en daarmee indirecte zeggenschap verwerft over een aantal dochterondernemingen van Fortis Banque France S.A., terwijl de overige juridische entiteiten waarover Fortis Banque France S.A. de zeggenschap heeft of die zij heeft opgezet, buiten deze transactie worden gehouden. Fortis Banque France S.A. zou vervolgens via een fusie opgaan in BNP Paribas.
Bovendien zal Fortis Bank NV haar belang van 96,85% in Fimagen Holding SA verkopen aan BNP Paribas.
Fortis Bank Italië Het Italiaanse bijkantoor van Fortis Bank is een kleine speler op de Italiaanse bankmarkt, vooral gericht op internationaal gerichte kleine en middelgrote ondernemingen. BNP Paribas is sterk aanwezig op de Italiaanse markt via Banca Nazionale del Lavoro SpA (‘BNL’), een 100-procents dochter van BNP Paribas S.A. en de zesde grootste bank van Italië. Gezien de sterke aanwezigheid van BNL worden de vier business lines (Private Banking, Commercial Banking, Specialized Financial Services and Merchant Banking) en de ondersteunende functies van het Italiaanse bijkantoor van Fortis Bank geïntegreerd in BNL met hun respectievelijke tegenpartij. De transactie omvat een verkoop van de activa en verplichtingen van het Italiaanse bijkantoor van Fortis Bank op ‘going concern’-basis tegen contanten waarna de registratie van het bijkantoor wordt ingetrokken. De transactie omvat niet Fortis Lease SPA, als onderdeel van een afzonderlijke integratietransactie, en de 10% deelneming in de genoteerde vennootschap Banca Inter Mobiliare, actief in private banking, die eigendom blijft van Fortis Bank NV.
Fortis Bank Zwitserland Fortis Banque Suisse is een volledige dochter van BGL die enkel ‘wealth management’-activiteiten in Zwitserland uitoefent. BNP Paribas Suisse is een volledige dochter van BNP Paribas die ‘structured finance’-, markt- en ‘wealth management’-activiteiten uitoefent. Door de samenvoeging van Fortis Banque Suisse en BNP Paribas Suisse wordt een eengevormd en attractief ‘wealth management’-geheel gecreëerd met een sterk klantenbestand en met voldoende kritische massa op de Zwitserse markt. Het moet ook bijkomende ‘wealth management’-diensten en –producten creëren evenals mogelijkheden tot cross-selling en servicing. De transactie omvat een verkoop van alle aandelen van BGL in Fortis Banque Suisse aan BNP Paribas Suisse tegen contanten. Fortis Banque Suisse zal vervolgens samengevoegd worden met BNP Paribas Suisse.
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
93
Fortis Lease Group-transactie die in 2009 niet kwalificeert als aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Om de leaseactiviteiten van Fortis Lease Group (‘FLG’) te integreren in BNP Paribas Lease Group (‘BPLG’) wordt een aandelentransactie uitgevoerd tot vorming van een nieuwe subgroep FLG/BPLG. De transactie bestaat uit de overdracht van de respectievelijke aandelen die BNP Paribas S.A. en Omnium de Gestion et de Développement Immobilier (‘OGDI’) aanhouden in BNP Paribas Lease Group aan Fortis Lease Group NV. Als vergoeding zal Fortis Lease Group aandelen uitgeven die proportioneel met het aantal door hen overgedragen BNP Paribas Lease Group-aandelen zullen worden toegewezen aan BNP Paribas S.A. en OGDI. Als gevolg van de transactie verliest BGL zeggenschap in Fortis Lease Group en wordt haar belang verminderd tot 33.33% + 1 aandeel in Fortis Lease Group. BNP Paribas S.A. en OGDI hebben de resterende aandelen in bezit.
4.1.2. Transacties met nietverbonden partijen Niet-kern vermogensbeheermaatschappijen Niet-kern vermogensbeheermaatschappijen omvatten entiteiten die in 2008 verworven werden van ABN AMRO Asset Management en door Fortis Bank als te verkopen worden beschouwd. Het gaat om de volgende entiteiten: Artemis en Montag & Caldwell (M&C). Deze entiteiten worden op de balans van Fortis Bank per 31 december 2009 in de rubriek activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop opgenomen.
Overige entiteiten De overige entiteiten omvatten Fortis Lease Danmark en Captive Finance Norway/Sweden, die geen deel uitmaken van de bovengenoemde Fortis Lease Group-transactie.
IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten bepaalt dat activa of een groep activa als aangehouden voor verkoop dienen geclassificeerd indien de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Om controle te verwerven van Fortis Lease Group heeft BNP Paribas een inbreng in natura uitgevoerd waarbij ze vergoed wordt door de uitgifte van aandelen door Fortis Lease Group aan BNP Paribas en OGDI. Vermits BGL niet deelneemt in de kapitaalverhoging vermindert haar belang in Fortis Lease Group. Zulke transactie is geen verkooptransactie voor Fortis Bank (en BGL) en daardoor is IFRS 5 in 2009 niet van toepassing.
94
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4.2. Belangrijkste categorieën van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop Fortis Bank bezit verscheidene activa per 31 december 2009 aangehouden voor verkoop eerder dan voor voortgezet gebruik. Deze activa worden geclassificeerd in de balans als activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen met betrekking tot activa aangehouden voor verkoop. De samenstelling van de activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen met betrekking tot activa aangehouden voor verkoop per 31 december 2009 is als volgt:
31 december 2009 Totaal
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
5.068
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
3.872
Vorderingen op banken
1.603
Vorderingen op klanten
35.002
Beleggingen Overige vorderingen Totaal activa
1.766 4.514 51.825
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
3.121
Schulden aan banken
7.629
Schulden aan klanten
20.406
Schuldbewijzen, Achtergestelde schulden en Overige financieringen Voorzieningen en Overige verplichtingen Totaal verplichtingen
8.555 2.593 42.304
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
95
4.2.1. Transacties met BNP Paribas De volgende tabellen tonen de samenstelling van de activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen met betrekking tot activa aangehouden voor verkoop voor de entiteiten die onderdeel uitmaken van de integratietransacties met BNP Paribas.
31 december 2009 Fortis Bank
Fortis Bank
Fortis Bank
Asset
Azië
Noord Amerika
UK
Management
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
165
1.853
198
1.311
1.343
1.902
578
13
Vorderingen op banken
916
180
302
1
Vorderingen op klanten
5.748
11.026
6.063
170
Beleggingen
613
274
65
299
Overige vorderingen
883
736
410
1.615
9.668
15.971
7.616
3.409
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Totaal activa
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
852
1.793
444
1
Schulden aan banken
3.775
1.702
1.561
46
Schulden aan klanten
2.310
5.229
4.342
3.849
64
5.895
2.381
Schuldbewijzen, Achtergestelde schulden en Overige financieringen Voorzieningen en Overige verplichtingen Totaal verplichtingen
603
519
307
437
7.604
15.138
9.035
4.333
31 december 2009 Fortis Bank
Fortis Bank
Fortis Bank
Frankrijk
Italië
Zwitserland
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
110
34
1.281
6
5
25
Vorderingen op banken
190
12
1
Vorderingen op klanten
7.825
2.924
1.232
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Beleggingen
513
Overige vorderingen
281
198
40
8.925
3.173
2.581
Totaal activa
2
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
6
1
24
Schulden aan banken
171
1
373
Schulden aan klanten
3.222
298
1.156
Schuldbewijzen, Achtergestelde schulden en Overige financieringen Voorzieningen en Overige verplichtingen Totaal verplichtingen
96
215 370
244
28
3.984
544
1.581
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4.2.2. Transacties met niet-verbonden partijen De volgende tabel toont de samenstelling van de activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen met betrekking tot activa aangehouden voor verkoop voor de entiteiten die verkocht zullen worden aan niet-verbonden partijen.
31 december 2009 Niet-kern Asset Management entiteiten
Overige entiteiten
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
100
16
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Vorderingen op banken
1
Vorderingen op klanten
14
Beleggingen Overige vorderingen
336
15
Totaal activa
436
46
Voorzieningen en Overige verplichtingen
65
20
Totaal verplichtingen
65
20
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Schulden aan banken Schulden aan klanten Schuldbewijzen, Achtergestelde schulden en Overige financieringen
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
97
4.3. Nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten Het resultaat met betrekking tot activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen met betrekking tot activa aangehouden voor verkoop wordt verantwoord in de resultatenrekening onder beëindigde bedrijfsactiviteiten. Resultaten op verkopen gedurende het jaar worden eveneens onder het nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten gerapporteerd. Het totale nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten wordt in de volgende tabellen gedetailleerd weergegeven.
31 december 2009
31 december 2008
Totaal
Totaal
Baten Rentemarge Commissiebaten, netto
918
938
1.103
1.156
Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
( 25 )
90
Overige baten
104
105
Totale baten, netto op rentelasten Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen Nettobaten
2.100
2.289
( 1.506 )
( 2.888 )
594
( 599 )
Lasten Personeelskosten
( 707 )
( 804 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
( 101 )
( 110 )
Overige lasten Totale lasten
Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst (verlies) over de periode
( 529 )
( 562 )
( 1.337 )
( 1.476 )
( 743 )
( 2.074 )
182 ( 561 )
( 996 ) ( 3.070 )
In overeenstemming met IFRS 5 heeft Fortis Bank per 31 december 2009 de entiteiten aangehouden voor verkoop gewaardeerd tegen de laagste van de boekwaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten. Dit resulteerde in de erkenning van een bijzondere waardevermindering van EUR 340 miljoen, dit bedrag is inbegrepen in de lijn “wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen” Het resultaat van EUR (3.070) miljoen per 31 december 2008 omvat niet het resultaat op FBN (EUR (8.391 miljoen)) en evenmin het resultaat op de niet-kern vermogensbeheermaatschappijen (EUR (736 miljoen)).
98
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4.3.1. Transacties met BNP Paribas Het totale nettoresultaat van de beëindigde bedrijfsactiviteiten van de entiteiten die deel uitmaken van de integratietransacties met BNP Paribas wordt in de volgende tabellen gedetailleerd:
31 december 2009 Fortis Bank
Fortis Bank
Fortis Bank
Asset
Azië
Noord Amerika
UK
Management
Baten Rentemarge Commissiebaten, netto Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Overige baten
145
163
185
10
22
41
44
686
( 55 )
( 110 )
125
8
9
72
8
1
Totale baten, netto op rentelasten
120
95
363
776
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
( 32 )
( 522 )
( 149 )
( 264 )
88
( 427 )
214
512
( 59 )
( 87 )
( 74 )
( 222 )
(6)
( 12 )
(6)
( 57 )
Overige lasten
( 43 )
( 58 )
( 45 )
( 223 )
Totale lasten
( 108 )
( 157 )
( 125 )
( 502 )
( 20 )
( 584 )
89
10
(3)
47
79
( 23 )
( 537 )
168
Fortis Bank
Fortis Bank
Fortis Bank
Frankrijk
Italië
Zwitserland
Nettobaten
Lasten Personeelskosten Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst (verlies) over de periode
10
31 december 2009
Baten Rentemarge
284
89
41
Commissiebaten, netto
106
14
47
4
5
4
Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Overige baten Totale baten, netto op rentelasten Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen Nettobaten
7
394
108
99
( 266 )
( 126 )
( 40 )
128
( 18 )
59
( 48 )
Lasten Personeelskosten
( 145 )
( 23 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
( 11 )
(1)
(3)
Overige lasten
( 88 )
( 17 )
( 15 )
Totale lasten
( 244 )
( 41 )
( 66 )
Winst voor belastingen
( 116 )
( 59 )
(7)
45
4
7
( 71 )
( 55 )
Winstbelastingen Nettowinst (verlies) over de periode
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
99
31 december 2008 Fortis Bank
Fortis Bank
Fortis Bank
Asset
Azië
Noord Amerika
UK
Management
Baten 143
23
(6)
34
Commissiebaten, netto
Rentemarge
27
40
52
811
Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
99
( 17 )
48
Overige baten
15
23
14
37
Totale baten, netto op rentelasten
284
69
107
878
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
( 24 )
( 992 )
( 365 )
( 1.338 )
Nettobaten
260
( 923 )
( 258 )
( 460 )
( 72 )
( 133 )
( 80 )
( 250 )
(8)
( 15 )
(6)
( 63 )
Overige lasten
( 49 )
( 58 )
( 57 )
( 250 )
Totale lasten
( 129 )
( 206 )
( 143 )
( 563 )
( 1.023 )
(3)
Lasten Personeelskosten Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
Winst voor belastingen
131
( 1.129 )
( 401 )
Winstbelastingen
( 18 )
( 1.002 )
13
62
Nettowinst (verlies) over de periode
113
( 2.130 )
( 388 )
( 960 )
31 december 2008 Fortis Bank
Fortis Bank
Fortis Bank
Frankrijk
Italië
Zwitserland
Baten Rentemarge
488
188
64
Commissiebaten, netto
122
12
62
14
1
1
6
2
2
630
203
129
( 111 )
( 18 )
519
186
122
( 43 )
Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Overige baten Totale baten, netto op rentelasten Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen Nettobaten
(7)
Lasten Personeelskosten
100
( 175 )
( 27 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
( 11 )
(1)
(3)
Overige lasten
( 97 )
( 14 )
( 19 )
Totale lasten
( 283 )
( 43 )
( 65 )
Winst voor belastingen
235
143
58
Winstbelastingen
( 29 )
( 13 )
(9)
Nettowinst (verlies) over de periode
206
130
49
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4.3.2. Transacties met niet-verbonden partijen Het totale nettoresultaat van de beëindigde bedrijfsactiviteiten van de entiteiten die verkocht zullen worden aan nietverbonden partijen wordt in de volgende tabellen gedetailleerd:
31 december 2009 Niet-kern Asset Overige
Verkocht
entiteiten
in 2009
Management entiteiten
Baten Rentemarge Commissiebaten, netto Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
1
1
(1)
3
(4)
4
(3)
125
18
1
Overige baten Totale baten, netto op rentelasten
127
8
10
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
( 97 )
(5)
(5)
30
3
5
Nettobaten
Lasten Personeelskosten
( 36 )
(4)
(9)
(3)
(1)
(1)
Overige lasten
( 28 )
(3)
(9)
Totale lasten
( 67 )
(8)
( 19 )
Winst voor belastingen
( 37 )
(5)
( 14 )
10
(5)
(2)
( 27 )
( 10 )
( 16 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
Winstbelastingen Nettowinst (verlies) over de periode
31 december 2008 Overige
Verkocht
entiteiten
in 2009
Baten Rentemarge
2
Commissiebaten, netto Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
4
Overige baten
6
Totale baten, netto op rentelasten
2 31 ( 57 )
12
( 24 )
( 19 )
( 14 )
(7)
( 37 )
Personeelskosten
(5)
( 18 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
(2)
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen Nettobaten
Lasten
Overige lasten Totale lasten
Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst (verlies) over de periode
(1) ( 17 )
(7)
( 37 )
( 14 )
( 74 )
4
(5)
( 10 )
( 79 )
Het nettoresultaat per 31 december 2008 van de niet –kern vermogensbeheermaatschappijen was EUR (736) miljoen.
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
101
4.4. Kasstroomoverzicht 31 december 2009 Totaal
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
( 5.453 )
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
( 2.589 )
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
4.034
31 december 2008 Totaal
102
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
22.763
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
( 6.698 )
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
( 19.528 )
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
5. Eigen vermogen De samenstelling van het eigen vermogen per 31 december 2009 is als volgt:
Aandelenkapitaal
- Gewone aandelen: 483.241.153 uitgegeven aandelen
Agio reserve Overige reserves
9.375
20.276 ( 11.874 )
Koersverschillen reserve
( 460 )
Nettowinst (verlies) toewijsbaar aan de aandeelhouders
( 665 )
Ongerealiseerde winsten (verliezen)
( 1.193 )
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
15.459
5.1. Aandelenkapitaal en agioreserve Per 31 december 2009 had Fortis Bank NV 483.241.153 gewone aandelen uitgegeven en bedroeg het aandelenkapitaal EUR 9.374.878.367. Gedurende 2009 is het aandelenkapitaal niet gewijzigd. Fortis Bank heeft geen preferente aandelen of andere soorten aandelen uitgegeven. Alle gewone uitgegeven aandelen zijn volgestort. Volgens de Protocolovereenkomst, afgesloten op 10 oktober 2008 en 8 maart 2009, heeft BNP Paribas op 12 mei 2009 74,93% van het aandelenkapitaal en de stemrechten van Fortis Bank NV overgenomen van de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij). Per 31 december 2009 was het aandelenkapitaal van Fortis Bank NV voor 74,93% (362.115.778 aandelen) in het bezit van BNP Paribas, voor 25% (120.810.289 aandelen) in het bezit van de Belgische Staat (FPIM) en voor de resterende 0,07% (315.086 aandelen) in het bezit van andere minderheidsaandeelhouders. Fortis Bank, noch dochterondernemingen of geassocieerde deelnemingen hebben Fortis Bank-aandelen in eigen bezit. Er zijn geen aandelen gereserveerd voor uitgifte onder optie- of verkoopcontracten. Het toegestane kapitaal van Fortis Bank SA/NV bedraagt EUR 9.374 miljoen.
5.2. Overige reserves De overige reserves omvatten de reserves van de moedermaatschappij en de cumulatieve nietuitgekeerde resultaten van haar geconsolideerde dochterondernemingen vanaf de toetreding tot de consolidatiekring.
Eigen vermogen
103
5.3. Koersverschillenreserve De koersverschillenreserve vormt een afzonderlijke component van het eigen vermogen waarin valutaverschillen worden verantwoord die voortkomen uit de omrekening van de resultaten en financiële posities van buitenlandse activiteiten die zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Fortis Bank. Fortis Bank past hedging toe voor voor netto-investeringen in buitenlandse activiteiten. De netto-investering in een buitenlandse activiteit bestaat uit het belang dat Fortis Bank heeft in de netto-activa van die activiteit. Omrekeningsverschillen die ontstaan op leningen en andere valutainstrumenten welke zijn aangewezen als afdekkingsinstrument voor dergelijke investeringen worden eveneens opgenomen in het eigen vermogen (in de koersverschillenreserve) tot het moment van desinvestering van de netto-investering. Behoudens in het geval van niet-effectieve afdekkingen worden omrekeningsverschillen direct verantwoord in de resultatenrekening. In het geval van desinvestering van een buitenlandse entiteit worden de gerealiseerde omrekeningsverschillen in de resultatenrekening verantwoord als onderdeel van de verkoop.
5.4. Ongerealiseerde winsten en verliezen begrepen in het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders De ongerealiseerde winsten en verliezen, zoals begrepen in het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders, zijn als volgt:
Voor verkoop
Herwaarding van
beschikbare
geassocieerde
Kasstroom
beleggingen
deelnemingen
Afdekkingen
Totaal
( 15 )
( 1.671 )
31 december 2009 Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) Gerelateerde belasting Totaal
( 1.766 )
110
473
5
478
( 1.293 )
110
( 10 )
( 1.193 )
( 5.591 )
( 14 )
(1)
( 5.606 )
( 14 )
(1)
( 5.048 )
31 december 2008 Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) Gerelateerde belasting Totaal
558 ( 5.033 )
558
De ongerealiseerde winsten en verliezen op voor verkoop beschikbare beleggingen worden nader toegelicht in noot 18.2 ‘Voor verkoop beschikbare beleggingen’. Reële waardeveranderingen van derivaten die zijn aangewezen en in aanmerking komen als kasstroomafdekkingen, worden in het eigen vermogen verantwoord als een ongerealiseerde winst of verlies. Niet-effectieve afdekkingen worden onmiddellijk verantwoord in de resultatenrekening. Van de ongerealiseerde winsten bij herwaardering van geassocieerde deelnemingen heeft EUR 121 miljoen betrekking op mutaties die rechtstreeks in het eigen vermogen van AG Insurance zijn verantwoord.
104
Eigen vermogen
De mutaties in de bruto ongerealiseerde winsten en verliezen zoals verantwoord in het eigen vermogen over 2009 en 2008 zijn als volgt:
Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) per 1 januari 2009
Voor verkoop
Herwaarding van
beschikbare
geassocieerde
Kasstroom
beleggingen
deelnemingen
Afdekkingen
Totaal
( 5.591 )
( 14 )
(1)
( 5.606 )
Wijziging ongerealiseerde winsten en verliezen tijdens de verslagperiode
1.240
( 12 )
1
1.229
Terugname ongerealiseerde winsten (verliezen) door verkoop
2.604
121
( 15 )
2.710
Terugname ongerealiseerde winsten (verliezen) door bijzondere waardeverminderingen
( 196 )
( 196 )
88
Afschijvingen van voor verkoop beschikbaar beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen
88
Omrekeningsverschillen
15
Overige
74
Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) per 31 december 2009
Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) per 1 januari 2008
( 1.766 )
15 15 110
89 ( 15 )
( 1.671 )
Voor verkoop
Herwaardering van
beschikbare
geassocieerde
Kasstroom
beleggingen
deelnemingen
Afdekkingen
Totaal
( 955 )
(7)
(4)
( 966 )
114
( 23 )
Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) op beëindigdebedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008
91
Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) op beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008
( 1.069 )
16
Wijziging ongerealiseerde winsten en verliezen tijdens de verslagperiode
( 3.244 )
12
Terugname ongerealiseerde winsten (verliezen) door verkoop Terugname ongerealiseerde winsten (verliezen) door bijzondere waardeverminderingen
( 32 )
Omrekeningsverschillen
( 53 ) 224 ( 5.591 )
( 1.057 ) ( 3.232 )
(1)
( 1.417 )
Overige Bruto ongerealiseerde winsten (verliezen) per 31 december 2008
( 23 )
(4)
( 56 ) ( 1.417 ) ( 53 )
( 19 )
4
( 14 )
(1)
209 ( 5.606 )
Eigen vermogen
105
6. Minderheidsbelangen De belangrijkste minderheids belangen van derden in groepsmaatschappijen van Fortis Bank zijn:
31 december 2009 % Minderheidsbelang
Boekwaarde
31 december 2008 % Minderheidsbelang
Boekwaarde
Groepsmaatschappij Fortis Bank AS (Turkey) Banque Générale de Luxembourg S.A.
5,9%
52
5,9%
50
50,0%
2.938
49,9%
2.713
Overige Totaal
4
17
2.994
2.780
Op 29 september 2008 investeerde de Luxemburgse Staat EUR 2,5 miljard in Banque Générale du Luxembourg SA in de vorm van een verplicht converteerbare lening. Op 15 december 2008 verwierf de Luxemburgse Staat 49,9% van het eigen vermogen van Banque Générale du Luxembourg SA door de conversie van leningen tot een bedrag van EUR 2,4 miljard in aandelen. Op 13 mei 2009 werd het resterende bedrag van EUR 100 miljoen ook in aandelen geconverteerd. Daarnaast verwierf BNP Paribas krachtens de Protocolovereenkomsten van 10 oktober 2008 en 8 maart 2009 een rechtstreeks belang van 15,96% in het aandelenkapitaal en de stemrechten van Banque Générale du Luxembourg SA. Als gevolg van de opgesomde veranderingen heeft Fortis Bank NV een belang van 50% plus 1 aandeel in Banque Générale du Luxembourg SA. De resterende aandelen zijn in handen van de Luxemburgse Staat (34%), BNP Paribas (15,96%) en andere partijen die als houders van een minderheidsbelang worden beschouwd (0,04%). De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ongerealiseerde winsten en verliezen verantwoord in minderheidsbelangen.
Voor verkoop
Herwaardering van
beschikbare
geassocieerde
Kasstroom
beleggingen
deelnemingen
Afdekkingen
Totaal
31 december 2009 Minderheidsbelangen
( 42 )
Gerelateerde belasting
13
13
( 29 )
( 29 )
Minderheidsbelangen
( 230 )
( 230 )
Gerelateerde belasting
65
65
( 165 )
( 165 )
Totaal
( 42 )
31 december 2008
Totaal
De ongerealiseerde winsten en verliezen op voor Verkoop beschikbare beleggingen worden nader toegelicht in noot 18.2 ’Voor verkoop beschikbare beleggingen’.
106
Minderheidsbelangen
7. Risicomanagement 7.1. Inleiding De bedrijfsactiviteiten van Fortis Bank vereisen een duidelijk en krachtig risicomanagementraamwerk om te verzekeren dat risico’s worden geïdentificeerd, gemeten, beheerd en gecontroleerd. Binnen het risicoraamwerk worden de belangrijkste aspecten van het beleid, de structuren, de methoden en de processen gecombineerd onder algemeen toezicht van de topmanagers van de bank, op basis van een duidelijke bedrijfsstrategie en een goed gedefinieerde risicotolerantie. In reactie op de financiële crisis en na de overname door BNP Paribas, onderging het risicoraamwerk aanzienlijke veranderingen in de loop van 2009. Op basis van de uitgangspunten voor risicomanagement op groepsniveau (Group Risk Management – GRM) van BNP Paribas, werden wijzigingen geformuleerd en in twee stappen doorgevoerd: de eerste in de maand mei, onmiddellijk na de juridische afronding van de overname, en de tweede in de maand november, in lijn met de afronding van het Industrieel Plan. Er werden bijkomende projecten gedefinieerd om verdere wijzigingen te realiseren in de toekomst. Dit hoofdstuk biedt een uitgebreide beschrijving van de organisatie van het risicobeheer binnen Fortis Bank gedurende 2009, alsook een kwantitatief en kwalitatief overzicht van de risicoportefeuille van Fortis Bank aan het einde van 2009. Het eerste deel geeft een inzicht in de organisatie van het risicobeheer van Fortis Bank en de daarbij betrokken commissies en platforms. Daarna wordt in het kort de filosofie beschreven achter de interne processen voor het definiëren, valideren en controleren van de belangrijkste metingen die gebruikt worden in het kader van risicobeoordeling. De daaropvolgende delen (Financiële risico’s en Liquiditeitsrisico) geven een gedetailleerd en technisch boekhoudkundig beeld van het risico dat Fortis Bank had op het einde van 2009 en vergelijken dit met het voorgaande jaar. Alle financiële gegevens in deze toelichting 7. Risicomanagement omvatten ook deze van de beëindigde bedrijfsactiviteiten, zoals de integratietransacties met BNP Paribas. Uitsluiting van de financiële informatie in verband met de beëindigde bedrijfsactiviteiten zou tot een beperktere risicoportefeuille in alle categorieën leiden.
Risicomanagement
107
7.2. Organisatie van risicomanagement 7.2.1. Het Risicodepartement: missie en organisatie Zowel de missie als de organisatie van het Risicodepartement van Fortis Bank zijn in 2009 substantieel gewijzigd. Richtlijnen waren: • De missie van Group Risk Management (GRM) van BNP Paribas: -- Het management van de Bank adviseren over risicotolerantie en -beleid -- Een bijdrage leveren als “tweede paar ogen”, zodat door de Bank genomen risico’s passen binnen haar beleid en verenigbaar zijn met haar doelstellingen voor wat betreft winstgevendheid en solvabiliteit -- Aan het management van de Bank, het management van de kernsegmenten (core businesses) en het speciale comité van de Raad van Bestuur rapport uitbrengen over de status van de risico’s waaraan de Bank blootstaat -- Waarborgen van de conformiteit van de bankregels op het gebied van risico, in samenhang met andere betrokken functies. • En haar organisatorische uitgangspunten:and its organisational principles: -- Eén geïntegreerde risico-entiteit, verantwoordelijk voor risicoaspecten in alle bedrijfsonderdelen en in alle geografische regionen -- Onafhankelijk van het management van de businesses -- Georganiseerd langs lokale en wereldwijde rapportagelijnen (matrixprincipe). De risicofuncties waren oorspronkelijk georganiseerd in een decentraal model. Om de basis te leggen voor een onafhankelijke, op het model van BNP Paribas geïnspireerde, organisatie zijn alle risicofuncties sinds 20 mei samengevoegd in één enkele risico-entiteit in een overgangsorganisatie die voor het merendeel is gebaseerd op bestaande structuren en teams. De businesses die een risico nemen, zullen in eerste instantie verantwoordelijk worden voor het nemen van het risico. Als tweede verdedigingslinie waarborgt het Risicodepartement dat de risico’s van de bank in overeenstemming zijn met het risicobeleid en het verwacht rendement. De afdeling geeft advies over de gezondheid van de portefeuille, de duurzaamheid van de winstgevendheid daarvan en de mate waarin deze overeenkomt met de risicotolerantie. In november 2009 werd het Risicodepartement verder geïntegreerd binnen de functie GRM van BNP Paribas. Een aantal activiteiten die buiten het bereik van GRM vallen (Operationeel risico, Juridische zaken, Management control, Interne communicatie, Kredietonderzoek en Kredietportefeuillebeheer), werden overgeheveld naar de corresponderende groepsfunctie of zullen dat in de nabije toekomst worden. Er werd een nieuwe organisatie ontworpen, waarbij de Chief Risk Officer (CRO) rapporteert aan zowel de CEO van de bank als aan de CRO van de groep en leiding geeft aan alle medewerkers van het Risicodepartement. De CRO staat niet in een hiërarchische verhouding met de hoofden van de businesses of van de landen. Het doel van deze positionering is: • een objectief risicomanagement waarborgen, • ervoor zorgen dat, als risico’s toenemen, snel objectieve en complete informatie wordt verstrekt, • beschikken over een unieke set van hoogwaardige standaarden voor risicomanagement, van toepassing op heel de bank • garanderen dat risico-experts methoden en procedures van de hoogste kwaliteit toepassen en verder ontwikkelen, in lijn met best practices van internationale concurrenten.
108
Risicomanagement
De risico-organisatie van BNP Paribas Fortis in België
BNP Paribas Fortis CEO
BNP Paribas CRO
BNP Paribas Fortis CRO
Strategy & Organisation
Senior Advisor
Risk Information Modelling & Reporting
Risk Capital Markets
Corporate and Public Banking Credit
Retail and Private Banking Belgium Credit
Legend: Donkerrood: lokale lijn / Bruin: wereldwijde lijn
De CRO staat aan het hoofd van de verschillende risicofuncties: • Onder de CRO vallen de Senior Advisor en Strategy and Organisation, die verantwoordelijk zijn voor het permanente operationeel beheer (verzorgen van de tweedelijns bewaking van de risicofunctie en de business continuïteit), voor de Risk Operating Office (coördineren van niet-kern ondersteuningsfuncties), projecten in het kader van change management en communicatie. • Risk Information, Modelling and Reporting is verantwoordelijk voor het Basel II programma, het bouwen van kredietmodellen, modelcertificatie, business architectuur, risicoperformance en kredietrapportage, strategische risicoanalyse, voorzieningen en landenrisico. • Risk Capital Markets is verantwoordelijk voor het bewaken van markt- en liquiditeitsrisico’s, tegenpartijrisico’s en kredietrisico’s op financiële instellingen. • Corporate and Public Banking Credit is verantwoordelijk voor de kredietrisico’s in de businesses corporate, public en commercial banking. • Retail and Private Banking Belgium Credit is verantwoordelijk voor kredietrisico’s in de businesses retail en private banking in de binnenlandse markt. Buiten België, en buiten de bestaande nationale en internationale rapportagelijnen om, blijven de CRO’s van de bedrijven die onderdeel blijven uitmaken van BNP Paribas Fortis rapporteren aan de CRO van BNP Paribas Fortis om te waarborgen dat in- en externe regels adequaat worden nageleefd.
Risicomanagement
109
7.2.2
Structuur van Fortis Bank Risk Committee
Raad van Bestuur: Risico-comités • Fortis Bank Audit & Risk Comité (ARC) De rol van het ARC bestaat uit het assisteren van de Raad van Bestuur bij het toezien op en bewaken van de verantwoordelijkheden in termen van interne controle binnen Fortis Bank, in de breedste zin van het woord, waaronder de interne controle van de financiële verslaggeving en van de risico’s. Corporate Risk Comités De Raad van Bestuur van Fortis Bank wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door de volgende Corporate Risk Comités: • Bank Alco is verantwoordelijk voor het beheer van de liquiditeiten, de intrestvoeten, het corporate wisselkoersrisico, de investeringen, de lange termijn financiering en het kapitaal van de bank. • Het Central Operational risk Policy Comité (OPC) stelt de normen, het beleid en de maatstaven vast voor de operationele risico-gelinkte uitstaande bedragen. • Het Central Credit Policy Comité (CPC) keurt het beleid en de processen goed betreffende kredietrisico’s, beslist over concentratielimieten, keurt nieuwe kredietproducten goed, bewaakt de kwaliteit van de kredietportefeuille en de kredietdelegatielimieten. • Het Central Credit Comité (CCC) beslist over individuele kredietrisico’s, inclusief landen- en bankenlimieten, en valideert transacties boven een bepaald niveau die invloed hebben op de balans binnen de leningslimieten van de bank. • Het Fortis Bank Comité on Impairments and Provisions (FBCIP) opereert op senior management niveau en houdt toezicht op de waardeverminderingen op geconsolideerde basis teneinde het Reporting Office en de businesses een status te geven met het oog op het jaarlijkse budget. Technical Risk Comités & Platforms De Technical Risk Comités & Platforms bestaan uit het volgende: • De Model Acceptance Group (MAG) neemt beslissingen over technische en methodologische kwesties, door de ontwikkeling en implementatie van methodes en modellen voor kredietrisico te toetsen op consistentie en op naleving van de externe regelgeving. • Het Operational ALCO Comité is een implementatiecomité dat de nodige maatregelen neemt om de door de Bank Alco genomen beslissingen te implementeren.
110
Risicomanagement
7.3. Risicometing Risicometing is een cruciale stap in het risicobeheerproces. Bij het beheren en meten van haar risico’s, gebruikt Fortis Bank verschillende kwalitatieve en kwantitatieve methodes. Deze gaan van regelmatige rapportering van onder meer risicoconcentratie, kwalitatieve en kwantitatieve overzichten van de portefeuille tot meer gesofisticeerde kwantitatieve risicomodellen voor het bepalen van interne risicoparameters zoals de kans op wanbetaling, het verlies bij wanbetaling, het uitstaand kredietrisico bij wanbetaling, het verwacht verlies (voor kredietrisico), Value at Risk (voor marktrisico) en Economisch Kapitaal. Om effectiviteit en consistentie te garanderen, zijn de ontwikkeling, de validatie en de herziening van deze modellen onderwerp van algemene bankstandaarden. De geobserveerde risicoparameters, de stress testen en de verwachtingen (gebaseerd op verschillende modellen) worden vervolgens vergeleken met een raamwerk van limieten en richtlijnen met betrekking tot risico. Uiteindelijk worden al deze risicometingen met de stress testen samengebracht in een algemeen risico-overzicht ten behoeve van het topmanagers. Deze algemene overzichten dienen ter ondersteuning van het nemen van weloverwogen beslissingen en worden regelmatig geëvalueerd en verbeterd.
7.4. Financiële risico’s Financieel risico kan worden onderverdeeld in twee typen risico, kredietrisico en marktrisico.
7.4.1. Kredietrisico Kredietrisico wordt gedefinieerd als het risico met betrekking tot het resultaat of eigen vermogen dat optreedt als een schuldenaar niet in staat is aan zijn contractuele verplichtingen te voldoen of niet kan handelen zoals overeengekomen.
7.4.1.1 Kredietrisicobeheer Het beheer van alle kredietrisico’s binnen Fortis Bank wordt geregeld binnen de Fortis Bank Credit Policy. In dit kredietbeleid worden uitgangspunten, regels, richtlijnen en procedures geformuleerd voor het signaleren, meten, goedkeuren en rapporteren van het kredietrisico binnen Fortis Bank. Met de Fortis Bank Credit Policy is een consistent kader in het leven geroepen voor alle kredietactiviteiten die risico’s met zich meebrengen, hetzij in de vorm van directe kredietverlening hetzij via andere activiteiten die aanleiding geven tot kredietrisico, zoals beleggingsactiviteiten. Het kredietbeleid kent vier onderdelen: uitgangspunten en kader, business-overschrijdend beleid, business-specifiek beleid en instructies.
Risicomanagement
111
In het onderdeel ‘uitgangspunten en kader’ worden de kernwaarden en randvoorwaarden voor de risicotolerantie en kredietcultuur van Fortis Bank uiteengezet. Deze kernwaarden en randvoorwaarden zijn universeel en constant van aard. De Credit Risk Strategy, het businessoverschrijdend beleid, het business-specifiek beleid en de instructies zijn dynamisch van aard. Deze onderdelen zijn onderhevig aan wijzigingen en herzieningen in overeenstemming met veranderende omstandigheden en opgedane ervaringen. In het business-overschrijdend beleid wordt een kader geformuleerd op basis waarvan een specifiek product of een specifieke kredietactiviteit dient te worden georganiseerd in meer dan één business of binnen Fortis Bank als geheel. Business-specifiek beleid daarentegen is puur en alleen gericht op alle aspecten van een specifiek product of specifieke kredietactiviteit van één business. Dit beleid wordt met het oog op toepasbaarheid en verantwoordelijkheid binnen de business ontwikkeld en geformuleerd. In de instructies wordt gedetailleerde informatie gegeven over processen die met kredietactiviteiten verband houden.
7.4.1.2 De krediet-levenscyclus De erkenning van bestaand en potentieel kredietrisico van een product of activiteit vormt de basis voor effectief kredietrisicobeheer. Onderdeel van dit proces is het verzamelen van alle relevante informatie over de aangeboden producten, de betreffende tegenpartijen en alle elementen die het kredietrisico kunnen beïnvloeden. Het kredietrisico van een contractvoorstel wordt op de volgende onderdelen beoordeeld: • de analyse van de kans dat de tegenpartij niet aan de verplichtingen voldoet, inclusief de inschaling op de Fortis Bank Master Scale • de analyse van de kans dat aan de verplichtingen van de tegenpartij op enigerlei andere wijze wordt voldaan indien de tegenpartij zelf in gebreke blijft • de formulering van een onafhankelijke en onderbouwde opinie. Tegenpartij acceptatiecriteria zijn de voorwaarden die Fortis Bank toepast op de acceptatie van klanten waaraan krediet wordt verleend. Deze voorwaarden weerspiegelen het algemeen aanvaardbare kredietrisicoprofiel dat Fortis Bank heeft bepaald. Fortis Bank ontplooit de kredietverleningactiviteiten binnen solide en duidelijk omschreven criteria om haar reputatie te beschermen en haar duurzaamheid te garanderen. Fortis Bank wenst niet in verband te worden gebracht met dubieuze tegenpartijen of kredietfaciliteiten. Tot de acceptatiecriteria voor tegenpartijen behoren een duidelijke indicatie van de doelmarkt van de bank en, naast een grondig inzicht in de leningnemer of tegenpartij, ook het doel en de opbouw van het betreffende krediet en de bron waaruit het krediet zal worden terugbetaald. De belangrijkste kredietparameters die betrekking hebben op de schatting van het verwachte verlies, het onverwachte verlies en het economisch kapitaal zijn de kans op wanbetaling (probability of default (PD)), het verlies bij wanbetaling (loss given default (LGD)) en het uitstaand kredietrisico bij wanbetaling (exposure at default (EAD)).
112
Risicomanagement
De bevoegde personen of comités komen vervolgens tot een kredietbeslissing met behulp van de mening van een kredietanalist. Het delegeren van fiatteringbevoegdheid houdt in dat de centrale besluitvorming deels wordt overgedragen aan de aangewezen niveaus van kredietrisicobeheer en aan de businesses. Door de delegatieregels wordt het besluitvormingsproces voor de acceptatie en het beheer van tegenpartijrisico georganiseerd en ingericht. Het uitgangspunt bij de besluitvorming is het vinden van de optimale balans tussen twee tegengestelde factoren (in termen van totale winstgevendheid), namelijk de maximalisatie van de autonome besluitvorming van de businesses enerzijds en de verlaging van het tegenpartijrisico anderzijds. De beheersing van kredietrisico’s is een permanent en automatisch bewakingsproces en wordt uitgevoerd op basis van kredietposities en gebeurtenissen, primair gericht op het vroegtijdig opsporen en rapporteren van potentiële kredietproblemen. Het toezicht is gericht op de dagelijkse bewaking van alle individuele kredietrisico’s. Aan de hand van uitgebreide procedures en informatiesystemen wordt de staat van de individuele leningen en tegenpartijen in de diverse portefeuilles opgevolgd. In overeenstemming met deze procedures worden potentiële probleemkredieten volgens gedefinieerde criteria opgespoord en gemeld, zodat ze op de juiste manier worden gerubriceerd en bewaakt en corrigerend kan worden opgetreden. Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, gaan naar ‘Intensive Care’ of ‘Recovery’. Intensive Care ontwikkelt strategieën voor het herstel van een lening of voor een verhoging van de uiteindelijke terugbetaling. Intensive Care levert daarnaast belangrijke informatie en hulp aan de businesses bij de behandeling van probleemleningen, waarvoor geen bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden. De Intensive Care functie is gescheiden van de oorspronkelijke afdeling of business die de kredietovereenkomst heeft aangegaan. Indien een tegenpartij in gebreke blijft en naar de inschatting van Fortis Bank ook in de toekomst niet in staat zal zijn om op eigen kracht aan zijn verplichtingen te voldoen, dienen alle mogelijke wegen te worden bewandeld om ervoor te zorgen dat de tegenpartij alsnog aan zijn verplichtingen tegenover Fortis Bank kan voldoen, via de verkoop of uitwinning van vorderingen, onderpand of garanties.
7.4.1.3 Uitstaand kredietrisico Het totaal uitstaande kredietrisico van Fortis Bank (exclusief zekerheidstellingen en andere kredietverbeteringen) wordt gemeten en weergegeven als het totaal van balanstegoeden en buiten-balans kredietverplichtingen van klanten en tegenpartijen per 31 december. Het uitstaande kredietrisico wordt voorgesteld op basis van de classificatie van de balans, ervan uitgaande dat deze wijze de aard en de karakteristieken van het uitstaande kredietrisico het beste weergeeft. Het uitstaande kredietrisico omvat de financiële gegevens in verband met de beëindigde bedrijfsactiviteiten. Uitsluiting van de financiële informatie in verband met de beëindigde bedrijfsactiviteiten zou tot een beperktere risicoportefeuille leiden.
Risicomanagement
113
Het totaal uitstaande kredietrisico van Fortis Bank per 31 december ziet er uit als volgt:
2009
Geldmiddelen en kasequivalenten (zie noot 14) Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto geldmiddelen en kasequivalenten (zie noot 14)
27.128 (5)
2008
22.647 (3)
27.123
22.644
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden Obligaties
8.730
10.676
Afgeleide financiële instrumenten
46.604
72.135
Totaal activa aangehouden voor handelsdoeleinden (zie noot 15)
55.334
82.811
Rentedragende deposito's
2.365
17.968
Leningen en voorschotten
4.113
8.566
Omgekeerde terugkoopovereenkomsten
9.320
14.895
4.036
3.642
19.834
47.342
Vorderingen op banken
Effectenleentransacties Overige Totaal vorderingen op banken (zie noot 16) Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto vorderingen op banken (zie noot 16)
2.271
( 583 ) 19.251
( 299 ) 47.043
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren
4.283
4.155
36.166
34.006
7.360
7.057
Leningen aan ondernemingen
96.365
114.872
Omgekeerde terugkoopovereenkomsten
24.882
36.274
Effectenleentransacties Overige Totaal vorderingen op klanten (zie noot 17) Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto vorderingen op klanten (zie noot 17)
6
6.576
13.995
15.079
183.057
218.019
( 4.720 ) 178.337
( 2.389 ) 215.630
Rentedragende investeringen Overheidspapier
610
372
49.922
55.315
Obligaties uitgegeven door ondernemingen
15.815
19.720
Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen
23.506
Overheidsobligaties
Gestructureerde krediet instrumenten Overige beleggingen Totaal rentedragende investeringen (zie noot 18) Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto rentedragende investeringen (zie noot 18)
Overige vorderingen (zie noot 19) Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto overige vorderingen (zie noot 19)
Totaal kredietrisico balans Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto kredietrisico balans
Buiten balans kredietverplichtingen (zie noot 46) Bijzondere waardeverminderingen Buiten balans netto kredietverplichtingen (zie noot 46)
Totaal bruto kredietrisico Bijzondere waardeverminderingen Totaal netto kredietrisico
114
Risicomanagement
1.289
38.837
8 91.150 ( 884 )
114.244 ( 8.639 )
90.266
105.605
2.746
5.698
( 30 ) 2.716
379.249 ( 6.222 )
( 18 ) 5.680
490.761 ( 11.348 )
373.027
479.413
83.500
94.733
( 491 ) 83.009
462.749 ( 6.713 ) 456.036
( 773 ) 93.960
585.494 ( 12.121 ) 573.373
Inclusief de financiële gegevens met betrekking tot de beëindigde bedrijfsactiviteiten, was het totaal uitstaand kredietrisico per 31 december 2009 al 20% lager dan op 31 december 2008. Deze evolutie is waarneembaar in bijna alle activacategorieën, behalve in ‘Geldmiddelen en kasequivalenten’. Daarin compenseerde de stijging in zeer kortlopende bankdeposito’s (minder dan 3 maanden) deels de forse terugval in bankdeposito’s en voorschotten met een looptijd van meer dan 3 maanden. ‘Geldmiddelen en kasequivalenten’ bevat geen kasgeld (EUR 550 miljoen) in 2009. De totale interbanken financiering van Fortis Bank nam na de opvallende daling in 2008 verder af in 2009. De activa aangehouden voor handelsdoeleinden kwamen 33% lager uit, hoofdzakelijk door de scherpe daling in OTC rentederivaten. De neerwaartse trend in leningen aan particulieren kwam voornamelijk voort uit de afnemende activiteit in omgekeerde terugkoopovereenkomsten met institutionele klanten en de verdere afslanking van de portefeuille leningen aan ondernemingen. Dit laatste was vooral waarneembaar in de niet-thuismarkten van Fortis Bank (EUR 15,5 miljard). In België werd de afname mede aangewakkerd door de aflossing van een aantal grote leningen binnen Corporate and Public Banking. De daling van de positie in rentedragende beleggingen moet voornamelijk worden toegeschreven aan de verkoop van de gestructureerde kredietportefeuille van Fortis Bank aan Royal Park Investments SA/NV, in combinatie met de afschrijving van in die portefeuille behouden posities. Scaldis is een entiteit die zich richt op het aankopen van vastrentende activa met een beleggingskwaliteit, sub-beleggingskwaliteit dan wel niet-gewaardeerde activa. Scaldis is volledig geconsolideerd door Fortis Bank. De activa-pools omvatten de continue financiering van activa van derden zoals consumenten- en autoleningen, handelsdebiteuren, hypotheken en leasedebiteuren. Omwille van het feit dat de activa-pools van Scaldis ten bedrage van EUR 842 miljoen (2008: EUR 4.141 miljoen) gerapporteerd worden in Overige Activa (noot 22) zijn deze activa niet inbegrepen in dit overzicht van het kredietrisico, noch in de tabellen hierna. Elk residueel kredietrisico op de activa wordt gedragen door de investeerders in het commercial paper van Scaldis. Fortis Bank neemt, ten voordele van de investeerders in Scaldis, voor een beperkt deel van de activa het overgebleven kredietrisico op zich via volledig ondersteunende liquiditeitsfaciliteiten en een programma-wijde beschikbare kredietbrief ten gunste van Scaldis. Deze volledig ondersteunende faciliteiten dekken elk verlies in op de activa nadat alle andere beschikbare kredietondersteunende maatregelen werden uitgeput. Per 31 december 2009 voorzag Fortis Bank in volledig ondersteunende liquiditeitsfaciliteiten voor 26,98% (USD 2.797 miljoen) van het overgebleven kredietrisico, uitgedrukt als een percentage van het globale uitstaande nominale bedrag aan commercial paper.
Risicomanagement
115
7.4.1.4 Saldering van kredietrisico Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt in de balans weergegeven indien er een juridische mogelijkheid bestaat om deze bedragen te salderen en het voornemen bestaat om dit recht uit te oefenen en gelijktijdig af te wikkelen. Het is echter mogelijk dat een salderingsrecht niet voldoet aan de IFRS salderingscriteria op de balans. Activa en passiva die onderhevig zijn aan een dergelijke saldering worden bruto op de balans vermeld. De onderstaande tabel geeft het bestaan van dergelijke rechten weer evenals de zogenaamde overkoepelende verrekeningsovereenkomsten die de potentiële kredietverliespositie moeten beperken. De hieronder gerapporteerde financiële activa zijn onderworpen aan een juridisch recht van saldering met financiële verplichtingen en worden niet op nettobasis in de balans gerapporteerd.
2009
Vorderingen op klanten Overige activa
2008
7.230
5.587
21
34
7.251
5.621
20.124
18.632
Totale kredietexposure onderhevig aan een juridisch afdwingbaarrecht tot verrekening
Kredietexposure verminderd door een overkoepelende verrekeningsovereenkomst
7.4.1.5 Concentratie van kredietrisico Met concentratie van kredietrisico bedoelt men een uitstaand bedrag bij een tegenpartij of een verzameling uitstaande bedragen bij positief gecorreleerde tegenpartijen (bijvoorbeeld de tendens om in gebreke te blijven bij gelijkaardige omstandigheden) die een aanzienlijk verlies kunnen opleveren indien die tegenpartijen in gebreke blijven. Het vermijden van concentraties is een fundamenteel onderdeel van de kredietrisicostrategie van Fortis Bank om in omvang gespreide, liquide en gediversifieerde portefeuilles aan te houden. Om onvoorziene concentratie van kredietrisico te voorkomen, past Fortis Bank het concept van ‘total one obligor’ toe. Dat wil zeggen dat groepen verbonden tegenpartijen voor het kredietrisicobeheer worden beschouwd als één tegenpartij. Het kredietrisicobeleid van Fortis Bank met betrekking tot concentratie van kredieten is erop gericht dit risico te spreiden over diverse sectoren en landen. In de onderstaande tabel wordt de sectorconcentratie van de leningenportefeuille aan klanten per 31 december weergegeven.
116
Risicomanagement
Sectorconcentratie
2009 Boekwaarde van vorderingen op klanten
2008 Boekwaarde van vorderingen
Totaal %
op klanten
Totaal %
Industriesector Landbouw, bosbouw en visserij
1.560
1%
1.463
Olie en gas
2.494
1%
4.568
0,7% 2,1%
Primaire metalen
3.188
2%
3.189
1,5%
Grondstoffen en halffabricaten
1.382
1%
609
0,3%
Consumptie artikelen
5.921
3%
7.439
3,4%
855
0%
1.010
0,5%
Technologie, media en telecommunicatie
Hout, afval en papieren producten
2.336
1%
2.714
1,3% 2,7%
Electriciteit-, gas- en watervoorziening
5.069
3%
5.849
Chemie, rubber en kunststoffen
3.031
2%
3.661
1,7%
Bouw en werktuigbouw
8.200
5%
7.364
3,4%
Machines en apparatuur
3.236
2%
3.931
1,8%
Auto industrie
3.037
2%
3.821
1,8%
688
0%
778
0,4%
11.077
6%
13.726
6,4% 1,7%
Transport Handels- en commodity financiering Detailhandel
3.469
2%
3.601
Vastgoed
14.169
8%
15.682
7,3%
Financiële dienstverlening
44.137
25%
64.263
29,8% 8,2%
Holdings en overige dienstverlening
12.695
7%
17.779
Openbare en sociale dienstverlening
10.816
6%
12.289
5,7%
Particulieren
40.934
23%
38.910
18,0%
Niet gerubriceerd Totaal netto vorderingen op klanten Bijzondere waardevermindering Totaal netto vorderingen op klanten
De twee sectoren met het grootste aandeel in de Vorderingen op klanten van Fortis Bank zijn ‘Financiële dienstverlening’ en ‘Particulieren’. Deze sectoren vertegenwoordigen respectievelijk 25% en 23% van de totale uitstaande bedragen op klanten. De sector ‘Financiële dienstverlening’ bestaat voornamelijk uit niet-bancaire financiële instellingen (88%); voor het overige betreft het verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Het aandeel van deze sector in de leningenportefeuille aan klanten is het afgelopen jaar aanzienlijk gedaald.
43
0%
2.984
1,4%
178.337
100%
215.630
100%
( 4.720 ) 183.057
( 2.389 ) 218.019
De sector ‘Particulieren’ bestond uit hypotheken en leningen aan particulieren; vergeleken met 2008 is het aandeel van deze sector aanmerkelijk toegenomen van 18% tot 23% van de totale risicopositie op klanten. In de meeste sectoren deed zich in 2009 een daling voor; de meest in het oog springende zijn ‘Olie en gas’, ‘Financiële dienstverlening’, Holdings & overige dienstverlening’ en ‘Consumptiegoederen’. Groei deed zich vooral voor in de sectoren ‘Bouw en werktuigbouw’ en ‘Particulieren’.
Risicomanagement
117
Landenconcentratie De onderstaande tabel geeft informatie over de concentratie van het kredietrisico op de balans naar plaats van vestiging van de klant per 31 december.
2009 Kredietrisico op de balans
2008 Kredietrisico
Percentage
op de balans
Percentage
Vestigingsplaats van de klant Benelux
151.214
39,9%
159.514
32,5%
Overige Europese landen
177.529
46,8%
232.017
47,3%
Noord Amerika
33.849
8,9%
76.718
15,6%
Azië
9.991
2,6%
15.448
3,1%
Overige
6.666
1,8%
7.064
1,5%
379.249
100,0%
490.761
100,0%
Totaal balans
De afname in de Benelux kwam vooral tot uiting in ‘Vorderingen op banken’. Woonkredieten aan Belgische klanten steeg met 8% over het jaar. De meest opmerkelijke dalingen in Overige Europese landen werden geregistreerd in de kredietportefeuille, vooral in het VK, Frankrijk, Duitsland, Italië en Ierland. De daling in de portefeuille in Noord-Amerika is te verklaren door de afbouw van de portefeuille gestructureerde kredieten zoals eerder vermeld, de terugval in handelsactiviteiten en de daling van omgekeerde terugkoopovereenkomsten en leningen aan ondernemingen. Kredietrisico in landen die behoren tot de sub-beleggingskwaliteit categorie (schaal 6 en hoger in het Fortis Bank Master Scale-model) vertegenwoordigt niet meer dan 1,4% van het totale kredietrisico.
7.4.1.6 Landenrisico Landenrisico wordt gedefinieerd als het risico dat een tegenpartij niet in staat is aan zijn kredietverplichtingen te voldoen wegens politieke, sociale, economische of overige gebeurtenissen in een land. De risicoprofielen van landen in opkomst worden regelmatig geanalyseerd op basis van een evaluatie van de politieke, economische, transfer- en omzettingsrisico’s. Deze analyse leidt tot de bepaling van landenratings. Om het landenrisico te kunnen beheren, heeft Fortis Bank een aantal maximumgrenzen vastgesteld ten aanzien van het landenrisico voor opkomende landen overeenkomstig de landenratings en de houding van de bank jegens risico. Het risiconiveau op landen is in 2009 fors verlaagd ingevolge de wijziging in de geografische spreiding van de activiteiten van de bank en de lagere groei van de wereldeconomie.
118
Risicomanagement
Uitstaande risico’s op individuele opkomende landen en grensoverschrijdende risico’s in het algemeen worden continu opgevolgd. De allocatie van limieten met betrekking tot landenrisico hangt af van het vestigingsland van de tegenpartij, de aard van de transactie en de aanwezigheid van garanties en onderpand die een transfer van landenrisico’s mogelijk maken.
7.4.1.7 Kredietrisico-rating Een kredietrisico-rating is het resultaat van het zogenaamde ‘Risk Rating Assignment Process’ en is gebaseerd op een gekwalificeerde beoordeling en formele evaluatie. Deze beoordeling is het resultaat van: • een analyse van de financiële geschiedenis van iedere debiteur en een raming van de mate waarin deze in de toekomst aan de verplichtingen kan voldoen • de kwaliteit en veiligheid van een actief op basis van de financiële toestand van de emittent, die een indicatie geeft van de kans dat de emittent in staat zal zijn de rente en de hoofdsom tijdig (af) te betalen. Fortis Bank heeft daartoe de zogenaamde Master Scale ontwikkeld. Op de Fortis Bank Master Scale wordt de kans dat een tegenpartij binnen het jaar in gebreke blijft, aangegeven op een schaal van 0 tot 20. De ratings 0 tot en met 5 zijn beleggingskwaliteit ratings, 6 tot en met 17 subbeleggingskwaliteit ratings en 18 tot en met 20 betreffen vorderingen waarop bijzondere waardeverminderingen (“impairments”) hebben plaatsgevonden.
De volgende tabel illustreert de kwaliteit van leningen en van buiten-balans kredietverplichtingen aan klanten die op basis van het Fortis Bank Master Scale-model van een rating zijn voorzien (Omgekeerde terugkoopovereenkomsten en Effectenleentransacties zijn hierin niet begrepen).
14%
2008
12%
2009
10% 8% 6% 4% 2% 0%
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
De onderstaande tabel toont de kredietkwaliteit naar beleggingskwaliteit van de obligaties van Fortis Bank, exclusief obligaties die gerapporteerd worden onder Activa aangehouden voor handelsdoeleinden, per 31 december 2009, gebaseerd op externe waarderingen.
60%
2008
2009
50% 40% 30% 20% 10% 0%
AAA
AA
A
BBB
Below investment grade
Unrated
Risicomanagement
119
De kredietkwaliteit van de obligaties (uitgezonderd de obligaties die behoren tot de categorie Activa aangehouden voor handelsdoeleinden) in bedragen naar beleggingskwaliteit is als volgt:
2009 Boekwaarde
Percentage
2008 Boekwaarde
Percentage
Beleggingskwaliteit AAA
47.099
52,2%
58.122
55,0%
AA
18.975
21,0%
23.711
22,5%
A
16.249
18,0%
18.088
17,1%
3.042
3,4%
1.940
1,8%
85.365
94,6%
101.861
96,4%
BBB Beleggingskwaliteit Minder dan beleggingskwaliteit
2.698
3,0%
2.805
2,7%
Zonder kredietbeoordeling
2.203
2,4%
939
0,9%
90.266
100%
105.605
100%
Totaal investeringen in rentedragende effecten netto Bijzondere waardeverminderingen Totaal investeringen in rentedragende effecten bruto
884
8.639
91.150
114.244
De vermindering in de categorieën AAA en AA is vooral veroorzaakt door een golf actualiseringen begin 2009 door de ratingagentschappen van hun modellen, wat een weerslag had op de gestructureerde kredietenportefeuille. De verslechterde economische situatie veroorzaakte ook enkele ratingverlagingen in de single name obligatieportefeuille.
7.4.1.8 Vermindering van kredietrisico Risicovermindering is de techniek waarbij het kredietrisico verlaagd wordt door afdekking of het verkrijgen van zekerheden (onderpand). Afdekking of hedging is iedere financiële techniek die gericht is op de verlaging of het elimineren van door producten of activiteiten veroorzaakte financiële risico’s. Onderpand betreft een toezegging of voorrecht gesteld door de tegenpartij of een derde waarop Fortis Bank ter beperking van de waardeverminderingen op vorderingen een beroep kan doen, indien de tegenpartij in gebreke blijft of bij elke andere overeenkomst of regeling met gelijkaardige gevolgen. Kredietverlening is nooit alleen gebaseerd op onderpand of afdekking. Deze vormen van risicovermindering worden alleen beschouwd als een alternatieve vorm van terugbetaling.
120
Risicomanagement
De onderstaande tabel geeft de onderpanden en garanties weer die zijn ontvangen als dekking voor financiële vorderingen en verplichtingen:
Zekerheden
Ontvangen onderpanden en garanties
Boekwaarde
Financiële
Materiële
instrumenten
vaste activa
Niet
en garanties
gegarandeerd
onderpand
hoger dan
uitstaand
en garanties
het eigenlijke
bedrag
Overige
kredietrisico 1) 2009 Geldmiddelen en kasequivalenten
27.123
9.960
Rentedragende investeringen
90.266
1.999
Vorderingen op banken
19.251
9.660
161
17.002 88.267
1.117
22
8.496
7.106
1.495
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren
4.273 36.037
226
3
1.231
41.329
93
3.039
6.944
372
1.732
201
504
5.143
Leningen aan ondernemingen
92.782
9.131
41.628
18.487
9.220
32.756
Omgekeerde terugkoopovereenkomsten
24.882
25.140
6
6
Effecten financieringen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buitenbalans
Totaal
258
13.413
2.173
12.178
3.814
6.128
1.376
178.337
37.048
96.870
23.826
23.216
43.809
2.716
117
1.036
50
20
1.533
317.693
58.784
97.906
25.154
23.258
159.107
83.009
9.526
24.495
14.284
2.845
37.549
400.702
68.310
122.401
39.438
26.103
196.656
Zekerheden
Niet
en garanties
gegarandeerd
onderpand
hoger dan
uitstaand
en garanties
het eigenlijke
bedrag
Ontvangen onderpanden en garanties Boekwaarde
Financiële
Materiële
instrumenten
vaste activa
Overige
kredietrisico 1)
2008 Geldmiddelen en kasequivalenten Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
22.644
10.110
12.534
105.605
1.162
104.443
47.043
16.452
1.069
238
29.760
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Omgekeerde terugkoopovereenkomsten Effecten financieringen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buitenbalans
Totaal
4.154 33.946
400
2
1.029
222
3.345
37.281
779
7.934
3.420
6.754
593
1.234
334
1.041
5.634
113.022
31.550
52.772
29.082
31.141
30.759
36.274
36.616
6.576
5.999
359
17 577
14.904
2.147
12.197
6.042
7.053
1.571
215.630
77.305
103.486
37.266
47.750
45.323
5.680
5.680
396.602
105.029
103.486
38.335
47.988
197.740
93.960
4.296
8.801
4.607
2.613
78.869
490.562
109.325
112.287
42.942
50.601
276.609
1) Het bedrag aan ontvangen zekerheden en garanties dat hoger is dan het eigenlijke kredietrisico (berekend op contractbasis).
Risicomanagement
121
De waarde van een onderpand wordt volgens een zorgvuldige waarderingsmethode bepaald, gebaseerd op een reeks van criteria zoals de aard, mate van liquiditeit en de volatiliteit van de prijs van het onderpand. Het model houdt ook rekening met het feit dat de uitwinning van het onderpand gebeurt in de context van een gedwongen verkoop van een onderpand.
2009 was het totale bedrag aan door Scaldis uitgegeven commercieel papier USD 10,4 miljard (EUR 7,2 miljard). De opbrengst van het uitgegeven commercieel papier werd gebruikt om te investeren: voor USD 5,7 miljard (EUR 4,0 miljard) in beleenbare effecten met een hoge rating en voor USD 4,6 miljard (EUR 3,2 miljard) in beleenbare financiële activa van klanten van Fortis Bank en van de bank zelf.
7.4.1.9 Optimalisering van kredietrisico
Door Scaldis aangekochte activa worden gestructureerd om een ratingniveau te verantwoorden van A-1+/F1+/P1. Sinds juni 2009 heeft het door Scaldis uitgegeven commercieel papier weer de rating A-1+/F1+/P1. De rating werd alleen door S&P verlaagd toen de kortlopende rating van de bank naar beneden werd bijgesteld.
De optimalisering van het beheer van de kredietportefeuille vereist de inzet van efficiënte afdekkingstechnieken. Deze hebben tot doel om concentraties of ongewenste risicoposities in de krediet- en obligatieportefeuille te voorkomen. Fortis Bank gebruikt hiervoor hoofdzakelijk single name Credit Default Swaps (CDS). De tegenpartijen van CDS’en worden zorgvuldig geselecteerd en zo goed als alle contracten worden gedekt door onderpand. De securitisatie van activa heeft betrekking op het proces rond het creëren van een financieel instrument dat op de markt kan worden uitgegeven en dat is gedekt door de kasstromen of de waarde van specifieke financiële activa. Tijdens het securitisatieproces worden activa (bijvoorbeeld persoonlijke leningen en hypotheken) geselecteerd en gezamenlijk in een pool ondergebracht in een Special Purpose Entity (SPE) die waardepapieren uitgeeft en verkoopt aan beleggers. Om de ontwikkeling van de business te ondersteunen en tegelijkertijd te voldoen aan de kapitaalvereisten van de toezichthouders heeft Fortis Bank diverse securitisatieprogramma’s uitgegeven. Securitisatie van eigen activa kan, afhankelijk van de vereisten, zorgen voor lange termijn financiering, liquiditeit of een instrument voor kapitaalbeheer. De betreffende gesecuritiseerde entiteiten worden volledig geconsolideerd en dientengevolge worden de gesecuritiseerde activa op de balans verantwoord in de geconsolideerde jaarrekening van Fortis Bank. In 2009 was securitisatie een financieringsalternatief voor de klanten van de bank. In het bijzonder financiering via Scaldis Capital Limited (‘Scaldis’), een Asset Backed Commercial Paper (ABCP)-entiteit die gesponsord wordt door Fortis Bank, gaf de zakelijke en institutionele klanten van Fortis Bank toegang tot een alternatieve financieringsbron via de kapitaalmarkt. Op 31 december
122
Risicomanagement
Fortis Bank heeft ook een special purpose vehicle (SPV) opgericht, Bass Master NV genoemd, om woonkredieten die oorspronkelijk werden toegekend door Fortis Bank te effectiseren, evenals een SPV, Esmée Master Issuer NV genoemd, om leningen aan zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, eveneens oorspronkelijk toegekend door Fortis Bank, te effectiseren. Bijkomende informatie over beide effectiseringstransacties is beschikbaar in het hoofdstuk “Overige informatie” van de geconsolideerde jaarrekeningen van Fortis Bank..
7.4.1.10 Gestructureerde kredietinstrumenten Gestructureerde kredietinstrumenten (GKI) zijn waardepapieren die worden gecreëerd door het herverpakken van kasstromen die voortvloeien uit financiële contracten. Deze instrumenten bevatten Obligaties gedekt door overige activa (ABS), Obligaties gedekt door hypotheken (MBS) en Obligaties met onderpand (CDO). ABS zijn uitgiften die gedekt worden door leningen (anders dan hypotheken), debiteuren of leasevorderingen. MBS zijn uitgiften die gedekt worden door hypotheken. CDO’s zijn een categorie van ABS en een andere naam voor obligaties die gedekt worden door een pool van obligaties (CBO), leningen (CLO) en andere activa zoals swaps (CSO). De betalingen van de hoofdsom en rente op de ABS, MBS of CDO worden gefinancierd door de kasstromen die gegenereerd worden door de onderliggende financiële activa. Fortis Bank was aanwezig in de ABS en MBS markt als uitgever, plaatsingsagent, manager van onderpand, arranger en belegger.
De portefeuille van Gestructureerde kredietinstrumenten van Fortis Bank kan verdeeld worden in drie subportefeuilles, elk met een eigen businessmodelfilosofie met betrekking tot trading, structureren, securitiseren en beleggingsaanpak en met daarnaast een eigen achterliggende strategie: • ABS-posities in het Fortis Bank-kredietenhandelsboek • ABS-posities in het Fortis Bank-beleggingenboek • Activa pools (Scaldis) Het initiëren van CDO’s in de VS is gestaakt. Aangehouden posities en geplaatste posten zijn voor het merendeel verkocht aan Royal Park Investments SPV (‘RPI’). In de portefeuille bevinden zich nog enkele niet geplaatste leningen ter voorbereiding van CLO’s. Deze portefeuille wordt opgevolgd vanuit New York en bevat leningen ten bedrage van EUR 102,2 miljoen, waarvan 18,2 miljoen in waarde verminderd zijn. Fortis Bank heeft geïnvesteerd in een brede variëteit van verschillende ABS/MBS activasoorten met een duidelijke focus op spreiding binnen één uitgifte, diversificatie naar activatype en geografische spreiding. De ABS-posities gaan van European Prime RBMS tot studentenleningen in de Verenigde Staten, Credit cards, Commerciële MBS, CLO’s, Consumenten ABS, leningen aan kleine en middelgrote bedrijven en kleine bedrijfsleningen aan US RMBS. Aflossingen op deze activa worden niet langer meer geherinvesteerd in de ABS/MBS portefeuille. Ten gevolge van de recente onrust op de kredietenmarkt, heeft het grootste deel van deze portefeuille in 2008 en 2009 een lagere rating gekregen. Desondanks bestaan de gestructureerde kredieten van Fortis Bank overwegend uit investment grade effecten (93% van de portefeuille is beleggingskwaliteit). De kredietexposure van Fortis Bank die voortvloeit uit de hiervoor genoemde transacties per jaareinde 2009 en de toegepaste waarderingsmethoden zijn beschreven in noot 18.4 ‘Gestructureerde kredietinstrumenten’.
7.4.1.11 Management van probleemleningen en waardeverminderingen Probleemleningen zijn uitstaande posities waarvoor de tegenpartij als ”in waarde verminderd” wordt aangemerkt, maar zijn ook uitstaande posities waarvan er signalen worden opgevangen dat de tegenpartij als “in waarde verminderd” zou kunnen beschouwd worden in de toekomst. Om een betere opvolging en herziening van probleemleningen te kunnen garanderen, worden deze ingedeeld in verschillende risicoklassen indien ze betrekking hebben op individuele tegenpartijen, of gegroepeerd in homogene categorieën van achterstallige leningen in geval van groepen van tegenpartijen. Probleemleningen met een score 18, 19 of 20 volgens de Fortis Bank Master Scale zijn in gebreke gebleven en hebben een bijzondere waardevermindering ondergaan. Andere probleemleningen hebben nog steeds geen bijzondere waardevermindering ondergaan. Achterstallig uitstaand kredietrisico Een financieel actief wordt als achterstallig aangemerkt wanneer de tegenpartij niet in staat is gebleken een betaling te doen zoals contractueel is afgesproken, wanneer het een advieslimiet heeft overschreden of een limiet opgelegd heeft gekregen die lager is dan de huidige positie. Financiële vorderingen die de limiet van 90 dagen na de vervaldatum hebben overschreden, worden automatisch gerubriceerd als “in waarde verminderd”.
Risicomanagement
123
De volgende tabel verschaft informatie over de tijd die verstreken is sinds het eerste moment van achterstalligheid voor financiële activa die nog niet als “in waarde verminderd” zijn gerubriceerd (bijgevolg zijn vorderingen die meer dan 90 dagen achterstallig zijn uitgesloten).
Boekwaarde van activa
> 30 dagen
(nog niet als in waarde
< 30 dagen
< = 60 dagen
> 60 dagen
verminderd
achterstallig
achterstallig
achterstallig
Totaal
gerubriceerd)
2009 Geldmiddelen en kasequivalenten
27.127
Rentedragende investeringen
90.394
Vorderingen op banken
18.564
10
10
6
1
7
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
4.278
30
1
10
41
35.349
452
126
21
599
6.824
468
102
28
598
90.314
2.754
381
68
3.203
37.818
13
17
39
69
174.583
3.717
627
166
4.510
2.690
2
1
20
23
313.358
3.735
628
187
4.550
Boekwaarde van activa
> 30 dagen
(nog niet als in waarde
< 30 dagen
< = 60 dagen
> 60 dagen
verminderd
achterstallig
achterstallig
achterstallig
Totaal
gerubriceerd) 2008 Geldmiddelen en kasequivalenten
22.647
Rentedragende investeringen
95.847
Vorderingen op banken
47.036
17
17
13
1
14
27
456
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
124
Risicomanagement
4.152
50
33.333
348
81
50
6.671
537
103
33
673
111.168
3.034
457
219
3.710
57.452
61
15
31
107
212.776
4.030
656
310
4.996
5.660
6
2
184
192
383.966
4.066
658
495
5.219
De ontvangen onderpanden en garanties als afdekking voor achterstallige maar nog niet afgeschreven financiële activa zijn hieronder gedetailleerd:
Zekerheden
Ontvangen onderpanden en garanties Boekwaarde
Financiële
Materiële
instrumenten
vaste activa
Niet
en garanties
gegarandeerd
onderpand
hoger dan
uitstaand
en garanties
het eigenlijke
bedrag
Overige
kredietrisico 1) 2009 Geldmiddelen en kasequivalenten
10
10
7
7
Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
41 599
8 3
33
540
45
101
598
8
119
18
27
480
3.203
235
1.544
294
214
1.344
69
50
6
120
111
4
4.510
296
2.209
440
397
1.962
23
4.550
23
296
2.209
440
Zekerheden
Ontvangen onderpanden en garanties Boekwaarde
Financiële
Materiële
instrumenten
vaste activa
397
2.002
Niet
en garanties
gegarandeerd
onderpand
hoger dan
uitstaand
en garanties
het eigenlijke
bedrag
Overige
kredietrisico 1)
2008 Geldmiddelen en kasequivalenten
17
17
14
14
Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
50 456
50 68
355
3
55
85
673
32
117
15
33
542
3.710
829
1.120
636
1.053
2.178
107
43
4
41
69
88
4.996
972
1.596
695
1.210
2.943
192
5.219
192
972
1.596
695
1.210
3.166
1) Het bedrag aan ontvangen zekerheden en garanties dat hoger is dan het eigenlijke kredietrisico (berekend op contractbasis).
Risicomanagement
125
In waarde verminderd uitstaand krediet Een financieel actief wordt aangemerkt als in waarde verminderd als één of meerdere gebeurtenissen een negatief effect op de toekomstige verwachte kasstromen van dat financieel actief veroorzaken. Dergelijke gebeurtenissen zijn onder meer: • de tegenpartij zal waarschijnlijk niet (volledig) aan de verplichtingen tegenover Fortis Bank kunnen voldoen en dit zonder dat Fortis Bank een beroep kan doen op een zekerheidsstelling • de tegenpartij loopt meer dan 90 dagen achter in het voldoen van een belangrijke kredietverplichting (bankvoorschotten in rekening-courant worden beschouwd als achterstallig zodra de klant de advieslimiet heeft overschreden of een limiet heeft gekregen die lager ligt dan het huidige saldo). In de praktijk hanteert Fortis Bank een aantal voorgeschreven en op inschatting gebaseerde signalen die de status “in waarde verminderd” kunnen opleveren. Voorgeschreven signalen zijn onder andere: faillissement, financiële herstructurering of achterstallige betaling van meer dan 90 dagen. Signalen gebaseerd op inschatting zijn onder andere een negatief eigen vermogen, regelmatige betalingsproblemen, onjuist gebruik van de kredietfaciliteiten en door andere schuldeisers genomen juridische stappen. Deze gebeurtenissen kunnen mogelijk (maar niet noodzakelijk) leiden tot een classificatie van de tegenpartij als ”in waarde verminderd”. De herstructurering van een lening of schuld houdt een verandering in van één of meerdere voorwaarden van een bestaande lening of schuldovereenkomst ten gevolge van economische of juridische redenen die gelinkt zijn aan de financiële problemen van een schuldenaar. De verandering kan onder andere een aanpassing betekenen in de terugbetalingsregeling en/ of prijsstelling, of een vermeerdering van zekerheden. Om de verliezen te beperken, kan een verandering inhouden dat de schuldeiser een concessie doet aan de schuldenaar die anders niet zou worden overwogen (bijvoorbeeld een (on)voorwaardelijke korting op het rentepercentage, op het schuldbedrag, op de openstaande rentebedragen of een combinatie hiervan). Een herstructureringsproces vormt op zich geen aanleiding voor de overgang van een lening van “in waarde verminderd” naar de normale status. Om die reden verliest een dergelijke geherstructureerde lening ook na de herstructurering niet automatisch zijn status van ”in waarde verminderd”. De leningenportefeuille die niet beschouwd wordt als “in waarde verminderd” kent geen materiële uitstaande bedragen inzake dergelijke geherstructureerde leningen per 31 december 2009. Een bijzondere waardevermindering voor specifieke kredietrisico’s vindt plaats indien er objectieve aanwijzingen bestaan dat Fortis Bank niet alle bedragen zal kunnen innen die verschuldigd zijn overeenkomstig de contractuele voorwaarden. De omvang van de bijzondere waardevermindering is het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde, ofwel de contante waarde van de verwachte kasstromen en de waarde van de zekerheden verminderd met de kosten die gemaakt worden om de zekerheden te realiseren.
126
Risicomanagement
In de volgende tabel wordt informatie verstrekt over bijzondere waardeverminderingen en in waarde verminderde uitstaande leningen per 31 december..
2009 Uitstaande
Geldmiddelen en kasequivalenten Rentedragende investeringen Voorderingen op banken
Bijzondere
2008 Uitstaande
Bijzondere
bedrag
waarde-
bedrag
waarde-
in waarde
verminderingen
in waarde
verminderingen
verminderd
voor specifiek
Dekkings
verminderd
voor specifiek
Dekkings
kredietrisico
ratio
kredietrisico
ratio
755
( 609 )
80,7%
18.396
( 8.639 )
47,0%
1.271
( 563 )
44,3%
315
( 281 )
89,2%
5
(1)
20,0%
3
817
( 69 )
8,4%
674
( 41 )
6,1%
1
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen
0,0%
536
( 329 )
61,4%
386
( 238 )
61,7%
6.051
( 2.790 )
46,1%
3.718
( 1.640 )
44,1%
Overige
1.063
( 398 )
37,4%
478
( 158 )
33,1%
Totaal vorderingen op klanten
8.472
( 3.587 )
42,3%
5.259
( 2.077 )
39,5%
56
( 30 )
53,6%
39
( 15 )
38,5%
10.555
( 4.789 )
45,4%
24.009
( 11.012 )
45,9%
1.124
( 385 )
34,3%
1.214
( 695 )
57,2%
11.679
( 5.174 )
44,3%
25.223
( 11.707 )
46,4%
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buiten balans
Totaal uitstaand bedrag onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen
Risicomanagement
127
In de volgende tabel wordt informatie verstrekt over de ontvangen onderpanden en zekerheden als garantie voor in waarde verminderde financiële activa en krediettoezeggingen:
Ontvangen onderpanden en garanties Overige
Zekerheden
bedrag
Financiële
Materiële
onderpanden
en garanties
gegarandeerd
in waarde
Instrumenten
Vaste activa
en garanties
hoger dan
uitstaand
het eigenlijke
bedrag
Uitstaande
verminderd
Niet
kredietrisico 1) 2009 Geldmiddelen en kasequivalenten Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
1
1
755 1.271
1
754
254
1.017
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector
5
5
Hypothecaire leningen
817
9
856
4
97
45
Leningen aan particulieren
536
10
108
6
24
436 2.629
Leningen aan ondernemingen
6.051
711
3.979
626
1.894
Overige
1.063
295
407
290
59
130
Totaal vorderingen op klanten
8.472
1.025
5.350
931
2.074
3.240
56
1
13
22
20
40
10.555
1.280
5.363
954
2.094
5.052
1.124
213
479
112
149
469
11.679
1.493
5.842
1.066
2.243
5.521
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buitenbalans
Totaal uitstaand bedrag onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen
Ontvangen onderpanden en garanties Overige
Zekerheden
bedrag
Financiële
Materiële
onderpanden
en garanties
gegarandeerd
in waarde
Instrumenten
Vaste activa
en garanties
hoger dan
uitstaand
het eigenlijke
bedrag
Uitstaande
verminderd
Niet
kredietrisico 1) 2008 Geldmiddelen en kasequivalenten Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
18.396 315
18.396 57
258
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buitenbalans
3 674
3 1
639
19
142
157
386
7
51
7
31
352
3.718
450
1.581
312
848
2.223
478
79
27
71
33
334
5.259
537
2.298
409
1.054
3.069
39
39
24.009
594
2.298
409
1.054
21.762
1.214
60
29
74
99
1.150
25.223
654
2.327
483
1.153
22.912
Totaal uitstaand bedrag onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen
1) Het bedrag aan ontvangen zekerheden en garanties dat hoger is dan het eigenlijke kredietrisico (berekend op contractbasis).
128
Risicomanagement
In de onderstaande tabel wordt inzicht verschaft in de duur van de rubricering als “in waarde verminderd”, zijnde de verstreken periode tussen het moment dat het financieel actief voor het eerst als “in waarde verminderd” werd gerubriceerd en 31 december. > 1 jaar < 1 jaar
< 5 jaar
> 5 jaar
in waarde
in waarde
in waarde
verminderd
verminderd
verminderd Totaal
2009 Geldmiddelen en kasequivalenten Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
1
1
388
96
271
755
1.224
45
2
1.271
2
5
217
63
817
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buitenbalans
3 537 432
73
31
536
3.003
2.421
627
6.051
589
449
25
1.063
4.564
3.160
748
8.472
54
2
6.231
3.303
1.021
10.555
664
395
65
1.124
6.895
3.698
1.086
11.679
56
Totaal uitstaand bedrag in waarde verminderd
> 1 jaar < 1 jaar
< 5 jaar
> 5 jaar
in waarde
in waarde
in waarde
verminderd
verminderd
verminderd Totaal
2008 Geldmiddelen en kasequivalenten Rentedragende investeringen Vorderingen op banken
17.776
614
6
18.396
283
9
23
315
73
674
Vorderingen op klanten Overheid en publieke sector Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren Leningen aan ondernemingen Overige Totaal vorderingen op klanten
Overige vorderingen
Totaal balans
Totaal buitenbalans
1
2
515
86
3
195
149
42
386
2.168
733
817
3.718
208
261
9
478
3.087
1.231
941
5.259
26
2
11
39
21.172
1.856
981
24.009
282
217
715
1.214
21.454
2.073
1.696
25.223
Totaal uitstaand bedrag in waarde verminderd
Afschrijvingen geven het verlies weer dat Fortis Bank verwacht te zullen lijden. Deze zijn gebaseerd op de laatste schattingen van het inbare bedrag van het actief. Voorwaarden om tot afschrijving over te gaan, kunnen onder meer zijn dat de faillissementsprocedure van de schuldenaar is afgelopen en alle zekerheden werden aangewend, dat de schuldenaar en/ of zijn garantiegever volledig onvermogend is, dat alle normale inspanningen ter recuperatie zijn uitgeput of dat het punt van economisch verlies (dit is het punt dat de kosten het te recupereren bedrag overschrijden) is bereikt.
Risicomanagement
129
Collectieve bijzondere waardeverminderingen Collectieve waardeverminderingen op leningen omvatten verliezen die aanwezig zijn in onderdelen van de portefeuille van uitstaande leningen maar die nog niet expliciet zijn toegerekend. Voor de berekening van de collectieve bijzondere waardeverminderingen wordt uitgegaan van alle financiële activa waarvoor geen individuele bijzondere waardevermindering werd verantwoord in de balansposten Vorderingen op klanten, Vorderingen op banken en Overige vorderingen. In deze berekening worden alle gerelateerde posten buiten de balans, zoals niet-opgenomen kredietfaciliteiten en verbintenissen tot kredietverstrekking, meegenomen. Een collectieve bijzondere waardevermindering wordt opgenomen voor groepen tegenpartijen waarvoor de collectieve kans op wanbetaling als gevolg van gebeurtenissen die zich na ingang van de leningen hebben voorgedaan zodanig is opgelopen, dat gesproken moet worden van objectieve aanwijzingen van bijzondere waardevermindering van de groep tegenpartijen, zonder dat het in dat stadium mogelijk is de bijzondere waardevermindering aan individuele tegenpartijen toe te rekenen. Deze beoordeling steunt op parameters die worden gebruikt voor de berekening van het verwachte verlies in het kader van Basel II, met inbegrip van de Fortis Bank Master Scale. Bij deze beoordeling wordt ook het bedrag van het verlies op de betreffende portefeuilles geschat, rekening houdend met de trends in de economische cyclus gedurende de beoordelingsperiode. Op basis van het gefundeerde oordeel van de divisies van de bank of van Risk Management kan Fortis Bank ook extra collectieve voorzieningen wegens bijzondere waardevermindering opnemen met betrekking tot een bepaalde economische sector of een bepaald geografisch gebied die/dat is getroffen door buitengewone economische gebeurtenissen. Dit kan het geval zijn wanneer de gevolgen van deze gebeurtenissen niet voldoende nauwkeurig kunnen worden getaxeerd om de parameters aan te passen die zijn gebruikt om de collectieve voorziening te bepalen die is opgenomen tegen getroffen kredietportefeuilles met gelijkaardige kenmerken. Door de forse verslechtering van de economie in 2009 werden bijkomende analyses verricht om te zorgen voor aangepaste dekkingsratio’s voor alle kredietenposities. Bovendien werden de methoden voor het bepalen van de voorzieningen afgestemd op deze van BNP Paribas.
130
Risicomanagement
De collectieve voorziening bedroeg EUR 1.493 miljoen per eind 2009 ten opzichte van een collectieve voorziening van EUR 412 miljoen per eind 2008. De stijging is grotendeels te verklaren door de hogere dekkingsratio’s voor kredietrisico en het op één lijn brengen van de methodologie. In de bijlagen 14, 16, 17, 40 en 48 worden meer details gegeven inzake collectieve bijzondere waardeverminderingen.
7.4.2. Marktrisico Marktrisico heeft betrekking op verliezen die kunnen ontstaan door ongunstige marktbewegingen die samenhangen met de handel in, of het aanhouden van posities in financiële instrumenten. Marktrisico vloeit voort uit een verscheidenheid van factoren, zoals: • renteschommelingen die invloed hebben op obligaties, andere vastrentende activa en andere posten van de balans • verandering in effectenprijzen die van invloed zijn op de waarde van handels- en investeringsportefeuilles • fluctuaties van buitenlandse valuta die van invloed zijn op niet-afgedekte kasstromen • veranderingen in volatiliteit van renteniveaus en prijzen van effecten die van invloed zijn op opties en andere derivaten • risico op vroegtijdige terugbetaling, op een “run” op de bank en ander nadelig klantgedrag dat gerelateerd is aan de ontwikkeling van marktfactoren. Marktrisico: is te onderscheiden in twee typen: ALMrisico en handelsrisico, afhankelijk van de looptijd van de betreffende instrumenten. Handelsrisico heeft betrekking op ingenomen posities om op korte termijn winst te maken. ALM-risico omvat alle andere posities. ALM-risico: is het risico dat het verschil in marktwaarde van activa en verplichtingen wijzigt door veranderingen in rentetarieven, risicomarge, aandelenkoersen, valutakoersen, vastgoedprijzen en andere factoren op de markt. Het verschil in marktwaarde tussen activa en verplichtingen wordt gemeten vanuit een economisch perspectief van het eigen vermogen van de groep. Een daling in het verschil tussen de marktwaarde van de activa en de verplichtingen heeft een direct effect op de totale bedrijfswaarde, zelfs in het geval dat op basis van opbrengsten en kasstromen geen verliezen worden geleden. Handelsrisico: in de handelsportefeuille worden de risico’s van winst of verlies als gevolg van fluctuaties in marktparameters als rentetarieven, valutakoersen,
aandelenkoersen en grondstoffenprijzen gekwalificeerd als marktrisico’s. Deze parameters worden als volgt gedefinieerd: • Het renterisico betreft de potentiële waardeverandering van een financieel instrument tegen een vaste rente of tegen een rente die is geïndexeerd op referentiemarktrentes vanwege rentemutaties, alsmede de verandering in de toekomstige resultaten van een instrument tegen een fluctuerende rente; • Het valutarisico betreft onverwachte veranderingen in de waarde of de resultaten van een financieel instrument die voortvloeien uit de evolutie van vreemde valuta’s; • Koersrisico komt voort uit fluctuaties in marktprijzen die worden veroorzaakt door specifieke factoren met betrekking tot het instrument of de emittent ervan, alsmede algemene ontwikkelingen die alle in een marktsegment verhandelde activa raken. De belangrijkste bronnen hiervan zijn veranderingen in koersen en volatiliteit van aandelen en van grondstoffen- en aandelenindices. Activa tegen variabele rente en aandelen- en grondstoffenderivaten staan bloot aan dat type risico. • Credit spreads in het handelsboek: Fortis Bank maakt gebruik van kredietderivaten om haar handelsportefeuille te beheren of haar portefeuille bestaande gestructureerde kredietderivaten te herwegen. • Optieproducten brengen blootstelling met zich mee aan volatiliteit en correlatie; deze parameters kunnen worden ontleend aan waarneembare prijzen van opties die worden verhandeld op een actieve markt. Vermeldenswaardig is dat: • In de bankboeken gelijkaardige instrumenten voorkomen (rentetarieven, vreemde valuta’s, kredieten), die echter onder verschillende raamwerken worden opgevolgd; • Het tegenpartijrisico, een vorm van kredietrisico, afgeleide instrumenten en terugkoopovereenkomsten betreft in zowel het handels- als het bankboek.
7.4.2.1 ALM Risico ALM-risicomanagement ALM-risico wordt door middel van een zelfstandig raamwerk beheerd en gemeten op basis van consistente methoden (zoals berekeningen van reële waarden, stresstesten, sensitiviteitsanalyses, etc.). De missie van de centrale ALMfunctie is het management te ondersteunen, op accurate en regelmatige wijze, in het verkrijgen van inzicht in de ingenomen marktrisicoposities op de balans van Fortis Bank en onderliggende entiteiten. Hierbij inbegrepen is het waarborgen van een wereldwijde toewijzing van activa samenhangend met de strategie van de groep en het toepassen van het concept van wereldwijde limieten voor alle marktrisico’s gerelateerd aan de balans. ALM-risico spitst
zich toe op veranderingen in de waarde en de winst door volatiliteit van rentetarieven, valutakoersen, aandelenkoersen en vastgoedprijzen. Het risico op veranderingen in volatiliteit en credit spread wordt buiten beschouwing gelaten. ALM team Het ALM-team opereert centraal en is ingericht op basis van drie zuilen: Balance Sheet Management (inclusief dataverzameling, modellering en analyses), investeringen en financiering (performance en verrekenprijzen). De hoofdverantwoordelijkheden van deze functie zijn: • het ontwikkelen van een kader voor risicobeheer en -controle van alle activiteiten van de bank met een inherent marktrisico • een globale activa-allocatie waarborgen in lijn met de strategie • het toepassen van het concept van wereldwijde limieten op alle soorten met de bankportefeuille samenhangende marktrisico’s • het definiëren van methoden voor het bepalen van de interne verrekeningsprijzen en het toepassen daarvan op de diverse onderdelen van de bank • het nauwlettend volgen van de reglementaire solvabiliteit, het beoordelen van de ontwikkeling van de solvabilitieitsratio’s en het voorstellen van strategieën met betrekking tot aanvullende componenten van het reglementair eigen vermogen, zoals achtergestelde schulden en hybride financieringen. ALM -risicobeoordeling ALM-risico’s worden beoordeeld, bewaakt en gerapporteerd op basis van de volgende soorten risico’s: renterisico, valutarisico, aandelenrisico en vastgoedrisico. De vier belangrijkste bronnen van renterisico zijn: • het renteherzieningsrisico, dat het gevolg is van een rente-mismatch tussen activa en verplichtingen (gebruikelijke mismatch) • veranderingen in de vorm van de rentecurve (parallel, vervlakking of steiler worden) • basisrisico dat het resultaat is van imperfecte correlaties tussen verschillende rentetarieven (bijvoorbeeld swaptarieven en het rendement op staatsobligaties) • opties: bepaalde financiële instrumenten kennen (verborgen of expliciete) opties die afhankelijk van de renteontwikkeling zullen worden uitgeoefend. Alle cijfers in dit onderdeel zijn vóór belasting.
Risicomanagement
131
Meting, opvolging en rapportering van ALM-risico Renterisico Fortis Bank meet, bewaakt en beheert het ALM-renterisico met behulp van de volgende indicatoren: • verschillenanalyse van de kasstromen • duration van het eigen vermogen • de rentegevoeligheid van de reële waarde van het eigen vermogen • Value-at-Risk (VaR) • Earnings-at-Risk (EaR). Verschillenanalyse van de kasstromen - Deze analyse geeft het profiel weer van de rentepositie in de tijd en wordt gebruikt om rentegevoelige activa- en passivaposities te kwantificeren en te vergelijken op basis van verschillende tijdsperiodes. In het kasstroomverschil komt de mismatch tussen de activa- en passivapositie bij verschillende looptijden tot uitdrukking. In onderstaande tabellen worden de renterisicoposities van Fortis Bank weergegeven. De ‘interestsensitivity gap’ voor een bepaalde tijdsperiode is het verschil tussen de te ontvangen bedragen en de te betalen bedragen voor die periode. Kasstromen van de activa en passiva worden gerubriceerd naar de verwachte renteherziening of afloopdatum, afhankelijk van welke zich het eerste voordoet. Voor activa en verplichtingen zonder specifieke looptijden, weerspiegelen de verwachte kasstromen de rentegevoeligheid van het product. Voor looptijdloze producten, zoals spaarrekeningen en betaalrekeningen, is een aanzienlijk deel van het uitstaande volume stabiel op lange termijn en wordt dit derhalve beschouwd als langlopende financiering. Derivaten worden hoofdzakelijk gebruikt om het risico van rentewijzigingen af te dekken. De notionele waarde wordt apart vermeld in de tabel. Een positief (negatief) bedrag betekent een netto te ontvangen (te betalen) positie in derivaten. De looptijden van de activa en verplichtingen en de mogelijkheid om tegen aanvaardbare kosten rentedragende verplichtingen aan het einde van de looptijd te vervangen, zijn belangrijke factoren in de beoordeling van de mate waarin Fortis Bank is blootgesteld aan rentewijzigingen.
Per 31 december 2009 <1 maand
Activa Verplichtingen Verschil Activa - Verplichtingen Derivaten
Totaal verschil
1-3 maanden
3-12 maanden
1-3 jaar
3-5 jaar
5-10 jaar
>10 jaar
163.346
73.550
52.836
48.055
21.725
25.518
13.740
( 194.625 )
( 56.590 )
( 51.701 )
( 37.873 )
( 25.257 )
( 16.542 )
( 4.876 )
( 31.279 )
16.960
1.135
10.182
( 3.532 )
( 747 )
6.086
2.597
203
( 768 )
( 32.026 )
23.046
3.732
10.385
( 4.300 )
8.976
8.864
( 1.776 )
( 5.447 )
7.200
3.417
Per 31 december 2008
Activa Verplichtingen Verschil Activa - Verplichtingen Derivaten
Totaal verschil
132
Risicomanagement
232.375
105.276
59.474
41.075
24.885
25.739
14.726
( 270.436 )
( 103.458 )
( 50.714 )
( 24.726 )
( 19.213 )
( 22.837 )
( 5.003 )
( 38.061 )
1.818
8.760
16.349
5.672
2.902
9.723
20.892
( 5.535 )
( 2.918 )
( 2.389 )
( 2.500 )
( 1.699 )
( 5.506 )
( 17.169 )
( 3.717 )
5.842
13.960
3.172
1.203
4.217
Met uitzondering van de korte termijnperiodes (tot drie maanden), veranderde het renteverschilprofiel niet opmerkelijk op de lange termijn. Duration van het eigen vermogen - De duration is een maatstaf voor de gemiddelde termijn van kasstromen van een portefeuille bestaande uit activa of passiva. Het is berekend op basis van de netto actuele waarde van de kasstromen. (hoofdsom en rente). De gebruikte rentevoet bij de berekening van de netto actuele waarde is gebaseerd op de klantrentevoet. De duration van het eigen vermogen is een toepassing van de durationanalyse waarmee de geconsolideerde rentegevoeligheid van Fortis Bank wordt gemeten. De duration van het eigen vermogen wordt berekend als het verschil tussen de actuele waarde van de toekomstige gewogen kasstromen gegenereerd door de activa en actuele waarde van de toekomstige gewogen kasstromen van de passiva. De duration van het eigen vermogen is een algemeen gebruikte indicator voor de mismatch in durations tussen activa en passiva. De duration van het eigen vermogen wordt gebruikt als een belangrijke indicator voor het renterisico. De duration reflecteert de waardegevoeligheid van een geringe parallelle verschuiving van de rente Δi
∆ Value Value
= —Duration • ∆i
Hieruit kunnen de volgende kenmerken van deze indicator worden afgeleid: • een positieve (negatieve) duration leidt tot een daling (toename) van de waarde als de rente stijgt (Δi positief) • hoe hoger de absolute waarde van de duration, hoe hoger de gevoeligheid van de waarde voor rentebewegingen. De duration van het eigen vermogen is de duration die moet worden toegevoegd aan het verschil tussen de waarde van de activa en de verplichtingen, zodat de totale balans ongevoelig wordt voor veranderingen in het rentetarief. In de onderstaande tabel wordt de mismatch getoond tussen de gewogen durations van de activa en verplichtingen. De bank kent een positieve duration van het eigen vermogen. Dit betekent dat een rentetoename een daling voor de bank meebrengt.
Duration van het eigen vermogen (in jaren):
2009
2008
3,13
3,24
Bij de bank is de duration van het eigen vermogen gedaald. Het risicoprofiel is verbeterd, hoofdzakelijk door een lager volume in staatsobligaties. De duration van het eigen vermogen meet de gevoeligheid van de waarde voor geringe bewegingen in de rente. Fortis Bank volgt ook de waardevariatie op bij sterkere rentedalingen of -stijgingen. Dit wordt getoond in de volgende paragraaf.
Risicomanagement
133
Rentegevoeligheid van de reële waarde van het eigen vermogen - Bij deze methode worden stresstesten toegepast van +/- 100 basispunten op de reële waarde van een instrument of portefeuille. In onderstaande tabel wordt het effect geïllustreerd van een verschuiving van 100 basispunten (plus of min) in de rentecurve op de reële waarde van het eigen vermogen. Met andere woorden, de tabel geeft de impact op de reële waarde van alle activa verminderd met de impact op de reële waarde van alle verplichtingen weer.
2009
Banking
2008
+100bp
-100bp
+100bp
-100bp
(3,1%)
3,1%
( 3,3%)
3,4%
Een parallelle verschuiving van het rentetarief met 100 basispunten leidt tot een verandering in de reële waarde van ongeveer 3% van de totale reële waarde. Valutarisico Alle financiële producten zijn uitgedrukt in een specifieke valuta. Het valutarisico vloeit voort uit een verandering in de wisselkoers van die specifieke valuta ten opzichte van de referentievaluta van Fortis Bank (EUR). In de ALM-positie van Fortis Bank wordt geen valutarisico genomen door de toepassing van volgende principes: • Leningen en obligatie-beleggingen die in een andere valuta noteren dan de referentievaluta van de bank moeten worden afgedekt met een financiering in de overeenkomstige valuta. • Deelnemingen die in een andere valuta luiden dan de referentievaluta van de Bank moeten worden afgedekt met een financiering in de overeenkomstige valuta. Fortis Bank hanteert als beleid dat de deelneming, waar mogelijk, wordt afgedekt met een korte termijn financiering in de overeenkomstige valuta. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een netto-investeringsafdekking. • De resultaten van vestigingen en dochtermaatschappijen die in een andere valuta rapporteren dan in de referentievaluta van Fortis Bank worden maandelijks afgedekt Uitzonderingen op deze algemene uitgangspunten dienen te worden goedgekeurd door het ‘ALCO Committee’ van de bank. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van uitzonderlijke risicoposities in vreemde valuta per 31 december 2009:
Valuta
Uitstaand in vreemde valuta
Uitstaand in EUR
(in miljoenen)
(in miljoenen)
TRY
1.781
819
TWD
396
8,5
Het algemeen beleid van Fortis Bank bepaalt dat er geen valutarisico mag voorkomen op de balans. Er bestaan echter twee uitzonderingen op deze afdekkingsregels, namelijk Fortis Bank Turkije en Dryden Wealth Management Taiwan.
134
Risicomanagement
Overige sub-risicofactoren Naast het renterisico en valutarisico bestaat het ALMrisico ook uit het aandelenrisico en vastgoedrisico. Het aandelenrisico betreft het risico van verliezen door ongunstige ontwikkelingen op de aandelenmarkten. Bij het vastgoedrisico gaat het om de kans op verliezen door ongunstige ontwikkelingen van vastgoedprijzen. Deze risicofactoren worden opgevolgd aan de hand van risicoindicatoren als Value-at-Risk en Earnings-at-Risk. Value at Risk (VaR) VaR is een statistische raming die het mogelijke maximumverlies weergeeft binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval en een bepaalde tijdsperiode. Deze methode heeft in principe betrekking op alle typen risico’s. VaR is een modelgebaseerde raming die uitgaat van een worst-case scenario. Worst-case scenario’s zijn gebaseerd op veronderstellingen gerelateerd aan kansberekeningen met historische observaties gedurende 10 jaar. Fortis Bank gebruikt standaard de 99,97% regel overeenkomstig de AA- rating voor financiële instellingen. In onderstaande tabel wordt de 99,97% jaarlijkse VaR weergegeven (d.w.z.een schatting van het maximumverlies in 99,97% van de gevallen op basis van de VAR-modellen), uitgedrukt in een percentage van de reële waarde van het eigen vermogen.
Aandelenrisico
1%
Renterisico
7%
Vastgoedrisico
0%
Wisselkoersrisico
1%
Deze cijfers houden geen rekening met het volatiliteitrisico. Zoals weergegeven in de tabel hierboven, het grootste uitstaande risico binnen de bank is het renterisico. Het aandelenrisico is relatief gezien kleiner en is gebaseerd op de aandelenpositie zoals gerapporteerd onder IFRS. De risicopositie in vreemde valuta is voornamelijk een TRY positie. Vastgoedrisico is niet materieel. Valutarisico is gedeeltelijk afkomstig van het belang in buitenlandse participaties. Er kan geconcludeerd worden dat het renteen aandelenrisico de belangrijkste risicofactoren zijn voor Fortis Bank als geheel.
Earnings-at-Risk - De maatstaf Earnings-at-Risk geeft de gevoeligheid weer van de toekomstige winst onder IFRS bij hypothetische ongunstige wijzigingen van de rente of aandelenprijzen. Deze maatstaf meet het effect van stresstesten op de geschatte nettobaten vóór belastingen onder IFRS.
+100bp
0,47%
-100bp
( 0,47% )
Aandelen -20%
( 0,94% )
De rentemarge voor de Earnings-at-Risk simulatie is berekend met een constante duration van het eigen vermogen over het hele jaar. De gevoeligheid van de Treasury & Handelspositie is niet inbegrepen in bovenstaande tabel. ALM-risico – stresstesten Bij plotselinge, extreme, of catastrofale marktontwikkelingen zijn stresstesten noodzakelijk om de onderliggende risico’s in kaart te brengen. Om de verscheidene marktstressscenario’s te identificeren en de potentiële impact op de balans en winsten te ramen, heeft ALM een programma voor scenario-analyses ontwikkeld. Stress-scenario-analyses vinden plaats op kwartaalbasis voor zowel winst- als waarderapportages. Hierbij zijn geen officiële limieten opgesteld. ALM volgt momenteel de marktrisico’s in de bankboeken van de balans: renterisico, wisselkoersrisico en aandelenrisico. Als gevolg hiervan heeft ALM enkel stresstesten ontworpen op basis van deze drie risico’s. Schokken in de volatiliteit (bv. voor opties) zijn niet opgenomen in de stressscenario’s. De volgende drie types scenario’s zijn geïmplementeerd: gestandaardiseerde, historische en op de toekomst georiënteerde interne modellen. Gestandaardiseerde stresstesten Met het oog op een adequaat beheer van de risico’s analyseert Fortis Bank de resultaten van het interne meetsysteem in termen van de verandering van economische waarde in verhouding tot het kapitaal door middel van een gestandaardiseerde schok in de rentevoet. Een gestandaardiseerde schok in de rentevoet weerspiegelt alleen een ruwe schatting van de risico’s op de balans.
Risicomanagement
135
Historische crisis stresstest-scenario’s Historische scenario’s zijn nuttig omdat die de marktontwikkelingen weergeven die effectief hebben plaats gevonden. Dit komt ten goede aan de objectiviteit en geloofwaardigheid. Het enige zwakke punt is dat het een economisch beeld kan schetsen dat vandaag de dag niet langer relevant is. ALM Intern model voor stresstesten Fortis Bank heeft stresstesten ontwikkeld, gebaseerd op een intern model en een gemeenschappelijke methode voor alle entiteiten van Fortis Bank. De stressscenario’s zijn gebaseerd op een kwantitatief retrospectief model, dat zes interestvoetscenario’s in beschouwing neemt in combinatie met de ontwikkelingen van de wisselkoersen en aandelenmarkten. ALM-risico – strategieën voor risicovermindering Fortis Bank beperkt het renterisico met behulp van diverse instrumenten. De belangrijkste daarvan zijn derivaten, met name renteswaps en opties. Met renteswaps wordt het lineaire risicoprofiel veranderd. Dat profiel is hoofdzakelijk een combinatie van langlopende activa (vastrentende hypotheken bijvoorbeeld) en langlopende verplichtingen (bijvoorbeeld achtergestelde schulden). Opties worden gebruikt voor de verlaging van het niet-lineaire risico, dat voornamelijk wordt veroorzaakt door in klantcontracten besloten opties zoals een rentevoetplafond of voortijdige betalingsopties. Wanneer een positie wordt afgedekt, wordt het economische effect van veranderingen in de netto contante waarde van die positie, veroorzaakt door veranderingen in de als benchmark gebruikte rentecurve, verminderd door compenserende veranderingen in de netto contante waarde van het financiële derivaat dat wordt gebruikt als afdekkinginstrument.
Op de financiële verwerking van afdekkingen zijn onder IFRS strikte regels van toepassing en niet iedere economische afdekking die voor de afdekking van het renterisico van Fortis Bank wordt gebruikt, wordt onder IFRS aangemerkt als een hedge. Zo worden bijvoorbeeld opties voor economische afdekking niet als hedge gezien. Dat betekent dat Fortis Bank ondanks het bestaan van een economische hedge het effect van de veranderingen in de reële waarde van deze opties in de resultatenrekening verantwoordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor hypotheken met een variabele rente waarvan de rentevoetplafonds zijn afgedekt met opties. Dat deze opties onder IFRS niet voor de status van afdekking in aanmerking komen, zorgt voor extra volatiliteit in de resultatenrekening. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de portefeuilleafdekking zoals die op de ALM-posities is toegepast.
Afgedekte positie
Afdekkingsinstrumenten
Afdekkingsrisico (1)
Hypotheken
payer swaps
( 4,58 )
Obligaties
payer swaps
( 2,58 )
Vastrentende verplichtingen
receiver swaps
1,62
1) Effect in EUR miljoen op de reële waarde van 1bp evenwijdige verschuiving in de rentecurve.
Op 31 december 2009 bedroeg de sensitiviteit van hypotheken, obligaties en vastrentende verplichtingen EUR (5,72) miljoen voor een evenwijdige verschuiving van de rentecurve met 1 basispunt. De ALM derivatenpositie op 31 december 2009 wordt gekenmerkt door een potentiële impact van EUR 5,54 miljoen (voor belasting) bij een opwaartse verschuiving van de rentecurve met 1 basispunt. De portefeuilleafdekking heeft bijgevolg het grootste gedeelte van de volatiliteit op de resultatenrekeing geëlimineerd.
7.4.2.2 Handelsrisico Het risico dat wordt afgedekt is het renterisico; om precies te zijn, de veranderingen in de reële waarde van vastrentende activa en verplichtingen als gevolg van veranderingen in het als benchmark aangewezen rentetarief. Het als benchmark aangewezen rentetarief is het rentetarief dat geldt voor het afdekkinginstrument. Wijzigingen in de reële waarde van de afgedekte positie door een kredietrisico dat groter is dan het risico dat is verbonden aan het afdekkinginstrument, worden uitgesloten van het afgedekte risico.
136
Risicomanagement
Handelsrisico is het risico van economisch waardeverlies veroorzaakt door een ongunstige ontwikkeling van prijzen of, al dan niet waarneembare, marktparameters. Waarneembare marktparameters zijn (dit is geen uitputtende lijst) wisselkoersen, prijzen van verhandelbare effecten (aandelen, obligaties) en grondstoffen (waarvoor prijzen direct genoteerd zijn of door referentie indirect ontleend worden aan gelijkaardige activa), prijzen van derivaten genoteerd op een georganiseerde markt, prijzen van andere verhandelbare activa alsmede alle parameters die worden afgeleid uit marktnoteringen (zoals rentetarieven, credit spreads, volatiliteit of impliciete correlatie) en verwante parameters.
Niet-waarneembare parameters zijn onder meer parameters gebaseerd op eigen werkveronderstellingen zoals modelparameters of paramaters die gebaseerd zijn op actuariële en economische benaderingen die niet zijn afgestemd op marktinformatie. Gebrek aan liquiditeit is een belangrijke factor in marktrisico. In situaties waarin liquiditeit gedeeltelijk of geheel ontbreekt, zal een financieel instrument of verhandelbaar actief geen koper meer vinden of onderworpen zijn aan een fors disagio, bijv. vanwege een geringer aantal transacties, wettelijke beperkingen of een groot verschil tussen vraag en aanbod. Fortis Bank loopt handelsrisico bij zowel handelsactiviteiten die voor klanten worden ontplooid als bij activiteiten voor eigen rekening. Het spectrum van beschikbare instrumenten en de geografische spreiding van de handelsactiviteiten uit naam van Fortis Bank worden geherdefinieerd in het Industrieel plan. Het handelsrisico komt voort uit de activiteit Fixed Income & Equities, behorend tot het domein van CIB (Corporate and Investment Banking), waarvoor de dagelijkse resultaten van de transacties samenhangen met de ontwikkeling van de marktprijzen, valutakoersen, rentetarieven, credit spreads, aandelenkoersen, grondstof- en energieprijzen. Als gevolg van fundamentele wijzigingen in alle financiële markten sinds het midden van 2008, heeft Fortis Bank diepgaande analyses uitgevoerd om na te gaan of aanpassingen nodig waren aan haar waarderingsmodellen en modelreserves in verband met de verschillende financiële instrumenten. Dit proces was al sinds enkele perioden aan de gang en werd afgerond in 2009. Fortis Bank stemde ook haar waarderingsmethodologie en modellen en marktparameters af op deze van BNP Paribas. Handelsrisicobeheer Het raamwerk voor risicoacceptatie ondergaat een fundamentele herziening met de toenaderingsexercitie en het herdefiniëren van de activiteiten van Fortis Bank zoals beschreven in het Industrieel Plan. De risicoactiviteiten van Fortis Bank worden steeds verder geïntegreerd in de BNP Paribas Group Risk Management (GRM) functie, op basis van de organisatorische uitgangspunten van GRM: één enkele geïntegreerde risicoentiteit verantwoordelijk voor risicoaspecten in alle businesses en gebiedsdelen, die onafhankelijk is van de businesses en functies, onder toepassing van een matrixprincipe, met lokale en wereldwijde rapportagelijnen.
– Het nemen van risico – Governance Het CMRC (Capital Markets Risk Comité, voorheen Merchant Banking Risk Comité) is het belangrijkste comité voor het aansturen van risico’s verbonden aan activiteiten op de kapitaalmarkt. De missie van dit comité is onderwerpen op het gebied van markt- en tegenpartijrisico’s op een consistente wijze op te pakken. Het comité vergadert maandelijks. Het CRMC beslist over de maximumgrenzen voor handelsactiviteiten binnen Fortis Bank (met inbegrip van Treasury-limieten) en over processen inzake het nemen van beslissingen over en het delegeren van risico’s. Winsten en verliezen staan, naast stress-testing scenario’s, op de agenda van het CMRC. De missie van GRM voor marktrisico’s is als volgt: • het definiëren, meten en analyseren van de diverse sensitiviteiten waarin het onderliggende marktrisico wordt vertaald; • het opzetten, in samenwerking met de businesses, van een limietensysteem op basis van deze sensitiviteiten en andere portefeuillegerichte indicatoren (GEaR - Gross Earnings at Risk, ook bekend onder de generieke term VaR - Value-at-Risk); • het goedkeuren van nieuwe activiteiten en van de grootste transacties; • het toetsen en goedkeuren van prijsmodellen voor handelsposities; • het aanleveren van overzichtsrapporten aan het senior management; • een periodiek overzicht maken van marktparameters (“MAP”) in samenwerking met de Group Product Control functie – Het nemen van risico – Limieten In de bestaande opzet heeft Fortis Bank limieten bepaald voor de vaststelling van de risicotolerantie en om het uitstaande handelsrisico te beheersen. Zij zijn opgesplitst in diverse complementaire componenten om alle risicokenmerken in normale en abnormale marktomstandigheden te dekken, zoals: positie (gemodificeerde duration, delta, vega), Value at Risk, stresstesten en concentratielimieten. Alle limieten worden periodiek en op verzoek geëvalueerd aan de hand van het gemiddelde limietgebruik, de in het verleden behaalde resultaten, de volatiliteit van de inkomsten en het nieuwe budget.
Risicomanagement
137
Limieten worden toegekend als de risicoposities daaronder kunnen worden berekend, bewaakt en gerapporteerd door Risk afdeling. Risicoposities onder deze limieten kunnen geen excessieve volatiliteit van opbrengsten genereren. Risk afdeling escaleert overschreden limieten systematisch aan onder meer de CEO van CIB, de CRO, de COO, de CEO van Global Markets en Internal Audit Services en andere relevante partijen. Onder het Industrieel Plan zal het volgende worden geïmplementeerd: • Het definitie- en beheerraamwerk voor de limieten zoals goedgekeurd door de CMRC kent drie delegatieniveaus: -- limieten naar activiteit – valt onder de autoriteit van de Trading manager; -- limieten per business– valt onder de autoriteit van de Business manager; -- CMRC limieten – valt onder de exclusieve autoriteit van het CMRC. • Beleid inzake limietoverschrijding: Limietaanpassingen kunnen tijdelijk of definitief zijn en zijn in alle gevallen onderworpen aan specifieke autorisatieprocessen. Limietoverschrijdingen moeten conform de procedure worden gerapporteerd en maatregelen moeten worden genomen in overeenstemming met het delegatieniveau van de voornoemde limiet. Alle zaken rond limieten worden aan het CMRC gerapporteerd.
Handelsrisico meten en bewaken De evaluatie van marktrisico’s gaat uit van drie hoofdtypen van indicatoren: VaR, sensitiviteit en stress-testen. Het doel is het volledige spectrum van risico’s in kaart te brengen, inclusief risico’s die voortvloeien uit plotselinge en dramatische veranderingen in de marktomstandigheden. – Meting voor normale marktomstandigheden De centrale calculator van het marktrisico, de MrMa (Market Risk Management Application), berekent onder meer de VaR (Value at Risk). De VaR is de uitkomst van het interne model voor marktrisico’s, dat is goedgekeurd door de Belgische Toezichthouder. Deze meet potentiële variaties in de waarde van de handelsportefeuille onder normale marktomstandigheden, voor een handelsperiode van één dag, op basis van de ontwikkelingen in de voorgaande 250 dagen met een betrouwbaarheid van 99%. De VaR van Fortis Bank is gebaseerd op een dynamische EVD (Extreme Value Distribution), d.w.z. een combinatie van twee extreme waardeverdelingen afgestemd op de uitkomst van historische simulaties met volledige herwaardering van afgeleide producten. Het model is door de Belgische toezichthouder gevalideerd voor algemene marktrisico’s en voor specifieke risico’s voor aandelen. Deze validatie geldt onder meer voor de volgende factoren: • Gebruikelijke risicofactoren: rentetarieven, wisselkoersen, aandelenkoersen, grondstofprijzen en hun volatiliteit; • Correlatie tussen risicofactoren en de daarmee verband houdende diversificatie-effecten die besloten zijn in de historische simulatie. Na de berekeningen van de VaR wordt de output op geldigheid geverifieerd. Deze toetsing wordt uitgevoerd door middel van een back testing-module, waar prognoses van de VaR worden afgezet tegen de berekende mark-to-market variaties met behulp van de geobserveerde dagelijkse dataschommelingen. Back testing is een officieel statistisch raamwerk dat de efficiëntie van het VaR-model (dus in wezen de betrouwbaarheid van de VaR-uitkomsten) op dagelijkse basis test, door na te gaan of de waargenomen wijzigingen in de waarde van de posities binnen de door de VaR geprognosticeerde bandbreedte liggen. Uitzonderingen worden opgenomen en zodanig gebruikt, dat het model steeds verder verfijnd kan worden. Zij hebben ook effect op het niveau van het toetsingsvermogen. De back-testinganalyses die voorgeschreven zijn door externe regelgevers, toonden aan dat Fortis Bank in 2009 binnen de aanvaardbare zone (minder dan vijf overschrijdingen) is gebleven.
138
Risicomanagement
Uit de centrale marktrisicocalculator MrMA komen ook sensitiviteiten van de posities ten opzichte van de diverse marktparameters voort. Deze sensitiviteiten vullen de VaR-benadering aan met een maatstaf die geen veronderstellingen doet over het niveau van de volatiliteit en de diversificatie tussen posities. – Meting voor extreme marktomstandigheden Om potentiële variaties in de waarde van de handelsportefeuille te beoordelen in extreme marktomstandigheden worden stress-testen gesimuleerd. Dit wordt in MrMA mogelijk gemaakt door sensitiviteits- en stress-testing-modules met functionaliteiten om scenario’s te genereren, het effect daarvan op de reële waarde te berekenen en de gegenereerde waardes te rapporteren. Extreme marktomstandigheden worden gedefinieerd door scenario’s die uitgaan van een breuk; de veronderstellingen daarvoor worden getoetst aan de hand van de economische omstandigheden. Er zijn twaalf scenario’s gedefinieerd voor de handelsportefeuilles: sommige reproduceren gebeurtenissen uit het verleden (bijv. de obligatiecrisis van 1994 en de sub-prime crisis van 2007/2008), andere zijn gebaseerd op veronderstellingen die niet in het verleden zijn waargenomen. Zij worden aangevuld met diverse sensitiviteitsanalyses van het effect van rentetarieven, wisselkoersen, aandelenkoersen, volatiliteiten en spreads. De resultaten uit deze testen worden verder gedetailleerd naar verschillende niveaus van de Global Markets activiteiten. Omdat stresstesten tot doel hebben het management bewust te maken van de risico’s (en de gevolgen voor de resultatenrekening) van deze extreme en abnormale ontwikkelingen, zijn ‘vroegtijdige waarschuwingsindicatoren’ in werking gesteld om alle stakeholders in staat te stellen tot het volgende: • eenzelfde benadering ten opzichte van risicotolerantie; • gelijktijdige waarschuwing; • overgaan tot oplossingsgerichte acties. Op het moment dat de stresstestresultaten een overschrijding laten zien ten opzichte van de vroegtijdige waarschuwingsindicatoren is dit voor het management een reden om over te gaan tot actie. De bandbreedte van stresstesten is voor Global Markets identiek aan die van MrMa en volgt dezelfde trend van ontwikkelingen als die van MrMa. Deze werkwijze waarborgt de vergelijkbaarheid van de stresstestresultaten met andere cijfers en resultaten berekend door MrMa. Het stresstestprogramma wordt op maandelijkse basis uitgevoerd door Risk afdeling. De verschillende scenario’s worden regelmatig beoordeeld en zo nodig bijgewerkt en uitgebreid. – Evolutie van de eendaags, 99% VaR in de loop van 2009 De onderstaande VaR-grafiek geeft de handelsactiviteiten onder het voorgeschreven raamwerk weer, conform de BNP Paribas-aanpak. De grafiek is afgeleid uit de inputgegevens die zijn gebruikt voor Rapportage totale solvabiliteitsratio (Common solvency ratio reporting - CoReps), waaruit het verplichte Basel II kapitaal is berekend voor de op intern model gebaseerde marktrisico’s. Na een scherpe stijging die volgde op het Lehman debacle en een zeer volatiel vierde kwartaal van 2008, leidden maatregelen tot risicoreductie en aanhoudende afname van marktturbulenties tot een significante daling van de VaR in 2009.
Risicomanagement
139
Alle risicofactoren zijn verwerkt in het interne model
100 Total VaR
EUR millions
80
60
40
20
0 Mar-08
Jun-08
Sep-08
Dec-08
Mar-09
Jun-09
Sep-09
Dec-09
Opsplitsing naar de risicofactoren die zijn verwerkt in het interne model
100 Interest Rate FX Equity Commodity
EUR millions
80
60
40
20
0 Mar-08
Jun-08
Sep-08
Dec-08
Mar-09
Jun-09
Sep-09
Dec-09
Zoals eerder vermeld, wordt de in het interne model gebruikte VaR getoetst op zijn voorspellende waarde. Dankzij de relatief gunstigere marktomstandigheden en de maatregelen tot risicoreductie bleef het aantal uitzonderingen dat in 2009 uit de back-testen kwam binnen de aanvaardbare zone. De “straf” uit hoofde van het berekende toetsingsvermogen was daarom minimaal: de laagste vermenigvuldigingsfactor van drie werd toegepast op de 10-daagse VaR in de berekeningsformule voor het toetsingsvermogen.
140
Risicomanagement
7.5. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat niet kan worden voldaan aan actuele (en potentiële) verplichtingen of aan het leveren van onderpand op de vervaldatum. Het bestaat uit twee componenten. Financierings-liquiditeitsrisico het risico dat aan verwachte en onverwachte vraag naar contanten van depositohouders en andere contractuele partijen niet kan worden voldaan zonder onaanvaardbare verliezen te lijden of de bedrijfsvoering te schaden. Markt-liquiditeitsrisico dit risico heeft te maken met het onvermogen om activa in kasstromen om te zetten door ongunstige marktomstandigheden of -ontwrichtingen. Het heeft dus in zekere zin te maken met marktrisico. Markt-liquiditeitsrisico heeft betrekking op de liquide waardegevoeligheid van een portefeuille door enerzijds marges die toegepast worden op activa die in onderpand gegeven worden en anderzijds veranderingen in marktwaarde. Het is bovendien gerelateerd aan de onzekere tijdsschaal voor het realiseren van de liquiditeitswaarde van activa. Onderstaande paragrafen beschrijven hoe de financieringspositie zich in 2009 heeft ontwikkeld en hoe het raamwerk voor liquiditeitsrisicobeheer van de bank is verbeterd. Na een paar moeilijke maanden aan het begin van het jaar begon de financieringspositie van de bank te verbeteren toen de overname door BNP Paribas was afgerond. Vanaf mei 2009, verbeterden volume, lengte en samenstelling van de financieringsmix van Fortis Bank substantieel. Diverse financieringskanalen gingen weer open of herstelden zich als teken van herwonnen vertrouwen in de korte termijn terugbetaalcapaciteit van Fortis Bank. In retail financiering kantelde de negatieve trend. De wholesale financieringscapaciteit, die sinds de gebeurtenissen in 2008 drastisch was gekrompen, verbeterde significant. Ongedekte deposito’s van ondernemingen, centrale banken en instellingen lieten weer positieve groei zien. Ook de stijgende emissie van commercial paper, depositobewijzen en asset-backed commercial paper versterkten de totale financieringspositie. Door de positieve ontwikkeling van de liquiditeitspositie kon Fortis Bank haar afhankelijkheid van open marktoperaties van centrale banken tot een zeer laag niveau terugbrengen en de commercial paper financieringsfaciliteit van de FED volledig aflossen. De groei in financieringsmiddelen stelde Fortis Bank ook in staat het bedrag aan afgedekte financiering via terugkoopovereenkomsten te verlagen en haar dichtgetimmerde buffer van liquide en bij centrale banken beleenbare activa weer op te bouwen tot meer dan EUR 25 miljard. In 2009 heeft Fortis Bank haar raamwerk voor liquiditeitsrisicobeheer herzien door een verschillenanalyse uit te voeten ten opzichte van de de Basel uitgangspunten voor een gezond liquiditeitsrisicobeheer (september 2008). Eveneens in 2009 verhoogde de Belgische toezichthouder (CBFA) de frequentie voor liquiditeitsrapportering en werd een systeem ingevoerd van korte termijn observatieratio’s ter bewaking van het vermogen van de Belgische banken om een gecombineerd scenario van een systeemcrisis en een marktcrisis te overleven. De uitkomsten van deze ratio’s, die in principe een stresstest voorstellen, worden nauwgezet opgevolgd door het management van Fortis Bank en gecontroleerd op consistentie met de resultaten van het interne stresstestmodel. De uitkomsten van beide modellen zijn sinds 2008 significant verbeterd en wijzen op een verbeterde weerstand tegen zware stress-scenario’s.
Risicomanagement
141
7.5.1. Beheer van liquiditeitsrisico Het beheer van het liquiditeitsrisico houdt enerzijds het beheren van financieringsbronnen in en anderzijds het aanhouden van voldoende liquiditeitsreserves. Zulke reserves bestaan uit portefeuilles van activa waarvoor een vraag bestaat in de markt en die te gelde gemaakt kunnen worden als dekking tegen onverwachte ontwrichtingen van financieringsbronnen of interbancaire markten. Risk Management heeft als primair doel te garanderen dat Fortis Bank voldoende contanten en liquide middelen aanhoudt om te allen tijde aan de huidige en toekomstige financiële verplichtingen te voldoen, tijdens normale en abnormale omstandigheden. Dit dient het geval te zijn voor elke valuta waarin Fortis Bank een positie heeft uitstaan, voor alle bedrijven, inclusief de voor bijzondere doeleinden opgerichte entiteiten (Special Purpose Entities). Het Bank ALCO is verantwoordelijk voor de bewaking van het liquiditeitsrisico binnen Fortis Bank. De uitgangspunten en governance van liquiditeitsrisicobeheer zullen in 2010 worden getoetst teneinde deze in overeenstemming te brengen met de BNP Paribas organisatie en de Basel principes voor gezond liquiditeitsrisicobeheer.
7.5.2. Rapportage van liquiditeitsrisico Fortis Bank houdt toezicht op het liquiditeitsrisico aan de hand van vijf indicatoren of meetinstrumenten. De informatie is hierbij afkomstig van twee bronnen: drie indicatoren op basis van de boekhouding (de dagelijkse liquiditeitspositie van de verbintenissen met klanten en de maandelijkse netto balans van stabiele funding) en de maandelijkse liquiditeitsstresstest, en twee indicatoren op basis van de liquiditeits-cashflows (de maandelijkse structurele liquiditeitsrapportage en de dagelijkse korte termijn rapportage). Tegen einde 2010 zal het interne meetsysteem ‘Fortis’ voor liquiditeitsrisico de geautomatiseerde berekening mogelijk maken van een aantal maatstaven.
7.5.2.1. De liquiditeitspositie van de verbintenissen met klanten (Customer Funding Gap - CFG) CFG meet in welke mate de leningen aan klanten worden gedekt door de deposito’s van klanten (worden hierbij niet in aanmerking genomen: deposito’s en leningen tegen onderpand, worden hierbij wel in aanmerking genomen: kasbons en achtergestelde certificaten). In dit meetinstrument worden kasbons en achtergestelde certicaten beschouwd als klantendeposito’s omdat ze worden verkocht aan retail klanten.
7.5.2.2. De netto balans van stabiele funding Deze spitst zich toe op de structurele liquiditeit van de balans: het bestaat uit de ‘stabiele’ funding op lange termijn (passiva met een lange termijnkarakter: stabiele klantendeposito’s, middellange en lange termijn uitgiftes, achtergestelde schuld, kapitaal) waarvan de “niet liquide” activa (activa die niet of moeilijk kunnen worden omgezet in liquiditeit: leningen aan klanten, deinvesteringsportefeuille die niet kan worden gebruikt als onderpand om funding te verkrijgen, participaties, goodwill, gebouwen,..) worden afgetrokken. Deze indicator houdt niet alleen rekening met het structurele onevenwicht van de verbintenissen met klanten, maar geeft tevens het beeld weer van de liquiditeitspositie op lange termijn.
142
Risicomanagement
7.5.2.3. De structurele liquiditeitsrapportage (Structural Liquidity Gap (SLG)) SLG meet de positie van alle elementen van de balans vanuit de invalshoek van liquiditeitsrisico. Deze rapportage brengt de vervaldagstructuur in beeld waarbij alle cashflows worden gespreid over toekomstige tijdszones. Voor elke tijdszone wordt de som gemaakt van alle te ontvangen cashflows minus alle te betalen cashflows. In deze meting wordt eveneens rekening gehouden, a rato van 30%, met het niet- getrokken gedeelte van de bevestigde kredietlijnen. Deze rapportage geeft bijgevolg de structurele liquiditeitspositie weer en maakt het mogelijk om de kostprijs van een mogelijke indekking in te schatten.
7.5.2.4. De dagelijkse korte termijn rapportage (Short Term Liquidity) STL meet de kasposities, per dag, voor de komende tien dagen. Het voorspelt het kastekort op de korte termijn. De Treasury entiteit is verantwoordelijk voor de rapportage van het korte termijn liquiditeitsrisico, ALM voor het stresstesten van de liquiditeitspositie en voor het middellange termijn liquiditeitsrisico. Hierdoor is men in staat de liquiditeitsprofielen te analyseren van de balansen van de verschillende entiteiten, waaronder de belangrijke financieringsentiteiten in de vorm van SPE’s (Special Purpose Entities). Hierbij wordt ook bijzondere aandacht besteed aan geëffectiseerde activa en de financiering hiervan.
7.5.2.5. Stresstesten van de liquiditeit (Liquidity Stress testing (LST)) De liquiditeit-stresstest meet het vermogen van Fortis Bank om een ernstige, gesimuleerde crisis te doorstaan. De maandelijkse rapportage aan de Alco bevat de resultaten van de uitvoering van zowel het voorgeschreven (CBFA) als het interne gecombineerde scenariomodel. De test detecteert omgewenste liquiditeitsrisico’s in een structuur van tijdsintervallen. Het interne scenario simuleert een combinatie van de marktcrisis en een crisis van de bank. De parameters en aannames worden ontleend aan de ervaringen ten tijde van de gebeurtenissen die Fortis Bank in het vierde kwartaal van 2008 doormaakte. De overlevingshorizon is momenteel bepaald op een maand. Het aantal stresstesten zal in 2010 worden uitgebreid met behulp van centraal gedefinieerde BNP Paribas scenario’s.
7.5.3. Liquiditeitslimieten Buiten de rapportagestructuur, heeft Fortis Bank een kader geformuleerd voor liquiditeitslimieten voor de drie desks in Brussel, New York en Hong Kong. De liquiditeitslimieten richten zich op het korte termijn liquiditeitsrisico en stellen limieten vast voor een dag (overnight of O/N), morgen/de dag daarna (T/N) en spot/de volgende dag (S/N). De O/N-limieten worden per definitie als meest belangrijke aangezien, terwijl de T/N- en S/N-limieten ook noodzakelijk zijn en worden gebruikt om toenames in de liquiditeitsverschillen in een vroeg stadium te identificeren. Deze limieten gelden alleen voor financieringsverschillen die niet door zekerheden zijn gedekt. Het feit dat de treasury-activiteiten over drie centrale punten en tijdzones verdeeld zijn, houdt in dat openstaande posities kunnen worden overgedragen van achtereenvolgens Hong Kong, België tot New York. Zodoende dient New York als ‘lender of last resort’ en wordt de USD als ultieme valuta gezien. Voor langlopende financiering heeft Alco ook limieten goedgekeurd voor financieringsverschillen op klanten en voor de netto balans van stabiele funding. Deze worden op maandbasis opgevolgd.
Risicomanagement
143
7.5.4. Liquiditeit interne verrekenprijzen Fortis Bank gebruikt een systeem waarbij de kostprijs van liquiditeit intern wordt verrekend. Het bestaat uit een regelmatig aangepaste matrix van transfertprijzen waarbij men onderscheid maakt tussen de verschillende deviezen en de termijnen.
7.5.5. Liquiditeitsbuffer In het kader van het aanleggen van een liquiditeitsbuffer definieert Fortis Bank een aantal “markets of last resort” waar liquiditeit kan worden verkregen in crisisomstandigheden. Dit zijn hoofdzakelijk centrale tegenpartijen (zoals Eurex en het London Clearing House) en een aantal centrale banken in gebieden waar Fortis Bank een vestiging heeft. De liquiditeitsbuffer is een vast bedrag aan vastgezette liquide en/of bij centrale banken beleenbare effecten waarop alleen een beroep kan worden gedaan via het liquiditeitsrampenplan (Contingency Funding Plan). Het minimubedrag van de buffer is momenteel vastgesteld op EUR 25 miljard.
7.5.6. Liquiditeitsrampenplan Het liquiditeitsrampenplan (Contingency Funding Plan) treedt in werking wanneer de liquiditeitspositie van Fortis Bank in gevaar komt door interne en externe uitzonderlijke omstandigheden die eventueel kunnen resulteren in een liquiditeitscrisis. Het doel hiervan is de liquiditeitsbronnen te beheren zodat de bedrijfsactiviteiten niet in gevaar komen en excessieve financieringskosten binnen de perken worden gehouden. Tijdens een crisis zijn adequate informatiestromen van cruciaal belang voor snelle beslissingen en het vermijden van onnodig escaleren van problemen. In dit kader zorgt het liquiditeitscalamiteitenplan dat de interne communicatiestromen tijdig, duidelijk en onbelemmerd verlopen. Bovendien maakt dit plan het mogelijk dat de geschikte externe communicatiestromen de juiste informatie afleveren aan marktdeelnemers, werknemers, klanten, kredietverleners, toezichthouders en aandeelhouders. De afdeling Communicatie is hier normaal gesproken bij betrokken.
7.5.7. Financieringsbronnen De deposito’s van klanten (particulieren, zakelijk, ondernemingen) vormen een belangrijk onderdeel van de primaire financieringsbronnen van de Bank. Zichtrekeningen en spaargelden van particulieren zijn weliswaar direct of op korte termijn opvraagbaar, maar leveren niettemin een belangrijke bijdrage aan de stabiliteit van de financieringsbasis op de lange termijn. Deze stabiliteit staat of valt met het behoud van het vertrouwen van de rekeninghouder in de solvabiliteit en het goede liquiditeitsbeheer van Fortis Bank. Voor korte termijnfinanciering (gedekt en ongedekt) wordt een beroep op professionele markten gedaan. Niet door zekerheden gedekte kredietverlening wordt beperkt door het limietensysteem dat een bovengrens stelt aan ongedekte positieverschillen. De uitgifte van kortlopend en langlopend papier wordt centraal bewaakt en het beroep op de financiële markten wordt gecoördineerd door ALM en Treasury.
144
Risicomanagement
7.5.8. Boekhoudkundige looptijdenanalyse In de onderstaande tabel zijn de activa en verplichtingen van Fortis Bank onderverdeeld op basis van de resterende contractuele looptijd. In 2008 werden direct opvraagbare deposito’s, spaargelden weergegeven in de kolom ‘Zonder looptijd’, terwijl zij in 2009 worden opgenomen in de kolom ‘Tot 1 maand’, in lijn met de boekhoudkundige looptijdclassificatie van BNP Paribas.
Tot 1 maand
Zonder 1-3 maanden
3-12 maanden
1-5 jaar
Meer dan 5 jaar
looptijd
Totaal
Per 31 december 2009 Activa Geldmiddelen en kasequivalenten Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
27.592
17
1.215
1.758
64 7.018
16.997
27.673
28.387
452
55.827
Vorderingen op banken
7.194
1.828
7.504
1.701
585
439
19.251
Vorderingen op klanten
42.622
11.954
20.123
46.120
57.511
7
178.337
Beleggingen
2.614
649
14.761
34.396
38.880
4.104
95.404
Overige vorderingen
2.310
119
18
9
260
2.716
Materiële vaste activa Goodwill en overige immateriële vaste activa Actuele en uitgestelde belastingen Overlopende rente en overige activa Totaal activa
12
1
2.147
2.147
1.822
1.835
32
143
268
82
123
3.656
4.304
28.862
1.491
3.053
4.533
4.547
5.058
47.544
112.441
17.959
52.745
103.850
130.098
17.945
435.038
54.367
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
876
823
3.835
19.326
29.157
350
Schulden aan banken
41.131
3.773
12.645
3.296
1.881
82
62.808
Schulden aan klanten
138.030
11.477
12.323
6.744
22.593
18
191.185
20.125
8.722
13.036
12.210
2.685
2.337
59.115
224
54
1.002
5.491
9.195
3
1
564
Schuldbewijzen Achtergestelde schulden Overige financieringen
568
Voorzieningen Actuele en uitgestelde belastingen Overlopende rente en overige verplichtingen Totaal verplichtingen
15.966
1.229
1.229
68
7
34
15
8
296
428
13.020
3.728
3.448
4.518
4.994
1.211
30.919
213.477
28.585
46.887
51.600
70.513
5.523
416.585
Per 31 december 2008 Totaal activa
160.857
48.401
59.006
132.538
170.757
15.218
586.777
Totaal verplichtingen
190.032
67.446
48.902
74.635
86.357
104.262
571.634
Risicomanagement
145
7.6. Operationeel risico Doordat risico’s inherent zijn aan alle operationele activiteiten en beslissingen, hebben alle ondernemingen, waaronder financiële instellingen, te maken met operationeel risico. Binnen het operationele risico wordt onderscheid gemaakt tussen het bedrijfsrisico en gebeurtenisrisico. Bedrijfsrisico is het risico dat ontstaat door het ontplooien van bedrijfsactiviteiten en is dus van invloed op elke financiële en niet-financiële instelling. Het betreft het risico op verliezen door veranderingen in de concurrentieomgeving die de bedrijfsactiviteiten of operationele omstandigheden aantasten. Het effect ontstaat doorgaans door wijzigingen in volumes, prijsstelling of marges ten opzichte van een vast kostenniveau. Het bedrijfsrisico wordt dan ook extern gestuurd (door reglementaire of fiscale wetgeving, marktontwikkelingen, strategisch risico, reputatierisico en dergelijke) maar kan worden beperkt door effectief management. Het gebeurtenisrisico betreft het risico op verliezen door inadequate of falende interne processen, mensen en/of systemen en anderzijds het risico op verliezen als gevolg van externe gebeurtenissen. Juridische en compliance risico’s worden gerekend tot gebeurtenisrisico, terwijl het strategische risico en het reputatierisico hier buiten vallen. Gebeurtenisrisico wordt meestal intern gestuurd (door interne en externe fraude, werknemers, klanten, producten, en bedrijfsvoering en bovendien door technologische en infrastructurele gebreken en dergelijke) en kan met de juiste beheersprocessen en -controles worden beperkt.
7.6.1. Operationeel risico en management control Eén enkel kader voor de bank Fortis Bank heeft gekozen voor één enkel operationeel risico management (ORM) kader voor de hele bank dat voldoet aan de Basel II criteria betreffende de Advanced Measurement Approach (“AMA”). Dit kader ondersteunt de organisatie in beter risicobeheer door het verhogen van het bewustzijn van operationele risico’s. Het waarborgt effectieve meting en opvolging van de operationele risicoprofielen en een toereikend niveau van eigen vermogensvereisten. Dit AMA kader maakt integraal deel uit van het overkoepelende management controle kader, waarbinnen de verschillende management teams, tot en met het niveau van de uitvoerende bestuurders, de risico’s beoordelen die hun bedrijfsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen. Dit proces leidt uiteindelijk tot de Management Control Statements.
146
Risicomanagement
Ondersteund door een sterk operationeel risico beheer Een aangepaste risico management structuur is opgezet rond het “3 lijnen van verdediging” model, waarbij de business de hoofdverantwoordelijkheid draagt rond het beheren en beheersen van operationele risico’s. De rol van tweede lijnsverdediging wordt opgenomen door de risicobeheerfuncties. Hun opdracht bestaat erin toe te zien dat het ORM kader terdege is ingebed, dat de operationele risico’s die worden geïdentificeerd, ingeschat, gemeten en beheerd het correcte risicoprofiel weerspiegelen en dat de resulterende eigen vermogensvereisten adequaat zijn. Interne audit neemt de rol van derde verdedigingslinie op en verzekert dat de risicostructuren en beleidslijnen behoorlijk geïmplementeerd zijn. Een kader dat de vier vereiste elementen van een Advanced Measurement Approach (AMA) omvat • De eerste bouwsteen van het operationele risico management kader is het verzamelen van gegevens over operationele verliezen. Operationele verliezen die zich doorheen de organisatie voordoen, worden systematisch opgenomen in een centrale gegevensbank. • Naast de interne verliesdata, gebruikt Fortis Bank tevens data omtrent externe verliezen. Fortis Bank is één van de medeoprichters van ORX (Operational Risk eXchange association), een consortium van banken die hun operationele verliesgegevens op anonieme basis delen en hun ervaringen met betrekking tot operationeel risico aangelegenheden uitwisselen. Daarnaast heeft Fortis Bank toegang tot de Fitch First en de SAS Global gegevensbanken, welke publieke data bevatten rond materiële verliezen. • Centraal in het kader staan de toekomstgerichte risicobeoordelingen, die het risicoprofiel bepalen van de bank en als primaire input dienen voor de berekening van de eigen vermogenvereisten. • De risicobeoordelingen behelzen zowel een opwaartse (Risk Self Assessment) als een neerwaartse (scenarioanalyse) benadering. De opwaartse beoordeling (RSA) verschaft inzicht in de operationele risico’s die eigen zijn aan de interne organisatie en controleomgeving. Die RSA’s worden uitgevoerd binnen elke business en ondersteunende functie op het juiste niveau van detail en resulteren in een beschrijving van de geïdentificeerde risico’s, een analyse van de oorzaken van die risico’s en in een beschrijving en beoordeling van de controleomgeving. Tevens wordt de residuële blootstelling aan het risico gekwantificeerd. • De neerwaartse scenarioanalyse vervolledigt het operationeel risicoprofiel met de meer systemische en “lage frequentie – hoge impact” risico’s. Het behelst de risico’s aan welke Fortis Bank is blootgesteld omwille van de activiteiten die het uitvoert en de omgeving waarbinnen het opereert. Scenarioanalyse wordt uitgevoerd op het hogere managementniveau en is voornamelijk gebaseerd op analyse van externe verliesdata. De documentatie van het scenario detailleert het risicotype, de kwaliteit van de controleomgeving en de bepaling van de blootstelling aan het risico. • Operationeel risico knipperlichten (of sleutel risico indicatoren) worden opgevolgd om veranderingen te signaleren in het operationele risicoprofiel ten gevolge van interne of omgevingsfactoren.
Risicomanagement
147
Berekening van de eigen vermogensvereisten Fortis Bank past voor een substantieel deel van haar activiteiten de meest geavanceerde methoden toe voor de bepaling van de eigen vermogensvereisten voor operationeel risico. Deze zijn in lijn met de Advanced Measurement Approach (AMA) onder Basel II. De Basic Indicator bendering wordt gebruikt voor kleinere, niet-materiële delen van haar activiteiten.
BELEID INZAKE OPERATIONEEL (EVENT) RISICO Operationeel risico identificatie: assessment, meting/modellering, analyses, rapportage and monitoring ORPHEUS (Operationeel Risico Kader Inbedding en Gebruik Scan) Verliesgegevens • Verzamelen van verliesgegevens • Benchmarking van interne vs externe gegevens (ORX)
Model • Kwantitatief risico profiel • Economisch kapitaal • Toetsingsvermogen
Risico Self-Assessment • Assessment van operationele risico exposure, scenario analyse • Identificeer risico gebieden en trigger management actie
Sleutel risico Indicatoren • Monitoren en analyseren KRi’s
Product Process Matrix op het niveau van Bussinesslijn/land/Juridische entiteit MANAGEMENT VAN OPERATIONEEL (EVENT) RISICO DOOR BUSINESSES Controle en mitigeren (vermijding, reductie, controle verbetering) van een brede range van risico’s, inclusief operationele event risico’s Business Continuity Management
Informatie Beveiliging
Risico transfer (verzekeringen, Captives)
Management Controle verklaringen
7.6.2. Beheersing en vermindering van operationele risico’s Fortis Bank hanteert diverse processen voor de beheersing en vermindering van operationele risico’s. Als het gevolg van risicobeoordelingen, analyses van verliesgegevens en ontwikkelingen van de indicatoren zijn verdere stappen ondernomen voor de beheersing van operationele risico’s. Deze stappen hebben meestal te maken met een organisatorisch en procesmatig perspectief. Centraal gecoördineerde technieken voor risicobeperkingen zijn Business Continuity Management, maatregelen voor informatiebeveiliging, verzekeren en management control verklaringen.
148
Risicomanagement
7.6.3. Business Continuity 7.6.3.1 Business continuity management Business Continuity Management (BCM) is het managementproces van de identificatie van potentiële bedreigingen voor de organisatie en de resulterende impact mochten deze bedreigingen zich daadwerkelijk realiseren. Het verschaft een kader voor het bouwen van een veerkrachtige organisatie die in staat moet zijn om effectief te reageren op deze dreigingen ter bescherming van de belangen van de stakeholders, reputatie, merk en waardecreërende activiteiten van de bank. Gezien het feit dat Fortis een financiële dienstverlenende organisatie is, onderkent men het belang van BCM. De Fortis BCM-methodologie is opgenomen in de Fortis BCM beleidsdocumenten en is gebaseerd op internationale regelgeving en richtlijnen voor best practises, zoals omschreven door: • Basel Commissie voor bancaire toezicht: High level principles for Business Continuity • The Business Continuity Institute: Good Practice Guidelines (BCI GPG) • The British Standards Institute. Het toepassingsgebied van BCM bij Fortis bank is: • Intern: Fortis Bank in al haar dimensies (zowel de Fortis Bank businesses & support functions, alle landen, juridische entiteiten en dochterondernemingen) • Extern: Alle derde partijen die Fortis Bank-informatie moeten verwerken of cruciale diensten en producten verlenen die het doel ondersteunen van belangrijke Fortis Bank-diensten (externe uitbestedingen). De Fortis Bank BCM-benadering bevat de volgende stappen:
BCM ingebed in de Organisatie Begrijpen van de organisatie/ business Uitoefenen/testen & Eigen beoordeling
BCM Programma Beheer
Bepaal de BCM opties
Ontwikkel & Implementeer BCM Reactie
Risicomanagement
149
De Fortis Bank BCM-methodologie dient ingebed te zijn in de bedrijfscultuur en dient verwezenlijkt en continu bijgehouden te worden, op een manier die aangepast is aan de aard, omvang en complexiteit van de desbetreffende Fortis Bank business. Informatie omtrent de belangrijkheid van de diensten van de organisatie, inclusief de activiteiten en middelen die nodig zijn om deze diensten te kunnen leveren, worden geanalyseerd door middel van business impact analyses en risico analyses. Het bepalen van BCM-opties en –strategie maakt het mogelijk een breed spectrum van strategische en tactische afwegingen te evalueren. Deze aanpak stelt Fortis Bank in staat adequate afwegingen te maken voor elke belangrijke dienst, in de zin dat Fortis Bank deze diensten op een aanvaardbaar niveau kan blijven leveren tijdens en na storingen in de normale bedrijfsvoering. BCM is aanvullend op andere maatregelen ter bevordering van het herstelvermogen die al present zijn binnen Fortis Bank. Deze acties leiden tot de creatie van een BCM reactie door middel van plannen die detailleren welke stappen ondernomen moeten worden voor, tijdens en na een incident.
Bedrijfscontinuïteitsplan Crisisbeheer Plan
BedrijfsherstelPlan(nen)
RampherstelPlan(nen)
Rampherstel oplossingen
Rampherstel oplossingen
Welke technische middelen Fortis Bank ter beschikking heeft om de continuïteit van interne activiteiten te garanderen
Welke contractuele BCM regelingen getroffen zijn met derde partijen om de continuïteit van extern uitbestede activiteiten te waarborgen
Tot slot dient Fortis Bank aan te tonen dat de strategieën en plannen inderdaad effectief, lonend en nuttig zijn door het uitoefenen, testen en eigen beoordelen van de BCM reactie.
150
Risicomanagement
7.6.3.2 Overdracht van risico door middel van verzekering Fortis Bank beschouwt het verzekeren als een nuttig instrument voor het mitigeren van operationele risico’s. Deze verzekeringsportefeuille wordt centraal gecoördineerd door ORMC (Central Operational risk and Management Control). Meer specifiek is Fortis verzekerd tegen financiële schade door criminaliteit en civiele aansprakelijkheid. Geheel in lijn met de gangbare praktijken in de bedrijfstak zijn de volgende verzekeringsovereenkomsten door Fortis Bank afgesloten met derden: • een gecombineerde criminaliteit- en civiele aansprakelijkheidsverzekering; • een aansprakelijkheidsverzekering voor directeuren en functionarissen Daarnaast maakt Fortis Bank gebruik van herverzekeringstechnieken om enkele risico’s in eigen beheer te financieren.
7.6.3.3 Management Control Statements (MCS) Ligt bij beheer van operationeel risico de nadruk op operationele gebeurtenisrisico’s, management control richt zich voornamelijk op het bedrijfsrisico (inclusief strategische en reputatieaangelegenheden). Het beheer van operationeel risico en management control hangen nauw met elkaar samen: • de methoden voor risicoschatting, de beoordeling van de beheersing en de aanpak van zwakke punten verlopen op vergelijkbare wijze • de uitkomsten van de schattingen van operationeel (gebeurtenis) risico vormen de input voor het beoordelen van het bedrijfsrisico door het senior management, als onderdeel van de jaarlijkse procedure die leidt tot management control verklaringen; deze procedure wordt door Central Operational risk and Management Control (ORMC) gecoördineerd. De managementteams tekenen management control verklaringen en formuleren indien nodig actieplannen voor de verbetering van de beheersing. Central Risk Management coördineert de rapportage over de status en voortgang op deze actieplannen. De Management Control Statements dienen aan het eind van elk jaar als attest voor het functioneren van risico management en interne beheerssystemen.
Risicomanagement
151
8. Toezicht en solvabiliteit 8.1. Beoordeling solvabiliteit 8.1.1. Raamwerk Als kredietinstelling is Fortis Bank onderworpen aan het toezicht van regelgevende autoriteiten. Op geconsolideerd en statutair niveau wordt het toezicht op Fortis Bank uitgeoefend door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). De dochtermaatschappijen van Fortis Bank kunnen daarnaast onderworpen zijn aan de richtlijnen van de diverse toezichthoudende instellingen in de landen waar deze actief zijn. Banken moeten volgens de richtlijnen van de toezichthouder voldoen aan een minimaal toetsingsvermogen (8% van de risicogewogen activa). Sinds 2008 berekent Fortis Bank het toetsingsvermogen en de risicogewogen activa onder het Basel II -raamwerk. De CBFA heeft Fortis Bank toestemming verleend voor de toepassing van de meest geavanceerde berekening van de risicogewogen activa onder Basel II: de geavanceerde interne ratingbenadering voor kredietrisico en de geavanceerde meetmethode voor operationeel risico. Het toetsingsvermogen voor de doeleinden van de toezichthouder wordt op geconsolideerd niveau berekend op basis van het IFRS-boekhoudregime, waarbij rekening wordt gehouden met door de CBFA opgelegde prudentiële filters, zoals beschreven in de Circulaire PPB 2007-1-CPB van de CBFA.
152
Toezicht en solvabiliteit
8.1.2. Beoordeling In de onderstaande tabel wordt de samenstelling van het wettelijk vereist vermogen van Fortis Bank geïllustreerd:
31 december 2009
31 december 2008
Basel-II
Basel-I
Aandelenkapitaal en agio reserves
29.651
Overige reserves
29.651
( 11.974 )
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
( 704 )
8.612 ( 20.302 )
Minderheidsbelangen
3.124
Omrekeningsverschillen
( 461 )
( 401 )
Hybride niet-innovatieve
1.541
1.579
( 1.706 )
( 1.886 )
( 140 )
( 365 )
( 822 )
( 167 )
(-) Goodwill (-) immateriële vaste activa
3.027
(-) Negatieve reële waarde van aandelen (voor verkoop beschikbare)
( 23 )
(-) Vermindering van het Kern Tier 1 Kapitaal (*) (-) Overige
( 2.307 )
Kern Tier 1 kapitaal
16.202
Hybride innovatieve Tier 1 kapitaal Achtergestelde schulden IRB voorzieningsoverschot Positieve reële waarde van aandelen (voor verkoop beschikbare)
( 54 ) 19.671
1.995
1.993
18.197
21.664
9.846
16.314
585
167
14
(-) Vermindering van het Totaal Kapitaal (*)
-
( 822 )
( 167 )
313
94
Totaal Kapitaal
28.133
38.072
(*) Vermindering 50% - 50% van het Kern Tier 1 Kapitaal en van het Totaal Kapitaal
( 1.644 )
( 335 )
( 253 )
( 322 )
( 1.375 )
-
( 16 )
( 13 )
Overige
(1) Participatie in krediet en financiële instellingen (2) participatie in verzekeringsondernemingen (3) IRB voorzieningstekort
-
(4) IRB eigen vermogen verwacht verlies
De onderstaande tabel geeft de belangrijkste vermogensindicatoren weer:
2009
2009
2008
2008
Basel-II
Basel-I
Basel-II
Basel-I
Tier 1 kapitaal
18.197
18.191
21.664
21.402
Totaal kapitaal
28.133
27.565
38.072
37.260
Risicogewogen activa en verbintenissen
148.048
180.241
203.405
220.260
Kredietrisico
130.087
167.091
175.171
197.195
6.767
13.150
13.945
23.065
Marktrisico Oprerationeele risico
11.194
14.289
Core Tier 1 ratio
10,9%
Tier 1 ratio
12,3%
10,1%
10,7%
9,7% 9,7%
Totaal kapitaal ratio
19,0%
15,3%
18,7%
17,0%
Toezicht en solvabiliteit
153
De Tier 1-ratio van Fortis Bank bedroeg op 31 december 2009 12,3% en de totaal kapitaal ratio 19,0%. Een totaal kapitaalratio van 19,0% is ruim boven het wettelijk vereiste minimum van 8%. De daling in het kapitaal in 2009 is voornamelijk het gevolg van de aftrek van de acquisitie van AG Insurance (EUR 1.375 miljoen), de invloed van het nettoresultaat, de invloed van prudentiële filters (EUR 2,3 miljard) en de vervroegde terugbetaling van achtergestelde leningen aan Fortis Holding (EUR 5,75 miljard). Er heeft zich een significante daling voorgedaan van de risicogewogen activa op 31 december 2009 ten opzichte van 31 december 2008. De daling van de kredietrisico’s is vooral te verklaren door de verkoop van een deel van de gestructureerde kredietportefeuille (SCI, de zogenaamde Portfolio Out) aan Royal Park Investment (RPI) op 12 mei 2009, in overeenstemming met het Avenant nr. 3 van de Protocole d’Accord (zie noot 18.4). Bovendien was er in de tweede helft van 2009 een neerwaartse trend van kredietrisico door de daling van de openstaande kredieten, welke slechts gedeeltelijk tenietgedaan is door een verdere vastgestelde achteruitgang op de gesecuritiseerde portefeuille. De daling van het marktrisico is een gevolg van de lagere volatiliteit in de financiële markten in 2009 en van de afname van de handelsvolumes gedurende het jaar. De daling in het operationele risico was ook toe te wijzen aan de verkoop van de gestructureerde kredietportefeuille, naast de herziening van de operationele evaluaties en de wijzigingen in de consolidatiekring gedurende het jaar. Volgens de Basel II-regelgeving, kunnen de kapitaalvereisten berekend volgens de geavanceerde Basel II berekeningen niet lager zijn dan 80% (2009) of 90% (2008) van de kapitaalvereisten berekend op basis van de Basel I-regelgeving. De Fortis Bank Basel II-kapitaalvereisten lagen in 2009 en in 2008 boven deze Basel I-grens, zodat er geen verdere aanpassingen nodig waren.
8.2. Doelstellingen kapitaalbeheer Fortis Bank beheert kapitaal en risico en houdt daarbij rekening met drie belangrijke invalshoeken ten aanzien van de solvabiliteit: de toezichteisen, ratings en economische afwegingen. Deze invalshoeken worden aangevuld met stresstesten om tot de externe solvabiliteit te verzekeren. Naast het wettelijk vereiste minimum (8% van de risicogewogen activa), heeft Fortis Bank haar doelstellingen ruim boven het wettelijk vereiste minimum geformuleerd ter voorkoming dat de wettelijke vereisten niet gehaald worden, ook tijdens moeilijke marktomstandigheden. Deze doelstellingen worden regelmatig herzien om rekening te houden met materiële veranderingen in de strategie of marktomstandigheden.
154
Toezicht en solvabiliteit
9. Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen Vergoedingen na uitdiensttreding zijn personeelsvoordelen, zoals pensioenen en ziektekostenvergoedingen, die worden uitgekeerd na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Andere langetermijnpersoneelsvoordelen zijn personeelsvoordelen die niet volledig betaalbaar zijn binnen de twaalf maanden na de periode waarin de medewerkers de betreffende dienst hebben verleend. Ontslagvergoedingen zijn personeelsvoordelen die betaalbaar zijn tengevolge van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever vóór de voorziene pensionering of als gevolg van het toekennen van voordelen om vrijwillig vervroegd vertrek aan te moedigen.
9.1. Vergoedingen na uitdiensttreding 9.1.1. Pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen en andere vergoedingen na uitdiensttreding Fortis Bank financiert pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen die voor het merendeel van de medewerkers gelden. De meeste van deze pensioenregelingen zijn niet meer toegankelijk voor nieuwe medewerkers. Een aantal regelingen wordt gedeeltelijk gefinancierd door de betaling van premies door medewerkers. De uitkeringen volgens deze regelingen worden berekend op basis van het aantal dienstjaren en het salarisniveau. De pensioenverplichtingen worden bepaald aan de hand van sterftecijfers, het personeelsverloop, de loonstijging en economische veronderstellingen met betrekking tot bijvoorbeeld de inflatie en het disconteringspercentage. Actuariële veronderstellingen, parameters en methoden werden aangepast om wijzigingen in de financiële en economische omgeving in aanmerking te nemen en om aansluiting te verkrijgen bij de veronderstellingen, parameters en methoden die door BNP Paribas worden gehanteerd. De verzekeringsmaatschappijen, waarbij Fortis Bank de pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen heeft ondergebracht zijn per 31 december 2009 zijn verbonden verzekeringsondernemingen. Om deze reden worden de aan deze pensioenregelingen gerelateerde beleggingen aangemerkt als niet-kwalificerende fondsbeleggingen en dienen deze beschouwd te worden als ‘restitutierechten’ overeenkomstig IAS 19. Dit betekent dat deze activa niet in mindering gebracht mogen worden op de verplichtingen voor plannen met vaste toezeggingen om de omvang van deze verplichtingen te bepalen, maar als afzondelijke activa onder de noemer ‘restitutierechten’ moeten worden opgenomen. Hierin komt het recht op restitutie van uitgaven (ter afwikkeling van de verplichtingen voor plannen met vaste toezeggingen) door de verbonden partij tot uitdrukking. Aangezien Fortis Bank en de verzekeringsondernemingen per 31 december 2008 geen verbonden ondernemingen waren, konden deze activa eind 2008 als fondsbeleggingen worden aangemerkt en derhalve in mindering worden gebracht op de verplichtingen inzake toegezegde pensioenrechten. Naast pensioenregelingen, omvatten de kosten van regelingen op basis van vaste toezeggingen ook andere vergoedingen na uitdiensttreding, zoals de vergoeding van een deel van de ziektekostenpremie, welke in stand blijven na de pensionering van medewerkers.
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
155
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedragen die per 31 december zijn opgenomen in de balans in verband met pensioenregelingen en andere vergoedingen na uitdiensttreding. De cijfers van 2008 zijn exclusief Fortis Bank Nederland (Holding) en haar dochterondernemingen, die verkocht zijn aan de Nederlandse overheid op 3 oktober 2008.
Pensioenplannen met vaste toezeggingen 2009
Contante waarde van gefinancierde verplichtingen
2008
2007
Overige vergoedingen na uitdiensttreding
2006
2009
2008
2007
2006
3.813
2.851
4.460
Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen
6
6
142
156
55
63
60
Verplichting voor plannen met vaste toezeggingen
3.819
2.857
4.602
4.815
55
63
60
Reële waarde van fondsbeleggingen
( 784 )
( 2.893 )
( 3.030 )
( 2.942 )
( 1.871 )
( 1.831 )
Reële waarde van de restitutierechten Netto verantwoorde toegezegde pensioenrechten Niet-verantwoorde actuariële winsten (verliezen) Niet-verantwoorde pensioenkosten van verstreken diensttijd Niet-verantwoorde activa door restricties
( 2.548 )
4.659
487
( 36 )
( 299 )
42
55
63
60
( 693 )
( 251 )
345
210
1
11
11
(2)
(1)
(8)
( 11 )
162
247
213
167
( 46 )
( 41 )
251
408
56
74
71
56
74
71
56
74
71
Overige bedragen verantwoord in de balans Netto verplichtingen (activa) voor plannen met vaste toezeggingen
Bedragen in de balans: Verplichtingen voor plannen met vaste toezeggingen Activa voor plannen met vaste toezeggingen Netto verplichtingen (activa) voor plannen met vaste toezeggingen
2.526
260
2.149
2.263
( 2.572 )
( 301 )
( 1.898 )
( 1.855 )
( 46 )
( 41 )
251
408
Verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten worden inbegrepen onder ‘Overlopende rente en overige verplichtingen’ (zie noot 31) terwijl activa inzake toegezegde pensioenrechten worden inbegrepen onder ‘Overlopende rente en overige activa’ (zie noot 22). De onderstaande tabel geeft een overzicht van de mutaties in de netto pensioenverplichtingen (activa) in de balans.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen
Netto verplichtingen (activa) voor plannen met vaste toezeggingen per 1 januari
na uitdiensttreding
2009
2008
2009
2008
( 41 )
251
74
( 270 )
( 73 )
Netto verplichtingen (activa) voor plannen met vaste toezeggingen van beëindigde activiteiten per 1 januari 2008 Wijzigingen in consolidatieperimeter Netto verplichtingen (activa) voor plannen met vaste toezeggingen per 1 januari
3 ( 41 )
Totale kosten voor plannen met vaste toezeggingen
156
117
Ontvangen bijdragen op fondsbeleggingen
( 33 )
( 34 )
( 112 )
( 113 )
(2)
(3)
Ontvangen bijdragen op de restitutierechten Uitkeringen direct betaald door de werkgever Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht
Netto verplichtingen (activa) voor plannen met vaste toezeggingen per 31 december
156
55
1
(2)
(1)
3 ( 15 )
Omrekeningsverschillen Overige
(1)
( 16 )
1
3
4 1 ( 46 )
( 41 )
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
56
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de mutaties in de verplichtingen voor plannen met vaste toezeggingen.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen 2009
Verplichting voor plannen met vaste toezeggingen per 1 januari
2.857
2008
na uitdiensttreding 2009
2008
4.602
63
( 1.952 )
( 62 )
(7)
(1)
Verplichting voor plannen met vaste toezeggingen van beëindigde activiteiten per 1 januari 2008 Wijzigingen in consolidatieperimeter Verplichting voor plannen met vaste toezeggingen per 1 januari Aan het boekjaar toegerekende pensioenkosten Bijdrage van deelnemers
2.857
2.643
107
100
9
12
2
Rentekosten
155
144
1
Actuariële verliezen (winsten) op de verplichting voor plannen met vaste toezeggingen
639
198
(1)
( 317 )
( 260 )
(2)
(3)
(2)
20
37
52
1
Bijdragen deelnemers Uitkeringen Uitkeringen direct betaald door de werkgever
(1)
Pensioenkosten van verstreken diensttijd - niet verworven rechten Pensioenkosten van verstreken diensttijd - verworven rechten Aan- en verkoop van dochterondernemingen Planinperkingen
60 (3)
Afwikkelingen
( 43 )
Overdracht
391
Omrekeningsverschillen
6
(3) 2
3
( 73 )
Overige Verplichting voor plannen met vaste toezeggingen per 31 december
3.819
2.857
55
Herbeoordeling van de verplichtingen uit hoofde van ziektekostenvergoedingen voor sommige categorieën werknemers en gepensioneerden in België leidde tot een toename met EUR 55 miljoen van de verplichting voor plannen met vaste toezeggingen. Dit had een negatief effect op de resultatenrekening. De stijging van de actuariële verliezen is hoofdzakelijk het gevolg van de wijziging van het disconteringspercentage (overheidsobligaties in plaats van bedrijfsobligaties voor de eurozone). De post Overdracht houdt verband met de herclassificatie van de Belgische en Zwitserse verplichtingen voor pensioenregelingen op basis van beschikbare premies met gegarandeerde rente, die nu worden aangemerkt als pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen.
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
157
De volgende tabel toont de mutaties in de reële waarde van de fondsbeleggingen.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen 2009
Reële waarde van fondsbeleggingen per 1 januari
2008
2.893
( 1.854 )
Wijzigingen in consolidatieperimeter
( 10 ) 2.893
1.166
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
82
89
Actuariële winsten (verliezen) op fondsbeleggingen
12
( 90 )
Bijdragen werkgevers
33
34
Bijdragen deelnemers
9
12
( 93 )
( 110 )
Uitkeringen Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht Afwikkelingen Omrekeningsverschillen
2008
3.030
Reële waarde van fondsbeleggingen van beëindigde activiteiten per 1 januari 2008
Reële waarde van fondsbeleggingen per 1 januari
na uitdiensttreding 2009
57 ( 273 ) ( 28 )
2
4
( 122 )
Overige Overdracht van de restitutierechten Reële waarde van fondsbeleggingen per 31 december
( 1.855 )
1.855
784
2.893
De post Overdracht van EUR (273) miljoen vloeit hoofdzakelijk voort uit de herkwalificatie van de fondsbeleggingen als restitutierechten voor een specifieke Belgische regeling, die voorheen waren ondergebracht bij een pensioenfonds maar sinds het jaareinde 2009 bij een verbonden verzekeringsonderneming. De volgende tabel toont de mutaties in de reële waarde van de restitutierechten.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen 2009
Reële waarde van de restitutierechten per 1 januari Overdracht van de restitutierechten
2008
2008
1.871 1.855
Verwacht rendement
76
101
Actuariële verliezen (winsten) op restitutierechten
39
( 79 )
112
113
( 224 )
( 150 )
Bijdragen werkgevers
na uitdiensttreding 2009
Bijdragen deelnemers Uitkeringen Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht
677
Omrekeningsverschillen Overige Afwikkelingen
13
Overdracht van de restitutierechten Reële waarde van de restitutierechten per 31 december
(1) ( 1.855 )
2.548
De post Overdracht van EUR 677 miljoen houdt verband met de herclassificatie van de Belgische en Zwitserse pensioenregelingen op basis van beschikbare premies met gegarandeerde rente, die nu worden aangemerkt als pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen. Daarnaast houdt deze deels verband met de herkwalificatie van de fondsbeleggingen als restitutierechten voor een specifieke Belgische regeling, die voorheen waren ondergebracht bij een pensioenfonds maar sinds het jaareinde 2009 bij een verbonden verzekeringsonderneming.
158
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
De volgende tabel toont het werkelijke rendement op de fondsbeleggingen en restitutierechten voor pensioenregelingen met vaste toezeggingen.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen 2009
Werkelijke rendement op fondsbeleggingen Werkelijke rendement op de restitutierechten
na uitdiensttreding
2008
94
(1)
114
22
2009
2008
De volgende tabel geeft een overzicht van de mutaties in het totaal van de niet-opgenomen actuariële winsten (verliezen).
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen
Niet-verantwoorde actuariële winsten (verliezen) per 1 januari
na uitdiensttreding
2009
2008
2009
2008
( 251 )
345
11
( 180 )
( 11 )
Niet-verantwoorde actuariële winsten (verliezen) van beëindigde activiteiten per 1 januari 2008 Niet-verantwoorde actuariële winsten (verliezen) per 1 januari
( 251 )
165
Actuariële winsten (verliezen) op de verplichting voor plannen met vaste toezeggingen
( 639 )
( 198 )
12
( 90 )
39
( 79 )
123
( 49 )
Actuariële winsten (verliezen) op fondsbeleggingen Actuariële winsten (verliezen) op de restitutierechten Verantwoorde verliezen (winsten) door restricties Planinperkingen
1
2
Afwikkelingen
11
2
(3)
Afschrijving op niet-verantwoorde actuariële verliezen (winsten) op de verplichting voor plannen met vaste toezeggingen
7
Afschrijving op niet-verantwoorde actuariële verliezen (winsten) op de restitutierechten
2
Afschrijving op niet-verantwoorde actuariële verliezen (winsten) op fondsbeleggigen
2
Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht
(1)
Omrekeningsverschillen
(2)
Overige
1
2
Niet-verantwoorde actuariële winsten (verliezen) per 31 december
( 693 )
( 251 )
1
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de mutaties in het totaal van de niet-verantwoorde activa door restricties.
Pensioenplannen met vaste toezeggingen
Niet-verantwoorde activa door restricties per 1 januari Verantwoorde winsten (verliezen) door restricties Impact van restricties in de resultatenrekening
2009
2008
247
213
( 123 )
49
38
31
Planinperkingen Afwikkelingen Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht Omrekeningsverschillen
( 46 )
Overige Niet-verantwoorde activa door restricties per 31 december
162
247
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
159
De volgende tabel geeft een overzicht van de mutaties in pensioenkosten van verstreken diensttijd.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen 2009
Niet-verantwoorde pensioenkosten van verstreken diensttijd per 1 januari
na uitdiensttreding
2008
1
2009
2008
8
Niet-verantwoorde pensioenkosten van verstreken diensttijd van beëindigde activiteiten per 1 januari 2008
(8)
Niet-verantwoorde pensioenkosten van verstreken diensttijd per 1 januari
1
Pensioenkosten van verstreken diensttijd - niet verworven rechten Afschrijving van vorige pensioenkosten Planinperkingen Afwikkelingen Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht
1
1
2
1
Overige Omrekeningsverschillen Niet-verantwoorde pensioenkosten van verstreken diensttijd per 31 december
Ervaringsaanpassingen zijn de actuariële winsten en verliezen die ontstaan door verschillen tussen de actuariële veronderstellingen aan het begin van het jaar en de werkelijke uitkomsten gedurende het jaar. De volgende tabel bevat informatie over de ervaringsaanpassingen met betrekking tot fondsbeleggingen, restitutierechten en verplichtingen voor plannen met vaste toezeggingen.
Pensioenplannen met vaste toezeggingen 2009
Ervaringsaanpassingen op fondsbeleggingen, winst (verlies) Als % van de fondsbeleggingen per 31 december Ervaringsaanpassingen op de restitutierechten, winst (verlies) Als % van de restitutierechten per 31 december
2008
2007
2006
( 14 )
( 156 )
( 104 )
( 42 )
( 1,79% )
(5,39%)
(3,43%)
(1,44%)
66 2,59%
( 20 )
( 29 )
(1,08%)
(0,47%)
Overige vergoedingen na uitdiensttreding 2009
2008
2007
2006
Ervaringsaanpassingen op de verplichting voor pensioenplannen met vaste toezeggingen (winst) verlies
( 125 )
101
77
118
4
42
Als % van de verplichting voor pensioenplannen met vaste toezeggingen per 31 december
160
( 3,27% )
3,54%
1,67%
2,31%
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
(5,62%)
9,52%
De volgende tabel geeft een overzicht van de componenten van de kosten die betrekking hebben op de pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen en overige uitkeringen na uitdiensttreding voor het jaar eindigend per 31 december.
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen
na uitdiensttreding
2009
2008
2009
Aan het boekjaar toegerekende pensioenkosten
107
100
2
Rentekosten
155
144
1
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
( 82 )
( 89 )
Verwacht rendement op restitutierechten
( 76 )
( 101 )
Pensioenkosten van verstreken diensttijd
20
37
7
(3)
2008
1
52
Afschrijving van vorige pensioenkosten Afschrijving op niet-verantwoorde actuariële verliezen (winsten)op de verplichting voor pensioenplannen met vaste toezeggingen Afschrijving op niet-verantwoorde actuariële verliezen (winsten)op fondsbeleggingen
2
Afschrijving op niet-verantwoorde actuariële verliezen (winsten)op restitutierechten
2
Impact van restricties in de resultatenrekening
38
31
Planinperkingen Afwikkelingen
( 17 )
Totale kosten voor pensioenplannen met vaste toezeggingen
156
(2) 117
55
1
De aan het boekjaar toegerekende pensioenkosten, pensioenkosten van verstreken diensttijd, afschrijving van vorige pensioenkosten, afschrijving van niet-verantwoorde verliezen (winsten) die van invloed zijn op de verplichtingen en de inperkingen en afwikkelingen worden inbegrepen in Personeelskosten (zie noot 43). Alle overige kosten in verband met toegezegde pensioenrechten worden inbegrepen in Rentelasten. De totale kosten in verband met toegezegde pensioenrechten omvatten personeelkosten en rentelasten. De volgende tabel geeft een overzicht van de voornaamste actuariële veronderstellingen op het einde van het jaar die zijn toegepast voor de landen in de eurozone.
Pensioenplannen met vaste toezeggingen 2009
Overige vergoedingen na uitdiensttreding
2008
2009
2008
Laag
Hoog
Laag
Hoog
Laag
Hoog
Laag
Hoog
Disconteringsvoet
3,15%
4,40%
4,45%
6,00%
4,35%
4,35%
4,80%
5,50%
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
3,90%
6,30%
3,25%
6,00%
Verwacht rendement op restitutierechten
3,25%
4,60%
Toekomstige salarisverhogingen (prijsinflatie inbegrepen)
1,80%
4,50%
2,00%
4,10%
3,50%
3,50%
Toekomstige pensioenverhogingen (prijsinflatie inbegrepen)
1,80%
2,20%
2,20%
2,20%
2,50%
2,50%
Evolutie medische kosten
4,20%
4,20%
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
161
De volgende tabel bevat de voornaamste actuariële veronderstellingen op het einde van het jaar die zijn toegepast voor de overige landen..
Pensioenplannen met vaste toezeggingen 2009 Laag
Hoog
Overige vergoedingen na uitdiensttreding
2008 Laag
2009
Hoog
Disconteringsvoet
2,00%
9,80%
6,30%
12,00%
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
2,00%
9,89%
6,15%
12,14%
Toekomstige salarisverhogingen (prijsinflatie inbegrepen)
2,00%
5,50%
4,90%
8,50%
Toekomstige pensioenverhogingen (prijsinflatie inbegrepen)
2,50%
5,50%
3,40%
5,50%
Evolutie medische kosten
6,60%
6,60%
5,50%
5,50%
Laag
2008
Hoog
Laag
Hoog
De eurozone vertegenwoordigt 86% van de totale uitkeringsverplichtingen van Fortis Bank. Onder overige landen vallen met name verplichtingen in Turkije en het Verenigd Koninkrijk. De overige uitkeringen na uitdiensttreding in landen buiten de eurozone worden niet als materieel beschouwd. Fortis Bank gebruikt overheidsobligaties als referentie voor het verwachte obligatierendement en voegt aan dat rendement een risicopremie toe voor bedrijfsobligaties, aandelen en onroerend goed. Fortis Bank heeft alleen in België en Turkije medische plannen met vaste toezeggingen. Per 31 december 2009 bedroegen de verplichtingen voor plannen met vaste toezeggingen EUR 132 miljoen (2008: EUR 46 miljoen). De Turkse medische plannen met vaste toezeggingen maken deel uit van Turkse pensioenregelingen met vaste toezeggingen. Een wijziging van de veronderstelde trendmatige ontwikkeling van de medische kosten met één procent zou het onderstaande effect hebben op de verplichting voor medische kosten en de totale kosten voor regelingen met vaste toezeggingen:
Een procent toename
Een procent afname
Impact op de verplichting voor plannen met vaste toezeggingen- medische kosten
( 22,80% )
17,3%
Impact op de totale kosten voor plannen met vaste toezeggingen - medische kosten
( 28,70% )
21,0%
De fondsbeleggingen en restitutierechten bestaan voornamelijk uit vastrentende effecten en beleggingscontracten die zijn afgesloten bij verzekeringsmaatschappijen. Volgens het interne beleggingsbeleid van Fortis Bank dienen voor de financiering van pensioenregelingen beleggingen in derivaten en opkomende markten te worden vermeden (met uitzondering van de Turkse pensioenregelingen). De samenstelling van de fondsbeleggingen is als volgt:
2009
2008
Aandelen
12%
10%
Obligaties
48%
73%
Verzekeringscontracten
2%
6%
Vastgoed
5%
1%
Converteerbare obligaties
1%
1%
Overige
3%
1%
30%
8%
Geldmiddelen
162
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
De samenstelling van de restitutierechten is als volgt:
2009
2008
Aandelen
2%
6%
Obligaties
62%
84%
Verzekeringscontracten
25%
9%
Vastgoed
0%
0%
Converteerbare obligaties
0%
0%
Overige
4%
0%
Geldmiddelen
7%
0%
De categorie Overige bestaat voornamelijk uit hypothecaire leningen en hoogrentende obligaties. Investeringen in hedge funds worden in beperkte mate gedaan. Derivaten worden uitsluitend toegepast om de blootstelling van pensioenplannen aan rentestandrisico te beperken. Ten behoeve van het beheer van de fondsbeleggingen voor pensioenregelingen hanteert Fortis Bank algemene richtlijnen voor de strategische activa-allocatie op basis van criteria als geografische spreiding en ratings. Om ervoor te zorgen dat de beleggingsstrategie in overeenstemming blijft met de structuur van de pensioenverplichtingen worden periodiek ‘Asset and Liability Management’-studies uitgevoerd. Op basis van deze richtlijnen en de uitkomsten van de studies wordt de activa-allocatie voor elke regeling per bedrijf vastgesteld. De pensioenplanbeleggingen omvatten geen financiële instrumenten uitgegeven door Fortis Bank. De reële waarde van planbeleggingen voor eigendommen gebruikt door Fortis Bank bedraagt EUR 26 miljoen. Naar verwachting zal Fortis Bank als werkgever in het komende boekjaar 2010 de volgende bijdragen betalen aan regelingen ten behoeve van uitkeringen na uitdiensttreding:
Verwachte bijdragen voor volgend jaar in fondsbeleggingen Verwachte bijdragen voor volgend jaar in restitutierechten
Pensioenplannen met
Overige vergoedingen
vaste toezeggingen
na uitdiensttreding
21 123
9.1.2. Pensioenregelingen op basis van beschikbare premies Fortis Bank financiert wereldwijd een aantal regelingen op basis van beschikbare premies. Bij dit type regelingen blijft de verplichting van de werkgever beperkt tot de uitkering van de vergoedingen die zijn berekend in overeenstemming met het reglement voor de regeling. In 2009 bedroegen de werkgeversbijdragen voor regelingen op basis van beschikbare premies EUR 50 miljoen (2008: EUR 56 miljoen). Deze bijdragen worden verantwoord als personeelskosten (zie noot 43).
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
163
9.2. Andere lange-termijn personeelsvoordelen De andere lange-termijn personeelsvoordelen bestaan uit verplichtingen van de werkgever tot het uitkeren van bijvoorbeeld jubileumpremies, uitkeringen bij langdurige arbeidsongeschiktheid en uitgestelde bonusregelingen. In onderstaande tabel is aangegeven welke verplichtingen met betrekking tot andere langetermijnpersoneelsvoordelen zijn opgenomen in de balans onder Overlopende rente en overige verplichtingen (zie noot 31).
2009
2008
Contante waarde van de verplichting
167
105
Reële waarde van fondsbeleggingen
( 35 )
Netto verplichtingen
132
(3) 102
De volgende tabel toont de mutaties gedurende het boekjaar in de verplichtingen inzake andere lange-termijn personeelsvoordelen.
2009
Netto verplichtingen per 1 januari
2008
102
112
Netto verplichtingen van beëindigde activiteiten per 1 januari 2008
( 22 )
Netto verplichtingen per 1 januari Totale lasten
102
90
31
30
( 22 )
( 16 )
Ontvangen bijdragen op fondsbeleggingen
(2)
Uitkeringen direct betaald door de werkgever Omrekeningsverschillen Aan- en verkoop van dochterondernemingen Overdracht
21
Overige Netto verplichtingen per 31 december
132
102
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de actuariële veronderstellingen die zijn gehanteerd voor het berekenen van de verplichtingen met betrekking tot andere lange-termijn personeelsvoordelen.
2009 Laag
164
Hoog
2008 Laag
Hoog
Disconteringsvoet
3,40%
4,30%
5,00%
5,25%
Salarisverhoging
3,00%
4,30%
3,40%
4,20%
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
De kosten van andere lange-termijn personeelsvoordelen worden hieronder getoond. De rentekosten zijn verantwoord als Rentelasten (zie noot 35) en de overige kosten zijn als Personeelskosten (zie noot 43) verantwoord.
Aan het boekjaar toegerekende pensioenkosten Rentekosten
2009
2008
15
19
2
2
10
9
Verwacht rendement op fondsbeleggingen Onmiddellijk verantwoorde netto actuariële verliezen (winsten) Onmiddellijk verantwoorde pensioenkosten van verstreken diensttijd
4
Verliezen (winsten) op planinperkingen of afwikkelingen Totale kosten
31
30
9.3. Ontslagvergoedingen De volgende tabel toont de mutaties gedurende het boekjaar in de verplichtingen inzake ontslagvergoedingen.
Netto verplichtingen per 1 januari Totale lasten Vergoeding betaald door de werkgever
2009
2008
262
166
41
173
( 79 )
( 78 )
Aan- en verkoop van dochterondernemingen Omrekeningsverschillen
(2)
Overdracht
( 11 )
Overige
2 1
Netto verplichtingen per 31 december
213
262
De kosten van 2008 betreffen voornamelijk ontslagvergoedingsvoorzieningen voor vervroegde vertrekken in België.
Vergoedingen na uitdiensttreding en andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen
165
10. Bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Executive Committee In 2009 bedroeg de totale bezoldiging aan huidige en voormalige (uitvoerende en niet-uitvoerend) leden van de raad van bestuur en leden van het Uitvoerend Comité, te betalen en betaald door Fortis Bank, met inbegrip van uitkeringen in natura en pensioenlasten, EUR 13.537.407 (totale beloning van de Raad van Bestuur bedroeg in 2008 EUR 8.018.118). De totale kosten omvatten ook betalingen met betrekking tot 2008. Voor uitvoerende bestuurders en de leden van het Uitvoerend Comité omvat dit bedrag zowel de bestuurdersvergoeding (alleen voor bestuurders) als compensatie, bonussen en voordelen in natura ontvangen in het kader van de huidige contracten. De onderstaande tabel toont afzonderlijk de totale vergoeding voor de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur en voor de uitvoerende leden van de Raad van Bestuur en de leden van het Uitvoerend Comité. De beloning van de CEO (Chief Executive Officer) is afzonderlijk vermeld.
Totaal
Niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur
2.273.736
Huidige uitvoerende leden van de Raad van Bestuur en de leden van het Uitvoerend Comité
6.491.781
Voormalige uitvoerende leden van de Raad van Bestuur en de leden van het Uitvoerend Comité
4.444.464
CEO Totale bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité
327.426 13.537.407
Het bedrag van de bezoldigingen van niet-uitvoerende bestuurders is geimpacteerd door de uitzonderlijke omstandigheden in 2009. (Talrijke vergaderingen van de Raad van Bestuur en Comités en hoog aantal bestuurders voor en na 14 mei 2009). Tevens werden de betalingsdatums gewijzigd in 2009 en de bezoldigingen van niet–uitvoerende bestuurders zijn nu betaald op kwartaalbasis. Bovendien, van het totale bedrag vermeld, heeft EUR 782.333 betrekking op 2008 maar werd betaald in 2009.
166
Bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Executive Committee
Vanaf het jaarverslag van 2010, worden de bezoldigingen van de Raad van Bestuur afzonderlijke toegelicht. De beloning van de CEO omvat de vergoeding aan Dhr. Dierckx voor de periode van 1 januari tot 14 mei 2009 voor een bedrag van EUR 291.801 en de beloning van Dhr. Bonnafé voor de periode van 14 mei tot het einde van het jaar voor een bedrag van EUR 35.625. De totale beloning van de leden van Raad van Bestuur en de leden van het Uitvoerend Comité kan nader worden gespecificeerd in de volgende categorieën:
Totaal
Korte - termijn personeelsvoordelen
7.768.547
Vergoedingen na uitdiensttreding
148.121
Overige lange - termijn personeelsvoordelen
1.102.661
Ontslagvergoedingen (*)
4.314.138
Op aandelen gebaseerde beloning
203.941
Totale bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité
13.537.407
(*) De ontslagvergoedingen betreffen drie voormalige leden van de Raad van Bestuur van Fortis Bank. Ze omvatten beëindigingsvergoedingen en eenmalige premies voor pensioenregelingen.
Voor alle uitvoerende bestuurders van de Raad van Bestuur en de leden van het Uitvoerend Comité wordt een korting van 33% toegepast op de targetbonus. Van de resterende 67% zal de helft daadwerkelijk worden uitbetaald in 2010 en de andere 50% zal worden uitgesteld tot 2011 en 2012. De betaling van het uitgestelde deel is voorwaardelijk. De prestatievoorwaarde voorbehouden aan de Raad van Bestuur voor de betaling van de resterende 50% van het bedrag is de winstgevendheid van de onderneming over 2010 en 2011. In 2009 werden geen opties en aandelen onder voorwaarden toegekend.
Bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Executive Committee
167
11. Auditkosten De vergoedingen betaald aan de bedrijfsrevisoren van Fortis Bank voor de jaren 2009 en 2008 kunnen worden onderverdeeld in: • vergoedingen voor controleopdrachten, hieronder zijn begrepen de vergoedingen voor het controleren van de statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen evenals kwartaalberichten en overige rapporteringen; • vergoedingen voor controlegerelateerde opdrachten, hieronder zijn begrepen vergoedingen voor werkzaamheden verricht in het kader van prospectussen, controleopdrachten die niet standaard zijn en adviezen niet gelinkt aan de statutaire controleopdracht; • vergoedingen voor belastingadviezen; en • overige niet-controlegerelateerde vergoedingen, dit betreft onder meer consultancyadvies over organisatorische zaken en management, vergoedingen voor deskundige diensten niet verbonden met de certificering van de jaarrekening en vergoedingen voor ondersteuning en advisering over overnames. De auditvergoedingen zijn als volgt te specificeren per 31 december:
2009 Totaal
2008 Totaal
Fortis Bank
Overige
Fortis Bank
Overige
Statutaire
Fortis Bank
Statutaire
Fortis Bank
Auditors
Auditors
Auditors
Auditors
Auditkosten
3
11
3
Controle-gerelateerde kosten
1
3
1
Belastingadvieskosten
1
1
5
24
Overige niet-controlegerelateerde kosten Totaal
10 3 1
9
6 4
20
Per 31 december 2009 zijn de statutaire bedrijfsrevisoren van Fortis Bank: • PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren BV CVBA; vertegenwoordigd door de heren Josy STEENWINCKEL en Roland JEANQUART. • Deloitte Bedrijfsrevisoren BV CVBA; vertegenwoordigd door de heren Philip MAEYAERT en Frank VERHAEGEN.
168
Auditkosten
12. Verbonden partijen Met Fortis Bank verbonden partijen Per 31 december 2009 zijn met Fortis Bank verbonden partijen: • partijen die zeggenschap of een belang hebben dat hen een aanzienlijke invloed geeft op Fortis Bank • partijen die worden beheerd door Fortis Bank • geassocieerde deelnemingen en joint ventures • andere verbonden entiteiten, zoals niet-geconsolideerde deelnemingen en pensioenfondsen • leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité van Fortis Bank • nauwe verwanten van de natuurlijke personen waar hierboven naar verwezen wordt • entiteiten waarover zeggenschap of invloed van betekenis uitgeoefend wordt door een van de individuen waar hierboven naar verwezen wordt . Gedurende het vierde kwartaal van 2008, werden 99,93% van de aandelen van Fortis Bank verworven door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). De FPIM is voor 100% eigendom van de Belgische overheid. Op 12 mei 2009 verkocht de FPIM 74,93% minus één aandeel van de aandelen Fortis Bank aan BNP Paribas, die nu de grootste aandeelhouder van Fortis Bank is. FPIM bezit nog 25% plus één aandeel van de aandelen van Fortis Bank. Dientengevolge zijn de volgende partijen ook verbonden met Fortis Bank per 31 december 2009: • BNP Paribas (en al haar dochterondernemingen), die directe zeggenschap uitoefent over Fortis Bank • FPIM, die een belang met een aanzienlijke invloed uitoefent op Fortis Bank • de Belgische overheid, die een indirecte aanzienlijke invloed over Fortis Bank uitoefent • andere instellingen onder gemeenschappelijke zeggenschap van de Belgische overheid (exclusief lokale, regionale en supranationale organisaties en andere lokale besturen en gemeenten). Rekening houdend met de diversiteit en het belangrijk aantal van openbare instellingen gerelateerd met de Belgische overheid was het onuitvoerbaar om alle transacties tussen deze instellingen te identificeren. Daarom zijn alleen de belangrijkste organisaties in aanmerking genomen. Transacties tussen Fortis Bank en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn met Fortis Bank, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden niet vermeld in deze toelichting.
Relaties met de Belgische overheid, de Nationale Bank van België (NBB) en de FPIM Fortis Bank neemt deel aan een aantal maatregelen die het verbeteren van de liquiditeit beogen en ressorteren onder de Nationale Bank van België. Per 31 December 2009 hield de FPIM voor EUR 145 miljoen (2008: EUR 5,2 miljard) deposito’s aan bij Fortis Bank. Fortis Bank houdt eveneens een significante investeringsportefeuille aan in Belgische overheidsobligaties en schatkistcertificaten.
Verbonden partijen
169
De transacties die werden aangegaan met de Belgische overheid, zijn per 31 december als volgt:
2009
2008
Activa Bedragen bij centrale banken
2.376
Obligaties
11.544
Derivaten
192
355
Vorderingen op klanten
926
3.277
Vorderingen op banken Overige
14.180
6.766 6.477
1.245
Verplichtingen Schulden aan klanten
71
5.283
Schulden aan banken
11.075
37.250
Derivaten
625
1.991
Overige
243
371
De Belgische Staat heeft een staatswaarborg gegeven op de RPN-rente (zie Toelichting 27. Achtergestelde schulden) die door Fortis wordt betaald ten voordele van Fortis Bank NV. Een deel van de portefeuille gestructureerde kredietinstrumenten die niet verkocht zijn aan Royal Park Investments NV (RPI) (de ‘Portfolio In’), voor een netto uitstaand bedrag van EUR 14,6 miljard op 31 december 2009, is door de Belgische Staat gewaarborgd tot een maximum verlies van EUR 1,5 miljard. De senior schuld van EUR 4,6 miljard, toegekend door Fortis Bank aan RPI in het kader van de financiering ervan, valt onder de waarborg van de Belgische Staat. Bovendien, de kredietfaciliteit van EUR 1 miljard, door Fortis Bank verstrekt aan Fortis in het kader van de financiering van de deelneming van Fortis aan RPI, is eveneens gewaarborgd door de Belgische Staat.
Relaties met instellingen gecontroleerd door de Belgische overheid en andere openbare instellingen Fortis Bank verleent financiële diensten aan verscheidene instellingen gecontroleerd door de Belgische overheid alsook aan andere verbonden partijen in het kader van haar bedrijfsvoering. Deze diensten zijn voornamelijk te situeren in het Public Banking segment (een deel van Merchant Banking) en vertegenwoordigen geen significant component van de netto-baten van Fortis Bank. De aangeboden diensten door Fortis Bank zijn onder meer kredietfaciliteiten, ‘global market’-producten, cash management, investeringsproducten op lange en korte termijn, enz. De transacties, die werden aangegaan met de meest significante instellingen onder controle van de Belgische overheid, zijn per 31 december als volgt:
2009
2008
Activa Obligaties
2
4
Derivaten
12
13
Vorderingen op klanten
34
60
1
2
23
45
Overige
Verplichtingen Schulden aan klanten Overige
Fortis Bank heeft eveneens garanties ontvangen van Ducroire/Delcredere, de publieke kredietverzekeraar voor exporttransacties. 170
Verbonden partijen
2
In het kader van een normale bedrijfsvoering gaat Fortis Bank transacties aan met instellingen, die gerelateerd zijn met de overheid. Deze transacties met dergelijke instellingen worden uitgevoerd door Fortis Bank in de context van dagdagelijkse bedrijfstransacties. Dergelijke transacties gebeuren aan marktconforme voorwaarden. Gezien de diversiteit en het volume van de transacties was het onuitvoerbaar om gekwantificeerde toelichtingen te bekomen per 31 december 2009.
Relaties met topmanagers Fortis Bank kan kredieten, leningen of bankgaranties toestaan binnen het kader van haar normale bedrijfsactiviteiten aan leden van de Raad van Bestuur van Fortis Bank of aan nauwe verwanten van hen. De uitstaande leningen, kredieten en bankgaranties toegestaan aan leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité van Fortis Bank of aan nauwe verwanten van hen bedroegen in totaal EUR 3,7 miljoen per 31 december 2009 (2008: 2,8 miljoen). De voorwaarden van deze transacties zijn aangegaan onder dezelfde commerciële en marktvoorwaarden die van kracht zijn voor nietverbonden partijen, inclusief werknemers van het bedrijf.
Meer informatie over de verloning van topmanagers wordt gegeven in toelichting 10, Bezoldiging van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Comité.
Relaties met andere verbonden partijen Fortis Bank gaat bij zijn bedrijfsvoering regelmatig transacties aan met andere verbonden partijen. Zulke transacties kunnen alle soorten transacties zijn en worden uitgevoerd tegen de commerciële en marktcondities die gehanteerd worden voor niet-verbonden partijen. Transacties met andere verbonden partijen omvatten transacties met: • geassocieerde deelnemingen en joint ventures • andere verbonden partijen omvatten gelieerde maatschappijen, zoals entiteiten van de BNP Paribas Groep, niet-geconsolideerde dochterondernemingen en pensioenfondsen en deze zijn exclusief de relaties met de Belgische overheid, de Nationale Bank van België, de instellingen gecontroleerd door de Belgische overheid en andere openbare instellingen.
2009 Geassocieerde
2008 Geassocieerde
deelnemingen
deelnemingen
en joint ventures
Overige
Totaal
en joint ventures
Overige
Totaal
Baten en lasten - verbonden partijen Rentebaten
95
4.241
4.336
29
29
Rentelasten
( 54 )
( 4.291 )
( 4.345 )
( 35 )
( 35 )
6
6
Commissiebaten
122
Gerealiseerde resultaten
( 31 )
Overige baten Commissielasten Operationele, administratieve en overige kosten
4
126
( 560 )
( 591 )
4
2
6
18
( 62 )
(8)
( 70 )
( 29 )
(8)
7
25 ( 29 )
(8)
2009 Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
2008 Geassocieerde deelnemingen
Overige
Totaal
en joint ventures
Overige
Totaal
Balans - verbonden partijen Activa Beleggingen in geassocieerde deelnemingen
97
97
129
13
Vorderingen op klanten
983
313
1.296
235
3
142
Vorderingen op banken
157
269
426
324
324
Overige activa
117
12.915
13.032
114
114
238
Verplichtingen Schulden aan klanten
1.702
131
1.833
72
Schulden aan banken
87
11.734
11.821
384
384
Schuldbewijzen, achtergestelde schulden en overige financieringen Overige verplichtingen
1
73
249
1.499
1.748
249
249
92
10.512
10.604
2
2
De bedragen in de kolom Overige betreffen hoofdzakelijk transacties met entiteiten binnen de BNP Paribas Groep.
Verbonden partijen
171
Ten opzichte van verbonden partijen zijn de volgende garanties en onherroepelijke en voorwaardelijke verplichtingen door Fortis Bank aangegaan: • EUR 43 miljoen inzake garanties welke aan verbonden partijen zijn afgegeven (2008: EUR 2 miljoen) • EUR 124 miljoen inzake garanties welke van verbonden partijen zijn verkregen (2008: EUR 103 miljoen) en • EUR 170 miljoen inzake onvoorwaardelijke en voorwaardelijke verplichtingen ten opzichte van verbonden partijen (2008: EUR 170 miljoen). De mutaties gedurende het jaar in de leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten aan en van verbonden partijen zijn per 31 december als volgt:
Vorderingen
Vorderingen
op banken
op klanten
2009
2008
2009
324
160
238
2008
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten per 1 januari
13.164
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen van beëindigde activiteiten per 1 januari
36
12.879
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten per 1 januari
324
124
238
1.062
285
Aan- en verkoop dochterondernemingen Toevoegingen of voorschotten
300
215
Terugbetalingen
( 17 )
( 15 )
Overige
(4)
105 ( 152 )
( 181 )
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten per 31 december
426
324
1.296
238
Schulden
Schulden
aan banken
aan klanten
2009
2008
2009
384
763
73
2008
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten per 1 januari
11.281
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen van beëindigde activiteiten per 1 januari
139
11.175
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten per 1 januari
384
624
73
106
Aan- en verkoop dochterondernemingen Toevoegingen of voorschotten Terugbetalingen
11.566 ( 129 )
Overige
148
9.044
647
( 389 )
( 7.284 )
( 679 )
1
(1)
Verbonden partijen - leningen, te ontvangen bedragen en voorschotten per 31 december
172
Verbonden partijen
11.821
384
1.833
73
13. Segmentinformatie 13.1. Algemene informatie In 2009 is IFRS 8 Operationele segmenten in werking getreden. Het basisprincipe van de nieuwe norm is dat Fortis Bank informatie moet verstrekken om gebruikers in staat te stellen om de aard en de financiële gevolgen van de bedrijfsactiviteiten die zij uitoefent en de economische omgeving waarin zij opereert te beoordelen. Deze nieuwe standaard introduceert een managementbenadering. In deze benadering is segmentinformatie vereist op het niveau van de componenten die de eindverantwoordelijken voor het nemen van operationele beslissingen en het monitoren van deze beslissingen nodig hebben. Per jaareinde van 2009 zijn de operationele segmenten gerapporteerd aan het Uitvoerend Comité van Fortis Bank op basis van IFRS opgenomen in de segmentinformatie: • Retail Banking; • Asset Management; • Private Banking; en • Merchant Banking. Andere activiteiten en eliminatieverschillen worden afzonderlijk gerapporteerd. De segmentrapportage van Fortis Bank reflecteert de volledige economische bijdrage van de businesses van Fortis Bank. Het doel van deze rapportering is het direct alloceren van alle balans- en resultatenrekeningposten aan de businesses die hiervoor de volledige managementverantwoordelijkheid hebben. De segmentinformatie wordt opgesteld in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving zoals gebruikt voor het opstellen van de Fortis Bank Geconsolideerde Jaarrekening (zie hiervoor toelichting 1 Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving) en door het gebruiken van toepasselijke allocatieregels. Transacties tussen de verschillende businesses vinden plaats tegen marktconforme voorwaarden. Opgemerkt moet worden dat vanaf 2010 als gevolg van de organisatorische beginselen die zijn ingevoerd met het nieuwe industriële plan van Fortis Bank, het governance model in overeenstemming wordt gebracht met het model van BNP Paribas. Dit leidt met ingang van 2010 tot de volgende operationele segmenten: • Retail and Private Banking; • Corporate and Public Banking; • Corporate and Investment Banking; • Investment Solutions. In de segmentinformatie over 2009 is de financiële informatie over de beëindigde bedrijfsactiviteiten opgenomen in dezelfde individuele rubrieken als de continue bedrijfsactiviteiten.
Segmentinformatie
173
13.2. Operationele segmenten Retail Banking
Merchant Banking bestaat uit verscheidene business lines: Commercial Banking, Corporate & Public Banking, Energy, Commodities & Transportation, Investment Banking, Specialised Finance Services en Markets.
Retail Banking biedt financiële diensten aan particulieren, zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen en kleine ondernemingen. Retail Banking biedt via verschillende distributiekanalen een volledig pakket van diensten en advies aan een duidelijk gesegmenteerd klantenbestand op het gebied van het dagelijkse bankzaken, sparen, beleggen, lenen en verzekeringen.
Other banking
Asset Management
Allocatieregels
Fortis Investments (FIM) is de vermogensbeheerder van Fortis Bank. Als klantgerichte organisatie worden internationale beleggingsoplossingen aangeboden, en wordt ook voorzien in de wensen en behoeften van lokale institutionele, wholesale- en retailbeleggers. Als een gediversifieerde vermogensbeheerder wordt door middel van een oplossingsgerichte benadering aan de vermogensbeheerteams de ruimte en de middelen gegeven om beleggingsideeën en –mogelijkheden in elke markt en elke vermogenscategorie te onderzoeken.
De segmentrapportering voor de banksegmenten vindt plaats op basis van balansallocatieregels, inclusief ‘squaring’-mechanismen, een fondsentransferprijssysteem en doorbelasting van ondersteunings- en operationele kosten en overhead. De balansallocatie en squaring methodologie heeft tot doel om de informatie op zodanige wijze te rapporteren dat het businessmodel van Fortis Bank wordt gereflecteerd.
Private Banking Private Banking biedt aan binnenlandse en buitenlandse vermogende particulieren, hun bedrijven en hun adviseurs geïntegreerde en internationale oplossingen voor het beheer van activa en verplichtingen.
Merchant Banking Merchant Banking is de groothandelsbank van Fortis Bank. Mechant Banking biedt een ruime waaier aan oplossingen en diensten voor ondernemingen die deskundig advies nodig hebben over langetermijnfinancieringen, over transacties en kasbeheer, over investerings- en risicobeheer, bedrijfs- en strategisch beheer en over financiering met eigen kapitaal. Daarnaast levert Merchant Banking ook diensten van hoge kwaliteit aan middelgrote en grote ondernemingen met betrekking tot hun verfijnde financiële marktbehoeften, klantenkennis, deskundig advies over producten en toegewijd netwerkmanagement. Merchant Banking specialiseert zich op het gebied van niches, van energie en grondstoffen, transport, globale export en projectfinanciering, bedrijfsbankieren en commercieel bankieren tot gestructureerde producten voor institutionele beleggers.
174
Segmentinformatie
In het segment Overige worden de dienstverlenende afdelingen en Asset and Liability Management (ALM) evenals diverse balansposten en gealloceerde kosten en opbrengsten verantwoord. De betreffende cijfers worden gerapporteerd na allocatie aan de hiervoor genoemde business segmenten.
In het business model van Fortis Bank dragen de segmenten niet het rente- en vreemdevalutarisico door het financieren van hun eigen activa met eigen verplichtingen of door het hebben van directe toegang tot de financiële markten. Het rente- en valutarisico wordt namelijk overgedragen van de segmenten naar de centrale interne bankiers. Dit wordt gereflecteerd in het fondsentransferprijssysteem. Een centrale rol in dit systeem is toebedeeld aan ‘Asset and Liability Management’ (ALM). De resultaten van ALM worden gealloceerd naar de segmenten op basis van het gebruikte gereglementeerde kapitaal en de rentemarge die door het segment wordt gegenereerd. De dienstverlenende afdelingen verlenen ondersteuning aan de segmenten. In deze diensten zijn personeelszaken en informatietechnologie begrepen. De kosten en opbrengsten van deze afdelingen worden toegerekend aan de segmenten via een allocatiesysteem dat is gebaseerd op overeenkomsten van dienstverlening (SLA’s) die de economische consumptie weergeven van de producten en diensten. SLA’s voorzien erin dat baten en lasten worden toegerekend op basis van werkelijke afname tegen een vast tarief. Eventuele verschillen tussen de werkelijke en doorbelaste kosten worden alsnog toegerekend aan de segmenten.
13.3. Balans per operationeel segment 31 december 2009 Retail
Asset
Private
Merchant
Banking
Management
Banking
Banking
Overige
Eliminaties
Totaal
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
816
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
1.412
1.353
21.537
1.185
13
39
56.406
483
1.370
27.673
( 1.114 )
55.827
Vorderingen op banken
2.173
2.302
208
63.600
19.491
( 68.523 )
19.251
Vorderingen op klanten
98.580
8
14.031
231.030
88.163
( 253.475 )
178.337
3.546
14
19
12.739
48.084
( 587 )
63.815
1
162
Beleggingen: - Tot einde looptijd aangehouden - Voor verkoop beschikbaar
3.439
3.439
- Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening - Geclassificeerd als leningen en vorderingen - Vastgoedbeleggingen - Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
Overige vorderingen Materiële vaste activa Goodwill en overige immateriële vaste activa Actuele en uitgestelde belastingen
2 69
123
639
1.920
( 465 )
2.257
6.648
30.342
( 13.759 )
23.231
( 45 )
631
105
203
1.574
693 1.969
3.616
299
21
20.860
85.464
( 14.856 )
95.404
6
169
7
2.269
537
( 272 )
2.716
11
47
23
515
3.016
( 1.465 )
2.147
263
1.466
8
57
74
( 33 )
1.835
113
162
36
1.066
6.281
( 3.354 )
4.304
1.118
108
108
46.112
8.479
( 8.381 )
47.544
106.696
5.986
15.834
443.452
213.173
( 350.103 )
435.038
1
36
54.672
263
( 605 )
54.367
Schulden aan banken
4.638
1.765
1.757
108.310
39.817
( 93.479 )
62.808
Schulden aan klanten
98.930
810
13.923
210.071
101.085
( 233.634 )
191.185
54
Overlopende rente en overige activa Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Totaal activa
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
40.157
20.290
( 2.124 )
59.115
Achtergestelde schulden
Schuldbewijzen
39
4.392
11.936
( 401 )
15.966
Overige financieringen
63
448
416
( 359 )
568
587
1.094
( 744 )
1.229
Voorzieningen Actuele en uitgestelde belastingen Overlopende rente en overige verplichtingen
738
152
99
41
43
20
4
66
337
( 42 )
428
2.093
3.291
19
24.749
19.482
( 18.715 )
30.919
106.696
5.986
15.834
443.452
194.720
( 350.103 )
416.585
Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop Totaal verplichtingen
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
15.459
Minderheidsbelangen Eigen vermogen
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
106.696
5.986
8
Vorderingen op externe klanten
27.363
Vorderingen op interne klanten
71.217
Vorderingen op klanten
98.580
Schulden aan externe klanten
74.881
Schulden aan interne klanten
24.049
Schulden aan klanten
98.930
15.834
443.452
15.459
2.994
2.994
18.453
18.453
213.173
( 350.103 )
5.608
114.976
30.382
8.423
116.054
57.781
( 253.475 )
8
14.031
231.030
88.163
( 253.475 )
810
9.515
96.185
9.794
4.408
113.886
91.291
( 233.634 )
13.923
210.071
101.085
( 233.634 )
810
435.038
178.337
178.337
191.185
191.185
Segmentinformatie
175
31 december 2008 Retail
Asset
Private
Merchant
Banking
Management
Banking
Banking
Overige
Eliminaties
Totaal
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
818
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
3.532
471
18.493
2.359
( 3.029 )
22.644
14
63
88.751
250
( 646 )
88.432
Vorderingen op banken
1.220
2.309
147
123.689
24.915
( 105.237 )
47.043
Vorderingen op klanten
99.292
5
12.825
271.149
91.036
( 258.677 )
215.630
119
25
7
39.862
61.744
( 563 )
101.194
1
168
2.407
798
( 546 )
2.828
613
103
( 44 )
175
36
225
Beleggingen: - Tot einde looptijd aangehouden - Voor verkoop beschikbaar - Tegen reële waarde met waardeveranderingen in -
3.851
3.851
de resultatenrekening - Vastgoedbeleggingen - Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
Overige vorderingen Materiële vaste activa Goodwill en overige immateriële vaste activa Actuele en uitgestelde belastingen
672 436
295
229
7
43.107
66.496
( 1.153 )
108.981
4
202
19
5.131
998
( 674 )
5.680
28
46
26
631
3.052
( 1.502 )
2.281
271
1.493
8
148
137
( 65 )
1.992
50
126
20
311
3.713
( 1.766 )
2.454
607
126
48
87.159
8.950
( 5.988 )
90.902
102.585
8.815
13.634
638.574
201.906
( 378.737 )
586.777
2
83
86.331
198
( 305 )
86.309
Schulden aan banken
3.518
2.102
1.845
200.330
46.049
( 119.927 )
133.917
Schulden aan klanten
97.379
2.611
11.618
266.970
84.714
( 245.477 )
217.815
74
31.756
19.330
( 1.750 )
49.617
3.924
18.588
( 776 )
21.932
378
639
( 458 )
565
807
660
( 404 )
1.331
Overlopende rente en overige activa Vaste activa aangehouden voor verkoop enbeëindigde bedrijfsactiviteiten Totaal activa
733
5
738
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
Schuldbewijzen Achtergestelde schulden Overige financieringen Voorzieningen Actuele en uitgestelde belastingen Overlopende rente en overige verplichtingen
207 29
167
6 115
66
24
96
1.307
3.666
Verplichtingen met betrekking tot vaste activa -
87 12 ( 85 )
215
283
( 105 )
525
47.863
16.302
( 9.535 )
59.518
105
105
aangehouden voor verkoop Totaal verplichtingen
102.585
8.815
13.634
638.574
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
Eigen vermogen
176
( 378.737 )
12.363
Minderheidsbelangen
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
186.763
12.363
2.780
2.780
15.143
15.143
102.585
8.815
13.634
638.574
201.906
( 378.737 )
5
6.756
150.824
22.856
6.069
120.325
68.180
( 258.677 ) ( 258.677 )
Vorderingen op externe klanten
35.189
Vorderingen op interne klanten
64.103
Vorderingen op klanten
99.292
5
12.825
271.149
91.036
2.611
7.099
131.378
11.398
4.519
135.592
73.316
( 245.477 )
11.618
266.970
84.714
( 245.477 )
Schulden aan externe klanten
65.329
Schulden aan interne klanten
32.050
Schulden aan klanten
97.379
Segmentinformatie
2.611
571.634
586.777
215.630
215.630
217.815
217.815
13.4. Resultatenrekeningen per operationeel segment 31 december 2009 Retail
Asset
Private
Merchant
Banking
Management
Banking
Banking
Overige bankbedrijf
Totaal Eliminaties
Bankbedrijf
Baten Rentebaten
6.282
360
57.741
8.167
( 16.298 )
56.252
Rentelasten
( 4.235 )
( 61 )
( 238 )
( 55.272 )
( 8.069 )
16.298
( 51.577 )
Rentemarge
2.047
( 61 )
122
2.469
98
4.675
Commissiebaten
966
1.269
254
801
91
( 308 )
3.073
Commissielasten
( 242 )
( 676 )
( 34 )
( 371 )
( 72 )
308
( 1.087 )
724
593
220
430
19
deelnemingen en joint ventures en overige beleggingsbaten
16
20
1
83
Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen
(1)
8
Overige gerealiserde en ongerealiseerde winsten en verliezen
20
1
Commissiebaten, netto
1.986
Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde -
Overige baten Gealloceerde opbrengsten Totale baten na aftrek van interestlasten
52
(1)
171
( 163 )
1
167
( 39 )
383
( 39 )
7.443
54 9
299
61
60
52
19
179
112
174
3
17
98
( 292 )
3.040
616
388
3.558
( 120 )
( 265 )
( 75 )
( 2.737 )
( 694 )
351
313
821
( 814 )
( 966 )
( 259 )
( 156 )
( 917 )
( 766 )
( 24 )
( 60 )
(9)
( 100 )
( 242 )
( 306 )
( 252 )
( 79 )
( 609 )
( 1.019 )
39
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
( 479 )
Nettobaten
2.561
( 4.250 ) ( 39 )
3.193
Lasten Personeelskosten Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa Overige lasten
( 3.064 ) ( 435 ) ( 2.226 )
Gealloceerde lasten
( 1.129 )
( 10 )
( 141 )
( 456 )
1.737
(1)
Totale lasten
( 2.425 )
( 581 )
( 385 )
( 2.082 )
( 290 )
38
( 5.725 )
( 230 )
( 72 )
( 1.261 )
( 1.104 )
(1)
( 2.532 )
1.686
Winst voor belastingen
136
Winstbelastingen
( 92 )
32
16
44
( 198 )
( 56 )
425
( 924 )
(1)
( 710 )
44
( 198 )
( 56 )
425
( 924 )
(1)
( 710 )
44
( 199 )
( 43 )
426
(1)
( 665 )
Nettowinst over de periode
180
1.822
Nettowinst op beëindigde bedrijfsactiviteiten Nettowinst voor minderheidsbelangen
Nettowinst toewijsbaar aan de minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
Netto baten van externe klanten
1
957
( 13 )
(1)
( 32 ) ( 892 )
( 45 )
406
226
( 121 )
1.725
Netto baten intern
1.604
( 55 )
87
942
( 2.539 )
( 39 )
3.193
Netto baten
2.561
351
313
821
( 814 )
( 39 )
3.193
Segmentinformatie
177
31 december 2008 Retail
Asset
Private
Merchant
Banking
Management
Banking
Banking
Overige bankbedrijf
Totaal Eliminaties
Bankbedrijf
Baten Rentebaten
9.543
( 23 )
737
117.262
15.731
( 39.780 )
103.470
Rentelasten
( 7.416 )
( 102 )
( 617 )
( 115.426 )
( 15.727 )
39.781
( 99.507 )
Rentemarge
2.127
( 125 )
120
1.836
4
1
3.963
Commissiebaten
866
1.166
305
1.054
81
( 97 )
3.375
Commissielasten
11
( 626 )
( 27 )
( 504 )
( 117 )
96
( 1.167 )
877
540
278
550
( 36 )
(1)
2.208
deelnemingen en joint ventures en overige beleggingsbaten
19
10
Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen
47
Overige gerealiserde en ongerealiseerde winsten en verliezen
40
(3)
16
Overige baten
55
27
16
173
76
10
102
( 236 )
455
1.184
( 339 )
Commissiebaten, netto
Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde-
Gealloceerde opbrengsten Totale baten na aftrek van interestlasten
124 3.289
449
( 1.338 )
8
115
129
281
7
100
( 432 )
( 278 )
( 1.692 )
156
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
( 390 )
( 67 )
( 7.847 )
( 410 )
Nettobaten
2.899
( 889 )
388
( 6.663 )
( 749 )
( 1.099 )
( 250 )
( 166 )
( 1.112 )
( 746 )
( 29 )
( 64 )
( 12 )
( 106 )
( 247 )
( 313 )
( 255 )
( 156 )
( 573 )
( 1.088 ) 1.876
( 1.483 ) ( 26 )
321
( 26 )
5.012
( 10.052 ) ( 26 )
( 5.040 )
Lasten Personeelskosten Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa Overige lasten
( 3.373 ) ( 458 ) 24
( 2.361 )
Gealloceerde lasten
( 1.223 )
(9)
( 154 )
( 490 )
Totale lasten
( 2.664 )
( 578 )
( 488 )
( 2.281 )
( 205 )
24
( 6.192 )
( 1.467 )
( 100 )
( 8.944 )
( 954 )
(2)
( 11.232 )
(2)
( 11.416 )
Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst over de periode
235 ( 239 ) (4)
Nettowinst op beëindigde bedrijfsactiviteiten
Nettowinst (verlies) voor minderheidsbelangen
( 1.362 )
28 ( 72 )
( 830 ) ( 9.774 )
( 709 )
(4)
( 2.071 )
(4)
( 2.084 )
Nettowinst toewijsbaar aan de minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
105
752 ( 202 )
( 184 )
( 8.418 )
( 72 )
( 9.774 )
( 72 )
( 9.773 )
( 8.621 )
13
(1)
( 8.620 )
( 9.127 )
(2)
( 20.543 )
(2)
( 20.556 )
1
13
Netto baten van externe klanten
1.123
( 779 )
220
( 5.122 )
( 482 )
Netto baten intern
1.776
( 110 )
168
( 1.541 )
( 267 )
( 26 )
Netto baten
2.899
( 889 )
388
( 6.663 )
( 749 )
( 26 )
178
Segmentinformatie
( 5.040 )
( 5.040 )
13.5. Geografische segmentatie De activiteiten van de Fortis Bank groep worden wereldwijd aangestuurd. In de volgende tabel worden de financiële kerngegevens per regio weergegeven, gebaseerd op de plaats van vestiging van de Fortis Bank maatschappij die de transactie is aangegaan.
Netto
Totale
Aantal
Totale
Vaste
winst
baten
werknemers
activa
activa
31 december 2009 Benelux Overige Europese landen Noord Amerika Azië Overige landen Totaal
274
52.245
19.987
365.196
3.209
( 886 )
1.781
12.343
42.746
457
( 83 )
518
563
17.240
456
27
68
985
9.904
1
3
7
40
54.619
33.917
( 665 )
( 48 ) 435.038
4.123
Netto
Totale
Aantal
Totaal
Vaste
winst
baten
werknemers
activa
activa
31 december 2008 Benelux Overige Europese landen Noord Amerika
( 16.893 )
93.329
20.945
467.802
3.099
( 934 )
6.818
13.863
66.480
853
( 2.809 )
3.115
995
39.697
712 43
Azië
69
2.399
1.275
12.709
Overige landen
11
25
82
89
1
105.686
37.160
586.777
4.708
Totaal
( 20.556 )
Segmentinformatie
179
180
Segmentinformatie
Toelichting op de balans
181
Geconsolideerde balans (voor winstbestemming) 31 december 2009
31 december 2009
31 december 2008
beëindigde bedrijfsactiviteiten afzonderlijk in de toelichting vermeld (1) Noot Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
14
22.605
27.673
22.644
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
15
51.955
55.827
88.432
Vorderingen op banken
16
17.648
19.251
47.043
Vorderingen op klanten
17
143.335
178.337
215.630
Beleggingen:
18
- Tot einde looptijd aangehouden - Voor verkoop beschikbaar - Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening - Geherclassificeerd als leningen en vorderingen - Vastgoedbeleggingen - Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
3.439
3.439
3.851
62.536
63.815
101.194
1.991
2.257
2.828
23.220
23.231
681
693
1.771
1.969
672 436
93.638
95.404
108.981 5.680
Overige vorderingen
19
2.247
2.716
Materiële vaste activa
20
2.003
2.147
2.281
Goodwill en overige immateriële vaste activa
21
349
1.835
1.992
Actuele en uitgestelde belastingen
30
3.693
4.304
2.454
Overlopende rente en overige activa
22
45.740
47.544
90.902
435.038
435.038
586.777
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4, 23
Totaal activa
51.825
738
Verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
15
51.246
54.367
86.309
Schulden aan banken
24
55.179
62.808
133.917
Schulden aan klanten
25
170.779
191.185
217.815
Schuldbewijzen
26
50.577
59.115
49.617
Achtergestelde schulden
27
15.961
15.966
21.932
Overige financieringen
28
556
568
565
Voorzieningen
29
1.034
1.229
1.331
Actuele en uitgestelde belastingen
30
354
428
525
Overlopende rente en overige verplichtingen
31
28.595
30.919
59.518
416.585
416.585
571.634
12.363
Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop
4, 23
Totaal verplichtingen
42.304
105
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
5
15.459
15.459
Minderheidsbelangen
6
2.994
2.994
2.780
18.453
18.453
15.143
435.038
435.038
586.777
Eigen vermogen
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
(1) De lijnen in de kolom ‘beëindigde bedrijfsactiviteiten afzonderlijk vermeld’ bevatten geen activa en verplichtingen betreffende beëindigde bedrijfsactiviteiten, die zijn immers gegroepeerd op de lijn ‘Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop’.
182
Geconsolideerde balans
14. Geldmiddelen en kasequivalenten Onder geldmiddelen en kasequivalenten zijn begrepen direct beschikbare kasgelden, vrij beschikbare tegoeden bij Centrale Banken alsmede andere financiële instrumenten met een looptijd van minder dan drie maanden, na de datum van verkrijging. De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan per 31 december uit:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Geldmiddelen
528
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
550
673
Bedragen bij centrale banken anders dan verplichte reservedeposito'somzetbaar in geldmiddelen Vorderingen op banken
385
512
457
21.673
26.299
19.482
24
317
1.766
22.610
27.678
22.647
Vorderingen op klanten, rekeningen-courant Overige Totaal
269
Minus bijzondere waardeverminderingen: - Specifieke bijzondere waardeverminderingen - Collectieve bijzondere waardeverminderingen Totaal geldmiddelen en kasequivalenten
(5) 22.605
(5) 27.673
(3) 22.644
De gemiddelde boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten bedroeg voor 2009 EUR 26.888 miljoen (2008: EUR 25.179 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg voor 2009 0,87% (2008: 3,30%).
Geldmiddelen en kasequivalenten
183
15. Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 15.1. Activa aangehouden voor handelsdoeleinden De activa aangehouden voor handelsdoeleinden zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Handelsportefeuille effecten: Kortlopend overheidspapier en gelijkgestelde papieren
2.376
2.587
1.205
- Overheidsobligaties
4.355
4.373
5.721
- Obligaties uitgegeven door ondernemingen
1.457
1.701
3.068
69
69
682
395
441
5.167
8.652
9.171
15.843
42.935
46.116
71.280
361
488
855
43.296
46.604
72.135
Obligaties:
- Gestructureerde kredietinstrumenten Aandelen Totaal portefeuille aangehouden voor handelsdoeleinden
Afgeleide financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden Niet op een beurs verhandeld (OTC) Op een beurs verhandeld Totaal afgeleide financiële instrumenten
Goederen aangehouden voor handelsdoeleinden Overige activa aangehouden voor handelsdoeleinden Totaal activa aangehouden voor handelsdoeleinden
43
55
7
9
399
51.955
55.827
88.432
De significante afname in gestructureerde kredietinstrumenten tussen 31 december 2008 en 31 december 2009 is primair toe te schrijven aan de verkoop van een deel van de gestructureerde kredietportefeuille aan Royal Park Investments, een SPV (special purpose vehicle) dat op 20 november 2008 werd opgericht. Nadere bijzonderheden over de verkooptransactie zijn opgenomen in toelichting 18.4 ‘Gestructureerde kredietinstrumenten’. Daarnaast werd een deel van de gestructureerde kredietportefeuille in 2009 geherclassificeerd van activa aangehouden voor handelsdoeleinden naar beleggingen aangemerkt als leningen en vorderingen. Meer details over deze herclassificatie zijn opgenomen in toelichting 18.5 ‘Beleggingen geherrubriceerd als leningen en vorderingen’. De opmerkelijke daling in de afgeleide financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden is veroorzaakt door een daling van de reële waarde van de derivaten en een vermindering van het aantal derivatenposities. Per 31 december 2009 is van de activa aangehouden voor handelsdoeleinden EUR 7.481 miljoen (2008: EUR 27.105 miljoen) in onderpand gegeven voor verplichtingen. Nadere informatie over de afgeleide financiële instrumenten is opgenomen in noot 32.
184
Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
15.2. Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden De verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Shortpositie effecten
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
6.411
6.433
10.730
44.618
47.674
74.863
186
229
706
44.804
47.903
75.569
Afgeleide financiële instrumenten Niet op een beurs verhandeld (OTC) Op een beurs verhandeld Totaal afgeleide financiële instrumenten voor handelsdoeleinden Overige verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Totaal verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
31
31
10
51.246
54.367
86.309
Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
185
16. Vorderingen op banken De vorderingen op banken zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Rentedragende deposito's
2.350
2.365
Leningen en voorschotten
2.672
4.113
17.968 8.566
Omgekeerde terugkoopovereenkomsten
9.320
9.320
14.895
3.418
3.536
2.994
Effectenleentransacties
2.271
Verplicht aangehouden reserves bij centrale banken Overige Totaal
255
500
648
18.015
19.834
47.342
Minus bijzondere waardeverminderingen: - Specifieke bijzondere waardeverminderingen
( 349 )
( 563 )
- Collectieve bijzondere waardeverminderingen
( 18 )
( 20 )
Totaal vorderingen op banken
17.648
( 281 ) ( 18 )
19.251
47.043
De specifieke en collectieve bijzondere waardeverminderingen op kredietverbintenissen met banken waren lager dan EUR 1 miljoen op 31 december 2009 en 2008. De gemiddeld gedurende het jaar uitstaande Vorderingen op banken bedroeg voor 2009 EUR 32.339 miljoen (2008: EUR 114.121 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg 1,78% over 2009 (2008: 6,80%). In het kader van het monetaire beleid moeten de bankonderdelen verplicht bedragen op deposito zetten bij de centrale banken in de landen waar Fortis Bank actief is. Samen met het bedrag dat onder Geldmiddelen en kasequivalenten is verantwoord, bedraagt het totale tegoed dat bij centrale banken wordt aangehouden EUR 4.049 miljoen op het einde van 2009 (2008: EUR 3.451 miljoen). Het gedurende 2009 gemiddeld uitstaande tegoed bij centrale banken (Geldmiddelen en kasequivalenten en Vorderingen op banken) bedroeg EUR 3.498 miljoen (2008: EUR 6.223 miljoen).
Bijzondere waardeverminderingen van Vorderingen op banken Het verloop van de bijzondere waardeverminderingen van vorderingen op banken is als volgt:
2009
2008
Specifieke
Collectieve
Specifieke
Collectieve
bijzondere
bijzondere
bijzondere
bijzondere
waarde-
waarde-
waarde-
waarde-
verminderingen
verminderingen
verminderingen
verminderingen
Balans per 1 januari
281
18
12
5
Toename bijzondere waardeverminderingen
863
15
576
15
( 755 )
( 13 )
( 485 )
(2)
Vrijval bijzondere waardeverminderingen Afschrijvingen van oninbare leningen
( 93 )
( 52 )
Omrekeningsverschillen en overige aanpassingen
267
Balans per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop
563
20
230
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
214
2
Balans per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
349
18
281
In noot 7 ‘Risicobeheer’ zijn de details van specifieke bijzondere waardeverminderingen en collectieve bijzondere waardeverminderingen nader beschreven.
186
Vorderingen op banken
18
17. Vorderingen op klanten De vorderingen op klanten zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten Overheid en officiële instellingen Hypothecaire leningen Leningen aan particulieren
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
3.804
4.283
4.155
34.217
36.166
34.006
7.137
7.360
7.057
Leningen aan ondernemingen
67.810
96.365
114.872
Omgekeerde terugkoopovereenkomsten
20.717
24.882
36.274
Effectenleentransacties Financiële leasevorderingen Factoring Overige leningen
10.804
Reële waarde aanpassingen ten gevolge van hedge accounting Totaal
6.576
10.952
12.187
1
1
1
83
605
797
110
174
1.924
1.964
1.655
Voor verkoop beschikbare leningen Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
6
362
363
265
146.859
183.057
218.019
Minus bijzondere waardeverminderingen: - Specifieke bijzondere waardeverminderingen
( 2.633 )
( 3.587 )
- Collectieve bijzondere waardeverminderingen
( 891 )
( 1.133 )
Totaal vorderingen op klanten
De gemiddeld gedurende het jaar uitstaande vorderingen op klanten bedroeg voor 2009 EUR 198.982 miljoen (2008: EUR 315.888 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg 3,62% over 2009 (2008: 5,14%). Leningen die zijn aangemerkt als beschikbaar voor verkoop, betreffen leningen die worden aangekocht op de secundaire markt en vervolgens worden geëffectiseerd en verkocht. Fortis Bank heeft in het segment Merchant Banking bepaalde financiële activa verantwoord als onderdeel van vorderingen op klanten met verwerking van de verandering in de reële waarde in de resultatenrekening. Specifiek geselecteerde inflatie-geïndexeerde kredietcontracten met overheidstegenpartijen worden verantwoord tegen reële waarde met verwerking van de verandering in de reële waarde in de resultatenrekening, waardoor een potentiële boekhoudkundige mismatch tussen de verantwoording van enerzijds de renteswap en overige betrokken derivaten en anderzijds kredieten, die voorheen werden geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, wordt vermeden. Enkele gestructureerde leningen en contracten, met inbegrip van derivaten, worden eveneens verantwoord tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening ter voorkoming van een potentiële boekhoudkundige mismatch. De geamortiseerde kostprijs van activa gehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening bedraagt op 31 december 2009 EUR
143.335
178.337
( 2.077 ) ( 312 ) 215.630
1.816 miljoen (2008: EUR 1.581 miljoen). Fortis Bank dekt op portefeuillebasis (‘macro hedging’) het renterisico van hypotheken met vaste rente af door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten, voornamelijk renteswaps. Door de afdekking wordt de volatiliteit van veranderingen in de netto contante waarde van het afgedekte posities van toekomstige kasstromen, als gevolg van veranderingen in de relevante benchmarkrentecurve, gecompenseerd door de veranderingen in de netto contante waarde van het afgeleide financiële instrument dat is gebruikt voor afdekking. De afgedekte hypotheken zijn hypotheken met bij de hypotheekverstrekking vastgelegde aflossingstermijnen en vaste rente. Deze hypotheken hebben de volgende kenmerken: • in lokale valuta (euro) • een vaste looptijd of datum van renteherziening • vooraf vastgelegde aflossingstermijnen • vaste rentebetalingsdata • geen renteopties • verantwoording op basis van geamortiseerde kostprijs. Hypotheken met deze kenmerken vormen de portefeuille waarop de afdekking plaatsvindt (reële-waardeafdekking door een portefeuilleafdekking van het renterisico of ‘macro hedge’). Binnen deze portefeuille van vastrentende
Vorderingen op klanten
187
hypotheken kunnen meerdere groepen van hypotheken worden aangemerkt als af te dekken onderdeel. Hypotheken die zijn opgenomen in een qua renterisico te hedgen portefeuille, moeten de af te dekken risicokenmerken delen. Kasstromen van notionele swaps worden toegerekend aan maandelijkse looptijdsintervallen op basis van de afloopdatum, terwijl hypotheekkasstromen worden toegerekend aan maandelijkse looptijdsintervallen op basis van de verwachte renteherzieningsdatum. Fortis Bank schat de renteherzieningsdata met gebruikmaking van een tarief van vervroegde aflossingen, dat wordt toegepast op de contractuele kasstromen en de renteherzieningsdata van de hypotheekportefeuille. In elk looptijdsinterval moet de notionele waarde van de swap kleiner dan of gelijk aan de notionele waarde van de hypotheken zijn. De afdekkingsinstrumenten zijn ‘plain vanilla’-renteswaps afgesloten met externe tegenpartijen tegen de markttarieven van toepassing op het ogenblik van de transactie. De wijzigingen in de reële waarde van de hypotheken die toerekenbaar zijn aan het afgedekte renterisico worden opgenomen in de lijn ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’ om de boekwaarde van de lening aan te passen. Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte hypotheken ten tijde van het ontstaan van de afdekking wordt geamortiseerd over de resterende looptijd van het afgedekte onderdeel en wordt eveneens verantwoord in de lijn ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’. Sinds 12 mei 2009 heeft Fortis Bank haar methode voor het toetsen van de effectiviteit van hedge accounting geharmoniseerd met BNP Paribas. Een aantal hedgerelaties werd op die datum beëindigd en er werden nieuwe opgezet. Het effect van de harmonisering van methodologie bestaat uit twee elementen: • aanpassingen van de reële waarde van afgedekte hypotheken in de oude hedgerelaties werden gestopt. • een nieuw startverschil deed zich voor tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte hypotheken op het moment van ontstaan van de nieuwe hedgerelatie; dit verschil zal tezamen met het startverschil van de oude hedgerelatie met terugwerkende kracht worden geamortiseerd over de resterende looptijd van de afgedekte hypotheken en worden verantwoord in de lijn ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’.
188
Vorderingen op klanten
Financiële leasevorderingen De financiële leasevorderingen zijn per 31 december als volgt:
Contante waarde Minimum
van de minimaal te ontvangen
lease betalingen 2009
lease betalingen
2008
2009
2008
Bruto investeringen in financiële lease: Tot 3 maanden 3 maanden tot 1 jaar
888
1.342
775
1.138
2.470
2.499
2.171
2.150 6.187
1 jaar tot 5 jaar
5.765
7.237
5.076
Langer dan 5 jaar
3.464
3.362
2.930
2.712
12.587
14.440
10.952
12.187
1.635
2.253
Totaal Onverdiende (toekomstige) financiële lease opbrengsten
De opbrengsten uit financiële lease-overeenkomsten die verantwoord zijn in de resultatenrekening bedragen EUR 549 miljoen over 2009 (2008: EUR 752 miljoen).
Bijzondere waardeverminderingen van vorderingen op klanten De volgende tabel toont de bijzondere waardeverminderingen van vorderingen op klanten.
2009
Balans per 1 januari
Collectieve
Specifieke
Collectieve
bijzondere
bijzondere
bijzondere
bijzondere
waarde-
waarde-
waarde-
waarde-
verminderingen
verminderingen
verminderingen
verminderingen
2.077
313
1.778
224
Balans van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008 Balans per 1 januari Aan- en verkoop van dochterondernemingen
2008
Specifieke
2.077
346
49
313
1.432
175
( 20 )
Toename bijzondere waardeveranderingen
2.484
863
1.297
165
Vrijval bijzondere waardeverminderingen
( 418 )
( 45 )
( 386 )
( 15 )
2
( 124 )
( 12 )
2.077
313
Afschrijvingen van oninbare leningen
( 309 )
Omrekeningsverschillen en overige aanpassingen
( 227 )
Balans per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop
3.587
1.133
954
242
2.633
891
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Balans per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
( 142 )
In noot 7 ‘Risicobeheer’ zijn de details van specifieke bijzondere waardeverminderingen en collectieve bijzondere waardeverminderingen nader beschreven. Per 31 december 2009 heeft Fortis Bank voor een boekwaarde van EUR 11 miljoen (2008: EUR 11 miljoen) aan onroerend goed in haar bezit door het niet nakomen van betalingsverplichtingen op hypotheekleningen. Fortis Bank heeft dit onroerend goed verkregen via hypothecaire executie en heeft de intentie dit onroerend goed in 2010 te verkopen. De bijzondere waardeverminderingen op vorderingen inzake financiële leaseovereenkomsten opgenomen in de bovengenoemde tabel bedragen EUR 27 miljoen per 31 december 2009 (2008: EUR 5 miljoen).
Vorderingen op klanten
189
18. Beleggingen De samenstelling van de beleggingen is als volgt:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief Noot
beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Beleggingen - Tot einde looptijd aangehouden
18.1
3.439
3.439
3.851
- Voor verkoop beschikbaar
18.2
63.030
64.572
109.972
- Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
18.3
1.991
2.257
2.828
- Geherclassificeerd als leningen en vorderingen
18.5
23.495
23.506
- Vastgoedbeleggingen
18.6
697
709
- Beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures
18.7
1.791
2.099
456
94.443
96.582
117.785
Totaal bruto
678
Minus bijzondere waardeverminderingen: - op beleggingen voor verkoop beschikbaar
18.2
( 493 )
( 757 )
- op beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen
18.5
( 275 )
( 275 )
- op vastgoedbeleggingen
18.6
- op beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures Totaal beleggingen
( 8.778 )
( 16 )
( 16 )
(6)
( 21 )
( 130 )
( 20 )
93.638
95.404
108.981
De toename op de lijn ‘Beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures’ is voornamelijk te verklaren door de investering van Fortis Bank in AG Insurance in het tweede kwartaal van 2009 (EUR 1.375 miljoen). Eind 2009 heeft Fortis Bank beleggingen voor een bedrag van EUR 88.388 miljoen (2008: EUR 78.033 miljoen) in onderpand gegeven in verband met verplichtingen.
18.1. Beleggingen aangehouden tot einde looptijd De geamortiseerde kostprijs en de geschatte reële waarde van de beleggingen aangehouden tot einde looptijd zijn per 31 december als volgt:
2009
Overheidsobligaties Obligaties uitgegeven door ondernemingen Totaal beleggingen aangehouden tot einde looptijd
2008
Boek-
Reële
Boek-
Reële
waarde
waarden
waarde
waarden
3.221
3.379
3.635
3.868
218
196
216
217
3.439
3.575
3.851
4.085
Er zijn geen bijzondere waardeverminderingen op beleggingen aangehouden per 31 december 2009 en 2008.
190
Beleggingen
18.2. Voor verkoop beschikbare beleggingen De reële waarde en geamortiseerde kostprijs, evenals de hieraan gerelateerde bruto ongerealiseerde herwaarderingen van de beleggingen beschikbaar voor verkoop zijn als volgt:
Reële waarde Historische/
Bruto
Bruto
aanpassingen ten
geamortiseerde
ongerealiseerde
ongerealiseerde
gevolge van
Bijzondere waarde-
Reële
kostprijs
winsten
verliezen
hedge accounting
verminderingen
waarden
31 december 2009 609
1
Overheidsobligaties
Kortlopend overheidspapier en gelijkgestelde papieren
45.585
1.242
( 514 )
388
(2)
46.699
Obligaties uitgegeven door ondernemingen
15.564
364
( 403 )
44
( 109 )
15.460
( 498 )
310
Gestructureerde kredietinstrumenten Private equities en durfkapitaal Aandelen Overige beleggingen Totaal
816
610
(8)
30
6
(7)
(1)
(3)
25
643
77
( 56 )
(1)
( 74 )
589
187
6
63.434
1.696
( 988 )
430
( 71 )
122
( 757 )
63.815
Reële waarde Historische/
Bruto
Bruto
aanpassingen ten
geamortiseerde
ongerealiseerde
ongerealiseerde
gevolge van
Bijzondere waarde-
Reële
kostprijs
winsten
verliezen
hedge accounting
verminderingen
waarden
31 december 2008 371
1
Overheidsobligaties
Kortlopend overheidspapier en gelijkgestelde papieren
51.025
1.122
Obligaties uitgegeven door ondernemingen
19.910
256
( 753 )
Gestructureerde kredietinstrumenten
42.774
6
( 5.463 )
43
8
(7)
901
49
( 46 )
Private equities en durfkapitaal Aandelen Overige beleggingen Totaal
372 ( 994 )
212
4
(4)
115.236
1.446
( 7.267 )
527 43 (3)
( 10 )
557
(3)
51.677
( 140 )
19.316
( 8.496 )
28.818
(2)
42
( 73 )
821
( 64 )
148
( 8.778 )
101.194
De significante daling in gestructureerde kredietinstrumenten tussen 31 december 2008 en 31 december 2009 werd in de eerste plaats veroorzaakt door de verkoop van een deel van de gestructureerde kredietportefeuille aan Royal Park Investments (bijzonderheden van de verkooptransactie zijn opgenomen in toelichting 18.4, ‘Gestructureerde kredietinstrumenten’). Daarnaast werden gestructureerde kredietinstrumenten geherclassificeerd van ‘beschikbaar voor verkoop’ naar ‘leningen en vorderingen’. Nadere bijzonderheden van deze herclassificatie zijn opgenomen in toelichting 18.5, ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’.
Beleggingen
191
Overheidsobligaties naar land van uitgifte De overheidsobligaties naar land van uitgifte zijn per 31 december als volgt:
Reële waarde Historische/
Bruto
aanpassingen ten
Bijzondere
geamortiseerde
ongerealiseerde
gevolge van
waarde-
Reële
kostprijs
winsten (verliezen)
hedge accounting
vermindering
waarden
31 december 2009 Belgische overheid
10.929
27
228
11.184
Nederlandse overheid
12.002
161
5
12.168
Duitse overheid
5.568
186
1
5.755
Italiaanse overheid
5.248
88
82
5.418
Franse overheid
3.109
128
Britse overheid
3.237
32
Griekse overheid
1.507
Spaanse overheid Portugese overheid
32 (1)
20
1.526
1.997
3
33
2.033
1.598
47
11
1.656
Oostenrijkse overheid
862
26
Finse overheid
342
19
2.391
44
8
(2)
2.441
45.585
728
388
(2)
46.699
Overige overheden Totaal
888 361
Reële waarde Historische/
Bruto
aanpassingen ten
Bijzondere
geamortiseerde
ongerealiseerde
gevolge van
waarde-
Reële
kostprijs
winsten (verliezen)
hedge accounting
vermindering
waarden
31 december 2008 Belgische overheid Nederlandse overheid
( 99 )
239
8.231
67
13
12.804
150
7.417
Duitse overheid
6.196
184
Italiaanse overheid
7.392
( 125 )
Franse overheid
3.625
114
5
3.744
( 115 )
35
2.777
Britse overheid
6.380
763
763
Griekse overheid
2.857
Spaanse overheid
2.274
2
54
2.330
Portugese overheid
2.614
53
18
2.685
Oostenrijkse overheid
832
33
Finse overheid
694
18
Overige overheden Totaal
192
8.091 12.724
Beleggingen
2.963 51.025
(4) 128
865 712 13
(3)
2.969
527
(3)
51.677
Netto ongerealiseerde winsten en verliezen op voor verkoop beschikbare beleggingen opgenomen in het eigen vermogen 31 december 2009
31 december 2008
Voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen en overige beleggingen: Boekwaarde
736
Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen - Gerelateerde belasting Netto ongerealiseerde winsten en verliezen
1.011
26
5
2
( 18 )
28
( 13 )
Voor verkoop beschikbare beleggingen in obligaties: Boekwaarde
63.079
Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen
100.183
682
- Gerelateerde belasting
( 5.825 )
( 231 )
Netto ongerealiseerde winsten en verliezen
655
451
( 5.170 )
Voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen en andere beleggingen hebben betrekking op private equities en durfkapitaal en alle overige beleggingen, met uitzondering van obligaties. De significante daling van ongerealiseerde winsten en verliezen opgenomen in het eigen vermogen op voor verkoop beschikbare beleggingen (schuldbewijzen) is hoofdzakelijk het gevolg van de herclassificatie van gestructureerde kredietinstrumenten van ‘beschikbaar voor verkoop’ naar ‘leningen en vorderingen’. Deze worden nu gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De details van de herclassificatie zijn opgenomen in toelichting 18.5, ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’. Per 31 december 2009 is in het eigen vermogen een bedrag van EUR 2.505 miljoen begrepen aan ongerealiseerde verliezen op gestructureerde kredietinstrumenten die voorheen geclassificeerd waren als ‘beschikbaar voor verkoop’ en nu geherclassificeerd zijn als ‘leningen en vorderingen’. De hierop betrekking hebbende belastingen bedroegen EUR 717 miljoen. Deze bedragen zullen over de resterende looptijd van deze beleggingen tegen een effectieve rentevoet afgelost worden (vanuit het eigen vermogen ten laste van het resultaat).
Bijzondere waardeverminderingen van voor verkoop beschikbare beleggingen De volgende tabel toont de bijzondere waardeverminderingen van voor verkoop beschikbare beleggingen.
31 december 2009 exclusief
31 december 2009
31 december 2008
inclusief
beëindigde bedrijfsactiviteiten
beëindigde bedrijfsactiviteiten
- op aandelen en overige beleggingen
( 139 )
( 148 )
( 139 )
- op obligaties
( 354 )
( 609 )
( 8.639 )
( 493 )
( 757 )
( 8.778 )
Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare beleggingen:
Totaal bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare beleggingen
Beleggingen
193
De mutaties in bijzondere waardeverminderingen van voor verkoop beschikbare beleggingen is als volgt
2009
Balans per 1 januari
8.778
2.489
8.778
2.480
1.454
6.192
Balans van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008 Balans per 1 januari Toename bijzondere waardeverminderingen
2008
9
Vrijval bijzondere waardeverminderingen
( 1.680 )
( 43 )
Terugname bij de verkoop/desinvestering
( 7.406 )
( 22 )
Omrekeningsverschillen en overige aanpassingen
( 389 )
Balans per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop
757
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
264
Balans per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
493
171 8.778
Fortis Bank heeft bepaalde beleggingsstrategieën in gebruik waarbij (micro) hedge accounting voor reële-waardeafdekkingen wordt toegepast. In het algemeen is het doel van deze strategieën om een middellange- of langetermijnbeleggingspositie in te nemen op de ‘credit spread’ tussen een obligatie en de swap curve over een bepaalde periode. De renteswap, die verbonden is aan de obligatie, is bedoeld om de onderliggende obligatie af te dekken tegen renteschommelingen. Het risico dat wordt afgedekt, is het renterisico. Het kredietrisico wordt momenteel niet afgedekt. De belangrijkste posities die worden afgedekt betreffen posities in staatsleningen, bedrijfsobligaties en gestructureerde kredietinstrumenten. Wijzigingen in de reële waarde van de beleggingen gerelateerd aan het afgedekte renterisico worden weergegeven als reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting. Verder gebeurt de afdekking van het renterisico van vastrentende effecten door Fortis Bank op een portefeuillebasis (macro hedging) met het toepassen van renteswaps als afdekkingsinstrumenten. De afgedekte obligaties zijn obligaties met de volgende kenmerken: • in lokale valuta (euro); • vaste looptijd; • vaste hoofdsommen; • vaste rentebetalingsdata; • verantwoord als beschikbaar voor verkoop. Obligaties met deze kenmerken vormen de portefeuille waarop de afdekking plaatsvindt. Obligaties die zijn opgenomen in een qua renterisico af te dekken portefeuille, moeten de af te dekken risicokenmerken delen. Kasstromen van de obligaties worden gealloceerd aan maandelijkse tijdsintervallen op basis van de contractuele vervaldata.
194
Beleggingen
De afdekkingsinstrumenten zijn ‘plain vanilla’-renteswaps afgesloten met externe tegenpartijen tegen de markttarieven van toepassing op het ogenblik van de transactie. De wijzigingen in de reële waarde van de obligaties, toewijsbaar aan het afgedekte renterisico worden opgenomen onder ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’ om de boekwaarde van de obligaties aan te passen. Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte obligaties ten tijde van de aanduiding van de afdekking wordt afgeschreven over de resterende looptijd van de afgedekte positie en wordt verantwoord onder ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’. Ten einde het risico van schommelingen in kasstromen in verband met obligaties met variabele rente in voor verkoop beschikbare portefeuilles af te dekken, maakt Fortis Bank gebruik van kasstroomhedges. Daarbij worden de mutaties in de zuivere reële waarde van de als afdekkingsinstrumenten aangewezen derivaten verantwoord als niet-gerealiseerde winsten of verliezen in het eigen vermogen. Ineffectieve afdekkingen worden direct verantwoord in de resultatenrekening. Fortis Bank dekt het vreemdevalutarisico af op geselecteerde portefeuilles van aandelen. Fortis Bank heeft hiertoe niet-afgeleide financiële verplichtingen aangewezen als afdekkingsinstrumenten. Indien een deposito of een rekening-courant in aanmerking komt als afdekkingsinstrument dan wordt het omrekeningsverschil van het afdekkingsinstrument en de vreemdevalutacomponent van de reële-waardeverandering van het afdekkingsinstrument direct in de resultatenrekening verantwoord. Voor beleggingen beschikbaar voor verkoop omvat de reële-waardeaanpassing van afgedekte aandelen de vreemdevalutacomponent en is dit verantwoord onder ‘reëlewaardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’. Per 12 mei 2009 heeft Fortis Bank haar methode voor het toetsen van de effectiviteit van hedge accounting geharmoniseerd met die van BNP Paribas. Een aantal hedgerelaties werd op die datum beëindigd, terwijl er nieuwe hedgerelaties werden opgezet. Het effect van de harmonisering van methodologie is tweeledig: • het aanpassen van de reële waarde van de afgedekte posten in de oude hedgerelaties werd stopgezet. • een nieuw startverschil deed zich voor tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte voor verkoop beschikbare effecten op het moment waarop de nieuwe hedgerelatie werd aangegaan; dit verschil zal tezamen met het startverschil van de oude hedgerelatie met terugwerkende kracht worden geamortiseerd over de resterende looptijd van de afgedekte voor verkoop beschikbare effecten en worden verantwoord op de regel ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’
Beleggingen
195
18.3. Beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening Een nadere toelichting bij de beleggingen welke tegen reële waarde worden gehouden met verwerking van niet-gerealiseerde waardeveranderingen in de resultatenrekening is per 31 december als volgt:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Obligaties uitgegeven door ondernemingen
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
28
28
48
Gestructureerde kredietinstrumenten
481
481
1.523
Private equities en durfkapitaal
501
626
825
Aandelen
340
340
177
Overige beleggingen
641
782
255
1.991
2.257
2.828
Totaal beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingenin de resultatenrekening
Binnen het Merchant Banking-segment worden bepaalde beleggingen van de private-equityentiteiten van Fortis Bank opgenomen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Het betreft beleggingen in financiële activa met het doel te profiteren van het totale rendement in de vorm van rente of dividend en veranderingen in de reële waarde. Sommige andere beleggingen met een langlopende vaste rentevoet worden afgedekt door renteswaps. Zowel de beleggingen als de renteswaps worden opgenomen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, waardoor een potentiële boekhoudkundige mismatch wordt uitgesloten. De geamortiseerde kostprijs van de schuldbewijzen en de gestructureerde kredietinstrumenten die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening zijn opgenomen, bedraagt per 31 december 2009 EUR 695 miljoen (2008: EUR 1.553 miljoen). De boekwaarde bedraagt EUR 509 miljoen (2008: EUR 1.571 miljoen). De daling van de gestructureerde kredietinstrumenten is veroorzaakt door de verkoop van een deel van de portefeuille gestructureerde kredietinstrumenten aan Royal Park Investments in 2009. Nadere bijzonderheden over de verkooptransactie zijn opgenomen in toelichting 18.4 ‘Gestructureerde kredietinstrumenten’.
196
Beleggingen
18.4. Gestructureerde kredietinstrumenten Fortis Bank heeft gestructureerde kredietinstrumenten (SCI) in portefeuille. Gestructureerde kredietinstrumenten zijn effecten die gecreëerd worden door het herverpakken van kasstromen uit financiële contracten. Zij bevatten waardepapieren gedekt door activa (Asset-Backed Securities / ABS), waardepapieren gedekt door hypotheken (MortgageBacked Securities / MBS) en schuldpapieren met diverse types waardepapieren als onderpand (Collateralised Debt Obligations / CDO). Het uitstaande bedrag met betrekking tot gestructureerde kredietinstrumenten is in de jaarrekening opgenomen in de posten ‘Voor verkoop beschikbare beleggingen’, ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’, ‘Beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening’, ‘Activa aangehouden voor handelsdoeleinden’ en ‘Vorderingen op klanten’ (en in 2008 ‘Overige activa’). Het netto uitstaand bedrag van de globale portefeuille gestructureerde kredietinstrumenten is per 31 december 2009 als volgt samengesteld:
31 december 2009
GKI begrepen in activa gehouden voor handelsdoeleinden (noot 15.1)
31 december 2008
Totale netto omloop
Totale netto omloop
Totale netto omloop
Totale netto omloop
excl. SPE activa
incl. SPE activa
excl. SPE activa
incl. SPE activa
883
68
296
682
GKI begrepen in vorderingen op klanten (noot 17)
100
100
174
174
GKI begrepen in beleggingen voor verkoop beschikbaar (noot 18.2)
310
310
28.818
29.088
481
481
1.523
1.523
23.231
23.231
GKI begrepen in beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening (noot 18.3) GKI begrepen in leningen en vorderingen (noot 18.5) Overige Totaal
Een deel van de gestructureerde kredietportefeuille (de zogenaamde ‘Portfolio Out’) is in mei 2009 verkocht aan een SPV: Royal Park Investments SA/NV (RPI). RPI werd opgericht als gevolg van het Protocole d’Accord, nadien gewijzigd door Avenant nr. 3 van 12 maart 2009, aangegaan door BNP Paribas, de Belgische Staat, de FPIM (de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), Fortis Holding, Fortis Bank en andere partijen. RPI is de gezamenlijke eigendom van Fortis Holding (45%), de Belgische staat via de FPIM (43%) en BNP Paribas (12%). De verkoop aan RPI vond op 12 mei 2009 plaats op basis van een waardering van de onderliggende instrumenten per 31 augustus 2008. Deze portefeuille werd verkocht voor EUR 11,7 miljard (boekwaarde op verkoopdatum). In de prijs is rekening gehouden met aflossingen en wisselkoersbewegingen tussen 31 augustus 2008 en 12 mei 2009. Op de verkoopdatum bedroeg de nominale waarde van de portefeuille EUR 20,2 miljard, na aftrek van aflossingen. In december 2008 werd de SCI-portefeuille gewaardeerd op basis van reële waarden door toepassing van een
24.190
24.418
4.141
4.141
35.338
35.809
waarderingstechniek en niet op basis van de prijzen zoals overeengekomen in de Protocole d’Accord afgesloten op 10 oktober 2008 tussen Fortis, BNP Paribas en de FPIM. Zoals in toelichting 18.4.3 in het Jaarverslag 2008 is beschreven, is op 10 oktober 2008 onder andere door Fortis SA/NV, FPIM en Fortis Bank een Share Purchase Agreement (SPA) als terugvalscenario overeengekomen dat van kracht zou worden als het Protocole d’Accord met BNP Paribas niet zou worden uitgevoerd. In deze Share Purchase Agreement had de Vennootschap de verplichting om bepaalde van de gestructureerde kredietinstrumenten te verkopen aan een special purpose vehicle (SPV) tegen de prijs die contractueel op basis van de situatie op 31 augustus 2008 vastgesteld was. Financiering van de SPV zou dienen plaats te vinden door Fortis SA/NV en FPIM. Omdat er geen overeenstemming was over welke specifieke gestructureerde kredietinstrumenten moesten worden verkocht en omdat er onzekerheden waren over de daadwerkelijke uitvoering van het terugvalscenario is in de waardering van de portefeuille gestructureerde kredietinstrumenten per 31 december 2008 geen rekening gehouden met deze verplichting.
Beleggingen
197
Op 12 mei 2009 is een substantieel deel van de behouden SCI-portefeuille overgeheveld naar ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’, onder toepassing van de wijzigingen van IAS 39, Financiële instrumenten: Opname en waardering, en IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing (zie toelichting 18.5 ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’). Deze herclassificatie betrof financiële activa die voorheen werden verantwoord als ‘Beleggingen beschikbaar voor verkoop’, ‘Activa aangehouden voor handelsdoeleinden’ en ‘Overige activa’. De herclassificatie van deze financiële activa geeft uitdrukking aan de intentie en het vermogen van Fortis Bank om deze financiële activa ook in de nabije toekomst aan te houden. In december 2009 werd een deel van de portefeuille gewaarborgd door de Belgische overheid met betrekking tot het ‘second level’-verlies. Naast een eerste verliesschijf, in overeenstemming met een nominale waarde van EUR 3,5 miljard, waarborgt de overheid op vraag het ‘second level’verlies tot een bedrag van EUR 1,5 miljard. Per 31 december 2008 betrof ‘Overige’ voornamelijk de samengevoegde groepen van activa van Scaldis, zoals gerapporteerd onder overige activa. Scaldis, dat volledig geconsolideerd is in de jaarrekening van Fortis Bank, richt zich op het aankopen van beleenbare activa van beleggingskwaliteit, van sub-beleggingskwaliteit dan wel zonder kredietbeoordeling. De samengevoegde groepen van activa omvatten de doorlopende financiering van activa van derden zoals consumenten- en autoleningen, handelsvorderingen, hypotheken en leasevorderingen. Een deel van deze samengevoegde groepen is synthetisch overgeheveld naar RPI en de rest is overgeheveld naar ‘Leningen en vorderingen’. Het naar ‘Leningen en vorderingen’ overgehevelde deel wordt gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (zijnde de reële waarde op de datum van herclassificatie). De beoordeling van het kredietrisico, dat kan leiden tot eventuele verdere bijzondere waardeverminderingen, werd uitgevoerd op basis van de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen (en niet langer op basis van reële-waardemutaties). De resterende gestructureerde kredietinstrumenten (die niet zijn overgeheveld naar ‘Leningen en vorderingen’) worden gewaardeerd tegen reële waarde. Fortis Bank past de hieronder beschreven methodes toe om haar gestructureerde kredietportefeuille te meten en te waarderen en om triggers te bepalen voor bijzondere waardeverminderingen en de omvang daarvan. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op gestructureerde kredietinstrumenten worden in de resultatenrekening verantwoord onder ‘Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen’ (toelichting 42). Net zoals bij andere financiële activa hanteert Fortis Bank een tweestappenbenadering om de bijzondere waardeverminderingen van gestructureerde kredietinstrumenten te toetsen. Eerst wordt er bepaald of er objectief bewijs bestaat dat een actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Daarna volgt de opname en waardebepaling van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardevermindering. Fortis Bank heeft de volgende procedure ingesteld om het objectief bewijs (‘verplichte triggers’) die wijzen op bijzondere waardevermindering, te beoordelen. Eerst worden dossiers geselecteerd op basis van een aantal verschillende criteria zoals een modelmatige afschrijving op de hoofdsom van meer dan 1%, een openbare rating van BB+ of lager of andere indicatoren.
198
Beleggingen
Deze selectie wordt aangevuld met dossiers die al op de controlelijst waren geplaatst en met dossiers waarop al een bijzondere waardevermindering werd toegepast. Alle geselecteerde dossiers worden vervolgens regel voor regel geanalyseerd volgens een kwalitatieve (bijv. Klassieke krediettechnische benadering) of kwantitatieve (bijv. kasstroomanalyse met stresstests) methode, afhankelijk van de geschiktheid van de methode. Voor het identificeren van een beoordelingstrigger voor een bijzondere waardevermindering voert Fortis Bank een kredietanalyse uit op de individuele activa in de ‘credit spread’-portefeuille. Om de bijzondere waardeverminderingen te testen, hebben de Front office en Risk Management bepaalde stressscenario’s en beoordelingscriteria ontwikkeld, rekening houdend met de kenmerken van de verschillende soorten producten in de portefeuille. Collectieve bijzondere waardeverminderingen en aanvullende collectieve bijzondere waardeverminderingen voor gestructureerde kredietinstrumenten zijn bepaald rekening houdend met de onzekerheden omtrent de ontwikkeling van de ratings en schattingen van het verwachte verlies op de onderliggende activa. De collectieve bijzondere waardevermindering weerspiegelt het risico van neerwaartse ratingaanpassingen vanaf de datum van herclassificatie, terwijl de aanvullende collectieve bijzondere waardevermindering het risico weerspiegelt van toekomstige neerwaartse renteaanpassingen van activa van beleggingskwaliteit. Per 31 december 2009 is er collectieve waardevermindering van EUR 40 miljoen en is er een aanvullende collectieve waardevermindering van EUR 266 miljoen verantwoord. Als een belegging die geclassificeerd is als ‘beschikbaar voor verkoop’ een waardevermindering heeft ondergaan, wordt het totale verschil tussen de kostprijs en de huidige reële waarde van het instrument in de resultatenrekening verantwoord als een verlies door bijzondere waardevermindering. In het geval van ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’ zijn bijzondere waardeverminderingen beperkt tot de verliezen die voortvloeien uit de verslechtering van de kredietkwaliteit. In de eerste helft van 2009 heeft de verkoop van de portefeuille OUT aanleiding gegeven tot een positieve waardering in overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen van EUR 198 miljoen en een netto terugname van bijzondere waardeverminderingen van EUR 289 miljoen. Veranderingen in de reële waarde die betrekking hebben op gestructureerde kredietinstrumenten opgenomen als ‘Activa aangehouden voor handelsdoeleinden’ of ‘Beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening’, worden in de resultatenrekening verantwoord onder ‘Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen’ (toelichting 40). .
Beleggingen
199
18.5. Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen In het kader van de toepassing van de amendementen op IAS 39, Financiële instrumenten: Opname en waardering, en IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing (zie toelichting 1.3.3 ‘Wijzigingen in classificatie’) heeft Fortis Bank ervoor gekozen om bepaalde financiële activa die waren geclassificeerd als ‘Beleggingen beschikbaar voor verkoop’, ‘Activa aangehouden voor handelsdoeleinden’ of ‘Overige activa’ per 12 mei 2009 te herclassificeren naar ‘Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen’. De herclassificatie van deze financiële activa geeft uitdrukking aan de intentie en het vermogen van Fortis Bank om deze financiële activa ook in de nabije toekomst aan te houden. Financiële activa die zijn geherclassificeerd als leningen en vorderingen, worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde op de datum van herclassificatie, die op die datum hun nieuwe kostprijs werd. Na eerste opname vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs. Op de datum van herclassificatie bedroeg het gewogen gemiddelde van de effectieve rentevoet op financiële activa die zijn geherclassificeerd als leningen en vorderingen, 7,157%. Het bedrag aan naar verwachting realiseerbare kasstromen was EUR 18.531 miljoen. De per 12 mei 2009 geherclassificeerde activa zijn in onderstaande tabel weergegeven:
Boekwaarde op
Boekwaarde op
Reële waarde op
herclassificatiedatum
31 december 2009
31 december 2008
Voor handelsdoeleinden aangehouden activa in portefeuille geherclassificeerd alsleningen en vorderingen
108
60
126
21.312
21.014
22.011
2.030
2.157
2.157
23.450
23.231
24.293
Voor verkoop beschikbare activa in portefeuille geherclassificeerd als leningen en vorderingen Overige activa geherclassificeerd als leningen en vorderingen Totaal financiële activa geherclassificeerd als leningen en vorderingen
Onderstaande tabel geeft het effect weer van de geherclassificeerde activa op de resultatenrekening sinds de datum van herclassificatie:
Sinds herclassificatiedatum Effect op de resultatenrekening : Gerealiseerde en niet-gerealiseerde winst Gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen Rentebaten Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
200
Beleggingen
5 (4) 298 ( 272 )
Het bedrag aan bijzondere waardeverminderingen bevat een bedrag van EUR 40 miljoen voor een collectieve bijzondere waardevermindering en EUR 189 miljoen voor een aanvullende bijzondere waardevermindering. In de volgende tabel wordt de reële waarde van de winst of het verlies met betrekking tot de geherclassificeerde activa weergegeven, die in het eigen vermogen of de resultatenrekening zou zijn opgenomen (tussen de datum van herclassificatie en 31 december 2009) als geen herclassificatie had plaatsgevonden.
Wijziging in de reële waarde die in de resultatenrekening of het eigen
31 december 2009
vermogen zou zijn opgenomen als de activa niet waren geherclassificeerd
- in de resultatenrekening - in het eigen vermogen
12 1.269
Beleggingen
201
18.6. Vastgoed Beleggingen in vastgoed hebben voornamelijk betrekking op woningen, commercieel vastgoed en vastgoed voor gemengd gebruik, voornamelijk gelokaliseerd in de Benelux. De wijzigingen in het vastgoed zijn per 31 december als volgt:
2009
2008
800
803
800
762
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
62
( 35 )
Toevoegingen/aankopen
43
69
( 73 )
( 39 )
Kostprijs per 1 januari Kostprijs van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008 Kostprijs per 1 januari
41
Verbeteringen Verkopen Overboeking van (naar) materiële vaste activa
2
Omrekeningsverschillen Overige Kostprijs per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Kostprijs per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Aan- en verkoop van dochterondernemingen Afschrijvingen Terugname afschrijving door desinvesteringen
18
43
852
800
16 836
( 122 )
( 114 )
(4)
1
( 24 )
( 24 )
7
13
Overboeking naar vastgoed voor eigen gebruik Omrekeningsverschillen Overige
2
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
( 143 )
( 122 )
(4)
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
Bijzondere waarderverminderingen per 1 januari
( 139 )
(6)
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
( 10 )
Toename bijzondere waardeverminderingen
( 10 )
(1)
(5)
Terugname bijzondere waardeverminderingen Terugname bijzondere waardeverminderingen door desinvesteringen
10
Omrekeningsverschillen Overige Bijzondere waarderverminderingen per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop
( 16 )
(6)
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Bijzondere waarderverminderingen per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
( 16 )
Netto vastgoedbeleggingen per 31 december inclusief activa -
693
672
angehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
12
Netto vastgoedbeleggingen per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
Kostprijs van vastgoedbeleggingen in aanbouw Vastgoedbeleggigen gehouden onder financiële lease overeenkomst
202
Beleggingen
681
51
28
De onderstaande tabel toont de reële waarde van vastgoedbeleggingen.
31 december 2009
Reële waarden gebaseerd op marktinformatie
31 december 2008
88
302
Reële waarden gebaseerd op onafhankelijke waardering
671
483
Totaal reële waarde van vastgoedbeleggingen
759
785
Totaal boekwaarde
693
672
Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen
66
113
Belasting
(8)
( 36 )
Netto ongerealiseerde winst/verlies (niet opgenomen in eigen vermogen)
58
77
De reële waarde van vastgoedbeleggingen wordt bepaald door externe experten op basis van de verkoopwaarde in het geval van stopzetting van de bankactiviteiten. De verkoopwaarde wordt berekend op basis van de intrinsieke waarde, de nieuwbouwwaarde en de verhuurwaarde. Op basis van deze drie waarden en rekening houdend met de lokale markevolutie, bepaalt de expert een verkoopwaarde bij vrijwillige onderhandse verkoop.
Vastgoed verhuurd op basis van operationele lease Fortis Bank verhuurt bepaalde activa - voornamelijk vastgoed voor beleggingsdoeleinden - aan externe partijen op basis van operationele leaseovereenkomsten. De minimale leasetermijnen die voor niet-opzegbare overeenkomsten ontvangen zullen worden, bedragen per 31 december:
2009
2008
333
122
62
153
1 jaar tot 5 jaar
207
291
5 jaar en langer
261
175
Totaal
863
741
Tot 3 maanden 3 maanden tot 1 jaar
Beleggingen
203
18.7. Beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures Een overzicht van de belangrijkste beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures is als volgt:
2009
2008
Boekwaarde
Boekwaarde
Joint ventures Banque de La Poste S.A. - Bank van De Post N.V. Postbank Ireland LTD
84 13
17
Deelnemingen AG insurance Textainer Marine Containers LTD
1.520
-
46
Fortis Intertrust Group Holding
48 -
36
Belgolaise
30
TCG Fund I, L.P.
17
Aviation Cap Group Partners LLC
11
27
Fortis Haitong Investment Management Co Ltd
29
26
Teda
83
Trip Rail Leasing LLC
20
19
Fortis Luxembourg - Vie S.A. BNPP
22
19
RFH, TLD
18
16
US Wind Farms
59
Credissimo
13
CF Leasing LTD Crédit pour habitations sociales - Krediet voor sociale woningen Overige Totaal
28 -
13 -
12
10 10
76
83
1.969
436
Per 31 december 2009 bedraagt het aandeel van Fortis Bank in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures EUR 70 miljoen. Vanaf het tweede kwartaal van 2009 wordt Banque de La Poste S.A. – Bank van De Post N.V. geconsolideerd volgens de proportionele methode in plaats van de ‘equity’-methode, meer informatie over de wijziging in consolidatiemethode kan gevonden worden in toelichting 2, ‘Wijziging in de consolidatiemethode voor joint ventures’. De cijfers in de bovenstaande tabel bevatten deze van de beëndigde bedrijfsactiviteiten. Fortis Haitong Investment Management Co Ltd, Teda en US Wind Farms zijn de belangrijkste entiteiten die in de balans geclassificeerd worden als activa aangehouden voor verkoop. Bijkomende informatie is te vinden in noot 4.
204
Beleggingen
De belangen van Fortis Bank in de belangrijkste deelnemingen zijn per 31 december als volgt:
Totaal
Totaal
Totale
Totale
activa
passiva
baten
lasten
2009 AG Insurance Textainer Marine Containers LTD
56.736
52.840
10.041
544
334
82
Fortis Intertrust Group Holding Belgolaise Aviation Cap Group Partners LLC Fortis Haitong Investment Mgt Co LTD Fortis Luxembourg - Vie S.A. RFH LTD Credissimo
-
-
( 9.606 ) ( 49 ) -
-
50
20
5
(4)
393
362
24
( 18 )
74
17
47
( 28 )
6.802
6.709
454
( 443 )
26
2
9
(3)
368
355
14
( 14 )
CF Leasing LTD
-
-
-
-
Totaal
Totaal
Totale
Totale
activa
passiva
baten
lasten
2008 Textainer Marine Containers LTD Fortis Intertrust Group Holding Belgolaise Aviation Cap Group Partners LLC Fortis Haitong Investment Mgt Co Ltd Fortis Luxembourg - Vie S.A.
558
376
92
( 67 )
2.813
2.523
354
( 307 )
52
23
32
( 32 )
413
386
46
( 36 )
62
12
57
( 40 )
5.751
5.677
100
( 89 )
RFH, TLD
32
18
(6)
Credissimo
273
260
10
( 10 )
94
76
13
(8)
CF Leasing LTD
Beleggingen in joint ventures Ondernemingen waarover Fortis Bank gezamenlijk met andere ondernemingen de zeggenschap en controle uitoefent (joint ventures), worden verantwoord op basis van de proportionele consolidatiemethode, met uitzondering van enkele joint ventures van minder betekenis die nog steeds worden verantwoord op basis van de ‘equity’-methode. De meest significante joint venture waarin Fortis Bank participeert, is Bank van De Post. Financiële informatie over Bank van De Post per jaareinde 2009 is te vinden in toelichting 2, ‘Wijziging in de consolidatiemethode voor joint ventures’. De onderstaande tabel toont de financiële gegevens van joint venture van Fortis Bank, Postbank Ireland Ltd op basis van 100%.
2009
2008
Joint venture Postbank Ireland (op basis van 100%) Baten
31
28
Lasten
( 48 )
( 50 )
Totaal activa
557
429
Totaal passiva
506
362
Beleggingen
205
19. Handelsvorderingen en overige vorderingen De handelsvorderingen en overige vorderingen zijn per 31 december als volgt:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Vorderingen inzake commissiebaten
2
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
160
184
Vorderingen uit hoofde van factoring Vorderingen uit hoofde van effecten transacties met banken
33
33
27
Vorderingen uit hoofde van effecten transacties met klanten
15
128
474
Overige
2.222
2.425
5.013
Totaal bruto
2.272
2.746
5.698
Minus: bijzondere waardeverminderingen Totaal overige vorderingen
( 25 ) 2.247
( 30 )
( 18 )
2.716
5.680
De overige vorderingen hebben betrekking op BTW en andere indirecte belastingen als ook op transitorische posten met betrekking tot clearingactiviteiten.
Verloop van de bijzondere waardeverminderingen van handelsvorderingen en overige vorderingen Het verloop van de bijzondere waardeverminderingen van de handelsvorderingen en overige vorderingen is als volgt:
2009
Balans per 1 januari
18
Balans van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008 Balans per 1 januari Toename bijzondere waardeverminderingen Vrijval bijzondere waardeverminderingen Afschrijvingen van niet-inbare bedragen
2008
9 4
18
5
134
15
( 120 ) (2)
(2)
30
18
Omrekeningsverschillen en overige aanpassingen Balans per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Balans per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
206
Handelsvorderingen en overige vorderingen
5 25
20. Materiële vaste activa De boekwaarde van de verschillende categorieën van materiële vaste activa per 31 december is als volgt:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Terreinen en gebouwen voor eigen gebruik
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
1.235
1.272
1.259
Verbeteringen aan gehuurde gebouwen
178
224
246
Bedrijfsmiddelen
590
651
753
2.003
2.147
2.281
Gebouwen in aanbouw
23
Totaal
Wijzigingen in de materiële vaste activa De wijzigingen in de materiële vaste activa voor de jaren 2008 en 2009 zijn als volgt:
2009
Kostprijs per 1 januari
Terreinen en
Verbeteringen
gebouwen voor
gehuurde
Bedrijfs-
Gebouwen
eigen gebruik
objecten
middelen
in aanbouw
2.170
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
498
1.393
(2)
(6)
23
Totaal
4.084 (8)
Toevoegingen
136
65
93
294
Terugname door desinvesteringen
( 58 )
( 98 )
( 124 )
( 280 )
2
( 13 )
( 11 )
Overdracht van vastgoedbeleggingen
(2)
Omrekeningsverschillen Overige Kostprijs per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
(2)
3
4
41
2.249
469
1.384
( 23 )
25 4.102
63
95
216
374
Kostprijs per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
2.186
374
1.168
3.728
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari
( 882 )
( 252 )
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
Terugname afschrijving door desinvesteringen
( 1.755 )
2
2
(2)
(6)
(8)
( 101 )
( 54 )
( 144 )
( 299 )
43
58
93
194
1
1
6
(9)
(3)
Toevoegingen Afschrijvingen
( 621 )
Overdracht van/naar vastgoedbeleggingen Omrekeningsverschillen Overige Cumulatieve afschrijvingen per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
( 940 )
( 244 )
( 684 )
( 1.868 )
( 26 )
( 49 )
( 154 )
( 229 )
( 914 )
( 195 )
( 530 )
( 1.639 )
( 19 )
( 48 )
(1)
( 49 )
( 63 )
17
22
(1)
2
1
(1)
( 49 )
( 87 )
(1)
(1)
( 48 )
( 86 )
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
Bijzondere waardeverminderingen per 1 januari
( 29 )
Toename bijzondere waardeverminderingen
( 13 )
Terugname bijzondere waardeverminderingen Terugname bijzondere waardeverminderingen door desinvesteringen
1 5
Overige
1
Bijzondere waardeverminderingen per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop
( 37 )
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Bijzondere waardeverminderingen per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
( 37 )
(1)
Materiële vaste activa per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
1.272
224
651
2.147
37
46
61
144
1.235
178
590
2.003
Materiële vaste activa per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
Materiële vaste activa
207
2008 Terreinen en
Verbeteringen
gebouwen voor
gehuurde
Bedrijfs-
Gebouwen
eigen gebruik
objecten
middelen
in aanbouw
Kostprijs per 1 januari Kostprijs van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari Kostprijs van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten per 1 januari
2.314
738
1.641
129
261
345
2.185
477
1.296
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
( 38 )
(4)
( 12 )
Toevoegingen
106
67
237
Terugname door desinvesteringen
( 72 )
( 16 )
( 141 )
Omrekeningsverschillen
( 10 )
( 26 )
Overige
(1)
4.749
56
4.014
735
( 54 ) 10
1.393
420 ( 229 ) ( 29 )
( 43 ) 23
( 38 )
Kostprijs per 31 december
2.170
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari
( 858 )
( 344 )
( 824 )
( 2.026 )
( 33 )
( 119 )
( 259 )
( 411 )
( 825 )
( 225 )
( 565 )
( 1.615 )
Cumulatieve afschrijvingen van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari
498
56
7 6
Totaal
4.084
Cumulatieve afschrijvingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteitenper 1 januari Aan- en verkoop van dochterondernemingen Afschrijvingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten Terugname afschrijving door desinvesteringen Omrekeningsverschillen Overige Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
4
(1)
( 93 )
( 50 )
( 151 )
( 294 )
32
15
80
127
1
8
6
15
(1)
1
1
( 882 )
Bijzondere waardeverminderingen per 1 januari
(7)
Bijzondere waardeverminderingen van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari
(4)
( 252 )
8
11
1
( 621 )
( 1.755 )
(1)
(8) (4)
Bijzondere waardeverminderingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteitenper 1 januari
(3)
(1)
(4)
( 28 )
( 18 )
( 46 )
Verkoop van dochterondernemingen Toename bijzondere waardeverminderingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten Terugname bijzondere waardeverminderingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten
2
2
Terugname bijzondere waardeverminderingen door desinvesteringen Overige Bijzondere waardeverminderingen per 31 december
Materiële vaste activa
Van bovenstaande materiële vaste activa is voor een bedrag van EUR 0 miljoen (2008: EUR 0 miljoen) aan Materiële vaste activa als zekerheid gesteld voor leningen. In de Materiële vaste activa is per 31 december 2009 EUR 0 miljoen (2008: EUR 0 miljoen) begrepen inzake geactiveerde financieringskosten.
( 29 )
1.259
( 19 )
246
753
( 48 )
23
2.281
Reële waarde van terreinen en gebouwen voor eigen gebruik De afschrijvingen op gebouwen worden berekend volgens de lineaire methode, waarbij de kosten over de geschatte levensduur worden afgeschreven tot de restwaarde. De vastgoedbeleggingen worden gesplitst in de volgende componenten: ruwbouw, deuren en ramen, technische uitrusting, ruwe afwerking en detailafwerking. Terreinen hebben een ongelimiteerde levensduur en worden derhalve niet afgeschreven. IT en bureaubenodigdheden worden afgeschreven over hun respectievelijke levensduur die individueel is vastgesteld. Als algemene regel worden de restwaarden nihil verondersteld.
208
Materiële vaste activa
21. Goodwill en overige immateriële vaste activa Per 31 december is de samenstelling van goodwill en overige immateriële vaste activa als volgt:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Goodwill
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
292
1.706
Gekochte software
40
56
82
Zelf ontwikkelde software
12
17
16
Overige immateriële vaste activa Totaal
1.609
5
56
285
349
1.835
1.992
Voor goodwill wordt ten minste jaarlijks beoordeeld of een bijzondere waardevermindering dient plaats te vinden door de boekwaarde met de opbrengstwaarde te vergelijken. De overige immateriële vaste activa worden afgeschreven naargelang de verwachte levensduur van de activa. Overige immateriële vaste activa omvatten immateriële vaste activa met een bepaalde economische levensduur, zoals concessies, octrooien, licenties, handelsmerken en vergelijkbare rechten. Over het algemeen wordt software afgeschreven over maximaal vijf jaar en hebben overige immateriële vaste activa een verwachte economische levensduur van maximaal 10 jaar. Afgezien van goodwill, heeft Fortis Bank geen immateriële vaste activa met een onbepaalde economische levensduur.
Goodwill en overige immateriële vaste activa
209
Wijzigingen in goodwill en overige immateriële vaste activa De wijzigingen in goodwill en overige immateriële vaste activa kunnen voor 2008 en 2009 als volgt worden weergegeven:.
2009 Zelf
Goodwill
Kostprijs per 1 januari
3.019
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
7
Toevoegingen
8
Terugname door desinvesteringen Overheveling vanwege wijziging in consolidatiemethode
Overige
Gekochte
ontwikkelde
immateriële
software
software
vaste activa
Totaal
308
407
759
4.493
28
9
6
51
( 17 )
( 10 )
( 69 )
( 96 )
7
920
(1)
Omrekeningsverschillen
56
(1)
10
919
Overige
(8)
(6)
17
3
406
723
5.442
65
Kostprijs per 31 december inclusief activa aangehouden voor verkoop
4.002
311
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
3.411
103
11
553
4.078
591
208
395
170
1.364
( 183 )
( 23 )
( 240 )
( 446 )
( 44 )
(4)
( 66 )
( 114 )
15
10
Kostprijs per 31 december exclusief activa aangehouden voor verkoop
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Aan- en verkoop van dochterondernemingen
1
Afschrijvingskost Terugname afschrijving door desinvesteringen Omrekeningsverschillen
1
1
Overige
24
49
(5)
(4)
( 22 )
( 22 )
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december inclusief activaaangehouden voor verkoop
( 210 )
( 18 )
( 309 )
( 537 )
( 86 )
(1)
( 169 )
( 256 )
( 124 )
( 17 )
( 140 )
( 281 )
( 1.410 )
( 43 )
( 368 )
( 234 )
( 2.055 )
( 218 )
(4)
(3)
( 165 )
( 390 )
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Cumulatieve afschrijvingen per 31 december exclusief activaaangehouden voor verkoop
Bijzondere waardeverminderingen per 1 januari Aan- en verkoop van dochterondernemingen Toename bijzondere waardeverminderingen verantwoord in de resulatenrekening Terugname bijzondere waardeverminderingen verantwoord in de resulatenrekening Overheveling vanwege wijziging in consolidatiemethode Omrekeningsverschillen Overige
( 648 )
( 648 )
( 38 ) 18
2
(2)
( 40 )
43
63
Bijzondere waardevermindering per 31 december inclusief activaaangehouden voor verkoop
( 2.296 )
( 45 )
( 371 )
( 358 )
( 3.070 )
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
( 1.997 )
(1)
(5)
( 333 )
( 2.336 )
( 299 )
( 44 )
( 366 )
( 25 )
( 734 )
Bijzondere waardevermindering per 31 december exclusief activaaangehouden voor verkoop
Goodwill en overige immateriële vaste activa inclusief activaaangehouden voor verkoop
1.706
56
17
56
1.835
Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop
1.414
16
5
51
1.486
292
40
12
5
349
Goodwill en overige immateriële vaste activa exclusief activaaangehouden voor verkoop
De op overige immateriële vaste activa toegepaste bijzondere waardevermindering van EUR 165 miljoen betreft in hoofdzaak immateriële vaste activa van Fortis Investments met betrekking tot klantrelaties die verworven zijn bij de overname van ABN AMRO Asset Management (nieuwe naam: Fortis Investment NL Holding N.V.), in april 2008 (EUR 116 miljoen).
210
Goodwill en overige immateriële vaste activa
2008 Zelf
Goodwill
Kostprijs per 1 januari Kostprijs van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari Kostprijs van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten per 1 januari Aan- en verkoop van dochterondernemingen Toevoegingen
Overige
Gekochte
ontwikkelde
immateriële
software
software
vaste activa
1.025
304
272
54
49
21
971
255
209
1.810
251
209
1.686 3.857
124
3.309
8
2
538
6
54
191
12
(2)
( 44 )
Terugname door desinvesteringen Omrekeningsverschillen
( 328 )
(6)
Overige
( 939 )
(1)
Kostprijs per 31 december
3.019
Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari
(8)
407
759
4.493
(3)
( 86 )
( 252 )
(3)
( 86 )
( 212 )
( 30 )
( 37 )
( 11 )
( 78 )
( 140 )
7
10
(5)
(9)
( 53 )
( 67 )
( 183 )
( 23 )
( 240 )
( 446 )
( 43 )
( 412 )
( 236 )
( 2.132 )
308
( 123 )
Aan- en verkoop van dochterondernemingen
( 51 )
( 925 )
( 40 )
(7)
Afschrijvingskost van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten
( 342 )
8
( 40 )
Cumulatieve afschrijvingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten per 1 januari
263 ( 46 )
7
( 163 )
Cumulatieve afschrijvingen van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari
Totaal
Terugname afschrijving door desinvesteringen Omrekeningsverschillen
3
Overige Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
Bijzondere waardeverminderingen per 1 januari Bijzondere waardeverminderingen van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari Bijzondere waardeverminderingen van gecontinueerde bedrijfsactiviteitenper 1 januari Verkoop van dochterondernemingen Toename bijzondere waardeverminderingen verantwoord in de resulatenrekeningvan gecontinueerde bedrijfsactiviteiten
( 1.441 )
Terugname bijzondere waardeverminderingen verantwoord in de resulatenrekeningvan gecontinueerde bedrijfsactiviteiten Omrekeningsverschillen Overige Bijzondere waardevermindering per 31 december
Goodwill en overige immateriële vaste activa
Bijzondere waardevermindering van goodwill Goodwill wordt jaarlijks aan het eind van het jaar getoetst op bijzondere waardevermindering door vergelijking van de realiseerbare waarde van kasstroomgenererende eenheden (CGU) met hun boekwaarde. De realiseerbare waarde wordt bepaald door het hoogste bedrag te nemen van enerzijds de gebruikswaarde en anderzijds de reële waarde verminderd met verkoopkosten. Het type van overgenomen activa of onderneming is bepalend voor de definiering van een CGU. Binnen Fortis Bank zijn alle CGU’s gedefinieerd op het niveau van een (juridische) entiteit. De realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid wordt bepaald met het ‘discounted cash-flow’ model van de verwachte toekomstige kasstromen die de kasstroomgenererende eenheden (CGU) gebruikt. De belangrijkste veronderstellingen die zijn gebruikt in het kasstroommodel, zijn afhankelijk van de gegevens
30
30
1
44
2
47
( 1.410 )
( 43 )
( 368 )
( 234 )
( 2.055 )
1.609
82
16
285
1.992
die verschillende financiële en economische variabelen weerspiegelen, zoals de risicovrije rente in een land en een premie voor het inherente risico van de betreffende entiteit. Deze variabelen worden bepaald op basis van een beoordeling door het management. Een eventuele beursnotering wordt hierbij eveneens als factor meegenomen. De reële waarde verminderd met verkoopkosten wordt bepaald op basis van de beste prijsindicatie, voor zover deze beschikbaar is. Voor alle entiteiten die zijn verantwoord onder ‘Activa aangehouden voor verkoop’ en waarvoor de gebruikswaarde niet meer van toepassing is, werd de voorkeur gegeven aan reële waarde verminderd met verkoopkosten.
Goodwill en overige immateriële vaste activa
211
Hieronder volgt een overzicht van de goodwill en de bijzondere waardeverminderingen per 31 december 2009 voor de belangrijkste kasstroomgenererende eenheden:
Goodwill
Waarde-
Cumulatieve
bedrag
vermindering
Waarde-
Netto
Gebruikte methode
(bruto)
2009
vermindering
bedrag
2.256
( 86 )
( 1.070 )
voor waardebepaling Segment
in 2009
Kasstroom genererende eenheid (CGU) Fortis Investments Alpha Credit
22
Artemis
896
Fortis Energy
131
Captive Finance Limited
18
Dominet S.A.
206
Fortis Bank AS (Turkey)
246
Fundamentum Asset Management Montag & Caldwell
( 96 )
( 18 )
( 694 )
1.186
Asset Management
Reële waarde
22
Retail Banking
Waarde in gebruik
Asset Management
Reële waarde
202
( 131 )
-
Merchant Banking
( 18 )
-
Merchant Banking
( 206 )
-
Retail Banking
246
Multi-segment Banking
28
( 28 )
-
Private Banking
102
( 102 )
-
Asset Management
Von Essen KG Bank
28
( 28 )
-
Retail Banking
Overige
69
( 18 )
( 19 )
50
4.002
( 218 )
( 2.296 )
1.706
Reële waarde
Waarde in gebruik
Waarde in gebruik en reële waarde
Totaal
In het vierde kwartaal van 2009 werd goodwill getoetst op bijzondere waardevermindering, zoals vereist door IFRS. Voor entiteiten waarvoor de gebruikswaarde relevant is heeft Fortis Bank de tests uitgevoerd door vergelijking van de contante waarde van de te verwachten toekomstige kasstromen met hun boekwaarde van de veschillende entiteiten. De uitkomst voor sommige entiteiten vereiste een bijzondere waardevermindering. De verschillende elementen van de disconteringsvoet die in het ‘discounted cash-flow’-model wordt gehanteerd, zijn bepaald aan de hand van gedifferentieerde parameters die, voor zover beschikbaar, weergeven hoe de markt het specifieke risico van de soort activiteit of de entiteit beoordeelt. De doelstelling is een rendementspercentage te hanteren dat beleggers zouden verlangen indien zij een belegging zouden kiezen die qua timing, risico en bedrag dezelfde kasstroom zou genereren als de kasstromen die de Bank van de entiteit verwacht te krijgen. Om deze doelstelling te kunnen verwezenlijken, worden de disconteringsvoeten opgebouwd op basis van drie elementen, waarbij ieder element per entiteit afzonderlijk wordt beoordeeld: • De risicovrije rente wordt per valuta en land gedifferentieerd en is gebaseerd op de marktbeoordeling op de datum waarop de toetsing op bijzondere waardevermindering werd uitgevoerd. • De risicopremie op aandelen vertegenwoordigt het rendement boven de risicovrije rente dat een belegger verwacht te ontvangen als compensatie voor het aanvaarden van een groter risico. Deze risicopremie
212
Goodwill en overige immateriële vaste activa
wordt per land en valuta gedifferentieerd. • De bèta is gebaseerd op marktgegevens van gespecialiseerde informatieleveranciers en op vergelijkingen met sectorgenoten. De bèta tracht de gevoeligheid van de aandelenkoers voor mutaties ten opzichte van de bredere markt weer te geven. De verwachte kasstromen werden door iedere entiteit ingediend en vertegenwoordigen de best mogelijke schatting van het management. De groeiratio gebruikt om de verwachte kasstromen te bepalen is voor Fortis Bank Turkije gebaseerd op de groeiratio van leningen in de lokale sector, en voor Alpha Credit op de verwachtingen van het management met betrekking tot de portefeuille van persoonlijke leningen. Voor entiteiten verantwoord volgens IFRS 5, Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (zie Noot 4, Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten), is de reële waarde verminderd met verkoopkosten gebruikt om het realiseerbare bedrag en de daarmee corresponderende (potentiële) bijzondere waardevermindering te bepalen. Deze entiteiten zijn onderworpen aan verkooptransacties en de reële waarde is afgestemd op de voor de entiteiten te ontvangen prijs. De opgenomen bijzondere waardeverminderingen zijn te verklaren door een combinatie van externe factoren (inclusief de algemene verslechtering van het economisch klimaat en de onzekerheid over de groeiperspectieven) en interne factoren (die vooral te maken hebben met de reorganisatie van de structuur van Fortis Bank).
22. Overlopende rente en overige activa De overlopende rente en overige activa per 31 december zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Overlopende overige kosten Overlopende rentebaten
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
204
266
550
15.324
16.004
44.635
Overlopende overige baten
112
469
812
Derivaten aangehouden voor afdekkingsdoeleinden
323
323
296
Gebouwen bestemd voor verkoop
28
28
46
2.554
2.572
301
Overige
27.667
28.694
44.296
Totaal bruto
46.212
48.356
90.936
Activa voor plannen met vaste toezeggingen
Bijzondere waardeverminderingen Totaal overlopende rente en overige activa
( 472 ) 45.740
( 812 ) 47.544
( 34 ) 90.902
Derivaten aangehouden voor afdekkingsdoeleinden bevatten de positieve reële waarde van alle derivaten die in aanmerking komen als afdekkingsinstrumenten. EUR 308 miljoen (2008: 296 miljoen) is gerelateerd aan reële-waarde afdekkingen. De hedgingstrategieën worden in noot 7 ‘Risicomanagement’ nader beschreven. Voor meer informatie over pensioenplannen en pensioengerelateerde activa wordt verwezen naar noot 9 ‘Vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen’. Alle aan- en verkopen van financiële activa met verplichte levering binnen een tijdsbestek dat is voorgeschreven door regelgeving of marktconventie, worden opgenomen op de transactiedatum, zijnde de datum waarop Fortis Bank toetreedt tot de contractuele bepalingen van het instrument. De lijn ‘Overige’ bevat het saldo van de tijdelijke verschillen tussen de bedragen op de transactieen leveringsdatum. De lijn ‘Overige’ omvat ook de activapools van Scaldis (2009: EUR 842 miljoen; 2008: EUR 4.141 miljoen). De activapools bevatten de voortgezette financiering van activa van externe klanten, zoals consumenten- en autoleningen, handelsvorderingen, hypotheken en leasevorderingen. Bijkomende informatie over Scaldis is terug te vinden in noot 18.4.
Overlopende rente en overige activa
213
23. Activa en verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Vaste activa
Verplichtingen met
aangehouden
betrekking tot vaste activa
voor verkoop
aangehouden voor verkoop
31 december 2009
Transacties met BNP Paribas Fortis Bank Azië
9.668
7.604
15.971
15.138
Fortis Bank UK
7.616
9.035
Asset Management
3.409
4.333
Fortis Bank Frankrijk
8.925
3.984
Fortis Bank Italië
3.173
544
Fortis Bank Zwitserland
2.581
1.581
436
65
Fortis Bank Noord Amerika
Transacties met niet-verbonden partijen Niet-kern Asset Management entiteiten Overige entiteiten Totaal activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop
46
20
51.825
42.304
727
101
31 december 2008
Transacties met niet-verbonden partijen Niet-kern Asset Management entiteiten Overige entiteiten Totaal activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop
214
Activa en verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
11
4
738
105
24. Schulden aan banken De schulden aan banken zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Bankdeposito's: Direct opeisbare deposito's Termijndeposito's Deposito's van centrale banken
5.194
5.334
9.491
18.354
24.108
39.262
202
202
9.205
Totaal deposito's
23.750
29.644
57.958
Terugkoopovereenkomsten
20.810
20.811
44.940
10.100
11.834
27.783
Geleende effecten
2.313
Voorschotten met onderpand Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening Overige
Totaal schulden aan banken
41
41
315
478
478
608
55.179
62.808
133.917
De gemiddeld uitstaande schulden aan banken gedurende het jaar bedroegen voor 2009 EUR 94.889 miljoen (2008: EUR 202.210 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg 0,97% over 2009 (2008: 4,36%). De niet-rentedragende deposito’s van banken bedroegen in 2009 EUR 226 miljoen (2008: EUR 199 miljoen). Het terug te betalen contractuele bedrag voor leningen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening bedroeg EUR 42 miljoen (2008: EUR 314 miljoen), daarom is er geen significant verschil tussen de boekwaarde van de verplichtingen gehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening en de nominale waarde van deze verplichtingen. Fortis Bank heeft in het segment Merchant Banking bepaalde financiële verplichtingen geclassificeerd als schulden aan banken tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Binnen de gedefinieerde beleggingsstrategieën van Merchant Banking zijn financiële activa en financiële verplichtingen, inclusief derivaten, samengebracht in specifieke portefeuilles waarvan de prestatie wordt beheerd en geëvalueerd op basis van de reële waarde.
Contractuele looptijd van deposito’s van banken De contractuele looptijd van door banken aangehouden deposito’s is per 31 december als volgt verdeeld:
2009
2009
2008
55.570
2010
24.886
1.044
2011
1.221
1.027
2012
1.416
31
2013
21
15
2014
381
Later Totaal deposito's
1.719
271
29.644
57.958
Schulden aan banken
215
25. Schulden aan klanten De samenstelling van schulden aan klanten is als volgt:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Direct opeisbare deposito's
40.125
51.262
58.823
Spaardeposito's
50.612
51.138
35.506
Termijndeposito's
47.374
31.298
36.220
Overige deposito's
58
88
50
Totaal deposito's
122.093
138.708
141.753
47.203
50.859
73.635
186
321
378
1.297
1.297
1.106
170.779
191.185
217.815
Terugkoopovereenkomsten Geleende effecten
943
Overige financieringen Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
Totaal schulden aan klanten
De gemiddeld uitstaande schulden aan klanten gedurende het jaar bedroegen voor 2009 EUR 195.476 miljoen (2008: EUR 268.692 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg 1.48% over 2009 (2008: 3,37%). Het terug te betalen contractuele bedrag voor leningen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening bedroeg EUR 1.298 miljoen (2008: EUR 1.098 miljoen), daarom is er geen significant verschil tussen de boekwaarde van de verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening en de nominale waarde van deze verplichtingen. Fortis Bank heeft financiële verplichtingen geclassificeerd als schulden aan klanten tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Binnen de gedefinieerde beleggingsstrategieën worden financiële activa en verplichtingen, inclusief derivaten, samengebracht in specifieke portefeuilles waarvan de prestatie wordt beheerd en geëvalueerd op basis van de reële waarde.
Deposito’s van klanten De gewogen gemiddelde rente die over het jaar op deposito’s is betaald, is als volgt:
2009
2008
Rentedragende direct opeisbare deposito's
0,2%
1,3%
Spaardeposito's
2,1%
2,4%
Termijndeposito's
2,7%
5,6%
Het gemiddeld gedurende het jaar uitstaande bedrag aan deposito’s van klanten bedroeg EUR 141.849 miljoen (2008: EUR 196.939 miljoen).
216
Schulden aan klanten
Contractuele looptijd deposito’s van klanten De contractuele looptijd van de per 31 december uitstaande deposito’s van klanten is als volgt:
2009
2009
2008
129.820
2010
110.675
1.719
2011
1.506
1.117
2012
1.292
1.450
2013
1.656
2.140
2014
1.640
Later Totaal deposito's van klanten
21.939
5.507
138.708
141.753
Schulden aan klanten
217
26. Schuldbewijzen De volgende tabel toont de verschillende schuldbewijzen die Fortis Bank heeft uitgegeven en de bedragen die per 31 december uitstaan:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Kasbons Commercieel paper Overige Totaal tegen geamortiseerde kostprijs Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening Totaal schuldbewijzen
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
8.350
8.359
6.864
31.205
39.475
28.609
5.874
6.074
7.491
45.429
53.908
42.964
5.148
5.207
6.653
50.577
59.115
49.617
Het gemiddeld uitstaande bedrag aan schuldbewijzen bedroeg voor 2009 EUR 53.710 miljoen (2008: EUR 89.130 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg 2,48% over 2009 (2008: 4,20%). Fortis Bank heeft geselecteerde schuldbewijzen met besloten derivaten en corresponderende beleggingen geboekt tegen reële waarde in de resultatenrekening, waardoor een mogelijke boekhoudkundige mismatch wordt uitgesloten. De nominale waarde van de schuldbewijzen die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening worden gehouden bedraagt op 31 december 2009 EUR 5.581 miljoen (2008: EUR 7.662 miljoen). De reële waarde van verplichtingen die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening worden gehouden, houdt rekening met veranderingen die zijn toe te schrijven aan het emittentenrisico met betrekking tot Fortis Bank zelf, voor zover deze veranderingen van materieel belang worden geacht voor de emissievoorwaarden van de bank. De reële waarde van verplichtingen die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening worden gehouden, werd beïnvloed door de wereldwijde verruiming van de creditspreads en de wijziging in de eigendomsverhoudingen van Fortis Bank in 2009. De stijging van de eigen creditspread resulteerde in een wijziging in de reële waarde van schuldbewijzen van EUR (21) miljoen cumulatief sedert aanvang. De contractuele looptijdverdeling van de schuldbewijzen die per 31 december uitstonden, is als volgt:
2009
2009 44.219
2011
1.929
2.771
2012
4.474
2.315
2013
2.707
1.440
2014
3.101
Later
Schuldbewijzen
33.065
2010
Totaal schuldbewijzen
218
2008
5.428
2.685
4.598
59.115
49.617
27. Achtergestelde schulden De achtergestelde schulden kunnen per 31 december als volgt gespecificeerd worden:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2009
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Hybride Tier 1 niet-innovatieve (aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening)
1.541
1.541
Hybride Tier 1 innovatieve (aan geamortiseerde kostprijs)
1.995
1.995
1.993
Overige achtergestelde schulden aan geamortiseerde kostprijs
9.449
9.454
16.068
2.725
2.725
1.948
251
251
198
15.961
15.966
21.932
1.725
Overige achtergestelde schulden tegen reële waarde met waardeveranderingenin de resultatenrekening Reële waarde aanpassingen ten gevolge van hedge accounting Totaal achtergestelde schulden
Het gemiddeld uitstaande bedrag aan achtergestelde schulden bedroeg EUR 18.866 miljoen in 2009 (2008: EUR 23.632 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage bedroeg 5,00% over 2009 (2008: 5,97%). De totale nominale waarde van hybride Tier-1 nietinnovatieve (gehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening) en andere achtergestelde schulden gehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening bedroeg EUR 5.472 miljoen per jaareinde 2009 (2008: EUR 5.792 miljoen). De wijziging in de reële waarde van deze achtergestelde schulden (exclusief CASHES) die toe te schrijven is aan het eigen kredietrisico, bedroeg EUR (119) miljoen cumulatief sedert aanvang.
Achtergestelde schulden
219
27.1. Hybride niet-innovatieve Tier 1-leningen 27.1.1. Achtergestelde converteerbare obligatieleningen: CASHES Fortis Bank SA/NV heeft op 19 december 2007 ‘Floating Rate Convertible and Subordinated Hybrid Equity-linked Securities’ (‘CASHES’) zonder afloopdatum uitgegeven voor een nominaal bedrag van EUR 3 miljard in coupures van EUR 250.000. De coupons zijn per kwartaal betaalbaar, op het einde van de periode, tegen een variabele rentevoet gelijk aan driemaands-Euribor + 2%. De CASHES worden door de toezichthouders beschouwd als onderdeel van het Tier 1-vermogen en vormen een directe, door zekerheid gedekte en achtergestelde obligatie van Fortis Bank SA/NV, Fortis SA/NV en Fortis N.V., hoofdelijk en solidair als mededebiteuren. Houders van de CASHES zijn achtergesteld ten opzichte van houders van alle overige leningen, achtergestelde leningen en preferente aandelen, maar hebben voorrang op houders van gewone aandelen. De hoofdsom van de obligatielening zal nooit in contanten worden terugbetaald. De enige terugbetalingsmogelijkheid die de houders van de CASHES hebben tegenover de mededebiteuren met betrekking tot de hoofdsom van de CASHES betreft de 125.313.283 Fortisaandelen die Fortis Bank SA/NV in onderpand heeft gegeven ten gunste van de houders van de CASHES. Vanaf 19 december 2014 zullen de obligaties automatisch worden ingewisseld tegen Fortis aandelen als de aandelenprijs gelijk of hoger is dan EUR 35,91 gedurende twintig opeenvolgende dagen. De CASHES hebben geen vervaldatum, maar mogen worden ingewisseld tegen Fortis aandelen voor een prijs van EUR 23,94 per aandeel naar gelang de discretie van de houder. Op het moment van uitgifte van de CASHES-instrumenten, zijn Fortis SA/NV en Fortis Bank een Relative Performance Note (‘RPN’) overeengekomen. De reële waarde van deze RPN moest de impact op Fortis Bank neutraliseren van de verschillen in de waardeveranderingen in de CASHES en de waardeveranderingen in de gerelateerde Fortis-aandelen die verantwoord worden op de balans van Fortis Bank en dus haar resultatenrekening beïnvloeden. In 2009 zijn enige voorwaarden uit de initiële overeenkomst door ‘Avenant 3’ van het ‘Protocole d’Accord’ tussen Fortis Holding, de Belgische Staat en BNP Paribas gewijzigd. Er
220
Achtergestelde schulden
werd overeengekomen om de RPN te behouden en een rentebetalingsmechanisme in te stellen tussen Fortis en Fortis Bank, gebaseerd op het referentiebedrag van de RPN en met rentebetalingen vanaf het derde kwartaal van 2009. De Belgische Staat heeft een staatswaarborg uitgegeven met betrekking tot de door Fortis te betalen RPN-interesten indien Fortis in gebreke zou blijven op haar rentebetalingen met betrekking tot de RPN (en de Belgische Staat zou afzien van de mogelijkheid om in de plaats te treden van Fortis), dan kan Fortis Bank een einde maken aan de RPN. In een dergelijk geval zou Fortis de verplichting hebben om Fortis Bank het volgens de RPN verschuldigde bedrag te betalen, maar met een maximum van EUR 2,35 miljard. Afhankelijk van de evolutie in de reële waarde van de CASHES en van de Fortis-aandelen, heeft een van beide partijen – Fortis of Fortis Bank – een verplichting ten opzichte van de andere volgens de RPN. De partij die het referentiebedrag verschuldigd is, heeft ook de verplichting om hierop elk kwartaal rente te betalen die bepaald wordt als driemaands-Euribor verhoogd met 20 basispunten. Eind 2009 bedroeg de basis voor de berekening van de verschuldigde rente op de RPN EUR 641 miljoen, verschuldigd door Fortis aan Fortis Bank. Dit bedrag zal mettertijd evolueren op basis van de reële waardeveranderingen van de CASHES-instrumenten en de reële waardeveranderingen van de gerelateerde Fortis-aandelen. Sinds de start van de transactie heeft Fortis Bank de schuldcomponent van de CASHES-instrumenten, inclusief een besloten derivaat, steeds gerapporteerd als ‘Aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening’. Deze boekhoudbenadering vermijdt de afsplitsing van het besloten derivaat van het hoofdcontract. Om volatiliteit als gevolg van een boekhoudkundige mismatch in de resultatenrekening te voorkomen, werd er in 2007 beslist om ook de gerelateerde Fortis-aandelen en de RPN te verantwoorden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. De reële waarde van de CASHES-instrumenten (schuld) en
de reële waarde van de gerelateerde Fortis-aandelen zijn gebaseerd op marktprijzen, beschikbaar op het einde van de rapporteringsperiode. Net zoals vorig jaar heeft Fortis Bank op consistente wijze de waardering bepaald van de RPN op 31 december 2009, gebaseerd op het verschil tussen de verandering in reële waarde van de CASHES-instrumenten sinds de start en de verandering in reële waarde van de gerelateerde Fortis-aandelen sinds de start. De waardering van de CASHES, de gerelateerde Fortis-aandelen en de RPN zijn gebaseerd op de oorspronkelijke veronderstellingen van de transactie, namelijk dat de hoofdsom van de CASHES niet zal worden terugbetaald in contanten en dat de enige terugbetalingsmogelijkheid van de houders van de CASHES de 125 miljoen Fortis-aandelen zijn die Fortis Bank in hun voordeel heeft verpand. Per 31 december 2009 is de schuldcomponent van de CASHES gewaardeerd op EUR 1.620 miljoen, de Fortis aandelen op EUR 328 miljoen en de RPN op EUR 641 miljoen.
27.1.2. Hybride niet-innovatieve Tier 1-leningen aangegaan door Fortis Bank (gerelateerd aan Nitsh I & II) In 2006 heeft Fortis de Luxemburgse vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ‘Fortis Hybrid Financing S.A.’ opgericht. Deze vennootschap heeft uitsluitend tot doel solvabiliteitsvermogen aan te trekken voor Fortis SA/NV, Fortis N.V. en de entiteiten van de vroegere Fortis-groep door de uitgifte van effecten die onderling gelijkgesteld zijn en de opbrengst daarvan te beleggen in instrumenten (andere dan gewone aandelen) die zijn uitgegeven door een bank- of verzekeringsbedrijf van de vroegere Fortis-groep en worden aangemerkt als solvabiliteitsvermogen voor die entiteit. Als gevolg hiervan en steunend op de hybride Tier1-effecten uitgegeven door Fortis Hybrid Financing in de loop van 2008, is Fortis Bank twee achtergestelde hybride Tier-1 leningen aangegaan met Fortis Hybrid Financing: • Een eeuwigdurende lening met een nominaal bedrag van USD 750 miljoen, uitgegeven op 27 februari 2008, tegen een rentevoet van 8,28% (een doorgeeflening van Nitsh I uitgegeven op 27 februari 2008 door Fortis Hybrid Financing). Fortis Bank kan deze lening op eigen initiatief terugkopen vanaf 27 augustus 2013. • Een eeuwigdurende lening met een nominaal bedrag van EUR 375 miljoen, uitgegeven op 2 juni 2008, tegen een rentevoet van 8,03% (een doorgeeflening van Nitsh II uitgegeven op 2 juni 2008 door Fortis Hybrid Financing). Fortis Bank kan deze lening op eigen initiatief terugkopen vanaf 2 juni 2013. Fortis Bank heeft beide achtergestelde eeuwigdurende leningen gerubriceerd als ‘Aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening’ en dit om een boekhoudkundige mismatch te vermijden. Het renterisico verbonden aan de vaste rente die betaald moet worden op de leningen, alsook de mogelijkheid dat de leningen door de emittent vanaf het vijfde jaar kunnen worden teruggekocht, worden ingedekt via derivaten die geboekt worden aan reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening. Deze achtergestelde eeuwigdurende leningen zijn leningen tussen Fortis Hybrid Financing en Fortis Bank en zijn dus niet de Nitsh I en Nitsh II die uitgegeven werden door Fortis Hybrid Financing. Zodoende hebben de leningen tussen Fortis Hybrid Financing en Fortis Bank en de Nitsh I en Nitsh II een verschillend risicoprofiel omwille van een verschillend kredietrisicoprofiel
Achtergestelde schulden
221
van de schuldenaar, namelijk Fortis Bank of Fortis Hybrid Financing. De reële waarde van de achtergestelde eeuwigdurende leningen tussen Fortis Bank en Fortis Hybrid Financing wordt bepaald door een ‘mark-to-model’-methode die is gebaseerd op de volgende elementen: • de structuur van het renterisico dat verband houdt met de mogelijkheid de vastrentende schuld op te vragen; • de prijsontwikkeling in verhouding tot de ontwikkeling van de creditspreads op achtergestelde kredietinstrumenten en rekening houdend met het eigen kredietrisico van de uitgever.
27.2. Hybride innovatieve Tier 1-leningen rechtstreeks door Fortis Bank uitgegeven In 2001 en 2004 heeft Fortis Bank rechtstreeks eeuwigdurende hybride obligatieleningen uitgeven, beide keren voor een nominaal bedrag van EUR 1.000 miljoen. Beide leningen hebben sterk vergelijkbare kenmerken. Na tien jaar mag de uitgevende instelling overgaan tot volledige (niet gedeeltelijke) aflossing. De leningen vallen onder een Support Agreement aangegaan door Fortis SA/NV en Fortis N.V. • een afkoopbare eeuwigdurende cumulatieve obligatielening van nominaal EUR 1.000 miljoen uitgegeven door Fortis Bank in 2001 met een coupon van 6,50% tot 26 september 2011 en daarna driemaands Euro Reference Rate + 2,37%. • een rechtstreeks uitgegeven eeuwigdurende lening van nominaal EUR 1.000 miljoen uitgegeven door Fortis Bank in 2004, met een coupon van 4,625% tot 27 oktober 2014 en daarna driemaands Euro Reference Rate + 1,70%.
27.3. Overige achtergestelde schulden De overige achtergestelde schulden hebben betrekking op: • obligaties in diverse valuta’s • eeuwigdurende leningen in diverse valuta’s. Fortis Bank heeft beslist om bepaalde achtergestelde schulden en gerelateerde investeringen te rapporteren tegen reële waarde in de resultatenrekening om een boekhoudkundige mismatch te voorkomen. Fortis Bank dekt het renterisico van achtergestelde schulden met vaste rente op portefeuillebasis (macro hedging) af met gebruik van renteswaps. De afgedekte schulden zijn achtergestelde uitgiften met de volgende kenmerken: • in lokale valuta (euro) • vaste looptijd • vaste hoofdsommen • vaste rentebetalingsdata • zonder renteopties of besloten derivaten • verantwoord op basis van geamortiseerde kostprijs
222
Achtergestelde schulden
Van de achtergestelde schulden met deze kenmerken wordt een portefeuille gevormd waaraan het afgedekte item wordt gerelateerd. Achtergestelde schulden opgenomen in een portefeuilleafdekking voor renterisico moeten het risico dat wordt afgedekt delen. De kasstromen worden gealloceerd aan maandelijkse intervallen op basis van de contractuele vervaldata. De afdekkingsinstrumenten zijn ‘plain vanilla’-renteswaps gesloten met externe tegenpartijen tegen de marktarieven op de datum van de transactie. Veranderingen in de reële waarde van de achtergestelde schulden die het gevolg zijn van het afgedekte renterisico worden verantwoord als ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’ teneinde de boekwaarde van achtergestelde schulden te corrigeren. Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte achtergestelde schulden ten tijde van de eerste verantwoording van de afdekking wordt afgeschreven over de resterende looptijd van de afgedekte post en wordt eveneens verantwoord als ‘reële-waardeaanpassingen ten gevolge van hedge accounting’. Sinds 12 mei 2009 heeft Fortis Bank haar methode voor het toetsen van de effectiviteit van hedge accounting geharmoniseerd met BNP Paribas. Een aantal hedgerelaties werd op die datum beëindigd en er werden nieuwe opgezet. Het effect van de harmonisering van methodologie bestaat uit twee elementen: • aanpassingen van de reële waarde van de afgedekte posten in de oude hedgerelaties werden gestopt. • een nieuw startverschil deed zich voor tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte achtergestelde schulden op het moment waarop de nieuwe hedgerelatie werd aangegaan. Dit verschil wordt tezamen met het startverschil van de oude hedgerelatie met terugwerkende kracht geamortiseerd over de resterende looptijd van de afgedekte achtergestelde schulden en zijn verantwoord op de regel ‘reële-waarde aanpassingen ten gevolge van hedge accounting’.
27.4. Overige achtergestelde verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening Fortis Bank heeft enkele achtergestelde verplichtingen met besloten derivaten en de hieraan gerelateerde beleggingen aangemerkt als gehouden tegen reële waarde waardeveranderingen in de resultatenrekening om een boekhoudkundige mismatch te voorkomen. De reële waarde van verplichtingen die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening worden gehouden, houdt rekening met veranderingen die zijn toe te schrijven aan het emittentenrisico met betrekking tot Fortis Bank zelf, voor zover deze veranderingen van betekenis worden geacht voor de emissievoorwaarden van de bank. De reële waarde van verplichtingen die tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening worden gehouden, is beïnvloed door de wereldwijde verruiming van de creditspreads en de eigendomsverandering van Fortis Bank in 2009.
Achtergestelde schulden
223
28. Overige financieringen De overige financieringen zijn per 31 december als volgt:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Verplichting tot teruggave van effecten
61
Financiële leaseverplichtingen
1
2
17
Onderhandse leningen
163
163
172
Deposito's dienende als onderpand
185
185
170
Overige
207
218
145
Totaal overige financieringen
556
568
565
De looptijdverdeling van de overige financieringen is als volgt:
2009
Tot 3 maanden 3 maanden tot 1 jaar
2008
4
489
564
73
1 jaar tot 5 jaar
2
Langer dan 5 jaar
1
Totaal
568
565
Financiële leaseverplichtingen De verplichtingen van Fortis Bank inzake financiële leaseovereenkomsten kunnen als volgt worden weergegeven:
Contante waarde
2009
Tot 3 maanden
Toekomstige financieringslasten
224
Overige financieringen
leasebetalingen
2008
2009
2
3
2
17
2008
12
1
Langer dan 5 jaar Totaal
van minimum
leasebetalingen
12
3 maanden tot 1 jaar 1 jaar tot 5 jaar
Minimum
1 2
3
2
17
1
1
29. Voorzieningen De voorzieningen over het jaar eindigend op 31 december zijn als volgt samengesteld:
31 december 2009
31 december 2009
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Verbintenissen tot kredietverstrekking
Totaal voorzieningen
beëindigde bedrijfsactiviteiten
434
491
5
15
87
595
723
471
1.034
1.229
1.331
Herstructurering Overige
31 december 2008
inclusief
773
Voorzieningen voor verbintenissen tot kredietverstrekking zijn voorzieningen die het kredietrisico af te dekken voor de verbintenissen tot kredietverstrekking van Fortis Bank opgenomen in de buitenbalansrekeningen en die individueel of op portefeuillebasis onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering. Het bedrag van de bijzondere waardevermindering is de contante waarde van de kasstromen die Fortis Bank verwacht nodig te hebben om de verbintenissen tot kredietverstrekking op te heffen. De voorzieningen voor herstructurering hebben betrekking op de kosten van een door het management van Fortis Bank aangekondigd herstructureringsplan. Deze voorzieningen hangen samen met de integratie van verworven entiteiten en met het verder stroomlijnen van de wereldwijde organisatie en infrastructuur van Fortis Bank. In de Voorziening voor herstructurering zijn mede begrepen voorzieningen voor personeel en andere operationele kosten. De overige voorzieningen bestaan uit voorzieningen voor fiscale en juridische geschillen. De voorziening voor fiscale en juridische geschillen is gebaseerd op de best mogelijke schattingen zoals beschikbaar op jaareinde waarbij rekening wordt gehouden met de adviezen van juridische en fiscale adviseurs. Het tijdstip van de uitgaande kasstromen die samenhangen met deze voorzieningen is per definitie onzeker, gezien de onvoorspelbaarheid van de uitkomst van en de tijd die gemoeid is met het afwikkelen van geschillen. Het verloop van de voorzieningen gedurende het jaar is als volgt:
Verbintenissen tot kredietverstrekking
Per 1 januari 2008
Herstructurering
Overige
Totaal
447
43
352
6
5
36
47
441
38
316
795
74
4
78
Toename voorzieningen van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten
340
68
251
659
Terugname niet-gebruikte voorzieningen van gecontinueerde bedrijfsactiviteiten
( 50 )
( 95 )
( 33 )
( 178 )
(7)
( 41 )
( 48 )
(6)
(4)
40
9
( 20 )
773
87
471
Balans van beëindigde bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2008 Balans van gecontinueerde activiteiten per 1 januari 2008 Aan- en verkoop van dochterondernemingen
Aanwendingen in de loop van het jaar
842
Impact disconteringsvoet Omrekeningsverschillen Overige Balans per 31 december 2008
2
29 1.331
Aan- en verkoop van dochterondernemingen Toename voorzieningen
251
14
410
675
Terugname niet-gebruikte voorzieningen
( 96 )
( 42 )
( 57 )
( 195 )
( 114 )
( 52 )
( 123 )
( 289 )
22
( 308 )
Aanwendingen in de loop van het jaar Impact disconteringsvoet Omrekeningsverschillen Overige Per 31 december 2009 inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Per 31 december 2009 exclusief activa aangehouden voor verkoop
7
9
( 330 )
16
491
15
723
57
10
128
1.229 195
434
5
595
1.034
Voorzieningen
225
30. Actuele en uitgestelde belastingen vorderingen en verplichtingen De belastingpositie per 31 december kan als volgt worden samengevat:
2009 Actueel
Uitgesteld
Totaal
2009 Actueel
exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Uitgesteld
Totaal
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Activa
76
3.617
3.693
112
4.192
4.304
Verplichtingen
81
273
354
125
303
428
2008 Actueel
Uitgesteld
Totaal
Activa
365
2.089
2.454
Verplichtingen
363
162
525
De componenten van de uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingschulden per 31 december worden hierna getoond.
Resultatenrekening
Balans 2009
2008
2009
2008
264
149
117
114
523
( 211 )
250
1.531
( 17 )
( 54 )
Uitgestelde belastingvorderingen op: Activa aangehouden voor handelsdoeleinden (handelsportefeuille effecten/afgeleidefinanciële instrumenten / overige activa aangehouden voor handelsdoeleinden) Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (verkochte effecten/afgeleidefinanciële instrumenten / overige handelsschulden) Beleggingen (tot einde looptijd aangehouden / beschikbaar voor verkoop)
310 (1)
Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen
772
Immateriële vaste activa (exclusief goodwill)
112
7
105
82
34
51
( 134 )
938
369
570
229
89
70
19
23
Voorzieningen voor pensioenen en uitkeringen na uitdiensttreding
878
10
868
(4)
Overige voorzieningen
233
294
( 56 )
93
49
54
(4)
32
2.486
3.437
422
686
6.634
7.164
Vorderingen op klanten Bijzondere waardeverminderingen op leningen Schuldbewijzen en achtergestelde schulden
Overlopende kosten en vooruit ontvangen opbrengsten Niet-aangewende compensabele verliezen Overige Bruto uitgestelde belastingvorderingen Niet-erkende uitgestelde belastingvorderingen
( 309 )
Netto uitgestelde belastingvorderingen
6.325
57
317 ( 375 )
2
1.974 612
1.441
3.137
( 3.592 )
1.045
( 2.548 )
3.572
2.486
589
Uitgestelde belastingverplichtingen op: Activa aangehouden voor handelsdoeleinden (handelsportefeuille effecten/afgeleidefinanciële instrumenten / overige activa aangehouden voor handelsdoeleinden)
368
237
( 132 )
Beleggingen (tot einde looptijd aangehouden / beschikbaar voor verkoop)
425
( 20 )
( 80 )
Materiële vaste activa
107
122
15
5
8
42
33
231
184
135
( 49 )
( 115 )
81
599
518
( 582 )
( 24 )
Immateriële vaste activa (exclusief goodwill) Vorderingen op klanten Bijzondere waardeverminderingen op leningen Schuldbewijzen en achtergestelde schulden
( 47 )
2
Voorzieningen voor pensioenen en uitkeringen na uitdiensttreding Fondsbeleggingen van pensioenplannen
897
36
( 862 )
Overige
366
494
103
( 28 )
2.436
1.645
( 454 )
( 558 )
Totaal uitgestelde belastingverplichtingen
Uitgestelde belastinglasten
Netto uitgestelde belastingen
226
Actuele en uitgestelde belastingen vorderingen en verplichtingen
2.031
3.889
1.927
31
Uitgestelde belastingvorderingen en belastingverplichtingen worden gesaldeerd wanneer er sprake is van een wettelijk afdwingbaar recht om actuele belastingvorderingen te salderen met actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen dezelfde belastingautoriteit betreffen. De volgende salderingen zijn toegepast:
2009
Uitgestelde belastingvorderingen Uitgestelde belastingverplichtingen Netto uitgestelde belastingen
4.192
2008
2.089
303
162
3.889
1.927
Per 31 december 2009 bedraagt het totaal van de uitgestelde belastingvorderingen EUR 4.192 miljoen waarvan EUR 3.412 miljoen betrekking heeft op Fortis Bank SA/NV, de moedermaatschappij van Fortis Bank in België. Het totaal van uitgestelde en actuele belasting met betrekking tot bedragen die begrepen zijn in het eigen vermogen bedraagt respectievelijk EUR 439 miljoen en EUR 2 miljoen (2008: EUR 575 miljoen en EUR 2 miljoen). Uitgestelde belastingvorderingen worden en blijven verantwoord voor zover het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige resultaten zullen zijn waarmee de uitgestelde belastingvordering verrekend kan worden. Er werden geen uitgestelde belastingvorderingen verantwoord met betrekking tot nietgecompenseerde belastingverliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden ten belope van EUR 1.130 miljoen verantwoord (2008: EUR 4.479 miljoen) die onbeperkt in de tijd kunnen worden doorgeschoven en op niet-gecompenseerde belastingverliezen ten belope van EUR 60 miljoen (2008: 3.185 miljoen) die over een periode van vijf jaar verlopen. Uitgestelde belastingvorderingen welke afhangen van toekomstige belastbare winsten die de winsten die voortvloeien uit het terugboeken van bestaande belastbare tijdelijke verschillen overtreffen, bedragen EUR 334 miljoen (2008: EUR 39 miljoen). De uitgestelde belastingvorderingen zijn verantwoord op basis van de verwachting dat in de toekomst voldoende belastbare winsten zullen worden gegenereerd om deze belastingvorderingen te innen. Tijdens de beoordeling of uitgestelde belastingvorderingen kunnen verantwoord worden, werd er rekening gehouden met de geschatte financiële impact van het Industriële Plan van Fortis Bank alsook met de lopende herstructurering van Fortis Bank en het resultaat van de budgetprojecties. Aangezien verliezen in België onbeperkt in de tijd kunnen overgedragen worden kan er aangetoond worden dat belastingverliezen en andere tijdelijke verschillen die aan de basis liggen van uitgestelde belastingvorderingen volledig afgezet zullen kunnen worden tegenover belastingwinsten in de toekomst.
Actuele en uitgestelde belastingen vorderingen en verplichtingen
227
31. Overlopende rente en overige verplichtingen De samenstelling van de overlopende rente en overige verplichtingen is per 31 december als volgt:
31 december 2009 exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
Uitgestelde baten Overlopende rente Overlopende lasten
31 december 2008
inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
169
233
404
14.593
15.314
43.967
259
596
930
Derivaten gehouden voor afdekkingsdoeleinden
1.058
1.058
857
Verplichtingen voor pensioenplannen met vaste toezeggingen
2.560
2.582
260
Overige personeelsvoordelen
868
1.037
1.043
Handelsschulden
554
687
821
10
11
7
104
119
131
Schulden aan agenten, polishouders en tussenpersonen BTW en overige te betalen belastingen Te betalen dividenden
4
4
4
Overige verplichtingen
8.416
9.278
11.094
28.595
30.919
59.518
Totaal
Onder derivaten aangehouden voor afdekkingsdoeleinden worden de negatieve reële waarde van alle derivaten die in aanmerking komen als afdekkingsinstrument in reëlewaardeafdekkingen en kasstroomafdekkingen verantwoord. Het bedrag dat samenhangt met reële waarde afdekkingen bedraagt EUR 1.028 miljoen (2008: EUR 856 miljoen) en voor de kasstroomafdekkingen is het bedrag EUR 30 miljoen (2008: EUR 1 miljoen). De afdekkingstrategieën worden nader toegelicht in noot 7 ‘Risicomanagement’. Nadere details over de pensioenverplichtingen zijn te vinden in noot 9 ‘Vergoedingen na uitdiensttreding, andere lange-termijn personeelsvoordelen en ontslagvergoedingen. Andere verplichtingen in verband met personeelsvoordelen hebben onder andere betrekking op andere vergoedingen na uitdiensttreding, sociale zekerheidslasten, ontslagvergoedingen en opgenomen vakantiedagen. Alle aan- en verkopen van financiële activa met verplichte levering binnen een tijdsbestek dat is voorgeschreven door regelgeving of marktconventie worden opgenomen op de transactiedatum, zijnde de datum waarop Fortis Bank toetreedt tot de contractuele bepalingen van het instrument.
228
31 december 2009
Overlopende rente en overige verplichtingen
De regel overige verplichtingen bevat de boekwaarde van niet-afgeleide financiële instrumenten die dienen als afdekkingsinstrumenten voor afdekkinggen van nettoinvesteringshedges ten bedrage van EUR 2.174 miljoen (2008: EUR 2.532 miljoen). Een bedrag van EUR 26 miljoen (2008: EUR 246 miljoen) behoort tot niet-afgeleide financiële verplichtingen die als indekkingsinstrument dienen voor reële-waarde-afdekkingen. Het overige deel van de regel ‘overige verplichtingen’ bevat hoofdzakelijk het saldo van de tijdelijke verschillen tussen de bedragen op de transactie - en leveringsdatum. De voorbije jaren heeft Fortis Bank opties op aandelen van Fortis aangeboden aan de seniormanagers. De door Fortis Bank toegekende opties betreffen 10-jarige American atthe-money call opties met een 5-jarige vestigingsperiode. Op basis van de uitoefenprijzen en de huidige koers van het aandeel van Fortis zijn alle opties ruim out-of-the-money.
32. Derivaten Derivaten zijn forwards, futures, swaps en optiecontracten waarvan waarde word afgeleid uit onderliggende rentetarieven, valutakoersen, goederenprijzen, aandelenkoersen of kredietinstrumenten. Een derivatencontract kan op een beurs of onderhands (over the counter / OTC) worden verhandeld. Op een beurs verhandelde derivaten, zoals futures en opties, zijn gestandaardiseerd en brengen door de margeverplichtingen, die door de verschillende beurzen opgelegd worden, over het algemeen geen significant tegenpartijrisico met zich mee. Onderhands verhandelde derivatencontracten worden onderling door contractpartijen overeengekomen. Onder overige derivaten zijn begrepen de in sommige contracten besloten (embedded) derivaten, waarbij bijvoorbeeld het hybride (gecombineerd) instrument tevens een nietderivaatbasiscontract (host contract) bevat. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde kasstromen van het gecombineerde instrument op dezelfde wijze variëren als een afgescheiden derivaat. De notionele bedragen worden niet als activa of verplichtingen in de balans opgenomen en zijn geen afspiegeling van de potentiële winst of het verlies waarmee een dergelijke transactie gepaard kan gaan. Het risico dat Fortis Bank loopt wanneer een tegenpartij haar verplichtingen niet kan nakomen, is beperkt tot de positieve reële waarde van de derivatencontracten. Renteswaps zijn contractuele overeenkomsten tussen twee partijen op grond waarvan rentekasstromen in dezelfde valuta worden uitgewisseld. Deze verplichtingen worden berekend op basis van verschillende rentetypen. Bij de meeste renteswaps vindt een netto-uitwisseling van kasstromen plaats. Dit bestaat uit het verschil tussen de vaste en variabele rentebetalingen. Fortis Bank maakt onder meer gebruik van renteswaps om de rentekenmerken van bepaalde activa en verplichtingen te wijzigen. Zo kan bijvoorbeeld uit hoofde van langlopende schulden een renteswap worden aangegaan om een rente-instrument met een vast rentetarief om te zetten in een rente-instrument met een variabel tarief, teneinde de rentemismatch te verminderen. Daarnaast gebruikt Fortis Bank renteswaps om het risico van koersfluctuaties van de effectenhandelsportefeuille af te dekken. Rentefutures worden op een beurs verhandeld en betreffen een verplichting om effecten of een geldmarktinstrument te kopen of verkopen op een vastgestelde datum in de toekomst tegen een voorafbepaalde prijs.
Renteforwards worden onderhands verhandeld en zijn afgeleide instrumenten waarbij twee partijen een rentetarief en periode overeenkomen die als referentiepunt worden gebruikt voor de berekening van een nettobetaling die door de ene partij aan de andere partij moet worden gedaan, afhankelijk van de marktrente die geldt op een bepaald moment in de toekomst. Renteopties worden gebruikt als bescherming tegen het renterisico en zijn opties waarbij de verkoper zich verplicht aan de koper een renteverschil te betalen in ruil voor een door de koper betaalde premie. Dit renteverschil is het verschil tussen de huidige rente en een afgesproken rentetarief voor een notioneel bedrag. Bij alle rentecontracten is het risico van een verlies gedurende de looptijd afhankelijk van de rentestand. Valutaswaps zijn, in hun eenvoudigste vorm, contractuele overeenkomsten op grond waarvan zowel periodieke als eenmalige betalingen in verschillende valuta worden geruild. De waarde van deze contracten is afhankelijk van de vervaldatum, de rentetarieven, valutakoersen en het tijdstip van de betalingen. Valutacontracten, waaronder spot , forward en futurecontracten, zijn overeenkomsten om betalingen in verschillende valuta’s op een bepaalde datum te ruilen tegen een vooraf overeengekomen wisselkoers. Deze contracten hebben tot doel de netto investerings- en valutaposities af te dekken. Valutaoptiecontracten lijken op renteoptiecontracten maar zijn gebaseerd op valutakoersen in plaats van rentetarieven. De waarde van deze contracten wordt gedurende de looptijd groter of kleiner naarmate de valutakoersen en rente fluctueren. Voor op een beurs verhandelde rentefutures, opties en valutacontracten geldt dat het buitenbalanskredietrisico voor Fortis Bank beperkt is, aangezien deze transacties tot stand komen op georganiseerde beurzen die de verplichting van de tegenpartij overnemen en over het algemeen eisen dat er zekerheden worden gestort en dat margeverplichtingen dagelijks worden afgerekend. Grondstoffenforwards en -futures (commodity forwards, commodity futures) zijn contracten waarbij de onderliggende waarde een bepaalde grondstof is. Een grondstoffenswap (commodity swap) is een swap waarbij kasstromen worden uitgewisseld op basis
Derivaten
229
van de onderliggende grondstof. Een grondstoffenoptie (commodity option) is het recht om grondstoffencontracten te kopen of verkopen tegen een vaste prijs tot een specifiek tijdstip. Kredietderivaten bieden de mogelijkheid om kredietrisico af te zonderen van de andere risico’s alsmede van het instrument waaraan het derivaat verbonden is. Hierdoor kan het kredietrisico worden overgedragen aan een andere partij. Bij een credit default swap betaalt de koper/ begunstigde een premie voor het recht om een obligatie terug te verkopen aan de verkoper/ garantiegever indien een bepaalde kredietgebeurtenis plaatsvindt. Een total return swap is een contract waarbij de begunstigde ermee instemt om de garantiegever de totale opbrengst van de onderliggende activa, welke bestaat uit alle contractuele betalingen alsook elke waardevermeerdering van de reële waarde in de onderliggende activa, te vergoeden. Aandelenderivaten hebben betrekking op aandelenswaps, -opties, -forwards en -futures. Een aandelenswap is een swap waarbij de kasstromen die uitgewisseld worden, gebaseerd zijn op de totale opbrengst van een bepaalde beursindex of individuele aandelen en een rentetarief (vast of variabel). Aandelenopties geven het recht tot aankoop (in geval van een call optie) of verkoop (in het geval van een put optie) van een vaste hoeveelheid aandelen, tegen een voorafbepaalde prijs, voor of op een bepaalde datum.
230
Derivaten
32.1. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden De derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden waren per 31 december als volgt samengesteld:
Activa
Verplichtingen
Notioneel Reële waarden
bedrag
Notioneel Reële waarden
bedrag
2009 Valutacontracten Forwards en futures
313
53.343
338
53.097
Rente- en valutaswaps
494
14.205
515
14.125
Opties
199
17.531
193
17.371
Totaal
1.006
85.079
1.046
84.593
Rentecontracten Forwards en futures
128
298.165
299
355.570
Swaps
26.612
1.514.015
27.142
1.514.038
Opties
15.264
1.087.805
15.339
1.064.529
Totaal
42.004
2.899.985
42.780
2.934.137
Commodity contracten Forwards en futures
27
14.311
22
14.706
Swaps
633
6.940
559
7.070
Opties
67
3.324
43
3.352
Totaal
727
24.575
624
25.128
Aandelen-/Indexcontracten Forwards en futures
1
320
1
457
18
871
137
911
Opties en warrants
719
6.737
1.666
12.719
Totaal
738
7.928
1.804
14.087
Swaps
1.894
20.753
1.421
23.589
Totaal
1.894
20.753
1.421
23.589
235
388
228
210
Balans per 31 december 2009
46.604
3.038.708
47.903
3.081.744
Niet op een beurs verhandeld (OTC)
46.190
3.004.104
47.675
3.059.918
414
34.604
228
21.826
46.604
3.038.708
47.903
3.081.744
Swaps
Kredietderivaten
Overige
Beursgenoteerde derivaten
Totaal inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Totaal exclusief activa aangehouden voor verkoop
3.308
3.099
43.296
44.804
Derivaten
231
Activa
Verplichtingen
Notioneel Reële waarden
bedrag
Notioneel Reële waarden
bedrag
2008 Valutacontracten Forwards en futures
1.468
146.089
1.618
145.299
741
18.567
744
18.023
Opties
1.022
35.940
1.027
35.869
Totaal
3.231
200.596
3.389
199.191
Rente- en valutaswaps
Rentecontracten Forwards en futures
34
42.408
165
201.069
Swaps
42.043
2.110.867
43.582
2.110.869
Opties
20.267
1.657.144
20.846
1.609.000
Totaal
62.344
3.810.419
64.593
3.920.938
Commodity contracten 380
29.315
72
30.013
Swaps
Forwards en futures
1.284
10.865
1.457
11.762
Opties
95
8.598
339
8.170
Totaal
1.759
48.778
1.868
49.945
Forwards en futures
2
415
1
546
Swaps
7
Aandelen-/Indexcontracten
41
Opties en warrants
957
9.265
2.440
20.573
Totaal
966
9.680
2.441
21.160
Swaps
3.429
21.834
2.994
20.374
Totaal
3.429
21.834
2.994
20.374
406
768
284
924
Balans per 31 december 2008
72.135
4.092.075
75.569
4.212.532
Niet op een beurs verhandeld (OTC)
71.280
3.910.049
74.864
4.060.627
855
182.026
705
151.905
72.135
4.092.075
75.569
4.212.532
Kredietderivaten
Overige
Beursgenoteerde derivaten Totaal
232
Derivaten
32.2. Derivaten aangehouden voor afdekking (‘hedging’) De derivaten aangehouden voor afdekking (hedging) bestaan voornamelijk uit reële waarde afdekkingen. Fortis Bank gebruikt derivaten, met name renteswaps, voor het afdekken van posities bij het beheer van de eigen activa- en verplichtingenportefeuilles en voor het afdekken van structurele posities. Fortis Bank kan hierdoor het marktrisico beperken dat anders zou ontstaan door structurele ongelijkheden tussen de looptijden en andere kenmerken van haar activa en verplichtingen. De derivaten aangehouden voor afdekking zijn per 31 december als volgt samengesteld.
Activa
Verplichtingen
Notioneel Reële waarden
bedrag
Notioneel Reële waarden
bedrag
2009 Valutacontracten Forwards en futures Rente- en valutaswaps
72
3
68
Totaal
72
3
68
Rentecontracten Forwards en futures Swaps
323
27.569
1.055
27.569
Totaal
323
27.569
1.055
27.569
Balans per 31 december 2009
323
27.641
1.058
27.637
Niet op een beurs verhandeld (OTC)
323
27.641
1.058
27.637
323
27.641
1.058
27.637
Aandelen/Index contracten Forwards en futures Totaal
Genoteerde derivaten
Totaal inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Totaal exclusief activa aangehouden voor verkoop
323
1.058
Derivaten
233
Activa
Verplichtingen
Notioneel Reële waarden
bedrag
Notioneel Reële waarden
bedrag
2008 Valutacontracten Forwards en futures
2
Rente- en valutaswaps Totaal
2
2 78
14
297
78
16
297
Rentecontracten Forwards en futures
1
11
Swaps
293
22.272
841
22.272
Totaal
294
22.283
841
22.272
Aandelen/Index contracten Forwards en futures
2
2
Totaal
2
2
Balans per 31 december 2008
296
22.363
857
22.571
Niet op een beurs verhandeld (OTC)
296
22.361
857
22.569
857
22.571
Genoteerde derivaten Totaal
234
Derivaten
2 296
22.363
2
33. Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen 33.1. Reële waarde van activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs In de volgende tabel zijn de boekwaarde en de reële waarde weergegeven van de financiële activa en financiële verplichtingen, die op de geconsolideerde balans van Fortis Bank niet tegen hun reële waarde zijn gewaardeerd. De tabel is aangevuld met een beschrijving van de gebruikte methodes om de reële waarde van de financiële instrumenten te bepalen.
2009
2008
Boek
Reële
Boek
Reële
waarde
waarde
waarde
waarde
Geldmiddelen en kasequivalenten
27.673
27.685
22.644
22.645
Vorderingen op banken
19.251
19.586
47.043
47.332
Vorderingen op klanten
175.900
179.122
213.536
214.753
3.439
3.575
3.851
4.085
23.231
24.293
Activa
Beleggingen tot einde looptijd aangehouden Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen Herverzekering en overige vorderingen Totaal financiële activa
2.716
2.716
5.680
5.625
252.210
256.977
292.754
294.440
Verplichtingen Schulden aan banken
62.767
63.663
133.602
133.682
Schulden aan klanten
189.888
190.956
216.709
216.111
Schuldbewijzen
53.908
53.649
42.964
43.062
Achtergestelde schulden
11.449
11.449
18.061
19.009
568
568
565
565
318.580
320.285
411.901
412.429
Overige financieringen Totaal financiële verplichtingen
33.2. Waarderingstechnieken toegepast voor de bepaling van de reële waarde Financiële instrumenten worden geclassificeerd op drie niveaus in afnemende volgorde van de waarneembaarheid van hun waarde en van de gegevens die worden gebruikt voor de waardebepaling ervan: • Niveau 1 – Financiële instrumenten met genoteerde marktprijzen: Dit niveau omvat financiële instrumenten met in een actieve markt genoteerde prijzen die direct kunnen worden gebruikt. Hiertoe worden met name gerekend liquide aandelen en obligaties, het lenen en ongedekt verkopen van deze instrumenten, op gereguleerde markten verhandelde derivaten (futures en opties, enz.), en participaties in fondsen waarvan de intrinsieke waarde dagelijks wordt berekend. • Niveau 2 – Financiële instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van waarderingstechnieken op basis van waarneembare gegevens:
Dit niveau omvat financiële instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald op basis van de prijs van soortgelijke instrumenten genoteerd op een actieve markt of op basis van identieke of soortgelijk instrumenten genoteerd op een niet-actieve markt waarvoor echter regelmatige transacties kunnen worden waargenomen of, in de laatste plaats, op basis van instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van waarderingstechnieken op basis van waarneembare gegevens. Hiertoe worden met name gerekend aandelen en obligaties met een geringe liquiditeit, het lenen en ongedekt verkopen van deze instrumenten, participaties in fondsen waarvoor regelmatig liquiditeit wordt verstrekt, derivaten verhandeld op OTC-markten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van technieken op basis van waarneembare gegevens en gestructureerde schuldbewijzen waarvan de waarde uitsluitend wordt bepaald met gebruik van waarneembare gegevens.
Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen
235
• Niveau 3 – Financiële instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van waarderingstechnieken op basis van niet-waarneembare gegevens: Dit niveau omvat financiële instrumenten waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van waarderingstechnieken die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op niet-waarneembare gegevens. Een niet-waarneembaar gegeven wordt gedefinieerd als een parameter waarvan de waarde wordt afgeleid van veronderstellingen of correlaties die niet gebasserd zijn op ofwel waarneembare transactieprijzen van het identieke instrument op de waardebepalingsdatum ofwel waarneembare marktgegevens die op diezelfde datum beschikbaar zijn. Een instrument wordt geclassificeerd op niveau 3 als de waardebepaling ervan voor een aanzienlijk deel is gebaseerd op niet-waarneembare gegevens. Hiertoe worden met name gerekend niet-beursgenoteerde aandelen, obligaties waarvan de waarde wordt bepaald met gebruik van waarderingsmodellen die ten minste één significant gegeven gebruiken dat niet-waarneembaar is of afgeleid is van prijsgegevens in een niet-actieve markt (zoals CDO-, CLO- en ABS-effecten), participaties in fondsen die in liquidatie zijn of waarvan de notering is opgeschort, complexe derivaten met meerdere onderliggende waarden (hybride instrumenten, synthetische CDO’s, enz.) en de gestructureerde schuld waarop deze derivaten zijn gebseerd.
33.3. Waarderingsmethodes van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde Met ingang van 31 december 2009 past Fortis Bank de in maart 2009 gepubliceerde wijziging op IFRS 7, Verbetering van de informatieverschaffing over financiële instrumenten, toe. Deze wijziging introduceert een hiërarchie voor de classificatie van financiële instrumenten op basis van de door Fortis Bank gehanteerde methoden om de reële waarde te bepalen. Daarmee werd het begrip ‘actieve markt’ losgelaten, dat leidend was in IAS 39 en waarop tot 31 december 2008 de gepresenteerde classificatie van financiële instrumenten was gebaseerd. De inhoud van de drie in IFRS 7 gedefinieerde niveaus is daarom niet meer vergeljkbaar met de inhoud van de drie categorieën financiële instrumenten waarover in voorgaande verslagen informatie werd verschaft. Aldus werden bepaalde in actieve markten verhandelde maar niet genoteerde instrumenten die in het verslag van 31 december 2008 werden gepresenteerd onder categorie 1, in de vergelijkende presentatie van de jaarrekening voor 2008 geclassificeerd onder niveau 2. In overeenstemming met IFRS 7 werden op 31 december 2009 alle financiële instrumenten waarvan de waardebepaling per verslagdatum in aanzienlijke mate was gebaseerd op niet-waarneembare parameters, opgenomen onder niveau 3. De financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde, bestaan uit ‘Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden’, ‘Financiële activa en verplichtingen aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening’, ‘Derivaten gebruikt voor afdekkingsdoeleinden’ en ‘Beleggingen beschikbaar voor verkoop’.
236
Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen
De reële waarde die getoond wordt is de reële waarde exclusief overlopende rente (‘clean fair value’). Overlopende rente wordt apart verantwoord. Onderstaande tabel geeft een opsplitsing naar de waarderingsmethoden die zijn gebruikt voor tegen reële waarde opgenomen financiële instrumenten. De posten worden in overeenstemming met de laatste aanbevelingen van IFRS 7 gepresenteerd.
Genoteerde
Waarderingstechnieken
marktprijzen
op basis van
op basis van
waarneembare
niet-waarneembare
(Niveau 1)
Waarderingstechnieken
gegevens
gegevens
(Niveau 2)
(Niveau 3)
Totaal
31 december 2009
Financiële activa Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
7.029
47.812
986
55.827
414
2.671
1.136
4.221
1
322
39.879
23.326
710
63.915
6.314
46.319
1.734
54.367
10.277
534
10.811
Activa aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening Derivaten aangehouden voor afdekking (hedging) Activa aangehouden voor verkoop beschikbaar
323
Financiële verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Verplichtingen aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingenin de resultatenrekening Derivaten aangehouden voor afdekking (hedging)
1.058
1.058
31 december 2008 Financiële activa Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
7.117
78.840
2.475
88.432
641
1.801
2.041
4.483
Activa aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening Derivaten aangehouden voor afdekking (hedging) Activa aangehouden voor verkoop beschikbaar
296
296
43.048
56.629
1.691
101.368
11.008
72.637
2.664
86.309
1.473
10.244
30
11.747
Financiële verplichtingen Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Verplichtingen aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingenin de resultatenrekening Derivaten aangehouden voor afdekking (hedging)
857
857
Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen
237
Voor financiële instrumenten van niveau 3 vonden tussen 1 januari en 31 december 2009 de volgende mutaties plaats.
2009 Activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Activa aangehouden
Activa aangehouden
tegen reële waarde
voor verkoop
met waardeveranderingen
beschikbaar
in de resultatenrekening
Financiële activa Balans per 1 januari
2.475
2.041
1.691
6.207
- Aankoop - Emissies
183
- Verkoop
( 1.523 )
- Uitkeringen
( 1.623 )
Mutaties naar niveau 3
1
183
( 795 )
( 2.318 )
( 49 )
( 1.671 )
9
9
Mutaties van niveau 3
Winsten of verliezen: - opgenomen in de resultatenrekening
125
617
( 320 )
422
125
617
( 48 )
694
( 272 )
( 272 )
- opgenomen in het eigen vermogen
Balans per 31 december
986
1.136
710
2.832
( 48 )
( 360 )
Totale winsten of verliezen van de periode opgenomen in de resultatenrekening voor de uitstaande instrumenten aan het einde van de periode
( 157 )
46
2009 Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
Verplichtingen aangehouden tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
Financiële verplichtingen Balans per 1 januari
30
2.694
- Aankoop
2.664
338
338
- Emissies
55
55
13
( 229 )
- Verkoop - Uitkeringen
Mutaties naar niveau 3
( 242 )
35
35
Mutaties van niveau 3
Winsten of verliezen: - opgenomen in de resultatenrekening
( 731 )
98
( 633 )
( 731 )
98
( 633 )
- opgenomen in het eigen vermogen
Balans per 31 december
1.726
534
2.260
Totale winsten of verliezen van de periode opgenomen in de resultatenrekening voor de uitstaande instrumenten aan het einde van de periode
238
Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen
( 264 )
(4)
( 268 )
Financiële instrumenten van niveau 3 kunnen worden afgedekt door andere instrumenten van niveau 1 en/ of niveau 2. Daaruit voortvloeiende winsten en verliezen worden niet getoond in deze tabel. De in deze tabel getoonde winsten en verliezen zijn dus niet representatief voor de winsten en verliezen die ontstaan uit het beheer van het nettorisico op al deze instrumenten.
Gevoeligheid van modelwaarden voor redelijkerwijs waarschijnlijke veranderingen in veronderstellingen Instrumenten in de handelsportefeuille, over het algemeen complexe derivaten die worden beheerd via dynamische risicoafdekking, worden onderworpen aan globale gevoeligheidsberekeningen op basis van aanpassingen voor de waarderisico’s van het portefeuillemodel. Via deze aanpassingen kan rekening worden gehouden met risico’s die niet in het model zijn meegenomen en de onzekerheid die inherent is aan de schatting van de gegevens. Zij zijn onderdeel van de reële waarde van deze portefeuilles. Bij het meten van de gevoeligheid van de reële waarde van de portefeuille voor een verandering in de aannames, werden de volgende twee scenario’s in
aanmerking genomen: een gunstig scenario waarin geen enkele waardering waardeaanpassingen vereist voor niveau 3-risico’s en een ongunstig scenario waarin alle waarderingen een dubbele aanpassing van de modelwaarde noodzakelijk maken voor niveau 3-risico’s. Op basis van deze methode is elke positie (portefeuilles van gezamenlijk beheerde instrumenten met koppeling van risico’s) afzonderlijk bekeken, zonder rekening te houden met diversificatie-effecten tussen niet-waarneembare gegevens van een andere soort. De gevoeligheid van de reële waarde van effectenposities, ongeacht of het gaat om effecten in de handelsportefeuille, voor verkoop beschikbare activa of instrumenten aangewezen voor opname tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, is gebaseerd op een verandering van 1% in de reële waarde. Voor instrumenten van dubieuze tegenpartijen wordt de gevoeligheid berekend op basis van het scenario van een verandering van 1% in het aangenomen verhaalpercentage.
Mogelijke impact op de resultatenrekening
Mogelijke impact op het eigen vermogen
Gunstig
Ongunstig
Gunstig
Ongunstig
effect
effect
effect
effect
223
223
11
11
Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleindenen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening
Financiële activa aangehouden voor verkoop beschikbaar
Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen
239
240
Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen
Toelichting op de resultatenrekening
241
Geconsolideerde resultatenrekening 2009
2009
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in Noot
2008
beëindigde
2008
afzonderlijk in
de toelichting vermeld (1)
de toelichting vermeld (1)
Baten Rentebaten
34
52.574
56.252
96.045
103.470
Rentelasten
35
( 48.814 )
( 51.577 )
( 93.021 )
( 99.507 )
3.760
4.675
3.024
3.963
3.073
1.640
Rentemarge
Commissiebaten
36
1.347
Commissielasten
37
( 464 )
( 1.087 )
883
1.986
Commissiebaten, netto
( 588 ) 1.052
3.375 ( 1.167 ) 2.208
Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerdedeelnemingen en joint ventures en overige beleggingsbaten
38
152
171
267
281
Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen
39
25
61
( 260 )
( 278 )
Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
40
223
167
( 1.591 )
( 1.483 )
Overige baten
41
298
383
231
321
5.341
7.443
2.723
5.012
( 2.744 )
( 4.250 )
( 7.164 )
( 10.052 )
2.597
3.193
( 4.441 )
( 5.040 )
( 3.373 )
Totale baten na aftrek van interestlasten
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
42
Nettobaten
Lasten Personeelskosten
43
( 2.357 )
( 3.064 )
( 2.569 )
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
44
( 334 )
( 435 )
( 348 )
( 458 )
Overige lasten
45
( 1.695 )
( 2.226 )
( 1.800 )
( 2.361 )
Totale lasten
( 4.386 )
( 5.725 )
( 4.717 )
( 6.192 )
Winst voor belastingen
( 1.789 )
( 2.532 )
( 9.158 )
( 11.232 )
1.640
1.822
( 149 )
( 710 )
Winstbelastingen
46
Nettowinst over de periode
Nettowinst op beëindigde bedrijfsactiviteiten
Nettowinst (verlies) over de periode
Nettowinst toewijsbaar aan de minderheidsbelangen Nettowinst (verlies) toewijsbaar aan de aandeelhouders
47
( 561 )
( 710 )
( 710 )
( 45 )
( 45 )
( 665 )
( 665 )
812
( 184 )
( 8.346 )
( 11.416 )
( 12.197 )
( 9.127 )
( 20.543 )
( 20.543 )
13 ( 20.556 )
13 ( 20.556 )
1) De lijnen in de kolommen ‘beëindigde bedrijfsactiviteiten afzonderlijk vermeld’ bevatten geen baten en lasten betreffende beëindigde bedrijfsactiviteiten, die zijn immers gegroepeerd op de lijn ‘Nettowinst (verlies) op beëindigde bedrijfsactiviteiten’.
242
Geconsolideerde resultatenrekening
34. Rentebaten De verdeling van de rentebaten per product is per 31 december als volgt:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Rentebaten Rentebaten op kasequivalenten
198
235
941
1.125
Rentebaten uit vorderingen op banken
488
575
4.811
5.509
2.947
2.986
4.758
5.061
298
298
Rentebaten op beleggingen Rentebaten op beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen Rentebaten uit vorderingen op klanten
6.142
7.213
9.512
11.893
41.775
44.199
73.938
77.730
Overige rentebaten
726
746
2.085
2.152
Totaal rentebaten
52.574
56.252
96.045
103.470
Rentebaten uit derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden
De interest op leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, bedroeg in 2009 EUR 168 miljoen (2008: EUR 135 miljoen). Omwille van technische redenen is het niet mogelijk om de interest op beleggingen met bijzondere waardeverminderingen afzonderlijk te tonen.
Rentebaten
243
35. Rentelasten De onderstaande tabel toont de rentelasten naar product voor het boekjaar per 31 december.
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Rentelasten Rentelasten verschuldigd aan banken
817
923
7.067
Rentelasten verschuldigd aan klanten
2.766
2.901
6.035
7.031
Rentelasten op schuldbewijzen
1.265
1.331
2.267
2.936
943
944
1.276
1.276
19
32
36
84
42.106
44.546
75.256
79.260
Rentelasten op achtergestelde schulden Rentelasten op overige financieringen Rentelasten op passiva aangehouden voor handelsdoeleinden en derivaten Rentelasten op overige schulden Totaal rentelasten
244
Rentelasten
7.838
898
900
1.084
1.082
48.814
51.577
93.021
99.507
36. Commissiebaten De onderstaande tabel geeft een overzicht van de commissiebaten per 31 december:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Commissiebaten Effectenbedrijf
284
521
321
Verzekeringen
296
314
266
278
Vermogensbeheer
172
1.428
347
1.510
Betalingsverkeer
321
375
371
437
Garanties en verbintenissen
158
253
173
288
Overige
116
182
162
240
1.347
3.073
1.640
3.375
Totaal commissiebaten
622
Commissiebaten
245
37. Commissielasten De samenstelling van de commissielasten per 31 december is als volgt:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Commissielasten Effectenbedrijf
48
162
73
229
180
186
143
150
Vermogensbeheer
25
458
42
386
Betalingsverkeer
98
104
115
122
Bewaarneming
10
18
11
15
Overige
103
159
204
265
Totaal commissielasten
464
1.087
588
1.167
Tussenpersonen
246
Commissielasten
38. Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures De onderstaande tabel geeft een specificatie van de dividenden en de overige beleggingsbaten per 31 december.
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Dividenden en overige beleggingsbaten Dividenden op aandelen
31
32
146
153
Huurbaten uit vastgoedbelegging
66
68
74
75
54
70
46
52
1
1
1
1
152
171
267
281
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en Joint ventures (noot 18.7) Overige baten op beleggingen Totaal dividenden en overige beleggingsbaten
Dividenden, aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
247
39. Gerealiseerde winsten en verliezen op beleggingen De gerealiseerde winsten en verliezen op beleggingen per 31 december kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2009
Obligaties
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
( 37 )
( 17 )
Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen
(4)
1
Aandelen
12
Vastgoed
8
Dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures
2008
209
212
14
( 788 )
( 780 )
3
100
102
32
46
43
9
Overige
14
14
176
179
Totaal gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen
25
61
( 260 )
( 278 )
248
Gerealiseerde winsten en verliezen op beleggingen
40. Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen zoals per 31 december verantwoord in de resultatenrekening hebben betrekking op:
2009
Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
( 2.235 )
2008
678
683
( 2.067 )
( 315 )
( 361 )
448
( 46 )
( 46 )
235
239
45
45
( 943 )
( 942 )
1.178
1.181
Activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingenin de resultatenrekening Afdekkingsresultaten Netto resultaat op afdekkingsinstrumenten gewaardeerd op reële waarde
383
Netto resultaat op afdekkingsinstrumenten gewaardeerd op reële waarde(toegekend aan afdekkingsrisico)
( 91 )
( 91 )
Overige
( 94 )
( 109 )
Totaal overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
223
167
Alle winsten en verliezen die zich voordoen door wijzigingen in de reële waarde van financiële activa of verplichtingen, met uitzondering van overlopende rente zoals opgenomen onder rentebaten en rentelasten, zijn verantwoord onder ‘overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen’. Activa en verplichtingen, met inbegrip van derivaten, welke voor handelsdoeleinden worden aangehouden, zijn hoofdzakelijk aangekocht om een winst te realiseren door middel van kortetermijnfluctuaties in de prijs of de handelsmarge. De eerste waardering is de aanschaffingsprijs van het financiële instrument, waarbij de transactiekosten onmiddellijk worden opgenomen in de resultatenrekening. Na eerste opname vindt waardering plaats tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening. Alle veranderingen in de reële waarde van de activa en verplichtingen met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening worden hierboven verantwoord. Inbegrepen zijn zowel ongerealiseerde winsten en verliezen door herwaardering als gerealiseerde winsten en verliezen bij het verkopen van activa of het voldoen van verplichtingen. De resultaten van afdekking bevatten de wijzigingen in de reële waarde die kan worden toegerekend aan het afgedekte risico; in de meeste gevallen het renterisico van afgedekte activa en verplichtingen en de wijzigingen in de reële waarde van de afdekkingsinstrumenten. In 2009 bedraagt de nettowinst van de activa met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening EUR 50
( 39 )
( 38 )
( 1.591 )
( 1.483 )
miljoen (in 2008: nettoverlies van EUR 658 miljoen). Voor verplichtingen met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening bedraagt het nettoverlies in 2009 EUR 411 miljoen (in 2008: nettowinst van EUR 1.041 miljoen). Bij een reële-waardeafdekking van het renterisico van een portefeuille van financiële activa of financiële verplichtingen (macro hedging) geldt dat het initiële verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte posities bij het toewijzen van de afdekkingsrelatie wordt geamortiseerd over de resterende looptijd van de afgedekte posities. Deze bedragen zijn in bovenstaande tabel opgenomen onder ‘afdekkingsresultaten’. Vanaf 12 mei 2009 heeft Fortis Bank haar methode voor het toetsen van de effectiviteit van hedge accounting geharmoniseerd met BNP Paribas. Een aantal hedgerelaties werd op die datum beëindigd, terwijl er nieuwe hedgerelaties werden opgezet. Het effect van de harmonisering van methodologie is tweeledig: • het aanpassen van de reële waarde van de afgedekte posten in de oude hedgerelaties werd stopgezet. • een nieuw startverschil deed zich voor tussen de reële waarde en de boekwaarde van de afgedekte posten op het moment waarop de nieuwe hedgerelatie werd aangegaan. Dit verschil wordt tezamen met het startverschil van de oude hedgerelatie met terugwerkende kracht geamortiseerd over de resterende looptijd van de afgedekte posten en worden verantwoord op de regel ‘Netto resultaat op afdekkingsinstrumenten gewaardeerd op reële waarde’; zie bovenstaande tabel.
Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen
249
41. Overige baten De overige baten per 31 december bestaan uit de volgende componenten:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Overige baten Operationele-lease baten
250
83
90
73
79
Overige
215
293
158
242
Totaal overige baten
298
383
231
321
Overige baten
42. Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen De Wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen per 31 december kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op: Geldmiddelen en kasequivalenten
3
2
113
Vorderingen op banken
77
111
99
104
Vorderingen op klanten
2.188
2.864
534
1.061
118
290
Verbintenissen tot kredietverstrekking - klanten
109
156
Beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen
273
273
Beleggingen in obligaties
204
( 302 )
( 290 )
5.398
6.052
Beleggingen in aandelen en overige beleggingen
64
64
108
97
Vastgoedbeleggingen
10
10
6
Beleggingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures
22
112
Overige vorderingen
10
14
15
17
Materiële vaste activa
63
63
44
45 2.132
Goodwill en overige immateriële vaste activa Overlopende rente en overige activa Totaal wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen
6 20
86
391
703
141
480
26
24
2.744
4.250
7.164
10.052
Fortis Bank past een tweestappenaanpak toe bij het proces om financiële instrumenten te toetsen op bijzondere waardeverminderingen. Eerst wordt er een beoordeling gedaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief een bijzondere waardevermindering dient te ondergaan, gevolgd door de opname en waardering van het bijzondere waardeverminderingsverlies. De beoordeling van de objectieve aanwijzingen zijn gebaseerd op waarneembare gegevens (‘triggers’) met betrekking tot verliesgevende gebeurtenissen. Bijzondere waardeverminderingen worden berekend als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen.
De kredietexposure van Fortis Bank inzake gestructureerde kredietinstrumenten en de toegepaste waarderingsmethoden zijn nader toegelicht in noot 18.4 ‘Gestructureerde kredietinstrumenten’. De lijn ‘beleggingen in obligaties’ bevat een terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies van EUR 397 miljoen op de gestructureerde kredietinstrumenten (2008: EUR 5.891 miljoen).
De bijzondere waardeverminderingsverliezen op de beleggingen in obligaties in 2008 hebben hoofdzakelijk betrekking op de gestructureerde kredietinstrumenten en vooral op de hypotheekgerelateerde activa in de Verenigde Staten. De verkoop van een deel van de gestructureerde kredietinstrumentenportefeuille (Portefeuille OUT) aan Royal Park Investments SA/NV (RPI) heeft geleid tot een daling van de bijzondere waardeverminderingen in 2009. Wijzigingen in boekhoudkundige schattingen en waarderingen hebben ook bijgedragen tot de daling van het niveau van bijzondere waardeverminderingen in 2009.
De totale wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen (inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten) in 2009 met betrekking tot geldmiddelen en kasequivalenten, vorderingen op banken, vorderingen op klanten, verbintenissen tot kredietverstrekking (klanten), beleggingen geherclassificeerd als leningen en vorderingen, beleggingen in obligaties bedroegen EUR 3.116 miljoen en bevatte EUR 2.034 miljoen aan specifieke bijzondere waardeverminderingen en EUR 1.082 miljoen aan collectieve bijzondere waardeverminderingen.
De belangrijke stijging van bijzondere waardeverminderingsverliezen op vorderingen op klanten in 2009 is hoofdzakelijk toe te wijzen aan de globale kredietverslechtering van commerciële leningen.
Wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen
251
43. Personeelskosten De personeelskosten zijn per 31 december als volgt te specificeren:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Personeelskosten Salarissen
1.595
2.130
1.702
2.369
385
467
397
498
Pensioenkosten met betrekking tot pensioenplannen met vaste toezeggigen
90
116
129
132
Lasten pensioenregelingen op basis van beschikbare premies
25
50
25
56
1
2
6
7
261
299
310
311
2.357
3.064
2.569
3.373
Sociale lasten
Op aandelen gebaseerde beloning Overige Totaal personeelskosten
De kosten van niet-monetaire voordelen zoals medische kosten, ontslagvergoedingen en herstructureringskosten zijn opgenomen in de post ‘overige’.
252
Personeelskosten
Noot 9 geeft nadere informatie over vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsvoordelen en ontslagvergoedingen, met inbegrip van pensioenlasten inzake pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen en pensioenregelingen op basis van beschikbare premies.
44. Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa De afschrijving van materiële en immateriële vaste activa per 31 december kan als volgt worden gespecificeerd:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Afschrijving van materiële vaste activa Gebouwen voor eigen gebruik
99
100
92
93
Verbeteringen aan gehuurde objecten
42
54
36
50
Vastgoedbeleggingen
22
23
24
24
115
144
124
151
27
44
32
51
3
4
10
11
26
66
30
78
334
435
348
458
Bedrijfsmiddelen Afschrijving van immateriële vaste activa Gekochte software Zelf ontwikkelde software Overige immateriële vaste activa Totaal afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
253
45. Overige lasten De overige lasten kunnen per 31 december als volgt worden gespecificeerd:
2009
2009
2008
beëindigde
beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
afzonderlijk in de
afzonderlijk in de
toelichting vermeld
toelichting vermeld
2008
Overige lasten Lasten op operationele lease en gerelateerde lasten Huurlasten en overige directe kosten uit hoofde van vastgoedbeleggingen Advieskosten Marketing en public relations IT-kosten Overige beleggingslasten Onderhouds- en reparatiekosten Overige Totaal overige lasten
125
225
130
2
2
2
213 2
169
220
221
330
96
119
124
146
329
421
388
502
1
1
1
1
77
89
82
94
896
1.149
852
1.073
1.695
2.226
1.800
2.361
Onder ‘overige’ is onder meer begrepen: reis- en verblijfkosten, post en telefonie, uitzendkrachten en opleidingskosten van het personeel.
254
Overige lasten
46. Winstbelastingen De details van de actuele en uitgestelde belastinglasten per 31 december zijn hieronder weergegeven.
2009
2008
Belasting over het boekjaar
234
223
Aanpassing belastingen voorgaande jaren
( 22 )
(7)
Voorheen niet erkende belastingverliezen, belastingfaciliteiten en overige tijdelijke verschillen die uitgestelde winstbelastingen vermeerderen (verminderen) Totaal actuele belastinglast
Uitgestelde belastingen van het boekjaar Invloed belastingtariefwijzigingen op uitgestelde belastingen
(2) 210
( 884 )
(2) 214
( 2.592 )
(1)
3
( 1.044 )
2.548
Uitgestelde belastingen voortvloeiend uit de afschrijving of de terugname vaneen afschrijving van een uitgestelde belastingvordering Voorheen niet erkende belastingverliezen, belastingfaciliteitenen overige tijdelijke verschillen die uitgestelde winstbelastingen verminderen Totaal uitgestelde belastinglasten
( 102 ) ( 2.031 )
11 ( 30 )
Belastinglasten (-baten) met betrekking tot wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving en fouten opgenomen in de resultatenrekening
Totaal belastingen inclusief activa aangehouden voor verkoop Minus: geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop Totaal belastingen exclusief activa aangehouden voor verkoop
( 1.822 )
184
( 182 )
996
( 1.640 )
( 812 )
Hieronder is een reconciliatie van de verwachte winstbelastingen met de werkelijke winstbelastingen.
Winst voor belastingen Van toepassing zijnde belastingpercentage Verwachte winstbelastingen
2009
2008
( 2.532 )
( 11.232 )
33,99%
33,99%
( 861 )
( 3.818 )
Verhoging (verlaging) van belastingen door: Belastingvrije baten en niet - aftrekbare kosten Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures Niet-aftrekbare lasten Voorheen niet erkende belastingverliezen en tijdelijke verschillen Afschrijving en terugname van afschrijving van uitgestelde belastingvorderingen
52
369
( 15 )
87
17
746
( 86 )
11
( 1.045 )
2.548
Invloed van wijziging belastingtarief op tijdelijke verschillen
(1)
3
Invloed van afwijkende buitenlandse belastingtarieven
(6)
223
Aanpassingen voor verschuldigde belastingen van voorgaande boekjaren
( 22 )
Overige
145
Werkelijke winstbelastingen
( 1.822 )
(7) 22 184
Winstbelastingen
255
47. Nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten Het resultaat met betrekking tot de vaste activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop wordt in de resultatenrekening verantwoord onder beëindigde bedrijfsactiviteiten. Het resultaat op de verkopen die hebben plaatsgevonden tijdens het afgelopen jaar worden in de resultatenrekening ook verantwoord onder ‘nettowinst (verlies) op beëindigde bedrijfsactiviteiten’. Dit resultaat kan als volgt verder worden uitgesplitst.
31 december 2009
31 december 2008
Netto resultaat
Netto resultaat
van beëindigde
van beëindigde
bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten
Transacties met BNP Paribas Fortis Bank Azië Fortis Bank Noord Amerika Fortis Bank UK
( 23 ) ( 537 )
113 ( 2.130 )
168
( 388 )
Asset Management
10
( 960 )
Fortis Bank Frankrijk
( 71 )
206
Fortis Bank Italië
( 55 )
130
Fortis Bank Zwitserland
49
Transacties met niet-verbonden partijen Niet-kern Asset Management entiteiten
( 27 )
Overige entiteiten
( 10 )
( 10 )
Totaal verkocht in 2009
( 16 )
( 79 )
Fortis Bank Nederland (Holding)
Totaal netto resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten
( 736 )
( 8.391 )
( 561 )
( 12.197 )
De vergelijkende cijfers voor 2008 bevatten het resultaat van de beëindigde bedrijfsactiviteiten met betrekking tot Fortis Bank Nederland (Holding) – FBN(H). Op de datum van de afsplitsing kon Fortis Bank niet alle informatie verkrijgen, of niet zonder buitensporige kosten en inspanningen, die nodig is voor het bepalen van de winst of verlies na belastingen van FBN(H) op 3 oktober 2008, de datum waarop de controle van Fortis Bank over FBN(H) werd beëindigd. Daarnaast was het niet mogelijk om de informatie te verkrijgen om de kasstromen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten te specificeren in het geconsolideerde kasstroomoverzicht. Het totale nettoverlies van EUR 8.391 miljoen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten betreffende FBN(H) voor 2008 werd echter niet beïnvloed door het gebrek aan informatie zoals hiervoor vermeld. Meer details over deze transactie is beschikbaar in het jaarverslag 2008 van Fortis Bank.
256
Nettoresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten
Toelichting op transacties buiten de balans
257
48. Verbintenissen en garanties Tot de verbintenissen en garanties worden accepten, verbintenissen tot kredietverstrekking, documentaire kredieten (accreditieven), borgstellingen en financiële garanties gerekend. Het potentiële kredietverlies dat Fortis Bank kan lijden indien de tegenpartij haar verplichtingen niet nakomt, bestaat uit de contractuele notionele bedragen van die instrumenten. Commissies uit hoofde van deze activiteiten worden in de resultatenrekening verantwoord op het moment dat de dienst wordt verleend. Accepten worden door klanten gebruikt om betalingen te verrichten voor handelsgoederen die worden verkocht via import/exporttransacties. Verbintenissen tot kredietverstrekking betreffen toezeggingen om aan een klant krediet te verstrekken zolang de in de overeenkomst vastgelegde voorwaarden niet worden geschonden. De overeenkomsten hebben in het algemeen een vaste vervaldatum of een andere beëindigingsclausule. De spreiding van de verbintenissen tot kredietverstrekking naar geografisch gebied en tegenpartij is vergelijkbaar met de spreiding van uitstaande kredieten. In de meeste gevallen zijn de verbintenissen ongedekt. Indien nodig kan onderpand worden gevraagd. Documentaire kredieten (accreditieven) worden gebruikt als garantie dat Fortis Bank een betaling aan derden zal verrichten in het kader van een binnen of buitenlandse handelstransactie van een klant of als garantie dat een klant zijn verplichting jegens een derde zal nakomen. Fortis Bank beoordeelt de kredietwaardigheid van elke klant op individuele basis. De waarde van het onderpand is gebaseerd op de beoordeling van de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Het onderpand kan bestaan uit de gefinancierde goederen of gelddeposito’s. De meeste documentaire kredieten worden opgenomen, in veel gevallen echter gevolgd door onmiddellijke betaling. Borgstellingen en garanties dienen als garantie voor het nakomen van een verplichting van een klant. Het kredietrisico waarmee de afgifte van deze waarborgen gepaard gaat, is in wezen gelijk aan het risico dat verbonden is aan het verstrekken van kredietfaciliteiten aan klanten. Borgstellingen en garanties kunnen worden afgegeven zonder dat er zekerheden worden verlangd. De niet in de balans opgenomen verbintenissen tot kredietverstrekking zijn als volgt samengesteld:
2009
2008
Verbintenissen tot verlening van kredieten Kredietverplichtingen
515
1.018
Leningen aan overheid en publieke sector
2.176
2.289
Hypothecaire leningen
2.095
1.660
Leningen aan particulieren
3.100
3.138
47.614
54.901
Leningen aan ondernemingen Overige Totaal beschikbaar op toegestane kredietlimieten
5.668
7.313
61.168
70.319
16.406
18.763
Verbintenissen tot kredietverstrekking Garanties en beschikbare kredietbrieven Handelskredietbrieven
201
282
5.725
5.369
Totaal andere verbintenissen tot kredietverstrekking
22.332
24.414
Totaal buiten balans kredietverplichtingen
83.500
94.733
Documentaire kredieten
258
Verbintenissen en garanties
Van deze verplichtingen heeft circa EUR 22.538 miljoen een looptijd van meer dan een jaar (2008: EUR 24.914 miljoen). De liquiditeitsvereisten voor beroepen op afgegeven garanties en toegezegde kredieten zijn aanzienlijk lager dan de contractueel uitstaande bedragen, aangezien veel van deze toezeggingen vervallen of aflopen zonder dat hierop een beroep wordt gedaan. De volgende tabel geeft de bijzondere waardeverminderingen weer op krediettoezeggingen per 31 december.
2009
2009
exclusief
inclusief
beëindigde bedrijfsactiviteiten
2008
beëindigde bedrijfsactiviteiten
Specifieke bijzondere waardeverminderingen
361
385
Collectieve bijzondere waardeverminderingen
73
106
78
434
491
773
Totaal bijzondere waardeverminderingen
695
In juni 1999 gaf Fortis Capital Company Limited, een dochter van Fortis Bank Nederland (Holding) N.V., niet-cumulatieve preferente aandelen uit voor een totaalbedrag van EUR 650 miljoen. Deze preferente aandelen zijn gegarandeerd door Fortis Bank, Fortis SA/NV en Fortis NV. In 2004 werd een schijf van EUR 200 miljoen terugbetaald. In 2009 werd een bedrag van EUR 362 miljoen contant afgelost, waardoor het openstaande saldo nog EUR 88 miljoen bedraagt. De Raad van Bestuur van Fortis Bank SA/NV is met betrekking tot deze aandelen tegenover de Belgische Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen de volgende verplichting aangegaan: Fortis Bank mag geen dividend uitkeren tenzij de beschikbare reserves toereikend zijn om te voldoen aan alle verplichtingen die voortkomen uit de hierboven genoemde uitgifte van niet-cumulatieve preferente aandelen. Fortis Bank moet deze toezegging vermelden in het jaarverslag van Fortis Bank. Daarnaast moet Fortis Bank overleg plegen met de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen alvorens over te gaan tot het voorstellen van een dividenduitkering. Daarbij moet worden aangetoond dat de beschikbare reserves voldoende zijn en de solvabiliteitsratio, berekend op basis van het vermogen en de reserves van Fortis Bank in enge zin, voldoet aan het vereiste minimum van 5%. Fortis Bank Nederland (Holding), Fortis Bank SA/NV, Fortis SA/NV en Fortis N.V. hebben op 7 december 2007 een Verplicht Converteerbare Obligatielening (‘MCS’) uitgegeven ten bedrage van EUR 2 miljard. De obligaties hebben een nominale waarde van elk EUR 250.000. De coupons zijn per halfjaar achteraf betaalbaar tegen een rentevoet van 8,75% per jaar. De MCS wordt geboekt op de balans van Fortis Bank Nederland (Holding). De MCS wordt door de toezichthouder beschouwd als onderdeel van het Tier-1 vermogen van Fortis Bank Nederland (Holding). De MCS vormt een ongedekte en achtergestelde obligatie hoofdelijk en solidair van Fortis Bank Nederland (Holding), Fortis Bank SA/NV, Fortis SA/NV en Fortis N.V. De MCS zijn achtergesteld bij alle overige leningen, achtergestelde leningen en preferente aandelen, maar hebben voorrang ten opzichte van gewone aandelen. De MCS wordt verplicht geconverteerd op 7 december 2010 in een aantal Fortis aandelen dat op basis van het prospectus wordt bepaald. De emittenten en de houders hebben de mogelijkheid om de MCS vóór de einddatum te converteren in aandelen van Fortis in de gevallen zoals bepaald in het prospectus en mits voldaan is aan de specifieke voorwaarden.
Verbintenissen en garanties
259
49. Voorwaardelijke activa en verplichtingen Juridische procedures Fortis Bank (en haar geconsolideerde dochterondernemingen) is gedaagde met betrekking tot een aantal claims, geschillen en rechtszaken in België en een aantal buitenlandse jurisdicties die een gevolg zijn van de normale bedrijfsuitoefening van het bankbedrijf en die verband houden met onder meer de activiteiten van Fortis Bank als kredietverstrekker, werkgever, belegger en belastingbetaler. Fortis Bank neemt hiervoor voorzieningen op indien het management, na overleg met de juridisch adviseurs, het waarschijnlijk acht dat Fortis Bank een vergoeding dient te betalen en deze vergoeding redelijkerwijs geschat kan worden. Hoewel het vaak niet mogelijk is de uiteindelijke uitkomst van alle lopende of dreigende juridische en door toezichthouders ingestelde procedures te voorspellen of te bepalen, is het management, na beraadslaging op basis van ingewonnen professioneel advies, van mening dat deze claims en juridische procedures tegen Fortis Bank (en haar geconsolideerde dochterondernemingen) waarmee het management van Fortis Bank bekend is (en waarvoor, in overeenstemming met de hiervoor vermelde richtlijn, geen voorziening is gevormd) elke grond missen, hiertegen met succes verweer kan worden gevoerd of de uitkomst hiervan naar verwachting niet zal resulteren in een significant verlies in de geconsolideerde jaarrekening van Fortis Bank. Deze juridische procedures betreffen onder meer: • In Nederland is Fortis Bank betrokken bij een aantal juridische procedures met betrekking tot een aantal (aandelenlease-) producten van Groeivermogen, een dochteronderneming van Fortis Investments, dat weer een dochteronderneming van Fortis Bank is, die individueel dan wel door consumentenorganisaties tegen bepaalde werkmaatschappijen van Fortis Bank zijn aangespannen. De claims zijn gebaseerd op één of meer van de volgende beschuldigingen: overtreding van de zorgplicht, het ontbreken van een tweede handtekening dan wel het ontbreken van een vergunning voor het verkopen van de betreffende producten. De beoordeling van het huidige juridische risico met betrekking tot deze zaken geeft geen aanleiding tot het treffen van belangrijke voorzieningen binnen Fortis Bank. • Fortis Securities LLC en Fortis Bank zijn betrokken bij een juridische procedure voor het gerecht van de Staat New York. In deze zaak, met een claim van USD 175 miljoen, voert de aanklager onder andere vorderingen aan met betrekking tot contractbreuk, misleidende inmenging in contracten en frauduleus gecreëerde verwachtingen en eist een schadevergoeding voor het verzuimen om een warehouse-faciliteit te waarborgen. Fortis Securities LLC en Fortis Bank betwisten deze eis die geen aanleiding vormt voor bijkomende provisies per 31 december 2009. • Voorts hebben, na de herstructurering van Fortis (dat verwijst naar zowel Fortis SA/NV als Fortis NV) eind september en begin oktober 2008, diverse groepen die minderheidsaandeelhouders vertegenwoordigen, juridische stappen ondernomen (of daarmee gedreigd) tegen verschillende entiteiten van de voormalige Fortis Groep en/of bepaalde leden van de Raad van Bestuur en het management. Deze betreffen onder andere: -- Tegen onder meer Fortis Bank en een voormalig bestuurslid van Fortis Bank is bij het US District Court van het Southern District of New York een collectieve eis voor schadevergoeding ingediend op grond van vermeende effectenfraude gedurende de periode 17 september 2007 - 14 oktober 2008. Deze eis is afgewezen middels een uitspraak van 18 februari 2010 waartegen de eiser in beroep gegaan is.
260
Voorwaardelijke activa en verplichtingen
-- Op 27 april 2009 is voorts een dagvaarding betekend aan onder meer de Nederlandse Staat, Fortis N.V., Fortis SA/NV, Fortis Insurance N.V., Fortis Insurance International N.V. en Fortis Bank door VEB (Vereniging van Effectenbezitters) en Deminor International CVBA. De eisers baseren hun vordering voor de rechtbank van Amsterdam op onrechtmatige daad (dwz. de Staat heeft onrechtmatig gehandeld tegenover de twee vennootschappen Fortis N.V. en Fortis SA/NV alsook tegenover Fortis Bank, door de verkoop van de Nederlandse bank- en verzekeringsactiviteiten aan de Staat op 3 oktober 2008 af te dwingen). De eisers vorderen dat de rechtbank verklaart voor recht dat (i) de Nederlandse Staat bij de verkoop misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden en aldus onrechtmatig heeft gehandeld, (ii) de Staat onrechtmatig handelde tegenover de toenmalige aandeelhouders, (iii) de Staat schadevergoeding verschuldigd is aan die aandeelhouders, (iv) subsidiair, indien de vorderingen onder (i) en (ii) worden afgewezen, aan Fortis N.V. en Fortis SA/ NV de verplichting op te leggen om rechtsmaatregelen tegen de Staat te nemen teneinde schadevergoeding te bekomen vanaf zes maand na betekening van het vonnis. Hoewel niet kan worden uitgesloten dat deze eisen voor Fortis Bank daadwerkelijk leiden tot de betaling van schadevergoeding, wordt op grond van een inschatting van de huidige situatie op 31 december 2009 de kans hierop zeer gering geacht. Er lopen nog andere procedures en onderzoeken met betrekking tot de herstructurering van de Fortis groep maar Fortis Bank is hierbij op dit moment geen partij. Het kan evenwel niet worden uitgesloten dat de uitkomst van deze procedures en/of onderzoeken ook gevolgen geeft voor Fortis Bank. Het kan niet worden uitgesloten dat Fortis Bank, als een voormalig lid van de Fortis groep, bij andere procedures betrokken raakt. Het is niet mogelijk om de uiteindelijke uitkomst van dergelijke procedures of de mogelijke gevolgen hiervan voor de geconsolideerde jaarrekening van Fortis Bank te voorspellen of te bepalen. Evenals veel andere ondernemingen die actief zijn op het gebied van bankdiensten, beleggen, beleggingsfondsen en effectenhandel, heeft Fortis Bank (en haar geconsolideerde dochterondernemingen) van toezichthouders, overheidsinstanties of zelfregulerende instanties verzoeken gekregen om informatie of zal zij deze verzoeken mogelijk krijgen. Fortis Bank reageert op dergelijke verzoeken en werkt samen met de betreffende toezichthouders en andere partijen om een oplossing te vinden voor eventuele kwesties. Fortis Bank is van mening dat de vastgestelde kwesties geen materieel of systemisch probleem vormen voor Fortis Bank of bedrijfsonderdelen van Fortis Bank.
Overige voorwaardelijke activa en verplichtingen Na de verkoop en afsplitsing van FBN(H) van Fortis Bank conform de verkoopovereenkomst van 3 oktober 2008 werd een splitsingsovereenkomst tussen Fortis Bank en FBN(H) getekend op 30 maart 2009. Onderhandelingen over sommige resterende wederzijdse blootstellingen zijn nog gaande, alsook over sommige belangrijke financierings- en risico-aspecten, met inbegrip van buiten-balans instrumenten, de beëindiging van een verzekeringspolis voor dewelke vorderingen, indien ze betaald zouden moeten worden, ten koste zullen zijn van Fortis Bank SA/NV, het beëindigen van bepaalde diensten en bepaalde Nederlandse securitisatie-instrumenten.
Voorwaardelijke activa en verplichtingen
261
50. Lease-overeenkomsten Fortis Bank is lease-overeenkomsten aangegaan voor het verkrijgen van kantoorruimte, kantoorapparatuur en voertuigen. Hieronder volgen gegevens over de toekomstige verplichtingen uit hoofde van niet opzegbare operationele lease overeenkomsten per 31 december.
2009
Tot 3 maanden 3 maanden tot 1 jaar
2008
5
5
14
11
1 jaar tot 5 jaar
61
51
Meer dan 5 jaar
103
152
Totaal
183
219
167
194
Jaarlijkse huurlasten: Leasebetalingen
262
Lease-overeenkomsten
51. Vermogen onder beheer Vermogen onder beheer heeft zowel betrekking op beleggingen voor eigen rekening als op voor klanten beheerd vermogen. Onder voor ‘Klanten beheerd vermogen’ worden de beleggingen voor klanten, particulier dan wel institutioneel, verantwoord waar Fortis Bank een beheers- of een adviescommissie voor ontvangt. Discretionair vermogen (vermogen dat actief beheerd wordt door Fortis Bank) alsook adviserend vermogen is inbegrepen in het voor klanten beheerd vermogen. De lijn ‘eliminaties’ in de verschillende tabellen heeft betrekking op het voor klanten beheerd vermogen, dat geïnvesteerd is in door Fortis Bank beheerde beleggingsfondsen, die anders dubbel zouden worden geteld. De volgende tabel geeft een overzicht van het Vermogen onder beheer naar beleggingstype en herkomst.
31 december 2009
31 december 2008
Beleggingen voor eigen rekening: - Obligaties
90.258
105.605
- Aandelen
1.694
2.001
- Vastgoed
693
672
- Overige
2.759
703
95.404
108.981
- Obligaties
112.250
130.118
- Aandelen
91.746
85.888
- Vastgoed
4.262
Totaal beleggingen voor eigen rekening
Voor klanten beheerd vermogen:
- Eliminaties
280
( 5.870 )
( 7.537 )
Totaal voor klanten beheerd vermogen
202.388
208.749
Totaal vermogen onder beheer
297.792
317.730
De veranderingen in het voor klanten beheerd vermogen per segment zijn als volgt:
Retail
Asset
Private
Merchant
Banking
Management
Banking
Banking
Totaal
Balans per 31 december 2008
3.461
169.660
43.062
( 7.537 )
208.749
In-/uitstroom
( 292 )
( 20.673 )
( 5.463 )
(4)
2.090
( 24.342 )
405
15.697
6.818
(5)
( 419 )
45
( 4.137 )
( 419 )
Markt winsten/verliezen Overige Balans per 31 december 2009
3.619
160.547
43.998
103
Eliminaties
(4) 94
( 5.870 )
22.496 ( 4.515 ) 202.388
De lijn Overige omvat overdrachten tussen segmenten, het effect van acquisities en desinvesteringen en omrekeningsverschillen.
Vermogen onder beheer
263
264
Vermogen onder beheer
Overige informatie met betrekking tot de geconsolideerde cijfers
265
Gebeurtenissen na de verslagperiode Er hebben geen materiële gebeurtenissen plaatsgevonden sinds de balansdatum die aanpassingen vereisen aan de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2009. In 2010 zullen, als onderdeel van het globale integratieproject tussen BNP Paribas en Fortis Bank, andere integratieverrichtingen dan deze vermeld in noot 4 van de geconsolideerde jaarrekening overwogen worden. In uitvoering van het industrieel plan, dat op 25 november 2009 door de Raad van Bestuur van BGL is goedgekeurd, is BGL op 25 februari 2010 de enige aandeelhouder geworden van BNP Paribas Luxemburg. Onder andere de lease activiteiten van Fortis Lease groep zullen in BNP Paribas Lease groep geïntegreerd worden. Op 1 maart 2010 hebben de aandeelhouders van Postbank Ireland Limited (An Post en BGL) besloten om de Postbank joint venture verder te zetten tot ten laatste eind 2010. Als gevolg van deze beslissing werd de Postbank opgedragen een plan op te stellen voor een vakkundige en vlotte afbouw van de bank tegen het einde van het jaar. De financiële toezichthouder is op de hoogte gesteld van de beslissing van de aandeelhouders.
266
Gebeurtenissen na de verslagperiode
Consolidatiekring Criteria voor de integrale consolidatie, voor de opneming volgens de vermogensmutatiemethode en de gevallen waarin van deze criteria wordt afgeweken. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de niet-geconsolideerde en geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 december 2004. Dit besluit bepaalt dat, voor vennootschappen waarvan het financiële jaar begint op of na 1 januari 2006, de geconsolideerde jaarrekeningen moeten opgemaakt worden volgens de bepalingen van de internationale standaard (IAS/IFRS), zoals bepaald door de Europese Unie. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de jaarrekeningen van Fortis Bank SA/NV en haar dochterondernemingen begrepen. Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarin Fortis Bank, direct of indirect, het financiële en operationele beleid kan sturen teneinde voordelen uit deze activiteiten te verwerven (‘zeggenschap’). Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de effectieve zeggenschap aan Fortis Bank wordt overgedragen en worden van consolidatie uitgesloten vanaf de datum waarop een einde komt aan die zeggenschap. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van IAS27 Geconsolideerde en Enkelvoudige jaarrekeningen, IAS-28 Investeringen in Geassocieerde Ondernemingen, IAS-31 Belangen in Joint Ventures alsook SIC-12 Consolidatie-Special Purpose Entities (SPE). SPE’s worden geconsolideerd indien de economische werkelijkheid van de realiteit aangeeft dat Fortis zeggenschap heeft over de SPE’s. Belangen in joint ventures worden verantwoord op basis van de proportionele methode. Joint ventures zijn contractuele afspraken waarbij Fortis Bank en andere partijen een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijk en evenredig zeggenschap hebben. Investeringen in geassocieerde deelnemingen worden verantwoord op basis van ‘equity’-methode. Dit zijn investeringen waarin Fortis Bank invloed van betekenis heeft, maar geen zeggenschap, en over het algemeen een belang aanhoudt van tussen de 20% en 50% van de stemrechten. Afwijkingen op deze criteria zijn de volgende: 1 Op basis van artikel 107,2°, koninklijk besluit van 30 januari 2001, waarbij beperkingen de effectieve controle, dan wel de aanwending van het vermogen bemoeilijken, worden de beheersmaatschappijen van vastgoed en vastgoedcertificaten buiten de consolidatie gelaten: Certificat Etoile, Certifimmo II, Distri-Invest, Finest, Immo Beaulieu, Immo Kolonel Bourgstraat 2 Volgens het IASB Framework-30 en op basis van artikel 107,1°, koninklijk besluit van 30 januari 2001, rekening houdend met de te verwaarlozen betekenis worden volgende dochterondernemingen buiten de consolidatie gelaten: A.M.B. – West Africa, Antilope Invest, ASLK-CGER Services, BPC Developpement, Colfridis Invest, Coppefis, Decom Services Ltd, Discontokantoor van Turnhout, Dis Globus Malta Ltd, , Elimmo, Fagus, Fortis Bank Escritorio de Representacao Ltda, Fortis Foreign Fund Services AG, Fortis Private Equity Arkimedes N.V., Fortis Services Monétiques, Fortis Trustee (India) Private Ltd, FP Consult (Guernsey), FPIM Nominees, Generale Branch Nominees Ltd., Geneve Credit & Leasing SA, Geschäftsführungs GmbH der Generale Bank, Hewett’s Island CLO VII Ltd, I.D.B.P.International Building Materials
Consolidatiekring
267
Retail Organisation, Novy Holding N.V., OB Invest, Packing Invest, Par 3, Parisienne d’Acquisition Fonçière, Penne International, RNPC Rail, Rothesay, SCI Norlum, Shinnecock CLO II Ltd, Sofistik, Velleman International, VIA-Zaventem N.V., Von Essen GmbH, Wa Pei Nominees Ltd, The Strategic Alpha Fund Management Company Limited. 3. Gezien hun gering belang in de geconsolideerde staten worden volgende dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode: Belgolaise, Comptoir Agricole de Wallonie, Credissimo, Credissimo Hainaut, Crédit pour Habitations Sociales, Demetris, Euro-Fashion Center SCA, Fintrimo, Immolouneuve, Landbouwkantoor Vlaanderen, Prestibel Left Village, PT ABN AMRO Manajemen Investasi, RFH Ltd 4. Volgende joint ventures worden, rekening houdend met de te verwaarlozen betekenis voor het getrouw beeld, opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode: CF Leasing, ACG Capital Partner, Postbank Ireland, KIT FIM Holding, Ostara Partners Inc Korea, Ostara Partners, EuroScribe, Marie Lease. 5. Op volgende geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt de vermogensmutatiemethode niet toegepast, rekening houdend met de te verwaarlozen betekenis voor het getrouw beeld (artikel 157n van het koninklijk besluit van 30 januari 2001: A2IA Group, Alpha Card Merchant Services, Altsys, Antwerps Innovatie Centrum, Arets International, Baby Gift International, Baekeland Fonds, Banque International Afrique au Niger, Bedrijvencentrum Zaventem, Brussels I3 Fund, Coöperatieve H2 Equity Partners Fund III U.A., Cronos, Dolnoslaska Szkola Bankowa Sp.z.o.o., Etna, Fortis Agency Limited, Fortis Asia Limited, Fortis China Limited, Fortis Far East Limited, Fortis Futures Limited, Fortis Greater China, Fortis Group Ltd, Fortis Insurance Limited, Fortis International Limited, Fortis L Capital, Fortis Limited, Fortis Management Limited, Fortis Services Limited, Gemma Frisius-Fonds K.U. Leuven NV, Gudrun Xpert, Immo Regenboog, Metropolitan Buildings, Middle East Bank Kenya Ltd, MIR, Nova Electro International, Sophis System, Studio 100. Globaal gezien is het effect van het niet consolideren van immateriële dochterondernemingen niet materieel in de jaarrekening van Fortis Bank.
268
Consolidatiekring
B.T.W. BE 403.199.702 Lijst van de volledig in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen
Naam
Zetel
BTW-nummer of
Gehouden
identificatie-
aandeel
nummer
(%)
3D Güvenlik Sistemleri ve Org. Tic. A.S.
Gayrettepe
93,17
ABN AMRO Asset Management (Asia) Ltd
Hong Kong
92,33
Seoul
92,33
Shanghai
92,33
ABN AMRO Asset Management (Asia) Ltd. Korea Representative Office ABN AMRO Asset Management (Asia) Ltd. Shanghai Representative Office ABN AMRO Asset Management (Netherlands) B.V., Dubai Representative Office
Dubai
92,33
ABN AMRO Asset Management (Singapore) Ltd.
Singapore
92,33
ABN AMRO Asset Management Investments (Asia) Limited
Grand Cayman
92,33
ABN AMRO Asset Management Real Estate (Asia)
George Town
92,33
ABN AMRO Asset Management Real Estate, Korea (Cayman)
Grand Cayman
92,33
ABN AMRO Emerging Europe Private Equity (Curaçao) N.V.
Curaçao
92,33
ABN AMRO Investment Trust Company
Chicago
Ace Equipment Leasing
Sint-Agatha-Berchem
BE 440.910.431
50,00
BE 435.610.370
50,00
92,33
Ace Leasing
Sint-Agatha-Berchem
Ace Leasing B.V.
s Hertogenbosch
AFL Lease B.V.
Den Bosch
50,00
Agrilease B.V.
s-Hertogenbosch
50,00
50,00
Alandes B.V.
Amsterdam
100,00
Alfred Berg Administration A/S
Kopenhagen
92,33
Alfred Berg Asset Management AB
Stockholm
92,33
Alfred Berg Asset Management Finland
Helsinki
92,33
Alfred Berg Fonder AB
Stockholm
92,33
Alfred Berg Fondsmaeglerselskab A/S
Kopenhagen
92,33
Alfred Berg Forvaltning AS
Oslo
92,33
Alfred Berg Funds
Helsinki
92,33
Alfred Berg Kapitalförvaltning AB
Stockholm
92,33
Alfred Berg Kapitalforvaltning AS
Oslo
92,33
Alfred Berg Services AB
Stockholm
92,33
Alleray
Luxemburg
50,00
Alpha Crédit S.A.
Brussel
Argance
Luxemburg
50,00
Artemis Asset Management Ltd
Edinburgh
100,00
BE 445.781.316
100,00
Artemis Fund Managers Limited
Londen
100,00
Artemis Investment Management Limited
Edinburgh
100,00
Artemis Ocean Racing 2 Ltd
Edinburgh
100,00
Artemis Ocean Racing Limited
Edinburgh
100,00
Artemis Strategic Asset Management Limited
Edinburgh
100,00
Artemis Unit Trust Managers Limited
Edinburgh
100,00
Astir B.V.
Amsterdam
BASS Master Issuer NV
Brussel
BGL BNP Paribas
Luxemburg
BNPP Fortis Factor
Leuven
CA Motor Finance Limited
Londen
100,00 BE 898.307.694
100,00 50,00
BE 819.568.044
99,98 50,00
Camomile Alzette Investments (UK) Limited
George Town
100,00
Camomile Asset Finance (No5) Partnership
Londen
100,00
Camomile Canopia Trading (UK) Limited
George Town
100,00
Camomile Investments UK Limited
Londen
100,00
Camomile Pearl (UK) Limited
George Town
100,00
Camomile Ulster Investments (UK) Ltd.
George Town
100,00
Captive Finance Limited
Wanchai
50,00
Captive Finance Taiwan Co. Ltd
Taipei City
50,00
Consolidatiekring
269
Certifimmo V S.A.
Brussel
Cofhylux S.A.
Luxemburg
Continuing Care Retirement Community N.V.
Brussel
Dalgarno
Luxemburg
Delvino
Luxemburg
50,00
Dikodi B.V.
Amsterdam
100,00 100,00
BE 450.355.261
100,00 50,00
BE 875.844.672
99,96 50,00
Dominet Finanse S.A.
Piaseczno
Dominet S.A.
Piaseczno
100,00
Dominet SPV-II Sp. z.o.o.
Piaseczno
100,00
Dreieck One Limited
George Town
50,00
EISER Infrastructure Capital Management Limited
Londen
92,33 50,00
ELFA-AUTO
Luxemburg
ERIS INVESTISSEMENTS
Luxemburg
ES-Finance
Sint-Agatha-Berchem
50,00 BE 430.506.289
50,00
Esmée Master Issuer
Brussel
BE 820.094.121
100,00
Euro-Fashion-Center S.A.
Brussel
BE 884.178.556
100,00
BE 865.778.250
37,50
F.A.M. Fund Advisory
Luxemburg
F.L. Zeebrugge
Sint-Agatha-Berchem
FB Energy Canada Corp.
Calgary
100,00
FB Energy Holdings LLC
New York
100,00
50,00
FB Energy Trading S.à R.L.
Luxemburg
100,00
FB Holdings Canada Corp.
Calgary
100,00
FB Transportation Capital LLC
New York
100,00
FBC Ltd
Hamilton
100,00
FCM Private Equity S.L.
Madrid
100,00
Fimagen Holding S.A.
Parijs
100,00
Fimapierre
Parijs
Finalia
Brussel
Flexifund Associates
Luxemburg
92,33
Düsseldorf
3,00
Düsseldorf
3,00
92,33 BE 878.920.562
51,00
Folea Grundstucksverwaltungs- und -Vermietungs GmbH & Co. Objekt Burtenbach KG Folea Grundstucksverwaltungs und Vermietungs GmbH & Co. Objekt Leverkusen KG Folea Grundstucksverwaltungs-und Vermietungs GmbH & CO Objekt Thalfingen
Düsseldorf
50,00
Folea II Verwaltungs GmbH
Düsseldorf
50,00
Folea III Verwaltungs GmbH
Düsseldorf
50,00
Folea Verwaltungs GmbH
Düsseldorf
50,00
Fondo Nazca I, F.C.R.
Madrid
100,00
Fortis Asset Management Japan Co.,Ltd
Tokyo
92,33
Fortis Bank Anonim Sirketi
Gayrettepe
94,11
Fortis Bank Malta Ltd
Gzira
94,11
Fortis Bank Polska S.A.
Warschau
99,87 100,00
Fortis Bank Reinsurance S.A. en abrégé FB Re S.A.
Luxemburg
Fortis Banque (Suisse) S.A.
Geneva 4
50,00
Fortis Banque France
Puteaux
99,98
Fortis Banque S.A. / Fortis Bank N.V.
Brussel
Fortis Capital (Canada) Ltd
Whitehorse
100,00 100,00
BE 403.199.702
0,00
Fortis Capital Corp.
New York
Fortis Clean Energy Fund GP Ltd
Londen
Fortis Direct Real Estate Management S.A.
Luxemburg
Fortis Energy Leasing X 2
s-Hertogenbosch
50,00
Fortis Energy Leasing XI
s-Hertogenbosch
50,00
Fortis Energy Leasing X3 BV
s Hertogenbosch
50,00
Fortis Energy Leasing XIV BV
Den Bosch
Fortis Energy Marketing & Trading GP
Houston
92,33 100,00
50,00 100,00
Fortis Epargne Retraite
Parijs
Fortis Film Fund S.A.
Brussel
BE 893.587.655
100,00
BE 879.866.412
100,00
Fortis Finance Belgium S.C.R.L.
Brussel
Fortis Finansal Kiralama A.S.
Istanbul
Fortis Funding LLC
New York
Fortis Funds (Nederland) N.V.
Amsterdam
67,68
50,00 100,00 92,33
Fortis Gesbeta,Sociedad Gestora de Instituciones de Inversion Colectiva
Madrid
100,00
Fortis Gestão de Investimentos
270
Consolidatiekring
(Investment Management) Brasil Ltda
São Paulo
92,33
Fortis Gestion Privée
Parijs
99,97
Fortis Holding Malta B.V.
Amsterdam
94,11
Fortis Holding Malta Ltd
Gzira
Fortis International Finance (Dublin)
Dublin 1
100,00 100,00
Fortis International Finance Luxembourg S.A.R.L.
Luxemburg
Fortis Investment Finance
Parijs
Fortis Investment Management "FIM"
Brussel
94,11
92,33 BE 462.748.891
92,33
Fortis Investment Management (Cayman) Ltd.
George Town
92,32
Fortis Investment Management (India) Ltd.
Mumbai
92,33
Fortis Investment Management (Schweiz) A.G.
Zurich
92,33
Fortis Investment Management Argentina Soc. Gerente de FCI S.A.
Buenos Aires
92,33
Fortis Investment Management Australia Holdings Pty Limited
Sydney
92,33
Fortis Investment Management Australia Limited
Sydney
Fortis Investment Management Belgium, en abrégé FIM Belgium
Brussel
Fortis Investment Management Canada Limited
Toronto
92,33
Fortis Investment Management Chile S.A.
Santiago
92,33
92,33 BE 882.221.433
92,33
Fortis Investment Management France
Parijs
92,33
Fortis Investment Management Holdings UK Limited
Londen
92,33
Fortis Investment Management Hong Kong Limited
Hong Kong
92,33
Fortis Investment Management Luxembourg S.A.
Luxemburg
92,33
Fortis Investment Management Netherlands N.V.
Amsterdam
92,33
Fortis Investment Management UK Limited
Londen
92,33
Fortis Investment Management USA, Inc.
Boston
92,33
Fortis Investment NL Holding N.V.
Amsterdam
Fortis Lease
Sint-Agatha-Berchem
Fortis Lease (China) Co. Ltd
Beijing
Fortis Lease (France)
Puteaux
50,00
Fortis Lease (Malaysia) Sdn. Bhd
Kuala Lumpur
50,00
92,33 BE 403.269.481
50,00 50,00
Fortis Lease Car & Truck
Sint-Agatha-Berchem
Fortis Lease Czech
Praag
50,00
Fortis Lease Danmark A/S
Ballerup
50,00
BE 401.108.064
50,00
Fortis Lease Deutschland AG
Düsseldorf
50,00
Fortis Lease Group S.A.
Luxemburg
50,00
Fortis Lease Group Services
Brussel
Fortis Lease Holding Norge AS
Oslo
50,00
Fortis Lease Holdings UK Limited
Londen
50,00
Fortis Lease Hong Kong Limited
Wanchai
50,00
Budapest
50,00
Budapest
50,00
BE 870.741.482
50,00
Fortis Lease Hungaria Eszközfinanszírozási Pénzügyi Lízing Zárkörüen Müködö Részvénytársaság Fortis Lease Hungaria Real estate, Ingatlanfinanszirosási Pénzügyi Lízing Zártkörúen Múködö Részvénytársaság Fortis Lease Hungaria Vehicle Financing Financial Leasing Company
Budapest
50,00
Fortis Lease Iberia
Barcelona
60,69
Fortis Lease Immobilier Suisse
Lausanne
50,00
Fortis Lease Luxembourg
Luxemburg
50,00
Fortis Lease Nederland N.V.
s-Hertogenbosch
50,00
Fortis Lease Norge AS
Oslo
50,00
Fortis Lease Operativ Lízing Zártkörüen Múködö Részvénytársaság
Budapest
50,00
Fortis Lease Polska Sp.z.o.o.
Warschau
50,00
Fortis Lease Portugal
Lissabon
50,00
Fortis Lease Romania IFN SA
Bucharest
50,00
Fortis Lease S.p.A.
Treviso
50,00
Fortis Lease Singapore Pte Ltd
Singapore
50,00
Fortis Lease Suisse
Lausanne
50,00
Fortis Lease Sweden AB
Linkôping
50,00
Fortis Lease UK (1) Ltd
Glasgow
50,00
Fortis Lease UK (2) Ltd
Glasgow
50,00
Fortis Lease UK (3) Ltd
Glasgow
50,00
Fortis Lease UK (4) Ltd
Glasgow
50,00
Fortis Lease UK (5) Ltd
Glasgow
45,00
Fortis Lease UK Ltd
Londen
50,00
Fortis Lease UK Retail Limited
Glasgow
Fortis Luxembourg Finance S.A.
Luxemburg
50,00 100,00
Fortis Mediacom Finance
Parijs
99,97
Fortis Money Short Term Fund
Parijs
96,86
Fortis Park Lane Ireland Limited
Dublin 1
100,00
Fortis PF Investments (UK) Limited
Londen
100,00
Fortis Portföy Yönetimi A.S.
Istanbul
92,33
Consolidatiekring
271
Fortis Prime Fund Solutions (USA) LLC
New York
Fortis Private Equity Asia Fund S.A.
Brussel
100,00 BE 866.161.894
100,00
Fortis Private Equity Belgium N.V.
Brussel
BE 421.883.286
100,00
Fortis Private Equity Expansion Belgium N.V.
Brussel
BE 425.499.309
100,00
Fortis Private Equity France Fund
Straatsburg
99,91
Fortis Private Equity France S.A.S.
Straatsburg
100,00
Fortis Private Equity Management N.V.
Brussel
BE 438.091.788
100,00
Fortis Private Equity Venture Belgium S.A.
Brussel
BE 431.044.244
100,00
Fortis Private Euro-Fashion-Center
Luxemburg
Fortis Private Investment Management Ltd
Londen
Fortis Private Investments Polska Spólka Akcyjna
Warschau
99,87
Fortis Private Real Estate Holding S.A.
Luxemburg
100,00
50,00 100,00
Fortis Proprietary Capital Inc.
New York
100,00
Fortis Proprietary Investment (Ireland) Ltd.
Dublin 1
100,00
Fortis Securities Investment Consultant Co. Ltd.
Taipei
Fortis Securities LLC
New York
Fortis Vastgoedlease B.V.
s-Hertogenbosch
Fortis Wealth Management Hong Kong Limited
Hong Kong
100,00 100,00
92,33 100,00 50,00
Fortis Wealth Management Taiwan Co. Ltd
Taipei
Fortis Yatirim Menkul Degerler A.S.
Etiler
FPRE Management (Belgium) SA
Brussel
BE 871.937.750
100,00
BE 895.730.266
100,00
BE 418.940.129
100,00
FPRE Second Residences
Sint-Joost-ten-Noode
Friedland Participation et Gestion
Puteaux
Frynaco
Brussel
FSI Holdings Inc
New York
Fundamentum Asset Management (FAM)
Luxemburg
G I Finance
Dublin 1
G.I.E. Services Groupe Fortis France
Puteaux
GeneralCorp10
Luxemburg
Generale Belgian Finance Company Limited
Hong Kong
Genfinance International S.A.
Brussel
94,11
50,00
100,00 50,00 100,00 78,73 100,00 100,00 BE 421.429.267
100,00
Gesellschaft für Capital & Vermögensverwaltung GmbH
Essen
GIE Immobilier Groupe Fortis France
Puteaux
89,71
Global Management Services
Bucharest
50,00
Groeivermogen N.V.
Amsterdam
Immobilière Sauvenière S.A.
Brussel
Industrifinans Forskningsparken Eiendom AS
Oslo
Inkasso Kodat GmbH & Co. KG
Essen
100,00
92,33 BE 403.302.739
100,00 92,33 100,00
Kota Jaya Limited
Hong Kong
50,00
Kota Juta Limited
Hong Kong
50,00
Lisia I Ltd
Guernsey
MeesPierson Private Belgian Offices NV
Brussel
Merconter S.A.
Buenos Aires
100,00 BE 870.332.104
100,00 92,33
Merkur Beteiligungs- und Verwaltungsgesellschaft
272
Consolidatiekring
mit beschränkter Haftung
Essen
100,00
Mermoz Jet Finance
Madrid
100,00
Money Alpha
Parijs
100,00
Money Beta
Parijs
100,00
Montag & Caldwell, Inc.
Atlanta
100,00
Nazca Inversiones S.A.
Madrid
100,00
Nissan Finance Belgium N.V.
Brussel
Park Mountain SME 2007-I B.V.
Amsterdam
100,00
Pattison
Luxemburg
50,00
PT. Fortis Investments
Jakarta
91,41
Quainton Funding S.à.R.L.
Luxemburg
50,00
SA FPRE Second Residences
Sint-Joost-ten-Noode
BE 445.305.917
BE 887.281.467
87,50
100,00
Scaldis Capital (Ireland) Ltd
Dublin 2
100,00
Scaldis Capital Limited
Jersey
100,00
SCI Champvernier
Puteaux
50,00
SCI FLIF-Azur
Puteaux
50,00
SCI FLIF-Château Landon
Puteaux
50,00
SCI FLIF-Evry 2
Puteaux
50,00
SCI FLIF-Le Gallo
Puteaux
50,00
SCI FLIF-Le Port
Puteaux
50,00
SCI FLIF-Sainte Marie
Puteaux
50,00
Sethys Aarschot
Ternat
50,98
Société Alsacienne de développement et d'Expansion
Straatsburg
Sowo Invest S.A. / N.V.
Brussel
Tabor Funding
Luxemburg
TCG Fund I, L.P.
Grand Cayman
Upper Hatch Securities Ltd
Dublin
50,00 BE 877.279.282
87,50 50,00 99,66 100,00
Von Essen GmbH & Co. KG Bankgesellschaft
Essen
100,00
Wa Pei Finance Company LTD
Hong Kong
100,00
Wa Pei Properties Limited
Hong Kong
100,00
Consolidatiekring
273
B.T.W. BE 403.199.702 Lijst van de niet volledig geconsolideerde dochterondernemingen
Naam
Zetel
BTW-nummer of
Gehouden
Reden van
identificatie-
aandeel
de exclusie
nummer
(%)
A.M.B.- West Africa
Abidjan
100,00
Gering belang
Antilope Invest
Lier
BE 887.200.008
57,75
Gering belang
ASLK-CGER Services
Brussel
BE 458.523.354
100,00
In liquidatie
Atrialis
Dublin
100,00
Gering belang
B.P.C. Développement
Puteaux
Certifimmo II S.A.
Brussel
Colfridis Invest
99,97
Gering belang
BE 431.434.224
51,20
Vastgoedcertificaat
Londerzeel
BE 888.183.072
74,47
Gering belang
Electronic Financial Services, afgekort " Coppefis "
Brussel
BE 453.987.813
100,00
Gering belang
Decom Services Ltd
Gzira
94,10
Dis Globus Malta Ltd
Gzira
94,11
In liquidatie
Discontokantoor van Turnhout
Turnhout
BE 404.154.755
100,00
In liquidatie
DISTRI-INVEST S.A.
Brussel
BE 431.242.105
51,00
Vastgoedcertificaat
Elimmo
Luxemburg
50,00
Vastgoedcertificaat
Fagus
Brussel
BE 475.207.255
55,00
Gering belang
Finest S.A.
Brussel
BE 449.082.680
99,99
Vastgoedcertificaat
Fortis Bank Escritorio de Representacao Ltda.
São Paulo
75,00
Gering belang
Fortis Foreign Fund Services AG
Zürich
49,85
Gering belang
Fortis Private Equity Arkimedes N.V.
Brussel
50,10
Gering belang
Fortis Services Monétiques
Puteaux
99,90
Gering belang
Fortis Trustee (India) Private Ltd.
Mumbai
92,33
Gering belang
FP Consult (Guernsey) Ltd
St. Peter Port
92,33
Gering belang
FPIM Nominees Ltd
Londen
100,00
Gering belang
Generale Branch (Nominees) limited
Londen
100,00
Gering belang
Genève Crédit & Leasing S.A.
Genève
51,00
Gering belang
Geschäftsführungs GmbH der Generale Bank
Köln
100,00
Gering belang
Hewett's Island CLO VII Ltd
George Town
100,00
Gering belang
I.D.B.P. SA
Parijs
International Building Materials Retail Organisation NV
Puurs
Novy Holding N.V. OB Invest N.V.
Company For Promotion And Processing of
274
BE 878.499.603
In liquidatie
98,00
Vastgoedcertificaat
BE 806.187.784
60,00
Gering belang
Kuurne
BE 436.260.369
53,69
Gering belang
Rotselaar
BE 880.203.635
95,00
Gering belang
Packing Invest
Boom
BE 871.096.028
91,11
Gering belang
Par Trois
Luxemburg
38,29
Gering belang
Parisienne d'Acquisition Foncières SAS
Puteaux
99,98
Gering belang
Penne International
Aalst
74,90
Gering belang
Renoir CDO
Amsterdam
100,00
Gering belang
RNPC Rail
Parijs
64,99
Gering belang
Rothesay
Luxemburg
50,00
Gering belang
SCI Norlum
Rijsel
99,98
Gering belang
Shinnecock CLO II Ltd
Grand Cayman
100,00
Gering belang
Sofistik S.A.
Geneva 4
50,00
Gering belang
The Strategic Alpha Fund Management Company Limited
Dublin 1
50,00
Gering belang
Velleman International N.V.
Gavere
BE 866.481.994
69,95
Gering belang
VIA-ZAVENTEM N.V.
Brussel
BE 892.742.765
51,00
Gering belang
Von Essen GmbH
Essen
100,00
Gering belang
Wa Pei (Nominees) Ltd
Wanchai
100,00
Gering belang
Consolidatiekring
BE 887.229.207
B.T.W. BE 403.199.702 Lijst van de ondernemingen waarop de vermogensmutatie wordt toegepast
Naam
Zetel
BTW-nummer
Gehouden
of
aandeel
identificatie-
(%)
nummer
ACG Capital Partners LLC
Newport Beach
ACG Investment Capital Partners LLC
Dover
50,00
AG Insurance
Brussel
BE 404.494.849
25,00
Alpha Card S.C.R.L.
Watermaal-Bosvoorde
BE 463.926.551
50,00
Alsabail
Straatsburg
20,34
Aramea Asset Management AG
Hamburg
27,70
50,00
ASPIS International Mutual Funds Management Company S.A.
Athene
Association de Frais Fortis Real Estate
Brussel
Athymis Gestion S.A.
Parijs
Banking Funding Company S.A.
41,55 NA
32,69
Brussel
BE 884.525.182
33,47
BCC Corporate
Brussel
BE 883.523.807
50,00
Belgolaise S.A.
Brussel
BE 403.200.294
100,00
Brand & Licence Company S.A.
Brussel
BE 884 499 250
20,00
CF Leasing Limited
Hamilton
Comptoir Agricole de Wallonie
Namen
BE 400.364.530
100,00
Credissimo
Seraing
BE 403.977.482
100,00
Credissimo Hainaut S.A.
Doornik
BE 402.495.065
99,72
voor Sociale Woningen
Watermaal-Bosvoorde
BE 402.204.461
81,66
Demetris N.V.
Groot-Bijgaarden
BE 452.211.723
100,00
31,39
69,30
Crédit pour Habitations Sociales - Krediet
Eos Aremas Belgium S.A./N.V.
Brussel
BE 466.301.368
49,97
Euro-Fashion-Center SCA
Brussel
BE 884.303.765
51,34
Europay Belgium
Brussel
BE 434.197.536
39,88
Euro-Scribe SAS
Parijs
Fastnet Nederland
Amsterdam
Fintrimo S.A.
Sint-Joost-Ten-Noode
Fortis Haitong Investment Management Co., LTD
Pudong (Shanghai)
Fortis Investment Partners Pty Ltd
Sydney
36,93
Fortis/KFH SCOF Advisor Limited
Road town, Tortola
50,00
25,00 23,92 BE 874.308.807
62,50 45,24
Fortis Luxembourg - Vie S.A.
Luxemburg
Fortis Real Estate Shared Services
Brussel
BE 472.969.525
26,07
25,00
Fund Admin. Service & Techno. Network Belgium
Brussel
BE 460.019.728
23,90
Fund Administration Services & Technology Network Luxembourg
Luxemburg
FV HOLDING N.V.
Etterbeek
Haitong - Fortis Private Equity Fund Management Co. Ltd
Shanghai
23,90 BE 810.422.825
40,00 30,47
Het Werkmanshuis N.V.
Tongeren
BE 400.986.518
41,04
Immolouneuve
Brussel
BE 416.030.426
62,50
Internaxx Bank
Luxemburg
Isabel S.A./N.V.
Brussel
KIT Fortis Investment Consulting, LLC
Sint-Petersburg
46,17 46,17
12,50 BE 455.530.509
25,33
KIT Fortis Investment Management
Sint-Petersburg
KIT Fortis Investment Management
Almaty
46,17
KIT Fortis Investment Management Holding B.V.
Amsterdam
46,17
La Propriété Sociale de Binche-Morlanwelz S.A.
Binche
BE 401.198.136
21,48
Landbouwkantoor van Vlaanderen N.V.
Kortrijk
BE 405.460.889
100,00
BE 426.351.028
23,26
Marie Lease SARL
Luxemburg
Nieuwe Maatscahppij Rond den Heerd N.V.
Marke
25,00
Ostara Partners Inc.
Grand Cayman
46,17
Ostara Partners Inc. Korea
Grand Cayman
46,17
Otis Vehicle Rentals Limited
West Midlands
20,00
Postbank Ireland LTD
Dublin 2
Prestibel Left Village
Antwerpen
PT ABN AMRO Manajemen Investasi
Jakarta
RFH Ltd.
Hamilton
66,15
Textainer Marine Containers Ltd.
Hamilton
25,00
Versiko AG
Hilden
Visa Belgium SRCL
Brussel
25,00 BE 448.693.888
70,06 78,48
20,68 BE 435.551.972
25,14
Consolidatiekring
275
B.T.W. BE 403.199.702 Lijst van de ondernemingen waarop de vermogensmutatie niet wordt toegepast
Naam
276
Zetel
BTW-nummer
Gehouden
Reden van
of identificatie-
aandeel
de exclusie
nummer
(%)
A2IA Group
Parijs
31,16
Gering belang
ABN AMRO Teda Fund Management Co. Ltd
Beijing
45,24
Gering belang
Alpha Card Merchant Services
Watermaal-Bosvoorde
BE 475.933.171
50,00
Gering belang
Alternative Systems en abrégé "ALTSYS"
Louvain-La-Neuve
BE 436.528.704
21,44
In liquidatie
Antwerps Innovatie Centrum
Edegem
BE 472.386.634
21,30
Gering belang
Arets International
Niel
BE 890.356.466
49,90
Gering belang
Baby Gift International
Villedieu La Blouère
34,59
Gering belang
Baekelandfonds R.U. Gent N.V.
Gent
Banque Internationale Afrique au Niger S.A.
Niamey
Bedrijvencentrum Zaventem N.V.
Zaventem
Brussels I³ Fund
Elsene
Certificat Etoile S.A.
BE 465.509.235
33,33
Gering belang
35,00
Gering belang
BE 426.496.726
24,98
Gering belang
BE 477.925.433
36,37
Gering belang
Luxemburg
25,00
Vastgoedcertificaat
Coöperatieve H2 Equity Partners Fund III U.A.
Amsterdam
24,07
Gering belang
Cronos Ltd
Hamilton
38,60
Gering belang
Dolnoslaska Szkola Bankowa Sp. z.o.o.
Lubin
24,72
Gering belang
Etna
Erembodegem
20,97
Gering belang
Fortis Agency Limited
Wanchai
BE 419.508.766
50,00
Gering belang
Fortis Asia Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis China Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Far East Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Futures Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Greater China Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Group Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Insurance Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis International limited
Wanchai
50,00
Gering belang Gering belang
Fortis L Capital
Luxemburg
50,00
Fortis Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Management Limited
Wanchai
50,00
Gering belang
Fortis Services Limited
Wanchai
Gemma Frisius-Fonds K.U.Leuven
Leuven
BE 477.960.372
50,00
Gering belang
40,00
Gering belang
Gudrun Xpert N.V.
Brussel
BE 477.315.422
26,00
Gering belang
Immo Kolonel Bourgstraat
Brussel
BE 461.139.879
50,00
Vastgoedcertificaat
Immo Regenboog N.V.
Mechelen
BE 448.859.481
30,01
Gering belang
Immo-Beaulieu
Brussel
BE 450.193.133
25,00
Vastgoedcertificaat
Metropolitan Buildings S.A.
Brussel
BE 432.742.734
28,75
Gering belang
Middle East Bank Kenya LTD.
Naïrobi
25,03
Gering belang
MIR
Brecht
BE 475.137.177
25,04
Gering belang
Nova Electro International
Tongeren
BE 441.210.537
26,84
Gering belang
Sophis Systems
Wevelgem
BE 424.871.975
27,25
In liquidatie
Studio 100
Schelle
BE 457.622.640
32,56
Gering belang
Consolidatiekring
B.T.W. BE 403.199.702 Lijst van de niet geconsolideerde ondernemingen en van de ondernemingen waarop geen vermogensmutatie wordt toegepast waarin de Groep tenminste 10% van het kapitaal bezit
Naam
Zetel
BTW-nummer
Gehouden
Netto-
Eigen
of
aandeel
Munt
resultaat
Vermogen
identificatie-
(%)
per 31/12/08
per 31/12/08
(in duizend)
(in duizend)
nummer
Anticlee Finance
Rillieux La Pape
15,16
EUR
446
Bacton Agency Services Luxembourg S.A.
Luxemburg
12,86
EUR
135
416
Baekeland Fonds II
Gent
18,02
EUR
-458
3227
Bapar SAS
Horbourg-Wihr
17,22
EUR
209
1672
BBOF III Investors B.V.
Amsterdam
12,13
EUR
-2658
6682
Bedrijvencentrum Dendermonde N.V.
Dendermonde
BE 438.558.081
19,61
EUR
34
1051
Bedrijvencentrum Regio Aalst N.V.
Erembodegem
BE 428.749.502
14,23
EUR
4
659
Bedrijvencentrum Vilvoorde N.V.
Vilvoorde
BE 434.222.577
11,02
EUR
56
1213
Bedrijvencentrum Waasland N.V.
Sint-Niklaas
BE 427.264.214
16,03
EUR
-115
774
Belnep Production
Kaïn (Tournai)
BE 437.121.095
14,71
EUR
-
-
BEM-Flemish Construction and Investment Company N.V.
Brussel
BE 461.612.904
12,05
EUR
522
5890
China-Belgium Direct Equity Investment Fund
Beijing
10,00
CNY
-7036
986433
Clarisse
Paris
10,12
EUR
925
24570
Crédit social de la Province du Brabant Wallon
Nijvel
BE 400.351.068
12,18
EUR
103
4286
Domus Flandria N.V.
Antwerpen
BE 436.825.642
11,22
EUR
2374
26773 4342
BE 876.424.296
2344
Europay Luxembourg SC
Munsbach
16,50
EUR
918
European Carbon Fund
Luxembourg
10,53
EUR
18051
0
Euroscreen
Anderlecht
13,05
EUR
-807
11239
Financière Saint-Nicolas
Dombasle sur Meurthe
11,18
EUR
2312
5609
Fortis Intertrust Group Holding S.A.
Geneva
12,52
CHF
62357
729082
Gemidis
Zwijnaarde
12,63
EUR
-
-
GIMV Czech Ventures
Vlaardingen
14,63
EUR
-
-
Groupe Editor S.A.
Aix-en-Provence
13,91
EUR
-2853
23865
BE 453.325.639
BE 866.667.482
Haco
Rumbeke
BE 405.568.183
13,64
EUR
1609
33172
Heracles S.C.
Charleroi
BE 427.178.892
13,55
EUR
97
724
Horeca Serve
Zedelgem
BE 432.000.980
11,93
EUR
-
-
Immobilière Distri-Land N.V.
Brussel
BE 436.440.909
12,48
EUR
12
210
Innovation et Développement en Brabant Wallon, Centre
Tubeke
BE 460.658.938
16,32
EUR
57
795
Le Crédit Andennais
Andenne
BE 401.370.756
10,00
EUR
-
-
Le Crédit Social de Tubize S.A.
Tubeke
BE 400.344.140
11,43
EUR
7
306
Le Crédit Social et les Petits Propriétaires Réunis
Chatelet
BE 401.609.593
12,38
EUR
104
2587
Le Petit Propriétaire S.A.
Sint-Lambrechts-Woluwe
BE 403.290.366
11,60
EUR
4
771
Marfil
Hulshout
BE 458.805.248
16,94
EUR
-
-
Metalogic A.I. Technologies & Engineering
Heverlee
BE 444.184.576
18,04
EUR
312
446
Net Fund Europe
Groot-Bijgaarden
BE 465.995.423
11,06
EUR
1542
2215
Park De Haan N.V.
Brussel
BE 438.533.436
15,00
EUR
191
259
PharmaDM
Leuven
BE 473 394 147
18,59
EUR
1
-405
Prestosid Industries
Villerupt
15,95
EUR
332
2025
PSF
Weyersheim
11,93
EUR
-877
9130347
Européen d'Entreprise et d'Innovation, en abrégé "ID, CEEI "
S.A. Berlaymont 2000 N.V.
Brussel
Shenergy Groupe Finance Company Limited
Shanghai
Sint-Jozefskredietmaatschappij N.V.
Beringen
Société Belge d'Investissement International S.B.I. -
Brussel
BE 441.629.617
14,85
EUR
220
14375
10,00
CNY
70633
582015
BE 401.349.970
11,93
EUR
111
20383
BE 411.892.088
19,51
EUR
404
33172
Belgische Maatschappij voor Internationale Investeringen B.M.I Start-IT
Angleur
BE 466.790.625
16,67
EUR
-1164
4761
Tous Propriétaires S.A.
Erquelinnes
BE 401.731.339
16,82
EUR
428
5699
Triodos Venture Capital Fund
Zeist
11,29
EUR
-48
2207
TRIP Rail Holdings LLC
Dallas
16,33
USD
4100
119500
Ultragenda
Destelbergen
12,38
EUR
1069
4179
Visalux
Munsbach
14,59
EUR
9549
13024
BE 458.951.936
Vives SA
Louvain-La-Neuve
BE 862.398.591
14,70
EUR
-1536
5269
Xenics
Heverlee (Leuven)
BE 473.044.848.
18,77
EUR
1126
4527
Consolidatiekring
277
B.T.W. BE 403.199.702 Lijst van de ondernemingen die volgens de proportionele methode worden opgenomen in de consolidatie
Naam
Banque de la Poste
278
Consolidatiekring
Zetel
Brussel
BTW-nummer of
Gehouden
identificatienummer
aandeel (%)
BE 456.038.471
50,00
Aanvullende informatie over Bass en Esmée securitisatie- transacties Securitisaties BASS Master Issuer NV.SA, institutionele vennootschap voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht. Beschrijving van de transactie Bass Master Issuer NV/SA is een ‘special purpose vehicle’ dat opgericht is voor de securitisatie van hypothecaire leningen, oorspronkelijk toegestaan door Fortis Bank NV in België. De hypothecaire leningen worden gesecuritiseerd op basis van de volgende structuur:
Interest/Deviezen
Fortis Bank nv
Swap Tegenpartij
Klasse A - SO Klasse B - SO Klasse C - SO
Verkoop van hypotheekleningen
Opbrengst verkoop van de Klasse A, B, C, D en E obligaties
BASS
Fortis Bank nv
Klasse D - SO Klasse E - SO
Master Issuer
Initiële aankoopprijs
Investeerders Klasse A Klasse B
Opbrengst van klasse E obligaties
Opname van beschikbaar deel van de lening Constructie
Reserve
depot
Rekening
Klasse C Klasse D Klasse E
Op maandelijkse basis worden de interestbetalingen en de betalingen in kapitaal op de gesecuritiseerde leningen, door Fortis Bank NV overgemaakt aan BASS Master Issuer NV/SA. Voor zover toegelaten binnen de bepalingen van het programma worden de kapitaalsontvangsten door BASS Master Issuer NV/SA gebruikt om nieuwe hypothecaire leningen aan te kopen van Fortis Bank NV. De interestbetalingen die BASS Master Issuer NV/SA ontvangt, worden op driemaandelijkse basis uitgewisseld tegen de interesten die moeten betaald worden op de uitgegeven obligaties plus de gegarandeerde ‘excess spread’ van 0,20% per jaar. Onderstaande tabel geeft de uitgegeven obligaties binnen het BASS Master Issuer-programma weer per 31/12/2009.
Tranche
ISIN
Initieel notioneel
Notioneel
Step up
Wettelijke
in EUR
per
datum
vervaldatum
Coupon
Step up
Fitch
Moodys
S&P
NR
coupon
31 december 2009
Bass 2009-1 A0
BE0002364363
15.750.000.000
20.250.000.000
15/07/2010
15/07/2052
3-m Euribor + 25
3-m Euribor + 25
AAA
Aaa
Bass 2009-1 B0
BE0002365378
525.000.000
675.000.000
15/07/2010
15/07/2052
3-m Euribor + 45
3-m Euribor + 45
AA
Aa3
NR
Bass 2009-1 C0
BE0002366384
525.000.000
675.000.000
15/07/2010
15/07/2052
3-m Euribor + 60
3-m Euribor + 60
A
A2
NR
Bass 2009-1 D0
BE0002367390
700.000.000
900.000.000
15/07/2010
15/07/2052
3-m Euribor + 120
3-m Euribor + 120
BBB
NR
NR
Bass 2009-1 E0
BE0002368406
157.500.000
202.500.000
15/07/2010
15/07/2052
3-m Euribor + 600
3-m Euribor + 600
NR
NR
NR
Totaal Bass
22.702.500.000
Per 31/12/2009 zijn er voor EUR 22.377.116.164,84 hypothecaire leningen door Fortis Bank NV overgedragen aan BASS Master Issuer NV/SA.
Additional information on the Bass and Esmée securisation transactions
279
Overzicht van de betrokken partijen Binnen de securitisatietransactie worden een aantal rollen vervuld door Fortis Bank NV en een aantal rollen door partijen extern aan de Fortis Bank NV-perimeter. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de betrokken partijen:
Uitgever van de obligaties
BASS Master Issuer NV/SA, institutionele vennootschap voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht. De vennootschap is geen rechtstreekse dochteronderneming van Fortis Bank NV en wordt vertegenwoordigd door twee onafhankelijke directeurs.
Verkoper van de leningen
Fortis Bank NV. Onder bepaalde voorwaarden kunnen rechtstreekse of onrechtstreekse dochterondernemingen van Fortis Bank NV toetreden tot het programma, mits publicatie van een supplement bij de prospectus
Leninggever
Fortis Bank NV of elke dochter of voorganger van Fortis Bank NV.
Servicer van de leningen
Fortis Bank NV
Administrateur van BASS Master Issuer NV/SA
Intertrust (Nederland) B.V.
GIC-tegenpartij
Fortis Bank NV
Interest swap tegenpartij
Fortis Bank NV
Security Agent
Stichting Security Agent BASS, stichting onder Nederlands recht. De stichting wordt vertegenwoordigd door een onafhankelijk directeur.
Aandeelhouders van BASS Master Issuer
Stichting Holding BASS, stichting naar Belgisch recht, en Genfinance NV/SA. Stichting Holding BASS wordt vertegenwoordigd door twee onafhankelijke directeurs.
Domiciliary Agent
Fortis Bank NV
Listing Agent
Fortis Bank NV
Reference Agent
Fortis Bank NV
Andere rechten en verplichtingen Gezien het securitisatievehikel volledig geconsolideerd wordt bij Fortis Bank NV, zijn ook alle onderlinge relaties tussen beide entiteiten geconsolideerd.
280
Additional information on the Bass and Esmée securisation transactions
Esmée Master Issuer NV.SA, institutionele vennootschap voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht. Beschrijving van de transactie Esmée Master Issuer NV/SA is een tweede ‘special purpose vehicle’ dat opgericht is voor de securitisatie van leningen aan zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, oorspronkelijk toegestaan door Fortis Bank NV in België. De leningen worden gesecuritiseerd op basis van de volgende structuur:
Swap Tegenpartij
Kredietnemers
Interest op leningen minus marge en kosten
Interest en afbetaling op leningen
Verkoop van de SME leningen
Interest op obligaties Interest en afbetalingen op obligaties
ESMEE Master Issuer
Fortis Bank nv Initiële en uitgestelde aankoopprijs
Fortis Bank nv Klasse A - SO Klasse B - SO Klasse C - SO Klasse D - SO Klasse E - SO Klasse F - SO Klasse G - SO
Opbrengst van klass E, F en G obligaties
Investeerders Klasse A Klasse B Klasse C Klasse D Klasse E Klasse F Klasse G
Uitgifte opbrengst
Tekortkomingen op interest en afbetalingen Reserve Rekening
Op maandelijkse basis worden de interestbetalingen en de betalingen in kapitaal op de gesecuritiseerde leningen door Fortis Bank NV overgemaakt aan Esmée Master Issuer NV/SA. Voor zover toegelaten binnen de bepalingen van het programma worden de kapitaalsontvangsten door Esmée Master Issuer NV/SA gebruikt om nieuwe leningen aan te kopen van Fortis Bank NV, op basis van vooraf bepaalde criteria waaraan de leningen moeten voldoen. De interestbetalingen die Esmée Master Issuer NV/SA ontvangt, worden op driemaandelijkse basis uitgewisseld tegen de interesten die moeten betaald worden op de uitgegeven obligaties plus de gegarandeerde ‘excess spread’ van 0,75% per jaar. Onderstaande tabel geeft de uitgegeven obligaties binnen het Esmée Master Issuer-programma weer per 31/12/2009. Esmée Master Issuer werd opgestart in december 2009.
Tranche
ISIN
Initieel notioneel
Notioneel
Step up
Wettelijke
in EUR
per
datum
vervaldatum
Coupon
Step up
Fitch
Moodys
S&P
coupon
31 december 2009
Esmee 2009-1 A0
BE0002387596
6.040.000.000
6.040.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 35
3-m Euribor + 35
AAA
Aaa
NR
Esmee 2009-1 B0
BE0002388602
1.400.000.000
1.400.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 75
3-m Euribor + 75
NR
A2
NR
Esmee 2009-1 C0
BE0002389618
320.000.000
320.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 100
3-m Euribor + 100
NR
Baa2
NR
Esmee 2009-1 D0
BE0002390624
240.000.000
240.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 150
3-m Euribor + 150
NR
Ba2
NR
Esmee 2009-1 E0
BE0002391630
96.000.000
96.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 300
3-m Euribor + 300
NR
NR
NR
Esmee 2009-1 F0
BE0002392646
96.000.000
96.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 400
3-m Euribor + 400
NR
NR
NR
Esmee 2009-1 G0
BE0002393651
88.000.000
88.000.000
25/10/2011
25/10/2045
3-m Euribor + 500
3-m Euribor + 500
NR
NR
NR
Totaal Esmée
8.280.000.000
Per 31/12/2009 zijn er voor EUR 7.765.724.706,86 leningen aan zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen door Fortis Bank NV overgedragen aan Esmée Master Issuer NV/SA. Additional information on the Bass and Esmée securisation transactions
281
Overzicht van de betrokken partijen Binnen de securitisatietransactie worden een aantal rollen vervuld door Fortis Bank NV en een aantal rollen door partijen extern aan de Fortis Bank NV-perimeter. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de betrokken partijen:
Uitgever van de obligaties
Esmée Master Issuer NV/SA, institutionele vennootschap voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht. De vennootschap is geen rechtstreekse dochteronderneming van Fortis Bank NV en wordt vertegenwoordigd door twee onafhankelijke directeurs.
Verkoper van de leningen
Fortis Bank NV. Onder bepaalde voorwaarden kunnen rechtstreekse of onrechtstreekse dochterondernemingen van Fortis Bank NV/SA toetereden tot het programma, mits publicatie van een supplement bij de prospectus
Leninggever
Fortis Bank NV of elke dochter of voorganger van Fortis Bank NV.
Servicer van de leningen
Fortis Bank NV
Administrateur van Esmée Master Issuer NV/SA
Intertrust (Nederland) B.V.
GIC-tegenpartij
Fortis Bank NV
Interest swap tegenpartij
Fortis Bank NV
Security Agent
Stichting Security Agent Esmée, stichting onder Nederlands recht. De stichting wordt vertegenwoordigd door een onafhankelijk directeur.
Aandeelhouders van Esmée Master Issuer
Stichting Holding Esmée, stichting naar Belgisch recht, en Genfinance NV/SA. Stichting Holding Esmée wordt vertegenwoordigd door twee onafhankelijke directeurs.
Domiciliary Agent
Fortis Bank NV
Listing Agent
Fortis Bank NV
Reference Agent
Fortis Bank NV
Andere rechten en verplichtingen Gezien het securitisatievehikel volledig geconsolideerd wordt bij Fortis Bank NV, zijn ook alle onderlinge relaties tussen beide entiteiten geconsolideerd.
282
Additional information on the Bass and Esmée securisation transactions
Verslag van het college van erkende commissarissen
283
VERSLAG VAN HET COLLEGE VAN COMMISSARISSEN AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN DE VENNOOTSCHAP FORTIS BANK NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2009 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij U verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermelding.
Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf, met uitzondering van de vergelijkende cijfers die het voorwerp uitmaken van een verklaring met voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Fortis Bank NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (de “Groep”) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2009, opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2009 en de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals de samenvatting van de voornaamste waarderingsregels en andere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt EUR (000.000) 435.038 en de geconsolideerde resultatenrekening sluit af met een verlies van het boekjaar (aandeel Groep) van EUR (000.000) 665. Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen bevat van materieel belang als gevolg van fraude of van fouten, alsook het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over deze geconsolideerde jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen bevat van materieel belang. Overeenkomstig deze normen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter staving van de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en inlichtingen. De keuze van de uitgevoerde werkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling en van de inschatting van het risico op materiële afwijkingen in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van deze risico-inschatting, hebben wij rekening gehouden met de
284
Verslag van het college van erkende commissarissen
interne controle van de Groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening om controleprocedures vast te leggen die geschikt zijn in de gegeven omstandigheden, maar niet om een oordeel te geven over de doeltreffendheid van die interne controle. Wij hebben tevens een beoordeling gemaakt van het passende karakter van de waarderingsregels, de redelijkheid van de door de Groep gemaakte boekhoudkundige ramingen en de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening in haar geheel. Tenslotte hebben wij van de raad van bestuur en de verantwoordelijken van de Groep de voor onze controle noodzakelijke verduidelijkingen en inlichtingen bekomen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Met betrekking tot de vergelijkende cijfers wensen wij op te merken dat op 3 oktober 2008 de Vennootschap haar aandelen in Fortis Bank Nederland Holding N.V. (FBN (H)) heeft verkocht aan de Nederlandse Staat. Zoals aangegeven in toelichting 47 van de geconsolideerde jaarrekening werd met betrekking tot de vergelijkende cijfers evenwel geen analyse van het “Netto resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten” verstrekt welke toelaat een onderscheid te maken tussen de netto resultaten van de bedrijfsactiviteiten van FBN (H) tot de dag van haar verkoop en de netto winst of verlies gerealiseerd op deze verkoop. Bovendien heeft de Vennootschap voor de kasstromen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten geen details met betrekking tot het jaar 2008 meegedeeld in het geconsolideerde kasstroomoverzicht. Deze beide weglatingen vormen een afwijking op de International Financial Reporting Standard 5, “Niet-courante Activa Aangehouden met het oog op Verkoop en Beëindigde Bedrijfsactiviteiten”. Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2009, onder voorbehoud van het effect van hogergenoemde weglatingen met betrekking tot de vergelijkende cijfers zoals beschreven in de voormelde paragraaf, een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep evenals van haar resultaten en kasstromen voor het boekjaar dan eindigend, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel, vestigen wij de aandacht op toelichting 49 van de geconsolideerde jaarrekening waarin is uiteengezet dat als gevolg van de gebeurtenissen van 2008 die de Fortis groep (waartoe de Vennootschap behoorde) hebben getroffen, een aantal eisers juridische procedures hebben geïnitieerd tegen de voormalige Fortis groep, inclusief de Vennootschap en/of bepaalde leden van de raad van bestuur en management. Het uiteindelijk resultaat van deze procedures en de mogelijke gevolgen voor de Vennootschap en haar bestuurders kunnen momenteel niet worden bepaald. Bijgevolg werden tot op heden geen voorzieningen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening.
Verslag van het college van erkende commissarissen
285
Bijkomende vermelding Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur (Het verslag van de Raad van Bestuur). Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermelding op te nemen die niet van aard is om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen: • Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de Groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. Brussel, 29 maart 2010
Het college van commissarissen
PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren cvba Vertegenwoordigd door
R. Jeanquart Bedrijfsrevisor
J. Steenwinckel Bedrijfsrevisor
Deloitte Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. cvba Vertegenwoordigd door
F. Verhaegen Bedrijfsrevisor
286
Verslag van het college van erkende commissarissen
Ph. Maeyaert Bedrijfsrevisor
Fortis Bank jaarverslag 2009 (niet-geconsolideerd)
287
Verslag van de Raad van Bestuur Het Verslag van de Raad van Bestuur bevat een overzicht van de gebeurtenissen in het jaar 2009, gevolgd door een beschrijving van de kernactiviteiten van Fortis Bank. Vervolgens gaat dit rapport verder met een toelichting bij de ontwikkeling van de balans en de ontwikkeling van de resultatenrekening.
Inleiding door de Voorzitter en de CEO Het afgelopen jaar was er één van grote veranderingen voor Fortis Bank. De eerste maanden was er voortdurend onzekerheid over wie de eigenaar van de bank zou worden, die toen nog steeds opereerde onder de merknaam Fortis Bank, en dit tijdens moeilijke markt- en economische omstandigheden. Sinds 12 mei maakt de bank, met de nieuwe merknaam BNP Paribas Fortis, deel uit van de BNP Paribas Groep. BNP Paribas Fortis is volop bezig met het uitrollen van zijn nieuwe strategie en ambities om de belangrijkste bankpartner van zijn klanten, een aantrekkelijke werkgever en een maatschappelijk verantwoorde ondernemer te worden. Er werden meer dan 1.000 integratieprojecten op stapel gezet en nieuwe bestuursprocedures ingevoerd. Tijdens de tweede helft van 2009 werd BNP Paribas Fortis gereorganiseerd rond vier kernactiviteiten: Retail & Private Banking, Corporate & Public Banking Belgium, Corporate & Investment Banking en Investment Solutions. Daarnaast zullen vier competence centers een reeks wereldwijde bankdiensten aanbieden, die een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen van de uitgebreide BNP Paribas Groep. Deze diensten zullen Corporate & Transaction Banking Europe (CTBE), Global Cash Management, Trade Services en Global Factoring bestrijken, en zullen middelgrote en grote, internationaal actieve bedrijven bedienen met hun bankactiviteiten. Op het gebied van Investment Solutions zal Fortis Investments sterker uit dit verhaal komen door de krachten te bundelen met BNP Paribas Investment Partners. Het volledige jaar 2009 stond in het teken van goede commerciële prestaties en sterke resultaten op de kapitaalmarkt, hoewel deze ongunstig werden beïnvloed door een hoog niveau van waardeverminderingen, die de gevolgen van de economische crisis weerspiegelden. Daardoor is het onderliggende resultaat, met EUR 56 miljoen, lichtjes positief. Zoals verderop zal worden toegelicht hadden uitzonderlijke gebeurtenissen die geen verband hielden met de dagelijkse bankwerkzaamheden en –verrichtingen uitgevoerd in 2008 en 2009, ook een negatieve invloed op de winst van 2009. In 2010 is onze eerste prioriteit het volledig implementeren van de nieuwe businessmodellen en ons nieuwe aanbod tot bij de klanten brengen. De bank concentreert zich op haar kernactiviteiten, het verzekeren van haar huidige marktpositie en het vergroten van de klantentevredenheid. Retail Banking zal een tandje bijsteken, door te investeren in werknemers, distributiekanalen en locaties. De ‘multichannel’ distributiestrategie blijft de hoeksteen van de klantenbenadering. Wij danken de 18.500 werknemers van BNP Paribas Fortis die in 2009 hard hebben gewerkt om de bank om te vormen en ze tot een onderdeel van een internationale groep te maken. Wij grijpen deze gelegenheid ook aan om onze klanten te danken voor hun vertrouwen en loyaliteit tijdens het hele afgelopen jaar. Wij kijken de toekomst tegemoet met vertrouwen in wat wij doen en trots op wat wij verwezenlijkt hebben. Naar onze aandeelhouders toe willen wij ons engagement benadrukken om BNP Paribas Fortis te vestigen als de grootste Belgische bank met een internationale dimensie. Dat zal ze worden door aan de behoeften van haar klanten tegemoet te komen. Jean-Laurent Bonnafé Chief Executive Officer (CEO)
288
Verslag van de Raad van Bestuur
Herman Daems Voorzitter van de Raad van Bestuur
BNP Paribas Fortis herpakt zich In 2009 werd de Belgische economie getroffen door de sterkste daling van de economische activiteit sinds de Tweede Wereldoorlog. Het hoogtepunt van de recessie kwam er in het begin van het jaar, toen de financiële crisis nog volop woedde. Een uitgebreide overheidstussenkomst stabiliseerde de situatie en tijdens de tweede helft van het jaar groeide de Belgische economie aan ongeveer hetzelfde tempo als in de rest van de wereld. De crisis heeft de Belgische bedrijven en consumenten echter zware klappen toegebracht, en dat heeft geleid tot een forse toename van het aantal faillissementen van bedrijven en van de werkloosheidscijfers. Verwacht wordt dat de gevolgen daarvan nog lang voelbaar zullen zijn. De resultaten in de Belgische banksector weerspiegelden deze economische trends. De winst was voornamelijk te danken aan een steilere rentecurve en aan het algemene herstel van de financiële markten. De voorzieningen voor leningverliezen en andere risico’s bleven hoog. Het afgelopen jaar was er ook één van grote veranderingen voor BNP Paribas Fortis. De eerste maanden was er voortdurend onzekerheid over wie de eigenaar van de bank zou worden, die toen nog steeds actief was onder de merknaam Fortis Bank, en dit tijdens moeilijke markt- en economische omstandigheden. In dezelfde periode werd de afscheiding van de Nederlandse Fortis activiteiten, Fortis Holding en AG Insurance, voltrokken na het uiteenvallen van de Fortis Groep in oktober 2008. Ondanks alles is de bank erin geslaagd haar miljoenen klanten een onberispelijke service te blijven aanbieden gedurende deze hele periode. BNP Paribas nam op 12 mei 2009 de controle over Fortis Bank over en trok op 13 mei 2009 zijn aandeel in Fortis Bank op naar 74,93%. De Belgische staat is nu, via zijn participatie- en investeringsarm, FPIM (de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), voor 25% eigenaar van Fortis Bank, terwijl de resterende aandelen in handen zijn van de bevolking. Onder de nieuwe eigenaar hebben Fortis Bank, die verder werkt onder de merknaam BNP Paribas Fortis, en haar werknemers allemaal het beste van zichzelf gegeven om van de bank de grootste financiële dienstverlener in de Eurozone te maken. Onder leiding van een Integration Team werden meer dan 1.000 geslaagde integratieprojecten uitgevoerd, en werden er nieuwe bestuursprocedures uitgewerkt en maatregelen genomen. Dat alles heeft nieuw vertrouwen in BNP Paribas Fortis ingeboezemd en ook de performance in alle businesses verbeterd. Een greep uit de genomen maatregelen: • totstandbrenging van nieuw bestuur, met de benoeming van enkele nieuwe bestuurders en leidinggevenden, verfijning van de businesses-segmentatie en integratie van risicobeheer • verbetering van het risicoprofiel met verminderde blootstelling aan risico’s (controle van naar risico gewogen activa – krediet- en marktrisico) en liquiditeitsrisico, waarbij de financiering volledig naar de normale toestand terugkeert • heropbouw van de handelsfranchise met een herstel van de netto-instroom van activa van klanten naar retailnetwerken, de stabilisatie van activa in beheer, geslaagde rebranding- en commerciële campagnes • versterking van maatregelen voor operationele efficiëntie
Verslag van de Raad van Bestuur
289
Al deze maatregelen samen leiden tot synergieën en hebben voornamelijk betrekking op kostensynergieën als gevolg van maatregelen op het vlak van organisatie, IT, facility en inkoop, en human resources. De personeelsinkrimping zal voornamelijk het gevolg zijn van natuurlijke afvloeiing en vrijwillig ontslag. Tijdens de tweede helft van 2009 werd een begin gemaakt met de reorganisatie van BNP Paribas Fortis, rond vier kernactiviteiten: Retail & Private Banking, Corporate & Public Bank Belgium, Corporate & Investment Banking en Investment Solutions. Ook de rebranding van aanzienlijke delen van de business in België ging in de tweede helft van 2009 van start. In het verzekeringswezen ging BNP Paribas Fortis een strategisch partnerschap aan met de Belgische marktleider AG Insurance, waarin het een aandeel van 25% heeft. De overeenkomst die bepaalt dat de AG Insurance-producten uitsluitend worden verdeeld door de filialen van BNP Paribas Fortis en Fintro-tussenpersonen zal ten vroegste in 2020 verstrijken. BNP Paribas Fortis biedt nu een allesomvattend pakket van financiële diensten aan aan retail-, professionele en vermogende klanten in België. De bank verstrekt ook oplossingen op maat aan bedrijven en aan overheids- en financiële instellingen. Daarvoor kan ze een beroep doen op de know-how en het internationale netwerk van BNP Paribas. Vanaf 2010 zullen de activiteiten van BNP Paribas Fortis CIB en Investment Solutions worden samengevoegd met die van BNP Paribas CIB en Investment Solutions. De Retail Banking-activiteiten, inclusief Retail & Private Banking en Corporate & Public Banking België zullen dan weer een specifieke operationele entiteit vormen. De Raad van Bestuur van Fortis Bank SA/NV zal aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering in april 2010 voorstellen geen dividend uit te keren voor het jaar 2009. De rest van dit gedeelte “Kernactiviteiten van Fortis bank” bevat een beschrijving van de activiteiten van elke business line van BNP Paribas Fortis. De volgende hoofdstukken zullen dit aanvullen door de niet- geconsolideerde financiële resultaten van 2009 te beschrijven.
290
Verslag van de Raad van Bestuur
Kernactiviteiten van Fortis Bank Retail & Private Banking Belgium De afdeling Retail & Private Banking van BNP Paribas Fortis bekleedt een leidinggevende positie in België, met 9.700 personeelsleden die 3,6 miljoen klanten bedienen (een derde van de Belgische bevolking). De 1.023 filialen die opereren onder de merknaam BNP Paribas Fortis worden aangevuld met 322 franchises onder de merknaam Fintro en met 650 verkooppunten van de 50/50-joint venture met de Bank van de Post. Een netwerk van 2.297 ATM’s (afhalingen en stortingen van contant geld) plus 1.217 non-cashtoestellen (bankoverschrijvingen) en 646 toestellen voor het afdrukken van bankafschriften, voorzieningen voor onlinebankieren (1,3 miljoen gebruikers) en telefonisch bankieren zijn verbonden met het client relationship management (CRM) –platform van BNP Paribas Fortis. Op die manier kunnen alle systemen langs alle kanalen worden ontplooid. Het langetermijnpartnerschap met AG Insurance optimaliseert de distributiekracht van het retailnetwerk en bouwt verder op de ervaring die doorheen de jaren is opgebouwd op het gebied van bankverzekering. De economische omgeving waarin Retail Banking actief is, is sinds het begin van de crisis sterk veranderd. Tegelijkertijd blijft de concurrentie in het Belgische banklandschap bikkelhard, met lage rentevoeten, een agressieve prijszetting op spaarproducten, veranderde verwachtingen van de klant en een overvloed aan nichebanken. De zaken in Retail Banking gingen in 2009 opnieuw beter na de zeer moeilijke tweede helft van 2008. De uitstroom van fondsen werd in april 2009 omgekeerd en de verbetering van de netto-opname (+ EUR 3,17 miljard) bracht de netto-opname voor het volledige jaar op EUR 1,47 miljard. Dat was voornamelijk te danken aan het aanbod van BNP Paribas Fortis op spaarrekeningen en terugwinacties. Retail Banking komt zijn klanten tegemoet door middel van een ‘multichannel’ distributiestrategie waarvan het Focus Project, dat in 2007 werd gelanceerd, de hoeksteen blijft. Focus combineert een gesegmenteerde benadering van de markt met een prestatiegerichte verkooporganisatie. Het filialennetwerk is opgesplitst in 82 markten, die elk gemiddeld 12 filialen omvatten. Filialen die actief zijn op dezelfde markt werken nauw samen. De noden van de klant moeten daarbij de doorslaggevende factor zijn: als het nodig is worden er specialisten bijgeroepen, ongeacht de grootte van het filiaal. Alle bekwaamheden zijn beschikbaar voor klanten overal in het netwerk en aan alle retailklanten wordt dezelfde service aangeboden, ongeacht het kanaal waarlangs zij met de bank communiceren. Verder bouwend op de sterkte en steun van BNP Paribas Group streeft Retail Banking ernaar marktaandeel terug te winnen dat het tijdens de crisis is kwijtgespeeld, en de klantentevredenheid te verhogen door te investeren in werknemers, distributiekanalen en locaties. De prioriteiten op lange termijn omvatten: • verbetering van het filialennetwerk (investering van EUR 150 miljoen tot 2012), waarbij het filiaal dienst doet als het enige plaatselijke toegangspunt voor alle diensten, en dat nabijheid en deskundigheid combineert • betere kennis van de klant en betere informatiedeling via CRM, wat leidt tot de volledige toepassing van het ‘multichannel’ model • tijd vrijmaken voor de adviserende rol en maximalisatie van persoonlijke contacten om het vertrouwen en een duurzame rendabiliteit te onderbouwen
Verslag van de Raad van Bestuur
291
Met EUR 44 miljard aan beheerde activa, is de nieuwe Private Bank de grootste aanbieder van private bankdiensten op de Belgische markt. De huidige reorganisatie van de Private Bank leidt tot een verbeterde dienstverlening aan de klant dankzij de ingebedde samenwerking tussen Retail Banking en Private Banking, en brengt een nieuwe segmentatie met zich mee. Individuele klanten met activa van meer dan EUR 250.000 komen nu in aanmerking voor Private Banking-diensten, waardoor een bredere klantenbasis ontstaat. Een uitgebreid netwerk van 35 Private Banking-centra die in 2010 en 2011 de deuren zullen openen, zullen de 65.000 klanten in dit segment gemakkelijke toegang geven tot gepersonaliseerde diensten.
Paribas Fortis bij zijn klanten en zijn betrokkenheid bij het financieren van de reële economie in de verf gezet en werd meegedeeld dat er één miljard euro ter beschikking was om deze doelgroep te helpen hun activiteiten te ontwikkelen. • BNP Paribas Fortis heeft zijn sponsoring van de Belgische eersteklasser RSC Anderlecht verlengd tot het seizoen 2013/2014. De bank is al sponsor van de club sinds 1981. • Lancering van de nieuwe BNP Paribas Private Banking op 10 december 2009, vergezeld van een groots opgezette mediacampagne met een nieuwe website, brochures en evenementen.
Corporate & Public Bank Belgium Wealth Management bedient zo’n 1.000 klanten met potentiële activa van meer dan EUR 4 miljoen. Deze klanten maken gebruik van een servicemodel dat speciaal voor hen in het leven werd geroepen en hebben toegang tot het internationale netwerk van BNP Paribas Groep. Ze worden voornamelijk bediend via twee Wealth Management Centers, één in Antwerpen en één in Brussel.
De belangrijkste commerciële hoogtepunten van Retail & Private Banking voor 2009 zijn: • ‘James—Direct Personal Banking’, een dienst die klanten buiten de normale kantooruren toegang geeft tot een personal banker via telefoon, e-mail en webcam. ‘James’ is gericht op rijke klanten die op zoek zijn naar flexibiliteit in wanneer —en hoe—zij met de bank communiceren. De personal bankers die het James-team vormen, bieden met name deskundigheid op gebieden als belastingen en verzekeringen, realtime marktinformatie en proactief portefeuillebeheer. • BNP Paribas Fortis is de grootste bank voor het jeugdsegment in België (marktaandeel van 32%), een markt waar de concurrentie op het scherp van de snee wordt gevoerd. Om de concurrentie voor te blijven heeft de bank in september 2009 “Mine Pack” gelanceerd. Dat is een rekeningpakket voor jonge mensen waarin een elektronische nieuwsbrief en een magazine zitten. De website Mine.be kreeg ook een opknapbeurt, met nieuwe interactieve eigenschappen zoals een ‘Money Coach’, die jonge mensen helpt hun geld te beheren. • De grootschalige reclamecampagne ‘Een miljard euro’ werd op 1 juni 2009 in België gelanceerd. Ze was gericht op zelfstandigen, professionals en bedrijven. In plaats van te kiezen voor een campagne rond het bedrijfsimago werd in de advertenties en in de tv- en radiospots de nadruk gelegd op een concreet voorstel, werd het engagement en de toegewijdheid van BNP
292
Verslag van de Raad van Bestuur
BNPP Fortis Corporate & Public Bank Belgium biedt een allesomvattend gamma plaatselijke en internationale financiële diensten aan aan Belgische ondernemingen, overheidsinstellingen en plaatselijke overheden. Met 457 bedrijfsklanten en 34.100 ‘midcap’-klanten is de bank de marktleider in deze categorieën, en is ze ook een belangrijke speler in Public Banking (1.300 klanten). Het aanbod omvat binnenlandse bankproducten, gespecialiseerde financiële vaardigheden, en effecten-, verzekerings- en vastgoeddiensten. Vaardigheden omvatten gespecialiseerde vaardigheden zoals handelsdiensten, cash management, factoring en leasing, en ook M&A- en kapitaalmarkten. Een centraal team van meer dan 60 bedrijfsbankiers, 200 relatiebeheerders in 24 business centers, en kaderleden die zich bezighouden met vaardigheden, zorgen ervoor dat BNP Paribas Fortis dicht bij de markt blijft. Dit team, gecombineerd met het Europese netwerk van business centers dat beheerd wordt binnen Corporate & Investment Banking, stelt BNP Paribas Fortis in staat zijn Belgische klanten, plaatselijk en in het buitenland, een ééngemaakt commercieel beheer te bieden. Het competence center Global Factoring zal Retail, Commercial Banking en Corporate-klanten bedienen door hen binnenlandse en multi-domestic factoringoplossingen aan te bieden in heel Europa, inclusief financiering, incasso van schuldvorderingen en debiteurenbeheer.
Corporate & Investment Banking BNP Paribas Fortis Corporate & Investment Banking biedt zijn klanten (in België en in Europa) een volledige toegang tot de productportefeuille van CIB van BNP Paribas. BNP Paribas Fortis CIB bestaat uit zes business lines: Global Markets, Structured Finance, Corporate Finance & Equity
Capital Markets, Private Equity, Institutional Banking Group Europe, en Corporate & Transaction Banking Europe. Global Markets, een duurzaam Capital Markets-platform dat gericht is op klantgedreven activiteiten, is gevestigd in Brussel, met de doelstelling een uitgebreid productgamma aan te bieden via toegang tot BNP Paribas-platforms. In het onderdeel Fixed Income bedient Global Markets voornamelijk Belgische klanten, waarbij Fixed Income Trading-desks ook stromen van Europese Midcaps noteren (klanten van Corporate & Transaction Banking Europe). Bij Equity Derivatives ligt de nadruk op het bedienen van de Belgische klanten, terwijl er enige handelsactiviteit wordt behouden. Structured Finance groepeert de activiteiten van Corporate Acquisition Finance, Leveraged Finance, Export Finance en Project Finance. Een nieuw regionaal platform voor CIB wordt opgezet in België, om klanten in de Beneluxlanden, Noord- en Midden-Europa (met inbegrip van Griekenland) en Turkije (BNCET-platform) te bedienen. Het team in Brussel beheert ook de financiering van publiek-private partnerschappen voor heel Europa, waarbij het de deskundigheid van BNP Paribas Fortis op dit gebied ten volle benut. Corporate Finance is actief in Merger & Acquisition Advisory en in Equity Capital Markets. Corporate Finance is toegespitst op Belgische klanten. Private Equity blijft de Belgische economie steunen door aan kapitaal- en mezzaninefinanciering te doen, waardoor BNP Paribas Fortis zijn klanten kan helpen bij hun externe ontwikkeling. Institutional Banking Group Europe is verantwoordelijk voor het beheer van de relaties met financiële instellingen. Deze afdeling promoot bank- en plain vanilla-producten. Corporate & Transaction Banking Europe is een geïntegreerd banknetwerk dat gericht is op het bedienen van grote midcaps en internationale klanten, en met name dochterondernemingen van CIB-klanten over heel Europa. CTBE levert dagelijkse bankproducten en –diensten (plain vanilla-leningen, Cash Management, Trade-diensten, Flowhedging-producten en, wanneer beschikbaar, Leasing-, Factoring- en Investment Solutions- products) aan bekende bedrijfsklanten en financiële instellingen op 16 markten buiten de vier thuismarkten in Europa, via een netwerk van meer dan 30 business centers voor nabijheid met klanten.
Corporate & Transaction Banking Europe zal opereren in nauwe samenwerking met twee in België gevestigde competence centers en actief zijn voor de hele BNP Paribasgroep: Cash Management en Global Trade Solutions. Cash Management verleent diensten inzake liquiditeitsbeheer aan bedrijven. Die zijn immers steeds meer op zoek naar globale en homogene oplossingen op Europees niveau (bijv., SEPA-oplossingen, cash pooling, payment factories). Ondertussen blijven deze bedrijven behoefte hebben aan een allesomvattend plaatselijk aanbod. Global Trade Solutions helpt bedrijven bij hun internationale handelsactiviteiten, en verstrekken bijvoorbeeld internationale garanties voor commerciële overeenkomsten tussen partijen in verschillende landen
Belangrijke deals die in 2009 door Corporate & Investment Banking en Corporate & Public Bank Belgium werden gesloten: • BNP Paribas Fortis trad op als Joint Mandated Lead Arranger met een club van banken, om met succes de 690 miljoen EUR aan senior secured facilities te onderschrijven die vereist zijn om de aankoop door CVC van de Midden- en Oost-Europese activiteiten van StarBev, Anheuser-Busch InBev (ABInBev) te ondersteunen. De transactie staat voor één van de grootste buyouts in Europa in 2009. • In België tekende BNP Paribas Fortis voor de grootste leveraged buyouttransactie die in de loop van 2009 werd uitgevoerd; de bank trad op als mandated lead arranger voor de senior club deal van EUR 73 miljoen, om de overname van de ADB Group door Montagu Private Equity en management te financieren. ADB Group is de belangrijkste wereldwijde fabrikant van grondverlichtingssystemen voor luchthavens. • BNP Paribas Fortis was één van slechts drie deelnemende banken en de enige niet-Britse bank in het bemiddeld leningschema van de Europese Investeringsbank (EIB) voor windenergie langs de kust, die streeft naar het lenen van een bedrag tot 1 miljard GBP voor windmolenparken langs de kust de komende drie jaar. Dit is een programma dat door de Britse regering wordt gesponsord om windenergie te ontwikkelen. Het feit dat BNP Paribas Fortis werd geselecteerd, toont aan dat wij consequent de leider van het topsegment zijn voor de Britse en internationale markten voor hernieuwbare energie. • BNP Paribas Fortis werd door Aquafin uitgekozen als de enige bookrunner voor de uitgifte van een Belgische retailobligatie van EUR 150 miljoen, rechtstreeks
Verslag van de Raad van Bestuur
293
gericht op de investeerdersbasis van Retail en Private Banking. Door te kiezen voor de uitgifte van zo’n retailobligatie heeft Aquafin een aanzienlijk voordeel gerealiseerd op het gebied van de diversifiëring en de kost van de financieringsbasis. Aquafin ontwerpt, financiert, bouwt en exploiteert de supragemeentelijke infrastructuur die nodig is om huishoudelijk afvalwater te behandelen en optimaliseert belangrijke riolen en afvalwaterbehandelingsinstallaties in Vlaanderen. • Fluxys, de onafhankelijke exploitant van zowel het aardgasvervoer, het doorvoernet en de opslaginfrastructuur in België, heeft BNP Paribas Fortis aangesteld als enige bookrunner en co-leidende bank voor zijn uitgifte van een retailobligatie. Het mandaat van enige bookrunner werd toegewezen aan BNP Paris Fortis, omwille van zijn deskundigheid en duidelijke marktleiderschap inzake de uitgifte van retailobligaties. Deze deal benadrukt het langetermijnengagement voor Fluxys en onze positie als kernbank voor Fluxys – die Fluxys al sinds 1971 bijstaat. • BNP Paribas Fortis trad op als co-bookrunner bij de obligatie-emissie met dubbele tranche van Elia voor EUR 1 miljard. Elia, de monopoliehouder met vaste tarieven die het Belgische hoogspanningsnet exploiteert, besliste EUR 1 miljard in te zamelen door zijn pijlen te richten op de markt van de institutionele benchmarkobligaties om korte termijnleningen te herfinancieren en langetermijnleningen te voltooien en te anticiperen op de verwachte tarieftekorten. Na een uitgebreide roadshow was de emissie met dubbele tranche een overdonderend succes. • BNP Paribas Fortis is een cruciale partner geweest van het vooraanstaande biofarmaceutische bedrijf UCB dat zijn kredietfaciliteit, aangegaan om Schwarz Pharma in 2006 over te nemen, wilde herschikken. BNP Paribas Fortis trad in het vierde kwartaal van 2009 voor UCB op als joint bookrunner van een in aandelen omzetbare obligatielening van EUR 500 miljoen en van een obligatielening voor het publiek van EUR 750 miljoen, en als co-manager van een institutionele obligatie van EUR 500 miljoen. Het succes van deze drie kapitaalmarkttransacties voor een totaal bedrag van EUR 1,75 miljard met verschillende looptijden laat UCB toe zijn kredietverstrekkers te diversifiëren en de terugbetalingstermijn te verlengen. De rest van de schuld werd geherfinancierd met een nieuwe gesyndiceerde wentelfaciliteit (revolving facility) van EUR 1,5 miljard waarvoor BNP Paribas Fortis optrad als joint coordinator en bookrunner.
294
Verslag van de Raad van Bestuur
Aangezien Fortis Bank als geïntegreerd geheel bestuurd wordt, verwijzen we naar het Fortis Bank Geconsolideerde Jaarverslag voor verdere toelichting bij de belangrijkste ontwikkelingen en gebeurtenissen met betrekking tot haar kernactiviteiten en operaties. Toekomstgerichte uitspraken Het dient opgemerkt dat elke uitspraak over toekomstverwachtingen en andere toekomstgerichte elementen gebaseerd is op de huidige standpunten en veronderstellingen van het bedrijf en een zekere mate van risico en onzekerheid inhouden, vooral gezien de huidige algemene economische en marktomstandigheden. Voornaamste risico’s en onzekerheden De activiteiten van Fortis Bank zijn blootgesteld aan een aantal risico’s zoals kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico en operationeel risico. Om ervoor te zorgen dat deze risico’s geïdentificeerd en naar behoren beheerst en beheerd worden, past de bank een aantal interne controleprocedures toe en verwijst ze naar een hele reeks risico-indicatoren, die nader worden beschreven in Noot 7 Risicomanagement van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank 2009. Fortis Bank is als verweerder betrokken bij verscheidene claims, geschillen en rechtszaken in België en in enkele rechtsgebieden in het buitenland, die zijn ontstaan tijdens de gewone bedrijfsvoering van de bank en na de herstructurering van Fortis Bank en Fortis Groep eind september en begin oktober 2008. Dit wordt nader beschreven in Noot 49 van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank 2009. De gebeurtenissen na de verslagperiode worden nader beschreven in het hoofdstuk “Overige informatie over de Geconsolideerde Jaarrekening”. Het gebruik en de impact van financiële instrumenten op de balans en de resultatenrekening wordt getoond in de toelichting op de balans en de resultatenrekening.
Toelichting bij de ontwikkeling van de balans De totaal activa op 31 december 2009 bedragen EUR 370 miljard, een vermindering ten opzichte van het vorige boekjaar met EUR 107 miljard of 22 %. Algemeen beschouwd is dit het gevolg van het verder risicovrij maken van de
balans en de significante fluctuaties van de interbancaire activiteiten. De vorderingen op kredietinstellingen dalen met EUR 23 miljard of 33%. Eind 2009 komt het relatieve gewicht van de interbancaire vorderingen neer op 12 % van de totale activa ten opzichte van 15% een jaar eerder. De daling van de interbancaire activiteit, gestart in 2008 en voortgezet in 2009, wordt weerspiegeld in de afname van de cessie-retrocessieverrichtingen (EUR 6 miljard), de interbancaire leningen (EUR 7 miljard), alsook in de zichtrekeningen bij andere financiële instellingen (EUR 6 miljard). De vorderingen op cliënten nemen af met EUR 37 miljard of 22%. Net zoals eind 2008 vertegenwoordigen zij 35% van de totale activa. Zonder het deel van de hypothecaire leningen (EUR 5 miljard) en van de termijnleningen (EUR 8 miljard) die geëffectiseerd werden, verminderen de leningen op cliënten met EUR 24 miljard. Deze daling is voornamelijk te merken aan een vermindering van de leningen op cliënten van onze buitenlandse bijkantoren (EUR 15 miljard, waarvan een deel gerelateerd is aan de activiteiten met onze dochterondernemingen) en aan de cessieretrocessieverrichtingen (EUR 6 miljard). Een termijnlening (EUR 5 miljard) toegekend aan Fortis Brussels werd in 2009 vroegtijdig terugbetaald en is gelieerd aan de terugbetaling van onze achtergestelde schuld. De portefeuille obligaties en andere vastrentende effecten gaat achteruit met EUR 15 miljard of 12%. Deze vertegenwoordigt 29% van de totale activa, ten opzichte van 25% eind 2008. Deze daling is met name te verklaren door een vermindering van de handelsportefeuille (EUR 6 miljard) en door de verkoop van de gestructureerde kredietenportefeuille (Portfolio Uit) aan de SPV Royal Park Investments, krachtens het Protocole d’Accord tussen BNP Paribas, de Belgische Staat, FPIM, Fortis en Fortis Bank (EUR 8 miljard). De vermindering van de aandelen en andere nietvastrentende effecten met EUR 5 miljard of 83 % is voornamelijk te verklaren door een transfer van aandelen van de handelsportefeuille naar de financiële vaste activa. De financiële vaste activa stijgen met EUR 5 miljard. Naast de transfer van aandelen van de handelsportefeuille, heeft de Bank 25% van het kapitaal van AG Insurance (EUR 1,4 miljard) verworven krachtens overeenkomsten
getekend tussen BNPP en de Belgische Staat. In 2009 bedroegen de waardeverminderingen EUR 1 miljard en betreffen voornamelijk de als niet-strategische beschouwde participaties in het integratieproces met BNP Paribas. De overige activa nemen af met EUR 3 miljard, met name wegens de vermindering van betaalde premies op afgeleide producten. De daling van de overlopende rekeningen met EUR 29 miljard betreft voornamelijk de proratas op afgeleide producten en is gelieerd aan de inkrimping van de volumes van renteopties en renteswaps, alsook aan de algemene daling van de rentevoeten. Aan passiva kant dalen de schulden aan kredietinstellingen met EUR 64 miljard of 51%. Eind 2009 komt het relatieve gewicht van de interbancaire schulden neer op 17 % van het totaal van de passiva ten opzichte van 26% een jaar eerder. De aanhoudende vermindering van de interbancaire schulden is gelieerd aan de wil van de Bank om haar activa te reduceren, die bijgevolg haar financieringsbehoeften sterk vermindert. Deze daling doet zich voornamelijk voor ter hoogte van de cessie-retrocessieverrichtingen (EUR 17 miljard), de voorschotten door aanbesteding bij de NBB (EUR 16 miljard) en de andere voorschotten van de NBB (EUR 9 miljard). De schulden aan cliënten nemen af met EUR 14 miljard of 8 %. Ze vertegenwoordigen 45 % van de totale passiva ten opzichte van 38% eind 2008. De daling vloeit vooral voort uit de cessieretrocessieverrichtingen (EUR 8 miljard) en uit de termijnrekeningen (EUR 10 miljard). Overigens stijgen de spaarrekeningen ten opzichte van 2008 (EUR 10 miljard), met name ten gevolge van een transfer van termijnrekeningen en een daling van effectenrekeningen van de cliënten. De in schuldbewijzen belichaamde schulden stijgen met EUR 11 miljard of 40 %. De evolutie is te verklaren door de groei van de uitgegeven depositocertificaten (EUR 12 miljard) en dit als gevolg van de wil van de Bank om haar financieringsmiddelen te versterken door het aantrekken van kapitaal op een langere termijn. De overige schulden dalen met EUR 4 miljard, met name wegens de afname van de ontvangen premies op de afgeleide producten.
Verslag van de Raad van Bestuur
295
Zoals bij de activa heeft de afname van de overlopende rekeningen met EUR 28 miljard hoofdzakelijk betrekking op de proratas op afgeleide producten en is gelieerd aan de daling van de volumes van renteopties en renteswaps, alsook aan de algemene daling van de rentevoeten. Het fonds voor algemene bankrisico’s blijft zo goed als onveranderd, met uitzondering van een lichte daling in het bijkantoor van Hong Kong, te verklaren door wisselkoersverschillen. De achtergestelde schulden dalen met EUR 7 miljard of 29%. De Bank is in 2009 overgegaan tot terugbetaling van haar schuld (EUR 6 miljard) ten opzichte van Fortis Brussels, die gelieerd is aan de terugbetaling van hun termijnlening. Het eigen vermogen na resultaatsverwerking daalt met EUR 1,3 miljard. Deze daling is te verklaren door het verlies van het boekjaar (EUR 1,3 miljard).
Toelichting bij de ontwikkeling van de resultatenrekening Het resultaat van het boekjaar, vóór onttrekking aan de belastingsvrije reserves, is een verlies van EUR 1.315 miljoen, tegenover een verlies van EUR 20.224 miljoen in 2008. De niet-geconsolideerde resultaten van Fortis Bank in 2009 werden beïnvloed door verscheidene eenmalige elementen gelieerd aan de economische situatie en de transacties afgesloten in de loop van 2009. Niettemin lag de focus dit jaar op het herstellen van de commerciële stabiliteit, alsook de financiële stabiliteit, getuige hiervan de verbeterde liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de Bank. Het resultaat van 2008 werd negatief beïnvloed door de verkoop van de Nederlandse bankactiviteiten, inclusief de verworven ABN AMRO activiteiten, en de verslechtering van de toestand op de financiële markten vanaf de tweede helft van 2008. De intrestmarge bedraagt EUR 2.796 miljoen, een toename met EUR 350 miljoen in vergelijking met 2008. Deze toename is te verklaren door de lagere financieringskost, in het bijzonder na de verkoop van Fortis Bank Nederland in het vierde kwartaal van 2008 en de kapitaalsverhoging in 2008.
296
Verslag van de Raad van Bestuur
De intrestmarge van Retail Banking krimpt tengevolge van enkele producten die weinig gevoelig zijn aan de vermindering van de marktrentevoeten, voornamelijk de zicht- en spaarrekeningen. De intrestmarge wordt eveneens beïnvloed door het volume van toegestane kredieten, in stijgende lijn in België, maar in dalende lijn in de buitenlandse bijkantoren. Zowel de rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten als de rentekosten en soortgelijke kosten verminderen aanzienlijk en dit als gevolg van de vermindering van interbancaire transacties en van markactiviteiten (niet alleen in België, maar ook in de buitenlandse bijkantoren), alsook door de sterk dalende rentevoeten vanaf het vierde kwartaal van 2008. De daling met EUR 553 miljoen aan opbrengsten uit nietvastrentende effecten is te wijten aan lagere inkomsten uit dividenden tengevolge van de vermindering van de aandelenportefeuille en de verkoop van de participatie in Fortis Bank Nederland in het vierde kwartaal van 2008. De ontvangen provisies verminderen met EUR 120 miljoen of 9 %. De ontvangen commissies op de effectentransacties en op het beheer van fondsen gaan achteruit tengevolge de geringere bedrijvigheid van de cliënten op de financiële markten. De commissies op verbinteniskredieten en betalingsverrichtingen nemen af ten gevolge van de vermindering van deze activiteiten. Daarentegen stijgen de commissies op de verkoop van verzekeringsproducten, dankzij de verbetering van de verkoop van levensverzekerings- producten. De betaalde provisies dalen met EUR 160 miljoen of 30 %. De activiteiten van de marktenzaal, gecentraliseerd in België, voor rekening van verschillende entiteiten van de groep Fortis Bank namen in sterke mate af in 2009, resulterend in minder retrocessies onder de vorm van betaalde commissies. Het verlies uit financiële transacties vermindert met EUR 1.691 miljoen. Het verlies uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten bedraagt EUR 108 miljoen in 2009 tegenover EUR 1.170 miljoen in 2008. De bedrijfsresultaten in de marktactiviteiten waren fors negatief in 2008, door de inwerking van de aanhoudende wereldwijde financiële crisis. Betere prestaties zijn in 2009 gerealiseerd, met name ter hoogte van de operaties gekoppeld aan de rentevoet, dankzij een progressieve normalisering van de
markten en een gemakkelijkere toegang tot liquiditeit. De minderwaarden uit de realisatie van beleggingseffecten bedragen EUR 111 miljoen in 2009 tegen EUR 740 miljoen in 2008. In 2009 hebben de minderwaarden voornamelijk betrekking op vastrentende effecten en in 2008 op nietvastrentende effecten. De algemene beheerskosten nemen af met EUR 363 miljoen of 11 %. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen dalen met EUR 130 miljoen of 6 %, voornamelijk door een lager gemiddeld personeelsbestand. De daling van de personeelskosten is bijna gelijkmatig verdeeld tussen België, waar het gemiddelde personeelsbestand daalt met 4 % en de buitenlandse bijkantoren, waar de vermindering van de activiteiten geleid hebben tot een daling van het gemiddelde personeelsbestand met 14 %. De overige beheerskosten dalen met EUR 233 miljoen of 19 %. In 2008 waren er de integratiekosten voor ABN Amro en de transacties in verband met het garanderen van de continuïteit van de activiteiten van Fortis Bank. In 2009 werden de kosten onder controle gehouden, met een belangrijke daling van de consultancykosten en de kosten voor extern personeel. De daling met EUR 14 miljoen of 7 % van afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa heeft voornamelijk betrekking op de gebouwen en op de informatica-uitrusting. De waardeverminderingen op de vorderingen en op de beleggingsportefeuille (rubrieken IX en X) bedragen EUR 770 miljoen in 2009. De waardeverminderingen blijven hoog in 2009, als gevolg van het moeilijke economische klimaat, wat heeft geleid tot de verslechtering van de kredietportfolio, vooral in de metiers Real Estate, Commercial Banking en Institutional Banking. In 2008 bedroegen de waardeverminderingen EUR 6.798 miljoen, hoofdzakelijk te wijten aan waardeverminderingen op de gestructureerde kredietenportefeuille en de investeringsportefeuille. De (besteding en terugneming van) voorzieningen voor risico’s en kosten (rubrieken XI en XII) leiden tot een kost van EUR 258 miljoen in 2009 ten opzichte van een kost van EUR 61 miljoen in 2008. De daling van de overige bedrijfsopbrengsten met EUR 216 miljoen is voornamelijk te wijten aan de niet-recurrente diensten gefactureerd aan Fortis Bank Nederland in 2008, met name in het kader van ABN AMRO.
De overige bedrijfskosten stijgen met EUR 39 miljoen, met name ten gevolge van de gedeeltelijke annulering in 2009 van geherfactureerde kosten aan Fortis Bank Nederland in 2008. De uitzonderlijke opbrengsten stijgen met EUR 158 miljoen, voornamelijk wegens terugnames van waardeverminderingen op financiële vaste activa. Deze terugnames hebben hoofdzakelijk betrekking op de aandelen Fortis SA/NV verworven in het kader van de CASHES transactie (EUR 212 miljoen). De uitzonderlijke kosten bedragen EUR 1.345 miljoen in 2009 tegen 12.746 miljoen in 2008. In 2009 betreffen de waardeverminderingen op financiële vaste activa (EUR 1.267 miljoen) voornamelijk participaties die als niet strategisch beschouwd worden in het integratieproces met BNP Paribas. In 2008 genereerde de verkoop van de participatie in Fortis Bank Nederland (Holding) een verlies van EUR 6.491 miljoen. Daarnaast werden waardeverminderingen op participaties vooral voor de activiteiten van Asset Management (EUR 3.709 miljoen) en op aandelen Fortis SA/NV verworven in het kader van de CASHES operatie (EUR 2.233 miljoen) geboekt. De belastingen op het resultaat van het jaar zijn negatief (EUR 97 miljoen) (rubrieken XIXbis en XX), terwijl ze positief waren voor EUR 34 miljoen in het vorige boekjaar. Het belastingsniveau wordt beïnvloed door de fiscale behandeling van de resultaten op participaties en op aandelen, alsook door regularisaties van vorige boekjaren. Bovendien verschilt het fiscaal regime van het ene bijkantoor tot het andere. De Belgische boekhoudnormen laten het boeken van uitgestelde belastingen op verliezen niet toe. De 22 buitenlandse bijkantoren, die gesitueerd zijn in Athene, Boekarest, Boedapest, Keulen, Kopenhagen, Guangzhou, Hong Kong, Lissabon, Londen, Madrid, Milaan, New York, Parijs, Praag, Shanghai, Singapore, Stockholm, Sydney, Taipei, Tokio, Wenen en Zurich leiden een gezamenlijk verlies van EUR 458 miljoen in 2009 tegenover EUR 915 miljoen in 2008. Rekening houdend met de onttrekking aan de belastingvrije reserves, bedraagt het te verwerken verlies van het boekjaar EUR 1.313 miljoen. Brussel, 23 maart 2010
Verslag van de Raad van Bestuur
297
Bericht van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van Fortis Bank is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank per 31 december 2009 in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en de Jaarrekening van Fortis Bank per 31 december 2009 in overeenstemming met de regels vastgelegd in het (Belgisch) Koninklijk Besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen. De Raad van Bestuur heeft op 23 maart 2010 de Geconsolideerde en Niet-Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank beoordeeld en goedgekeurd voor publicatie. De Raad van Bestuur van Fortis Bank verklaart dat, naar zijn beste weten, de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank en de Jaarrekening van Fortis Bank een getrouw en juist beeld geven van de activa, verplichtingen, financiële positie en de resultatenrekening van Fortis Bank en de in de consolidatie opgenomen verbintenissen, en dat de informatie die in deze jaarrekening is opgenomen geen tekortkomingen bevat die het noodzakelijk maken om significant de reikwijdte van enige berichtgeving aan te passen. Zoals vereist door de Belgische vennootschapswet, en bij het opstellen van de jaarrekeningen van 2009, hebben het Fortis Bank management , het Fortis Bank Audit Comité en de Raad van Bestuur een analyse gemaakt van de mogelijkheden van Fortis Bank om verder te functioneren als ‘going concern’, waarbij rekening is gehouden met alle mogelijke informatie over de afzienbare toekomst. Na afweging van een breed scala factoren in verband met de huidige en verwachte winstgevendheid en uitgaande van het nieuwe Industriële Plan voor Fortis Bank en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de liquiditeit en de solvabiliteitspositie van Fortis Bank, heeft de Raad van Bestuur geconcludeerd dat de jaarrekeningen over 2009 op ‘going concern’ basis kunnen worden opgesteld. Het dient vermeld te worden dat alle verklaringen met betrekking tot vooruitzichten gebaseerd zijn op de huidige visies en assumpties van de onderneming en dat deze een zekere mate van onzekerheid inhouden, in het bijzonder gezien de huidige algemene economische- en markt omstandigheden zodat feitelijke resultaten of prestaties materieel kunnen afwijken van diegenen die vermeld zijn in zulke verklaringen. De Raad van Bestuur van Fortis Bank verklaart tevens dat, naar zijn beste weten, het jaaroverzicht een juist beeld geeft van de ontwikkeling, resultaten en positie van Fortis Bank en van de verbintenissen die in de consolidatie zijn opgenomen, samen met een beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden waarmee zij worden geconfronteerd. De Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank en de Jaarrekening van Fortis Bank per 31 december 2009 zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 22 april 2010.
Brussel, 23 maart 2010 De Raad van Bestuur van Fortis Bank SA/NV
298
Bericht van de Raad van Bestuur
Corporate Governance Raad van Bestuur Rol en verantwoordelijkheden Overeenkomstig de wet- en regelgeving in verband met kredietinstellingen die in België van kracht is, is de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor het definiëren van het algemene beleid van de Bank (‘beleidsfunctie’), toezicht te houden op de activiteiten van het Directiecomité, de leden van het Directiecomité aan te stellen en te revoceren en toezicht te houden op de Onafhakelijke Controlefuncties (‘toezichtsfunctie’). Overeenkomstig artikel 26 van de Bankwet en artikel 22 van de statuten van Fortis Bank (‘Statuten’) hebben de leden van de Raad van Bestuur uit hun midden een Directiecomité verkozen, waarvan de leden “Uitvoerend Bestuurder” worden genoemd. Het Directiecomité heeft een algemene delegatie van bevoegdheden gekregen om alle handelingen te stellen die noodzakelijk of relevant zijn om de bankactiviteiten te beheren binnen het algemene beleidskader dat door de Raad van Bestuur is uiteengezet (‘managementfunctie’).
Omvang en lidmaatschapscriteria De Raad van Bestuur zal samengesteld zijn uit niet minder dan vijf en niet meer dan vijfendertig Bestuurders. Leden van de Raad van Bestuur kunnen al dan niet aandeelhouders zijn, en worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. De leden van de Raad beschikken over de kwaliteiten die noodzakelijk zijn om hun functie op objectieve en onafhankelijke wijze uit te oefenen, teneinde de belangen van Fortis Bank ten allen tijde te behartigen. Het beleid van Fortis Bank bepaalt dat de samenstelling van de Raad van Bestuur bestaat uit een gepaste en evenwichtige mix tussen de Uitvoerend Bestuurders en de niet-Uitvoerend Bestuurders, die al dan niet onafhankelijk zijn. Uitvoerend Bestuurders mogen niet de meerderheid van de Raad uitmaken. Fortis Bank streeft er voorts naar een gepast evenwicht van vaardigheden en bekwaamheden in stand te houden binnen de Raad van Bestuur, overeenkomstig de bepalingen van de Bankwet.
Corporate Governance
299
Samenstelling De Raad van Bestuur is nu als volgt samengesteld: DAEMS Herman
CHODRON de COURCEL Georges
BONNAFÉ Jean-Laurent
DIERCKX Filip FOHL Camille MENNICKEN Thomas
RAYNAUD Eric
BOOGMANS Dirk
300
Corporate Governance
Voorzitter van de Raad van Bestuur. Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Vicevoorzitter van de Raad van Bestuur. Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Uitvoerend Bestuurder. Voorzitter van het Directiecomité. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Uitvoerend Bestuurder. Vicevoorzitter van het Directiecomité.Lid van de Raad van Bestuur sinds 28.10.1998. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 26.04.2010. Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité sinds 01.01.2008. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 23.04.2011. Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur en van het Directiecomité sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012. Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 1.10.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
COUMANS Wim
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 27.01.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
LAMARCHE Gérard
Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
LAVENIR Frédéric
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur van 14.05.2009 tot 01.10.2009 en opnieuw sinds 10.12.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
PAPIASSE Alain
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
PRUVOT Jean-Paul
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 27.01.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
STÉPHENNE Jean
Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 26.04.2001. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 26.04.2010.
VANSTEENKISTE Luc
Onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 26.04.2001. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt op 26.04.2010.
VARÈNE Thierry
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 14.05.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
WIBAUT Serge
Niet-Uitvoerend Bestuurder. Lid van de Raad van Bestuur sinds 27.01.2009. Het mandaat van het lid van de Raad verstrijkt tijdens de Gewone Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders van 2012.
Corporate Governance
301
De samenstelling van de Raad van Bestuur is in 2009 als volgt gewijzigd: DAEMS Herman VAN BROEKHOVEN Emiel VERWILST Herman CHODRON de COURCEL Georges BONNAFÉ Jean-Laurent DIERCKX Filip BOONE Brigitte DEBOECK Michel FOHL Camille MACHENIL Lars MENNICKEN Thomas MOSTREY Lieve RAYNAUD Eric VANDEKERCKHOVE Peter BECKERS Lode BOOGMANS Dirk CLIJSTERS Jos COUMANS Wim DE MEY Jozef DESCHÊNES Alain FEILZER Joop LAMARCHE Gérard LAVENIR Frédéric MEYER Jean PAPIASSE Alain PRUVOT Jean-Paul STÉPHENNE Jean VAN HARTEN Peer VAN OORDT Robert VANSTEENKISTE Luc VARÈNE Thierry WIBAUT Serge
302
Corporate Governance
Voorzitter van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Voorzitter van de Raad van Bestuur (van 27.01.2009 tot 14.05.2009) Voorzitter van de Raad van Bestuur (tot 27.01.2009) Vicevoorzitter van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Voorzitter van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Voorzitter van het Directiecomité (tot 14.05.2009) Vicevoorzitter van het Directiecomité (sinds 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (sinds 14.05.2009) Uitvoerend Bestuurder, lid van de Raad van Bestuur (tot 14.05.2009) Bestuurder (tot 14.05.2009) Bestuurder (sinds 01.10.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (sinds 27.01.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (tot 14.05.2009) Bestuurder (sinds 14.05.2009) Bestuurder (van 14.05.2009 tot 01.10.2009 en opnieuw sinds 10.12.2009) Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (sinds 14.05.2009) Bestuurder (van 27.01.2009 tot 14.05.2009 en opnieuw sinds 14.05.2009) Bestuurder Bestuurder (tot 27.01.2009) Bestuurder (tot 14.05.2009) Bestuurder Bestuurder (sinds 14.05.2009) Bestuurder (sinds 27.01.2009)
De Raad van Bestuur van Fortis Bank heeft zijn samenstelling veranderd op 27 januari 2009, teneinde de nieuwe eigendomsstructuur te weerspiegelen en zijn bestuur te versterken. Op die dag nam de Raad van Bestuur kennis van het ontslag van de volgende bestuurders die werden benoemd door de vorige aandeelhouders: Herman Verwilst, Jos Clijsters, Jozef De Mey, Alain Deschênes, Jean Meyer en Peer van Harten. Nog op die dag werden de volgende bestuurders die de Belgische Staat vertegenwoordigden benoemd bij coöptatie: Emiel Van Broekhoven (Voorzitter van de Raad van Bestuur), Wim Coumans, Jean-Paul Pruvot en Serge Wibaut. Na de overname door BNP Paribas op 14 mei 2009 veranderde de Raad van Bestuur van Fortis Bank zijn samenstelling opnieuw, teneinde zijn nieuwe eigendomsstructuur te weerspiegelen. Op die dag nam de Raad van Bestuur kennis van het ontslag van de volgende bestuurders die werden benoemd door de vorige aandeelhouders: Emiel Van Broekhoven, Jean-Paul Pruvot, Lode Beckers, Joop Feilzer, Robert van Oordt, Lars Machenil, Lieve Mostrey, Brigitte Boone, Peter Vandekerckhove en Michel Deboeck. Nog op die dag werden de volgende bestuurders benoemd bij coöptatie: Herman Daems, Georges Chodron de Courcel, Jean-Laurent Bonnafé, Thomas Mennicken, Eric Raynaud, Gérard Lamarche, Frédéric Lavenir, Alain Papiasse, Jean-Paul Pruvot en Thierry Varène. Hun benoeming werd nadien goedgekeurd door de Algemene Vergadering van aandeelhouders. De heer G. Lamarche werd benoemd tot Onafhankelijk Bestuurder, terwijl alle andere benoemde Bestuurders, behalve de heer J.P. Pruvot, de belangrijkste aandeelhouder van Fortis Bank vertegenwoordigen of Uitvoerend Bestuurders zijn. De samenstelling van de Raad van Bestuur veranderde een derde keer op 1 oktober 2009. Op die dag werd de heer Dirk Boogmans als Onafhankelijk Bestuurder benoemd om de heer Frédéric Lavenir te vervangen, die op die dag ontslag nam, en om het aantal onafhankelijke bestuurders op vier te brengen. De heer Frédéric Lavenir werd op 10 december 2009 opnieuw tot Bestuurder benoemd door de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Tijdens diezelfde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders werd de heer Dirk Boogmans bevestigd als onafhankelijk Niet-Uitvoerend Bestuurder. De Raad van Bestuur van Fortis Bank, die verantwoordelijk is voor het uitstippelen van het algemene beleid en voor het houden van toezicht op de activiteiten van de Uitvoerend Bestuurder, is nu samengesteld uit 17 Bestuurders, onder wie 12 Niet-Uitvoerend Bestuurders (van wie er 4 zijn benoemd tot Onafhankelijk Bestuurder overeenkomstig de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen) en 5 Uitvoerend Bestuurders. Informatie betreffende de totale bezoldiging voor 2009, inclusief de voordelen in natura en pensioenkosten, van uitvoerende en niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur, betaald en betaalbaar door Fortis Bank, zijn te vinden in Noot 10 “Bezoldiging van de Raad van Bestuur en Executive Committee” van de Geconsolideerde Jaarrekening van Fortis Bank. De Raad van Bestuur hield 41 vergaderingen in 2009, waarvan 12 sinds 12 mei 2009.
Corporate Governance
303
Commissies van de Raad Teneinde op doeltreffende wijze zijn rol te vervullen en aan zijn verplichtingen te voldoen heeft de Raad van Bestuur een Audit and Risk Committee en een Governance, Nomination and Remuneration Committee opgericht. Het bestaan van deze commissies heeft geen invloed op de mogelijkheid van de Raad om nog meer ad-hoc-commissies op te richten om specifieke aangelegenheden aan te pakken als daartoe behoefte ontstaat. Elke commissie van de Raad heeft een adviesfunctie met betrekking tot de Raad. De benoeming van commissieleden is gebaseerd op (i) hun specifieke bekwaamheid en ervaring, naast de algemene vereisten voor leden van de Raad, en (ii) de vereiste dat elke commissie, als groep, over de bekwaamheden en ervaring beschikt die nodig zijn om zijn taken uit te voeren.
Audit and Risk Committee (“ARC”) De rol van het ARC is de Raad bij te staan bij het nakomen van zijn toezichtsverplichtingen met betrekking tot interne controle in de ruimste zin binnen Fortis Bank, inclusief interne controle over financiële verslaggeving en risico. Rol en verantwoordelijkheden Het ARC zal toezicht houden, doorlichten en aanbevelingen doen aan de Raad van Bestuur betreffende: Audit • de integriteit van jaarrekeningen en van elke schriftelijke, officiële, externe communicatie in verband met de financiële prestaties van Fortis Bank. Dit omvat de consequente toepassing van boekhoudkundige principes (en veranderingen daaraan) en de kwaliteit van de interne controle over financiële verslaggeving; • de prestaties van het externe auditproces: het ARC houdt toezicht op het werk dat wordt uitgevoerd door de externe auditeurs, licht hun auditplan door, evalueert hun prestaties minstens één maal om de drie jaar aan de hand van criteria, en doet aanbevelingen aan de Raad betreffende hun benoeming of herbenoeming, verlenging van mandaat en bezoldiging. Het ARC geeft gevolg aan vragen of aanbevelingen van de externe auditeurs. Het ARC houdt ook toezicht op de onafhankelijkheid van externe auditkantoren, inclusief de doorlichting en goedkeuring van niet-auditdiensten verleend aan Fortis Bank; • de prestaties van het interne auditproces: het ARC houdt toezicht op het werk dat is uitgevoerd door de interne auditafdeling en bekrachtigt het jaarlijkse auditplan, inclusief belangrijke auditopdrachten, draagwijdte en auditbudget. Het houdt toezicht op het gevolg dat het management geeft aan de aanbevelingen van de interne audit en neemt deel aan de externe kwaliteitsbeoordeling van de interne auditafdeling die minstens om de vijf jaar wordt georganiseerd en samenvalt met de benoeming of het ontslag van de Algemeen Auditeur.
304
Corporate Governance
Risico • de belangrijkste blootstelling aan risico van de Bank en de werking van het interne risicobeheer en de controlesystemen, inclusief toezicht op de naleving van de desbetreffende wet- en regelgeving. Dit impliceert dat het ARC belangrijke risicogebieden identificeert en erkent, zoals beleggingsrisico, kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico en operationeel risico; • de doeltreffendheid van de Onafhankelijke Controlefuncties. Dit omvat toezicht op de uitvoering en het regelmatig herzien van de regels die van toepassing zijn op de oprichting, samenstelling en werking van de Onafhankelijke Controlefuncties op het niveau van Fortis Bank en zijn operationele dochterondernemingen, rekening houdende met specifieke wetten en reglementen die van toepassing zijn op de betrokken entiteiten en hun relaties met het ARC. Het ARC stemt in met de benoeming of het ontslag van de Compliance Officer. Samenstelling Het ARC is samengesteld uit minstens drie Niet-Uitvoerend Bestuurders. Minstens de helft van de leden ervan moeten onafhankelijk bestuurders zijn. In geval van een staking der stemmen heeft de Voorzitter van het ARC een doorslaggevende stem. Leden van het ARC moeten over de noodzakelijke vaardigheden en bekwaamheden beschikken op het gebied van boekhouding, audit en financiële bedrijfsvoering. De aanwezigheid van de noodzakelijke vaardigheden en bekwaamheden wordt ook beoordeeld op het niveau van het ARC, niet alleen op individuele basis. Overeenkomstig artikel 526bis, §2 van het Wetboek van Vennootschappen is minstens één lid van het ARC een onafhankelijk bestuurder die ook beschikt over de vereiste deskundigheid en competenties op het vlak van accounting, audit en financiële activiteiten. Alle onafhankelijke bestuurders in het ARC van Fortis Bank voldoen aan deze regelgeving. Huidige samenstelling De leden van het ARC zijn: VANSTEENKISTE Luc, Voorzitter BOOGMANS Dirk COUMANS Wim DAEMS Herman STEPHENNE Jean Het ARC vergaderde 15 keer in 2009, waarvan 5 keer sinds 12 mei 2009.
Governance, Nomination and Remuneration Committee (“GNRC”) De rol van het GNRC is de Raad bij te staan bij aangelegenheden in verband met: • de benoeming van leden van de Raad en de leden van het Directiecomité (de “Uitvoerend Bestuurders”); • de bezoldiging van Bestuurders, Uitvoerend Bestuurder en kaderleden; • het bestuur van de Bank waarover de Raad of de Voorzitter van de Raad het advies van de commissie wenst te ontvangen Rol en verantwoordelijkheden Het GNRC zal toezicht houden, doorlichten en aanbevelingen doen aan de Raad van Bestuur betreffende: Benoemingen • regelmatig doorlichten van het beleid en de criteria (onafhankelijkheidsvereisten, bekwaamheden en kwalificaties,) die de selectie en benoeming van leden van de Raad, leden van commissies van de Raad en van het Directiecomité regelen, en waar nodig wijzigingen aan de Raad aanbevelen; • ervoor zorgen dat het benoemings- en herverkiezingsproces objectief en professioneel wordt georganiseerd; • toezicht houden, doorlichten en aanbevelingen doen aan de Raad met betrekking tot de omvang van de Raad, de benoeming of herverkiezing van leden van de Raad en met betrekking tot de benoeming of het ontslag van de Uitvoerend Bestuurder. Bezoldiging • regelmatig doorlichten van het beleid dat van toepassing is op de bezoldiging van Niet-Uitvoerend Bestuurders enerzijds en van de Uitvoerend Bestuurders anderzijds, met het oog op het aanbevelen van veranderingen waar nodig. • elk jaar doorlichten van de bezoldiging van de Uitvoerend Bestuurders en het bezoldigingsbeleid en de bezoldigingsprincipes die van toepassing zijn op het kader, en aanbevelingen doen aan de Raad. • elk jaar de doelstellingen voor de Voorzitter van de Raad bespreken en vastleggen, en, op basis van een voorstel van de Voorzitter van de Bank, voor de andere Uitvoerend Bestuurders. Voor het kader licht het GNRC de belangrijkste principes door die worden toegepast en die vervolgens zal dienen als benchmarks in hun prestatiebeoordelingen; • evalueren van de prestaties van leden van de Raad en de Uitvoerend Bestuurders. Corporate Governance
305
Bestuur • doorlichten en beoordelen van de geschiktheid van de praktijken en regels inzake bedrijfsbestuur van het Bedrijf en evalueren van de naleving door het Bedrijf van zijn regels inzake bedrijfsbestuur; • problemen die zich voordoen met het bedrijfsbestuur of belangrijke ontwikkelingen in de toepasselijke wetten en/of praktijken van bedrijfsbestuur identificeren en de Raad erover adviseren; • aanbevelingen doen aan de Raad over alle aangelegenheden van bedrijfsbestuur en over alle te nemen corrigerende maatregelen, inclusief advies geven over de organisatie van de Raad en de commissies van de Raad, lidmaatschappen, functies, plichten en verantwoordelijkheden; • aanverwante insider-transacties en transacties van verwante partijen en/of zaken van belangenconflicten waarbij leden van de Raad en leden van het Directiecomité betrokken zijn, doorlichten en de Raad erover adviseren; • aan de Raad de (her)verkiezing van de Compliance Officer aanbevelen, op voorstel van de Voorzitter van de Bank; • doorlichten van de onthullingen in het Jaarverslag over de bezoldiging van de leden van de Raad en Uitvoerend Bestuurders, over de processen die hun benoeming en bezoldiging regelen, en over de activiteiten van het GNRC. Samenstelling Het GNRC is samengesteld uit minstens drie Niet-Uitvoerend Bestuurders. Minstens de helft van de leden ervan moeten Onafhankelijk bestuurders zijn. Huidige samenstelling De leden van het GNRC zijn: DAEMS Herman, Voorzitter STÉPHENNE Jean VANSTEENKISTE Luc WIBAUT Serge Het GNRC vergaderde 8 keer in 2009, waarvan 5 keer sinds 12 mei 2009.
306
Corporate Governance
Executive Committee Het Executive Committee heeft een adviesrol ten overstaan van het Directiecomité en faciliteert de uitvoering van de strategie en het operationele beheer van de Bank. Sinds 14 mei 2009 telt het Executive Committee 11 leden, samengesteld uit de 5 Uitvoerende Bestuurders (die samen het Directiecomité vormen) en de volgende verantwoordelijken van de Businesses en Ondersteunende functies: DEBOECK Michel, Chief Human Resources Officer JADOT Maxime, Head of Corporate & Public Banking MACHENIL Lars, Chief Financial Officer MOSTREY Lieve, Head of TOPS (Technology, Operations & Property Services) VAN DE KERCKHOVE Peter, Head of Retail & Private Banking VAN GHELUWE Frédéric, Head of Capital Markets
College van geaccrediteerde statutaire auditeurs • PricewaterhouseCoopers Reviseurs d’Entreprises BV CVBA ; vertegenwoordigd door de heren Josy STEENWINCKEL en Roland JEANQUART • Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d’Entreprises BV CVBA ; vertegenwoordigd door de heren Philip MAEYAERT en Frank VERHAEGEN.
Corporate Governance
307
Voorstel tot bestemming van het resultaat van het boekjaar Te verwerken verlies van het boekjaar
EUR
( 1.313,2 )
miljoen
Overgedragen verlies van het vorige boekjaar
EUR
( 18.732,4 )
miljoen
Te verwerken verliessaldo
EUR
( 20.045,6 )
miljoen
Over te dragen verlies
EUR
( 20.045,6 )
miljoen
Conform de hierboven beschreven bestemming van het resultaat van het boekjaar 2009 zal de Raad van Bestuur van Fortis Bank aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voorstellen om geen dividend uit te keren. Fortis Capital Company Limited, filiaal van Fortis Bank Nederland heeft in 1999 niet cumuleerbare preferente aandelen uitgegeven voor een totaal bedrag van EUR 650 miljoen, waarvan EUR 200 miljoen terugbetaald in 2004, onder waarborg van Fortis Bank, Fortis SA/NV en Fortis NV. In 2009 was er een terugbetaling voor een bedrag van EUR 362 miljoen waardoor het openstaand saldo EUR 88 miljoen bedraagt. In dat kader heeft de Raad van Bestuur van Fortis Bank de verbintenis tegenover de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen aangegaan om geen dividend te zullen uitkeren tenzij de beschikbare reserves voldoende zijn om alle verplichtingen in het kader van de hierboven vermelde uitgifte van niet cumuleerbare preferente aandelen na te komen, om die verbintenis in het jaarverslag van de Fortis Bank te zullen opnemen en om de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen te raadplegen vóór een voorstel tot dividenduitkering zal worden gedaan, ten einde aan te tonen dat de beschikbare reserves volstaan en de solvabiliteitsratio op basis van het eigen vermogen sensu stricto van de Fortis Bank aan een vereist minimum van 5% beantwoordt. In het kader van het proces tot het bekomen van voordeliger eigen vermogen heeft Fortis Bank op 26 september 2001 innovatieve financiële schuldinstrumenten (‘Redeemable Perpetual Cumulative Coupon Debt Securities’) op de internationale markt uitgegeven voor een totaal bedrag van EUR 1 miljard. Deze uitgifte had tot doel om de solvabiliteit van de bank op een proactieve wijze te verstevigen en aldus de verdere ontwikkeling van de bankactiviteiten te ondersteunen, zowel wat de bedrijfs- en privé-kredietverlening betreft, alsook wat de marktactiviteiten betreft. Verder werd hiermee reeds geanticipeerd op nieuwe reglementaire solvabiliteitsvereisten, onder meer voor de dekking van bijkomende risicocategorieën zoals de operationele risico’s. Vermits deze schuldinstrumenten naar hun aard zeer achtergestelde passiva zijn, heeft de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ermee ingestemd om ze gelijk te stellen met eigen vermogen sensu stricto (tier one capital). Daartoe moest aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zoals in de mogelijkheid voorzien om onder bepaalde voorwaarden deze schuldinstrumenten in winstbewijzen van Fortis Bank te kunnen omzetten. Om de uitgifte van winstbewijzen tegen inbreng van deze schuldinstrumenten mogelijk te maken voegde de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 23 november 2001 een artikel 5bis toe aan de statuten.
308
Voorstel tot bestemming van het resultaat van het boekjaar
Daarnaast werd het toegestane kapitaal aangepast om de Raad van Bestuur onder meer de mogelijkheid te bieden om zo nodig de interesten op deze schuldinstrumenten te betalen door uitgifte van nieuwe aandelen van Fortis Bank. Artikel 5bis van de statuten somt verder de omstandigheden op waarin zulke winstbewijzen worden uitgegeven, de kenmerken van de winstbewijzen, de hieraan gekoppelde dividendbeperkingen en diverse andere bepalingen. De Raad van Bestuur heeft zich er ook toe verbonden om de volgende reglementaire limieten na te leven: de winstbewijzen, indien ze effectief worden uitgegeven, zullen samen met andere innovatieve kapitaalinstrumenten uitgegeven door Fortis Bank die vallen onder Tier 1, niet meer dan 15% van het Tier 1-kapitaal van Fortis Bank vertegenwoordigen en de winstbewijzen, indien ze effectief worden uitgegeven, zullen samen met andere winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven door Fortis Bank, niet meer dan 1/3 van het maatschappelijk kapitaal van Fortis Bank, inclusief uitgiftepremies, uitmaken. Op 27 oktober 2004 heeft Fortis Bank door effecten belichaamde schulden (‘Directly Issued Perpetual Securities’) uitgegeven ter waarde van EUR 1 miljard met een doelstelling en kenmerken die te vergelijken zijn met die van de ‘Redeemable Perpetual Cumulative Coupon Debt Securities’ uit 2001. De reglementaire limieten die hierboven werden beschreven gelden tevens voor deze uitgifte. Ten einde de uitgifte van de Directly Issued Perpetual Securities mogelijk te maken wijzigde de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 28 april 2005 de statuten. Een nieuw artikel 5c werd toegevoegd. Dit artikel 5c preciseert de omstandigheden waarin zulke winstbewijzen worden uitgegeven, hun kenmerken, de hieraan gekoppelde dividendbeperkingen en diverse andere bepalingen. Op 19 december 2007 heeft Fortis Bank de ‘Convertible and Subordinated Hybrid Equity-linked Securities’ (CASHES) uitgegeven met een nominale waarde van EUR 3 miljard en een coupure van EUR 250,000 elk, als een deel van het financieringsplan voor de overname van een aantal ABN AMRO-activa. De coupons van de effecten zijn trimestrieel betaalbaar met een jaarlijks variabele rentevoet van 3 maand Euribor + 2,0%. Voor wettelijke doeleinden worden de CASHES effecten behandeld als deel van het Tier 1 vermogen. De coupons van de CASHES waardepapieren vertegenwoordigen rechtstreekse en achtergestelde verplichtingen voor elk Fortis Bank S.A./N.V., Fortis S.A./N.V. en Fortis N.V. als mede-schuldenaars. De coupons van de CASHES zijn achtergesteld tegenover alle andere leningen, achtergestelde leningen en bevoorrechte aandelen, maar krijgen een ‘senior’ ranking ten opzichte van de gewone aandelen. Het hoofdbedrag van de effecten zal niet terugbetaald worden in cash. Het enige verhaalrecht van de effectenhouders van de CASHES tegenover de mede-schuldenaars met betrekking tot het hoofdbedrag zijn de 125.313.283 aandelen die Fortis Bank aanhoudt als onderpand, in het voordeel van de CASHES. Deze aandelen hebben geen recht op dividend of stemrecht tot op het moment van conversie. De CASHES effecten hebben geen vervaldag, maar kunnen omgewisseld worden in Fortis aandelen op vraag van de houder van de effecten, tegen de prijs van EUR 23,94 per aandeel. Vanaf 19 december 2014 worden de effecten automatisch omgewisseld in aandelen Fortis wanneer de aandeelprijs van Fortis gelijk of groter is dan EUR 35,91 gedurende twintig opeenvolgende handelsdagen.
Voorstel tot bestemming van het resultaat van het boekjaar
309
Bedrijfsrevisoren: speciale opdrachten Het college van Erkende Commissarissen en de vennootschappen waarmee ze een professionele relatie aanhoudt, hebben speciale opdrachten uitgevoerd in 2009. Deze betreffen voornamelijk auditopdrachten in de bijbanken, het uitvoeren van ‘limited review’ opdrachten, de audit van IFRSconsolidatiebundels voor de Fortis Bank -consolidatie, assistentie in verband met aanschaf van nieuwe deelnemingen en verscheidene technische consultingopdrachten. De vergoedingen betaald voor deze opdrachten aan Het College van Erkende Commissarissen bedroegen EUR 5,5 miljoen in 2009. De audit fees die betaald werden aan de Fortis Bank statutaire auditors zijn toegelicht in noot 12 van de Fortis Bank geconsolideerde jaarrekening.
310
Bedrijfsrevisoren: speciale opdrachten
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen Schadeloosstelling van bestuurders – Strijdig belang Op 21 januari 2009 werd een vergadering van de Raad van Bestuur van de vennootschap gehouden om te oordelen over een voorstel om in bepaalde gevallen schadeloosstelling door de vennootschap te verlenen aan de bestuurders voor de aansprakelijkheid die ze lopen. Hierna volgt de tekst van de beraadslaging en de beslissing over dit voorstel, zoals die zijn opgenomen in de notulen van de vergadering. 1. Volgend op de bespreking die heeft plaatsgevonden tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur van 3 en 12 december 2008, zette de Voorzitter uiteen dat de vennootschap de wenselijkheid diende te onderzoeken om schadeloosstelling te verlenen aan al haar huidige bestuurders om hen te beschermen tegen de aansprakelijkheid die zij zouden kunnen oplopen als bestuurders van de vennootschap. Hoewel de belangrijkheid van de aansprakelijkheid van bestuurders van grote ondernemingen is toegenomen, laat de verzekeringsmarkt niet toe om de risico’s van bestuurdersaansprakelijkheid voldoende en tegen een betaalbare prijs te dekken. De Voorzitter benadrukte verder de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de bestuurders sinds eind september 2008 hun taken dienden te vervullen en het feit dat dit voor de bestuurders in de nabije toekomst zo zou blijven onder onzekere omstandigheden. Om de vennootschap toe te laten om de nodige steun te verlenen die elke bestuurder mag verwachten in de uitoefening van zijn/haar mandaat, en daardoor ervoor te zorgen dat de vennootschap kan blijven vertrouwen op en genieten van de bijdrage van topbestuurders, stelde de Voorzitter voor dat de vennootschap er zich toe verbindt om al haar bestuurders schadeloosstelling te verlenen in alle gevallen waarin zij te goeder trouw handelden en handelden op een wijze waarvan zij meenden dat deze in het belang van de vennootschap was, met uitzondering van de gevallen waarin de aansprakelijkheid van de bestuurder zou voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout of de gevallen waarin deze aansprakelijkheid zou gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de vennootschap afgesloten) in het voordeel van de bestuurder.
De Voorzitter benadrukt dat de Société Fédérale de Participation et d’Investissement/Federale Participatie –en Investeringsmaatschappij SA/NV (SFPI/FPIM) volledig op de hoogte werd gebracht van de besprekingen met betrekking tot de schadeloosstellingsverbintenis en er geen bezwaar tegen maakt, rekening houdend met alle omstandigheden, zoals blijkt uit haar brief van 19 januari 2009.
2. De Voorzitter stelde vast dat, overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen, elke op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurder vóór enige beraadslaging aan de andere bestuurders en de commissarissen heeft medegedeeld dat hij/zij diende beschouwd te worden als hebbende een belang dat strijdig is met de beslissingen die de Raad dient te nemen met betrekking tot dit agendapunt omdat hij/zij persoonlijk zou genieten van de hierboven beschreven schadeloosstelling. 3. De Voorzitter stelde voor dat met het oog op artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen de Raad eerst de schadeloosstelling zou goedkeuren van de NietUitvoerende Bestuurders (de heren H. Verwilst, L. Beckers, J. Clijsters, J. De Mey, A. Deschênes, J. Feilzer, J. Meyer, J. Stéphenne, P. van Harten, R. van Oordt en L. Vansteenkiste), en vervolgens van de Uitvoerende Bestuurders (de heren F. Dierckx, M. Deboeck, C. Fohl, L. Machenil, P. Vandekerckhove, Mevr. B. Boone en Mevr. L. Mostrey). De Raad keurde met eenparigheid van stemmen dit voorstel goed.
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
311
4. De Niet-Uitvoerende Bestuurders verlieten de vergaderzaal en namen geen deel aan de beraadslaging en beslissing van de Raad opgenomen in paragrafen 5 en 6 hieronder. 5. De Uitvoerende Bestuurders erkenden dat de hierboven beschreven schadeloosstelling overeenstemt met de marktpraktijken in België rekening houdende met de specifieke kenmerken van de vennootschap. Sommige bestuurders meenden bovendien dat dergelijke schadeloosstelling reeds bestond. Deze schadeloosstelling zou in het belang van de vennootschap zijn aangezien zij in staat moet zijn om bestuurders aan te trekken, te behouden en te genieten van hun waardevolle bijdragen, niettegenstaande het feit dat de verzekeringsdekking in het voordeel van de bestuurders bijna gehalveerd is. Bovendien wordt verwacht dat na het afsluiten van de BNPP transactie (indien die er zou komen) de bestuurders van een gelijkaardige schadeloosstelling zouden kunnen genieten. De huidige bestuurders een dergelijke schadeloosstelling niet verlenen zou een verschil in behandeling uitmaken die niet gerechtvaardigd kan worden en die het moeilijk zou maken om in de toekomst bestuurders aan te trekken en te behouden. De aan de beraadslaging deelnemende bestuurders erkenden bovendien dat er geen gevolgen van vermogensrechtelijke aard van deze schadeloosstelling voor de Vennootschap zijn, andere dan deze als gevolg van enige betaling die door de vennootschap daaronder wordt gedaan. 6. De Uitvoerende Bestuurders gingen vervolgens over tot de beraadslaging overeenkomstig artikel 18, 6de lid van de statuten van de vennootschap. Deze bestuurders bespraken de schadeloosstellingsverbintenis en beslisten met eenparigheid van stemmen dat de vennootschap alle huidige Niet-Uitvoerende Bestuurders van de vennootschap schadeloos zal stellen en vrijwaren in de grootst mogelijke mate toegelaten door de toepasselijke wetgeving, voor en van alle aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die redelijkerwijze door hen werden opgelopen of gedragen in verband met enige procedure of vordering die een derde partij (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, een aandeelhouder van de vennootschap die handelt voor eigen rekening) tegen hen instelt in hun hoedanigheid van bestuurder van de vennootschap met betrekking tot enige beslissing, handeling of verzuim genomen of gesteld
312
(of beweerdelijk genomen of gesteld) vóór, op of na de datum van deze vergadering, met dien verstande echter dat: (a) de bestuurder handelde te goeder trouw en op een wijze waarvan hij/zij meende dat deze in het belang van de vennootschap was ; en (b) deze schadeloosstellingsverbintenis niet van toepassing zal zijn (i) op aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout van een bestuurder; noch (ii) indien, en voor zover, dergelijke aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de vennootschap afgesloten) in het voordeel van de betrokken bestuurder. 7. Onmiddellijk na de beraadslaging en beslissing opgenomen in paragrafen 5 en 6 hierboven werden de Niet-Uitvoerende Bestuurders terug uitgenodigd in de vergaderzaal en namen terug deel aan de beraadslaging en beslissing van de Raad opgenomen in paragrafen 8 en 9 hieronder, terwijl de Uitvoerende Bestuurders de vergaderzaal verlieten en niet deelnamen aan deze beraadslaging en beslissing. 8. De Niet-Uitvoerende Bestuurders wisselden standpunten uit met betrekking tot de hierboven beschreven schadeloosstelling en erkenden het bestaan van omstandigheden die gelijkaardig zijn aan de in paragraaf 5 hierboven uiteengezette omstandigheden. 9. De Niet-Uitvoerende Bestuurders gingen vervolgens over tot de beraadslaging overeenkomstig artikel 18, 6de lid van de statuten van de vennootschap. Deze bestuurders bespraken de schadeloosstellingsverbintenis en beslisten met eenparigheid van stemmen dat de vennootschap alle huidige Uitvoerende Bestuurders van de vennootschap schadeloos zal stellen en vrijwaren in de grootst mogelijke mate toegelaten door de toepasselijke wetgeving, voor en van alle aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die redelijkerwijze door hen werden opgelopen of gedragen in verband met enige procedure of vordering die een derde partij (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, een aandeelhouder van de vennootschap die handelt voor eigen rekening) tegen hen instelt in hun hoedanigheid van bestuurder van de vennootschap met betrekking tot enige beslissing, handeling of verzuim genomen of gesteld (of beweerdelijk genomen of gesteld) vóór, op of na de datum van deze vergadering, met dien verstande echter dat: (a) de bestuurder handelde te goeder trouw
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
en op een wijze waarvan hij/zij meende dat deze in het belang van de vennootschap was; en (b) deze schadeloosstellingsverbintenis niet van toepassing zal zijn (i) op aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout van een bestuurder; noch (ii) indien, en voor zover, dergelijke aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de vennootschap afgesloten) in het voordeel van de betrokken bestuurder. 10. Na de beraadslaging en beslissing uiteengezet in paragrafen 8 en 9 hierboven werden de Uitvoerende Bestuurders terug uitgenodigd in de vergaderzaal. SFPI/FPIM heeft nota genomen van het feit dat de schadeloosstellingsverbintenis werd goedgekeurd en heeft het management uitgenodigd om pro-actief de mogelijkheden te blijven onderzoeken om te komen tot een passende verzekeringsdekking voor de bestuurders. Op 27 januari 2009 ging een vergadering van de Raad van Bestuur van de onderneming door. Op die vergadering werd een voorstel in overweging genomen waardoor de bestuurders in bepaalde gevallen door de onderneming schadeloos zouden moeten worden gesteld voor de verbintenissen die ze uit hoofde van hun aansprakelijkheid op zich nemen. Hieronder vindt u de tekst van de beraadslagingen en de resoluties in verband met dit voorstel zoals deze werden opgenomen in de notulen van deze vergadering. ‘De Raad bespreekt verder de toekenning van een belofte tot schadeloosstelling aan de volgende personen die op voorstel van de Belgische staat als nieuwe bestuurders van de Bank worden benoemd: de heren W. Coumans, J-P. Pruvot, E. Van Broekhoven en S. Wibaut. Op aanraden van het hoofd van de juridische afdeling van Fortis Bank verlaten de vier hoger genoemde personen de vergadering van de Raad van Bestuur. De Raad bespreekt de volgende overwegingen met betrekking tot de toekenning van een belofte tot schadeloosstelling aan de aan te stellen bestuurders om hen te beschermen tegen de verbintenissen die ze uit hoofde van hun aansprakelijkheid als bestuurders van de onderneming eventueel aangaan. • Hoewel de aansprakelijkheid van bestuurders van belangrijke ondernemingen almaar aanzienlijker is geworden, staat de verzekeringsmarkt niet toe om het aansprakelijkheidsrisico van bestuurders op een
bevredigende wijze en tegen een aanvaardbare prijs te dekken; • De Raad onderstreepte verder de uitzonderlijke omstandigheden waarin de bestuurders hun verplichtingen moesten vervullen sinds eind september 2008 en het feit dat de bestuurders in de nabije toekomst nog verder zullen moeten blijven werken onder onzekere omstandigheden; • Om de onderneming de kans te geven om aan elke bestuurder het comfort te verlenen dat hij bij de uitvoering van zijn/haar bestuursmandaat mag verwachten en de nodige garanties aan de onderneming te bieden om te blijven steunen op en genieten van de bijdrage van bestuurders van het hoogste niveau, stelde de Voorzitter voor dat de onderneming belooft om de vier aan te stellen bestuurders schadeloos te stellen in alle gevallen waarbij ze te goeder trouw handelen en op een wijze die ze als in het beste belang van de onderneming beschouwen, behalve wanneer de aansprakelijkheid van een bestuurder zou voortvloeien uit fraude of opzettelijk wangedrag of wanneer deze aansprakelijkheid gedekt zou worden door een verzekeringspolis (al dan niet onderschreven door de onderneming) in het voordeel van deze bestuurder; • SFPI/FPIM werd volledig op de hoogte gebracht van deze schadeloosstellingclausule en heeft hiertegen, rekening houdend met alle omstandigheden, geen bezwaar. De bestuurders erkennen dat de hoger beschreven schadeloosstelling, gelet op de specifieke bijzonderheden van de onderneming, aansluit bij de gangbare marktpraktijken in België. Deze schadeloosstelling zou eveneens passen bij de schadeloosstelling waarvan de huidige bestuurders genieten krachtens een beslissing van de Raad van 21 januari. Deze schadeloosstelling zou in het beste belang zijn van de onderneming omdat de onderneming bestuurders moet kunnen aantrekken en behouden en van hun waardevolle bijdrage moet kunnen genieten ondanks het feit dat de verzekeringsdekking die de bestuurders kunnen krijgen, nagenoeg gehalveerd werd. Het niet toekennen van een dergelijke schadeloosstelling aan de nieuwe bestuurders zou leiden tot een verschil in behandeling dat niet kan worden gerechtvaardigd en waardoor het bijzonder moeilijk zou worden om in de toekomst nog waardevolle bestuurders aan te trekken en te behouden. De bestuurders die aan het overleg deelnamen, erkennen verder ook dat deze schadeloosstelling geen financiële gevolgen heeft voor de onderneming behalve dan bij betalingen door de onderneming uit hoofde van deze belofte tot schadeloosstelling.
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
313
Na overleg heeft de Raad besloten dat de onderneming de vier op voorstel van de Belgische staat aan te stellen bestuurders (de heren W. Coumans, J-P. Pruvot, E. Van Broekhoven and S. Wibaut)) schadeloos zal stellen en zal vrijwaren zoals maximaal toegelaten wordt door de relevante wet, voor alle verbintenissen, uitgaven, schadevergoedingen of andere bedragen die ze redelijkerwijs hebben aangegaan of die door hen werden gedragen in verband met een procedure of vordering die werd ingesteld door een derde partij (waaronder, zonder enige beperking, een aandeelhouder van de onderneming die voor eigen rekening handelt) tegen hen in hun hoedanigheid van bestuurder van de onderneming met betrekking tot een besluit, handeling of verzuim dat/ die werd genomen, werd gesteld of zich voordeed (of dat zogenaamd werd genomen, werd gesteld of zich voordeed) op of na de datum van deze vergadering, op voorwaarde echter dat: (a) deze bestuurder te goeder trouw handelde en op een manier die hij/zij als in het beste belang van de onderneming beschouwde; en dat (b) deze belofte tot schadeloosstelling niet van toepassing zal zijn (i) met betrekking tot verbintenissen, uitgaven, schadevergoedingen of andere bedragen die voortvloeien uit fraude of opzettelijk wangedrag van een bestuurder; en evenmin (ii) als, en voor zover, dergelijke verbintenissen, uitgaven, schadevergoedingen of andere bedragen worden gedekt door een verzekeringspolis (al dan niet onderschreven door de onderneming) in het voordeel van de betreffende bestuurder. Onmiddellijk na deze beraadslaging betraden de heren W. Coumans, J-P. Pruvot, E. Van Broekhoven en S. Wibaut de vergaderruimte opnieuw. SFPI/FPIM merkt op dat er een vrijwaringsclausule werd vastgelegd ten gunste van de vier nieuwe bestuurders en nodigt het management uit om verder actief de mogelijkheden te blijven onderzoeken om te zorgen voor een gepaste verzekeringsdekking voor alle bestuurders.’ Op 28 juli 2009 werd een vergadering van de Raad van Bestuur van de vennootschap gehouden om te oordelen over een voorstel om in bepaalde gevallen schadeloosstelling te verlenen aan de bestuurders voor de aansprakelijkheid die ze lopen. Hierna volgt de tekst van de beraadslaging en de beslissing over dit voorstel, zoals die zijn opgenomen in de notulen van de vergadering. 1. Dhr. Chodron de Courcel, Vice-Voorzitter van de Raad van Bestuur en dienstdoend voorzitter verwijst naar de beslissingen van de Raad van Bestuur van de
314
Vennootschap op 21 en 27 januari 2009 om in bepaalde gevallen schadeloosstelling door de Vennootschap te verlenen aan de bestuurders voor de mogelijke aansprakelijkheid die ze lopen in de uitoefening van hun mandaat. 2. De Dienstdoende Voorzitter zet uiteen dat de Vennootschap de wenselijkheid dient te onderzoeken om ook schadeloosstelling te verlenen aan Dhr. Herman DAEMS en Dhr. Gérard LAMARCHE om hen te beschermen tegen de aansprakelijkheid die zij zouden kunnen oplopen als bestuurders van de Vennootschap. De Dienstdoende Voorzitter verwijst naar de overwegingen onderliggend aan de beslissingen van de Raad van Bestuur van 21 en 27 januari 2009, die op vandaag nog steeds relevant zijn. De Dienstdoende Voorzitter stelt daarom voor dat de Vennootschap er zich toe verbindt om Dhr. Herman DAEMS en Dhr. Gérard LAMARCHE schadeloosstelling te verlenen in alle gevallen waarin zij te goeder trouw handelden en handelden op een wijze waarvan zij meenden dat deze in het belang van de Vennootschap was, met uitzondering van de gevallen waarin de aansprakelijkheid van de bestuurder zou voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout of de gevallen of de mate waarin deze aansprakelijkheid zou gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de Vennootschap afgesloten) in het voordeel van de bestuurder. 3. De Dienstdoende Voorzitter stelde vast dat, overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen, zowel Dhr. Herman DAEMS als Dhr. Gérard LAMARCHE vóór enige beraadslaging aan de andere bestuurders heeft medegedeeld dat hij diende beschouwd te worden als hebbende een belang dat strijdig is met de beslissingen die de Raad dient te nemen met betrekking tot dit agendapunt omdat hij persoonlijk zou genieten van de hierboven beschreven schadeloosstelling. Ook de commissarissen van de Vennootschap werden hieromtrent voor deze vergadering ingelicht. 4. Dhr. Herman DAEMS en Dhr. Gérard LAMARCHE namen geen deel aan de beraadslaging en beslissing van de Raad opgenomen in paragrafen 6 en 7 hieronder. 5. De andere bestuurders erkenden dat de hierboven beschreven schadeloosstelling overeenstemt met de marktpraktijken in België rekening houdende
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
met de specifieke kenmerken van de Vennootschap. Deze schadeloosstelling zou in het belang van de Vennootschap zijn aangezien zij in staat moet zijn om bestuurders aan te trekken, te behouden en te genieten van hun waardevolle bijdragen. Bovendien genieten de overige bestuurders van een gelijkaardige schadeloosstelling en zou het niet verlenen van een dergelijke schadeloosstelling aan deze bestuurders een verschil in behandeling uitmaken die niet gerechtvaardigd kan worden en die het moeilijk zou maken om in de toekomst bestuurders aan te trekken en te behouden. De aan de beraadslaging deelnemende bestuurders erkenden bovendien dat er geen gevolgen van vermogensrechtelijke aard van deze schadeloosstelling voor de Vennootschap zijn, andere dan deze als gevolg van enige betaling die door de Vennootschap daaronder wordt gedaan. 6. De overige bestuurders gingen vervolgens over tot de beraadslaging. Deze bestuurders bespraken de schadeloosstellingverbintenis en beslisten met eenparigheid van stemmen dat de Vennootschap Dhr. Herman DAEMS en Dhr. Gérard LAMARCHE schadeloos zal stellen en vrijwaren in de grootst mogelijke mate toegelaten door de toepasselijke wetgeving, voor en van alle aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die redelijkerwijze door hen werden opgelopen of gedragen in verband met enige procedure of vordering die een derde partij (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, een aandeelhouder van de Vennootschap die handelt voor eigen rekening) tegen hen instelt in hun hoedanigheid van bestuurder van de Vennootschap met betrekking tot enige beslissing, handeling of verzuim genomen of gesteld (of beweerdelijk genomen of gesteld) vóór, op of na de datum van deze vergadering, met dien verstande echter dat: (a) de bestuurder handelde te goeder trouw en op een wijze waarvan hij meende dat deze in het belang van de Vennootschap was; en (b) deze schadeloosstellingverbintenis niet van toepassing zal zijn (i) op aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout van een bestuurder; noch (ii) indien, en voor zover, dergelijke aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de Vennootschap afgesloten) in het voordeel van de betrokken bestuurder.
Op 5 november 2009 werd een vergadering van de Raad van Bestuur van de vennootschap gehouden om te oordelen over een voorstel om in bepaalde gevallen schadeloosstelling te verlenen aan de bestuurders voor de aansprakelijkheid die ze lopen. Hierna volgt de tekst van de beraadslaging en de beslissing over dit voorstel, zoals die zijn opgenomen in de notulen van de vergadering 1. Op 21 en 27 januari 2009 en op 28 juli 2009 besliste de Raad van Bestuur van de Vennootschap om in bepaalde gevallen schadeloosstelling door de Vennootschap te verlenen aan de bestuurders voor de mogelijke aansprakelijkheid die ze lopen in de uitoefening van hun mandaat. 2. De Voorzitter zet uiteen dat de Vennootschap de wenselijkheid dient te onderzoeken om ook schadeloosstelling te verlenen aan Dhr. Dirk BOOGMANS om hem te beschermen tegen de aansprakelijkheid die hij zouden kunnen oplopen als bestuurder van de Vennootschap. De Voorzitter verwijst naar de overwegingen onderliggend aan de beslissingen van de Raad van Bestuur van 21 en 27 januari 2009 en 28 juli 2009, die op vandaag nog steeds relevant zijn. De Voorzitter stelt daarom voor dat de Vennootschap er zich toe verbindt om Dhr. Dirk BOOGMANS schadeloosstelling te verlenen in alle gevallen waarin hij te goeder trouw handelde en handelde op een wijze waarvan hij meende dat deze in het belang van de Vennootschap was, met uitzondering van de gevallen waarin de aansprakelijkheid van de bestuurder zou voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout of de gevallen of de mate waarin deze aansprakelijkheid zou gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de Vennootschap afgesloten) in het voordeel van de bestuurder. 3. De Voorzitter stelde vast dat, overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen, Dhr. Dirk BOOGMANS vóór enige beraadslaging aan de andere bestuurders en de commissarissen heeft medegedeeld dat hij diende beschouwd te worden als hebbende een belang dat strijdig is met de beslissingen die de Raad dient te nemen met betrekking tot dit agendapunt omdat hij persoonlijk zou genieten van de hierboven beschreven schadeloosstelling. 4. Dhr. Dirk BOOGMANS verliet de vergaderzaal en nam geen deel aan de beraadslaging en beslissing van de Raad opgenomen in paragrafen 5 en 6 hieronder.
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
315
5. De andere Bestuurders erkenden dat de hierboven beschreven schadeloosstelling overeenstemt met de marktpraktijken in België rekening houdende met de specifieke kenmerken van de Vennootschap. Deze schadeloosstelling zou in het belang van de Vennootschap zijn aangezien zij in staat moet zijn om bestuurders aan te trekken, te behouden en te genieten van hun waardevolle bijdragen. Bovendien genieten de overige Bestuurders van een gelijkaardige schadeloosstelling en zou het niet verlenen van een dergelijke schadeloosstelling aan deze Bestuurder een verschil in behandeling uitmaken die niet gerechtvaardigd kan worden en die het moeilijk zou maken om in de toekomst bestuurders aan te trekken en te behouden. De aan de beraadslaging deelnemende Bestuurders erkenden bovendien dat er geen gevolgen van vermogensrechtelijke aard van deze schadeloosstelling voor de Vennootschap zijn, andere dan deze als gevolg van enige betaling die door de Vennootschap daaronder wordt gedaan. 6. De overige Bestuurders gingen vervolgens over tot de beraadslaging. Deze Bestuurders bespraken de schadeloosstellingverbintenis en beslisten met eenparigheid van stemmen dat de Vennootschap Dhr. Dirk BOOGMANS schadeloos zal stellen en vrijwaren in de grootst mogelijke mate toegelaten door de toepasselijke wetgeving, voor en van alle aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die redelijkerwijze door hem werden opgelopen of gedragen in verband met enige procedure of vordering die een derde partij (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, een aandeelhouder van de Vennootschap die handelt voor eigen rekening) tegen hem instelt in zijn hoedanigheid van bestuurder van de Vennootschap met betrekking tot enige beslissing, handeling of verzuim genomen of gesteld (of beweerdelijk genomen of gesteld) vóór, op of na de datum van deze vergadering, met dien verstande echter dat: (a) de bestuurder handelde te goeder trouw en op een wijze waarvan hij meende dat deze in het belang van de Vennootschap was; en (b) deze schadeloosstellingverbintenis niet van toepassing zal zijn (i) op aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen die voortvloeien uit bedrog of opzettelijke fout van de bestuurder; noch (ii) indien, en voor zover, dergelijke aansprakelijkheden, kosten, schade of andere bedragen gedekt worden door een verzekeringspolis (al dan niet door de Vennootschap afgesloten) in het voordeel van de betrokken bestuurder.
316
Informatie met betrekking tot Artikel 523 van het wetboek van vennootschappen
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen Inleiding 1.1. Achtergrond. De Raad van Bestuur van Fortis Bank NV/SA besliste op 2 juli 2009 een comité van onafhankelijke bestuurders aan te stellen, bestaande uit de heren Luc Vansteenkiste (die de activiteiten van het comité van onafhankelijke bestuurders coördineert), Jean Stéphenne en Gérard Lamarche, om een schriftelijk gemotiveerd advies uit te brengen overeenkomstig artikel 524 §1 van het Wetboek van Vennootschappen (“Advies”) over een aantal overwogen verbonden partijen transacties tussen diverse verbonden vennootschappen van BNP Paribas S.A. (“BNPP”) en Fortis Bank NV/SA (“de Vennootschap”) in het kader van de integratie van bepaalde activiteiten van Fortis Bank NV/SA met bepaalde activiteiten van BNPP. De Raad van Bestuur van Fortis Bank NV/SA stelde op 1 oktober 2009 de heer Dirk Boogmans aan als onafhankelijk bestuurder (door coöptatie) en voegde hem toe aan het comité van onafhankelijke bestuurders.
1.2. Draagwijdte van het Advies. Overeenkomstig artikel 524 §1 van het Wetboek van Vennootschappen moeten beslissingen of verrichtingen ter uitvoering van een beslissing van een genoteerde vennootschap aangaande (i) relaties tussen de genoteerde vennootschap en een van haar verbonden vennootschappen, met uitzondering van haar dochtervennootschappen, of (ii) relaties tussen een dochtervennootschap van de genoteerde vennootschap en een verbonden vennootschap van een dergelijke dochtervennootschap die geen dochtervennootschap is van de betreffende dochtervennootschap, worden onderworpen aan een voorafgaande beoordeling door een comité van onafhankelijke bestuurders voordat daarover een beslissing wordt genomen door de raad van bestuur. Ingevolge artikel 524 §2 van het Wetboek van Vennootschappen moet het comité in een schriftelijk gemotiveerd advies (i) de aard van het beslissing of de verrichting omschrijven; (ii) een beoordeling geven van het bedrijfsmatige voor- of nadeel van de verrichting voor de vennootschap en voor haar aandeelhouders; (iii) de vermogensrechtelijke gevolgen van de transactie voor de
vennootschap begroten en (iv) beoordelen of de beslissing of de verrichting al dan niet zodanig is dat daardoor de onderneming mogelijk nadeel wordt berokkend dat in het licht van het beleid van de vennootschap kennelijk onrechtmatig is. Indien het comité de beslissing of verrichting niet kennelijk onrechtmatig bevindt, doch meent dat zij de vennootschap benadeelt, verduidelijkt het comité welke voordelen de beslissing of verrichting in rekening brengt ter compensatie van de vermelde nadelen.
1.3. Samenstelling van het Comité van Onafhankelijke Bestuurders. Zoals hiervoor uiteengezet, bestaat het comité van onafhankelijke bestuurders uit de heren Luc Vansteenkiste, Dirk Boogmans, Gérard Lamarche en Jean Stéphenne (het “Comité”). De leden van het Comité bevestigen allen dat zij onafhankelijk bestuurder zijn in de zin van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen.
1.4. Onafhankelijke expert aangewezen overeenkomstig artikel 524 §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Het Comité heeft UBS Limited, 1 Finsbury Avenue, Londen, EC2M 2PP, Verenigd Koninkrijk, aangewezen als onafhankelijke expert overeenkomstig artikel 524 §2 van het Wetboek van Vennootschappen om het Comité bij te staan in de uitvoering van zijn taak en bij het afgeven van zijn schriftelijk advies (de “Onafhankelijke Expert” of “UBS”). De precieze draagwijdte van de opdracht en verantwoordelijkheid van UBS werd vastgelegd in een engagement letter tussen UBS en het Comité van 17 september 2009 (inclusief alle mogelijke amendementen, de “Engagement Letter”). In de Engagement Letter heeft UBS bevestigd dat zij kan optreden als onafhankelijke expert in de zin van artikel 524 §2 van het Wetboek van Vennootschappen en zij ontvangt een vergoeding van de Vennootschap. Zoals uiteengezet in de Engagement Letter, is het de taak van UBS om: • het Comité bij te staan bij zijn toetsing van de financiële voorwaarden van de door het managementteam van Fortis Bank voorgestelde Transacties, met inbegrip van een toetsing van de door BNP Paribas Corporate Finance opgestelde waarderingen;
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
317
• het Comité bij te staan bij zijn toetsing en analyse van het door het managementteam opgestelde informatiememorandum en de schriftelijke voorstellen van het Directiecomité van de Vennootschap over elk van de [Integratie] Transacties (zoals hieronder gedefinieerd); en • een fairness opinion af te leveren over de redelijkheid van de voorgestelde financiële voorwaarden van elke [Integratie] Transactie (elk afzonderlijk een “Fairness Opinion” en alle tezamen de “Fairness Opinions”).
1.5. Basis voor dit Advies – Activiteiten van het Comité. Deze Adviezen zijn gevormd op basis van, onder andere, de door het management van de Vennootschap en door het management van BGL BNP Paribas SA verstrekte informatie en op basis van de Fairness Opinions. Zowel het management van Fortis Bank NV/SA als het management van BNPP heeft aan het Comité bevestigd dat de business plans die aan het Comité en aan de Onafhankelijke Expert zijn voorgelegd, en die gediend hebben als basis voor de waardering van de Transactie en de beoordeling ervan door het Comité, zijn goedgekeurd door respectievelijk het Directiecomité van Fortis Bank en het bevoegde orgaan van BNPP, en dat er momenteel geen andere relevante business plans aangaande de relevante entiteit bestaan. Het Comité heeft tevens bevestiging gekregen van het management van Fortis Bank en het management van BNPP (elk slechts voor de entiteiten/activa die zij verkopen) dat naar hun beste weten alle materiële risico’s die de Transactie met zich mee kan brengen voor de Vennootschap naar behoren zijn geïdentificeerd en ter kennis van het Comité zijn gebracht. Het Comité heeft een beroep gedaan op het advocatenkantoor Eubelius, vertegenwoordigd door Koen Geens en Marieke Wyckaert om hem bij te staan in juridische kwesties. Het Comité heeft diverse malen vergaderd en regelmatig overleg gevoerd, informatie uitgewisseld en visies gedeeld met het bestuur van Fortis Bank NV/SA, BNPP management, de Onafhankelijke Expert en de commissaris van de Vennootschap, onder meer tijdens (telefonische) vergaderingen gehouden op:
318
• • • • • • • • • • • • • • •
7 oktober 2009 14 oktober 2009 21 oktober 2009 25 oktober 2009 26 oktober 2009 28 oktober 2009 29 oktober 2009 1 november 2009 10 november 2009 16 november 2009 19 november 2009 20 november 2009 23 november 2009 24 november 2009 7 december 2009.
GLOBAAL INTEGRATIEPROJECT 2.1. Beschrijving van de algemene achtergrond van het Globaal Integratieproject. Op 12 mei 2009 en 13 mei 2009 verwierf BNP Paribas de controle over Fortis Bank NV/SA door de overname van 74,93% van de aandelen van Fortis Bank NV/SA en 16,57% van de aandelen van BGL BNP Paribas S.A. (“BGL”) (Fortis Bank NV/SA zelf houdt 50% plus één van de aandelen van de laatstgenoemde). Federale Participatieen Investeringsmaatschappij / Société Fédérale de Participations et d’Investissement (“FPM/SFP”), een holding waarvan de eigendom berust bij de Belgische Staat, bezit 25% van Fortis Bank NV/SA. De resterende 0,07% van de aandelen van Fortis Bank NV/SA is in handen van particuliere beleggers. Onmiddellijk nadat BNP Paribas de controle over Fortis Bank NV had verworven, werd een globaal integratieproject (bekend als Project Knight) opgestart voor de integratie van Fortis Bank NV/SA en de BNPP Groep (het “Globaal Integratieproject”). Het management van BNPP en Fortis Bank NV/SA hebben het Comité en de raad van bestuur aangegeven dat de hoofddoelen van het Globaal Integratieproject erin bestaan beide groepen na de verwerving van 74,93% van Fortis Bank NV/ SA te consolideren en te integreren, de groepsstructuur te stroomlijnen en te vereenvoudigen, synergieën te
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
realiseren tussen de diverse activiteiten van elke groep en mogelijkheden voor waardecreatie te identificeren. De onderliggende veronderstelling van het Globaal Integratieproject, zoals gecommuniceerd aan het Comité, is dat er een aanzienlijke mate van overlapping en complementariteit bestaat tussen de activiteiten van BNPP en Fortis Bank NV/SA qua product- en dienstenaanbod, geografische aanwezigheid, ondersteunende diensten en ITinfrastructuur, alsook in back- en middle office functies. Er is een groepsintegratiecomité opgericht, bestaande uit dertien leden waarvan twaalf lid zijn van de managementteams van BNPP en Fortis Bank NV/SA, om het Globaal Integratieproject aan te sturen. Er zijn zes domeinintegratiecomités opgericht in overeenstemming met de diverse businesses en segmenten, bestaande uit managers van die verschillende businesses. Er zijn bovendien 61 task forces gevormd om het nieuwe imago en de nieuwe strategie van de groep te bepalen en actieplannen voor te bereiden. Circa 320 werkgroepen (ofwel zo’n 2.500 medewerkers) hebben de opdracht gekregen om de via dit proces geïnventariseerde opties te valideren en deze opties in een financieel plaatje te vertalen. Aan het Comité is gerapporteerd dat als resultaat van deze oefening meer dan 1.000 projecten vanaf 1 december 2009 van start gaan om de integratie van beide groepen ten uitvoer te brengen (zoals de integratie van de IT-platforms, de reorganisatie van de juridische entiteiten, de herallocatie van klanten, marketingstrategieën en diverse andere zaken). In het kader van dit Globaal Integratieproject werd tevens voorgesteld bepaalde activiteiten van Fortis Bank NV/SA en BNPP te integreren door bepaalde activa en activiteiten over te dragen naar en opnieuw toe te wijzen aan de diverse groepsentiteiten. Als onderdeel van deze oefening heeft een aantal transacties plaatsgevonden (de “Integratietransacties”). De economische overdrachtsdatum voor de Integratietransacties is vastgesteld op 1 januari 2010. Afhankelijk van de goedkeuring van de toezichthouders en andere organisatorische beperkingen in de diverse betrokken rechtsgebieden zal de closing van deze Integratietransacties naar verwachting uiterlijk op 31 december 2010 plaatsvinden.
2.2. Grondslagen van de prijsbepaling voor de Integratietransacties zoals overeengekomen tussen Fortis Bank NV/SA en BNPP. De initiële aankoopprijs is gelijk aan de geschatte materiële netto boekwaarde per 31 december 2009 plus waardeaanpassingen aan fair value van vastgoed plus goodwill of min badwill, volgens de volgende formule: Netto Boekwaarde -
Goodwill en overige immateriële activa
+
Raming nettoresultaat 2e hj 2009
=
Materiële Netto Boekwaarde (geschat per 31/12/2009)
+
Aanpassingen aan fair value van Vastgoed
+/-
Goodwill / Badwill
=
Initiële Aankoopprijs
Na closing zal de finale aankoopprijs worden bepaald door deze initiële prijs te corrigeren voor het (positieve of negatieve) verschil tussen de geschatte materiële netto boekwaarde en de geauditeerde materiële netto boekwaarde, de aanpassingen aan fair value van vastgoed en de goodwill of badwill blijven constant. [...]. Er is een procedure uitgewerkt om geschillen over de prijsaanpassingen te beslechten. Zodra redelijkerwijs mogelijk na oplevering van de noodzakelijke documenten om de prijsaanpassing te kunnen bepalen, en in geen geval meer dan 30 dagen daarna, dienen partijen overeenstemming te bereiken over de prijsaanpassing. Als de partijen geen overeenstemming bereiken over de prijsaanpassing vóór het verstrijken van de termijn van 30 dagen, zullen de posten waarover onenigheid bestaat worden voorgelegd aan een onafhankelijke deskundige die in onderlinge overeenstemming is geselecteerd door (i) de partijen, of (ii), bij ontstentenis van overeenstemming tussen de partijen, door een rechtbank of een andere onafhankelijke instelling. De onafhankelijke deskundige zal de prijsaanpassing slechts corrigeren met betrekking tot de posten waarover nog onenigheid bestaat en zal dergelijke correcties aanbrengen in overeenstemming met de principes voor financiële verslaggeving die tussen de partijen zijn overeengekomen. De onafhankelijke deskundige zal zijn besluit ten aanzien van de posten waarover
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
319
onenigheid bestaat schriftelijk afleveren binnen 30 dagen gerekend vanaf de datum waarop de posten waarover onenigheid bestaat aan hem werden voorgelegd en voldoende details geven die zijn besluit onderbouwen. Elke partij zal met de onafhankelijke deskundige samenwerken en hem in redelijkheid toegang verlenen tot de boeken, dossiers, medewerkers en vertegenwoordigers van haarzelf en haar dochterondernemingen, en hem alle overige informatie verstrekken die de onafhankelijke deskundige kan opvragen om tot zijn besluit te kunnen komen. Het besluit van de onafhankelijke deskundige is definitief en bindend voor de partijen. De vergoeding en kosten van de onafhankelijke deskundige zullen door de partijen gelijk worden gedragen.
INTEGRATIETRANSACTIES In zijn vergaderingen van 5 november, 26 november en 9 december 2009 nam de Raad van Bestuur een besluit over de volgende Transacties, steeds op basis van het Voorstel van het management en het Advies van het Comité. De commissarissen leverden per transactie een verslag af [als hierboven bedoeld]. In zijn vergadering van 23 maart 2010 werd de Raad van Bestuur geïnformeerd over de geschatte Prijsaanpassing en de daaruit voortvloeiende Aankoopprijs voor [elke transactie].
Dit is een gebruikelijke werkwijze om geschillen over prijsaanpassingen te beslechten. Als de aankoopprijs minder dan nul is, zal de verkopende entiteit een hoeveelheid liquide middelen inbrengen in de betreffende onderneming of business (door middel van herkapitalisatie of een andere techniek met een gelijkwaardig effect) gelijk aan de absolute waarde van de aankoopprijs.
320
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.1. Vermogensbeheer. Voorstel van het management Het management stelt voor dat BNP Paribas Investment Partners S.A. (“BNPP IP”) alle aandelen van Fortis Investment Management NV (“FIM”) koopt die momenteel worden aangehouden door Fortis Bank NV/SA en BGL BNP Paribas S.A. Fortis Bank NV/SA en BGL BNP Paribas S.A. zullen vervolgens een bedrag gelijk aan de ontvangen aankoopprijs gebruiken om in te schrijven op een kapitaalverhoging van BNPP IP, met als resultaat dat het bezit aan aandelen BNPP IP van Fortis Bank NV/SA en BGL BNP Paribas 33,33% plus één aandeel (d.w.z. een blokkeringsminderheid) zou zijn van het totale uitstaande aandelenkapitaal van BNPP IP (de “Vermogensbeheertransactie”). Van de aandelen BNPP IP zou dan 28,23% worden aangehouden door Fortis Bank SA/NV en 5,11% door BGL BNP Paribas. Hiertoe wordt FIM gewaardeerd op EUR 1.775 mln en BNPP IP op EUR 3.550 mln, vóór PPA-aanpassing. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Vermogensbeheertransactie zijn samengevat in het advies dat het Comité van Onafhankelijke Bestuurders (COB) dienaangaande heeft opgesteld. Dit oordeel en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld. Deze transactie werd reeds goedgekeurd door de Raad van Bestuur van BGL BNP Paribas.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Vermogensbeheertransactie unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het Advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop aan de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas Investment Partners SA van de participatie van de groep Fortis Bank in de groep Fortis Investment Management («FIM») (met uitzondering van bepaalde duidelijk geïdentificeerde entiteiten), waarvan 85% van de maatschappelijke aandelen worden aangehouden door Fortis Bank SA/NV en waarvan 15% wordt aangehouden door de vennootschap naar Luxemburgs recht Banque Générale du Luxembourg SA, tegen een vergoeding in speciën en een verhoging van het kapitaal van BNP Paribas Investment Partners SA, die volledig zal worden onderschreven door Fortis Bank SA/NV en Banque Générale du Luxembourg SA. Deze verkoop zal worden uitgevoerd onder voorbehoud van de goedkeuring door Banque Générale du Luxembourg SA die 15% van het kapitaal van FIM aanhoudt.
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
321
Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige waarde Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de waarde van FIM volgens huidige ramingen EUR 1.806 mln zou bedragen, en de waarde van BNPP IP volgens huidige ramingen EUR 3.574 mln. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij afsluiting wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen en passende kapitaalstoewijzingen zullen uitgevoerd worden om het bovenvermelde deelnemingspercentage van 33,33% + 1 aandeel voor Fortis Bank SA/NV en BGL BNP Paribas in BNPP IP te bereiken.
322
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.2. Fortis Bank Italië Voorstel van het management Het management stelt voor dat Banca Nazionale del Lavoro SpA, een 100-procent dochter van BNP Paribas S.A. en de zesde grootste bank van Italië, de activa en passiva van het Italiaanse bijkantoor van Fortis (op ‘going concern’ basis) tegen contanten verwerft en dat de registratie van dit bijkantoor vervolgens wordt ingetrokken (de “Transactie Italiaans Bijkantoor”). Momenteel wordt geraamd dat Fortis Bank EUR 58 mln zal moeten inbrengen in het Italiaanse Bijkantoor, een bedrag dat na PPA-aanpassing naar verwachting verder zal toenemen. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Transactie Italiaans Bijkantoor zijn samengevat in het Advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld, met inbegrip van (onder voorbehoud van de PPA-aanpassing) de mogelijke inbreng van Fortis Bank in liquide middelen in het Italiaanse bijkantoor voorafgaand aan de Transactie. Dit Advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Transactie Italiaans bijkantoor unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop van de meerderheid van activa en passiva van het bijkantoor te Milaan van Fortis Bank SA/NV aan de vennootschap naar Italiaans recht Banca Nazionale del Lavoro SpA (BNL) tegen een vergoeding in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verficatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt:
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
323
a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de inbreng door Fortis Bank in het Italiaanse Bijkantoor als gevolg van de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR -79 mln zou bedragen. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven).
324
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.3. BNPP CIB Belgisch Bijkantoor. Voorstel van het management Het management stelt voor dat Fortis Bank NV/SA de activa en passiva van het Belgisch Bijkantoor van BNPP CIB (op ‘going concern’ basis) verwerft tegen contanten door middel van de verkoop van bedrijfstak in de zin van artikel 770 van het Wetboek van Vennootschappen (de “Transactie Belgisch Bijkantoor BNPP CIB”). Momenteel wordt geraamd dat Fortis Bank een aankoopprijs van EUR 207 mln, vóór PPA-aanpassing, zal betalen. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Transactie Belgisch Bijkantoor BNPP CIB zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/ SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Transactie Belgisch bijkantoor BNPP CIB unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verwerving door Fortis Bank SA/NV van de meerderheid van activa en passiva van het bijkantoor te Brussel van de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas SA tegen een vergoeding in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verficatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige;
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
325
b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR 205 mln zou bedragen. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalsverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven).
326
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.4. BNPP WM Belgisch Bijkantoor. Voorstel van het management Het management stelt voor dat Fortis Bank NV/SA de activa en passiva van het Belgisch Bijkantoor van BNPP WM (op ‘going concern’ basis) verwerft tegen contanten door middel van de verkoop van bedrijfstak in de zin van artikel 770 van het Wetboek van Vennootschappen (de “Transactie Belgisch Bijkantoor BNPP WM”). Momenteel wordt geraamd dat Fortis Bank een aankoopprijs van EUR 16 mln, vóór PPA-aanpassing, zal betalen. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Transactie Belgisch Bijkantoor BNPP WM zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Transactie Belgisch bijkantoor BNPP WM unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verwerving door Fortis Bank SA/NV van de meerderheid van activa en passiva van het bijkantoor te Brussel van de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas Wealth Management SA tegen een vergoeding in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verficatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
327
andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR 15 mln zou bedragen. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalsverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven).
328
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.5. Fortis Bank VS. Voorstel van het management De transactie, zoals gestructureerd in de VS en zoals voorgesteld door het management, wordt gestructureerd als een verkoop door Fortis Bank NV/SA aan BNPP of een van haar dochterondernemingen of bijkantoren van (i) enerzijds, bepaalde bankactiviteiten van Fortis Bank NV/SA in een aantal van haar Noord-Amerikaanse bijkantoren, en (ii) anderzijds, de aandelen die Fortis Bank NV/SA (of bepaalde verbonden ondernemingen) in bepaalde dochterondernemingen bezit (tezamen aangeduid als de “VS Transactie”). Momenteel wordt geraamd dat de prijs voor de Amerikaanse activiteiten EUR 228 mln zal zijn, maar na PPA-aanpassingen zal dit bedrag naar verwachting veranderen in een bijdrage van Fortis Bank aan de Amerikaanse activiteiten van ca. EUR 101 mln. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de VS Transactie zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld, met inbegrip van (onder voorbehoud van de PPA-aanpassing) de mogelijke inbreng van Fortis Bank in contanten aan de Noord-Amerikaanse business voorafgaand aan deze Transactie. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, heeft het Comité momenteel geen redenen om te aan te nemen dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, een kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité gaat er echter vanuit dat het afsplitsingproces en de bepaling van de uiteindelijke perimeter van de transactie worden gebaseerd op oordeelkundige technische en commerciële overwegingen, waarbij de algemene uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de structuur van de transactie en de belangen van Fortis Bank NV/SA op een evenwichtige wijze in acht worden genomen. Het Comité gaat er tevens vanuit dat gepaste aandacht wordt gegeven aan de potentieel negatieve gevolgen voor Fortis Bank NV/SA van bepaalde afsplitsingen en van het gegeven dat een aantal activa en passiva bij Fortis Bank NV/ SA zou blijven (ook op het punt van risico en solvabiliteit). Het Comité dient in elk geval op de hoogte te worden gesteld van substantiële wijzigingen in de perimeter van de Transactie (ook indien deze het gevolg zijn van het afsplitsen van bepaalde passiva, al naargelang het geval). Het Comité dient tevens te worden geïnformeerd over andere substantiële wijzigingen in de structuur of de voorwaarden van de Transactie zoals deze momenteel wordt voorgesteld, voor zover er redelijkerwijs van kan worden uitgegaan dat deze van grote betekenis zijn voor de beoordeling van de Transactie. Onder deze voorwaarden acht het Comité het onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA. Echter, met het oog op de onzekerheden over de definitieve structuur van de Transactie, wenst het Comité op de hoogte te worden gehouden van de implementatie van het afsplitsingproces zoals uiteengezet in het protocol (met bijzondere nadruk op passiva die bij FBB zouden blijven).”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de VS Transactie unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
329
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop van de meerderheid van activa en passiva van de bijkantoren te New York en op de Cayman eilanden van Fortis Bank SA/NV aan de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas SA; de verkoop van alle participaties van Fortis Bank SA/NV in een aantal filialen in Noord Amerika aan BNP Paribas SA en de verkoop van bepaalde participaties van Fortis Bank Transportation Capital LLC aan BNP Paribas SA. Deze verkopen zullen worden vergoed in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur.
330
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR 239 mln zou bedragen. De uiteindelijke Aankoopprijs zal, bijkomend, ook de netto boekwaarde bevatten van de 6 Principal Finance equity investeringen die aan BNP Parisbas verkocht zijn als onderdeel van deze transactie. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalsverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven). .
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
331
3.6. Fortis Bank VK. Voorstel van het management Het management stelt voor de investment banking activiteiten van Fortis Bank NV/SA Londen, de private banking activiteiten en de activa en passiva van het Londense Bijkantoor van Fortis Bank NV/SA die hierop betrekking hebben, tezamen met haar dochtermaatschappijen, over te dragen aan BNPP. Deze transactie bestaat uit een aantal subtransacties, zoals omschreven in het advies van het COB (tezamen aangeduid als de “VK Transactie”). Momenteel wordt geraamd dat BNPP een aankoopprijs van EUR 859 mln, vóór PPA-aanpassingen, zal betalen. Een deel van deze aankoopprijs zal worden voldaan in de vorm van een lening. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de VK Transactie zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Oordeel van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, heeft het Comité momenteel geen redenen om te aan te nemen dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, een kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité verwacht echter dat de implementatie (inclusief de juridische documentatie) van de Transactie zal geschieden met evenwichtige inachtneming van de belangen van Fortis Bank NV/SA. Het Comité gaat er tevens vanuit dat gepaste aandacht wordt gegeven aan de potentieel negatieve gevolgen voor Fortis Bank NV/SA van het gegeven dat een aantal activa en passiva bij Fortis Bank NV/SA zou blijven (ook op het punt van risico’s en solvabiliteit). Het Comité dient in elk geval op de hoogte te worden gesteld van substantiële wijzigingen in de perimeter van de Transactie (ook indien deze het gevolg zijn van het afsplitsen van bepaalde passiva, al naargelang het geval). Het Comité dient tevens te worden geïnformeerd over andere substantiële wijzigingen in de structuur of de voorwaarden van de Transactie zoals deze momenteel wordt voorgesteld, voor zover ervan kan worden uitgegaan dat deze van grote betekenis zijn voor de beoordeling van de Transactie. Onder deze voorwaarden acht het Comité het onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de VK Transactie unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de
332
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop van de meerderheid van activa en passiva van het bijkantoor te London van Fortis Bank SA/NV aan het bijkantoor te London van de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas SA en de verkoop van activa en passiva van de vennootschap naar Engels recht Fortis Private Investment Management Limited aan het bijkantoor te London van de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas Wealth Management SA tegen een vergoeding in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
333
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR 846 mln zou bedragen. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalsverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven).
334
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.7. Fortis Bank – Azië. Voorstel van het management De transactie, zoals gestructureerd in Azië en zoals voorgesteld door het management bestaat uit 5 subtransacties in de vorm van activatransacties en 2 subtransacties in de vorm van aandelentransacties (tezamen aangeduid als de “Aziatische Transactie”). Deze subtransacties zijn nodig omdat de diverse activa van Fortis Asia Merchant Banking zich in verschillende rechtsgebieden bevinden (China, Taiwan, Singapore, Hong Kong en Japan). Momenteel wordt geraamd dat BNPP een aankoopprijs van EUR 686 mln, vóór PPA-aanpassingen, zal betalen. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Aziatische Transactie zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Aziatische Transactie unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop van de meerderheid van activa en passiva van de bijkantoren van Fortis Bank SA/NV te Hong Kong, China, Taiwan, Singapore en Japan aan de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas SA en de verkoop van de meerderheid van activa en passiva van de filialen private banking en real estate van Fortis Bank SA/NV in Azië aan BNP Paribas SA. Deze verkopen zullen worden vergoed in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen. In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt:
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
335
a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR 709 mln zou bedragen. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalsverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven).
336
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.8. Fortis Banque France. Voorstel van het management Het management stelt voor dat BNP Paribas S.A. de aandelen van Fortis Banque France S.A. koopt van Fortis Bank NV/SA en daarmee indirect de controle verwerft over een aantal dochterondernemingen van Fortis Banque France S.A., terwijl de andere juridische entiteiten waarover Fortis Banque France S.A. de controle heeft of die zij heeft opgericht, buiten deze transactie zullen worden gehouden. Fortis Banque France S.A. zou vervolgens via een fusie opgaan in BNPP (de “Fortis Banque France Transactie”). Momenteel wordt geraamd dat BNPP een aankoopprijs van EUR 328 mln, vóór PPA-aanpassingen, zal betalen. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Fortis Banque France Transactie zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit van de Raad van Bestuur Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Fortis Banque France Transactie unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop aan de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas SA van de participatie van Fortis Bank NV/SA in de vennootschap naar Frans recht Fortis Banque France SA tegen een vergoeding in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen.
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
337
In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidige ramingen EUR 267 mln zou bedragen. Er wordt niet verwacht dat de uiteindelijke waarden bij closing wezenlijk zullen afwijken van deze ramingen, uitgezonderd voor (a) Euro voor Euro aanpassingen die kapitaalsverhogingen en een winstuitkering vertegenwoordigen en (b) rente op de Aankoopprijs tussen 1 januari 2010 en de afsluiting en onderhevig aan mogelijke onenigheden die opgelost moeten worden overeenkomstig de hierboven beschreven procedure (zie punt 2.2 hierboven).
338
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
3.9. Fortis Bank – Frans Bijkantoor. Voorstel van het management Het management stelt voor dat BNP Paribas S.A. tegen contanten de activiteiten van het Franse Bijkantoor van Fortis Bank koopt. De overdracht via een “cession de fonds de commerce” naar Frans recht zou de activa, passiva, klanten, teams en operationele organisatie van het bijkantoor omvatten. Het Franse Bijkantoor van Fortis Bank zou vervolgens worden gesloten (de “Fortis Bank Frans Bijkantoor Transactie”). Momenteel wordt geraamd dat de prijs voor de activiteiten van het bijkantoor EUR 22 mln zal zijn, maar na PPA-aanpassingen zal dit bedrag naar verwachting veranderen in een bijdrage van Fortis Bank aan het Franse Bijkantoor van Fortis Bank van ca. EUR 13 mln. De ratio en structuur van en de vergoeding voor de Fortis Bank Frans Bijkantoor Transactie zijn samengevat in het advies dat het COB dienaangaande heeft opgesteld, met inbegrip van (onder voorbehoud van de PPA-aanpassing) de mogelijke inbreng van Fortis Bank in contanten in het Franse Bijkantoor van Fortis Bank voorafgaand aan deze Transactie. Dit advies en de bijlagen daarbij zijn vóór deze vergadering ter overweging aan de Bestuurders ter beschikking gesteld.
Advies van het Comité “Op basis van de bovenstaande overwegingen en na toetsing van de financiële voorwaarden van de Transactie met de Onafhankelijke Expert, UBS Limited, is het Comité van oordeel dat de voorgestelde Transactie, in het licht van het beleid van de Vennootschap, geen kennelijk onrechtmatig nadeel zal berokkenen aan Fortis Bank NV/SA. Het Comité acht het tevens onwaarschijnlijk dat de Transactie negatieve gevolgen zal hebben die niet gecompenseerd worden door voordelen voor Fortis Bank NV/SA.”
Besluit Op basis van het voorgaande, de door de Voorzitter tijdens de vergadering verstrekte aanvullende informatie en de door de leden van de Raad van Bestuur kenbaar gemaakte meningen, besluiten de Bestuurders om de Fortis Bank Frans Bijkantoor unaniem goed te keuren, onder de voorwaarden zoals in essentie beschreven in het voorstel van het management en uitgedrukt in het advies van het COB dienaangaande.
Verslag van de commissaris COMMISSARISVERSLAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 524 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN VOLGEND OP DE BESLISSING VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN 5 NOVEMBER 2009 Geachte heren, Overeenkomstig de bepalingen van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen en de daarop betrekking hebbende opdracht die U aan ons heeft toevertrouwd in onze hoedanigheid van commissaris van de Vennootschap, brengen wij U verslag uit over de specifieke verificaties die wij hebben uitgevoerd inzake de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur met betrekking tot de hierna volgende verrichting voorzien in het kader van het project ter integratie van Fortis Bank SA/NV in de BNP Paribas groep (“de Voorgestelde Verrichting”): De verkoop van de meerderheid van activa en passiva van het bijkantoor te Parijs van Fortis Bank SA/NV aan de vennootschap naar Frans recht BNP Paribas SA tegen een vergoeding in speciën. Het comité van onafhankelijke bestuurders heeft een onafhankelijk deskundige verzocht om de financiële voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, alsmede het waarderingsverslag dat daaruit voortvloeit, te beoordelen.
Informatie met betrekking tot Artikel 524 van het wetboek van vennootschappen
339
In het kader van de hierboven beschreven transactie, zijn de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende conclusies als volgt: a. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de gegevens opgenomen in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders overeenstemmen met de gegevens opgenomen in het verslag van de door het comité aangestelde onafhankelijke deskundige; b. In de mate dat de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur opgenomen gegevens afgeleid zijn van de boekhoudkundige informatie die betrekking heeft op de financiële situatie per 30 juni 2009 of op een vroegere datum, en waarop door ons, of door een andere commissaris of persoon die in het buitenland een gelijksoortige functie als commissaris uitoefent, een volkomen controle of een beperkt nazicht werd uitgevoerd overeenkomstig de van toepassing zijnde normen voor de beroepsuitoefening, hebben wij geverifieerd dat deze gegevens overeenstemmen met de gegevens opgenomen in de hierboven vermelde boekhoudkundige informatie; c. Wij hebben geverifieerd en vastgesteld dat de in de notulen van de raad van bestuur opgenomen conclusie overeenstemt met de in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders opgenomen conclusie; en d. Wij hebben kennis genomen van de parameters en van de waarderingsmethodologieën die vermeld zijn in het waarderingsverslag opgesteld door het management van Fortis Bank SA/NV en hebben vastgesteld dat deze geen inconsistenties bevatten in vergelijking met de in de markt beschikbare relevante informatie en met de praktijken die in dat verband algemeen erkend zijn. Voor het overige hebben wij de correcte toepassing van de rekenkundige formules die door het management van Fortis Bank SA/NV in zijn waarderingsverslag zijn weerhouden, geverifieerd en vastgesteld. Wij houden eraan op te merken dat de uitgevoerde specifieke verificatiewerkzaamheden, zoals hierboven beschreven, ons niet in staat stellen om, bij gebrek aan door de wet vastgestelde relevante, objectieve en exhaustieve beoordelingscriteria met betrekking tot de getrouwheid van de gegevens, op basis van de algemeen erkende normen voor de beroepsuitoefening, eender welke vorm van attestatie te verstrekken met betrekking tot de conclusies die door het comité van onafhankelijke bestuurders in zijn gemotiveerd advies zijn opgenomen. Voor het overige achten wij het nuttig in herinnering te brengen dat onze opdracht er niet in bestaat ons uit te spreken over de rechtmatigheid en billijkheid van de Voorgestelde Verrichting. Wij vestigen uw aandacht op het voorwaardelijke en niet-definitieve karakter van de voorwaarden van de Voorgestelde Verrichting, zoals aangegeven in het advies van het comité van onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur. Ons verslag kan enkel worden gebruikt in het kader van de toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Dit verslag is bestemd om te worden gehecht aan de notulen van de raad van bestuur die over de Voorgestelde Verrichting beraadslaagt, en om in het jaarverslag te worden hernomen, net zoals dit het geval is voor de beslissing van het comité van onafhankelijke bestuurders en voor het uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur. Sint-Stevens-Woluwe, 20 november 2009 De commissaris PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren bcvba Vertegenwoordigd door R. Jeanquart
J. Steenwinckel
Raming huidige Aankoopprijs Op 23 maart 2010 is de Raad van Bestuur geïnformeerd dat de Aankoopprijs volgens huidig