Programma van toetsing en afsluiting VMBO – T, klas 3 en 4, 2013 – 2015 De Foorakker
23 september 2013 S. Saakstra Locatiedirecteur De Foorakker
1
Inhoudsopgave blz: Inleiding Leeswijzer Deel 1 1. Het examen 2. Het Schoolexamen 3. Periode indeling schoolexamen 4. Herkansing 5. Absentie 6. Onregelmatigheden 7. Verlengd mondeling 8. hulpmiddelen 9. Examendossier 10. Beoordeling extra vakken 11. Kunstvakken 1(verplicht) 12. CKV (verplicht) 13. De Rekentoets (verplicht) 14. Maatschappijleer 1(verplicht) 15. Sport en Bewegen (verplicht) 16. Handelingsdeel 17. Sectorwerkstuk 18. Praktische opdrachten 19. Centraal eindexamen 20. Uitslag examen 21. Diploma en cijferlijst 22. Certificaat en cijferlijst 23. Afwijkende wijzen van examen doen 24. Herkansing centraal schriftelijk 25. Bewaarduur examenwerk 26. Berekening eindcijfer 27. Afspraken examendocenten 28. Belangrijke data 29. Contactpersonen en instellingen
2 3 4
Deel 2 1. Nederlands 2. Duits 3. Engels 4. Geschiedenis en staatsinrichting 5. Aardrijkskunde 6. Wiskunde 7. Nask 1 8. Nask 2 9. Biologie 10. Economie 11. Lichamelijke opvoeding 12. LO2 13. Maatschappijleer 14. Ckv
12 13 16 17 18 19 21 22 23 24 26 28 29 31 33
Deel 3 : het examenreglement
35
Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
I II III IV V VI
5
6
7
8
9
10
11
Algemene bepalingen 37 Inhoud van het eindexamen 39 Regeling van het examen 40 Het centraal examen 42 Uitslag, herkansing en diplomering 43 Overige bepalingen 46
2
Aan de leerlingen, Je bent nog maar net gestart in klas 3 en nu al wordt het serieus: dit boekje gaat over het examen. In de komende twee jaar bouw je je resultaten op en sluit je het af met het centraal schriftelijk examen. Hierbij krijg je het examenreglement en het officiële Programma van Toetsing en Afsluiting. Dit korten we af met PTA. In dit boekje staat precies beschreven wat je moet doen om aan alle eisen te voldoen, die er zijn om het diploma ‘vmbo – theoretische leerweg’ te behalen. Het boekje gaat over een periode van twee jaar en is bedoeld om duidelijkheid te geven over alle regels voor de examenkandidaten, maar ook voor ons als leraren. Ik wens je een succesvolle examenperiode toe en ik hoop (en verwacht) aan het einde hiervan je een diploma te mogen geven.
S. Saakstra, Locatiedirecteur
3
Leeswijzer Dit boekje bevat drie onderdelen: Deel 1: PTA - algemeen In dit eerste deel vind je de regels zoals die gelden voor het schoolexamen en het centraal schriftelijke examen en wat je rechten en plichten zijn Deel 2: PTA per vak In het tweede deel staat per vak beschreven wat er van je wordt gevraagd. Deel 3: Examenreglement Het derde deel is het officiële examenreglement: hierin staan de formele regels beschreven. Waar mogelijk wordt verwezen naar het programma van toetsing en afsluiting. Het examenreglement en het PTA zijn met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Aan de tekst kunnen echter geen rechten worden ontleend. Hiervoor geldt het officiële examenbesluit. Dit is beschikbaar via www.eindexamen.nl Bij twijfel over de regels kun je het best naar je examensecretaris stappen. Als je het om welke reden dan ook, niet eens bent met de vastgestelde eindcijfers van het schoolonderzoek, kun je tot 1 mei 2015 schriftelijk bezwaar maken per aangetekende brief bij de directeur. Uiteraard is dit de laatste stap: eerst ga je naar je docent en eventueel de examensecretaris, zodat snel oplossingen gezocht kunnen worden. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of onduidelijk is, beslist de directeur. Als je het niet eens bent met een beslissing van de directeur, kan jij of je ouders in beroep gaan bij de commissie van beroep. Deze bestaat uit een andere schooldirecteur van Piter Jelles, een beleidsmedewerker van Piter Jelles en een MR- lid, bij voorkeur uit de oudergeleding. Dit Programma van Toetsing en Afsluiting geldt voor het cursusjaar 2013-2015: Klas 3 vmbo–t, 2013 – 2014 Klas 4 vmbo–t, 2014 – 2015.
4
Deel 1 Programma van toetsing en afsluiting; algemene deel 1
Het examen
Het totale examen duurt twee jaar en bestaat uit de volgende onderdelen: Het schoolexamen ( waarin ook een sectorwerkstuk) De extra vakken SB, kunstvakken 1, maatschappijleer 1 Het centraal schriftelijk ( het ‘eindexamen’) 2
Schoolexamen
Je maakt voor het schoolexamen schriftelijke of mondelinge tentamens. Ook een practicum, een handelingsdeel en een praktische opdracht kunnen daarbij horen. De resultaten tellen mee bij het eindcijfer van het schoolexamen. Per vak worden deze onderdelen apart benoemd in het PTA. Ook wordt het sectorwerkstuk als een onderdeel van het schoolexamen aangemerkt. 3
Periode indeling schoolexamen
Het schoolexamen wordt verdeeld in 2 perioden. Klas 3
1 aug 2013 – 31 juli 2014
Periode 1
Klas 4
1 aug 2014 – 1 mei 2015
Periode 2
4 Herkansing Van elke periode mag je per vak per periode maximaal 1 toets herkansen. Klas 3
Periode 1
Herkansen voor 31 juli 2014
Klas 4
Periode 2
Herkansen voor 1 mei 2015
Toetsen van periode 1 moeten dus aan het eind van het derde 3 jaar afgerond zijn en mogen niet herkanst worden in het 4e jaar. Van de toetsen van periode 2 mag één herkansing gegeven worden, met uitzondering van maatschappijleer 2, daarvan mogen er twéé gegeven worden. Uiteraard telt het hoogst behaalde cijfer. Bij de stofomschrijving voor elk vak staat welke onderdelen je mag herkansen. Het schoolonderzoek wordt 1 mei 2015 afgesloten. 5
Absentie
Als je voor het examen of schoolonderzoek ziek bent of met een andere reden echt niet op school kan komen, bel jij of je ouders voor het examen of schoolonderzoek met school en meldt dit aan de directeur, deelschoolleider of examensecretaris. Als je niet belt, ben je onwettig afwezig. Dit kan betekenen dat je uitgesloten kan worden van verdere deelname aan het schoolonderzoek. Zodra je weer op school kunt komen, moet de absentie alsnog ook schriftelijk door je ouders gemeld worden, met handtekening, bij de administratie van de school. Vervolgens neem je meteen contact op met de examensecretaris. Deze zal in overleg met de docenten voor de desbetreffende vakken een nieuwe datum vaststellen voor het gemiste examen. Soms kan een door ziekte gemist examen vervangen worden door een mondeling examen of omgekeerd.
5
6
Onregelmatigheden
Indien je je aan enige onregelmatigheid schuldig maakt (bijvoorbeeld afkijken) of afwezig bent zonder geldige reden, kan de schooldirecteur de volgende maatregelen nemen: 7
het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het schoolexamen of centraal examen; het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of centraal examen; het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de schooldirecteur aan te wijzen onderdelen. Verlengd mondeling
Zowel jij als de docent kunnen bij de directeur een verlenging aanvragen van het mondelinge schoolexamen. Deze beslist, in overleg met de docent-examinator. Zowel examinator als de leerlingen moeten dit verzoek binnen 1 werkdag na het mondeling schoolexamen schriftelijk indienen bij de secretaris van de examencommissie. Het verlengd mondelinge examen, dat niet langer duurt dan het oorspronkelijke examen wordt zo spoedig mogelijk afgenomen. Het cijfer wordt afgeleid uit het resultaat behaald op het oorspronkelijke schoolexamen en het verlengd examen samen. 8
Hulpmiddelen
Bij de (school)examens mag je alleen goedgekeurde rekenmachines gebruiken. De meeste rekenmachines geven geen problemen. Vraag je docent er even naar. Met name programmeerbare rekenmachines zijn vaak verboden. Bij alle schriftelijke examens mag je het woordenboek Nederlands gebruiken en bij een moderne vreemde taal mag je woordenboek van en naar de moderne vreemde taal gebruiken. Voor de Nask 1 en Nask 2 mag een Binas-boekje worden gebruikt. Voor aanvang van het examen wordt bekend gemaakt welke versie gebruikt mag worden. 9
Examendossier
Alle schoolexamenresultaten die je haalt, worden gebundeld in het examendossier. Het dossier is een overzicht van alle afgelegde toetsen, uitgevoerde opdrachten en behaalde resultaten. Het examendossier bevat: de resultaten van het schoolexamen de extra vakken van het derde leerjaar, namelijk: o Maatschappijleer 1 o Kunstvakken 1 o Lichamelijke Oefening de stage 10
Beoordeling extra vakken
De extra vakken moeten als volgt worden afgesloten: het eindcijfer voor elk van deze vakken is niet lager dan vijf. indien het eindcijfer lager is dan vijf, moet de leerling alle werkopdrachten voor dat vak gemaakt hebben. Als een leerling het niveau of bepaalde onderdelen niet aan kan, kan de docent vervangende werkopdrachten geven.
6
11
Kunstvakken 1 (verplicht)
Kunstvakken 1 gaat het om het onderdeel culturele en kunstzinnige vorming (ckv). Kunstvakken 1 kent alleen een schoolexamen, geen centraal examen. Door het ontbreken van een centraal examen wordt kunstvakken 1 evenals maatschappijleer 1 en lichamelijke opvoeding aan het eind van klas 3 afgesloten. Leerlingen krijgen voor kunstvakken 1 geen cijfer op hun cijferlijst bij het diploma, maar de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’. Een leerling krijgt geen vmbo-diploma als het vak niet ‘voldoende’ of ‘goed’ afgerond is. Evenals de bovenstaande vakken en het sectorwerkstuk dient kunstvakken 1 uiterlijk een week voordat de uitslag bekend is afgerond te worden (Is dit niet het geval, dan is de leerling gezakt ongeacht zijn overige resultaten) 12
CKV (verplicht)
Ckv is een verplicht examenonderdeel en moet voldoende worden afgesloten. Kern van het examenonderdeel ckv is dat je deelneemt aan tenminste vier culturele activiteiten, een kunstdossier samenstelt. De activiteiten vinden plaats buiten de school, bijvoorbeeld een bezoek aan de schouwburg, bioscoop of concertzaal 13
De Rekentoets
(verplicht)
De rekentoets is een onderdeel van het examen vmbo. In schooljaar 2013 – 2015 zal deze toets in klas 3 worden afgenomen. 14
Maatschappijleer 1 (verplicht)
Maatschappijleer 1 wordt in klas 3 afgesloten en geldt als volwaardig examenvak mee bij de ‘zak-slaag regeling’: je krijgt er dus ook een cijfer voor! Het is dus ook mogelijk dit vak te herkansen als je een eindcijfer hebt lager dan een 6. 15
Lichamelijke Oefening (verplicht)
Lichamelijke Oefening wordt afgesloten in klas 3 en moet afgesloten worden met een ‘voldoende’ of ‘goed’. Behaal je dit niet kan je nog wel deelnemen aan het examen maar krijg je geen diploma. Als je het vak niet kan volgen vanwege bijvoorbeeld medische gronden, kan je een vrijstelling aanvragen bij de directeur. De directeur bepaalt uiteindelijk of je aan de inspanningsverplichting voor lichamelijke opvoeding voldaan hebt of niet. 16
Handelingsdeel
Met een handelingsopdracht kunnen leerstofonderdelen afgesloten worden die de docent niet met een cijfer kan of wil beoordelen. Deelnemen is voldoende. Je sluit het meestal af met een verslag of presentatie. De docent bepaalt of de activiteit en het verslag naar tevredenheid, dat wil zeggen serieus is uitgevoerd. Zo niet dan volgt een herhalingsopdracht. Handelingsopdrachten zijn, hoewel hiervoor geen cijfer wordt gegeven, belangrijk en moeten afgesloten worden voor het examen. Het niet afsluiten van een handelingsopdracht kan leiden tot uitsluiting van de centrale examens.
7
17
Sectorwerkstuk
Het sectorwerkstuk is één van de verplichte onderdelen van het schoolexamen. Het sectorwerkstuk kan als de meesterproef van deze leerweg gezien worden. Vaardigheden in combinatie met kennis en inzicht staan bij het sectorwerkstuk centraal. Je kunt een thema kiezen dat binnen je eigen sector past en zo mogelijk aansluit bij de stage in de derde klas. Het thema kan verbonden zijn met één of meerdere specifieke vakken, maar het kan ook gericht zijn op een vervolgopleiding of beroep. Je bent minimaal 20 uur bezig met het sectorwerkstuk en moet in het derde leerjaar gemaakt worden en voor de herfstvakantie in klas 4 gepresenteerd en afgerond zijn. Je wordt door twee docenten op zowel het proces als het product beoordeeld met een ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Je krijgt geen vmbo-diploma als je het sectorwerkstuk niet met een ‘voldoende’ of ‘goed’ afgerond hebt. 18
Praktische opdrachten
Bij alle vakken kunnen praktische opdrachten voorkomen, waarbij zowel het proces als het product wordt beoordeeld. Je kunt de praktische opdracht de vorm geven van een product of werkstuk of een presentatie. Elke kandidaat moet ten minste twee praktische opdrachten van ten minste tien uur hebben uitgevoerd. 19
Centraal eindexamen
Alle vakken kennen een centraal examen behalve drie beschermde vakken: ‘maatschappijleer 1’, ‘kunstvakken 1’ en ‘lichamelijke opvoeding’. Het centrale eindexamen bestaat meestal alleen uit een centraal schriftelijk examen, een toets waarbij je vragen en opdrachten schriftelijk of eventueel met ict beantwoordt. Een examen duurt 120 minuten. Afspraken, regels, tips en gegevens voor de eindexamenkandidaten: Na inlevering van alle schoolonderzoekcijfers door de school bij de inspectie kun je deelnemen aan het Centraal Schriftelijk Examen (CSE). De Binasboekjes en tabellen moeten, evenals de rekenmachines, aan het begin van elke zitting voor controle door een toezichthouder worden klaargelegd. Voor alle hulpmiddelen (potlood, pen, gum, passer, driehoek, rekenmachine, enz.) geldt, dat je tijdens het examen niet van anderen mag lenen Het gebruik van correctiemiddelen, zoals Tipp-Ex en tape is verboden. Het meenemen in de examenzaal van jassen, tassen, mobiele telefoons en etuis is niet toegestaan. De examenroosters geven aan waar je moet zijn en hoe laat. (Het is verstandig van te voren de gegevens ook nog eens apart op een kalender of in je agenda te zetten en ze thuis door te geven!) Het is erg belangrijk, dat iedereen ruim op tijd aanwezig is; zorg dat je minstens 10 minuten voor het begin van een examen aanwezig bent. Je krijgt geen uitstel van je examen. Tests, rijexamens of keuringen die samenvallen met examens moet je verzetten. 20
Uitslag examen
Je bent geslaagd als je aan deze drie voorwaarden voldoet: 1 Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn. 2 a. Maximaal één 5 en voor de andere examenvakken een 6 of hoger, of b. Maximaal één 4 en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of c. Tweemaal een 5 en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger. 3 Voor de vakken lichamelijke opvoeding en ckv én voor het sectorwerkstuk de kwalificatie “voldoende” of “goed”. 4 Eindcijfers Nederlands en rekenen ten minste een 5 en een 5.
8
21
Diploma en cijferlijst
1.
Je krijgt van de schooldirecteur of zijn vervanger op grond van de definitieve uitslag van het eindexamen een cijferlijst waarop, voor zover van toepassing, zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, het thema van het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg vmbo-t. de eindcijfers voor de examenvakken, de uitslag van het eindexamen De schooldirecteur reikt je, op grond van de definitieve uitslag van het examen het diploma uit als je geslaagd bent. Op het diploma vmbo is de leerweg vermeld waarop de uitslag is gebaseerd. Indien je in meer vakken examen hebt afgelegd dan in de vakken die tenminste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld. De schooldirecteur en de betrokken secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten.
2. 3. 4. 22
Certificaat en cijferlijst
Als je definitief bent afgewezen voor het eindexamen vmbo én de school verlaat, krijg je van de schooldirecteur of deelschoolleider een certificaat. Op dit certificaat staat vermeld (voor zover van toepassing): het vak of de vakken waarvoor je een eindcijfer 6 of meer hebt behaald, en het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met “goed” of “voldoende”.
Duplicaten van afgegeven diploma’s certificaten, vrijstellingsbewijzen en cijferlijsten worden niet verstrekt.
23
Afwijking wijze van examineren
24
De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. De schooldirecteur bepaalt de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Dit kan als er sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap of als er een verklaring is van een psycholoog of orthopedagoog. De aanpassing kan bestaan uit een verlenging van de duur van het examen met hoogstens 30 minuten of een andere aanpassing. Dit kan als je hoogstens zes jaren onderwijs in Nederland hebt gehad en de Nederlandse taal onvoldoende beheerst en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. Het examen kan dan worden verlengd met maximaal 30 minuten en er kan een verklarend woordenboek der Nederlandse taal worden gebruikt. Ingeval van langdurige ziekte kan het examen worden gespreid. Herkansing centraal examen
Bij een herexamen doe je een vak over waarvoor het schoolexamen reeds volledig is afgerond. Dit is soms nodig om alsnog te slagen. Ook kan je een herexamen doen om één van je cijfers te verbeteren. Een herexamen is iets anders dan een herkansing ( dit is onderdeel van het schoolexamen). Je hebt het recht om voor één vak waarin je reeds examen hebt afgelegd in het tweede of derde tijdvak opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. Je meldt dit schriftelijk aan de directeur. Het hoogste cijfer behaald bij het herexamen en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van het herexamen wordt de uitslag definitief vastgesteld en wordt deze schriftelijk aan je bekend gemaakt. 9
25
Bewaarduur examenwerk
De school moet het centraal examenwerk van alle kandidaten ten minste tot zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaren. Voor de toetsen, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en sectorwerkstukken gemaakt in het kader van het schoolexamen bestaat een dergelijke regeling niet. Als het resultaat van de betreffende toets of opdracht eenmaal definitief vaststaat, kan het werk aan de kandidaten meegegeven worden. 26
Berekening eindcijfers Schoolexamen
Algemene vakken Maatschappijleer 1 Kunstvakken 2 27
Centraal schriftelijk examen 50% n.v.t 25%
Afspraken die gelden voor docenten
28
50% 100% 50%
Praktisch deel van het centraal examen n.v.t n.v.t 25%
De docent is verantwoordelijk voor zijn of haar PTA. De docent houdt zich strikt aan het PTA; afwijkingen gaan altijd in overleg met de examensecretaris. Alle toetsen die door de docent afgenomen worden volgens het PTA, worden van te voren voorzien van een normering. Van iedere afgenomen toets wordt een exemplaar bij de examensecretaris ingeleverd. De docent vermeldt minimaal 10 werkdagen van te voren op de toetskalender, wanneer er een toets is gepland. Staat deze toets niet op de kalender vermeld, dan is het geen geldige toets die meetelt voor het schoolexamencijfer. Per dag wordt maximaal 1 toets ingepland. De leerlingen worden uiterlijk binnen 10 werkdagen van de uitslag op de hoogte gebracht. De docent voert de uitslag binnen 10 werkdagen in het SOM systeem in. Indien een geplande toets niet door gaat, wordt in overleg met de examensecretaris een nieuwe toetsdatum bepaald. Een toets bestaat uit een substantieel deel van de stof ( bijv: 2 hoofdstukken). De docent is eindverantwoordelijk voor de cijfers, behaald voor zijn vak. De docent zorgt voor herkansing(en) voor zijn vak Belangrijke data
SE De toetsmomenten worden in de vak PTA’s aangegeven per maand. De vakdocenten bepalen later wat het exacte moment van toetsing is. Er is daarvoor een toetsrooster beschikbaar op een voor leerlingen toegankelijke en bekende plaats. CE De data van het CE wordt nader bepaald en zal dan aan de leerlingen uitgedeeld worden.
10
29
Contactpersonen en instellingen
Er zijn ook algemene sites die informatie geven over het examen. Het landelijk actiecomité scholieren: De inspectie voor het voorgezet onderwijs:
www.laks.nl www.owinsp.nl www.eindexamen.nl
Examensecretaris:
De Foorakker, G Maat
[email protected]
Commissie van beroep :
College van bestuur Piter Jelles T.a.v. Herman Kramer Postbus 9002 8903 LA Leeuwarden
11
Deel 2 Programma van toetsing en afsluiting per vak
12
PTA 2013-2015, Nederlands Leerjaar 3 Dit is het PTA voor het vak Nederlands waarin je een doorlopende lijn van klas 3 naar klas 4 zult ontdekken. Alle onderdelen die hierin vermeld staan, tellen mee voor je eindcijfer van je Schoolexamen. Dat is het cijfer waarmee je het Centraal Examen ingaat. Je maakt ook schriftelijke toetsen voor je voortgangsdossier. Het gemiddelde cijfer daarvan wordt op 1 juni vastgesteld. Er zijn ook onderdelen waar je geen cijfer voor krijgt, maar een beoordeling, het handelingsdeel. Het bestaat uit boekverslagen en een fictiedossier. Als je het derde-klas-handelingsdeel niet af hebt of niet overal een V(oldoende) hebt staan, dan ga je niet naar klas 4. Bij niet-op-tijd inleveren van een onderdeel van het handelingsdeel komt er een S in het PTA. Alle handelingsdelen moeten vóór 1 juni positief beoordeeld zijn. Om mee te kunnen doen aan het Centraal Examen moeten alle onderdelen van het handelingsdeel minimaal met een voldoende worden afgesloten.
Periode
Maand
Stof
Eindterm
Toetsvorm
Weging
Herkansing
Opmerking
Heel veel succes en als je vragen hebt over dit PTA: ga ermee naar je docent Nederlands!
oktober t.m. april
Spreekopdracht nr. 1
Ne/K/5
M
1
ja
1
Spreekduur: 8 tot 10 minuten
1
Week 44 november
Fictiedossier Opdr. 1 Boekverslag 1
Ne/K/8 V1/V2/V3
H
1 Min. V
1
Week 51 december Week 6 februari
Boekverslag 2
V1/V2/V3
H
Min. V
1.Zakelijke brief 2.Kijk- en luistervaardigheid Boekverslag 3
Ne/K/6 Ne/K/4
S
1
V1/V2/V3
S H
1 Min. V
Week 12 maart
Schrijfvaardigheid Opdracht vrij schrijven
Ne/K/6
S
1
Fotostrip maken
Ne/K/6
H
1
Leesvaardigheid: Eindtoets klas 3
Ne/K/7
S
1
1
Week 12 en week 13 maart Week 15 april Week 19 mei
Fictiedossier opdr. 2 Filmverslag Nederlandse film Eindtoets GrammaticaSpelling
Ne/K/8
H
Min. V
1
Ne/K/7
S
1
Toetsdossier: gemiddelde cijfer van de toetsen uit het voortgangsdossier *
Ne/K/7
S
2
1
1
1
1
Week 8 februari
1
Week 23 juni
1
Juni
Per periode 1 herkansing 13
1.ja
ja
inleverdatum 26 maart 2013
ja
ja
* Toelichting : Toetsdossier: gemiddelde cijfer van de toetsen uit het voortgangsdossier Het laatste cijfer van het derde jaar vmbo-T-PTA Nederlands is een verzamelcijfer van alle toetsen die naast de PTA-toetsen worden gegeven, de toetsen voor het voortgangsdossier. Dit cijfer wordt samengesteld uit de volgende toetsen: a. een toets Spelling werkwoordsvormen b. een toets vreemde woorden c. een toets Grammatica, redekundig ontleden d. een toets Grammatica, taalkundig ontleden e. een toets Lezen f. een toets Woordenschat Elk onderdeel weegt één keer mee, het eindcijfer wordt bepaald door de som der getallen te delen door zes. Dit cijfer wordt dan in het PTA opgenomen met een weging van 2. De data van deze voortgangsdossiertoetsen zijn nog niet vast te stellen op dit moment.
14
PTA 2013-2015, Nederlands
maand
Stof
Eindterm
Toetsvorm
Weging
oktobermaart
Spreekvaardigheid, Spreekopdracht 2
Ne/ K/5
M
1
2
Week 41 oktober
Boekverslag 4
V1/V2 V3
H
Min. V
2
Week 47 november
Boekverslag 5
V1/V2 V3
H
Min. V
2
januari
Kijk- en Luistervaardigheid
Ne/ K4
S
2
Week 2 januari
Hoofdstuktoets 1 uit Nieuw Nederlands
Ne/K2 K3
S
1
2
Week 3 januari
Boekverslag 6
V1/V2/ V3/K8
H
Min.V
2
Week 6 februari
Deeltoets Lezen uit Nieuw Nederlands en deel examen
Ne/K2 K3
S
1
ja
2
Week 9 februari
Zakelijke brief
Ne/K/6
S
1
ja
2
Week 10 maart
Filmverslag Nederlandse film
Ne/ K8
H
Min. V
2
april
Tentamen fictiedossier
Ne/ K8
M
3
2
2
15
Opmerking
Periode
Herkansing
Leerjaar 4
Spreekduur: 8 tot 12 min.
CITO-eind toets L&K, vmbo-T ja
PTA 2013 – 2015 Duits Leerjaar 3 en 4
Herkansing
1
Nee
Luister/kijkvaardigheid
S
1
Nee
mei
Landeskunde
P
V/G
Nee
1
mei
Gespreksvaardigheid
K.1 - 8
M
1
Ja
1
jun
Leesvaardigheid
K.1 - 8
S
1
Nee
2
nov
toets NK4 K.1 en 2
K.1 - 2
S
1
Ja
2
jan
toets NK4 K.3 en 4
K.3 - 4
S
1
Ja
2
mrt
toets NK4 K.5 en 6
K.5 - 6
S
1
Ja
2
okt
Leesdossier
P
V/G
Nee
2
dec
Kijkdossier
P
V/G
Nee
2 2
feb mrt
Luister/kijkvaardigheid Schrijfvaardigheid
K.1 - 6
S S
2 2
Nee Ja
Cito-Kijk/luister Brief
2
apr
Gespreksvaardigheid
K.1 - 6
M
2
Ja
15 minuten per kandidaat
feb
Leesdossier
1
mrt
Leestoets
1
apr
1
K.1 - 6
Per periode bestaat de mogelijkheid tot herkansing van één onderdeel
16
Opmerking
Weging
S
1
Eindterm
Nee
Stof
V/G
Maand
P
Periode
Toets-vorm
Het programma van toetsing en afsluiting voor het vak Duits bestaat uit: algemene taaltoetsen gerelateerd aan de hoofdstukken van de methode Neue Kontakte: 3 toetsen in periode 2 1 Leestoets (periode 1) 1 lees/literatuuronderdeel (periode 1); 1 lees/literatuuronderdeel in periode 2. Dit onderdeel moet goedgekeurde verwerkingsopdrachten bevatten van minimaal 6 artikelen, 2 boeken, 2 korte verhalen of gedichten. Het leesdossier moet worden afgesloten met een V (voldoende) of G (goed). 1 Kijkdossier bestaande uit een samenvatting van 2 Duitstalige films of documentaires, in overleg met de docent gekozen (periode 2). 2 Gespreksvaardigheidstoetsen (mondeling) n.a.v. vooraf vastgestelde onderwerpen: 1 in periode 1 en 1 toets in periode 2. 1schrijfvaardigheidstoets (brief) in periode 2. 2 Cito-toetsen luister- en kijkvaardigheid; één in periode 1 en één in periode 2.
Cito-Kijk/luister
PTA 2013– 2015, Engels Leerjaar 3 en 4
Eindterm
Toetsvorm
Weging
maart/april
Luistervaardigheid 1
K5
S
1
april/mei
Schrijfvaardigheid 1
K7
S
1
mei/juni
Spreekvaardigheid 1
K6
M
1
o.a. met spreekkaarten uit werkboek deel a
mei/juni november
Leesdossier Taalverwerving I (toets H 1+2 + extra vocab) Taalverwerving II (toets H 3+4 + extra vocab) Taalverwerving III (toets H 5+6 + extra vocab) Luistervaardigheid 2
K 1/4 K 1/7
S S
V/G 1
1 boek, 3 artikelen
K 1/7
S
1
K1/7
S
1
K5
S
2
CITO Kijk- en luistertoets compleet (zie boven)
1
1
1 Klas 4: 2
februari 2
Herkansing
Maand
Klas 3: 1
Stof
Periode
Opmerking
Het examendossier bestaat uit een leesdossier en (in klas 4) de toetsen ‘Taalverwerving’, d.w.z. toetsen over de opgegeven leerstof (uit o.a. Stepping Stones). Het leesdossier moet goedgekeurde verwerkingsopdrachten bevatten van minimaal 6 artikelen, 3 boeken, 2 korte verhalen en 2 gedichten. Het leesdossier moet worden afgesloten met een V (voldoende) of G (goed). De vaardigheden schrijven, luisteren en spreken worden zowel in klas 3 als in klas 4 getoetst.
*
*
z
april
2
februari
2
maart
Leesdossier
K1-4
S
V/G
2
maart
K7
S
2
*
2
april
Schrijfvaardigheid 2 Spreekvaardigheid 2
K6
M
2
*
* Schrijfvaardigheid of Spreekvaardigheid is herkansbaar, mits eerdere opdrachten op tijd zijn uitgevoerd.
17
PTA 2013 – 2015, Geschiedenis
K6/K3/V3/V7/ V8
1
1 module toets
3
2 deeltoetsen
1
1 module toets
3
2 deeltoetsen
1
1 module toets
3
J 1
1
2
Jan / Feb
Mei/juni
Sept Okt
2
Dec/jan
2
Mrt/april
De koloniale relatie Indonesië - Nederland
Mentale ontwikkeling in Nederland na 1948.
K 4/ K3/V1/V7/V8
K8/ K3/V5/V7/V8
J
J
Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland.
K7/ K3/ V4 V7/V8
2 deeltoetsen
1
1 module toets
3
J
Staatsinrichting van Nederland. CE onderwerp Overzicht van de geschiedenis van de 20e en 21e eeuw. CE onderwerp
K5/ K3/ V2 V7/V8 K/10 K3/ V/9 V7/V8
2 deeltoetsen
1
J
2 deeltoetsen
1
J
18
Opmerking
2 deeltoetsen
Herkansing
Weging
De industriële samenleving in Nederland.
Toetsvorm
Okt/ Nov
Eindterm
Maand
1
Stof
Periode
Leerjaar 3 en 4
PTA 2013 – 2015, Aardrijkskunde
Toetsvorm
Weging
Herkansing
Nov
Arm en Rijk
K1 K2 K7 V4 V7 V8
S
1
Ja
1
Feb
Grenzen en Identiteit
K1 K2 K9 V6 V7 V8
S
1
Ja
1
Jun
Bronnen van Energie
K1 K2 K5 V2 V7 V8
S
1
Ja
Stof
Over deze periode mag 1 tentamen herkanst worden
19
Opmerking
Maand
1
Eindterm
Periode
Leerjaar 3
PTA 2013 – 2015, Aardrijkskunde
Toetsvorm
Weging
Herkansing
Nov
Bevolking en Ruimte
V4 V7 V8 K2 K2 K7
S
2
Ja
2
Jan
Weer en Klimaat
K4 V1 K3 K7 K1 K8
S
2
Ja
2
Apr
Water
K4 V1 K3 K7 K1 K8
S
2
Ja
Stof
Over deze periode mag 1 tentamen herkanst worden
20
Opmerking
Maand
2
Eindterm
Periode
Leerjaar 4
PTA 2013 – 2015, Wiskunde Leerjaar 3 en 4
Juni
H7 Oppervlakte en inhoud + H8 Rekenen
1
Juli
Praktische opdracht 1
Opmerking
1
Herkansing
H4 Statistiek en kans
Weging SE
Januari
Toetsvorm
1
Eindterm
Stof
Maand
Periode
Het schoolexamen voor het vak wiskunde bestaat uit: - 8 schriftelijke toetsen en 4 handelingsdelen in de vorm van ICT- en praktische opdrachten De handelingsdelen moeten minimaal met een voldoende beoordeeld en in de aangegeven periode afgerond zijn. Onder ‘Opmerkingen’ staat de codering die in het cijferprogramma gehanteerd wordt. PO = Praktische Opdracht (Handelingsdeel H), SE = Schoolexamen (schriftelijke toets S) ICT = computeropdracht. Het eindcijfer SE is het gemiddelde van de 8 schoolexamens.
K7-1,2,4,5
S
1
Ja*
SE-W1
V1-5/K6 V1/K5
S
1
Ja*
SE-W2
V4 + K8/K3
H
S/O/V/G Nee
PO-W1
*) Eén van de twee toetsen mag worden herkanst. De herkansing vindt plaats binnen 15 lesdagen na beoordeling.
2
Vóór Herfst vakantie
Praktische Opdracht 2
V4 + K8/K3
H
S/O/V/G Nee
PO-W2
2
Oktober
H1 Verbanden 1: macht, exponent, wortel
V1 + K4
S
1
Ja*
SE-W3
2
November
H2 Hoeken en afstanden Goniometrie
V1 + K6
S
1
Ja*
SE-W4
2
December
H3 Verbanden 2: formules en grafieken
V1 + K4
S
1
Ja*
SE-W5
2
Vóór Kerst vakantie
ICT opdracht VU Grafiek H3
K7/V3
H
S/O/V/G Nee
ICT-W1
H4 wordt overgeslagen 2
Januari
H5 Examenopgaven Rekenen
V1,2,4 + K5
S
1
Ja*
SE-W6
2
Februari
H6 Examenopgaven Meetkunde 1
V1,2,4 + K6
S
1
Ja*
SE-W7
2
Maart
H7 Examenopgaven Verbanden
V1,2,4 + K4
S
1
Ja*
SE-W8
2
April
H8 Examenopgaven Meetkunde 2
V1,2,4/K6
H
S/O/V/G Nee
PO-W3
*) Herkansen geschiedt volgens de geldende afspraken. 21
PTA 2013 – 2015, NASK1 (NATUURKUNDE)
Weging
Herkansing J
K/7
S
1
J
K/10
S
1
J
K/11
S
1
J
oktober
Boek 4: Hoofdstuk 1 Krachten Hoofdstuk 6 werktuigen Hoofdstuk 10 Bewegingen Hoofdstuk 11 Kracht en Beweging
K3, K9, V1, V2
S
3
J
januari
Boek 4: Hoofdstuk 2 Warmte Hoofdstuk 3 Energie Hoofdstuk 7 Stoffen Hoofdstuk 8 Materialen
K3, K4, K6
S
3
J
2
maart
Boek 4: Hoofdstuk 4 Elektriciteit Hoofdstuk 9 Schakelingen Hoofdstuk 5 Geluid
K3, K5, K8
S
3
J
2
maart
Practicum Schakelingen
Leerjaar 3: 1 1 1 1
januari
Boek 3: Hoofdstuk 4 Het weer februari Boek 3: Hoofdstuk 5 Licht mei
Boek 3: Hoofdstuk 7 Materie
juni
Boek 3: Hoofdstuk 8 Straling
Leerjaar 4:
2
2
K1,K2, P 2 K3 Over elke periode mag 1 tentamen herkanst worden
22
J
Opmerking
Toetsvorm
1
Stof
S
Maand
K/12
Periode
Eindterm
Leerjaar 3 en 4
PTA 2013 – 2015, Nask 2 (scheikunde) Leerjaar 3 en 4
Gewicht
Herkansing
S
2
Ja
K7,8,10
S
2
Ja
K1,4,9,10
S
2
Ja
K2,3,6; V2
P
1
Nee
Alle
S
2
nee
K2,3,6; V2
HD
1
Nee
Leerjaar 3: Geen PTA onderdelen in leerjaar 3 Leerjaar 4: Hoofdstuk 1,2,3
2
oktober/november
2
Januari/februari
2
Maart/april
2
April
Practicumtentamen
2
Gedurende schooljaar
Gemiddeld cijfer Hoofdstuktoetsen Zie opmerking 1
2
Gedurende schooljaar
Praktisch product of stofonderzoek. Zie opmerking 2
Hoofdstuk 4,5,6 Hoofdstuk 7,8,9
Opmerking 1. Elk hoofdstuk van het lesboek wordt afgesloten met een toets. Het gemiddelde van deze toetsen, met elk dezelfde weging, telt mee in het PTA als Gemiddeld cijfer Hoofdstuktoetsen. Opmerking 2. Gedurende het schooljaar zullen 3 verschillende proeven worden uitgevoerd. Hiervan wordt een proefverslag geschreven. Deze wordt als o/v/g beoordeeld.
23
Opmerking
Toetsvorm
K4,7,11
Eindterm
Stof
Maand
Periode
.
PTA 2013 – 2015, Biologie
Toetsvorm
Weging
Herkansing
sept
Thema 1 Organen en cellen
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/4, BI/K/5, BL/K/6, Bl/K/7, Bl/V4
S
1
Nee
1
Okt
Thema 2 Ordening
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/11
S
1
Nee
1
Nov
Thema 3 Voortplanting
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/12, Bl/K/13, Bl/V/2
S
3
Ja
1
Jan
Thema 4 Erfelijkheid
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/13
S
3
Ja
1
Jan
PO
1
1
Febr
Thema 4 Erfelijkheid handelingsdeel Thema 5 Evolutie
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/13
PO
1
1
Thema 6, Regeling
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/7,BI/K11 Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3,BI/K11
S
3
Ja
1
Febr/ Mrt Mrt/Apr
S
3
Ja
1
Mei
Thema 8, Stevigheid
S
3
Ja
1
Juni
Thema 9, Gedrag
S
3
Ja
1
Gehele jaar
Alle thema’s voortgang
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/7,BI/K8 Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/6,BI/V2 Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/7,BI/K11
S
1
Nee
1
Gehele jaar
Practicum
BI/V/4
P
2
Nee
Stof Thema 7, Zintuigen
Over deze periode mag 1 tentamen herkanst worden
24
Opmerking
Maand
1
Eindterm
Periode
leerjaar 3
PTA 2013 – 2015, Biologie
Weging
Herkansing
Thema 1 Stofwisseling
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/4, BI/K/9
S
2
Nee
2
Okt
Thema 2 Planten
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/4, BI/K/6, BI/K12
S
2
Nee
2
Okt/nov
Tentamen I Stofwisseling en Planten
S
4
Ja
2
Nov
Ecologie
BI/K/1, BI/K/2, BI/K/3, BI/K/4, BI/K/5, BI/K6, BI/K/11, BI/V/2
S
2
Nee
2
Nov/Dec
Thema 6 Gaswisseling
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/4, BI/K9
S
2
Nee
2
Dec
Thema 7 Transport
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/9, V1
S
2
Nee
2
Jan
Tentamen II Gaswisseling en Transport
S
4
Ja
2
Jan
2
Nee
2
Febr
S
2
Nee
2
Mrt
S
4
Ja
2
Mrt/Apr
Thema 5 Voeding en vertering Thema 8 Opslag, uitscheiding Tentamen III Voeding/vertering en Opslag en uitscheiding Tentamen practicum IV
P
2
Nee
Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/9 Bl/K/1, Bl/K/2, Bl/K/3, Bl/K/8,BI/K9,V1
BI/V/4
Over deze periode mag maar 1 tentamen herkanst worden
25
Opmerking
Toetsvorm
sept
Eindterm
Maand
2
Stof
Periode
Leerjaar 4
PTA 2012 – 2014, Economie
Weging
Wikken en wegen
Ecv 3.1
S
1
1
Okt.
Thuis in geldzaken
Ecv 3.2
S
1
1
Nov.
Geld over en tekort
Ecv 3.3
S
1
1
Dec.
wonen
Ecv 3.4
S
1
Dec.
Beoordeling werkboek 1
Stof
1
Jan.
Werken voor de winst
Ecv 3.5
HD S
1
Feb.
werken
Ecv 3.6
S
1
1
Mrt.
Werkloos
Ecv 3.7
S
1
1
April
Tentamen “Werken”. Hoofdstuk 5 , 6 en 7
Ecv 3.8
S
2
1 1
Mei. juni.
Productie en technologie Beoordeling werkboek
Ecv 3.10
S HD
1
Per periode mag 1 tentamen herkanst worden
26
Opmerking
Toetsvorm
Sept.
Herkansing
Maand
1
Eindterm
Periode
Leerjaar 3
PTA 2013 – 2015, Economie
Weging
Laat nog wat over.
Ecv. 4.1
S
1
2
Okt.
Ecv. 4.2
S
1
2
Nov.
Nederland en de rest van de wereld Niet alleen op de wereld
Ecv. 4.3
S
1
2
Dec.
Tentamen natuur en milieu + Internationale ontwikkeling. Hoofdstuk 1 ,5 en 6.
Ecv. 4.4
S
2
2
Jan.
Rekentrainer Basis Werk voor de overheid
Ecv. 4.5
HD S
1
2
Feb.
Geld voor de overheid.
Ecv. 4.6
S
1
2
Feb.
Inkomen
Ecv. 4.7
S
1
2
Mrt.
Tentamen Overheid en bestuur, + verrijkingsdeel.
Ecv. 4.8
S
2
Consumptie Arbeid en productie.
Ecv. 4.9 Ecv. 4.10
S S
1 1
Tentamen Consumptie+ Arbeid en Productie.
Ecv. 4.11
S
2
2
Apr.
2
Apr.
Stof Rekentrainer Pro
HD
Over deze periode mag 1 tentamen herkanst worden
27
Opmerking
Toetsvorm
Sept.
Herkansing
Maand
2
Eindterm
Periode
Leerjaar 4
PTA 2013 – 2015, Lichamelijke Opvoeding Weging
Herkansing Ja
PO
1
Ja
PO
1
Ja
PO
1
Ja
PO
1
Ja
PO
1
Ja
Basistechnieken slaan (schuifslag), dribbel Positiespel 3-1 4-2 kunnen uitvoeren Spelsituaties kunnen analyseren
PO
1
Ja
Keuze
Leerlingen kiezen op basis van hun interesse
PO
1
Ja
Atletiek Softbal
Duurloop, sprinten Basistechnieken werpen en vangen en slaan Reflecteren
PO
1
Ja
1
Sept
Handbal
1
Okt
Volleybal
1
Nov
Voetbal
1
Dec
Tennis
1
Jan
Basketbal
1
Feb Badminton
1
Mrt
Hockey
1
Apr
1
Mei
Basistechnieken werpen, vangen, dribbelen Basistechniek sprongschot 5-1 verdediging kunnen uitvoeren Omgaan met regels/bijdrage aan sportief verloop Basistechnieken bovenhands, onderhands, serveren Basistechniek smash en blok Aanval kunnen opbouwen Omgaan met lukken/mislukken Basistechnieken pass, stoppen, schieten, dribbelen Positiespel 3-1, 4-2 Samenwerken Zelfstandig het spel op gang kunnen houden Basistechnieken forehand, backhand, volley, smash Een tegenstander uit positie spelen Zelf een toernooi kunnen spelen Samenwerken/Communiceren Basistechnieken chest-pass, bounce-pass, dribbel Basistechniek lay-up en jump shot 3-2 verdediging kunnen uitvoeren Taak van coach kunnen vervullen Basistechnieken serveren, clear, drop-shot, smash Beheersen van aanvals- en verdedigings tactiek Zelfstandig een toernooitje kunnen organiseren Omgaan met winst en verlies
Basistechniek speer Tactiek van softbal PO 1 Reflecteren Leerlingen die een periode geblesseerd zijn doen een vervangende S.O. opdracht 1
Jun.
Atletiek Softbal
28
Ja
Opmerking
Toetsvorm
1
Eindterm
PO
Stof
Maand
Periode
Leerjaar 3
PTA 2013 – 2015, LO2
Weging 2 1 1 2
Ja
1
Okt
Pr: Turnen/Tikspelen Pr: Basis/leervaardigheden Th: Bewegen en regelen
K5, K4 K2/K3 K11
PO PO SO
2 1 2
Ja
Nov
Pr: Volleybal Pr: Basis/leervaardigheden Th: EHBO
K4 K2/K3 K11
PO PO SO/PO
2 1 1/1
Ja
Dec
Pr: Zelfverdediging Pr: Basis/leervaardigheden Th: Oriëntatie leren/werken
K8 K2/K3 K1
PO PO SO
2 1 2
Ja
Jan
Pr: Basketbal Pr: Bewegen en regelen Th: Bewegen en regelen
K10 K10
PO SO
2 2
Ja
Feb
Pr: Bewegen op muziek Pr: Actuele bewegingsactiviteiten Th: Actuele bewegingsactiviteiten
K6 K9
PO PO
2 2
Mrt
Pr: Badminton Pr: Bewegen en regelen Th: Bewegen samenleving en gezondheid
K4 K10 K11
PO PO SO
2 2 2
Apr
Pr: Voetbal Pr: Bewegen en regelen Th: Bewegen samenleving en gezondheid
K10 K11
PO SO
2 2
Mei
Pr: Atletiek/Softbal Pr: Trainingsprogramma Th: Trainingsprogramma
K7, K4 K11
PO
Jun.
Pr: Atletiek/Softbal Th: Basis/Leervaardigheden
K7, K4 K2/K3
PO PO
2 1
Ja
Stage
K12
PO
4
Nee
1
1
1
1
1
1
1
1
1/2
29
Ja
Ja
Ja
2 Ja
Opmerking
Toetsvorm PO PO PO SO
Stof
K4 K2/K3 K3 K10
Maand
1
Pr: Handbal Pr: Basis/leervaardigheden Sept Th: Basisvaardigheden Th: Leervaardigheden
Periode
Eindterm
Herkansing
Leerjaar 3 en 4
Weging
Ja
2
Okt
Pr: Turnen/Tikspelen Pr: Basis/leervaardigheden Th: Bewegen en regelen
K5, K4 K2/K3 K11
PO PO SO
2 1 2
Ja
2
Nov
Pr: Volleybal Pr: Basis/leervaardigheden Th: EHBO
K4 K2/K3 K11
PO PO SO/PO
2 1 1/1
Ja
Dec
Pr: Zelfverdediging Pr: Basis/leervaardigheden Th: Oriëntatie leren/werken
K8 K2/K3 K1
PO PO SO
2 1 2
Ja
Jan
Pr: Basketbal Pr: Bewegen en regelen Th: Bewegen en regelen
K10 K10
PO SO
2 2
Ja
Feb
Pr: Bewegen op muziek Pr: Actuele bewegingsactiviteiten Th: Actuele bewegingsactiviteiten
K6 K9
PO PO
2 2
Mrt
Pr: Badminton Pr: Bewegen en regelen Th: Bewegen samenleving en gezondheid
K4 K10 K11
PO PO SO
2 2 2
Apr
Pr: Voetbal Pr: Bewegen en regelen Th: Bewegen samenleving en gezondheid
K10 K11
PO SO
2 2
2
2
2
2
2
30
Ja
Ja
Ja
Opmerking
Toetsvorm
Herkansing
Eindterm
2 1 1 2
Stof
PO PO PO SO
Maand
K4 K2/K3 K3 K10
Periode 2
Pr: Handbal Pr: Basis/leervaardigheden Sept Th: Basisvaardigheden Th: Leervaardigheden
PTA 2013 – 2015, Maatschappijleer
Herkansing
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3
Moduletoets S
1
J
1
Okt/nov
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3 ML1/K/4
Moduletoets S
1
J
1
Nov/dec Politiek
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3 ML1/K/6
Moduletoets S
1
J
1
Januari/ februari
Multiculturele samenleving
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3 ML1/K/4
Moduletoets S
1
J
1
Maart/ april
Massamedia
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3 ML1/K/7
Moduletoets S
1
J
1
April/ mei
Werk
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3 ML1/K/5
Moduletoets S
1
J
1
Mei/juni
Criminaliteit
ML1/K/1 ML1/K/2 ML1/K/3 ML1/K/6
Moduletoets S
1
J
Stof Jongeren
Herkansingsregeling: 2 herkansingen over alle thema’s
31
Opmerking
Weging
Sept/okt Uitgaan en zinloos geweld
Toetsvorm
Maand
1
Eindterm
Periode
Leerjaar 3
PTA 2013 – 2015, Maatschappijleer II
Nov/ dec
Massamedia
Jan/ feb
De multiculturele samenleving
ML2/K/6 V/1,2,3 /K/1/k3
Feb/ mrt Mrt/ april
Politiek en beleid CE onderwerp Criminaliteit en rechtsstaat CE onderwerp
ML2/K/4 V/1,2,3 /K/1/K/3 ML2/K/8 V/1,2,3/K/1/K/3
2
2
2 2
ML2/K/5 V/1,2,3 /K/1/K/3 ML2/K/7 V/1,2,3 /K/1/K/3
2 deeltoetsen 1 moduletoets S 2 deeltoetsen 1 moduletoets S 2 deeltoetsen 1 moduletoets S 2 deeltoetsen S 2 deeltoetsen S
1 3
J
1 3
J
1 3
J
1
J
1
J
Opmerking
Mens en werk
Herkansing
Sept/ okt
Weging
Maand
2
Stof
Periode
Eindterm
Toetsvorm
Leerjaar 4
Herkansingsregeling: 2 herkansingen op de moduletoetsen van de niet CE thema’s en 2 op de CE deeltoetsen.
32
PTA 2012 – 2014, Cultureel Kunstzinnige Vorming(CKV)
1
Nov
1
Dec
1
Jan
1
Feb
Voorbereiding eerste activiteit Eerste activiteit Opdracht 5: Kunstdiscipline opdrachten
Opdracht 6: Kunstdiscipline opdrachten (afgerond uiterlijk eind februari) Voorbereiding tweede activiteit Tweede activiteit
K1 K2 K4 K1 K3 K4
K1 K2 K3 K4
1
Nee
Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier
1
Nee
Praktisch
1
Nee
Praktisch
1
Nee
1
Nee
1 1
Nee Nee
Weging
Opmerking
Okt
K1 K2 K4
Herkansing
1
Uitleg aanpak CKV Opdracht 1: Smaakkaart/ definitie kunst & cultuur Opdracht 2: Persoonlijk Kunstdossier Opdracht 3: Onderzoek kunstdisciplines Opdracht 4: Toets Kunst en Cultuur
Toetsvorm
Sep
Eindterm
Maand
1
Stof
Periode
Het schoolonderzoek voor het vak Cultureel Kunstzinnige Vorming bestaat voor klas 3 uit het deelnemen aan 4 culturele activiteiten en het maken van 6 kunstdiscipline opdrachten tijdens de lessen. Twee culturele activiteiten worden vanuit school georganiseerd. De 3de culturele activiteit moet door de leerling zelf gekozen en ondernomen worden. Van elke culturele activiteit wordt een verslag gemaakt, deze komt in een Kunstdossier. De vierde culturele activiteit is de afsluiting van het vak CKV; Project Catwalk. CKV is een verplicht examenonderdeel. Dit betekent dat je voor de verschillende onderdelen van CKV een cijfer krijgt. Het gemiddelde van deze cijfers zal worden omgerekend naar een o-v-g beoordeling. Het vak moet met een voldoende worden afgesloten voor de laatste rapportvergadering van klas 3. Bij een onvoldoende beoordeling wordt de leerling afgewezen voor het examen.
Praktisch
Praktisch
K1 K2 K4
Praktisch
1
Nee
K3
Praktisch
1
Nee
1
Nee
33
Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier
Van elk bezoek/ workshop wordt na maximaal 3 weken een verslag ingeleverd met daarbij de toegangsbewijzen Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier
Van elk bezoek/ workshop wordt na maximaal 3 weken een verslag ingeleverd met daarbij de toegangsbewijzen
1
Mrt
1
Apr
Voorbereiding op de derde culturele activiteit; deze is naar eigen keuze Voorbereiding vierde activiteit: Project Catwalk
K1 K2 K3 K4
Derde activiteit (afgerond uiterlijk eind mei)
K1 K2 K3 K4
Praktisch
Praktisch
1
Nee
1
Nee
1
Nee
Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier
Van elk bezoek/ workshop wordt na maximaal 3 weken een verslag ingeleverd met daarbij de toegangsbewijzen Alle opdrachten en werkstukken komen in het Kunstdossier
1
Mei
1
Juni
Project Catwalk Subculturenverslag Kunstdossier inleveren Project Catwalk eindpresentatie Deze eindpresentatie kan alleen plaatsvinden wanneer het Kunstdossier volledig is en met minimaal een voldoende beoordeeld Project Catwalk Reflectieverslag
K1 K2 K4
Praktisch
K1 K2 K4
Praktisch
34
1
Ja
1
Nee
1
Nee
1
Nee
In de maand mei wordt het Kunstdossier volledig ingeleverd en beoordeeld Wanneer de leerling beide onderdelen (Kunstdossier en Project Catwalk) heeft afgerond met een voldoende of goed, ontvangt hij/ zij een CKV certificaat
Examenreglement
2013-2014 35
Inleiding Het behalen van een diploma vmbo, havo of vwo is gebonden aan wet en regelgeving zoals beschreven in het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. (zie www.eindexamen.nl). Op grond van het Eindexamenbesluit heeft de scholengemeenschap een centraal examenreglement vastgesteld dat als kader dient voor het examenreglement die elke locatie zelf opstelt. Daarnaast stelt elke locatie een programma van toetsing en afsluiting vast. Het examenreglement van de locatie en het programma van toetsing en afsluiting van de locatie kunnen in één document zijn weergegeven. De Centrale examencommissie bestaat uit de examensecretarissen van de scholen en de bestuurssecretaris. De in het Eindexamenbesluit gehanteerde indeling wordt ook gebruikt in het examenreglement. Bij elk artikelnummer staat tussen haakjes vermeld wat het bijbehorende artikel is in het Examenbesluit.
Namens de centrale examencommissie,
Herman Kramer, Bestuurssecretaris
36
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 (4). Indeling eindexamen; profielwerkstuk, sectorwerkstuk en maatschappelijke stage 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 2. Het schoolexamen vwo, havo vmbo omvat mede een maatschappelijke stage. Uitwerking over profielwerkstuk, sectorwerkstuk en maatschappelijke stage opnemen Artikel 2 (5). Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 3. De examinator meldt de onregelmatigheid, uiterlijk de volgende schooldag, tegelijkertijd in afschrift aan de secretaris van het eindexamen, aan de directeur van de school. 4. Alvorens een beslissing ingevolge het eerste lid wordt genomen, hoort de directeur, binnen drie schooldagen na melding, de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. 5. Het besluit waarbij een in het eerst lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt binnen vijf schooldagen na melding, tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. In dit schrijven wijst de directeur tevens op het bepaalde in het zesde en zevende lid. 6. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van een school voor voortgezet onderwijs in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. 7. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen vijf schooldagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep.
37
De Commissie van Beroep bestaat uit : - de bestuurssecretaris van de osg Piter Jelles, voorzitter - een directeur van een school( locatie) van Piter Jelles* - een lid van de MR uit bij voorkeur de oudergeleding De examencoördinator van de osg Piter Jelles treedt op als notulant van de commissie van beroep. Adres Commissie van Beroep: Secretariaat College van Bestuur, Postbus 9002 8903 LA Leeuwarden *
De commissie wordt samengesteld nadat een beroep is aangetekend door een examenkandidaat of zijn/haar wettelijke vertegenwoordigers. De in de commissie te benoemen directeur kan niet de directeur zijn van de school waar de examenkandidaat examen doet.
38
Hoofdstuk II. Inhoud van het eindexamen Per locatie Zie artikelen 8 ( mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten) 11 (eindexamen atheneum), 12 (eindexamen gymnasium), 13 ( eindexamen havo), 22 (eindexamen vmbo theoretisch gerichte leerweg), 23 (eindexamen vmbo basis gerichte leerweg), 24 (eindexamen vmbo kader gerichte leerweg) , 25 (eindexamen vmbo gemende leerweg) Nb: melden van daadwerkelijk aangeboden vakken en eventueel beperkingen bij het aanbieden van vakken
39
Hoofdstuk III. Regeling van het eindexamen Artikel 3 (31). Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting Elke locatie heeft een eigen examenreglement. In dit examenreglement zijn naast de door de scholengemeenschap vastgestelde regels, de regels geldend voor de locatie opgenomen. Het pta wordt volledig door de locatie vastgesteld. Artikel 4 (32). Schoolexamen NB: in ieder geval opnemen of opnemen in pta: -
Tijdvakken schoolexamen Wijze van toetsen Te laat komen en verhindering tijdens het schoolexamen Herkansing inclusief de herkansing rekentoets
Artikel 5 (33). Mededeling beoordeling schoolexamen 1. De examinator stelt binnen 15 schooldagen na een afgelegde toets van het schoolexamen de kandidaat op de hoogte van het resultaat en de wijze waarop het resultaat tot stand gekomen is. 2. De secretaris van het eindexamen maakt, binnen twintig schooldagen na elke schoolexamenweek, bekend, voor zover van toepassing: a. welke cijfers zijn behaald voor het schoolexamen, b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en c. de beoordeling van het sectorwerkstuk, d. de beoordeling van de maatschappelijke stage. 3. De directeur maakt drie schooldagen voor aanvang van het centraal examen aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. welk cijfers zijn behaald voor het schoolexamen, b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en c. de beoordeling van het sectorwerkstuk, d. de beoordeling van de maatschappelijke stage. Artikel 6 (35). Beoordeling schoolexamen Nb: eventueel weglaten deel wat geen betrekking heeft op de eigen locatie 1. De cijfers van toetsen van het schoolexamen worden uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 2. Indien een kandidaat een toets van het schoolexamen aflegt bij twee examinatoren stellen de examinatoren in onderling overleg het cijfer van de toets vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde cijfer. Indien de uitkomst van deze berekening geen getal met 1 decimaal is, wordt de eerste decimaal met 1 verhoogd, indien het tweede cijfer achter de komma 5 of hoger is. 3. De toetsen van het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel worden beoordeeld met ‘voldoende’ of goed’. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de toets. 4. De toetsen van de kunstvakken en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke leerweg worden beoordeeld met ‘voldoende’ of goed’. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de toets. 5. De opdrachten van de handelingsdelen moeten ‘naar behoren’ zijn afgerond. 40
6. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. 7. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in het zesde lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 8. In afwijking van het zesde lid, worden het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het examendossier. 9. In afwijking van het zesde lid, worden de kunstvakken en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke leerweg, beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het examendossier. 10. In afwijking van het zesde lid wordt het sectorwerkstuk en de maatschappelijke stage beoordeeld met ‘voldoende’ of goed’. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het sectorwerkstuk en de maatschappelijke stage, zoals blijkend uit het examendossier. 11. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door tenminste twee examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij de totstandkoming van het sectorwerkstuk. 12. De examinator bepaalt het cijfer van het schoolexamen voor een vak waarin geen centraal examen wordt afgelegd op het gewogen gemiddelde van de cijfers van de afzonderlijke toetsen. Indien de uitkomst van de berekening niet een heel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 13. De examinator bepaalt het cijfer van het schoolexamen voor een vak, waarin tevens centraal examen wordt afgelegd, op het gewogen gemiddelde van de cijfers van de afzonderlijke toetsen. Indien de uitkomst van deze berekening geen getal met 1 decimaal is, wordt de eerste decimaal met 1 verhoogd, indien het tweede cijfer achter de komma 5 of hoger is. 14. In het geval de kandidaat het niet eens is met de beoordeling van een toets van het schoolexamen beslist de directeur. 15. De kandidaat kan bij de in artikel 2, lid zes, genoemde commissie van beroep tegen de beslissing van de directeur in beroep gaan. Artikel 2, lid 7, is overeenkomstig van toepassing. Artikel 7 (35b1). Herexamen schoolexamen 1. Het bevoegd gezag kan bepalen dat de kandidaat die eindexamen of deeleindexamen aflegt, voor één of meer vakken het schoolexamen waarin geen centraal examen wordt afgenomen, opnieuw kan afleggen* Het herexamen omvat door het bevoegd gezag aangegeven onderdelen van het examenprogramma. * Extra opnemen in vmbo- examenreglement:, met dien verstande dat het bevoegd gezag dit recht in elk geval verleent voor het vak maatschappijleer behorend tot het gemeenschappelijk deel van de leerwegen, indien de kandidaat voor dat vak een eindcijfer heeft behaald lager dan 6. 2. Het bevoegd gezag stelt vast hoe het cijfer van het in het eerste lid bedoelde herexamen wordt bepaald. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen in een vak en bij het eerder afgelegde schoolexamen in dat vak geldt als het definitieve cijfer van het schoolexamen in dat vak.
41
Hoofdstuk IV Centraal examen Artikel 8 (40) Regels omtrent het centraal examen 1. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededelingen van het College voor Examens. 2. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. 3. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Artikel 9 (45). Verhindering centraal examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het College voor Examens te voltooien. 3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij het College voor Examens. In dat geval deelt de directeur aan het College voor Examens mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 55 van het examenbesluit eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat.
42
Hoofdstuk V Uitslag, herkansing en diplomering Artikel 10 (47). Eindcijfer eindexamen 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. De directeur bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 4. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer. Artikel 11 (49). Uitslag eindexamen leerwegen vmbo 1. De kandidaat die eindexamen v.m.b.o. heeft afgelegd, is geslaagd: a. indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, b. indien: 1. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of 2. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4, niet zijnde Nederlandse taal, heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of 3. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger. c. indien de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel alsmede de maatschappelijke stage de kwalificatie «voldoende» of «goed» is behaald. d. indien hij bij een eindexamen gemengde of theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie «voldoende» of «goed» is behaald. 2 Voor de toepassing van het eerste lid,onder b, onderdelen 1, 2 en 3, wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers. 3. In afwijking van het eerste, is de kandidaat die eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft gelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als bedoeld in artikel 10b1 van de wet, geslaagd indien hij voor het beroepsgerichte programma tenminste het eindcijfer 6 en voor de rekentoets en voor het vak Nederlandse taal tenminste het eindcijfer 5 en het eindcijfer 6 heeft behaald. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste lid tot en met derde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 12 (50). Uitslag eindexamen vwo en havo 1. De kandidaat die eindexamen v.w.o. of h.a.v.o. heeft afgelegd, is geslaagd: a. indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, b. indien hij: 1. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 43
3. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld met uitzondering van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel 4. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, met dien verstande dat hij daarbij voor één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en in voorkomende gevallen wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 heeft behaald en voor het andere genoemde vak dan wel de andere twee genoemde vakken als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, c. indien geen van de eindcijfers van onderdelen, genoemd in het tweede lid, lager is dan 4, en d. indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel alsmede de maatschappelijke stage, zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ 2. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak,voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor v.w.o. ook algemene natuurwetenschappen. 3. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder de mededeling van het in artikel 13 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 13, eerste lid, geen toepassing vindt. Artikel 13 (51). Herkansing centraal examen 1. De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 49 of artikel 50 van het examenbesluit, de eindcijfers zijn bekendgemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 45, eerste lid van het examenbesluit, van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen of cpse * * nb: alleen opnemen bij leerweg vmbo b en k: met dien verstande dat indien het betreft het eindexamen van de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo, dit recht eveneens bestaat voor het cspe af te nemen door het bevoegd gezag aansluitend aan het eerste tijdvak of in het tweede tijdvak. De herkansing van het cspe bestaat uit het opnieuw afleggen van deze toets of van één of meer onderdelen daarvan. 2. De kandidaat stelt de directeur voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. 3. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 4. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 48 van het examenbesluit en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt.
44
5. Na afloop van een herkansing in het voorlaatste leerjaar wordt het eindcijfer schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. 6. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel eindexamen als een of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde recht per examenjaar ten hoogste eenmaal uit. Artikel 14 (51a) Herkansing rekentoets 1. De kandidaat heeft recht op één herkansing in de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen, bedoeld in artikel 46, vierde en vijfde lid, van het examenbesluit. 2. Artikel 13, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing 1. Artikel 15 (54). Duplicaten en afgifte verklaringen 1. Duplicaten van afgegeven diploma's, certificaten, vrijstellingsbewijzen en cijferlijsten worden niet verstrekt. 2. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door Onze Minister verstrekt.
45
Hoofdstuk VI Overige bepalingen Artikel 16 (55). Afwijking wijze van examineren 1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en literatuur; b. het vak Nederlandse taal; c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. 5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie. Artikel 17 (59). Spreiding voltooiing eindexamen 1. Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. 2. Het eerste lid is van toepassing op de rekentoets, met dien verstaande dat de rekentoets in het ene of in het daarop volgende schooljaar kan worden afgelegd. 3. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd.
46
4. Artikel 13, eerste tot en met vierde lid, is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. Artikel 18 (66). Handhaving voorschriften oude stijl De op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit door Onze Minister gegeven regelingen en beschikkingen ter uitvoering van het Eindexamenbesluit dagscholen v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o., het Eindexamenbesluit avondscholen v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. en het Eindexamenbesluit l.b.o. berusten vanaf dat tijdstip op dit besluit. Artikel 19 (67). Inwerkingtreding Dit examenreglement treedt in werking met ingang van 1 augustus 2013. Artikel 20 (68). Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als: Eindexamenreglement openbare scholengemeenschap “ Piter Jelles”
47