Programma Leefstijlinterventies
Programma Leefstijlinterventies Uitwerking actielijn Preventie Masterplan Zorg voor de Toekomst
drs. E.C.A. Castelijns K.M.A. Kalverboer MHD 11 september 2009
Programma Leefstijlinterventies Uitwerking actielijn Preventie Masterplan Zorg voor de Toekomst
Inhoud
Pagina
1. Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Beknopte analyse Oost-Goningen Preventie Bereik Samenwerking en synergie Natuurlijke Trekkers
2. Leefstijlprogramma Oost Groningen (LSOG) 2.1 Projecten LSOG 2.2 Financiering
3. Leefstijl-preventie gericht op ouderen 3.1 3.2 3.3 3.4
Transitie-experiment Academische werkplaats Thuiszorg Leefstijlcentrum Blauwestad Leefstijl Lucasziekenhuis
4. Onderzoek, effecten inzichtelijk 4.1 Academische werkplaats Zorg voor Jeugd Noord-Nederland (C4Youth) 4.2 Financiering
1 1 1 2 3 3
4 4 5
6 6 7 7 7
8 8 9
1. Inleiding
De actielijn preventie uit het Masterplan Zorg voor de Toekomst geeft invulling aan leefstijlinterventies en het ontwikkelen van nieuw zorgpaden. Hierbij wordt aansluiting gezocht met de wensen van bewoners en het vroegtijdig signaleren van kwetsbaarheid van ouderen, wat vanuit de academische werkplaatsen ouderen gebeurt. De actielijn preventie richt zich op zowel jongeren als ouderen woonachtig in Oost-Groningen.
1.1 Beknopte analyse Oost-Goningen1 De gezondheid en het gezondheidsgedrag van Oost-Groningers is, zoals eerder is aangegeven, ongunstig vergeleken met de rest van Nederland. Een belangrijke oorzaak lijkt te liggen in een relatief beperkte motivatie en beperkte vaardigheden om een gezonde leefstijl te realiseren, samenhangend met sociaal-economische achterstand en de relatieve isolatie van de regio. Structurele versterking van preventie is daarvoor nodig. De problematiek is dermate groot dat alleen met een langdurige inspanning de ontwikkelingen ten goede kunnen worden gekeerd. Interventies om de oorzaken van deze problematiek zo vroeg mogelijk aan te pakken zijn dringend gewenst. Dit vereist samenwerking op een breed gebied (vanwege de complexe oorzaken die eraan ten grondslag liggen) tussen ketenpartners en met organisaties uit andere velden zoals onderwijsinstellingen, welzijn, huis voor de sport, en vrijwilligers. Een succesvolle aanpak van de problematiek in de regio Oost-Groningen kan ook dienen als voorbeeld voor de aanpak van de volksgezondheidsproblemen in vergelijkbare andere gebieden. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan Noord-Friesland, Oost-Drenthe en delen van Limburg. Daarnaast zijn er op Europees niveau verschillende overeenkomsten die zich voor uitwisseling lenen. Verbetering van de leefstijl moet zijn gebaseerd op een aantal elementen: 1. beschikbaarheid van effectieve leefstijlinterventies 2. voldoende capaciteit om deze leefstijlinterventies af te leveren bij de doelgroep 3. toegankelijkheid en bereik van de interventies bij de doelgroep. 1.2 Preventie Met de uitwerking van leefstijlprogramma’s willen we via een integrale en preventieve aanpak bewoners van Oost-Groningen zo vroeg mogelijk informeren over gezondheid en gezondheidsbevorderend gedrag en hen via leefstijlinterventies aansporen tot gedragsverandering. Preventie is het sleutelwoord, vanuit de overtuiging dat voorkomen beter is dan genezen. Hoe eerder daarmee
1
Bron: prof. dr. S.A. Reijneveld, november 2008 UMCG, afdeling Gezondheidswetenschappen
1
via voegsignalering en bewustwordingsactiviteiten (voorschools) wordt gestart, hoe beter en effectiever het is. De focus ligt daarbij vooral op het verbeteren van het gezondheidsgedrag, invulling van het lokaal gezondheidsbeleid en kwaliteit van leven en is gericht is op duurzame innovatie en implementatie. Alle partijen die zijn betrokken bij de ontwikkeling van hierna genoemde programma’s en projecten, hebben aangegeven wars te zijn van incidentele pilotprojecten. Men wil gezamenlijk de schouders onder een ambitieus programma zetten, als dit beoogt bij te dragen aan duurzame innovatie en implementatie. Er wordt aangesloten bij zowel het nationaal beleid, uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de VWS-bewindslieden Klink, Bussemaker en Rouvoet, als het provinciaal beleid (Ontwerp Jong in Groningen; beleidskader jeugd 2009-2012; uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2009). Het ministerie van Jeugd en Gezin geeft in haar programma “Alle kansen voor alle kinderen” aan dat het opvoeden van kinderen in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de ouders is, maar dat het de taak van overheden en onderwijs is om preventieve activiteiten te ontplooien waarmee probleemsituaties zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd. In het kader van het leefstijlprogramma Oost-Groningen wordt nagestreefd de negatieve spiraal van het toenemend aantal mensen met obesitas op steeds jongere leeftijd te doorbreken en daarnaast het alcoholgebruik terug te dringen. Voor interventies gericht op ouderen wordt aangesloten bij het ouderenprogramma dat ontwikkeld is door Menzis, Evean en UMCG en het Nationaal Programma Ouderenzorg. 1.3 Bereik Een longitudinale aanpak: ‘van de ‘de wieg tot het graf’ wordt nagestreefd. Waarbij de interventieaanpak onderscheiden wordt naar twee doegroepen: 0-23 jaar en ouderen (55+). Dat heeft ook met de organisatie van de zorg te maken die onderscheiden is naar jeugdzorg en ouderenzorg. De GGD, waar de centra voor Jeugd en Gezin onder vallen, hebben een centrale plek voor jongeren tot 23 jaar en voor ouderen waar wordt samengewerkt met zorgorganisaties in de 1e, 2e en 3e lijn. Om de doelgroep zo effectief mogelijk te bereiken wordt een brede samenwerking nagestreefd met verschillende ketenpartners uit zowel het maatschappelijk veld, de gemeente, de zorg, het onderwijsveld als ook het regionaal bedrijfsleven. De doelgroep wordt bereikt door aansluiting te zoeken bij de leefdomeinen waarin ze verkeren: thuis, op school en in de vrije tijd en door communicatiekanalen en methoden te benutten die aansluiten bij hun leefwereld en leefstijl (ICT, gaming, e-learning). In de uitvoering wordt de samenwerking gezocht met een aantal MKBbedrijven. Met inzet van nieuwe communicatiemogelijkheden worden interventies gepleegd in de leefstijl van jongeren op een manier waardoor ze structureel gezonder en weerbaarder worden. Concreet wordt nagestreefd om de toename van het overgewicht van deze groep jongeren in de regio te stabiliseren evenals het alcoholgebruik. Ouderen worden eveneens op basis van hun wensen en een behoefte-inventarisatie op vernieuwende wijze ondersteund bij leefstijlverandering. Voor kwetsbare ouderen wordt gebruik gemaakt van een nieuw ontwikkeld frailtyinstrument. Op basis van hun zorgbehoefte wordt met hen gezocht naar mogelijkheden om hen bij vraagstukken op het gebied van kwaliteit van leven beter te
2
begeleiden en wordt invulling gegeven aan de ontwikkeling van nieuwe zorgpaden. Het onderzoek vindt plaats vanuit de academische werkplaatsen voor ouderen.
1.4 Samenwerking en synergie Er lopen al veel initiatieven op het gebied van leefstijl in de regio. Een belangrijk doel is dan ook meer synergie te bereiken en beschikbare capaciteit effectiever in te zetten en zo een meerwaarde toe te voegen. Bij de uitvoering van het leefstijlprogramma Oost-Groningen zijn inmiddels vele partijen betrokken: Voor de initiatieven gericht op jongeren vanaf 0-23 jaar jaar wordt samengewerkt met jongeren zelf, hun ouders en opvoeders, GGD en de centra voor jeugd en gezin, scholen (ROC’s), de provincie en gemeenten, St. Welzijn Oldambt, Verslavingszorg NoordNederland, De Hartstichting, Halt, Base Groep, Lentis/Jonx, Bureau Jeugdzorg, Stichting Huis voor de Sport, 1e lijnszorg, Neon Jongerenwerk, Acantus woningbouw, Night City Jongerensite, lokale sportverenigingen, CMO Groningen, fysiotherapiepraktijk Hoepman, ICT-organisaties, het OZG/Lucasziekenhuis en bedrijven met expertise op het gebied van ontwikkeling van multimedia. Bij de initiatieven gericht op ouderen is er samenwerking met organisaties uit de 1e, 2e en 3e lijnszorg zoals OZG, Oosterlengte, de Eveangroep en het UMCG. Vanuit de samenwerking wordt gezocht naar dwarsverbindingen en het onderling afstemmen van activiteiten op elkaar, om versnippering zoveel mogelijk tegen te gaan. Dat vereist overzicht van wat er in de regio speelt. Gebleken is dat veel partijen elkaar wel van naam kennen, maar onvoldoende van elkaars ambities, werkwijze en doelgroepbenadering op de hoogte zijn. In aanvulling op de lopende initiatieven worden nieuwe projecten voor specifieke doelgroepen ontwikkeld. Dit proces is volop in ontwikkeling. Er ontstaat een zwaan-kleef-aan-effect en de komende periode zullen nog veel meer initiatieven worden genomen om dit masterplan nader in te vullen en te versterken. 1.5 Natuurlijke Trekkers Voor de uitvoering van de plannen is naar natuurlijke trekkers en dragers gezocht. Dit sluit aan bij de wens van minister Klink van het ministerie van VWS die in zijn brief van 9 juli 2008 heeft aangegeven de gemeenten en GGD als de belangrijke partijen voor de uitvoering van het lokaal gezondheidsbeleid te beschouwen. Dat is de reden geweest om de GGD en gemeente Winschoten en straks de nieuwe gemeente Oldambt vanaf het eerste moment bij de ontwikkeling van de plannen te betrekken. Tevens heeft dit geleid tot samenwerking met het CMO. Voor de Academische Werkplaats Thuiszorg is Zorggroep Meander in samenwerking met de kennisinstellingen de natuurlijke trekker. Er wordt aangesloten bij het ouderenprogramma dat door Menzis, Evean en het UMCG is ontwikkeld. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het grote transitie-experiment kwetsbare ouderen en de inrichting van de werkplaatsen waar ouderen komen en ondersteund worden bij het invullen van vragenlijsten ligt bij het UMCG. Oosterlengte is de trekker van het initiatief in Blauwestad.
3
2. Leefstijlprogramma Oost Groningen (LSOG)
Het LSOG is de inhoudelijke onderlegger van een breed omvattend plan voor jongeren tot 23 jaar. 2.1 Projecten LSOG Het LSOG sluit aan bij lopende initiatieven op het gebied van weerbaarheid, beweging, voeding en omgaan met elkaar. Dat geldt bijvoorbeeld voor projecten gericht op de doelgroep 0-4 jaar, waarin samengewerkt wordt met consultatiebureaus die deel uitmaken van de centra voor jeugd en gezin, Lentis en verschillende andere ketenpartners. In het basisonderwijs loopt, ondersteund vanuit de Hartstichting, het programma Lekker Fit. In aanvulling hierop wordt een aantal nieuwe projecten ontwikkeld die de komende periode nader met de organisaties uit het veld worden uitgewerkt. Het LSOG geeft overzicht in de veelheid van initiatieven en voegt via de ontwikkeling van deelprojecten vernieuwende elementen toe om zo de effectiviteit te vergroten. Dit plan is opgesteld door Nederland Breedbandland (NBL) in.samenwerking met de GGD als natuurlijke trekker op dit gebied. Er is afgestemd met het CMO Groningen, om doublures met andere initiatieven in het gebied te voorkomen. Het LSOG geeft een concrete handreiking aan de gemeente Oldambt i.o. voor de invulling van haar lokale gezondheidsbeleid gericht op deze doelgroep. Stevig politiek draagvlak, publiek private samenwerking, sociale marketing, onafhankelijke evaluatie en kennis zijn de belangrijkste peilers van het LSOG. Het bijzondere van deze aanpak, over de veelheid van bestaande initiatieven, is dat het een gecoördineerd, begeleid netwerk van lokale initiatieven heeft gecreëerd, waarin ideeën en initiatieven onderling worden afgestemd De organisaties zullen een convenant sluiten, waarin ze zich aan de uitvoering van het LSOGprogramma verbinden. Het programma is bottom-up tot stand gekomen vanuit een brede samenwerking met verschillende partijen. Het LSOG wil in vier jaar bijdragen aan een nieuwe vorm van bewustwording en een nieuwe strategie gebaseerd op interactie en nauwe samenwerking binnen een gemeenschap. Op lokaal niveau gaat dit initiatief de strijd aan met overgewicht en betrekt daarbij de hele sociale omgeving: gezin, school, gezondheidszorg, sportverenigingen, bedrijfsleven en lokale politiek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van lokaal voorbeeldgedrag en ‘helden’. Zoals bij 1.4. is aangegeven hebben veel partijen elkaar inmiddels in samenwerking binnen het LSOG gevonden De Kenniscampus gaat een aantal initiatieven vanuit het LSOG opnemen in het curriculum van de school.. Nieuwe initiatieven dienen zich nog steeds aan. Dat geldt bv. voor het project “Kids in Action” dat is gericht op kinderen met overgewicht tussen 7 en 18 jaar. Dit is een samenwerking tussen een kinderarts van het OZG-Lucasziekenhuis, het Bewegingscentrum Winschoten en een aantal 1e lijnorganisaties. Het richt zich op kinderen en hun sociale omgeving en wil een expertisecentrum overgewicht opzetten bij het Lucasziekenhuis. Drie nieuwe deelprojecten zijn nu al concreter uitgewerkt. Zij zijn als aanvraag bij de provincie en ZonMw bekend. Dat geldt voor:
4
1. Via de ontwikkeling van het Zorgportal Jeugd en in combinatie daarmee het ontwikkelen van een aantal nieuwe ICT diensten op het gebied van gaming en gadgets waarmee wordt getracht de doelgroep effectiever te bereiken. Aanvraag IAG totale kosten € 292.000, gevraagde bijdrage € 146.000,De uitvoering gebeurt door de GGD die de algehele regie over het leefstijlprogramma jeugd voert, in samenwerking met een aantal MKB-bedrijven. 2. Gebiedsgericht programma Oldambt Samen Werken aan Sociale Duurzaamheid 2009-2010; deelprogramma: Bewegen is In: waar het CMO in samenspraak met gemeenten en provincie een coördinerend rol in speelt. totale kosten € 130.000,- gevraagd aan de provincie € 64.000,Ook hierover vindt inhoudelijke afstemming met de GGD plaats. 3. Gezonde Slagkracht, waarin de nieuwe gemeente Oldambt als trekkende partij een coördinerende rol heeft. De vooraanmelding is gedaan. In afwachting van de reactie van ZonMw wordt een formele aanvraag ingediend.
2.2 Financiering De totale investeringsomvang van het LSOG bedraagt momenteel € 1 mln. Om de financiering van € 1 mln. voor de uitvoering van het brede en ambitieuze LSOG-programma rond te krijgen, is het onderverdeeld in een aantal subprogramma’s. Want er is niet één financieringsbron van waaruit dit totale programma integraal kan worden gefinancierd. Voor financiering van de deelprojecten, die inhoudelijk en financieel complementair aan elkaar zijn, wordt een aanvullend beroep gedaan op financiering vanuit programma’s die door nationale en lokale overheden worden ondersteund. Op nationaal niveau geldt dat met name voor de ZonMw-programma’s en op provinciaal niveau betreft dit o.a. het IAG, de gebiedsgerichte ontwikkelingsprogramma’s en de programma’s genoemd in de provinciale subsidiewijzer welzijn en zorg.
5
3. Leefstijl-preventie gericht op ouderen
Naast interventies gericht op jongeren, zijn er ook verschillende initiatieven voor ouderen die aansluiten bij de visie van het masterplan. Voor het transitie-experiment en de academische werkplaats thuiszorg is inmiddels aanvullende financiering gevonden, een aantal andere initiatieven verkeert nog in een voorbereidende fase. 3.1 Transitie-experiment Vanuit het noordelijk netwerk ouderenzorg wordt gestreefd naar het beter en eerder signaleren van (onvervulde) zorgvragen en gezondheidsrisico’s van ouderen. Veel ouderen ervaren verschillende combinaties van problemen en risico’s zowel op het psychosociale als op het medische terrein. Hoe groter de kwetsbaarheid des te groter is het risico op cumulatieve problemen zoals vallen en een slechtere prognose, bijvoorbeeld bij een ziekenhuisopname. Om de zorg voor ouderen meer proactief dan reactief te maken is een triage-instrument ontwikkeld waarmee kan worden vastgesteld welk profiel zij hebben in de domeinen kwetsbaarheid, zorgvraag en welbevinden. Het triage-instrument bestaat uit vragenlijsten die ouderen in principe zelf kunnen invullen. De vragen kunnen ook met hulp van mantelzorg of professionals zoals verpleegkundigen worden ingevuld en worden volledig in een EPD verwerkt. Het triageinstrument bevat drie componenten: 1. Groninger Frailty Indicator (GFI) (kwetsbaarheid) 2. INTERMED-SA (complexiteit) 3. Welbevindenlijst (welbevinden) Er zullen in het Noorden werkplaatsen worden gezocht en ingericht waar in totaal 2000 ouderen dit triage-instrument kunnen invullen. In de regio waar dit masterplan zich op concentreert, wordt een aantal werkplaatsen hiervoor ingericht. Dit zijn bijvoorbeeld welzijnsinstellingen zoals WMO loketten, huisartsenpraktijken, gezondheidscentra, verpleeghuizen en ziekenhuizen. Hierdoor komt er een overzicht van mogelijke problemen en onvervulde zorgbehoeften die ouderen hebben. Deze gegevens worden verwerkt tot voor de praktijk relevante ouderenprofielen. Deze profielen worden gebruikt als uitgangspunt voor de ontwikkeling van zorgpaden door panels waarin ouderen, mantelzorgers en zorgverleners participeren. De ontwikkelde zorgpaden worden vervolgens toegepast in de werkplaatsen en er wordt onderzocht of ze helpen de –onvervuldezorgvragen en behoeften te verminderen, het risico op functieverlies te verminderen, en het welbevinden te behouden of te verbeteren. Tevens zullen deze profielen worden gebruikt in de kosteneffectiviteitanalyses en de managementmodellen. Veelal zal het onderzoek bestaan uit comparative effectiviness research.
6
3.2 Academische werkplaats Thuiszorg Voor de doelgroep ouderen (55+) is een nieuw initiatief gestart onder de vlag van Academische werkplaats Thuiszorg Oost-Groningen. De groep die hiertoe op verzoek van ZonMw het initiatief heeft genomen zijn: Zorggroep Meander, UMCG/Gezondheidswetenschappen, RuG/Sociale psychologie en Hanzehogeschool. De aanvraag hiervoor is in juli 2009 door ZonMwgehonoreerd. De plannen zijn gericht op zowel Oost-Groningers van 55 jaar en ouder als professionals die betrokken zijn of zouden kunnen zijn bij leefstijlpreventie in Oost-Groningen. Het primaire focus is bewegen en voeding. De in ontwikkeling zijnde plannen zijn erop gericht na te gaan hoe het gezondheidsfocus is van deze beide groepen, welke determinanten een rol spelen bij een lage gezondheidsfocus, en wat het effect is van interventies ter versterking van dit focus. Wat betreft zorgprofessionals zullen zowel werknemers van organisaties zoals de thuiszorg, ziekenhuiszorg, verpleeghuiszorg en huisartsen erbij worden betrokken. Er is een overeenkomst gesloten om de samenwerking tussen de betrokken partijen structureel te maken. Dit project sluit tevens aan bij het noordelijk netwerk van het Nationaal Programma Ouderenzorg.
3.3 Leefstijlcentrum Blauwestad Oosterlengte gaat bouwen in Blauwestad en overweegt een innovatief revalidatiecentrum voor de toekomst ontwikkelen. Doel is mensen ondersteund met nieuwe technologieën, kwalitatief hoogwaardige, vernieuwende en effectieve revalidatieprogramma’s aan te bieden. Het verblijf in het revalidatiecentrum met aanpalende verpleeg- en verzorgvoorzieningen is kortdurend. Men wil mensen, ondersteund met nieuwe technologieën zo begeleiden dat ze zo snel mogelijk weer naar huis kunnen, waar de revalidatietherapie op afstand kan worden voortgezet. Daarnaast zullen leefstijlprogrammas worden aangeboden in pre- en postoperatieve situaties, om sneller te revalideren. Er wordt ook hier gebruik gemaakt van sensortechnologie, en er worden aanvullende multi-media programma’s ontwikkeld, die therapeutische begeleiding via ‘zorg dichtbij ’ tot in de thuissituatie mogelijk maakt. Het programma hiervoor verkeert nog in een conceptuele fase. Samenwerking wordt gezocht met organisaties als de RuG, Roessingh, Sensor Universe, TNO en de Academie voor Bouwkunst. 3.4 Leefstijl Lucasziekenhuis Samen met het Bewegingscentrum Oost-Groningen, het UWV ontwikkelt het OZG/Lucasziekenhuis een arbeidstoeleidingproject voor mensen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt. Het Lucas wil haar ambities rond preventie en leefstijlverbetering graag als voorbeeld uitdragen. Ze wil werkzoekenden een werkleer-programma aanbieden, waarin naast het verwerven van arbeidsvaardigheden die van belang zijn voor werken in de zorgsector, ook een leefstijlprogramma wordt aangeboden. Er wordt actief gewerkt aan verbetering van het zelfbeeld, verkrijgen van meer zelfvertrouwen en empowerment van de werkzoekenden, wat hun kans op duurzame arbeidsinpassing vergroot. Het programma wordt door de initiatiefnemers en de zorgverzekeraar gezamenlijk gefinancierd.
7
4. Onderzoek, effecten inzichtelijk
Van belang is een kwaliteitsslag te maken in het zo vroeg mogelijk opsporen van problemen en het leren van ervaringen en implementeren van verbeteringen. Hiervoor wordt met name een beroep gedaan op expertise van kennisinstellingen als UMCG, RuG, Hanzehogeschool en TNO. Er moeten nulmetingen worden uitgevoerd en alle interventies moeten vanaf het eerste begin worden gevolgd. Effecten van interventies moeten inzichtelijk worden. Informatie is nodig om gerichte en onderbouwde verwijzing en behandeling en indien nodig geïnformeerde terugplaatsing uit te voeren. Ervaring en kennis moet permanent worden geborgd en gevaloriseerd, om zo toe te werken naar een zich voortdurend verbeterende kwaliteitsspiraal. Zorgnetwerken in NoordNederland zijn vergeleken met de rest van Nederland overzichtelijk en zorgregio’s overlappen veelal met provincies. De kennisinfrastructuur in Noord-Nederland versterkt deze kans. Er is één academisch centrum (UMCG/RuG) dat de gehele zorg voor jeugd en ouderen omvat, van geneeskunde en preventie tot gedragswetenschappen en jeugd- en ouderenzorg. Dit centrum heeft een onderwijs- en opleidingstaak voor de gehele regio Noord- en Oost-Nederland (OOR NO Nederland), globaal het gebied ten noorden van de IJssel, inclusief de regio’s Zwolle en Twente. Er wordt samengewerkt met de lectoren van de Hanzehogeschool. En tot slot is er een relatief stabiele bevolking waarbinnen een aantal langlopende onderzoeken gaande zijn die zijn gericht op bijvoorbeeld de ontwikkeling van psychische problemen bij adolescenten (TRAILS project), de ontwikkeling van (over)gewicht bij jonge kinderen (Gecko project), de cumulatie van chronische gezondheidsproblemen bij volwassenen en hun kinderen (LifeLines project) en de ontwikkeling van effectievere methoden voor preventieve behandeling van ouderdomsziekten (Eriba). TNO doet de effectmeting van het (nationale) programma Lekker Fit, dat i.s.m. de Hartstichting wordt uitgevoerd in het basisonderwijs.
4.1 Academische werkplaats Zorg voor Jeugd Noord-Nederland (C4Youth) Door de RuG, UMCG, Hanzehogeschool i.s.m. Jonx/Lentis, de Base Groep, GGD Groningen, Accare, Bureau Jeugdzorg Groningen is een aanvraag ingediend bij ZonMw voor de ontwikkeling van een Werkplaats Jeugd Noord-Nederland. Doel is via kennisuitwisseling en kenniscirculatie, (longitudinaal) onderzoek en kennisvalorisatie, de zorg voor kinderen en jongeren met gedragsmatige en emotionele problemen en hun ouders/opvoeders te verbeteren. De werkplaats wil een brug bouwen tussen beleid, onderzoek, praktijk en opleiding i.s.m. genoemde partners die een verantwoordelijkheid voor deze doelgroep hebben. Drie doelstellingen zijn geformuleerd: 1. Kennisuitwisseling; 2. Ontwikkeling van dataverzamelingssysteem; 3. Inzicht verkrijgen in relevante thema’s om de zorg voor de jeugd te verbeteren.
8
4.2 Financiering Voor aanvullend onderzoek wordt met name een beroep gedaan op financiering door ZonMw. 1. Transitie-experiment is gehonoreerd vanuit het NPO 2. Academische werkplaats Thuiszorg, aanvraag gehonoreerd door ZonMw 3. Werkplaats Jeugd, aanvraag “Take Care” is ingediend bij ZonMw 4. Programma ZonMw preventie/leefstijlinterventies net opengesteld; indiening voor 13 oktober 2009
9
Zorg Innovatie Forum Paterswoldseweg 810 Postbus 424 9700 AK Groningen
T (050) 521 44 84 E
[email protected] I www.zorginnovatieforum.nl