Project 1.3 Multidisciplinaire samenwerking
Klas 1A 8-4-2014 1
Inhoudsopgave Opdracht 1 .................................................................................................................................... 3 Zorgpaden ................................................................................................................................. 4 Uitwerkingen van de casussen .............................................................................................. 6 Casus 1: ................................................................................................................................... 6 Casus 2: ................................................................................................................................. 10 Casus 3: ................................................................................................................................. 13 Casus 4: ................................................................................................................................. 17 Opdracht 2 .................................................................................................................................. 21 Opdracht 3 .................................................................................................................................. 30 Professionele onderbouwing .................................................................................................... 31 Individuele verslagen ................................................................................................................. 32 Ruby Borst ................................................................................................................................. 33 Daphne Vrisekoop .................................................................................................................. 34 Diana Deubel .......................................................................................................................... 35 Ruben Zohar............................................................................................................................. 37 Lotte Bruinen ............................................................................................................................ 38 Madelein de Heer ................................................................................................................... 39 Maxime de Valk ...................................................................................................................... 40 Nadine de Valk ....................................................................................................................... 41 Groepsverslag ............................................................................................................................. 42 Interviews: ................................................................................................................................. 45 Wijkverpleegkundige.......................................................................................................... 45 Huisarts................................................................................................................................... 48 Begrippen ................................................................................................................................. 56
2
Opdracht 1 Zorgpaden en zorgtrajecten
3
Zorgpaden Deze zorgpaden hebben we samengesteld op basis van bronnen en is de basis voor de zorgtrajecten die we per casus hebben gemaakt. Zorgpad
voor
Met opmaak: Kop 2 Met opmaak: Lettertype: Niet Vet, Tekstkleur: Tekst 1
oedeem
Onderbouwing voor dit zorgpad: Bij oedeem moet eerst de oorzaak van de oedeem achterhaald worden voordat er wat aan gedaan kan worden. Oedeem kan ontstaan door problemen met het hart, lever of de nieren. (Valk, 2014) Als de oorzaak één van deze organen is, moet er verder onderzoek gedaan worden door een specialist. Oedeem kan behandeld worden door de huidtherapeut, fysiotherapeut of lymfetherapeut. (Valk, 2014) De huidtherapeut kan bij oedeem manuele lymfedrainage uitvoeren, zwachtelen of een therapeutische elastische kous (TEK) aanmeten. (Vugts, 2005) De fysiotherapeut kan bij oedeem de volgende elementen in uitvoering brengen: metingen en contoleren, Manuele lymfemassage, mechanische massage,Manuele lymfedrainage, zwachtels aanbrengen, kleding die zwelling van extremiteiten tegengaat. (Gillham, 1996) De lymfetherapeut kan bij oedeem manuele lymfedrainage en lymfetaping uitvoeren. De patiënt kan in een eigen huis wonen of in een verzorgingstehuis. Wijkverpleging kan langs komen om bijvoorbeeld kousen aan te trekken bij de patiënten. (Oldenburger, 1997) Thuiszorg kan langs komen voor huishoudelijke hulp de voorwaarde hieraan zijn dat de patiënten zelf niet meer in staat zijn om het volledige huishouden te doen en de patiënt zelfstandig woont. (Aafje, 2012)
4
Met opmaak: Tekstkleur: Auto
Zorgpad voor een wond
-
Onderbouwing voor dit zorgpad: De soorten huidwonden die er zijn : Mechanische wonden veroorzaakt door scherp of stomp geweld van buiten af zoals chirurgische ingrepen. Chemische wonden Thermische wonden Electriciteitswonden Stralingswonden Infectiewonden Oncologische wonden, als gevolg van oncologische ulcera door de tumor zelf en door behandeling. Circulatiestoorniswonden. Bij chirurgische wonden kan onderscheid gemaakt worden in Primair genezende wonden, en secundair genezende wonden. (Mierlo-Broek, 2013) Deze soorten wonden hebben we samengevoegd tot de groepen: -Wond door trauma -Operatiewond -Wond door arteriële en veneuze insufficiëntie -Overige wonden Wondverzorging kan door de wijkverpleegkundige, huisarts en huidtherapeut worden behandeld. (Valk, 2014) (Vugts, 2005). De patiënt kan in een eigen huis wonen of in een verzorgingstehuis. Thuiszorg kan langs komen voor huishoudelijke hulp de voorwaarde hieraan zijn dat de patiënten zelf niet meer in staat zijn om het volledige huishouden te doen en de patiënt zelfstandig woont. (Aafje, 2012)
5
Uitwerkingen van de casussen Casus 1: Chronische wond in een verzorgingshuis Een bejaardenverzorgster uit het verzorgingstehuis in de buurt belt met het gezondheidscentrum over meneer Brand, geboren 22-11-1923. Hij is slecht ter been, en is heel goed aanspreekbaar. Meneer Brand heeft een wond op zijn linker scheenbeen en zit met zijn been omhoog op een stoel. Een paar weken geleden heeft hij zich aan de punt van de salontafel gestoten. Hij had toen een lelijke diepe wond midden op zijn scheenbeen. De verzorging heeft er een gaasje op gedaan met een pleister er overheen. Probleem is dat de wond niet goed wil genezen maar eigenlijk alleen maar groter wordt. Daarom heeft de verzorging de huisarts gevraagd te komen kijken. Die heeft een ander soort gaasjes erop laten doen maar de wond wordt maar niet beter. De huisarts heeft gevraagd om de huidtherapeut ernaar te laten kijken. Bij inspectie blijkt de wond er niet mooi uit te zien en de wond stinkt. Duidelijk is ook dat er sprake is van oedeem in het been. De komende weken zal de wond van meneer ongeveer twee maal per week verzorgd moeten worden. Ook is het belangrijk dat er gezwachteld gaat worden om het oedeem te bestrijden. Hierdoor kan de wond ook beter genezen. Het team per fase van het zorgtraject Wond: Huisarts: Doorverwijzen Huidtherapeut: Wondbehandeling opstellen, nazorg Verpleging/ verzorging uit het verzorgingstehuis: Herkennen, nazorg Oedeem: Huidtherapeut: Herkennen, nazorg Verpleging/ verzorging uit het verzorgingstehuis: nazorg De dynamiek van het ziekteproces Wond scheenbeen. Meneer heeft een aantal weken geleden zijn been gestoten. Hij heeft hierdoor een diepe wond op zijn scheenbeen dat niet wilt genezen-> De wond geneest niet goed. De wond moet gereinigd worden met lauw leiding water, gedestilleerd water of met een oplossing van Natriumchloride 0,9%. Om de wond te laten genezen wordt er gebruik gemaakt van verbandmiddelen. De keuze hiervan is afhankelijk van de soort wond en hoe de wond eruit ziet. Er moet dagelijks een verbandwissel plaatsvinden en ook een wondinspectie. Hierbij moet gelet worden op verweking van de wondranden, lymflekkage, wond hiscentie, vochtlekkage, wondinfectie hematoomvorming en allergische reacties op het verband materiaal. Bij het signaleren van afwijkingen wordt de arts geraadpleegd en wordt de behandeling aangepast. Daarnaast moet er gekeken worden naar hoe de verbandkousen eruit zien en er moet gevraagd worden of er verbetering van de klacht is opgetreden. (Mierlo- Broek, 2013)
6
Oedeem linkerbeen. Meneer heeft zijn been gestoten, heeft hierdoor een wond en bij inspectie is er oedeem ontdekt. Dit heeft als gevolg dat de wond niet wilt genezen-> Wanneer er indicatie is tot behandelen wordt er gebruik gemaakt van compressie therapie waarbij er drukverbanden worden gebruikt op de benen van meneer. De behandeling is afhankelijk van het stadia van de oedeem. Om het resultaat van de compressietherapie te behouden wordt er, afhankelijk van de drukklasse, een rondbrei of vlakbrei kous voor de benen aangemeten. Indien er schilfering te zien is, kan dit duiden op een te droge huid en drukplekken duiden op een eventueel verkeerde compressie. In dit laatste geval moet contact worden opgenomen met de huidtherapeut of arts(Mierlo- Broek, 2013) Ook is het belangrijk dat deze meneer enigszins bewegingsoefeningen uitvoert om de lymfestroom te bevorderen. Lymfoedeem is een chronische aandoening en behoeft meestal een levenslange behandeling. Door de behandeling van het oedeem zal de wond ook beter genezen. (De Groot, 2012) Doelen De centrale doelstelling van de disciplines samen zijn het genezen van de wond van meneer Brand, de vermindering van het oedeem aan zijn been en optimalisering van zijn mobiliteit. De hoofddoelen per discipline zijn: Huisarts: genezing van de wond (Valk, 2014) Huidtherapeut: wondgenezing en oedeemvermindering (NVH) Verpleging/verzorging uit het verzorgingstehuis: wondgenezing, indien de verzorging bekwaam is met zwachtelen, is ook oedeemvermindering een hoofddoel. (Bruinen,2014) Werkwijzen De bejaardenverzorgster van het verzorgingstehuis belt met het gezondheidscentrum over de wond van meneer Brand. Zij heeft een gaasje en een pleister over de wond van meneer Brand gedaan. Dit was niet voldoende, want de wond wilde niet genezen. Daarom heeft zij de huisarts gevraagd te komen kijken. De huisarts doet een ander soort gaasje op de wond, maar de wond geneest slecht. De huisarts kan hem daarom doorverwijzen naar een lymfetherapeut, fysiotherapeut of huidtherapeut. (Valk, 2014) Bij meneer Brand is gekozen voor doorverwijzing naar de huidtherapeut. Om wondgenezing te bereiken, kan de huisarts meneer Brand doorverwijzen naar een specialist. De huisarts kan zelf ook de wondverzorging op zich nemen. (Valk, 2014) De huidtherapeut diagnosticeert bij de inspectie dat de wond er slecht uit ziet en stinkt en dat er ook oedeem aanwezig is in het been. De huidtherapeut stelt een wondbehandeling op. Zij kan ook de verzorging uit het tehuis instrueren hoe de wond behandeld moet worden. (Bruinen,2014) De wond moet 2 keer per week gedurende de komende weken verzorgd worden. (Mierlo-Broek, 2013) Ook zal het oedeem behandeld moeten worden. Hiervoor moet er gezwachteld worden en dit kan ook worden uitgevoerd door de verzorging indien zij hiervoor bekwaam zijn, want meneer Brand is hier niet toe in staat. (Bruinen,2014) Wanneer het oedeem zodanig is afgenomen door het zwachtelen en de wond genezen is, moet er gekeken worden of er nog TEK kousen nodig zijn. Zo ja, dan kunnen deze aangemeten worden door de huidtherapeut en kan meneer Brand deze blijven dragen tot de klacht geheel verdwenen is. (Mierlo-Broek, 2013)
7
Onderbouwing van de werkwijze: 'Compressietherapie, het aanbrengen van externe druk op de huid(meestal een of beide benen), is een belangrijk onderdeel van de behandeling van veneuze ziekten en andere aandoeningen die met (lymf)oedeem gepaard gaan.' Ook kan meneer Brand geholpen worden d.m.v. intermitterende pneumatische compressie, het doen van fysieke oefeningen en het dragen van aangepaste kleding. (De Groot, 2012) Voorlichting is ook een belangrijk onderdeel bij de wond- en oedeembehandeling. Deze voorlichting bestaat uit het geven van leefstijladviezen m.b.t. Beweging, huidverzorging en schoeisel. Wat betreft de beweging is het belangrijk dat de patiënt erop gewezen wordt in ieder geval een kwartier per dag te wandelen en bij het lopen de voet goed te laten afwikkelen, zodat het enkelgewricht beweeglijk blijft en de spierpomp optimaal benut wordt. Bepaalde oefeningen kunnen dit ook bewerkstelligen. Deze oefeningen moeten meerdere keren per dag gedurende korte tijd gedaan worden. Door lang staan of zitten op een bepaalde manier kan het oedeem toenemen. Daarom wordt de patiënt geadviseerd om het been zoveel mogelijk omhoog te leggen op heuphoogte met een kruk. Hierbij moeten drukpunten vermeden worden. Als de patiënt ligt, moet het been ook iets hoger liggen. Dit kan door bijv. een kussen eronder te leggen. De verzorging moet erop letten dat er niet nog meer beschadiging aan het onderbeen van meneer Brand optreedt. Het been kan worden ingesmeerd met indifferente zalf als de benen door het zwachtelen of de kous droog worden. Bij de kous moet dit 's avonds gebeuren. De teennagels moeten goed geknipt worden om stoten te voorkomen, en hierbij nog meer wondschade aan te richten. Goed schoeisel is belangrijk voor een goede mobiliteit. Sloffen en slippers dienen afgeraden te worden, i.v.m. kans op vallen. Er bestaan verbandschoenen en deze zijn op medische indicatie bij een specialist verkrijgbaar. Hier moet wel toestemming gevraagd voor worden bij de ziektekostenverzekeraar. Stoten of vallen dienen voorkomen te worden. Onveilige plekken in het verzorgingstehuis dienen opgespoord en vermeden te moeten worden. Hierbij moet gedacht worden aan uitstekende scherpe hoeken, losse kleedjes of snoeren, etc. Roken vertraagt de wondgenezing en ook daarom moet de verzorging dit voorkomen en voorlichten. (MierloBroek, 2013) Wijze van samenwerken van de huidtherapeut met andere disciplines De huisarts schakelt de huidtherapeut in. De huidtherapeut blijft gedurende de behandeling in contact met de huisarts. (Valk, 2014) De huidtherapeut instrueert de verzorging over de wondbehandeling en het zwachtelen, zodat zij deze handeling kunnen uitvoeren. De wijkverpleegkundige en huidtherapeut werken weinig samen, omdat de wijkverpleegkundige veel dezelfde behandelingen kan uitvoeren die de huidtherapeut doet, zoals de wondverzorging en zwachtelen. De huidtherapeut blijft over deze casus in contact met de huisarts en met het verzorgingstehuis. Wanneer er veranderingen zijn moet dit terug gekoppeld worden naar alle disciplines die hierin betrokken worden. (Bruinen, 2014)
8
Zorgpad
met
zorgtraject
Onderbouwing zorgtraject De wond van meneer Brand is ontstaan doordat hij zijn been heeft gestoten. Deze soort wond wordt „een wond door trauma‟ genoemd. De wond geneest erg slecht en ruikt ook erg. De huisarts heeft gevraagd om de huidtherapeut naar de wond te laten kijken zodat er een wondbehandelplan opgezet kan worden. De nazorg wordt in overleg met de huidtherapeut gedaan door de verzorging van het tehuis waar meneer woont. Tijdens de inspectie van de wond is er te zien dat er sprake is van oedeem. Dit kan ervoor zorgen dat de wond slecht geneest (Verdonk, 2011). De huidtherapeut zal het been van meneer moeten zwachtelen om het oedeem te verminderen. De verzorging van het tehuis zal hiervoor de nazorg leveren
9
Casus 2: Chronische wond in de multidisciplinaire praktijk De huisarts heeft een oudere dame, mevrouw Siebel geboren 3-3-1935, onder behandeling vanwege een chronische wond aan haar onderbeen. Er lekt erg veel wondvocht uit de wond en mevrouw vermagert heel sterk. De huisarts vraagt hulp voor de wondbehandeling. Wond: Wordt ook wel een vulnus genoemd. Een vulnus of wond is een defect van de huid dat niet veroorzaakt os door een onderliggend ziekteproces. Het ontstaat dor een verwonding (trauma), chirurgische wond of wonden bij een ongeluk. Het team per fase van het zorgtraject: Chronische wond: Herkennen: huisarts Disciplines: wijkverpleegkundige, huidtherapeut Nazorg: wijkverzorging Vermagering Herkennen: huisarts Disciplines: diëtiste Nazorg: diëtiste, wijkverzorging Dynamiek van het ziekteproces van de patiënt: De huisarts heeft een oudere dame, mevrouw Siebel geboren 3-3-1935, onder behandeling vanwege een chronische wond aan haar onderbeen. Er lekt erg veel wondvocht uit de wond en mevrouw vermagert heel sterk. De huisarts vraagt hulp voor de wondbehandeling. Chronische wond aan het onderbeen. De huisarts kiest voor het toepassen voor betadinegaasjes voor de wond en verwijst mevrouw door naar de huidtherapeut. Wanneer er indicatie is tot behandelen wordt er een algemene wondbehandeling toegepast. (Nieuwbroek-Schuurman, 2012) Om de wond te onderhouden wordt de wond dagelijks aan huis te laten verzorgen voor optimale genezing. Er is geen necrose aanwezig, dus de wond kan dagelijks worden gereinigd met kraanwater. De keuze van een wondbedekker is afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerd wondvocht. Omdat er veel wondvocht uit de wond lekt zal er gebruikt worden gemaakt van absorberende verbanden. (Vriezen, 2004) Vermagering. De huisarts doet medisch-, lichamelijk-, en labarotorisch onderzoek om de oorzaak van de vermagering te achterhalen. De vermagering kan misschien ook een reden zijn waarom de chronische wond niet goed kan genezen. (Waal, 2006) De huisarts zou zelf Nutridrink van Nutricia toepassen. Als dit niet voldoende helpt, schakelt de huisarts een diëtiste in om mevrouw weer terug te brengen op een gezond gewicht. Als mevrouw weer op gezond gewicht is, zal de wond ook beter kunnen genezen.
10
Met opmaak: Uitvullen
Doelen: De wijkverpleegkundige en de huisarts geven beide aan dat hun de centrale doelstellingen hetzelfde zijn als de centrale doelstelling van het behandelproces: mevrouw moet weer op gezond gewicht komen en de wond moet genezen d.m.v. wondverzorging. (Bruinen, 2014) (Valk, 2014) Het hoofddoel per discipline: De huisarts heeft als hoofddoel mevrouw op gezond gewicht te brengen door middel van Nutridrink van Nutricia en het genezen van de wond d.m.v. Betadinegaasjes. (Valk, 2014) De wijkverpleegkundige heeft als hoofddoel de wond zo goed mogelijk te genezen door dagelijkse wondverzorging toe te passen. (Bruinen, 2014) De huidtherapeut heeft als hoofddoel het wondproces op gang te zetten. (Valk, 2014) De diëtiste heeft als hoofddoel om mevrouw om een gezond gewicht terug te brengen. (Valk, 2014) De huisarts zal als eerst zelf medisch-, lichamelijk-, en labarotorisch onderzoek doen. Hij zou voor de wondverzorging kiezen voor betadinegaasjes en voor de behandeling van de vermagering Nutridrink van Nutricia. Voor algemene wondverzorging zou hij haar doorsturen naar een huidtherapeut en daarnaast naar de wijkverpleegkundige om de wond dagelijks te laten verzorgen voor een goede genezing. (Valk, 2014) De wijkverpleegkundige geeft aan om eerst te bekijken hoe de voedingstoestand van mevrouw is, of zij goed voor zichzelf zorgt. Ze zou mevrouw laten onderzoeken om erachter te komen waarom mevrouw zo vermagerd. Ze zou mevrouw Siebel doorsturen naar de huisarts. De huisarts zal dan onderzoeken, zoals bloedonderzoek doen en haar eventueel nog doorsturen. Het kan zijn dat zij wordt doorgestuurd naar een specialist. Wanneer mevrouw geen goede thuissituatie heeft of weinig controle hierop heeft kan er een maatschappelijk werker of vrijwilliger ingeschakeld worden. Ondertussen zal de wijkverpleegkundige zelf een wondbehandelplan opstellen zodat de wond wel kan worden verzorgd. (Bruinen, 2014) De huidtherapeut is ingeschakeld omdat de betadinegaasjes van de huisarts niet genoeg hebben gedaan voor de genezing van de wond van mevrouw Siebel. De huidtherapeut heeft dus als taak om een betere wondverzorging toe te passen. (Valk, 2014) De diëtiste kijkt of de Nutridrink van Nutricia flesjes aanslaan bij mevrouw en of er eventueel nog aanpassingen gedaan moeten worden, zoals bijvoorbeeld het aanpassen van het voedingspatroon van mevrouw Siebel. (Valk, 2014) De huisarts zou voor de wondverzorging kiezen voor betadinegaasjes en voor de behandeling van de vermagering Nutridrink van Nutricia. Voor verdere wondverzorging zou hij haar doorsturen naar de wijkverpleegkundig om de wond dagelijks aan huis te laten verzorgen. (Valk, 2014) Wijze van samenwerken van de huidtherapeut met andere disciplines De wijkverpleegkundige geeft aan weinig contact en samenwerking te hebben met de huidtherapeut omdat het beroep huidtherapie nog vrij nieuw is. De wijkverpleegkundige kan voor mevrouw Siebel hetzelfde betekenen als de huidtherapeut. (Bruinen, 2014) De huisarts geeft aan in contact te blijven met de huidtherapeut gedurende de behandeling. Dit betekent dat huisarts en de huidtherapeut elkaar op de hoogte houden van o.a. de behandeling en het verloop van het ziekteproces. (Valk, 2014)
11
Zorgtraject
12
Zorgtraject onderbouwing: De oorzaak van het ontstaan van de wond van mevrouw Siebel is niet bekend. Daarom is in het geval van mevrouw Siebel gekozen om mevrouw na het bezoek aan de huisarts door te verwijzen naar de huidtherapeut voor algemene wondverzorging en mevrouw zal ook thuis worden verzorgd door de (wijk)verpleging voor de dagelijkse reiniging van de wond. Mevrouw Siebel zal moeten terugkomen bij de huisarts voor wondcontrole. Mevrouw Siebel wordt na een gesprek/onderzoek bij de huisarts doorverwezen naar de diëtiste, zodat mevrouw weer op gezond gewicht kan komen. Tijdens het aansterk proces, het aankomen van gewicht zal de (wijk)verpleging controleren hoe het met mevrouw gaat. Zodra hun iets opvalt, nemen ze contact op met de huisarts. Deze zorgtrajecten zijn samengevoegd tot één traject om zo een duidelijk overzicht aan de patiënt te kunnen laten zien. Casus 3: Schouderklachten door lymfoedeem arm Mevrouw Martens, geboren 3-6-1965, heeft een fors lymfoedeem aan haar rechter arm. Ze heeft een jaar geleden een borstamputatie gehad vanwege een mammacarcinoom. Bij deze operatie zijn de lymfklieren in de rechter oksel ook verwijderd. Hierna is zij nog 30x bestraald aan de borst en in de oksel. Ook heeft ze chemotherapie gehad. Twee maanden geleden heeft ze bij het koken haar rechter hand gebrand aan de oven. Deze brandplek is gaan ontsteken waarna er een lymfoedeem aan haar arm ontstond. Ze is toen door de huisarts naar de huidtherapeut verwezen. De behandeling bij de huidtherapeut verloopt redelijk maar gaat langzamer dan gehoopt. Mevrouw is erg druk met haar gezin en belast haar arm veel te veel. Sinds twee weken heeft ze heel veel klachten aan haar schouder, pijn en bewegingsbeperking. Het team per fase van het zorgtraject Oedeem -Huisarts Discipline(s):Huidtherapeut. Wond -Huisarts Discipline(s):Huidtherapeut. Schouderklachten -Huisarts Discipline(s):Fysiotherapeut.
13
De dynamiek van het ziekteproces Mevrouw Martens heeft een borstamputatie gehad vanwege een mammacarcinoom, de lymfeklieren in haar rechter oksel zijn verwijderd. Ze is 30 keer bestraald aan de borst en in de oksel, ook heeft ze chemotherapie gehad. De lymfeklieren in haar rechter oksel zijn verwijderd. Ze heeft haar rechter hand gebrand aan de oven, hierdoor is er een brandplek ontstaan die is gaan ontsteken. Ook is er lymfeoedeem ontstaan aan haar rechter arm. Sinds 2 weken heeft ze erge schouderklachten, pijn en bewegingsbeperking. De behandeling die de huidtherapeut zou kunnen uitvoeren voor de afname van het lymfeoedeem in haar rechter arm is manuele lymfedrainage, zwachtelen en er kunnen therapeutisch elastische kousen (TEK) worden aangemeten. (Vugts, 2005) De behandeling is afhankelijk van het stadia van het oedeem. Het is belangrijk dat meneer bewegingsoefeningen uitvoert om de lymfestroom te bevorderen. Door de behandeling van het oedeem zal de wond ook beter genezen. Lymfeoedeem is een chronische aandoening en behoeft meestal een levenslange behandeling. (De Groot, 2012) De ontstekende brandplek zou door de huisarts behandeld kunnen worden met flammazinezalf en flammazinegaas (De Valk, 2014) of ook door de huidtherapeut. (Vugts,2005) Voor de schouderklachten kan de fysiotherapeut de patiënt oefentherapie geven. (Geraets, 2011) Doelen De centrale doelstelling van het behandelteam is dat de brandwond goed geneest, het oedeem in mevrouw Martens rechter arm vermindert en de pijnklachten en bewegingsbeperking van haar schouder worden verholpen. De hoofddoelen per discipline zijn: Het hoofddoel van de huisarts is zorgen dat de wond geneest, het probleem achterhalen en de patiënt naar de juiste disciplines doorverwijzen. Het hoofddoel van de wijkverpleegkundige is dat de wond goed geneest, door de wond zo goed mogelijk te verzorgen. Het hoofddoel van de huidtherapeut zal zijn dat het oedeem in haar rechter arm zoveel mogelijk afneemt, dit zou bijvoorbeeld bereikt kunnen worden door middel van manuele lymfedrainage, zwachtelen of een elastische kous. Het hoofddoel van de fysiotherapeut of lymfetherapeut zal zijn dat het oedeem in haar rechter arm zo veel mogelijk afneemt, dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van manuele lymfedrainage en elastische kousen. Ook zal het hoofddoel van de fysiotherapeut zijn dat de klachten,pijn en bewegingsbeperking aan haar schouder afnemen. Werkwijzen Na het verbranden van de rechter hand is bij mevrouw Martens haar brandplek gaan ontsteken waarna er lymfoedeem aan haar rechter arm ontstond. Mevrouw is door de huisarts doorverwezen naar de huidtherapeut. De behandeling bij de huidtherapeut gaat redelijk, maar het herstel gaat langzamer dan gehoopt.(Casus) Mevrouw bezoekt eerst de huisarts , de huisarts zal mevrouw lichamelijk onderzoeken. De huisarts zal eerst de oorzaak van het oedeem proberen te achterhalen. Indien het oedeem niet wordt veroorzaakt door het hart, lever of de nieren zal de patiënt vervolgens worden doorgestuurd naar een huidtherapeut of lymfetherapeut om haar oedeem te behandelen. (De Valk, 2014)
14
De huidtherapeut of lymfetherapeut zal oedeemtherapie uitvoeren. Voor de behandeling van het lymfoedeem gebruikt men de decongestieve lymfatische therapie. (DLT) Lymfoedeem kan behandeld worden door manuele lymfedrainage en zwachtelen. Het uiteindelijke resultaat wordt geconsolideerd met een therapeutisch elastische kous (TEK). Het is van essentieel belang dat de patiënt therapietrouw is. (Verdonk, 2011) Ook is het belangrijk dat mevrouw Martens bewegingsoefeningen uitvoert om de lymfestroom te bevorderen. Dr. A.C. de Groot Dr. J. Toonstra en mw. J.M. Lorist (2012). De brandwond zal behandeld kunnen worden door de huisarts met behulp van Flammazinezalf en Flammazine gaas. (De Valk, 2014) Wanneer de ontsteking van de wond gepaard gaat met koorts zal mevrouw een antibiotica kuur moeten halen bij de huisarts. Wanneer dit niet het geval is, zullen er wondmaterialen gebruikt moeten worden die antibacterieel zijn. Bijvoorbeeld: honing, zilver en alginaten. (Bruinen, 2014) De patiënt kan er voor kiezen om de wondverzorging uit te laten voeren door de huidtherapeut. (Vugts, 2005) Voor de schouderklachten kan de patiënt door de huisarts doorverwezen worden naar de fysiotherapeut, waar de patiënt oefentherapie krijgt.(Dr. JJXR Geraets, 2011) Wijze van samenwerken van de huidtherapeut met andere disciplines De huidtherapeut houdt de huisarts op de hoogte van de ontwikkelingen.(De Valk, 2014) De wijkverpleegkundige en de huidtherapeut werken weinig samen omdat de wijkverpleegkundige veel behandelingen die de huidtherapeut uitvoert, ook kan uitvoeren. (Bruinen, 2014)
15
Zorgpad met zorgtraject
Zorgtraject onderbouwing De lymfeklieren van de rechter oksel van Mevrouw Martens zijn verwijderd vanwege een mammacarcinoom. Sinds kort is er fors lymfoedeem aan haar rechterarm ontstaan, doordat zij haar rechterhand heeft verbrand. Zij wordt door de huisarts doorgestuurd naar de huidtherapeut voor de oedeem. Er wordt voor de behandeling gekozen bij de huidtherapeut, omdat de oorzaak van het oedeem niet wordt veroorzaakt door het hart, lever of nieren. (De Valk, 2014) De huidtherapeut kan manuele lymfedrainage toepassen, zwachtelen of/en een therapeutische elastische kous (TEK) aanmeten. (Vugts, 2005) Het lymfoedeem en de brandwond worden beiden behandeld door de huidtherapeut. (Vugts,2005) Voor de schouderklachten is mevrouw Martens via de huisarts doorgestuurd naar de fysiotherapeut. (Geraets, 2011)
16
Met opmaak: Kop 3
Casus 4: Lymfoedeem been na buikoperatie in thuissituatie Meneer Roessel, geboren 25-8-1938, is drie weken geleden geopereerd aan een tumor aan zijn darmen. Er is bij de operatie een groot stuk van de dikke darm verwijderd en alle omliggende lymfklieren zijn ook weggehaald. Door de operatie heeft hij een grote buikwond. Hij is uit het ziekenhuis ontslagen maar zal voor het restant van de wondgenezing begeleid worden door de wijkverpleging. Probleem is nu dat er een oedeem is ontstaan aan zijn beide benen en ook in de buik. Hier heeft meneer veel last van en de wondgenezing gaat ook minder goed. De assistente van de huisarts belt de huidtherapeut om bij de patiënt te gaan kijken en het oedeem te behandelen. Het team per fase van het zorgtraject Wond: Herkennen : wijkverzorging Huisarts : Assistente Disciplines : huidtherapeut Nazorg: huidtherapeut, wijkverzorging Oedeem: Herkennen: Oncologisch Arts, wijkverzorging Huisarts: Assistente Disciplines: Wijkverzorging Nazorg: Wijkverzorging , Oncologisch arts Dynamiek van het ziekteproces Tumor aan darm. Operatie aan darm waarbij de tumor is weggesneden maar ook een stuk van darm is verwijderd. Tevens zijn de lymfeknopen in het buikgebied rondom de darm verwijderd. Dit heeft als gevolg oedeem in buik en benen van meneer. → Wanneer er indicatie is tot behandelen wordt er gebruikt gemaakt van compressie therapie. Waarbij er drukverbanden op de buik en benen van meneer worden gezwachteld. De behandeling is afhankelijk van het stadia van de oedeem. Om het resultaat van de compressietherapie te behouden wordt er, afhankelijk van de drukklasse, een vlakbrij kous voor meneer zijn benen en buik aangemeten. Ook is het belangrijk dat meneer bewegingsoefeningen uitvoert om de lymfestroom te bevorderen. Lymfeoedeem is een chronische aandoening en behoeft meestal een levenslange behandeling. (De Groot, 2012) Tumor aan darm. Operatie aan darm waarbij de tumor is weggesneden maar ook een stuk van darm is verwijderd. Tevens zijn de lymfeknopen in het buikgebied rondom de darm verwijderd. Dit heeft naast oedeem ook een slecht helende chirurgische buikwond als gevolg → De wond geneest niet goed. De wond moet gereinigd worden met lauw leidingwater en een oplossing van Natrium chloride 0,9%. Vervolgens mag de wond drooggedept worden met een non woven gaas . Omdat de wond nog niet genezen is moet deze nog worden afgedekt. Er vindt extra verbandwisseling plaats en er vindt dagelijkse wondinspectie plaats. Bij de dagelijkse wondinspectie wordt gelet op verweking van de wondranden, lymfelekkage, wond hiscentie, vochtlekkage, wondinfectie, hematoomvorming, en allergische reacties op het verband materiaal zoals roodheid en blaarvorming. Bij het signaleren van afwijkingen wordt de arts geraadpleegd en wordt de behandeling aangepast. Na genezing van de wond, wordt het tijdstip waarop de hechtingen worden verwijderd bepaald. (Mierlo- Broek, 2013)
17
Doelen De centrale doelstelling van het behandelteam is dat de wond goed geneest en dat het lymfoedeem in benen en buik vermindert. (Valk, 2014) De chirurg had als hoofddoel het verwijderen van de tumor. De wijkverpleegkundige heeft als hoofddoel het genezen van de wond. (Bruinen, 2014) De huisarts heeft als hoofddoel in de behandeling die hij kan uitvoeren het genezen van de wond. (Valk, 2014) De hoofddoelen van de huisarts zijn het genezen van de wond en het verminderen van het oedeem in de buik en benen, ongeacht of de huisarts meneer Roessel voor de behandelingen doorverwijst. (Valk, 2014) De huidtherapeut kan bij meneer Roessel bijdragen bij de wondverzorging en oedeembehandeling. (Valk, 2014) Er is voor gekozen om de huidtherapeut alleen in te schakelen voor de oedeem. Het hoofddoel van de huidtherapeut is daarom dan ook het verwijderen of verminderen van het oedeem in de buik en benen. (Bruinen, 2014) Werkwijzen De chirurg is ingeschakeld bij het constateren van de tumor in de dikke darm. De chirurg heeft een groot deel van de dikke darm en alle omliggende lymfeklieren, waar de tumor zich in bevond, van meneer Roessel verwijderd. Dit omdat de tumor via de lymfestroom zich kan verspreiden over de lymfeklieren. (Zoetmulder, 2006) Dit zal bij meneer Roessel het geval zijn geweest. De wijkverpleging is ingeschakeld na de operatie aan de buik van meneer Roessel. Ze verzorgen de wond elke dag door de wond schoon te maken met een injectiespuit zonder naald en daarna de wond te verbinden. Totdat de chirurg geantwoord heeft op de vraag wat de wijkverpleegkundige mag doen. door twee keer per week de wond schoon te maken en te verbinden met verband. (Bruinen, 2014) De huisarts is ingeschakeld bij het ontstaan van oedeem in de buik en benen van meneer Roessel. De huisarts kan hem daarvoor doorverwijzen naar een lymfetherapeut, fysiotherapeut of huidtherapeut. (Valk, 2014) Bij meneer Roessel is gekozen voor doorverwijzen naar de huidtherapeut. Om het doel: wondgenezing te bereiken, kan de huisarts meneer Roessel doorverwijzen naar een specialist. De huisarts kan zelf ook de wondverzorging op zich nemen. (Valk, 2014) De huidtherapeut is ingeschakeld door de assistent van de huisarts na het ontstaan van de oedeem. De huidtherapeut zal als eerste manuele lymfe drainage uitvoeren in combinatie met zwachtelen en als het punt is bereikt dat de oedeem niet meer afneemt en de wond weg is kan er een TEK aangemeten worden. (Valk, 2014) Omdat de wondgenezing nu minder goed gaat heeft de assistent van de huisarts ook hiervoor de huidtherapeut ingeschakeld. Tijdens het onderzoek in het ziekenhuis door een medisch specialist wordt de wondgenezing geëvalueerd, wordt er rekening gehouden met de voedingstoestand van de patiënt, de mogelijke pre operatieve bestraling die de patiënt is ondergaan, chemo therapie in het verleden, infecties in het wondgebied , locatie van de wond, en het lymfe oedeem Wijze van samenwerken van de huidtherapeut met andere disciplines De huidtherapeut blijft gedurende de behandeling in contact met de huisarts. (Valk, 2014) De wijkverpleegkundige en huidtherapeuten werken weinig samen omdat de wijkverpleegkundige veel dezelfde behandelingen kan doen die de huidtherapeut ook kan zoals de wondverzorging en zwachtelen. (Bruinen, 2014)
18
Zorgpad met het zorgtraject
Herkennen
Zorgtraject
Zorgtraject oedeem onderbouwing Meneer Roessel krijgt last van oedeem doordat er lymfeklieren zijn weggehaald bij de operatie en dus het lymfe minder goed afgevoerd kan worden. (Kal, 2005) Er is voor gekozen om de huidtherapeut in te schakelen voor de oedeem in zijn buik en benen. De oorzaak van de oedeem is dus niet de hart, lever of nieren. De assistent van de huisarts vraagt of de huidtherapeut bij meneer Roessel wil gaan kijken en de oedeem wil gaan behandelen. Meneer Roessel is, nadat hij is ontslagen uit het ziekenhuis, weer thuis. Hier komt de wijkverpleging langs om zijn kousen aan te trekken. (Oldenburger, 1997) Meneer Roessel zal na het uitbehandelen van het oedeem nog een aantal keer langs moeten komen bij de huidtherapeut voor controle.
19
Zorgtraject wond onderbouwing De wond van meneer Roessel is ontstaan door de operatie, het is dus een operatiewond. In het geval van meneer Roessel is ervoor gekozen om de wijkverpleegkundige de wondverzorging te laten uitvoeren. Omdat de wondgenezing nu minder goed gaat heeft de assistent van de huisarts de huidtherapeut ingeschakeld. Sinds meneer Roessel is ontslagen uit het ziekenhuis is hij weer thuis en komt er wijkverpleging langs bij zijn huis. Omdat meneer Roessel immobiel is door de operatiewond (Valk, 2014), zal er thuiszorg langskomen om huishoudelijk werk te doen. Want meneer is, doordat hij immobiel is, niet meer in staat om zelf het huishouden te doen. (Aafje, 2011) Deze zorgtrajecten zijn samengevoegd tot één traject om zo een duidelijk overzicht aan de patiënt te kunnen laten zien.
20
Opdracht 2 Multidisciplinair behandelplan
21
We hebben gekozen om een multidisciplinair behandelplan te maken voor casus 3 Casus Schouderklachten door lymfoedeem arm Mevrouw Martens, geboren 3-6-1965, heeft een fors lymfoedeem aan haar rechter arm. Ze heeft een jaar geleden een borstamputatie gehad vanwege een mammacarcinoom. Bij deze operatie zijn de lymfklieren in de rechter oksel ook verwijderd. Hierna is zij nog 30x bestraald aan de borst en in de oksel. Ook heeft ze chemotherapie gehad. Twee maanden geleden heeft ze bij het koken haar rechter hand gebrand aan de oven. Deze brandplek is gaan ontsteken waarna er een lymfoedeem aan haar arm ontstond. Ze is toen door de huisarts naar de huidtherapeut verwezen. De behandeling bij de huidtherapeut verloopt redelijk maar gaat langzamer dan gehoopt. Mevrouw is erg druk met haar gezin en belast haar arm veel te veel. Sinds twee weken heeft ze heel veel klachten aan haar schouder, pijn en bewegingsbeperking. De belangrijkste aspecten van de stoornis Oedeem Wond Mammacarcinoom Lymfeklieren Chemotherapie Brandplek/Brandwond Bewegingsbeperking (Zwachtelen) De subdoelen en hoofddoelen Huidtherapeut Het hoofddoel van de behandeling is het opheffen van de bewegingsbeperking, het reduceren van het oedeem in de arm en het genezen van de wond. Het opheffen van de bewegingsbeperking zal in samenwerking gaan met een fysiotherapeut. De behandeling van oedeem en de wond kan worden uitgevoerd door de huidtherapeut. De subdoelen zijn manuele lymfdrainage toepassen, zwachtelen en het aanmeten van een TEK. Omdat de patiënt en de huidtherapeut een goed resultaat willen behalen moet er ook advies en voorlichting worden gegeven. (Eldik, 2014) Fysiotherapeut De fysiotherapeut geeft aan als hoofddoel het verwijderen van het oedeem en het verminderen van de bewegingsbeperking/pijn te hebben. Het subdoel hierbij is de patiënt laten inzien dat ze zich aan de grenzen van haar lichaam moet houden. Ze moet niet meer doen dan ze aankan. (Fass, 2014) Het is belangrijk dat het ledemaat zo veel mogelijk gebruikt wordt, maar overbelasting moet worden voorkomen. (Verdonk, 2009). De fysiotherapeut zou de patiënt daarom adviseren om tijdelijk hulp te zoeken bij familie, vrienden of kinderen. (Fass, 2014). Als mevrouw haar lichaam niet te veel belast, haar dagelijkse activiteiten eventueel aanpast en haar meegegeven oefeningen thuis goed uitvoert, zal het hoofddoel sneller gerealiseerd kunnen worden. (Verdonk, 2011).
22
Meest effectieve behandeling voor deze patiënt Huidtherapeut De behandeling van een brandwond hangt af van de graad waarin het verbrand is. Het is belangrijk om de diepte van de brandwond te diagnosticeren. Hiermee kan worden bepaald of de wond conservatief en/ of operatief behandeld moet worden. In deze casus is er vanuit gegaan dat het een diepe dermale brandwond is. De wond bevat nog voldoende epitheelcellen en geneest spontaan binnen 10 dagen. Er vindt in het geval van een dermale brandwond infectiepreventie en wondverzorging plaats (Komen,2013). Bij deze mevrouw is de wond uiteindelijk toch nog gaan ontsteken waardoor de genezing belemmerd werd. In het geval van een geïnfecteerde wond kan er een wondkweek worden afgenomen om het soort bacterie te achterhalen en te kunnen behandelen. De wond zal dagelijks gespoeld moeten worden en daarna afgedekt moeten worden met de juiste materialen (Mierlo-Broek 2013) Fysiotherapeut Er wordt vanuit gegaan dat de brandwond al is genezen en alleen sprake is van lymfoedeem in de rechterarm. Omdat er sprake is van oedeem met bewegingsbeperking en verminderde algemene dagelijkse levensverrichtingen is de beste behandeling zwachtelen. En als er geen oedeemreductie meer bereikt wordt kan een armkous aangemeten worden om het resultaat te behouden. (Eldik ,2014) Door de oedeem is de bewegingsbeperking ontstaan. Als het oedeem is afgenomen zal mevrouw ook meer bewegingsvrijheid hebben. Tenzij door de oedeem gewrichtsbeperkingen ontstaan, dan kan er gewrichtsmanipulatie/oefentherapie worden uitgevoerd. (Fass, 2014) Meest effectieve huidtherapeutische behandeling voor deze patiënt Huidtherapeut Indien er nog sprake is van een brandwond wordt eerst wondverzorging uitgevoerd. Dit wordt gedaan in combinatie met zwachtelen. Oedeem belemmert de wondgenezing dus een combinatie is van belang om snel resultaat te krijgen. Zwachtelen is de meest effectieve huidtherapeutische behandeling bij fors lymfoedeem met bewegingsbeperking en verminderde ADL. In het begin zal de arm misschien wel elke dag of om de dag worden ingezwachteld, dit is afhankelijk van de oedeemreductie. Hoe meer het oedeem afneemt, hoe sneller de zwachtel zal afzakken en er dus opnieuw gezwachteld dient te worden. Bij maximale oedeemreductie ofwel als er geen reductie meer bereikt wordt, dan kan er gekozen worden voor een armkous, hierdoor wordt het resultaat geconsolideerd. Als er sprake is van fibrose, kan er MLD toegepast worden. Ook is het belangrijk om mevrouw adviezen te geven omtrent de belastingbelastbaarheid.(Eldik, 2014)
23
Termijn en behandelfrequentie Huidtherapeut Hoe vaak mevrouw Martens behandeld zal worden bij de huidtherapeut is afhankelijk van de mate van het oedeem en daarmee oedeemreductie als gevolg van de behandeling. Naar verwachting zal de arm in het begin elke dag of om de dag moeten worden ingezwachteld. Dit zou dus betekenen dat mevrouw Martens aan het begin van haar behandeling 4 á 7 dagen per week een behandeling ondergaat bij de huidtherapeut. Ook het termijn is niet van tevoren met zekerheid te zeggen. Wondgenezing kan lang duren en daarmee de voortgang van de gehele behandeling vertragen. Het behandeltraject kan enkele maanden in beslag nemen. (Eldik, 2014) Fysiotherapeut Er is geen standaard behandelfrequentie te noemen voor lymfoedeem. De behandelfrequentie is afhankelijk van de mate van oedeem en oedeemreductie als gevolg van de behandeling. Als de wond nog niet volledig genezen is, kan het behandeltraject langer duren. (van Eijk, 2014). De fysiotherapeut zou mevrouw 2 of 3 x per week behandelen, gedurende drie maanden. Hij denkt dat het lymfoedeem in dit termijn zo veel mogelijk verminderd zal zijn of zelfs verwijderd is. (Fass, 2014). Beschrijving van de samenwerking en werkwijze met andere disciplines Het contact van de fysiotherapeut met andere disciplines verloopt elektronisch en telefonisch (Fass, 2014) De huidtherapeut blijft gedurende de behandeling in contact met de huisarts, om de huisarts op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het gebied van de behandeling en het ziekteproces. (Valk, 2014) De huidtherapeut stuurt de huisarts tussentijdse evaluaties en uiteindelijk ook een eindevaluatie. (Eldik, 2014) De wijkverpleegkundige en huidtherapeuten werken weinig samen omdat de wijkverpleegkundige veel dezelfde behandelingen kan doen die de huidtherapeut ook kan zoals de wondverzorgingen zwachtelen en omdat het beroep van de huidtherapeut nog vrij nieuw is. (Bruinen, 2014) Wanneer er veranderingen zijn moet dit terug gekoppeld worden naar alle disciplines die hierin betrokken worden. (Bruinen, 2014) Bijvoorbeeld als de wondgenezing niet voorspoedig verloop kan de huidtherapeut de wijkverpleegkundige consulteren. Ook kan de huidtherapeut met haar huidtherapeut collega‟s overleggen. (Eldik, 2014) Werkwijze (gericht op sub- en hoofddoelen, voorlichting, op transfer en samenwerking met andere disciplines) Huidtherapeut Nadat de patiënt antibiotica heeft ontvangen van de arts wordt er infectiepreventie gehanteerd om verdere ontsteking te voorkomen. Blaren kleiner dan 6 millimeter moeten intact gehouden worden. Blaren groter dan 6 millimeter dienen gedebiteerd te worden. Hierna kan direct gestart worden met wondbehandeling. (Kommen&Eerens& van Es& de Jong& Prudhomme van reine & Rozemeijer.2013) Er wordt gekozen voor negatieve druk behandeling met hoge drukken omdat er een slechte wondgenezing tendens is.
24
De wondbodem wordt bedekt met een polyurethaanspons die kleiner dan de wond wordt geknipt. De wond wordt vervolgens verder afgedekt met verband. ( Prins-Hoekveen et all. 2013 ) Om oedeemreductie te bereiken zal er ,wanneer de brandwond is genezen, bij mevrouw dagelijks of om de dag afhankelijk van de oedeemafname zwachtels om de arm aangebracht worden. Dit is afhankelijk van de oedeemafname hoe meer oedeem afneemt des te sneller de zwachtel zal afzakken en zijn werking zal verliezen. Wanneer maximale oedeemreductie bereikt is zal er een therapeutisch elastische kous bij mevrouw worden aangemeten om het resultaat te solideren. (van Eijk 2014) Tijdens het zwachtelen moet de zwachtel met een gelijkmatige spanning de arm aangebracht worden. Daarna zal automatisch de druk om de onderarm hoger zijn vanwege de kleinere straal. (Kleij & Warmerdam 2013) 11 Stappen voor het zwachtelen van de arm: 1. Beginnend bij de pols wordt er Elastomul rondom de vingers tot aan de nagelriem aangebracht. Hierbij blijven de nagels vrij. Er mag geen huid meer zichtbaar zijn door de Elastomul heen. 2. Er wordt buisverband aangemeten er wordt een gat voor de duim geknipt. 3. Er wordt Polstermateriaal aangebracht tot aan de oksels, zodat er een koker vorm ontstaat van de arm wanneer deze licht gebogen is. Eventueel pelotte aanbrengen op pols en extra polstermateriaal elleboogplooi. 4. Er wordt gestart met het zwachtelen van de hand waarbij je de korte rek zwachtel schuin inzet. Hierbij moet een juiste druk worden gebruikt. 5. Er mag aan de ventrale zijde van de hand bij de overgang tussen Elastomul en de handzwachtel geen huid zichtbaar zijn. 6. De arm wordt verder gezwachteld met dezelfde zwachtel waarmee de hand is gezwachteld.. 7. Er wordt tot ongeveer 2 centimeter uit de oksel gezwachteld. 8. Er wordt nu een tweede zwachtel aangebracht in tegengestelde richting van de eerder aangebrachte zwachtel. 9. polstermateriaal ,zwachtels en buisverband zijn allen geheel afgewerkt. 10. Er moet een gelijke druk voelbaar zijn over de gehele arm. 11. Om de mobiliteit van de arm te controleren wordt de duim naar de neus gebracht. Er wordt gecontroleerd of de vingers niet blauw of paars zijn geworden. Mevrouw wordt geadviseerd om haar arm hoog te houden. Er wordt een Klasse III therapeutisch elastische arm kous type vlakbrei voor mevrouw aangemeten. Dit word gedaan aan de binnenzijde van de arm van mevrouw. Er wordt gebruik gemaakt van een huidpotlood waarbij de volgende meetpunten op de huid worden aangegeven A = aanplant pink en wijsvinger. Vingers spreiden. B = vliesje duim + parallel aan A C1 = 5 cm van C C = dunste gedeelte van de pols D = 1/3 van E (tussen C en E) E = gebogen arm, elleboog meten F = Midden van de bovenarm. Te palperen bij het aanspannen van de bovenarm. G = 2 vingers uit de oksel H = Bh-bandje, schouderkopje (niet tekort anders is het effect van de kous weg)
25
X = start vinger Y = uiteinde tot aan start nagelriem Tussen deze opmeetpunten worden vervolgens met een meet lint de volgende lengtematen opgemeten en genoteerd op het invulformulier voor de fabrikant. ( van der Kleij & van Elp 2013) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Van A tot B Van A tot C Van A tot C1 Van C tot D Van C tot E Van C tot F Van C tot G Van G tot H Van A tot X Van X tot Y (alle vingers bij handschoen met vingers)
De omvang wordt opgemeten aan de hand van de volgende meetpunten: C , D , E ,F ,G , en Z Dit wordt ook ingevuld op het formulier voor de fabrikant. Wanneer de kousen binnen zijn is wordt deze aangepast. Tevens ontvangt mevrouw een instructie en adviezen over het aan en uit trekken en over hoe met de kous omgegaan dient te worden.( van der Kleij & van Elp 2013) Tijdens de behandeling wordt er contact gehouden met de verwijzer door middel van tussentijdse en eindevaluaties. Als wondgenezing kunnen collega‟s zoals wondverpleegkundigen geconsulteerd worden. Contact met andere huidtherapeuten is ook van belang. (Eldik, 2014) Er wordt gewerkt met de software programma‟s Prosoftware en Skinadmin hierin wordt een dossier aangemaakt en wordt de verslaglegging bijgehouden. Tevens kunnen door middel van deze programma‟s elektronische declaraties verstuurd worden. (Eldik, 2014) Fysiotherapeut Mevrouw Martens bezoekt eerst de huisarts, hij zal mevrouw eerst lichamelijk onderzoeken en de oorzaak van het oedeem proberen te achterhalen. In het geval van mevrouw Martens zal de huisarts haar doorverwijzen naar een fysiotherapeut.(de Valk,2014) De huisarts heeft mevrouw Martens doorgestuurd naar een fysiotherapeut. Het contact tussen de huisarts en de fysiotherapeut verloopt telefonisch en elektronisch. De fysiotherapeut stuurt mevrouw Martens door naar een collega die gespecialiseerd is in het behandelen van lymfoedeem. Bij het eerste bezoek aan de fysiotherapeut wordt er een fysiotherapeutisch onderzoek verricht. In de anamnese wordt ingegaan op de specifieke klacht en op de mate waarin de patiënt in het dagelijks functioneren is beperkt. Ook wordt nagegaan wat de verwachtingen zijn van de patiënt ten aanzien van de fysiotherapeutische behandeling. Vervolgens stelt de fysiotherapeut zijn behandelplan op. Dit doet hij op basis van verwijsgegevens, de fysiotherapeutische anamnese en het bewegingsonderzoek. In dit behandelplan wordt in overleg met de patiënt doelen op kortere en langere termijn
26
vastgesteld. (Dr. CHM van den Ende & Prof. Dr. Th. & B. Voorn, 2000) De subdoelen moeten eerst bereikt worden, om het hoofddoel te bereiken. De subdoelen voor mevrouw Martens zijn: Dat de schouderklachten, pijn en bewegingsbeperking zullen afnemen. En dat het lymfoedeem in haar arm zo veel mogelijk afneemt. De gespecialiseerde fysiotherapeut (oedeemtherapeut) voert “Manuele Lymfedrainage ad modum Vodder (MLDV)” uit. Deze therapie werkt van proximaal naar distaal. De lymfe wordt richting de oksel gewerkt en vervolgens wordt er vanaf de bovenarm de lymfe langzaam naar beneden gemasseerd. MLDV stimuleert de vochtdoorstroming en zorgt er voor dat de stagnatie opgeheven wordt. De behandeling van mevrouw Martens wordt gedeeltelijk aangepast vanwege de brandplek aan haar hand. Er kan moeilijk compressie worden uitgevoerd bij het gedeelte van de hand met brandplek. Er kunnen wellicht lichte oefeningen met de spieren worden uitgevoerd, dit heeft een pompend effect. Als het oedeem eenmaal is afgenomen, zal mevrouw ook meer bewegingsvrijheid ondervinden. Indien er door het oedeem gewrichtsbeperkingen ontstaan, kan er gewrichtsmanipulatie en/of oefentherapie worden uitgevoerd. Na de behandeling geeft de fysiotherapeut voorlichting aan mevrouw Martens. Het is belangrijk om de patiënt zoveel mogelijk informatie te geven, hierdoor wordt de patiënt bewust van mogelijke gevolgen. Er wordt aan mevrouw Martens verteld dat ze haar arm rust moet geven, omdat er anders een chronische toestand zou kunnen ontstaan. Ze dient de grenzen van haar lichaam aan te houden. Er wordt geadviseerd om zware belastingen te vermijden, hiervoor moet zij hulp vragen. Ook is het is belangrijk dat zij haar oefeningen uitvoert. De fysiotherapeut geeft aan dat het erg belangrijk is dat hij inzicht heeft in het behandelplan van de patiënt, omdat de verschillende behandelaars hun behandeling op elkaar moeten afstemmen, ook is het belangrijk dat er geen tegenovergestelde adviezen worden gegeven. Bijvoorbeeld de één zegt dat rust belangrijk is, en de ander maakt dit niet uit. (Fass, 2014) Verantwoording op basis van middelen, protocollen en richtlijnen Huidtherapeut Richtlijn zwachtelen, oedeemtherapie, TEK aanmeten, WBP en wet BIG.(Eldik, 2014) Fysiotherapeut De fysiotherapeut maakt gebruik van Complex Decongestive Therapy (CDT) bij lymfoedeem als protocol/richtlijn. Deze zijn goedgekeurd door het KNGF (Koningklijk Nederlands Genootschap voor fysioterapie). (Fass, 2014). De „International Society of Lymphology‟ (Consensus Document, 2009) beveelt aan om lymfoedeem te behandelen met Complex Decongestive Therapy (CDT, complexe ontstuwingstherapie). Deze methode bestaat uit een combinatie van manuele lymfedrainage (MLD, een specifieke milde massagevorm), compressietherapie, huidverzorging en oefentherapie. Het is voornamelijk gericht op kwaliteit en bestaat uit vier pijlers: verplichte scholing, ontwikkelen en invoeren van richtlijnen, invoering van kwaliteitssystemen, invoering van kwaliteitswaarborg. (Kolk, 2003).
27
De opleidingseisen en titels van paramedische beroepen is wettelijk geregeld. Voor fysiotherapeuten is de registratie bij wet geregeld: Wet BIG. Wet BIG staat voor Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. (van der Burgt, 2005). De titel fysiotherapie is beschermd. Om onder de titel fysiotherapeut te kunnen werken, geldt de verplichting ingeschreven te staan in het landelijk BIG-register. (Feeburg, 2010). Rekening houden met de behandeling van andere zorgverleners, haalbaarheid van het plan: kun je het plan wel uitvoeren? Hoe zit het qua (doorloop)tijd en planningen? Huidtherapeut De huidtherapeut zal ambulante compressie therapie uitvoeren door middel van zwachtels, een therapeutisch elastische kous aanmeten en de wond behandelen. De fysiotherapeut zal in overleg met de huidtherapeut de patiënt oefeningen aanleren om de bewegelijkheid te bevorderen en de pijn te verminderen. Door middel van goede communicatie tussen de huidtherapeut en de fysiotherapeut zal een behandelovereenkomst opgezet worden. De doorlooptijd is afhankelijk van de mate van de afname van de oedeem, pijn en bewegelijkheidsbeperking. Bij mevrouw wordt verwacht dat dit enkele maanden zal duren . Dit is uitvoerbaar mits er goed overleg tussen de huidtherapeut en de fysiotherapeut plaatsvind. Fysiotherapeut Rekening houdend met de behandeling van de huidtherapeut kan de fysiotherapeut een aanvullende rol spelen in het multidisciplinaire behandelplan van de patiënt. Momenteel worden oedeemklachten zoveel mogelijk door de huidtherapeut opgelost of wordt er een fysiotherapeut ingeschakeld. Het aantal fysiotherapeuten dat gespecialiseerd is in oedeem, blijkt echter niet toereikend te zijn. Huidtherapeuten hebben vaak veel ervaring met oedeem en kunnen bijvoorbeeld ook manuele lymfedrainage toepassen (Bekker, 2014) De huidtherapeut geeft aan te beginnen met wondgenezing, zwachtelen en manuele lymfedrainage als behandelplan, en in een later stadium het aanmeten van de kous om de klacht te consolideren. (van Eijk, 2014) De fysiotherapeut kan de manuele lymfedrainage uitvoeren en de patiënt oefeningen aanleren om de bewegelijkheid te bevorderen en de pijn te verminderen. (Fass, 2014) Deze disciplines maken samen de behandelovereenkomst d.m.v. de juist communicatie. Afhankelijk van de mate van de wond en het oedeem kunnen zij bepalen hoelang de behandeltermijn en frequentie wordt. Er wordt verwacht dat in het geval van deze casus de behandeltermijn ongeveer enkele maanden kan gaan duren. Dit is ook afhankelijk van hoe snel de wond geneest, hoe snel de oedeem vermindert en of de bewegelijkheid vergroot en de pijn vermindert. (van Eijk en Fass, 2014) De huidtherapeut en de fysiotherapeut stellen dan een behandelplan op, waarbij de patiënt in ieder geval meerdere malen per week een behandeling ondergaat. De huidtherapeut kan in het beginstadium de wondtherapie, ambulante compressietherapie en de manuele lymfedrainage (en eventueel massagetherapie (De Groot,2012)) op zich nemen en de fysiotherapeut (eventueel) de manuele lymfedrainage en de patiënt oefeningen aanleren en uit laten voeren. Beide therapeuten geven adviezen en houden contact met de huisarts. (Mierlo-Broek, 2013) Het is belangrijk de patiënt duidelijk te maken dat dit behandelplan discipline vereist, maar zeker uitvoerbaar is. (van Eijk en Fass, 2014) Het zou kunnen zijn dat de behandelingen, behandelfrequenties en behandeltermijnen van verschillende behandelaren elkaar overlappen of verschillen van elkaar. Dit is allemaal afhankelijk van de wensen, mogelijkheden van de patiënt en de behandelaren. (De Groot,2012) Ook ligt dit aan het herstelproces van de patiënt.(van Eijk, 2014)
28
Praktische omstandigheden van de patiënt en van de organisatie (kunnen de behandelingen samen tegelijk) Huidtherapeut Indien de wond is genezen kan er gezwachteld worden. Verwacht wordt is dat de patiënte wil genezen. Hiervoor moet zowel de huidtherapeut als de patiënt zich inzetten. Indien de patiënt er tegen opziet of indien het onmogelijk is om de dag of dagelijks naar de praktijk te komen kan de patiënt aangeleerd worden om zelf te zwachtelen (indien mogelijk met hulp van een partner of familielid) De patiënt moet voor het aanmeten van de kous naar de praktijk komen. (Eldik, 2014) Fysiotherapeut Mevrouw is druk met haar gezin, dit zou kunnen betekenen dat zij niet veel tijd heeft om naar afspraken te komen. De fysiotherapeut zal oefeningen aanleren aan mevrouw, hierdoor kan zij thuis ook veel doen. Doordat mevrouw deze oefeningen thuis kan uitvoeren, kost dit haar minder tijd. Naar verwachting staat mevrouw rond de 2 á 3 maanden onder behandeling, waaronder 3 behandelingen per week en de oefeningen thuis. Relevantie van het multidisciplinair behandelplan (voor de behandelaar) Huidtherapeut Het is belangrijk om goed contact te houden met de verwijzer en met andere disciplines om een duidelijk inzicht te creëren in welke behandeling deze patiënt al heeft gehad en waar de patiënt nu staat in die behandeling. Zodat de huidtherapeut de behandeling hierop kan aanpassen. Tevens is dit inzicht van belang voor de verslaglegging. (Eldik, 2014) Fysiotherapeut Het multidisciplinaire behandelplan is voor de therapeut van groot belang. (van Eijk en Fass, 2014) De behandelaar denkt het eerst aan de patiënt. Deze wilt de patiënt namelijk zo goed mogelijk helpen. Aangezien er meerdere behandelaren nodig zijn, is het heel belangrijk om hiervoor een goed multidisciplinair behandelplan op te stellen. Dit schept duidelijkheid en dan kunnen er geen misverstanden ontstaan. (van Eijk,2014) Verschillende behandelaren moeten hun behandelingen op elkaar afstemmen voor een zo goed mogelijk resultaat. Er mag hierbij geen verwarring ontstaan en daarom moeten zij bijv. ook bespreken welke adviezen gegeven worden. (Fass, 2014)Wanneer er een juist behandelplan is opgesteld, kan er in principe weinig fout gaan. Het behandelplan is namelijk een bewijsstuk, evenals een hulpmiddel en geheugensteun. De basis van ieder behandelprogramma is namelijk de bestudering van de aanwezige evidence-based richtlijnen en wetenschappelijke literatuur. Vanuit hieruit wordt bepaald hoe patiënten geholpen worden. (Jonge-Algra,2013) Het behandelplan is daarom niet alleen belangrijk voor de behandelaren, maar natuurlijk ook voor de patiënt. (van Eijk, 2014) De relevantie van multidisciplinaire behandelplannen blijkt ook uit onderzoek. Steeds meer huisartsen zouden bijvoorbeeld gaan samenwerken met meerdere disciplines in een praktijk, omdat de samenwerking spoedig verloopt en zo de behandelingen beter op elkaar kunnen aansluiten.
29
Opdracht 3 Algemene adviezen voor zorgcentrum Oud-West
Optimalisering samenwerking in het gezondheidscentrum/ verbetering van multidisciplinaire zorgverlening:
Het zou handig zijn als elke discipline in het gezondheidscentrum werkt met hetzelfde elektronische patiëntendossier, zodat elke discipline een goed inzicht in de medische status van de patiënt heeft.
Het is belangrijk dat er geen tegenovergesteld advies wordt gegeven door verschillende disciplines. Dit kan voorkomen worden door contact te onderhouden tussen de disciplines, bijvoorbeeld d.m.v. e-mail, telefoon en intercollegiaal overleg.
Indien een discipline niet bekwaam genoeg is voor de behandeling van een bepaalde aandoening, wordt aangeraden de patiënt door te verwijzen naar een specialist. Zo kan het beste resultaat van de behandeling worden bereikt.
De behandelingen en de afspraken van verschillende disciplines op elkaar afstemmen naar het kunnen van de patiënt. Het moet voor de patiënt zo makkelijk mogelijk gemaakt worden.
Elke discipline moet zich houden aan dezelfde richtlijnen en protocollen voor een optimale multidisciplinaire samenwerking.
Iedere behandelaar is verantwoordelijk voor zijn/haar patiënt, maar het is van belang dat er onderling wordt afgesproken wie de hoofdbehandelaar is en wie er eindverantwoordelijk is.
30
Professionele onderbouwing Opdracht 1: Voor opdracht 1 hebben we de 4 casussen verdeeld over 8 personen, zodat twee mensen zich bezig konden houden met 1 casus. Er zijn 2 interviews afgenomen met een wijkverpleegkundige en een huisarts. We hebben voor deze disciplines gekozen omdat ze voor alle casussen gebruikt konden worden. Ook hebben we voor deze disciplines gekozen omdat ze binnen ons bereik lagen en het daarom veel tijd zou schelen. We hebben met z‟n allen de interview vragen bedacht om te zorgen dat we genoeg informatie kregen om het zorgpad/zorgtraject voor elke casus in elkaar te kunnen zetten. We hebben met z‟n allen een format gemaakt, zodat we een mooi geheel konden creëren. Naast de interviews hebben we ook nog theoretisch onderzoek gedaan zodat we alles konden onderbouwen met betrouwbare bronnen. Opdracht 2: Ook voor de tweede opdracht hebben we gezamenlijk vragen gemaakt. We hebben de vragen zo gemaakt, zodat we zoveel mogelijk informatie kregen voor het opstellen van een multidisciplinair behandelplan. De vragen hebben we gesteld aan een fysiotherapeut en huidtherapeut, omdat deze disciplines belangrijk waren voor de casus die we hadden uitgekozen. Ook deze disciplines lagen binnen ons handbereik. Voor aanvullende informatie hebben wij ook weer literatuur onderzoek gedaan om de opdracht te onderbouwen met wetenschappelijke artikelen. Opdracht 3: Voor de derde opdracht zijn we met z‟n allen bijeengekomen. We hebben de adviezen opgesteld aan de hand van de vorige opdrachten.
31
Individuele verslagen
32
Ruby Borst Het onderwerp van het derde project was multidisciplinaire samenwerking. Een patiënt met een aandoening komt vaak in aanraking met meerdere disciplines. In dit project was het de bedoeling dat we verschillende behandelstappen en –plannen in kaart brachten en advies gaven over hoe multidisciplinaire samenwerking en behandeling het beste kan verlopen. Voor dit project moesten we gebruik maken van informatie verkregen uit interviews met verschillende disciplines en wetenschappelijke informatie van bijv. databanken. Voor de eerste opdracht moesten we een zorgpad maken op basis van theoretisch en praktisch onderzoek. Ik had nog nooit van een zorgpad gehoord, en vond het hoorcollege over het maken van een zorgpad ook erg onduidelijk. Het heeft lang geduurd voordat iedereen eindelijk door had wat nou precies de bedoeling van de opdracht was. Omdat bijna iemand de opdracht volledig begreep, hebben we langer over opdracht 1 gedaan dan de bedoeling was. Bij de tweede opdracht werd er een huidtherapeut en een fysiotherapeut geïnterviewd. Ik moest voor de opdracht het interview van de fysiotherapeut uitwerken samen met nog een aantal anderen. Ik vond dit erg lastig omdat de fysiotherapeut korte antwoorden had gegeven op onze vragen. We hadden dus eigenlijk niet genoeg informatie gekregen. Omdat we niet genoeg informatie hadden gekregen uit het interview, was het voor ons lastig om de opdracht uit te werken. Gelukkig heb ik vorig project veel gewerkt met het opzoeken van informatie op databanken, dus met dit project kon ik snel informatie opzoeken die ik nodig had. Uiteindelijk hebben we langer werk gehad aan dit project dan gedacht. Omdat opdracht 1 niet op tijd af was, konden we niet volgens planning verder werken. We hebben de planning dus aan moeten passen. Voor het volgende project weet ik nu dat het belangrijk is om er op tijd bij te zijn als een opdracht niet begrepen wordt, anders gaat het ten koste van ons eigen tijd (die we hard nodig hadden voor het leren van de tentamens). Omdat ik de voorzitter van dit project was, heb ik geleerd dat ik beter de planning in de gaten moet houden en duidelijker over afspraken moet zijn. Dit komt overeen Feedback voor Ruby van Madelein Communicatief: Geeft goed uitleg over hoe ver ze is met haar opdrachten. Tijdens bijeenkomsten verteld ze duidelijk wat ze van iets vindt en legt dit duidelijk uit. Ze ontwijkt geen moeilijke en confronterende gesprekken. Open: Ze luistert naar anderen. Zodra iemand iets te vragen had, was Ruby bereid hiernaar te sluiten. Ook feedback ontvangen kan ze goed, en doet hier uiteindelijk ook iets mee. Feedback voor Ruby van Maxime Communicatief: geeft uitleg over eigen handelen, beslissingen en overwegingen, communiceert helder en concreet in woord en geschrift, stemt communicatie af op de anderen, ontwijkt moeilijke, confronterende gesprekken niet; Open: staat open voor vragen, feedback en gezichtspunten van anderen, stelt(waarde)oordelen uit:Ruby is altijd erg betrokken bij het project en toont veel initiatief. Zij laat goed weten als zij ergens niet mee eens is. Verder houdt zij vaak de groep op de hoogte van de dingen die nog moeten gebeuren tijdens de meetings en op whatsapp. Ze staat staat open voor vragen, feedback en gezichtspunten van anderen.
33
Daphne Vrisekoop Mijn taken bij dit project waren: het uitwerken van een casus met daarbij een zorgpad en zorgtraject, kopjes uitwerken van het multidisciplinaire behandelplan, het maken van een format voor opdracht 1 en 2, het geven van feedback aan medestudenten en adviezen opstellen voor een zorgcentrum. De beroepsprofielen waar ik dit project aan heb gewerkt zijn de rol van de behandelaar, de rol van de adviseur, de rol van de ondernemer en de rol van de onderzoeker. Waar ik tegenaan ben gelopen is dat de groep vooral opdracht 1 niet goed begreep. Waardoor we als groep niet echt vooruit kwamen en vervolgens anderhalf week achterliepen. Naar mijn idee was ik degene die opdracht 1 nog een beetje begreep. Daarom heb ik ook de andere groepjes feedback gegeven over hoe ik dacht dat de casusuitwerking nog aangepast moesten worden, zodat het een geheel werd. Doordat de groep moeilijk vooruit kwam, heb ik erg veel werk op mij genomen. Ik heb dit project daardoor veel stress ervaren. Wat wel goed ging dit project was dat iedereen tijdens de project meetings minder snel afgeleid werd. Ook hadden we een goed schema gemaakt met wanneer we precies wat gingen doen in de project meetings. Jammer dat we ons daar alleen niet aan hebben gehouden. Lotte gaf mij het volgende als feedback: Communicatief: Je hebt goed aangegeven waarom je bepaalde dingen hebt gedaan. Hierdoor maakte je het voor de rest van de groep duidelijk wat de opdracht inhield. Als je een beslissing maakte over een format of iets wat te maken had met planning, gooide je dit altijd in de groep om te overleggen. Coöperatief: Je hebt in dit project laten zien dat je goed in teamverband kunt werken. Je geeft bepaalde onderwerpen aan wat veranderd moet worden en vraagt hierbij altijd naar de meningen van anderen. Wanneer klasgenoten vragen hadden hielp jij iedereen en nam de tijd om stukken na te lezen. Je hebt in project 1.3 erg veel initiatief getoond en veel werk geleverd. In vergelijking met de andere projecten ben je hier in dit project nog meer in gegroeid. Madelein gaf mij het volgende als feedback: Coöperatief: Dit project heeft ze zich super goed ingezet. Ze heeft veel initiatief genomen en heeft andere mensen heel veel geholpen. Ze was dus heel hulpvaardig en collegiaal. Ook heeft ze veel feedback gevraagd aan de groep. Communicatief: Over elke beslissing zoals de opbouw van de opdrachten heeft ze uitgelegd waarom ze dit heeft gedaan en of wij het hiermee eens waren. Verder vindt ze het soms nog wel moeilijke om confronterende gesprekken te voeren. Ze zou hier nog wat aan kunnen werken, gewoon vertellen wat je zelf van iets vindt. We kunnen volgend project dus beter echt proberen ons aan de deadlines te houden. En het is handig om weer een planning te maken met wat we precies en wanneer gaan doen. Zelf ga ik niet meer teveel werk op mij nemen dat niet tot mijn taken behoord. Ook ga ik proberen om confronterende gesprekken niet uit de weg te gaan. De competenties die bij dit project hoorde, heb ik zeker goed aan kunnen werken.
34
Diana Deubel Deze module heb ik wederom meegewerkt aan het vak project van de opleiding huidtherapie aan de Haagse Hogeschool. Deze keer bestond het project uit drie opdrachten; het maken van zorgpaden en zorgtrajecten, het maken van een multidisciplinair behandelplan en algemene adviezen voor gezondheidscentrum 'Oud-West'. Hiervoor hebben we interviews, literatuur- en praktijkonderzoek gedaan. Mijn bijdrage aan dit project was het maken van het zorgpad en zorgtraject 1 van opdracht 1 met Lotte. Voor opdracht 2 heb ik van het gedeelte over de fysiotherapeut de stukjes haalbaarheid-en relevantie van het multidisciplinaire behandelplan op mij genomen. Opdracht 3, de interviewvragen voor opdracht 1 en 2, de professionele onderbouwing en het groepsverslag hebben wij gezamenlijk gemaakt. Tot slot ben ik voor dit project notuliste geweest. In dit verslag wil ik terugblikken op het project, hoe de samenwerking hiervan verliep en wat ik nog kan verbeteren aan mijn persoonlijk professioneel profiel. Van het vorige project waren mijn leerpunten om mij meer te concentreren tijdens de projectmeetings en minder werk op me te nemen. Ik vind dat ik me hiermee tijdens dit project wel bewezen heb. Ik hield mijn aandacht erbij, drong mijn ideeën niet meer op en liet veel van anderen afkomen. In ben tevreden met deze verandering. De opdrachten en het notulist zijn gingen over het algemeen goed. Ik merkte echter vrijwel meteen op dat ik opdracht 1 niet begreep en hier werd ik erg door ontmoedigd. We hebben eigenlijk allemaal erg ons best moeten doen om de opdracht te begrijpen. Dit heeft ons veel tijd gekost en hierdoor hebben we achterstand opgelopen. Ook heb ik niet genoeg gecommuniceerd met Lotte voor opdracht 1. Ik dacht dat we deze gezamenlijk zouden maken, omdat ik had aangegeven dat ik de opdracht niet begreep. Voor Lotte was dit niet duidelijk en ze verwachtte dat ik de opdracht af had voor de meeting. Omdat dit niet het geval was, gingen we deze snel nog maken. Verder ben ik blij dat de rest van de groep altijd hun studiehandleiding bij zich hadden en het overzicht zagen. Helaas heb ik niet zoveel plezier beleefd aan dit project. Ik ben me ervan bewust dat dit zo is, omdat ik het een grote en moeilijk studiebelasting vind. Het is absoluut interessant om me te verdiepen in deze stof, maar ik denk dat het beter was geweest om meer lesmateriaal hiervoor te krijgen. Bovendien vind ik de resultaten van dit project vrij aannemelijk. Natuurlijk heb ik ook weer geleerd van dit project en feedback gekregen van mijn projectleden. Ik wilde feedback ontvangen op de volgende twee punten uit het persoonlijk professioneel profiel: Communicatief: Volgens Daphne heb ik duidelijk gecommuniceerd dit project en vroeg ik duidelijk om bijv. naar mijn opdracht te kijken wanneer ik dit niet begreep. Ik krijg als tip mee om het beter aan te geven wanneer ik niet naar een meeting kom. Ik ben 25 maart niet naar project gegaan, i.v.m. de nucleaire top (en het openbaar vervoer), een verlaatte afspraak en het feit dat de projectles erg laat was. De week ervoor heb ik aangegeven dat ik niet naar deze meeting zou komen. Blijkblaar is dit niet blijven hangen en hierdoor is er demotivatie bij mijn projectleden ontstaan. Lotte vindt dat ik bij opdracht 1 goed teruggekoppeld heb waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt. Omdat ik bovenstaande meeting niet aanwezig was was het voor mij lastiger om verder te gaan met de opdracht. Uiteindelijk heb ik goed werk geleverd.
35
Plannen en organiseren: Daphne vindt dat ik de opdrachten die ik begreep op tijd heb afgekregen en daarom goed heb gepland. Lotte vindt dat ik met andere projecten hier meer van heb laten zien. Door onbegrip van het project, inzet van de groep en mijn eigen initiatief liepen we vertraging op en werden niet alle deadlines behaald. Later pakte ik dit weer op. Mijn taak als notulist heb ik naar behoren vervuld. De smart leerdoelen die ik hieruit wil stellen zijn; Het inzien van de consequenties wanneer ik een volgende meeting niet aanwezig ben en duidelijker communiceren wat betreft opdrachten en afspraken.
36
Ruben Zohar Mijn bijdrage aan dit project was het volgende: Ik heb bij opdracht 1 aan Casus 4 gewerkt samen met Daphne. Ik heb de samenwerking per fase gemaakt en de dynamiek van het zorgproces. Tevens heb ik literaruuronderzoek gedaan in boeken en op internet. Ik heb ook een groot deel van de begrippen opgezocht in boeken en deze vermeld. Voor opdracht 2 het multidiciplinaire behandelplan heb ik de volgende kopjes uitgewerkt: Relevantie van het multidisciplinair behandelplan huidtherapeut, Werkwijze huidtherahetpeut, praktische omstandigheden van de patient en organisatie. Feedback van Nadine en Maxime Aan de hand van de volgende competenties uit het PPP, • Communicatief: geeft uitleg over eigen handelen, beslissingen en overwegingen, communiceert helder en concreet in woord en geschrift, stemt communicatie af op de anderen, ontwijkt moeilijke, confronterende gesprekken niet; • Open: staat open voor vragen, feedback en gezichtspunten van anderen, stelt(waarde)oordelen uit: Van Maxime: Ruben geeft goed aan als hij iets niet begrijpt en hij helpt anderen ook als zij iets niet begrijpen. Hij staat altijd open voor feedback en luistert naar de mening van anderen.Wel moet hij er op letten dat die voor de hele projectgroep bereikbaar is (per telefoon) en op tijd komt. Van Maxime: Ruben laat altijd goed weten waar hij mee bezig is en toont hierin veel initiatief. Hij laat het ook merken als hij een opdracht niet begrijpt. Hij kan soms alleen wat afwezig zijn, waardoor hij sommige dingen niet oppikt die worden besproken tijdens de meetings. Ik ben het met deze feedback eens wat ik bij mezelf goed vond gaan was de communicatie met de andere leden wanneer ik iets niet helemaal begreep zei ik dat meteen en dat is iets wat ik voorheen minder snel had gedaan uit een vorm van schaamte. Wat ik minder vond gaan is dat ik te weinig mijn mening uitsprak over bepaalde dingen als ik het er niet mee eens was. Waar wil ik me in ontwikkelen is dan ook om vaker mijn mening uit te spreken tijdens samenwerking. Wat ik in het algemeen goed vond gaan in de groep is, dat er ondanks de onduidelijkheden over de opdracht een redelijke communicatie was tussen de leden. Er was net als vorige keer een goede taakverdeling en we hebben best goed samengewerkt en overlegd om een zo goed mogelijk product te geven waarover we het allemaal eens waren. Wat ik minder vond gaan is dat er te vaak dingen werden uitgesteld of niet werden gedaan. Bijvoorbeeld een keer zouden we op school tijdens onbegeleide les aan project werken maar uiteindelijk was daar helemaal niks van gekomen. Ook hadden we naar mijn mening ook vaker op school kunnen afspreken en ook meer tijd nemen voor vergaderingen in plaats van eerder thuis willen zijn.
37
Lotte Bruinen In blok 1.3 heb ik met mijn klas gewerkt aan een project in opdracht van gezondheidscentrum „Oud- west‟. Hierin hebben we gewerkt aan zorgpaden en- trajecten, multidisciplinaire behandelplannen en adviezen. Het project was lastig te begrijpen en we hadden er relatief weinig tijd voor. Ik heb in opdracht 1 casus 1 uitgewerkt. Opdracht 2 en 3 hebben we gezamenlijk gemaakt. Het was een moeilijk project en het kwam deze periode moeilijk op gang. Ik vond het onderwerp ook minder interessant dan de vorige twee projecten dit jaar. Ik heb voor opdracht 1 het interview afgenomen bij een wijkverpleegkundige. Ik was er van uitgegaan dat mijn medestudent de casus zou uitwerken maar dit was niet het geval. We zijn, toen we erachter kwamen, gelijk aan de slag gegaan en hebben het uiteindelijk snel afgekregen. Doordat het project moeilijk op gang kwam moesten we de laatste week op een vrije dag terugkomen. Ik vond dit erg jammer omdat dit niet nodig was geweest. Ik heb naar mijn idee vaak genoeg aangegeven dat we nog verschillende dingen moesten doen. Helaas kwam dit niet aan bij mijn medestudenten. Vorig project had ik als leerdoel: iedereen actief mee laten doen tijdens meetings. Ik heb dit leerdoel tijdens project 1.3 helaas niet behaald. Ik wilde feedback op de punten: communicatief en initiatief. Ik heb als feedback gekregen dat ik beter moet communiceren met mijn partner in opdracht 1 zodat zij weet wat er van haar verwacht wordt en ik ook weet waar ik aan toe ben. Ik ben het hier mee eens omdat de opdracht zo beter was verlopen. Ik heb veel positieve feedback gekregen zoals: goede en bruikbare input tijdens de meetings waardoor ik een grote bijdrage heb geleverd aan het project, respectvolle omgang met medestudenten, een pro- actieve instelling en ik ga confronterende gesprekken niet uit de weg. Volgend project wil ik weer werken aan het leerdoel: iedereen actief mee laten doen tijdens meetings. Ik wil hiermee bereiken dat deadlines op tijd worden behaald, er geen miscommunicaties ontstaan en iedereen op de hoogte is van alle afspraken en beslissingen.
38
Madelein de Heer Voor dit project hebben we meerdere opdrachten moeten doen. We moesten voor 4 verschillende casussen een zorgtraject maken. Dit moest doormiddel van zorgpaden. Daarnaast moesten we één van de casussen verder uitwerken, er moest een behandelplan gemaakt worden. Naast dit moesten er ook nog adviezen worden geschreven. Dit alles was voor het zorgheidscentrum ‟Oud-West‟. De manager van het gezondheidscentrum vroeg zich namelijk af hoe ze de multidisciplinaire behandeling van een patiënt kan optimaliseren. Er was alleen één probleem, we wisten namelijk totaal niet wat een zorgpad en een zorgtraject waren. Dit zorgde er ook voor dat we als groep achter raakte op schema. Tijdens de eerste bijeenkomst hebben we met elkaar de opdracht goed doorgenomen zodat we allemaal wisten wat de bedoeling was. Daarna hebben we overlegt hoe we te werk zouden gaan en wie welke taak zou krijgen. Dit hebben we met z‟n alle overlegt. Samen met Ruby heb ik bij opdracht 1 casus 2 verwerkt. Ruby en ik moesten dus doormiddel van een zorgpaden een zorgpad creëren voor de patiënt uit casus 2. Hier hebben we ook informatie voor gebruikt uit de interviews. Het was moeilijk om te beginnen met de opdracht omdat we totaal geen idee hadden hoe een zorgpad en een zorgtraject eruit zagen. We hebben dit uiteindelijk met de groep uitgezocht en daarna uitgewerkt per duo. Doordat we heel wat tijd kwijt waren met het uitzoeken van wat een zorgpad en een zorgtraject waren, hadden we behoorlijk wat tijd verloren. Na heel wat achterstand te hebben opgelopen met opdracht 1 konden we eindelijk beginnen met opdracht 2. Dit was een groot irritatiepunt voor mij. De interview vragen voor opdracht 2 waren gemaakt, het begin was er. De antwoorden van de interviews waren er behoorlijk snel dus konden we met zijn alle gelijk beginnen met de opdracht. Dit ging behoorlijk soepel en was dus snel af. Ook opdracht 3 hadden we snel af. Uiteindelijk hadden we een correct ingeleverd project! Ik wilde graag feedback van het PPP op het gebied ”Betrokken” en ”Open” Feedback die ik van Diana gekregen heb: Betrokken: Ik vind dat je je opdrachten zorgvuldig hebt uitgevoerd. Je toont veel inzet voor het project. Ik wil als kleine tip meegeven om je minder snel te laten afleiden of af te dwalen tijdens projectmeetings, al komt dit bijna niet meer voor! Ik vind dat je grote stappen hierin hebt gezet. Open: Ik vind dat je erg open bent, zegt altijd wat je denkt. Je komt met goede ideeën, dit is goed, maar wil je als tip meegeven om soms meer naar anderen te luisteren. Je geeft vaak meteen je eigen mening op een nadrukkelijke toon, dit kan irritatie opwekken. Je hebt tot nu toe weinig feedback van mensen gekregen tijdens de meetings, dit zou wel voor kunnen komen. Ik weet dat je soms moeite heb met het krijgen van feedback/kritiek en daarom wil ik je hierop wijzen. Verder sta je wel altijd open voor vragen! Feedback die ik van Nadine gekregen heb: Betrokken: Je toont je eigen initiatief en zet je altijd goed in voor het project. Voor de opdrachten die je krijgt toegewezen doe je ook altijd goed je best en je levert de opdracht altijd netjes af. Open: Je staat altijd open voor vragen en de gezichtspunten van anderen. Ook laat je duidelijk weten als je het ergens niet mee eens bent. SMART-doel:Ik wil voor de volgende projectbijeenkomsten ervoor zorgen dat ik no gefocust ben op het project en dus minder bezig ben met andere, onbelangrijke, zaken. Doormiddel van dit doel hoop ik dat de bijeenkomsten beter zullen verlopen en dat ik beter mijn aandacht bij de bijeenkomsten zal houden.
39
Maxime de Valk Het project van deze periode bestond uit het maken van zorgpaden, zorgtrajecten, het maken en afnemen van interviews, multidisciplinair behandelplan opstellen en het geven van algemene adviezen. De start van het project liep in het begin wat stroef, doordat we in het begin niet echt doorhadden wat er nou van ons werd verwacht. Ik vond dit redelijk frustrerend, omdat het hierdoor erg moeizaam verliep. De oorzaak dat het project in het begin stroef verliep lag aan het feit dat de uitleg van de opdracht van het project volgens de groep en mij niet duidelijk was uitgelegd in de studiehandleiding. Ik heb dit project een aantal taken op mij genomen. Samen met Nadine heb ik een interview afgenomen bij een huisarts en hebben wij een zorgtraject voor casus 3 opgesteld. Dit project hebben we ook een aantal opdrachten met de gehele groep gemaakt tijdens onbegeleide meetings. Ik vond dit persoonlijk fijn, omdat iedereen zijn/haar mening over de opdracht kon geven. Hierdoor was opdracht 3 snel af. Ik vind dat ik me goed heb ingezet en mijn opdrachten zo goed mogelijk heb uitgewerkt. Terugkijkend op het project vind ik dat alles over het algemeen goed is verlopen. Naar mijn idee is deze periode het project beter verlopen dan de vorige periode, omdat er minder miscommunicaties zijn ontstaan dan vorig project en er meer is gecommuniceerd. Dit blok ben ik begonnen in een nieuwe projectgroep. Ik heb niet veel verschil gemerkt, behalve dat deze projectgroep meer betrokken en gemotiveerd is. Onderling zijn er niet veel meningsverschillen/conflicten ontstaan. Feedback van Daphne Vrieskoop Aan de hand van de twee competenties van het persoonlijk professioneel profiel: „Open‟ en „Betrouwbaar‟ geef ik Maxime feedback. Op het gebied van betrouwbaarheid heeft Maxime goed gehandeld. Ze heeft haar taken op tijd vervuld en heeft zich dus aan de afspraken gehouden. Ook heeft ze de informatie die ze heeft gebruikt voor het project onderbouwt met betrouwbare bronnen. Ik heb onder andere Maxime feedback gegeven op haar casusuitwerking en hier stond ze open voor. Maxime gaf dit project goed aan als ze anders dacht over iets en onderbouwde haar stelling met goede argumenten. Ze heeft een goede bijdrage geleverd aan het project. Als enige tip voor Maxime heb ik alleen dat als de groep bezig is met het werken aan het project en Maxime weet niet wat ze moet doen, dat ze dan vraagt wat ze kan doen in plaats van op haar mobiel zitten. Feedback van Ruben Zohar Betrouwbaar: Maxime is haar afspraken na gekomen en ze laat zo zien dat zij te vertrouwen is met het nakomen van afspraken. Respectvol: Maxime heeft respect voor de emoties van anderen en houdt hier rekening mee dit vind ik erg goed en ik wil haar als tip geven dit vast te houden. Maar tegelijkertijd ook niet bang zijn om mensen kritiek te geven want met goeie kritiek help je elkaar. Een leerdoel die ik heb opgesteld voor het volgende project is meer mijn mening laten horen in de groep.
40
Nadine de Valk Voor dit project was het de bedoeling dat er zorgtrajecten van 4 casussen werden opgesteld, zorgpaden werden opgezet, interviews bij verschillende disciplines werden afgelegd, er voor één casus een multidisciplinair behandelplan werd opgesteld, literatuur onderzoek werd verricht en dat er adviezen werden geschreven. In dit verslag ga ik beschrijven hoe het project volgens mij is verlopen en hoe ik vind dat ik dit project gewerkt heb. We hebben aan het begin van dit project per opdracht eerlijk de taken verdeeld. Ik heb samen met Maxime casus 3 uitgewerkt, we hebben hier o.a. een zorgtraject voor opgesteld. Ook hebben Maxime en ik een interview afgelegd bij een huisarts. Onze samenwerking is zonder moeilijkheden verlopen en ieder heeft evenveel werk verricht. Wel heb ik in het begin van dit project (net als de rest van de groep) moeite gehad met het begrijpen van de opdrachten, daarom verliep het allemaal wat minder spoedig. Ik vind dat we ondanks de onduidelijkheden, toch nog snel hebben gewerkt. Er zijn in dit project onderling nauwelijks miscommunicaties of conflicten ontstaan. Ik vind dat we dit project duidelijk gecommuniceerd hebben met elkaar. Het leerdoel dat ik het vorige project voor mezelf had opgesteld was dat ik wilde proberen meer feedback te geven aan mijn medestudenten. Ik vind dat ik dat dit project meer heb gedaan. Ik vind dat ik me dit project goed heb ingezet en ik goed heb meegewerkt aan alle opdrachten. Ook heb ik alle deadlines gehaald. Feedback van Ruben Zohar Ik vind dat Nadine goede inbreng heeft gehad in het multidisciplinaire overleg,Nadine laat haar ideeën ook horen terwijl zij best ingetogen is van karakter Dit is een punt waarin Nadine zich in heeft ontwikkeld. Ga zo door. Tijdens een van de vergaderingen is het voorgekomen dat Nadine samen met een ander lid van de groep een opmerking kreeg over beter opletten. Ik wil Nadine als tip meegeven om kritiek niet direct als aanval op te vatten ook al kan dit soms zo voelen. Het is namelijk belangrijk om in werk situaties waarin iemand jou kritiek geeft je zo professioneel mogelijk op te stellen en kalm te blijven en wanneer je het er niet mee eens bent dit eventueel later of als het nodig is direct met die gene te bespreken. Betrouwbaar: Nadine heeft zich aan haar afspraken gehouden en zij laat zien dat zij haar toezeggingen op gebied van opdrachten maken na kan komen. Respectvol: Ik vind het heel goed dat Nadine rekening houdt met de emoties van anderen. Ze brengt dingen voorzichtig en je kan merken dat ze probeert om de teamleden niet te beledigen of af te kraken. Een valkuil kan zijn is dat zij hierdoor misschien niet kritisch genoeg is op het werk van anderen. Feedback van Ruby Betrouwbaar: Je houdt je altijd goed aan de afspraken die gemaakt worden. De opdrachten zijn altijd op tijd af en ook netjes uitgewerkt. Aan dit project vond ik het zorgpad vooral mooi uitgewerkt. Daar heeft iedereen veel aan gehad. Respectvol: Je houdt altijd goed rekening met wat anderen denken. Als iets niet gaat zoals je wilt, laat je dit op een respectvolle wijze merken. Een leerdoel die ik voor mezelf heb opgesteld is beter mijn mening laten horen.
41
Groepsverslag Het onderwerp van het derde project was multidisciplinaire samenwerking. Een patiënt met een aandoening komt vaak in aanraking met meerdere disciplines. In dit project was het de bedoeling dat we verschillende behandelstappen en –plannen in kaart brachten en advies gaven over hoe multidisciplinaire samenwerking en behandeling het beste kan verlopen. Voor dit project moesten we gebruik maken van informatie verkregen uit interviews met verschillende disciplines en wetenschappelijke informatie van bijv. databanken. Tijdens de meetings met Dhr.Tarik Brummelaar heeft hij duidelijk uitgelegd wat de bedoeling van het project was. In de lessen hebben we een globale planning gemaakt met daarin alle taken waar het project aan moest voldoen. In de eerste les hebben we de taken verdeeld. Voor opdracht 1 en 2 had iedereen een eigen taak gekregen. De derde opdracht hebben we gezamenlijk gemaakt. Als communicatiemiddel hebben we gekozen voor een groeps-whatsapp en groeps mail. Op deze manier konden we snel en gemakkelijk met elkaar communiceren. Dit project liep voor ons erg moeizaam. Dit kwam voornamelijk omdat we het project niet duidelijk vonden beschreven in de studiehandleiding en we vonden het onderwerp niet verbredend. De onduidelijke uitleg/opdracht werkte voor ons demotiverend. Hierdoor hebben we in de beginfase achterstand opgelopen. De interviews zijn goed verlopen. We denken dat dit komt omdat alle disciplines binnen ons bereik lagen. Uit de interviews hebben we veel informatie kunnen halen voor de opdrachten. Uiteindelijk hebben we met z‟n allen hard gewerkt om het project op tijd af te krijgen.
42
Literatuurlijst
Aafje. (2011). Voorwaarden huishoudelijke hulp 2011 – 2012. Opgehaald van http://www.aafje.nl/filelib/s1/voorwaarden-huishuidelijke-hulp-2011---2012.pdf Bruinen, L. (2014, 14 maart). Feeburg, M. (2010). Fysiotherapeut. Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011. 2010, pp 487-533 Geraets. (2011). Het beleid van huisarts en fysiotherapeut in het kader van de herziene NHG-Standaard Schouderklachten. Stimulus. Gezondheidsplein. (2014). Opgehaald http://www.gezondheidsplein.nl/aandoeningen/oedeem/item32118
van
Gillham. (1996). Lymfeoedeem en fysiotherapie onder controle houden, geen genezing. Stimulus. Groot, D. (2012). Dermatologie voor huidtherapeuten. Boom Lemma uitgevers. Huidproblemen. (sd). Opgehaald van Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH): http://www.huidtherapie/nl/huidproblemen Ka, H. (2005). Bestraling. Wat betekent dat voor mij? Spreekuurthuis. Kolk, R. (2003). Fysiotherapie en bedrijfsarts: 'bewegend functioneren'. TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde. October 2003, Volume 11, Issue 10, pp 311-313 Mierlo-Broek. (2013). Wondenboek Algemene wondbehandeling. Leiden: WSC kenniscentrum wondzorg. Nieuwbroek-Schuurman, J. (2012). Complexe wondbehandeling. Tijdschrift voor Praktijkondersteuning. Oldenburger, I. (1997). Vaardigheden Basisverpleegkunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Opleidingen, I. (2014). Lymfetherapie (in Nederland en België). Opgehaald van IVS Opleidingen: http://www.ivsopleidingen.nl/opleidingen/opleiding/lymfetherapeutmodulaire-opleiding-espo.php#informatie Valk, D. (2014, 13 maart). Verdonk. (2011). Oedeem en Oedeemtherapie. Bohn Stafleu van Loghum. 43
Vriezen, J. (2004). Landelijke Eerstelijns Samenwerking Afspraak Decubitus. Vugts, C. (2005). Arbeidsmarktmonitor Huidtherapeuten. Utrecht: Nivel. Waal, M. d. (2006). Voeding en wondgenezing. Opgehaald van Natuurdietisten: www.natuurdietisten.nl Zoetmulder, F. (2006). Opereren op weg naar genezing. Spreekuurthuis.
44
Bijlagen
Bijlage 1: Interviews: Wijkverpleegkundige Lotte Bruinen 14 maart 2014 Casus 1: 1.Wat is de standaard procedure voor iemand met een open wond? Wondbehandelplan opstellen samen met de huisarts, wondverpleegkundige huidtherapeut.
of
2.Wat is de standaard procedure voor iemand met oedeem? Onderliggend probleem achterhalen, zwachtelen of kousen aanmeten. Soms in combinatie met plastabletten. Dit wordt door de arts bepaald. Patiënt proberen in beweging te houden om doorbloeding te stimuleren en eventueel andere problemen te voorkomen. 3.Wat zou u in dit geval aan wondverzorging doen? (hoe vaak?) Elke dag verbandmiddelen verschonen, gebruik maken van alginaten of zilververbanden, voor het verbinden spoelen met water. 4.Zou u de behandeling aanpassen omdat er ook oedeem aanwezig is? Nee, wel moet het oedeem ook worden behandeld omdat het kan zijn dat de wond hierdoor slechter geneest. Vaak zie je een wond genezen wanneer het veneuze probleem wordt behandeld. Mocht de wond veel vocht verliezen door het oedeem dan moet er absorberend verband gebruikt worden om de wond te verbinden. 5.Naar welke specialisten zou u meneer Brand kunnen doorverwijzen en welke van deze specialisten adviseert u en waarom? Wondverpleegkundige, huidtherapeut, huisarts. Ik adviseer deze patiënt om naar de wondverpleegkundige of huidtherapeut te gaan om het wondbeleid te laten bepalen. De huisarts blijft hiervan wel op de hoogte. 6.Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Ik zou het probleem tegelijkertijd aanpakken. De kans is namelijk erg groot dat de problemen met elkaar in verbinding staan. De wond geneest waarschijnlijk niet doordat er veneuze problemen zijn in het linker been. Door het oedeem ook te behandelen kan de wond beter genezen. 7.Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) Instruerend, de huidtherapeut bepaald welk wondmateriaal er gebruikt gaat worden. De wijkverpleegkundige zal uiteindelijk de handelingen opvolgen maar blijft in contact met de huidtherapeut over de stand van zaken.
45
8.Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Wondgenezing, bestrijding van oedeem en waken voor mobiliteit omdat het een oudere man betreft. 8.Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) 9.Wat is het centrale doel van de behandelingen? Genezing
Casus 2: 1.
Wat is de standaard procedure voor iemand die sterk vermagerd? Eerst zou ik willen weten hoe de situatie is qua eten bij mevrouw. Wanneer zij zichzelf „verwaarloosd‟ of de verkeerde dingen eet zal daar meer controle op moeten komen. Hiervoor kan een maatschappelijk werker, vrijwilliger of diëtist voor gevraagd worden. Wanneer het probleem niet bij de voeding ligt, zal er een huisarts ingeschakeld moeten worden voor een (bloed)onderzoek. Het kan zijn dat een ziekte de vermagering veroorzaakt. Dan kan een diëtiste helpen in deze casus. Zij kan dan een eiwit en calorierijk dieet opstellen.
2.
Wat zou u in dit geval aan wondverzorging doen? Zou u deze behandeling aanpassen omdat mevrouw ook sterk vermagerd? Een behandelplan opstellen voor de wondverzorging. Doordat de wond veel lekt moet er gebruik worden gemaakt van absorberende verbanden.
3.
Naar welke specialisten zou u mevrouw Siebel kunnen doorverwijzen en welke van deze specialist adviseert u en waarom? Ik zou deze mevrouw doorsturen naar de huisarts. De huisarts zal dan onderzoeken doen en haar eventueel nog doorsturen. Het kan zijn dat zij wordt doorgestuurd naar een specialist. Wanneer mevrouw geen goede thuissituatie heeft of weinig controle hierop heeft kan er een maatschappelijk werker of vrijwilliger ingeschakeld worden. Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Ik zou eerst bekijken hoe de voedingstoestand van mevrouw is, of zij goed voor zichzelf zorgt. Als dit in orde is zou ik mevrouw eerst laten onderzoeken om er achter te komen waarom mevrouw zo vermagerd. Ondertussen moet de wond wel verzorgd worden. Hiervoor moet een wondbehandelplan worden opgesteld. Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) Weinig/geen contact en samenwerking met huidtherapeut omdat het beroep nog vrij nieuw is en wij hetzelfde kunnen betekenen voor de patiënt als de huidtherapeut. Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Wondgenezing en het vermageren tegen gaan.
4.
5.
6. 7.
Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) Wat is het centrale doel van de behandelingen? -
8.
Wat is het centrale doel van de behandelingen? Genezing en aankomen in gewicht.
46
Casus 3: 1.Hoe zou u de oorzaak van de bewegingsbeperking achterhalen? Vragen stellen aan deze mevrouw: -Sinds wanneer? -Wordt arm voldoende gebruikt? -Beschrijf duidelijk de klacht? 2.Welke disciplines zou u inschakelen en waarom? Dat ligt aan de oorzaak. Wanneer het probleem ligt bij het bewegingsapparaat zal mevrouw naar een fysio- of manueeltherapeut moeten gaan. Ligt de oorzaak bij het litteken of oedeem zal mevrouw met haar probleem bij een huidtherapeut terecht kunnen. 3.Welke behandeling zou u toepassen bij een brandwond die gaat ontsteken? Wanneer de ontsteking gepaard gaat met koorts, zal mevrouw een antibiotica kuur moeten halen bij de huisarts. Wanneer dit niet het geval is, zullen er wondmaterialen gebruikt moeten worden die antibacterieel zijn ( honing, zilver, alginaten). 4.Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? De wondbehandeling, eerst zal de wond moeten genezen om de andere problemen aan te pakken. Daarna lymfoedeem en littekenbehandeling, hiervoor moet de ontsteking weg zijn. 5.Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Wondgenezing, pijn bestrijden en meer kunnen bewegen 6.Wat is het centrale doel van de behandelingen? Genezing en beweging 7.Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) 8.Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) De wijkverpleegkundige heeft niet veel contact met de huidtherapeut, omdat de wijkverpleegkundigen veel behandelingen ook kunnen uitvoeren.
Casus 4: 1. Wat zijn de behandelmogelijkheden voor meneer Roessel? De operatie is nog te kort geleden om hier zelf acties voor te ondernemen. Ik zou contact opnemen met de chirurg uit het ziekenhuis om te overleggen wat de mogelijkheden zijn met het oedeem. 2. Welke behandeling zou u zelf toepassen bij meneer Roessel? Niets. Totdat ik overleg heb gehad met de chirurg.
47
3. Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Ik zou denken dat het oedeem eerst weg moet zodat de wond ook beter kan genezen en zodat er minder spanning op de wond komt te staan. Doordat dhr. geopereerd is aan zijn darmen zal het voedingspatroon niet optimaal zijn. Hierdoor kan de wond ook moeilijker genezen. 4. Zou zijn operatiewond invloed hebben op de behandeling? Jazeker. Als meneer geen wond had, kon hij gelijk behandeld worden aan de oedeem in zijn buik en benen. 5.Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) Huisarts 6.Wat is het centrale doel van de behandelingen? Wondgenezing 7. Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Wondgenezing en vermindering van oedeem. 8.Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) De wond elke dag schoon maken met een injectiespuit zonder naald en daarna de wond te verbinden. Totdat de chirurg geantwoord heeft op de vraag wat de wijkverpleegkundige mag doen aan de wond. Omdat ik niet weet wat voor druk op de wond uitgeoefend mag worden. Huisarts Dr. De Valk 13 maart 2014 Casus 1: Wat is de standaard procedure voor iemand met een open wond? Er is geen standaardprocedure voor een "open wond". De behandeling van een wond hangt af van verschillende dingen. Leeftijd persoon, hoe lang bestaat de wond al? Vaatstelsel? Vaatziekten? Diabetes? Neiging tot genezing? Wondonderzoek: Geeft de wond af? Vocht aanwezig? Helder of gekleurd? Is het rood rondom de wond? 2. Wat is de standaard procedure voor iemand met oedeem? Hangt af van de oorzaak en de plaats van het oedeem. Eerst onderzoeken: oorzaak achterhalen. -Hart beluisteren: gebrek aan pompfunctie van het hart? Klepgebreken? Buik voelen--> Lever opgezet? Veneuze insufficiëntie? Stel conclusie: niet het hart --> doorsturen. Doorsturen naar een winkel met steunkousen die dat aanmeten. Daar schrijf ik een machtiging voor. Bij ernstige oedeem--> drukverband door wijkzuster. 3. Wat zou u in dit geval aan wondverzorging doen? (hoe vaak?) Wond uitbruisen met waterstofperoxide, daarna antibiotische zalf aanbrengen. Daarover een drukverbandje.
48
Met opmaak: Kop 3, Uitvullen
Minstens 1 keer per dag wond verzorgen. 4. Zou u de behandeling aanpassen omdat er ook oedeem aanwezig is? Ja, het been moet omhoog gehouden worden. 5. Naar welke specialisten zou u meneer Brand kunnen doorverwijzen en welke van deze specialisten adviseert u en waarom? Een dermatoloog dit is een medische specialist die naar oedeem kijkt. 6. Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Tegelijk, oedeem verhindert de genezing van de wond. 7.Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) De huidtherapeut blijft in contact met de huisarts. 8.Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Zelfde als 10. 9.Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) Wondverzorging: waterstofperoxide,antibiotische zalf,drukverbandje. Manuele lymfedrainage ter behandeling van het oedeem, door fysiotherapeut. 10.Wat is het centrale doel van de behandelingen? Dat de wond goed geneest en dat het oedeem in het linker been vermindert. Met opmaak: Standard, Uitvullen
Casus 2: 1. Wat is de standaard procedure voor iemand die sterk vermagerd? Medisch onderzoeken, lichamelijk onderzoek, labaratorisch Nutridrink van Nutricia.
onderzoek.
2.
Wat zou u in dit geval aan wondverzorging doen? Zou u deze behandeling aanpassen omdat mevrouw ook sterk vermagerd? Doorsturen naar de wijkverpleegkundige; aan huis dagelijks wond laten verzorgen. (betadinegaasjes)- Nee.
3.
Naar welke specialisten zou u mevrouw Siebel kunnen doorverwijzen en welke van deze specialist adviseert u en waarom? Hangt af van de resultaten van het laboratorisch onderzoek en wat je bij het lichamelijk onderzoek vindt.
4.
Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Tegelijk. Je pakt het beiden aan, je gaat niet het ene doen en de rest laten zitten. Je kunt niet zeggen ik ga de wond eerst verzorgen en doe de rest later. Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) De huidtherapeut blijft in contact met de huisarts.
5.
6.
Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Zorgen dat de wond goed geneest en mevrouw weer op een gezond gewicht komt.
49
7.
Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) Wat is het centrale doel van de behandelingen? Wondverzorging:betadinegaasjes. Nutridrink van Nutricia ter behandeling van de vermagering.
8.
Wat is het centrale doel van de behandelingen? Zorgen dat de wond goed geneest en mevrouw weer op een gezond gewicht komt. Casus 3: 1.Hoe zou u de oorzaak van de bewegingsbeperking achterhalen? Aan de hand van lichamelijk onderzoek. Functie test enzovoort. 2.Welke disciplines zou u inschakelen en waarom? Fysiotherapeut/lymfetherapeut → oedeem behandelen. 3.Welke behandeling zou u toepassen bij een brandwond die gaat ontsteken? Wond verzorgen met behulp van Flammazinezalf en Flammazine gaas. 4.Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Meteen de ontstoken wond aanpakken. Wat je met de schouder doet hangt af van het lichamelijk onderzoek. 5.Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Dat de brandwond goed geneest, het oedeem vermindert en de pijnklachten en bewegingsbeperking in de schouder worden verholpen. 6.Wat is het centrale doel van de behandelingen? Zelfde antwoord als vraag 5. 7.Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) Wondverzorging: Flammazinezalf en Flammazine gaas. Lymfoedeem→Lymfetherapeut/fysiotherapeut→Manuele lymfedrainage. Pijnklachten en bewegingsbeperking schouder→Fysiotherapeut 8.Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) De huidtherapeut blijft in contact met de huisarts. Casus 4: 1. Wat zijn de behandelmogelijkheden voor meneer Roessel? Manuele Lymfedrainage door de fysiotherapeut of lymfoloog en goede wondverzorging. 2. Welke behandeling zou u zelf toepassen bij meneer Roessel? De wondverzorging. 3. Welk probleem zou u als eerst aanpakken? En in welke volgorde? Tegelijk
50
4. Zou zijn operatiewond invloed hebben op de behandeling? Ja, patiënt is niet mobiel door de wond op het been, dit verstoort de behandeling van het oedeem. Beweging zorgt voor vochtvermindering. 5.Hoe verloopt de samenwerking met de huidtherapeut gedurende de behandeling? (instruerend, aanvullend, informerend) De huidtherapeut blijft in contact met de huisarts. 6.Wat is het centrale doel van de behandelingen? Dat de wond goed geneest, het lymfoedeem in benen en buik vermindert. 7. Wat zijn de hoofddoelen van de disciplines in deze casus? Zelfde als bij vraag 6. 8.Wat zijn de werkwijzen van de behandelingen bij deze casus? (therapievormen, methoden, middelen) Lymfoedeem-->Lymfoloog/fysiotherapeut/huidtherapeut-->Manuele lymfedrainage + zwachtelen -> als oedeem niet meer afneemt TEK aanmeten
51
Fysiotherapeut Gertjan Fass 4 april 2014 Wat voor soort behandeling zou u uitvoeren bij deze casus? En wat is de werkwijze daarvan? Lymfdrainage ad Vodder. Werkt van proximaal naar distaal. Werk de lymfe richting de oksel en dan van de bovenarm langzaam naar beneden de lymfe masseren. Zou naar én collega doorsturen die hier in gespecialiseerd is. Er I evidens voor deze metode. http://www.thebls.com/events/files/430.pdf?bls_user=d9decc9de18d0b030aa50a62f5ac257e Hoe verantwoord je de keuzes die je gemaakt heb voor deze patiënt? (gebaseerd op de praktische omstandigheden van de patiënt en organisatie) Als er oedeem is beperkt dat natuurlijk de beweeglijkheid. Dan moet je de oedeem verminderen. Er kunnen ook in de gewrichten beperkingen ontstaan door de oedeem die er nog zijn nadat de oedeem weg is die kun je als fysiotherapeut behandelen met gewrichtsmanipulatie/oefentherapie. Welke protocollen en richtlijnen zou u hanteren bij deze casus? Aan welke wetten houdt u zich? Weet te weinig van de wetgeving in Nederland. Protocollen en richtlijnen zou ik deze gebruiken. http://www.fysionet-evidencebased.nl/index.php/richtlijnen/evidence-statementsopeningspagina/borstkanker/statement/fysiotherapeutische-interventies/34oedeemfysiotherapie Die zijn onder andere goedgekeurd door de KNGF = Koningklijk Nederlands Genootschap voor fysioterapie. Zou u de behandeling aanpassen omdat mevrouw een brandwond op haar hand heeft? Het gedeelte van de hand met brandwond hier kun je moeilijk compressie uitoefenen. Mogelijk lichte oefeningen met de spieren die dan én pompenp effekt uitoefenen. Wat is het hoofddoel van uw behandeling? Verminderen of geheel verwijderen van het oedeem. Eerste meest realistish. De patient laten inzien dat ze zich aan de grenzen van haar lichaam moet houden. Misschien tijdelijk hulp vinden van familie, vrienden, kinderen (als die niet te klein zijn). Wat zijn de subdoelen van de behandeling en hoe leiden deze subdoelen tot het hoofddoel? Hoe vaak denkt u dat deze vrouw behandeld moet worden? Proberen de patient zoveel informatie te geven dat ze inziet dat ze har arm moet rust geven omdat er anders én chronische toestand kan ontstaan. In welk termijn denkt u dit doel te kunnen behalen? 3 maanden misschien 2 met 3 behandelingen per week + ofeningen thuis. Hoe belangrijk is het voor u om inzicht te hebben in het behandelplan van de patiënt? Heel belangrijk omdat de verschillende behandelaars hun behandeling op elkaar moeten afstemmen.
52
Wat voor adviezen zou u aan de patiënt meegeven? Proberen om zware belastingen te ontgaan, hulp te krijgen. Oefeningen doen belangrijk. Hoe werkt u samen met andere disciplines? Hoe verloopt het contact gedurende de behandeling met de andere disciplines? Als het net als in denemarken is verloopt het contact telefonisch en elektronisch. Hoe speelt u in op de behandelingen van andere disciplines? Hoe moet men afstemmen met elkaar? Belangrijk dat er geen tegenovergestelde adviezen worden gegeven. Bijvoorbeeld de én zegt rust is belangrijk de ander het maakt niet uit. Hoe en waar worden gegevens van de patiënt vastgelegd, zodat de patiëntgegevens ingezien kunnen worden? waarschijnlijk elektronisk journaal/digitaal Heeft u adviezen over de (verbeterde) samenwerking met de andere disciplines? Vraag 14. In moeilijke gevallen is het goed met elkaar rond de tafel te gaan zitten en afspraken te maken wie wat doet en wanner.
53
Huidtherpeut Danielle Eldik 3 april 2014 Wat voor soort behandeling zou u uitvoeren bij deze casus? En wat is de werkwijze daarvan? Ik ga ervan uit dat de brandwond genezen is en alleen sprake is van lymfoedeem in de rechterarm. Indien sprake is van fors lymfoedeem met bewegingsbeperking en verminderde ADL dan zwachtelen. In het begin misschien wel elke dag of om de dag. Dit is afhankelijk van de oedeemreductie. Hoe meer het afneemt, hoe sneller de zwachtel zal afzakken en dus opnieuw gezwachteld dient te worden. Bij maximale oedeemreductie ofwel als geen reductie meer bereikt wordt dan kun je kiezen voor een armkous om het resultaat te consolideren. Is er sprake van fibrose dan kun je MLD starten. Hoe verantwoord je de keuzes die je gemaakt heb voor deze patiënt? (gebaseerd op de praktische omstandigheden van de patiënt en organisatie) We willen beide resultaat, patiënte en huidtherapeut, dus dat betekent dat je je er allebei voor in moet zetten. Je kunt bijvoorbeeld de partner van de patiënte zwachtelen aanleren (zelfmanagement) waardoor ze veel thuis kan doen. Voor het aanmeten van de armkous moet ze wel weer naar de praktijk komen. Indien sprake is van fibrose moet ze wel naar de praktijk komen voor MLD behandeling. Daarnaast is het heel belangrijk patiënte adviezen te geven omtrent de belastingbelastbaarheid. Welke protocollen en richtlijnen zou u hanteren bij deze casus? Aan welke wetten houdt u zich? Richtlijn zwachtelen, oedeemtherapie en TEK aanmeten. WBP, BIG. Zou u de behandeling aanpassen omdat mevrouw een brandwond op haar hand heeft? Indien nog sprake is van een brandwond zou ik eerst wondverzorging uitvoeren in combinatie met zwachtelen. Oedeem belemmert de wondgenezing dus een combinatie is van belang om snel resultaat te krijgen. Wat is het hoofddoel van uw behandeling? Opheffen bewegingsbeperking, oedeemreductie en wondgenezing. Wat zijn de subdoelen van de behandeling en hoe leiden deze subdoelen tot het hoofddoel? - MLD, TEK, zwachtelen - Adviezen en voorlichting Hoe vaak denkt u dat deze vrouw behandeld moet worden? Dit is afhankelijk van de mate van oedeem en daarmee oedeemreductie als gevolg van de behandeling. In welk termijn denkt u dit doel te kunnen behalen? Ook dit is van tevoren niet met zekerheid te zeggen. Wondgenezing kan lang duren en daarmee de voortgang van de gehele behandeling vertragen. Het behandeltraject kan enkele maanden in beslag nemen.
54
Hoe belangrijk is het voor u om inzicht te hebben in het behandelplan van de patiënt? Dit is heel belangrijk. Voor verslaglegging, om een aanpassing van het behandelplan te kunnen doen. Maar bovenal belangrijk als je de behandeling overneemt van je collega. Wat voor adviezen zou u aan de patiënt meegeven? Balans vinden in belasting en belastbaarheid. Rol van partner hierin meenemen. Voorlichting met betrekking tot hygiëne en verzorging. Hoe werkt u samen met andere disciplines? Hoe verloopt het contact gedurende de behandeling met de andere disciplines? Contact met verwijzer door middel van tussentijdse en eindevaluaties. Als wondgenezing niet voorspoedig verloopt kun je collega‟s zoals een wondverpleegkundige consulteren. Maar je kunt natuurlijk ook altijd overleggen met collega huidtherapeuten. Hoe speelt u in op de behandelingen van andere disciplines? Hoe moet men afstemmen met elkaar? Door regelmatig elkaar op de hoogte te brengen via telefoon, email of intercollegiaal overleg. Hoe en waar worden gegevens van de patiënt vastgelegd, zodat de patiëntgegevens ingezien kunnen worden? Veel praktijken werken met Prosoftware en Skinadmin. Hierin maak je een dossier aan en houdt je de verslaglegging bij, maar kun je ook elektronische declaraties versturen. Heeft u adviezen over de (verbeterde) samenwerking met de andere disciplines? Ken je eigen vak. Bekwaam=bevoegd. Het is niet erg als je van bepaalde zaken minder kennis hebt, maar consulteer een andere discipline die hierin wel gespecialiseerd is. Dit bevordert uiteindelijk het resultaat van de behandeling.
55
Bijlage 2: Begrippen
Met opmaak: Kop 2, Uitvullen
Wond: Een wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel, veroorzakt door een trauma of pathologische aandoening. Wondbehandeling Bij de wondbehandeling is het van belang om een schone goedgranulerende wond te krijgen. Dat begint met het verwijderen van necrose en fibineus beslag door een chirurgische necrotectomie, zo nodig aangevuld met enzymatische reiniging met collagenase. In het vochtige milieu onder moderne wondbedekkers zal ook spontane autolyse van necrotisch materiaal optreden. Verdere reiniging kan met gewoon kraanwater plaatsvinden. Moderne occlusieve wondbedekkers zorgen voor een vochtig woonklimaat en hoeven niet vaak verwisseld te worden. De keuze van het product is mede afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerd wondvocht
1. 2. 3. 4.
De algemene of acute wondbehandeling bestaat uit 4 fasen: Oorzaak en beïnvloede factoren in kaart brengen: diagnose stellen Reinigen van de wond: uitspoelen, lichaamsvreemde materialen, bloedstolsels, dood materiaal en losse weefselflarden verwijderen Sluiten van de wond: door hechten, plakken of wondverband Beschermen van de wond: wondvocht opvangen, infecties voorkomen of bestrijden, bloedingen stoppen, het lichaamsdeel rust en steun geven. Lymfoedeem Lymfeoedeem is een chronische aandoening en behoeft meestal een levenslange behandeling. (De Groot, 2012) Oedeem kan ontstaan door problemen met het hart, lever of de nieren. (Valk, 2014) Oedeem kan behandeld worden door de huidtherapeut, fysiotherapeut of lymfetherapeut. is een overmatige ophoping van vocht in een bepaald lichaamsdeel. Door het vasthouden van vocht zwelt het lichaamsdeel op. Enkele plaatsen waar oedeem vaak ontstaat zijn de voeten, enkels, benen, de buik en de longen. (
56
Met opmaak: alinea, Uitvullen, Regelafstand: Minimaal 13,5 pt