Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
TOETSPLAN MASTER MEDIA STUDIES
Programma’s Media & Cultuur, Media & Journalistiek en Media, Culture & Society
Ter inleiding Op 31 oktober 2011 heeft de decaan van de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) een werkgroep Toetsbeleid ingesteld. De taak van de werkgroep was het opstellen van een toetsplan voor de verschillende opleidingen op basis van bestaande praktijken. De Wet Versterking Besturing (WVB) was de aanleiding voor het formuleren van een toetsplan. De wet legt de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de kwaliteit van tentamens, examens en andere toetsen bij de Examencommissie. Binnen de Erasmus Universiteit beschouwt men het toetsplan als een belangrijk instrument voor het in praktijk brengen van de kwaliteitszorg (EUR Projectgroep Toetsen en Examencommissies, 2011). De ESHCC werkgroep Toetsbeleid bestond uit vertegenwoordigers uit de drie facultaire afdelingen: -
Prof. dr. Jeroen Jansz (vz), Media & Communicatie, Dr. Maarten Van Dijck, Geschiedenis, Dr. Christian Handke, Cultuurwetenschappen, Drs. Paula van der Houwen was de secretaris van de werkgroep.
De werkgroep formuleerde de toetsplannen voor de verschillende opleidingen binnen de kaders die de Erasmus Universiteit hanteert. Daarbij volgde de werkgroep de indeling uit de ‘Handreiking Bouwstenen Toetsplan’ van de EUR Projectgroep Toetsen en Examencommissies (2011). Dit is het toetsplan van de Master Media Studies, programma’s ‘Media & Cultuur’, ‘Media & Journalistiek’ en ‘Media, Culture & Society’ (MA Media Studies). Het eerste deel van het toetsplan is het Kader waarin het toetsbeleid van de opleiding wordt geschetst. Daarnaast bevat het Kader de didactische concepten die de MA Media Studies hanteert. Het tweede deel (Curriculum) presenteert een toetsmatrix die laat zien in hoeverre de leerdoelen van een specifiek vak de eindtermen van de opleiding realiseren. Het derde deel is de Beschrijving van toetsen. Het bestaat uit een beknopt overzicht van de toetsvormen die worden gebruikt. Daarnaast noemt dit gedeelte de regelgeving rond toetsing uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de procedures van kwaliteitszorg. Het vierde gedeelte van het toetsplan beschrijft de Praktische aspecten rond toetsen. Werkwijze Het toetsplan beschrijft de toetspraktijk in het studiejaar 2011-2012. De werkgroep haalde een belangrijk deel van de informatie uit de officiële documenten die het toetsen binnen de MA Media Studies regelen (bijvoorbeeld de OER, Studiehandleidingen, regels over fraude en plagiaat). De werkgroep verzamelde ook nieuwe informatie. Dit gold voor de toetsmatrix die volledig is gebaseerd op de informatie die docenten ter beschikking stelden. De werkgroep is er van overtuigd dat het toetsplan van de MA Media Studies een waardevolle bijdrage kan leveren aan het verder verbeteren van de toetskwaliteit binnen de opleiding. De enthousiaste medewerking van de docenten sterkt ons vertrouwen. De werkgroep dankt de docenten voor hun inzet.
1
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
1. Het kader Toetsbeleid Het toetsbeleid van Media Studies is ingebed in het ‘Referentiekader Toetsing en Examencommissie EUR’ (Maart 2011). Dit betekent dat de toetsing vier kenmerken heeft: 1. Het Media Studies programma combineert twee vormen van toetsing: Summatieve toetsing om vast te stellen of studenten aan de eisen van de module voldoen (bijvoorbeeld door middel van een tentamen of eindwerkstuk) en formatieve toetsing die studenten en de docent inzicht biedt in de vorderingen van de student tijdens de module (bijvoorbeeld door middel van wekelijkse opdrachten). 2. Alle toetsvormen (bv. papers, presentaties, tentamens) voldoen aan de kwaliteitscriteria Transparantie (studenten weten voorafgaand aan de toets wanneer en hoe zij getoetst worden en waarop zij worden beoordeeld), Betrouwbaarheid (de mate waarin toetsuitslagen consistent, nauwkeurig en reproduceerbaar zijn), Validiteit (meten toetsen daadwerkelijk wat zij beogen te meten) en Efficiëntie (weegt de door toetsing verkregen informatie op tegen de benodigde investering door studenten en docenten). 3. De taken en verantwoordelijkheden van de examinatoren (docenten), de Examencommissie en de leiding van het MA programma zijn benoemd en vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Media Studies. 4. Het toetsbeleid en de uitvoering in toetsen worden kritisch geëvalueerd in een systeem van interne kwaliteitszorg met de volgende instrumenten: student evaluaties, een beoordelingsprotocol en een procedure omtrent het archiveren van toetsinstrumenten en de resultaten van studenten. In aanvulling op het EUR Referentiekader is het toetsbeleid van Media Studies zo georganiseerd dat het in overeenstemming is met de vijf Dublin Descriptoren (1) Kennis en inzicht, (2) Toepassen van kennis en inzicht, (3) Oordeelsvorming, (4) Communicatie en (5) Leervaardigheden (JQI 2004). Didactisch concept De MA Media Studies beoogt studenten een veelzijdige en flexibele wetenschappelijke opleiding te bieden op het terrein van de media. Het uitgangspunt van het curriculum is de integrale aandacht voor theorievorming, empirisch onderzoek en de toepassing van verworven kennis in de maatschappelijke context van media en communicatie. De didactische inrichting van het programma is gebaseerd op het actief en zelfstandig leren van de student. Dit brengt een intensieve interactie tussen docent en studenten met zich mee waarbij de docent het leerproces inricht, de richting stuurt en prestaties evalueert terwijl studenten zelfsturend de stof verwerken binnen kritisch reflexieve kaders die zij zelf in het onderwijs ontwikkelen. De cursorische onderdelen kennen een combinatie van individueel werken en samenwerken in kleine teams. In het curriculum wordt probleemgericht en vraaggestuurd onderwijs gecombineerd. De probleemgerichte aanpak krijgt vorm in onderwijsonderdelen waarbinnen studenten kennis en vaardigheden verwerven door zelf actief op zoek te gaan naar wetenschappelijk gefundeerde oplossingen voor (actuele) vraagstukken. Het vraaggestuurde onderwijs wordt gekenmerkt door het stapsgewijs (verder) ontwikkelen van een kritisch wetenschappelijke houding die uitmondt in een doordachte wetenschappelijke attitude. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van Seminars (20-25 deelnemers) en Workshops (18 deelnemers) om het interactieve, zelfstandige leren te benadrukken. De theoretische seminars combineren probleem en vraagsturing om de descriptoren Kennis en inzicht (1) en Oordeelsvorming (3) te realiseren. Specifieke weekopdrachten zijn gericht op het Toepassen van kennis en inzicht (2). De Methode seminars zijn meer probleemgericht om zo descriptor 1 en 2 te realiseren. De Leervaardigheden (5) krijgen in de methode seminars meer aandacht dan in de theoretische seminars. De Research workshops zijn naar de aard probleemgericht en realiseren op die manier Oordeelsvorming (3) en Communicatie (4) voortbouwend op kennis die eerder in het programma is verworven. De individuele MA thesis beoogt een integratie van de vijf descriptoren. Het proces start met de MA thesis class waarin naast het ontwikkelen van inhoud de Leervaardigheden (5) centraal staan. In de loop van het proces neemt de zelfstandigheid (onder supervisie) toe en worden een probleemgestuurde en vraaggestuurde aanpak geïntegreerd in het eindproduct. Toetsing, de functies van toetsing en toetsinstrumenten De MA Media Studies beoogt een integratieve toetsing van kennis, vaardigheden en een kritische, wetenschappelijke attitude. De formatieve toetsing brengt met zich mee dat studenten in alle seminars en workshops worden beoordeeld op hun mondelinge presentaties, papers en essays en op hun actieve deelname aan discussies. Door middel van
2
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
beoordelingen krijgen studenten tijdig feedback over hun academisch niveau en de al dan niet geboekte vooruitgang. Summatieve toetsing beoogt de accumulatie van kennis vast te stellen, maar ook na te gaan of de student in staat is om zelf een bijdrage te leveren aan het academische debat. De beoordeling steunt daarom in de eerste plaats op (eind)papers en presentaties en in mindere mate op schriftelijke tentamens.
In de theoretische en methodologische seminars berust de eindbeoordeling op een combinatie van formatieve toetsen tijdens de cursus en een summatief eindpaper of eindwerkstuk. In de research workshop worden deelopdrachten samengevoegd in een compleet onderzoeksverslag. Het manuscript van de individuele MA thesis wordt beoordeeld door de supervisor en een tweede beoordelaar uit het Media Studies docentencorps. De beoordelaars geven onafhankelijk van elkaar een beoordeling aan de hand van de door de Examencommissie vastgestelde criteria. De tweede beoordelaars zijn lid van het MA Media Studies ‘Second Reader Panel’ waar kwesties rond inhoud en niveau van theses worden besproken en opgelost. Het SRP is een integraal onderdeel van de interne kwaliteitsbewaking van theses en beoordelingsprocedures.
2. Curriculum Door middel van een (summatieve) toets wordt vastgesteld of en in welke mate studenten de specifieke leerdoelen van een vak hebben weten te realiseren. De leerdoelen van een vak zijn op hun beurt weer gerelateerd aan de eindtermen van de opleiding. De werkgroep heeft de relatie tussen leerdoelen (per vak) en eindtermen (per opleiding) zichtbaar gemaakt in een zogenaamde toetsmatrix per opleiding. De toetsmatrix Media Studies is in nauwe samenwerking met de docenten tot stand gekomen. Het proces verliep als volgt. De werkgroep stelde een concept-matrix op met in de kolommen de eindtermen van de opleiding. Deze werden ontleend aan de OER 2011-2012 van Media Studies. De werkgroep heeft de eindtermen gekoppeld aan de Dublin Descriptoren. In de rijen werden de curriculumonderdelen gepresenteerd. Aan docenten die een vak gaven, of als vakcoördinator verantwoordelijk waren, is gevraagd voor hun vak de leerdoelen in te vullen. In de meeste gevallen konden de leerdoelen worden overgenomen uit de Studiegids of Studiehandleiding van het vak. Vervolgens werd docenten gevraagd in de cellen van de matrix de relaties tussen leerdoel(en) en eindterm(en) aan te geven door een totaal van honderd punten te verdelen over de cellen. De concept-matrix bevatte een door de werkgroep ingevuld voorbeeld om de procedure te verduidelijken. De matrices per vak zijn door de docenten ingeleverd bij hun vertegenwoordiger in de werkgroep toetsbeleid. De werkgroep heeft vervolgens de overzichtsmatrix voor Media Studies gemaakt.
3
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
Relatie eindtermen en Dublin descriptoren
Dublin descriptor 1: Kennis en inzicht Dublin descriptor 2: Toepassen kennis en inzicht Dublin descriptor 3: Oordeelsvorming Dublin descriptor 4: Communicatie Dublin descriptor 5: Leervaardigheden
Num mer DD
Eindtermen MA Media Studies De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 1. de voornaamste theoretische ontwikkelingen, vraagstukken en discussies in de wetenschappelijke bestudering van de historische en hedendaagse relaties tussen media, cultuur en maatschappij, de mediasector en de journalistiek; 2. de theorievorming en onderzoek met betrekking tot actuele beleidsmatige en organisatorische vraagstukken en ontwikkelingen binnen de mediasector en journalistiek; 3.de voornaamste methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek naar de media-industrie en journalistiek en hun toepassingsmogelijkheden.
1 1 1
De afgestudeerde beschikt over een wetenschappelijke denktrant, een kritische instelling en uitstekende uitdrukkingsvaardigheden, zowel mondeling als schriftelijk, en is in staat om 4. ontwikkelingen binnen de mediamaatschappij en de journalistiek in verband te brengen met bredere historische, maatschappelijke, culturele, economische en technologische processen; 5. complexe processen en vraagstukken binnen de mediawereld op een systematische wijze te analyseren; 6. kritisch te oordelen over de verrichtingen van journalisten, beleidsmakers en managers in de mediamaatschappij en een constructieve bijdrage te leveren aan journalistieke, beleidsmatige
2 2 3
en organisatorische innovaties; 7. wetenschappelijk en beleidsmatig onderzoek met betrekking tot de media te interpreteren en te beoordelen;
3
8. mediavraagstukken uit de praktijk te vertalen naar onderzoekbare en wetenschappelijk verantwoorde probleemstellingen;
3
9. zelfstandig een relevante wetenschappelijke probleemstelling op het gebied van de media te formuleren; 10. zelfstandig een mediaonderzoek op te zetten en uit te voeren met gebruikmaking van diverse (kwalitatieve en kwantitatieve) methoden van onderzoek;
5
11. een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijke debat op het terrein van de media;
4
12. te participeren in het maatschappelijke en politieke debat over de rol van de media in de samenleving;
4
4
5
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
13. de verworven inzichten en vaardigheden zelfstandig en creatief toe te passen in de beroepspraktijk binnen de journalistiek, de mediasector en het (media- en cultuur)beleid
5
van overheden, bedrijven en instellingen.
Relatie leerdoelen en eindtermen MA Media Studies Dublin Descriptoren
1 1 1 2 2 3 3 3 5 5 4 4 5 T1
T T T T T T T T 2 3 4 5 6 7 8 9
T 1 0
T 1 1
T 1 2
Vak: CH4417 Seminar Beeldvorming en Media 1 0 1 0
1 - het kritisch leren analyseren van beeldvorming(sprocessen) 1 0 1 0
2 - kunnen reflecteren op beeldvorming in de media 3 - vanuit theoretische perspectieven begrijpen welke aspecten in dit proces een rol spelen
20
5
1 0
4 - zelfstandig klein onderzoekje uitvoeren.
5
1 0
1 0
5 - in staat zijn het werk van anderen te beoordelen Vak: CH4423 Seminar Television in Society Na voltooiing van dit seminar hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 de belangrijkste theoretische benaderingswijzen die de maatschappelijke rol van televisie bestuderen;
20
1 1 0 0
Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 2 het vaststellen of en op welke wijze wetenschappelijke studie onderdeel vormen van specifieke benaderingswijzen;
1 0
3 het innemen van eigen posities ten aanzien van normatieve uitspraken over de maatschappelijke rol van televisie;
5
4 het correct gebruik van zowel wetenschappelijke bronnen als alledaagse televisievoorbeelden als onderbouwing.
5 5
Vak: CH4429 Seminar Media en Culturele Globalisering Na voltooiing van dit seminar hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 de belangrijkste theoretische perspectieven ten aanzien van de aard van culturele globalisering;
30
5
5 5
5
2 0
T 1 3
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
2 0
2 de belangrijkste theoretische perspectieven ten aanzien van de sociale consequencies van culturele globalisering. Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 3 het toepassen van van de theoretische inzichten in empirische studie van globalisering;
1 0
5
4 kritisch en analytisch lezen van academische teksten;
1 0
5 1 0
5 het opbouwen van schriftelijk betoog.
1 0
Vak: CH4430 Seminar Innovation in the Media and Cultural Industries 1 Studenten hebben inzicht in het specifieke karakter van organisatie en management van de media- en culturele industrie en
10
2. zijn vertrouwd met recente en culturele wetenschappelijke inzichten op dit terrein.
10
1 0 2 0 1 5 0 5 5
3 Ze weten actuele wetenschappelijke kennis kritisch toe te passen in de mediasector en;
5 2 0
4 alternatieven en oplossingen te vinden voor uitdagingen waar ondernemingen zich voor geplaatst zien. Vak: CH4434 Seminar Productie en Gebruik van Nieuwe Media Na voltooiing van dit seminar hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 de waarde van verschillende theoretische perspectieven op zogenaamde nieuwe media;
20 2 0
2 de waarde van de resultaten van (empirisch) onderzoek voor het inzicht in nieuwe media; 3 de manier waarop wetenschappelijke kennis kan worden toegepast op een relevante case study;
1 0 1 0
4 de (feitelijke) details van de case study. Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 5 het analyseren van recente en toekomstige trends met betrekking tot nieuwe media;
1 0 1 0
6 kritisch reflecteren op de claims van onderzoekers en theoretici uit verschillende richtingen;
1 0
7 het innemen en verdedigen van een eigen theoretische positie; 1 0
8 het zelfstandig analyseren van een empirische case study. Vak: CH4401, CH4437, CH4438 Methoden van Media Onderzoek / Methods of Media Research Na voltooiing van dit seminar hebben studenten kennis over en begrip van: 1 vier veelgebruikte onderzoeksmethoden in het veld media, cultuur en journalistiek (enquete, interview, kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse);
1 5
Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 2 het adequaat evalueren van deze methoden in state-of-the-art onderzoek ten aanzien van research design, meetinstrumenten, analyses en rapporteren van de resultaten;
5
6
1 0
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
3 het ontwikkelen van een meetinstrumenten binnen deze methoden (aan de hand van een zelf te formuleren probleemstelling);
5 5
4 het verzamelen van data met deze methoden; 5 het analyseren van deze data en het hierover rapporteren;
3 0 1 0 5 1 5
6. kritische reflectie op het dataverzamelingsproces. Vak: CH4409 t/m CH 4444 Research Workshop (diverse onderwerpen) Na voltooiing van de researchworkshop hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 de theorievorming over het onderwerp van de workshop;
5
1 0 1 0
2 de belangrijkste onderzoeksdesigns en methoden op het gebied van het onderwerp van de workshop. Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 3 het opzetten en uitvoeren van een kleinschalig sociaal wetenschappelijk onderzoek;
1 0
4 het mondeling en schriftelijk rapporteren over de (belangrijkste) resultaten van hun onderzoek;
4 0 1 0
5
5 kritische reflectie op de beperkingen van hun onderzoek en de eventuele maatschappelijke implicaties.
5
5
Vak: CH 4405 Workshop Journalistiek 1 Basiskennis bijbrengen van journalistieke vaardigheden
5
2 Praktische uitvoering journalistieke genres
5
3 Basisregels voor kwalitatieve journalistiek
5
4 Nieuwsproductie in webkrant
5
5
Vak: CH4404 Keuzevak ICT, Cultuur en Samenleving 1 0
1 - de belangrijkste vraagstukken en debatten rond de opmars van ICT in eigen woorden uitleggen
1 5 0
2 - in eigen woorden de belangrijkste argumenten binnen de verschillende debatten uitleggen en met elkaar vergelijken. 1 0
3 - een kritische reflectie geven op ontwikkelingen in ICT-gebruik met behulp van wetenschappelijke literatuur. 4 - sociaal-wetenschappelijke begrippen en theorieën op de verspreiding en gevolgen van ICT toepassen.
1 0
20
5 - mondeling en schriftelijk blijk geven van deze inzichten en reflectie.
5
Vak: CH4403 Keuzevak Media en Beleid Na voltooiing van dit seminar hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 voor het mediabeleid relevante begrippen, beleidsinstrumenten, analyse-instrumenten en theorieën
7
1 5
5 5
1 0
1 0
1 0
2 0 3 0 5 2 0
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
1 5
2 de belangrijkste thema’s, spelers en ontwikkelingen binnen het Nederlandse, Europese en internationale mediabeleid (o.a.).
1 0
3 Kritische reflectie op voor het hedendaagse mediabeleid relevante theorieën en ontwikkelingen
5 5
Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 4 het zelfstandig analyseren van mediabeleid aan de hand van beleidsanalysemodellen
5
5
5 het mondeling en schriftelijk rapporteren over de (belangrijkste) resultaten van hun onderzoek
5
1 0
1 0
6 kritische reflectie op huidig beleid en de huidige beleidscontext vertalen naar beleidsaanbevelingen
5
Vak: CH3444 Media, Children, and Parents Na voltooiing van dit seminar hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 de waarde van theoretische perspectieven op het aanbod van kindermedia;
10 2 0
2 de waarde van theoretische perspectieven op mediaopvoeding; 3 de waarde van onderzoek naar ondersteuningsinstrumenten en -organisaties voor de mediaopvoeding
5
Daarnaast zijn de studenten in staat tot: 4 kritisch reflecteren op academisch onderzoek naar mediaopvoeding;
1 0
5 1 2 0 0
5 het innemen en verdedigen van een eigen theoretische positie.
1 0
Vak: CH4451 Master Thesis Class Media Studies Na voltooiing van de MA thesis class hebben studenten kennis over en inzicht in: 1 de manier waarop ze een literatuurstudie kunnen opzetten voor een onderzoek ;
10
2 de manier waarop ze methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek naar de media-industrie en journalistiek kunnen toepassen op hun eigen onderzoeksonderwerp; Daarnaast zijn studenten in staat tot: 3 het vertalen van hun eigen onderzoeksinteresse en onderzoeksonderwerp naar onderzoekbare en wetenschappelijk verantwoorde probleemstellingen; 4 het zelfstandig formuleren van een relevante en uitvoerbare wetenschappelijke vraagstelling op het gebied van hun onderzoeksonderwerp; 5 het zelfstandig schrijven van een onderzoeksvoorstel voor een mediaonderzoek zodat dit uitvoerbaar is met gebruikmaking van diverse (kwalitatieve en kwantitatieve) methoden van onderzoek en een logisch opgebouwde betoogstructuur;
8
1 0
5 1 0 2 5 2 5 2 5
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
3. Beschrijving van toetsen Uit de didactische concepten blijkt dat formatieve toetsen bij ESHCC-vakken doorgaans worden gecombineerd met summatieve toetsen. De formatieve toets wordt regelmatig afgenomen (om de week, om de twee weken). Deze bestaat uit (kleine) opdrachten die in de loop van een collegeblok van acht weken worden gegeven. De studenten krijgen feedback op hun werk om hun prestaties te verbeteren. In de meeste gevallen behelst de summatieve toetsing bij een vak een (gewogen) combinatie van de resultaten van gedurende het vak voltooide opdrachten (in het kader van de formatieve toetsing) en de resultaten van een grote opdracht aan het einde van de collegereeks. Eerst geven wij een lijst van alle mogelijke vormen van toetsen binnen MA Media Studies. De toetsvormen die gebruikt worden bij MA Media Studies. De toetsvormen die gedurende het vak worden toegepast. Deze worden meestal in de vorm van formatieve toetsen afgenomen. De cijfers die de student krijgt worden meegenomen in de summatieve beoordeling bij dat vak. 1. Individuele presentatie (mondeling) 2. Groepspresentatie (mondeling) 3. MC-toets (schriftelijk). Een beperkt aantal MC-vragen. Soms wordt de toets afgenomen in de vorm van een quiz in klassikaal verband, een tussentijdse toets of een oefenexamen. Soms wordt de toets online afgenomen (BlackBoard test). 4. Toets met open vragen (schriftelijk). Een beperkt aantal open vragen. Soms wordt de toets afgenomen in de vorm van een quiz in klassikaal verband, een tussentijdse toets of een oefenexamen. Soms wordt de toets online afgenomen (BlackBoard test). 5. Een toets waarbij 3 en 4 worden gecombineerd. 6. Thuistoets (schriftelijk). Deze toets met een reeks (complexe) open vragen kan thuis worden gemaakt. 7. Kort werkstuk (200-600 woorden). Een kort werkstuk beantwoordt aan een beperkt aantal doelen ten aanzien van informatieverwerking. Studenten moeten hiervoor in de regel veel bronnen raadplegen. De docent reikt het onderwerp aan. 8. Lang werkstuk (meer dan 600 woorden). Een lang werkstuk beantwoordt aan een groter aantal doelen ten aanzien van informatieverwerking. Onafhankelijk literatuuronderzoek en het formuleren van vragen maken in de regel een belangrijk deel uit van de taak van de student. 9. Onderzoeksvoorstel. Gepresenteerd als geheel of in onderdelen, bijvoorbeeld: Achtergrond van het onderzoeksvoorstel, theorie, onderzoeksvraag, opzet. 10. Praktijkopdracht. Hierbij worden bijvoorbeeld statistische procedures in SPSS of een coderingsinstrument toegepast, of een online vragenlijst opgesteld. 11. Participeren. De bijdragen van de afzonderlijke studenten worden tijdens de cursus zowel op kwantiteit als kwaliteit beoordeeld. Vormen van summatieve toetsing aan het einde van een vak. 1. Eindwerkstuk (individueel) (meer dan 600 woorden). Onafhankelijk literatuuronderzoek en/of het formuleren van vragen maken een belangrijk deel uit van de taak van de student. 2. Eindwerkstuk (in groepsverband) (meer dan 600 woorden). Onafhankelijk literatuuronderzoek en/of het formuleren van vragen maken een belangrijk deel uit van de taak van de groep (2-3 studenten). 3. Onderzoeksverslag (individueel of in groepsverband). Hierin worden de (theoretische) achtergrond, de opzet en de resultaten van empirisch onderzoek uiteengezet. In dit verslag ligt de nadruk eerder op de inrichting en resultaten van het onderzoeksproces dan op de theoretische analyse. 4. MA-thesis (individueel). Bij het maken van een MA-thesis hoort ook formatieve toetsing, omdat het proces vorm krijgt als een zogeheten Master Thesis Class. De toetsvormen in de MA Media Studies De MA Media Studies beoogt een integratieve toetsing van kennis, vaardigheden en een kritische, wetenschappelijke attitude. De formatieve toetsing brengt met zich mee dat studenten in alle seminars en
9
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
workshops worden beoordeeld op hun mondelinge presentaties, papers en essays en op hun actieve deelname aan discussies. Door middel van beoordelingen krijgen studenten tijdig feedback over hun academisch niveau en de al dan niet geboekte vooruitgang. Summatieve toetsing beoogt de accumulatie van kennis vast te stellen, maar ook na te gaan of de student in staat is om zelf een bijdrage te leveren aan het academische debat. De beoordeling steunt daarom in de eerste plaats op (eind)papers en presentaties en in mindere mate op schriftelijke tentamens. In de theoretische en methodologische seminars berust de eindbeoordeling op een combinatie van formatieve toetsen tijdens de cursus en een summatief eindpaper of eindwerkstuk. In de research workshop worden deelopdrachten samengevoegd in een compleet onderzoeksverslag. Het manuscript van de individuele MA thesis wordt beoordeeld door de supervisor en een tweede beoordelaar uit het Media Studies docentencorps. De beoordelaars geven onafhankelijk van elkaar een beoordeling aan de hand van de door de Examencommissie vastgestelde criteria. De tweede beoordelaars zijn lid van het MA Media Studies ‘Second Reader Panel’ waar kwesties rond inhoud en niveau van theses worden besproken en opgelost. Het SRP is een integraal onderdeel van de interne kwaliteitsbewaking van theses en beoordelingsprocedures. Vorm, samenstelling en weging 1 De toetsvormen zijn per vak beschreven in de studiehandleiding en de studiegids. Roostering van toetsen In de OER zijn regels opgenomen m.b.t. het aantal toetsmomenten per vak en de volgtijdelijkheid van de toetsen. De OER staat op de website. Het tentamenrooster staat vanaf het begin van het studiejaar op de website vermeld. Ook zijn er papieren versies verkrijgbaar bij het Education Office. Daarnaast staan de data vermeld in de studiehandleiding van een vak. Normering, inlever- en beoordelingstermijn In de OER zijn regels opgenomen m.b.t. inlever- en beoordelingstermijnen In de OER staat de compensatieregeling vermeld In de studiehandleiding staat de wegingsfactor genoemd en wordt een voorbeeldtentamen getoond. Herkansing- en compensatieregel Beide staat vermeld in de OER. Kwaliteitsbewaking 2 De vakevaluatie bevat vragen over de toetsing. De curriculumevaluatie bevat vragen over toetsing en specifieke vragen m.b.t de begeleiding en 3 beoordeling van de thesis. 4 Alumni-enquête Beoordelingsformulieren voor theses Deskundigheidsbevordering docenten (BKO) Goede communicatie tussen docent en student Formele klachtenprocedure
1
Format studiehandleiding staat vermeld op de website (intranet) Vragenlijst vakevaluatie staat vermeld op de website (intranet) 3 Vragenlijst curriculumevaluatie staat vermeld op de website (intranet) 4 Vragenlijst alumni-enquête staat vermeld op de website (intranet) 2
10
Toetsplan Master Media Studies – maart 2012
4. Praktische aspecten rond toetsing In dit gedeelte van het toetsplan worden de praktische aspecten van het toetsen besproken. De beschrijving van de praktische aspecten is volledig gebaseerd op bestaande procedures en regelingen. De regels zijn voor een belangrijk deel afkomstig uit de OER van de MA Media Studies. In enkele gevallen betreft het regels die EUR breed zijn geformuleerd. Basis voorschriften voor tentamens en examens Feedback op toetsen In de OER zijn regels opgenomen m.b.t. het inzagerecht en het recht op nabespreking. De feedback moet plaatsvinden binnen dertig dagen na bekendmaking van het cijfer. De feedback kan mondeling of schriftelijk zijn. De vorm hangt veelal samen met de college- en toetsvorm. Coherentie tussen inhoud van het college en de toetsvorm In de Regels en Richtlijnen worden voorschriften genoemd voor de toetsvormen. Op de website van de faculteit staan voorbeelden van toetsvormen. Regels voor toetsafname De regels voor toetsafname staan vermeld in de OER en de Studiehandleiding (tentamenvorm, aantal deeltoetsen) en in de regels en Richtlijnen (orderegels). Fraude en Plagiaat De regels rond fraude en plagiaat staan uitgebreid vermeld in de Regels en Richtlijnen en op de website. Bijzondere voorzieningen In de OER staat vermeld dat aan studenten met een handicap de gelegenheid wordt geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. Archivering van relevant toetsmateriaal Voor dit onderdeel zijn er EIR-brede voorschriften die steunen op de Archiefwet en de NVAO accreditatiecyclus: BA en MA theses worden in digitale vorm opgeslagen en blijven 6 jaar bewaard. Schriftelijke toetsen (tentamens en essays) dienen door de betreffende docent bewaard te worden. Voor deze toetsen geldt een bewaartermijn van 2 jaar.
5. Literatuurverwijzing -
J.Q.I. (2004) A report from a Joint Quality Initiative informal group. 18 October 2004. See: www.jointquality.org ‘Referentiekader Toetsing en Examencommissies’ uit: Project ‘Toetsen en Examencommissies’. Eindrappprt van de projectgroep (EUR, maart 2011) 'Handreiking Bouwstenen Toetsplan' uit: Project ‘Toetsen en Examencommissies’. Eindrappprt van de projectgroep (EUR, maart 2011)
11