[programmeursspeech Dag van de Programmering wo 9 sept 2015 Nederlands Theater Festival) Overpeinzingen van een theaterprogrammeur Steven Peters Krap vier jaar geleden ben ik begonnen als hoofd programmering van Stadsschouwburg Utrecht, op 1 september 2011 welteverstaan: een prachtig theater in een prachtige stad, een rijksmonument van de hand van architect Willem Dudok, nu in verbouwing, maar sinds een paar dagen zijn de Blauwe Zaal , restaurant Zindering en het entreegebied weer open voor publiek en het is mooi geworden! Kom dus snel een keer langs als je in de buurt bent! Aanstaande januari gaat het hele gebouw weer open en beschikt de grote zaal over een nieuw stoelenplan met meer beenruimte en betere zichtlijnen en stoelen met houdertjes voor glazen. Er mag in de toekomst gedronken worden in de zaal. Eerder ben ik vierenhalf jaar programmeur geweest van Theater Bellevue en, toen nog, het Nieuwe de la Mar Theater hier in Amsterdam, waar ik ook een toptijd heb gehad, vanwege de fantastische collega’s en de heerlijke theaters hartje centrum. De liefde voor theater zat er heel vroeg in: als kind van een jaar of 10 gaf ik performances in de garage bij mijn ouderlijk huis, met als decor een schommel en als tribune twee lage banken zoals je in sportlokalen hebt. Een paar middagen per week als ik uit school kwam, trad ik hier op voor een select gezelschap van peuters en kleuters, nog jonger dan ik. Geen idee wat ik precies deed, maar het was blijkbaar zo aantrekkelijk en grappig dat de kids elke middag in de rij stonden voor mijn shows. Mijn zussen en hun vriendinnen hieven entree, iets van een paar centen, en vervolgens kon de show van start. Ik haalde capriolen uit, trok gekke bekken, en als ik het zat was, bonjourde ik iedereen weer de garage uit. Ik heb overwogen me aan te melden voor de Toneelacademie in Maastricht, waar ik ben opgegroeid, maar durfde ook dit niet aan
mijn ouders te vertellen, wilde eigenlijk ook weg uit Limburg en belandde op de Universiteit in Utrecht, waar ik vier jaar geneeskunde heb gestudeerd voor me alsnog op mijn passie theater te storten. De liefde voor theater zat er dus vroeg in. Ook mijn ouders en zussen bezoeken graag voorstellingen en ik adviseer hun van harte waar naartoe te gaan, want advies is hoogstnoodzakelijk in het woud aan aanbod. Overpeinzing 1 Hoe kunnen we potentiele bezoekers zo optimaal mogelijk de weg wijzen in het bos dat podiumkunsten heet? Toen ik in Amsterdam werkte, heb ik eens een spreekuur geopperd op de vrijdagmiddag, maar is dit realiseerbaar? En hoe geef je hier invulling aan? Ik vind het heerlijk om mensen advies te geven over hun keuze voor voorstellingen, kan ik dit echter waarmaken in tijd en vooral in de suggesties die ik mensen aandraag, zo weinig bekend met hun smaak en voorkeur, en ook met in gedachte de ongewisse uitkomst van de papieren plannen van de makers? Succes is nooit verzekerd, maar toch speel ik nog steeds met deze gedachte Toen Jeffrey Meulman me vroeg voor dit verhaal, was mijn eerste gedachte: ik wil het hebben over de verantwoordelijkheid van de theaterprogrammeur! Inmiddels is dit opgerekt tot: ik wil het hebben over samen optrekken, over de urgentie van bespelers, zowel gesubsidieerd als vrij, en podia om een gezonde en inspirerende toekomst te verzekeren voor de mij / ons o zo dierbare podiumkunsten. Toen ik op 1 september 2011 in Utrecht aan de slag ging, buitelde de hele sector over me heen. Producenten wilden liefst gisteren een afspraak en de sleutel van de voordeur. Groot was de paniek dat er geen plekje in de herberg meer was als je niet voor oktober of iets dergelijks een optie had staan ergens in het volgende seizoen. De hysterie ten top! Ik was zo kakelvers in Utrecht en dito onervaren met de geschiedenis, dat ik het allemaal afgehouden heb tot een later moment in het seizoen, en dat doe ik nog steeds. Natuurlijk is het afhankelijk van het podium wat je programmeert, maar de
ervaring leert dat er in zo’n vroeg stadium nog zoveel lucht wordt aangeboden en alles nog kan veranderen, dat ik het wel zo rustig vind te wachten tot het stof is neergedaald. Overpeinzing 2 Zou het niet Zen zijn, om weer te gaan programmeren vanaf een vast moment in het lopende seizoen? Premières, series en dergelijke mogen best eerder, dat begrijpt iedereen, maar de rest… Ik kreeg afgelopen mei (2015) verzoeken voor data in mei (2017) en word hier heel onrustig van… Als gezegd buitelt het aanbod over elkaar heen. Ik had niet verwacht dat er nog zoveel aangeboden zou worden en vraag me ook serieus af hoe dit alles zijn weg vindt. Ik heb de voorstellingen niet geteld die we in Utrecht hadden kunnen programmeren, als er ruimte voor zou zijn geweest, maar het zijn er alvast heel veel meer dan we kunnen plekken. Overpeinzing 3 In de Basis Infrastructuur (BIS) is er sinds een paar jaar een hoopvol, voorzichtig begin gemaakt met een dialoog over de afstemming van het repertoire en de speelperiodes. Kunnen we niet ook dit gesprek aangaan met vrije producenten? Ik weet dat sommige producenten dit graag willen, de gevoelstemperatuur polsen voor hun plannen, maar hoe overwinnen we de koudwatervrees en geven we hier structuur aan? Niemand is gebaat bij projecten die uiteindelijk teruggetrokken worden op het scheiden van de markt, net voor de deadline van de brochures. Laten we samen nadenken wat een manier is om vorm te geven aan deze dialoog en eerlijk uitspreken waar we behoefte aan en vertrouwen in hebben. Overpeinzing 3 ½ Naast mooi BIS-‐aanbod is ook Stadsschouwburg Utrecht afhankelijk van zo goed mogelijk vrij aanbod. Als producenten niks ontwikkelen, hebben theaters geen voorstellingen, dus geen publiek, dus geen
bestaansrecht. We hebben elkaar nodig, dus laten we samen optrekken. Overpeinzing 5 Is het denkbaar dat een 40-‐, of 50-‐, of 60-‐tal podia met elkaar een mooie speellijst organiseert voor een of misschien uiteindelijk twee producties per seizoen, waarbij een voldoende substantieel budget uit garanties voorzien is (2, 3 ton?), waardoor en een sterrencast kan worden samengesteld en de rest van het creatieve team top of the bill is (inclusief decor en kostuums, dus geen beknibbeling)? Wij garanderen, hoe het te organiseren weet ik nog niet, een mooie speellijst, producenten zijn uitgenodigd in te tekenen met mooie plannen, en uit deze plannen worden een, twee of misschien zelfs drie producties gekozen. Onmogelijk en een wild idee misschien, maar ik zou de producties graag een voetje geven, want dit hebben ze nodig. Beoogd resultaat: minder, maar kwalitatief betere producties, met een cast die van a tot z niveau heeft en een dito vormgeving. Dit gun ik onszelf, maar vooral ons publiek. Van harte nodig ik jullie uit mee te denken over of en hoe dit te realiseren is! Overpeinzing 6 Werktitel: de rampenbestrijding. Stel: een voorstelling maakt de verwachtingen niet waar, mislukt, heeft na de première een slechte pers en dramatische bezoekcijfers: kunnen we in zo’n geval niet een goed financieel vangnet bedenken samen om het publiek deze voorstelling te besparen? Laten we de schade delen bijvoorbeeld… Bezoekers die een belabberde ervaring hebben, krabben volgende keer wel twee keer achter hun oren voor ze een kaartje kopen. Vraag is natuurlijk wie bepaalt wat gelukt is en wat niet en welke prijs hiervoor door wie betaald wordt. Laten we ook hierover nadenken samen, in het belang van onze bezoekers en de sector. Overpeinzing 7 Het successcenario: Stel: een voorstelling wordt een megahit, iedereen schreeuwt om extra voorstellingen, maar hier is geen
mogelijkheid toe, vaak omdat acteurs niet meer beschikbaar zijn. Hoe zelden wordt succes verzilverd. Kan dit echt niet anders? Kun je bijvoorbeeld niet zoals in het buitenland veel gangbaarder met wisselingen in de cast werken? Ik zeg: zonde, weg met de kapitaalvernietiging! Het publiek snakt naar bewezen successen, zoals bijvoorbeeld de nieuwe versie van Cloaca van Maria Goos even terug met een jonge, nieuwe cast bewezen heeft. Overpeinzing 8 Het aanbod verdringt zich tussen pak ‘m beet half oktober en half mei en zeker in juni en september kost het moeite om aantrekkelijk aanbod te vinden. Veel theaters hebben een lange zomerstop, maar sommige theaters zijn alleen een paar weken dicht in juli en augustus om de trekken te oliën en de lampen schoon te maken. In steden als Utrecht is er genoeg belangstelling om ook in de randen van het seizoen naar het theater te gaan, getuige bijvoorbeeld het grote succes van De Verleiders 1,2 en 3, die zelfs toen de mussen van het dak vielen begin juli volle zalen trokken. De zomerfestivals zijn populair, maar laten we de theaters niet vergeten! Een uitnodiging, ook aan producenten, om creatiever om te gaan met de planning: zomer, zomer, zomer! Overpeinzing 9 Volgens mij willen we allemaal uiteindelijk hetzelfde: grappige, inspirerende, ontroerende voorstellingen waar heel veel publiek van geniet en door geraakt wordt. Laten we elkaar helpen om dit te realiseren, bijvoorbeeld door transparantie en vertrouwen. Ga bijvoorbeeld niet, terwijl vanaf het begin duidelijk is gecommuniceerd welke garantie of uitkoop nodig is voor een productie, op de valreep van de programmering proberen voor een dubbeltje op de eerste rang te komen zitten. Zeg het liever meteen als je het te begrotelijk vind, dan weet een producent waar hij aan toe is. Overpeinzing 10
Tot slot: waarom heb ik mijn studie geneeskunde niet afgemaakt? Hartelijk dank voor jullie aandacht! Amsterdam, 9 september 2015