Programma ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid
Mirjam Sterk 31 maart 2014 ditissterkteam.nl
1
Inleiding en samenvatting
Waar zet SterkTeam zich voor in? In de afgelopen jaren is de jeugdwerkloosheid opgelopen tot historische hoogte. Dit geldt niet alleen voor Nederland. Ook in de rest van Europa is het voor jongeren moeilijk om werk te vinden. In februari 2014 bedraagt de jeugdwerkloosheid in Nederland 16,3%. Een op de vijftien jongeren is werkloos. In totaal zijn 135.000 jongeren op zoek naar werk voor meer dan twaalf uur per week. Meer dan de helft van deze groep is op zoek naar een bijbaan, stage of leerbaan. Iets minder dan de helft zoekt een baan. Mirjam Sterk en haar team kunnen geen nieuwe banen creëren. Daarvoor is een stijging in de vraag naar producten en diensten en dus economische groei nodig. SterkTeam kan wel bijdragen aan snellere en/of betere matches voor jongeren op de arbeidsmarkt. Zo probeert SterkTeam de dynamiek op de arbeidsmarkt van jongeren gaande te houden en de werkloosheidsduur zoveel mogelijk te bekorten. SterkTeam wil jongeren arbeidsfit maken en houden door jongeren werkervaring op te laten doen, hun vaardigheden te verbeteren en hun netwerk te verbreden. Dit versterkt hun positie op de arbeidsmarkt als de economie weer aantrekt. Dit doet SterkTeam allereerst door eraan bij te dragen dat er voldoende stages en leerbanen beschikbaar zijn voor jongeren die nog studeren. Meer dan de helft van de werkloze jongeren zit immers nog op school en is op zoek naar een bijbaan, stage of leerbaan van meer dan 12 uur per week. De andere helft van de werkloze jongeren is klaar met school en zoekt werk. Zij leggen het in de concurrentie om de banen nogal eens af vanwege een gebrek aan werkervaring, een goed netwerk en vaardigheden die nodig zijn om werk te vinden en werk te houden. Ervaring opdoen en bijleren is de enige remedie. SterkTeam probeert hen op weg te helpen. En daarbij geldt: Elk werk telt! Ook ondernemen ziet SterkTeam als een reële carrièreoptie. Vanuit de gangbare gedachte dat voorkomen beter is dan genezen, zet SterkTeam ook in op een goede voorbereiding van jongeren op het werkende leven. Om de overgang van school naar werk te versoepelen laat SterkTeam jongeren al vroeg ervaren welke beroepen er allemaal zijn en wat werken van je vraagt. De specifieke problemen waar jongeren tegenaan lopen die al van oudsher een kwetsbare positie hebben op de arbeidsmarkt, zoals allochtone jongeren en jongeren zonder startkwalificatie, pakt SterkTeam gericht aan. Het bieden van sociaal kapitaal -‐ professionals uit het bedrijfsleven die hen helpen bij het maken van een studiekeuze, de zoektocht naar een stage of een baan of het starten van een onderneming -‐ is voor hen cruciaal om te voorkomen dat zij buiten de werkende samenleving komen te staan. Goed om te zien tot slot is dat steeds meer jongeren ook zelf initiatief nemen om zichzelf en andere jongeren online en offline te ondersteunen bij hun zoektocht naar werk door hun netwerk te verbreden en hun vaardigheden verder te ontwikkelen. SterkTeam laat het positivisme, de veerkracht en de proactiviteit van jongeren zien door jongereninitiatieven een podium te bieden en helpt hen met het vergroten en versterken van hun netwerk.
2
Hoe gaat SterkTeam te werk? Om vooruitgang te boeken op al deze onderwerpen is de inzet van ondernemers, overheid, politiek, onderwijs en jongeren zelf nodig. Zij hebben de banen, de verantwoordelijkheid, de financiële middelen en de instrumenten om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Door de krachten te bundelen en gebruik te maken van elkaars kennis, expertise, middelen, netwerk en ambitie bereiken we betere resultaten en kunnen we een verschil maken. Een complex maatschappelijk probleem als jeugdwerkloosheid dat zich manifesteert in een veranderende samenleving, vraagt ook om een veelzijdige aanpak. De samenleving is niet ontworpen, is geen organisatie, is niet logisch opgebouwd en laat zich niet simpelweg aansturen. De overheid is niet meer de centrale actor, maar een speler in een groter netwerk. Burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties zijn niet alleen meer de ontvangers van beleid, maar ook medeproducent. Vanuit deze optiek bezien zijn er vier manieren waarop Mirjam Sterk en haar team kunnen sturen op een betere toekomst voor jongeren: door te agenderen (en zo invloed uit te oefenen op de klassieke overheidsrol; public administration), door partijen te verbinden en afspraken te maken (de meer bedrijfsmatige benadering; new public management), door samen te werken (netwerksturing) en door proactief op te zoek te gaan naar en ruimte te geven aan initiatieven van onderop (maatschappelijke veerkracht). SterkTeam agendeert in de rol van ombudsvrouw Als een moderne ombudsvrouw zet Mirjam Sterk jeugdwerkloosheid op de kaart. Zij spoort overheid, politiek en onderwijs aan om werk te maken van hun verantwoordelijkheid om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Sinds haar start in april 2013 is Mirjam Sterk elke week in het land te vinden. Het onderwerp haalt wekelijks het nieuws, zowel lokaal, regionaal als landelijk. In de rol van ombudsvrouw probeert SterkTeam de vormgeving van het lokale, regionale en landelijke beleid en de inzet van financiële middelen te beïnvloeden. Zo wijst Mirjam Sterk op de gevolgen voor jongeren van een toenemende flexibilisering van de arbeidsmarkt en roept partijen op jongeren nieuwe zekerheid te bieden. Ook stimuleert SterkTeam de inzet van financiële incentives voor werkgevers door gemeenten en sectoren en zorgt ervoor dat regelgeving wordt aangepast als signalen uit de praktijk daar aanleiding toe geven, zoals bij de Regeling cofinanciering sectorplannen is gebeurd. SterkTeam verbindt en spreekt af in de rol van regisseur Als een regisseur zorgt SterkTeam ervoor dat organisaties uit verschillende werelden samenwerken en concrete (prestatie)afspraken maken. Zo draagt SterkTeam eraan bij dat nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan, waarin elke organisatie bijdraagt aan een gezamenlijk doel. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de convenanten die UWV mede op aangeven van SterkTeam sluit met gemeenten en grote bedrijven als BurgerKing, Defensie, een grote drogisterijketen en een grote kledingketen. Daarin worden nu ook afspraken gemaakt over het realiseren van (leerwerk)banen voor jongeren. Bedrijven kiezen niet voor de makkelijkste weg en openen ook hun deuren voor jongeren met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt. En UWV en gemeenten trekken bij de vervulling van de vacatures samen op, ondanks eigen verantwoordelijkheden, eigen doelgroepen en eigen financiële belangen. SterkTeam werkt samen in de rol van coproducent Als een coproducent trekt SterkTeam samen op met organisaties die vanuit een eigen verantwoordelijkheid of taak bijdragen aan de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Gezamenlijke doelen worden in samenwerkingsarrangementen gerealiseerd. De organisaties versterken elkaar. Zo zet SterkTeam landelijke acties op touw samen met uitzendbureaus,
3
arbeidsmarktregio’s en een aantal grote bedrijven -‐ die de actie vanaf de start ondersteunen -‐ om jonge baanzoekers een gezicht te geven, hen te helpen bij hun zoektocht naar werk, hen te trainen in solliciteren, hen werkervaring te bieden, hun netwerk te vergroten, hun werknemersvaardigheden te verbeteren en om bedrijven te laten zien dat jongeren nieuwe energie, recente vakkennis en een frisse blik te bieden hebben. Zoals de actie Jeugd op zoek en de actie Piekwerk. Ook versterkt SterkTeam het stage-‐ en leerbanenoffensief van de Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB) en de samenwerkende kenniscentra om voldoende stages en leerbanen voor jongeren te realiseren. Samen werven we nieuwe leerbedrijven en extra leerbanen en roepen we scholen, ouders en studenten op om stagetekorten te melden. Gemelde tekorten proberen we op te lossen in samenwerking met scholen, gemeenten en het bedrijfsleven. Samen met de SER, het bedrijfsleven en grote steden als Amsterdam en Rotterdam werkt SterkTeam samen om jongeren uit achterstandsbuurten sociaal kapitaal te bieden, oftewel professionals uit het bedrijfsleven, de Link2Work. En in het project Hete Pepers werkt SterkTeam samen met jongerenorganisaties en Microsoft om jongereninitiatieven verder te brengen en meer jongeren vaardigheden en een goed netwerk te bieden. SterkTeam zoekt en stimuleert in de rol van scout Als een scout creëert SterkTeam ruimte voor kansrijke initiatieven van onderop en helpt hen verder. Zo wordt optimaal gebruik gemaakt van de veerkracht in de maatschappij. Het gaat om initiatieven van jongeren zelf, zoals DeBroekriem, Try Before You Get The Job, Young Ambition en NLWorkXX, die andere jongeren online en offline te ondersteunen bij hun zoektocht naar werk. Initiatieven van sociaal ondernemers, zoals de Buzinezzclub die jongeren begeleidt naar het starten van een eigen onderneming. Initiatieven van investeerders als ABN AMRO en Start Foundation om samen met de gemeente Rotterdam via een social impact bond de Buzinezzclub te financieren. Initiatieven in en buiten de school, die jongeren voorbereiden op het werkende leven, zoals Jet-‐Net (Junior), TechniekTalent, K!X, IMC Basis-‐ /Weekendschool, Champs on Stage en Werken aan je Toekomst. En initiatieven van internationale bedrijven die wereldkundig maken bij te willen dragen aan de aanpak van de jeugdwerkloosheid, zoals Nestlé, Microsoft, Hilton en Coca Cola. Een uitgebreide toelichting op alle inhoudelijke onderwerpen en hoe SterkTeam hierin opereert is hierna te lezen.
4
Stages en Leerbanen Feiten en cijfers Belang stages en leerbanen Meer dan de helft van de werkloze jongeren zit op school en zoekt een bijbaan, stage of 1
leerbaan van meer dan twaalf uur per week. Het aantal studenten dat ervoor kiest om door 2
te leren is afgelopen schooljaar weer toegenomen. Het is dus belangrijk dat er voldoende bedrijven zijn die studenten in de praktijk willen opleiden. Zeker voor jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is een stage of leerbaan onmisbaar om het vak te kunnen leren en een diploma te halen. En vakkrachten zijn onmisbaar voor de Nederlandse economie. Een stage of leerbaan is een goede opmaat naar werk na afronding van de opleiding. De jongere doet werkervaring op, leert vakvaardigheden (hard skills) en werknemers-‐ vaardigheden (soft skills). Werknemersvaardigheden zijn minstens zo belangrijk om aan de slag te komen en te blijven. Daarbij staan motivatie, zelfvertrouwen en sociale en communicatieve vaardigheden -‐ zoals taalbeheersing, netheid en beleefdheid -‐ centraal. Ook krijgt de jongere tijdens de stage of leerbaan een beter beeld van wat voor mens hij is en wat 3
voor soort werk en werkomgeving bij hem passen. Dit versoepelt de overgang van school naar de arbeidsmarkt (het vermindert de frictiewerkloosheid). Van de bedrijven gebruikt ruim 4
driekwart de stage of leerbaan als proeftijd om te kijken wat voor vlees ze in de kuip hebben. Bijna tweederde van alle afgestudeerde mbo’ers gaat uiteindelijk aan de slag bij het bedrijf 5
waar ze een stage of een leerbaan hadden. Ontwikkeling stages en leerbanen Een mbo’er kan alleen bij een erkend leerbedrijf op een stage of leerbaan aan de slag. Op 1 maart 2014 waren er ruim 230.000 unieke leerbedrijven. Dat is meer dan de helft van de bedrijven in Nederland. Het bestand aan leerbedrijven fluctueert sterk door de economische crisis. Bedrijven gaan failliet of stoppen als leerbedrijf. Ze hebben te weinig werk voor studenten, te weinig geld om een plek te bekostigen of te weinig tijd voor de begeleiding. Het 6
voortbestaan van het bedrijf heeft prioriteit. Als er te weinig leerbedrijven zijn die stages en leerbanen bieden, ontstaan stagetekorten.
1
CBS. Statline. SBB. (december 2013). Barometer; DUO. Basisregistratie Onderwijsnummer. 3 Freese , C., Meulen Bosma, A. van der & Wilthagen, T. (2012). Werkzekerheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek naar factoren die ten grondslag liggen aan de mismatches tussen het bedrijfsleven en werkzoekenden met bijzondere aandacht voor arbeidsmotivatie. Tilburg: Tilburg University; Kanfer, R., Wanberg, C. & Kantrowitz, M. (2001). Job search and employment: a personality motivational analysis and meta analytic review. Journal of applied psychology 86, 837-‐855; Hooft, E., van, Ottervanger, M. & Dam, A. van (2007). Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting. Onderzoeksrapport Erasmus Universiteit Rotterdam; Hol, N. & Keuken, L. (2013). Nationaal Stage Onderzoek Studenten 2013. Culemborg: Stageplaza. 4 Hagens, K., Kraaijvanger, H. (2011). Motieven en meerwaarde van opleiden onder leerbedrijven. Wehl: rijnland advies 5 DUO Market Research. 6 SBB. (oktober 2013). Barometer. 2
5
De laatste drie schooljaren zijn 40.000 leerbanen verloren gegaan. Bijna 15.000 jongeren 7
konden afgelopen schooljaar geen leerbaan vinden. Een leerbaan kost een bedrijf meer tijd en geld dan een stage. Bij een leerbaan, ook wel beroepsbegeleidende leerweg (BBL) genoemd, werkt een jongere gedurende de hele opleiding met een arbeidscontract drie of vier dagen in de week en gaat hij de overige doordeweekse dagen naar school. Door de economische crisis kunnen veel bedrijven deze investering niet meer opbrengen. Een deel van de jongeren die geen leerbaan kan vinden, stapt over naar de beroepsopleidende leerweg (BOL), waar de jongere een of twee dagen stage loopt en de rest van de doordeweekse dagen doorbrengt in de schoolbanken. De kans is groot dat jongeren die beter leren met hun handen dan met hun hoofd deze opleiding niet afmaken en zonder baan thuis komen te zitten. Jongeren zonder startkwalificatie zijn bijna anderhalf keer zo vaak werkloos als jongeren met 8
startkwalificatie. Hadden zij wel een leerbaan gekregen, dan waren hun kansen op de arbeidsmarkt stukken beter geweest. Jongeren met een leerbaan komen na afronding van hun opleiding nauwelijks in de werkloosheidsstatistieken voor. Zij zijn de crisistijgers. Hun positie op de arbeidsmarkt is onveranderd goed. Negen van de tien jongeren met een 9
leerbaan die afstuderen krijgt na het afstuderen een vervolgcontract. Ook voor bedrijven is het dalende aantal leerbanen ongunstig. Als zij nu geen jongeren opleiden, zijn er straks als de economie weer aantrekt of oudere werknemers met pensioen gaan te weinig goed inzetbare en gekwalificeerde vakkrachten. De meer theoretische opleiding, de BOL, is niet altijd een goed alternatief. Schilder of glazenwasser word je niet door voornamelijk in de schoolbanken te zitten.
Aanpak SterkTeam Om te zorgen voor voldoende stages en leerbanen versterkt SterkTeam het stage-‐ en leerbanenoffensief van Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB) en de samenwerkende kenniscentra. Samen werven we nieuwe leerbedrijven en extra leerbanen en roepen we scholen, ouders en studenten op om stagetekorten te melden. Gemelde tekorten proberen we op te lossen in samenwerking met scholen, gemeenten en het bedrijfsleven. In het kader van het stage-‐ en leerbanenoffensief bezoekt Mirjam Sterk door het hele land leerbedrijven, zoals Albert Heijn, Duyvis Wiener, Liander, Tata Steel, VDL, Philips, Seacon Logistics, Bekkers Autoschade, DeltaZuid, VinkBouw, Mediamail, Damen Shipyards, De Wielborgh, MCN Montage, Desert Tankers, Verstegen Spices & Sauces, Q8, Hutten, Heineken, NS, Hof van Zeeland, Camping en Villapark de Paardekreek, Recreatie-‐Strandpark de Zeeuwse Kust, Sitel, SNT, Campina, Specsavers, Van Dorp Installaties, Shell, RAI, McDonald’s, Brainport Industries, Hotel Zuiderduin Westkapelle, Strandpaviljoen Moio, European Gateway Services en Tweewielers Noord. Hieronder wordt nader ingegaan op het gezamenlijke stage-‐ en leerbanenoffensief van Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB), de samenwerkende kenniscentra en SterkTeam. Werven van leerbedrijven In het offensief verleiden we bedrijven die nog geen leerbedrijf zijn om leerbedrijf te worden en bestaande leerbedrijven om zich door te ontwikkelen tot een breder leerbedrijf en ook een erkenning aan te vragen voor het opleiden van jongeren in een andere sector. Bijvoorbeeld
7
SBB. (december 2013). Barometer. CBS. Statline. 9 ROA. (2013). Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012. Feiten en cijfers. Maastricht: Maastricht University; DUO Market Research. 8
6
een garagebedrijf dat al jarenlang monteurs opleidt en ook een erkenning aanvraagt voor het opleiden van een secretaresse. Om beter zicht te krijgen op het potentieel aan nieuwe leerbedrijven in een sector of een regio heeft SterkTeam een bestandskoppeling mogelijk gemaakt tussen de op Stagemarkt.nl bekende leerbedrijven en de bedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het offensief wordt ondersteund met de gezamenlijke campagne Word leerbedrijf, daar word je beter van die SterkTeam mede mogelijk heeft gemaakt en in juni van start is gegaan. Het campagnemateriaal voor het plaatsen van advertenties in regionale, lokale en vakbladen stellen we ook beschikbaar aan sectoren en regio’s om eigen bedrijven op te roepen leerbedrijf te worden. Bij het werven van bedrijven laten we zien waarom andere bedrijven ervoor kiezen om 10
leerbedrijf te zijn: •
intrinsieke motivatie om jongeren een kans te bieden en op te leiden;
•
betrokkenheid bij de eigen branche en invloed op de opleiding van toekomstig personeel;
•
goed voor de naamsbekendheid, het imago -‐ je straalt professionaliteit en vakbe-‐ kwaamheid uit -‐ en daarmee de omzet van het bedrijf;
•
instroom van nieuwe jonge mensen met actuele vakkennis, die relatief goedkoop zijn en die zorgen voor een open en dynamische sfeer en balans in het personeelsbestand;
•
meer betrokkenheid en plezier van het eigen personeel door hen in te zetten als praktijkbegeleider, wat hen doorgroeimogelijkheden biedt en erkenning voor hun inzet.
We benadrukken dat om leerbedrijf te worden een bedrijf geen lange, ingewikkelde of kostbare procedure hoeft te doorlopen. Na aanmelding op Stagemarkt.nl kijkt een adviseur van het kenniscentrum van de sector -‐ de schakel tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt -‐ of de werkzaamheden passen bij de opleiding van de student, of er een goede praktijkopleider aanwezig is en of de werkplek veilig is. Het afgeven van een erkenning duurt gemiddeld 10 dagen. Soms is extra training van de praktijkopleider nodig van ongeveer een dag. De kosten van de training, circa 500 euro, en latere bijscholing komen vaak voor rekening van het scholingsfonds van de sector. Nieuwe kansen grijpen we aan. Zo blijkt uit de bestandskoppeling tussen de op Stagemarkt.nl bekende leerbedrijven en de bedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel dat het toenemende aantal zzp’ers en kleine ondernemingen een goede bron is om uit te putten. In tegenstelling tot signalen uit de media kunnen zzp’ers wel degelijk leerbedrijf worden. Een op 11
de tien leerbedrijven is zzp’er. Dat is tien keer zoveel als vijf jaar geleden. Als bovendien meerdere zzp-‐ers en kleine ondernemingen gezamenlijk een stage of leerbaan bieden en de inspanningen voor het begeleiden van een student verdelen, kunnen we nog meer jongeren in de praktijk opleiden. Voor de zomer willen we enkele van deze stagestraten op poten zetten. Bij zzp’ers en kleine ondernemingen uit sectoren als bijvoorbeeld de Kappersbranche, Detailhandel of Kleinschalig specialistisch vakmanschap biedt dit kansen.
10
Hagens, K., Kraaijvanger, H. (2011). Motieven en meerwaarde van opleiden onder leerbedrijven. Wehl: rijnland advies. 11 SBB. (december 2013). Barometer.
7
Van juni 2013 tot 1 maart 2014 zijn er 16.000 leerbedrijven bij gekomen. Het gaat om 13.120 nieuwe unieke leerbedrijven en 2.880 bestaande leerbedrijven die ook een erkenning hebben gekregen voor het opleiden voor een andere sector. Hiermee hebben we tegen de economische trend in het verlies van 10.900 unieke leerbedrijven met 13.300 erkenningen door bedrijfsbeëindiging, reorganisatie of faillissement kunnen compenseren. Vanaf maart doet Mirjam Sterk samen met sectoren en branches een extra beroep op bedrijven om leerbedrijf te worden en stages te bieden. De komende maanden starten namelijk veel jongeren hun zoektocht naar een stage. Het begin van een piekperiode. Dat zie je meestal ook terug in de jeugdwerkloosheidscijfers. Die stijgen in het 2e kwartaal. Voor het werven van nieuwe leerbedrijven stelt Mirjam Sterk het campagnemateriaal Word leerbedrijf, daar word je beter van ook beschikbaar aan gemeenten. Zo kunnen (nieuwe) wethouders van het campagnemateriaal gebruik maken om in hun lokale en regionale media bedrijven op te roepen om leerbedrijf te worden en stages te bieden. Dit ter ondersteuning van het eigen regionale beleid om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Zo zetten veel regio’s vouchers in om bedrijven die stages bieden financieel tegemoet te komen. Ook zal Mirjam Sterk samen met minister Bussemaker op 14 april 2014 aanwezig zijn bij de uitreiking van de Prijs Beste Leerbedrijf en Prijs Beste Praktijkopleider van Nederland 2013 in hun branche(s). Er zijn namelijk geen betere ambassadeurs om nieuwe leerbedrijven te werven dan de beste leerbedrijven zelf.
Uitgelicht: Felicitatie voor de erkenning van het 12.000e leerbedrijf Op 7 januari 2014 feliciteerde Mirjam Sterk leerbedrijf 'Tweewielers Noord' in Utrecht. Het bedrijf ontving de 12.000ste erkenning aan een leerbedrijf sinds de start van de campagne in juni 2013. Tweewielers Noord is opgezet door Issa Ghoula, een bevlogen ondernemer van Marokkaanse afkomst. Issa Ghoula kreeg van de gemeente Utrecht de kans om vanuit zijn werkloosheidssituatie zijn bedrijf als zzp’er op te bouwen. Nu begeleidt hij Yassin Brouwer, die de mbo-‐opleiding tot serviceadviseur mobiliteitsbranche volgt. Issa Ghoula: “Yassin spreekt goed Engels en heeft op school veel kennis opgedaan van de inkoop. Daar kan ik met mijn bedrijf ook van leren en mijn inkoop verbeteren. Ik hoop dat ik Yassin straks een plek in mijn zaak kan geven.” Mirjam Sterk: “Het is goed om te zien dat zoveel zzp’ers en kleine ondernemers hun passie en vakkennis willen overdragen op de jongere generatie. Jongeren zijn de vakkrachten van morgen en brengen nieuwe energie en innovatieve ideeën naar bedrijven. Zo investeren zzp’ers en kleine ondernemers ook in de toekomst van hun eigen bedrijf en beroep.” Oproepen tot het melden van stagetekorten en helpen bij een oplossing Jongeren zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage of leerbaan. Zij kunnen daarbij gebruik maken van Stagemarkt.nl. Hier staan alle erkende leerbedrijven op die op dit moment een stage of leerbaan aanbieden. Stagemarkt.nl is ook beschikbaar als app voor smartphones en tablets en is ingepast in eigen de website van scholen. Docenten bereiden jongeren voor op hun stage of leerbaan, ondersteunen hen in hun zoektocht en zorgen voor
8
een goede match tussen student en bedrijf. Lukt het niet om een geschikte stage of leerbaan te vinden dan kunnen studenten, docenten of ouders dit melden bij het Meldpunt Stagetekorten op Stagemarkt.nl. Na de melding gaat een adviseur van het kenniscentrum met de school om tafel om het probleem te analyseren en een passende oplossing te vinden. Vanaf mei 2013 roept Mirjam Sterk -‐ in de media, via nieuwsberichten van het onderwijs, via de kenniscentra en bij haar wekelijkse bezoeken aan de regio’s -‐ scholen op bij problemen met het vinden van stages en leerbanen gebruik te maken van het Meldpunt Stagetekorten. Het meldpunt is een vangnet. Alleen als we weten waar problemen zich voordoen, kunnen we die helpen oplossen. Na een melding neemt het kenniscentrum contact op met de school. Scholen moeten namen en rugnummers aanleveren van de studenten die geen stage of leerbaan kunnen vinden. Om de juiste oplossing voor het probleem te bieden, willen we weten om welke studenten het gaat, welke opleiding zij volgen, in welke periode zij een stage of leerbaan nodig hebben en wat de reden is dat zij die nog niet hebben gevonden. De analyse met namen en rugnummers kan leiden tot drie verschillende oplossingen, die ook preventief worden ingezet: Oplossing 1: Jongeren beter voorbereiden Sommige jongeren lukt het niet om een stage of een leerbaan te bemachtigen omdat zij nog niet goed zijn voorbereid. Jongeren versturen meestal 50 tot 100 sollicitatiebrieven. Maar je kan nog zo goed zoeken, je presentatie moet ook goed zijn. Bedrijven leggen de lat steeds hoger. Ook stagiaires worden heel bewust gekozen. Het zijn mogelijke toekomstige werknemers. Het leerbedrijf wil een duidelijke meerwaarde zien. Om een goede match te krijgen worden meerdere studenten gevraagd op sollicitatiegesprek te komen. Of iemand wordt aangenomen is vooral afhankelijk van werknemersvaardigheden (soft skills). Breekt een bedrijf een stage voortijdig af, dan komt dat meestal door een gebrek aan motivatie van de 12
13
student. Vooral allochtone jongeren hebben meer moeite om een stageplaats te vinden. Zij moeten vaker solliciteren en hebben – naar eigen ervaring – ook vaker te maken met discriminatie of negatieve beeldvorming. Kan een jongere geen stage of leerbaan vinden omdat de jongere nog onvoldoende is voorbereid op de stage, dan is niet het bedrijfsleven maar de school aan zet. Zie verder School en Toekomst. Oplossing 2: Een rem zetten op de instroom in opleidingen met weinig kans op werk Sommige jongeren lukt het niet om een stage of leerbaan te vinden omdat zij gekozen hebben voor een opleiding waar de kans op werk slecht is. Bedrijven hebben simpelweg geen werk voor hen. Het aantal studenten in een opleiding is groter dan het absorptievermogen van het bedrijfsleven. Oftewel, het onderwijs sluit niet aan bij de behoefte van de arbeidsmarkt. Als sprake is van een structurele mismatch op de middenlange of langere termijn roepen we de school op in gesprek te gaan met de student om een andere studie te kiezen en dus op zoek te gaan naar een stage of leerbaan in een andere opleidingsrichting. Scholen hebben de verantwoordelijkheid om jongeren te begeleiden bij het maken van een goede keuze voor een
12
Hol, N. & Keuken, L. (2013). Nationaal Stage Onderzoek Studenten 2013. Culemborg: Stageplaza. Huijnk, W., Gijsberts, M., Dagevos, J. (2014). Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: SCP; Hol, N. & Keuken, L. (2013). Nationaal Stage Onderzoek Studenten 2013. Culemborg: Stageplaza; JOB. (2013). JOB-‐monitor 2012. Studententevredenheid in het mbo. Amsterdam: Jongeren Organisatie. 13
9
studie of loopbaan. Voor het voeren van ombuigingsgesprekken krijgen de scholen ook extra geld vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid van het kabinet, het zogenaamde programma School Ex 2.0. Ook stimuleren we scholen om een verdere instroom van studenten in opleidingen met weinig kans op werk te voorkomen door met elkaar -‐ scholen, bedrijfsleven, kenniscentrum en gemeenten -‐ om tafel te gaan en tot afspraken te komen (zie box). Zie verder School en Toekomst.
Uitgelicht: Numerus fixus voor opleiding jeugdzorg in regio Oost-‐Utrecht Op 24 maart 2014 was Mirjam Sterk aanwezig bij een bijeenkomst van de mbo-‐ scholen, het kenniscentrum, de gemeenten en het werkgeversservicepunt in de regio Amersfoort over de aanpak van de stage-‐ en leerbanenproblematiek in onder andere de Jeugdzorg. Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdzorg. Gemeenten krijgen hiervoor minder budget dan nu beschikbaar is. Dit leidt tot een afname van de werkgelegenheid met 25 tot 30 procent. Omdat ook het soort werk gaat veranderen, zijn bovendien medewerkers nodig met een hoger opleidingsniveau. In de regio Amersfoort is in deze sector nu al een tekort aan stages en leerbanen voor jongeren. Gelet op deze ontwikkelingen hebben de mbo-‐scholen in de regio samen met het kenniscentrum, de gemeenten en het bedrijfsleven afgesproken om de instroom in de opleiding voor Jeugdzorg vanaf het schooljaar 2014/2015 te beperken tot twee klassen en om te buigen naar een HBO-‐toeleidende opleiding. De leerbedrijven hebben toegezegd stageplaatsen te bieden voor de studenten uit deze twee klassen. Mirjam Sterk: “Ik vind het goed om te zien hoe de ROC’s in de regio Amersfoort hun verantwoordelijkheid nemen en niet meer studenten opleiden voor de Jeugdzorg dan dat er banen zijn. Door de decentralisatie van de Jeugdzorg staan veel banen op de tocht. Door een numerus fixus in te stellen voorkomen we stagetekorten en leiden we jongeren niet op voor werkloosheid.” Oplossing 3: Gericht nieuwe stageplekken werven en creëren Als een student wel goed voorbereid is en heeft gekozen voor een opleiding met goede kansen op werk, maar geen stage of leerbaan kan vinden door een gebrek aan aanbod, dan zoeken we nieuwe stages en leerbanen. Dit doen de kenniscentra door gericht te kijken bij bestaande leerbedrijven of zij (meer) stages of leerbanen kunnen bieden en door zo nodig nieuwe leerbedrijven te werven met mailings, inzet van social media, advertenties en door langs te gaan bij bedrijven. Ook zoeken we slimme oplossingen. Zo creëren we duostageplekken bij bedrijven. Dit doen we onder andere in de Zorg, de Bouw en de Carrosserie. Bij een duostage lopen studenten iets minder dagen stage, zodat ze een stageplek bij een bedrijf kunnen delen of lopen ze stage bij meerdere vestigingen van een bedrijf. Ook brengen we de mogelijkheden die er zijn om bedrijven financieel tegemoet te komen onder de aandacht: subsidies van de Rijksoverheid en
10
vouchers van gemeenten, als onderdeel van de regionale Aanpak Jeugdwerkloosheid. Daarnaast gaan we met gemeenten in gesprek over de inzet van social return, zodat bedrijven gestimuleerd worden stageplekken te bieden als ze in aanmerking willen komen voor opdrachten van de gemeente, bijvoorbeeld de renovatie van scholen en overheidsgebouwen. En we realiseren meer stageplekken door ook de weekenden en de vakantieperiode te benutten bij bedrijven waar het werk gewoon door gaat, zoals in de Detailhandel, Horeca en Toerisme of de Zorg. Kan er echt geen stageplek gevonden worden bij een bedrijf, dan wordt er gekeken of praktijksimulatie als uitzonderingsmaatregel mogelijk is. De sector moet deze uitzonderingssituatie wel goedkeuren. De locatie van de praktijksimulatie krijgt dan als crisismaatregel een tijdelijke erkenning.
Uitgelicht: Wijkleerbedrijf in 15 gemeenten Bij een WijkLeerbedrijf worden buurtbewoners die wat extra handjes kunnen gebruiken thuis geholpen door studenten van niveau 1 en 2 van de mbo-‐opleiding Zorg en Welzijn. Dit zijn vaak kwetsbare studenten die veel begeleiding nodig hebben en die moeilijk een stageplaats kunnen vinden. Bij het WijkLeerbedrijf kunnen de studenten hun diploma halen, zodat ze kunnen doorstromen naar niveau 3. Hiermee maken ze later meer kans op een baan in de Zorg. De zorginstelling in de wijk is hun vaste honk, daar worden zij voorbereid en begeleid. Ook voor de buurt is het WijkLeerbedrijf een aanwinst. Bewoners kunnen langer zelfstandig wonen en formele zorgkosten worden bespaard. Het WijkLeerbedrijf zorgt voor sociale cohesie en levendigheid in de buurt. Het WijkLeerbedrijf speelt zo in op recente politieke ontwikkelingen: het aanpakken van de jeugdwerkloosheid, de decentralisatie van de Zorg en het vormgeven van de participatiemaatschappij. In 15 gemeenten hebben scholen, zorginstellingen, het kenniscentrum en de gemeente WijkLeerbedrijven opgezet: Leeuwarden, Zwolle, Hengelo, Veenendaal, Amersfoort, Utrecht, Haarlem, Den Haag, Leiden, Rotterdam (3x), Uden, Tilburg en Eindhoven. Mirjam Sterk bezocht enkele WijkLeerbedrijven en ondersteunt de verdere uitrol van het innovatieve concept. Mirjam Sterk: “Het WijkLeerbedrijf is de plek waar jong en oud elkaar ontmoeten en elkaar verder helpen. Jongeren krijgen een opleiding. Ouderen krijgen zorg. Een mooi initiatief, met goede resultaten -‐ een slagingspercentage van 80% -‐ en maatschappelijk rendement!” Na de oproep van Mirjam Sterk in mei 2013 om stagetekorten te melden verdubbelde in drie maanden tijd het aantal meldingen. In het schooljaar 2013/2014 (van september 2013 tot maart 2014) hebben 13 scholen 483 stagetekorten gemeld. Op alle gemelde stagetekorten is actie ondernomen. De oproep heeft bovendien een impuls gegeven aan het overleg tussen scholen, bedrijfsleven, kenniscentra en gemeenten in de regio over de verwachte aantallen studenten, de behoefte en het absorptievermogen van bedrijven en de stagerijpheid van studenten. Zo kunnen we stagetekorten voorkomen.
11
Nu de komende tijd veel studenten op zoek gaan naar een stage zullen wellicht weer meer meldingen binnen komen. Mirjam Sterk zal bij haar bezoeken aan de arbeidsmarktregio’s komende maanden een vinger aan de pols houden. Zo ook in Brabant, waar al tekorten gemeld zijn en waar zij op 16 april een conferentie bijwoont van Pact Brabant, het samenwerkingsverband van werknemers, werkgevers, onderwijsinstellingen, UWV, gemeenten en de provincie. Werven van extra leerbanen SterkTeam werkt sinds de zomer van 2013 samen met Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB) en de samenwerkende kenniscentra in het kader van het stage-‐ en leerbanenoffensief en het actieteam crisisbestrijding om bedrijven en sectoren te stimuleren de €600 miljoen, die het kabinet heeft gereserveerd als cofinanciering voor de sectorplannen, ook in te zetten voor het realiseren van extra leerbanen. SterkTeam weet zich bij haar inspanningen gesteund door de afspraak in het Herfstakkoord dat tenminste een derde van de €600 miljoen wordt ingezet voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Daarnaast krijgt een bedrijf vanaf 1 januari 2014 ook een deel van de kosten voor de begeleiding van de jongere vergoed vanuit de Subsidieregeling praktijkleren van het ministerie van OCW (maximaal €2.700 per leerbaan). Op de Jeugdtop van 7 oktober 2013 hebben 14 sectoren en 3 bedrijven(koepels) -‐ McDonald’s, Philips en Brainport Industries (80 toeleveranciers in de hightech maakindustrie in Brabant) -‐ in aanwezigheid van premier Rutte, minister Asscher, minister Bussemaker en Mirjam Sterk minstens 10.000 extra leerbanen toegezegd. Zij dienden als een goed voorbeeld voor andere sectoren. Aan de Jeugdtop ging een bezoek aan sectoren en bedrijven en een werksessie van SterkTeam vooraf. Een sessie waarin sectoren de mogelijkheden voor extra leerbanen verkenden en elkaar inspireerden met creatieve oplossingen. Bijvoorbeeld jongeren het eerste jaar de meer theoretische opleiding, de BOL, laten volgen en het tweede jaar laten instromen in een leerbaan, zodat jongeren meer praktijkuren krijgen dan bij een volledige overstap naar de BOL. De werksessie bracht ook knelpunten in de Regeling cofinandiering sectorplannen aan het licht. Met hulp van SterkTeam is de Regeling cofinanciering sectorplannen aangepast (verduidelijkt en verruimd): maximering van de bijdrage aan de loonkosten van een jongere met een leerbaan en cofinanciering voor de volledige duur van de leerbaan. In maart 2013 hebben van de sectoren die 7 oktober aanwezig waren vier sectoren een beschikking/voornemensbrief op het ingediende sectorplan ontvangen. In totaal is nu financiering toegezegd voor ruim 6.600 extra leerbanen. Bouw en Infra: 2.500 extra leerbanen, 2.500 leermeesters ouder dan 55 jaar behouden als leermeester om de jongeren te begeleiden. Schilderen & Onderhoud en afbouw: 1.335 extra leerbanen, 50 workshops voor in totaal 800 werknemers om de jongeren te begeleiden. Procestechniek: 750 extra leerbanen, versneld opleiden van 200 werkloze jongeren met baangarantie. Transport en Logistiek: 1.250 extra leerbanen, vergroten kwaliteit 1.283 praktijkopleiders door middel van tweedaagse trainingen. McDonald’s, Philips en Brainport Industries bieden extra leerbanen zonder gebruik te maken van de cofinanciering vanuit de sectorplannen. Gezamenlijk zijn zij goed voor 794 extra leerbanen. Als sectorplannen zijn goedgekeurd, verkent SterkTeam met sectoren en regio’s hoe zij de extra leerbanen voor jongeren bij bedrijven willen realiseren. Ook stimuleert SterkTeam sectoren die nog geen sectorplan hebben ingediend, gebruik te maken van de tweede indieningstermijn die vanaf 1 april 2014 van start gaat.
12
De werving van nieuwe leerbanen moet uiteindelijk leiden tot meer kansen op leerbanen voor studenten die komend schooljaar met hun mbo-‐opleiding willen starten. De zoektocht naar leerbanen kent zijn piek in het derde kwartaal van het jaar. Dit zien we ook terug in de stijging van de jeugdwerkloosheidscijfers, in combinatie met het aantal afgestudeerden dat na de vakantie op zoek gaat naar een baan. SterkTeam gaat de komende maanden op pad langs sectoren en bedrijven om zoveel mogelijk extra leerbanen bij werkgevers in de praktijk te realiseren.
Uitgelicht: Bouw en Infra van start met realisatie extra leerbanen Om het verwachte tekort aan vakkrachten aan te pakken hebben de samenwerkende partners in het goedgekeurde sectorplan Bouw en Infra afgesproken om 2.500 extra leerbanen te creëren en 2.500 leermeesters ouder dan 55 jaar te behouden als leermeester om de leerlingen te begeleiden en vakkennis over te dragen. Aannemers en opdrachtgevers kunnen de extra leerbanen realiseren door bijvoorbeeld een bouwproject uit te voeren als leerlingbouwplaats. Op een leerlingbouwplaats voeren leerlingen met een leerbaan de werkzaamheden uit onder begeleiding van leermeesters. Mirjam Sterk heeft al verschillende leerlingbouwplaatsen bezocht. Onlangs nog op 25 maart 2014 in Oss. Mirjam Sterk werd daar door Bouwend Nederland en Fundeon bijgepraat over de uitvoering van het sectorplan. Mirjam Sterk: “Het is mooi om te zien hoe Bouw en Infra investeert in extra leerbanen voor jongeren. Trekt de economie weer aan, dan profiteert de Bouw daar snel van. Een investering in leerbanen nu, is een investering in de toekomst. De toekomst van de jongere, de toekomst van de bedrijven en de toekomst van de Nederlandse economie.”
13
Werk Feiten en cijfers Stand jeugdwerkloosheid In de afgelopen jaren is de jeugdwerkloosheid opgelopen tot historische hoogte. Dit geldt niet alleen voor Nederland. Ook in de rest van Europa is het voor jongeren moeilijk om werk te vinden. In februari 2014 bedraagt de jeugdwerkloosheid in Nederland 16,3%. Een op de vijftien jongeren is werkloos. In totaal zijn 135.000 jongeren op zoek naar werk voor meer dan twaalf uur per week. Meer dan de helft van deze groep is op zoek naar een bijbaan, stage of leerbaan. Iets minder dan de helft zoekt een baan. In februari 2014 bedraagt de totale werkloosheid 8,8%. Een op de vijf werklozen is een jongere. De jeugdwerkloosheid ligt altijd hoger dan de totale werkloosheid. Dat is verklaar-‐ baar, omdat ook schoolgaande jongeren op zoek naar een bijbaan, stage of leerbaan deel uitmaken van de werkloze beroepsbevolking en jongeren na het behalen van hun diploma meestal een tijd moeten zoeken naar een eerste baan. In ontwikkelde economieën is de 14
jeugdwerkloosheid doorgaans twee tot drie maal hoger dan de totale werkloosheid. In Nederland schommelt de ratio de afgelopen tien jaar rond de twee. Ontwikkeling jeugdwerkloosheid In februari 2014 bedraagt de ratio jeugdwerkloosheid/totale werkloosheid 1,85. Een jaar geleden bedroeg deze nog 2,01. De daling van de ratio toont aan dat de werkloosheidsproblematiek onder jongeren is afgenomen in vergelijking met die van de andere leeftijdsgroepen. Dat komt doordat het aantal werkloze jongeren niet is toegenomen. Bij de andere leeftijdsgroepen daarentegen is het aantal werklozen gestegen met 16%. Dat het jeugdwerkloosheidspercentage ten opzichte van een jaar geleden toch is toegenomen van 15,5% naar 16,3%, komt doordat er minder jongeren zijn gaan werken. Het werkloosheidspercentage is immers de uitkomst van een breuk, waarin de werkloze beroepsbevolking wordt afgezet tegen de werkloze en werkzame beroepsbevolking samen. Tegelijkertijd zien we dat het aantal jongeren in de niet-‐beroepsbevolking is toegenomen. Een toename die voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt doordat meer jongeren ervoor hebben gekozen om door te leren, met name in het hoger onderwijs. Daar is het aantal inschrijvingen ten opzichte van het voorgaande schooljaar met 4% gestegen.
15
De
ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid afgelopen jaar stelt enerzijds gerust. Anderzijds is het aantal jeugdwerklozen voor Nederland historisch gezien aan de hoge kant. Dynamiek Van alle leeftijdsgroepen is de arbeidsmarkt voor jongeren het meest dynamisch. Alleen al in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gingen afgelopen schooljaar ruim 220.000 jongeren 16
op zoek naar een stage of een leerbaan. Daarnaast stromen jaarlijks meer dan 200.000 afge-‐ studeerden de arbeidsmarkt op. Een groot deel hiervan lukt het werk te vinden. Tweederde
14
Morsy, H. (2012). Scarred Generation -‐ In advanced economies, the crisis sparked a huge increase in unemployment among younger workers that will take a long time to abate. Finance & development, 49(1), 15-‐18. 15 DUO. Basisregistratie Onderwijsnummer. 16 SBB. (december 2013). Barometer.
14
van de jongeren vond in 2012 binnen zes maanden een baan. Dat is meer dan bij andere leeftijdsgroepen. Van de jongeren met een uitkering heeft het merendeel deze minder dan zes maanden. Langdurige werkloosheid -‐ langer dan een jaar -‐ komt onder jongeren relatief 17
weinig voor. In 2012 heeft 90% van de schoolverlaters in het beroepsonderwijs anderhalf jaar na hun afstuderen een baan gevonden. Daarbij heeft driekwart van de werkende 18
jongeren werk gevonden dat past bij hun opleiding wat betreft niveau en richting. De dynamiek wordt voor een deel bepaald door de effectiviteit van het zoekgedrag van jongeren. In hun zoektocht naar werk maken jongeren weinig gebruik van hulp van de overheid en social media als LinkedIn. Jongeren zoeken vooral via internet, kranten, uitzendbureaus of hun eigen netwerk.
19
Naast hulp van uitzendbureaus is netwerken
tegenwoordig de manier om een baan te vinden, mits het netwerk ook bestaat uit hoogopgeleiden, professionals en mensen die op enige afstand staan, zoals kennissen, collega’s en buren. Vooral die geven toegang tot nieuwe netwerken en aanvullende 20
hulpbronnen. Door succesvol netwerken vind je eerder een baan, een betere baan en een 21
22
beter betaalde baan. Ook werkgevers bespaart het kosten. Bijna driekwart van de open-‐ 23
staande vacatures wordt via via ingevuld. De effectiviteit van het netwerk van jongeren is meestal nog niet zo groot. Tijdens hun schoolperiode zijn jongeren niet zo bezig met hun 24
netwerk. De aandacht gaat dan uit naar het behalen van het diploma. Of en hoe snel een jongere een baan vindt, wordt ook bepaald door de vraag in hoeverre de opleiding en vaardigheden van jongeren aansluiten bij de behoefte van werkgevers. Volgens Europees onderzoek van McKinsey en het Joint Employment Report van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO) zit er een 25
kloof tussen de vraag van bedrijven en het aanbod van werkzoekende jongeren. Deze mismatch speelt ook in Nederland. De populaire opleidingen onder studenten bieden vaak 26
minder goede kansen op een baan. Ook vragen bedrijven steeds vaker om excellent
17
CBS. Statline. ROA. (2013). Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012. Feiten en cijfers. Maastricht: Maastricht University. 19 Manpower. (2012). Jong Talent, nieuw realisme op de arbeidmarkt. 20 UWV. (2011). Arbeidsmarktprognose 2011 – 2012, met een doorkijk naar 2016; Cuelenaere, C., Burg, C.L. van der, Veldhuis, V., Veermand, T.J. (2012). Vraag en aanbod van laaggeschoold werk. Leiden: Astri; Esch, W. van, Petit, R., Neuvel, J. & Karsten, S. (2011). Sociaal kapitaal in het mbo: slagboom of hefboom? Onderzoek onder mbo’ers en docenten. ’s-‐Hertogenbosch/Utrecht: ecbo. 21 Esch, W. van , Petit, R., Neuvel, J. & Karsten, S. (2011). Sociaal kapitaal: hefboom of slagboom? Utrecht/’s-‐Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs; Granovetter, M.S. (1974). Getting a job. A study of social contacts and careers. Cambridge, Mass.: Harvard University Press; Lin, N. & Ao, D. (2008). The invisable hand of social capital: an exploratory study. In Lin & Ericson (2008). Social capital: an international research program. Oxford: Oxford University Press; Völker, B. & Flap, H. (2008). Reproduction of Inequality in the Netherlands through the Creation of and Returns to Social Capital? Paper International Social Capital Conference Taipei. 22 Franzen, A., Hangartner, D. (2006). Social networks and labour market outcomes. The non-‐monetary benefits of social capital. European Sociological Review, 22(4): 353-‐368. 23 UWV. (2011). Arbeidsmarktprognose 2011 -‐2012, met een doorkijk naar 2016. Amsterdam: UWV. 24 Petit, R., Kuijvenhoven, G., Esch, W. van. (2011). Zien en gezien worden als toekomstig werknemer. ’s-‐ Hertogenbosch/Utrecht: ecbo. 25 McKinsey. (2013). Education to employment: Getting Europe’s youth into work; EPSCO. (2014). Joint Employment report/Annual Growth Survey. 26 Ministerie van OCW. (2014). Nieuwe voortijdig schoolverlaters, Convenantjaar 2012-‐2013 Voorlopige cijfers, pp. 37 – 40. 18
15
vakmanschap (hard skills) en goede werknemersvaardigheden (soft skills). Daarbij staan motivatie, zelfvertrouwen en sociale en communicatieve vaardigheden -‐ zoals taalbeheersing, netheid en beleefdheid -‐ centraal. Ook wanneer een kandidaat niet helemaal voldoet aan de formele vereisten, zijn werkgevers bij een gemotiveerde kandidaat bereid te investeren. Het 27
gaat om het vertrouwen dat men een bepaalde taak tot een goed einde weet te brengen. Voor bepaalde jongeren is het nog moeilijker om werk te vinden. De werkloosheid onder jongeren zonder startkwalificatie is bijna anderhalf keer zo hoog als onder jongeren met startkwalificatie (13% versus 19% eind 2013). En de werkloosheid onder niet-‐westerse allochtone jongeren is bijna drie keer zo hoog als onder autochtone jongeren. Bovendien is de werkloosheid onder niet-‐westerse allochtone jongeren in de afgelopen vijf jaar sterker opgelopen dan onder autochtone jongeren (van 16% naar 31% eind 2013 versus van 6% naar 28
12% eind 2013). Deze groepen zijn traditioneel al kwetsbaar op de arbeidsmarkt en kunnen zich minder snel aanpassen aan exogene veranderingen, zoals de economische crisis. Naast een laag opleidingsniveau, kiezen allochtone jongeren nog te vaak voor een studie met een slecht arbeidsmarktperspectief. Ook spelen taalachterstand, negatieve beeldvorming onder werkgevers, een eenzijdig netwerk en een gebrekkige beheersing van werknemers-‐ 29
vaardigheden (soft skills) een rol. Deze jongeren werken als gevolg daarvan vaker in flexibele 30
banen en in sectoren die gevoelig zijn voor conjuncturele veranderingen. Laag opgeleide jongeren met meerdere problemen als taalachterstand, schulden en problemen thuis hebben de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. Zij stellen zich vaak afwachtend op en mijden contact 31
met instanties, terwijl intensieve begeleiding wel succesvol kan zijn. Direct een vaste baan zit er voor veel jongeren niet in. Meer dan 60% van de jongeren stroomt 32
in op een baan met een flexibel arbeidscontract. Flexibel werk heeft ook de functie van een 33
soort verlengde proeftijd en kan zo de toegang tot de arbeidsmarkt vergroten. Door de economische crisis willen veel werkgevers echter geen risico lopen. Dat brengt met zich mee dat jongeren vaak van baan wisselen. Zij hebben een grotere kans om werkloos te worden of 34
een transitie te maken naar een andere baan. Echter, ook zonder conjuncturele tegenwind hebben jongeren te maken met een veranderende arbeidsmarkt. In de afgelopen 15 jaar is het aandeel jongeren dat werkzaam is op een flexibel arbeidscontact toegenomen van 39% in 35
1999 naar 58% in 2013. De groeiende instroom in flexibel werk is ongeveer gelijk aan de
27
Freese , C., Meulen Bosma, A. van der & Wilthagen, T. (2012). Werkzekerheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek naar factoren die ten grondslag liggen aan de mismatches tussen het bedrijfsleven en werkzoekenden met bijzondere aandacht voor arbeidsmotivatie. Tilburg: Tilburg University; Kanfer, R., Wanberg, C. & Kantrowitz, M. (2001). Job search and employment: a personality motivational analysis and meta analytic review. Journal of applied psychology 86, 837-‐855; Hooft, E., van, Ottervanger, M. & Dam, A. van (2007). Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting. Onderzoeksrapport Erasmus Universiteit Rotterdam. 28 CBS. Statline. 29 Huijnk, W., Gijsberts, M., Dagevos, J. (2014). Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: SCP. 30 CBS. Statline. 31 Bosselaar, H., Maurits, E., Molenaar-‐Cox, P.G.M., Prins, R. (2010). Multiproblematiek bij cliënten. Verslag van een verkenning in relatie tot (arbeids)participatie. Astri. 32 CBS. Statline. 33 Cörvers, F., Euwals, R., Grips, A. de (2011). Zonder flexibele krachten meer werkloosheid. Me Judice. 34 Gaalen, R. van, Goudswaard, A., Sanders, J., Smits, W. (2013). Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt. De focus op flexibilisering. Den Haag/Heerlen: CBS en TNO. 35 CBS. Statline.
16
afname van de instroom in vaste arbeidscontracten. De doorstroom vanuit een flexcontract naar een vast contract is relatief stabiel en beperkt tot 20%. Op 30-‐jarige leeftijd heeft 20% 36
van de werkenden nog een tijdelijk arbeidscontract (oudere jongeren). Bedrijven hebben steeds meer behoefte aan een flexibele opzet van hun organisatie. Een kleine vaste kern voor de primaire processen van de organisatie en een flexibele schil die kan mee bewegen met veranderingen in de vraag. Het klassieke traject van een carrière binnen een organisatie wordt 37
ingewisseld voor een loopbaan met overstappen tussen organisaties. Verwachting Voor echte groei van de werkgelegenheid is eerst enige periode economische groei nodig. Het CPB verwacht op basis van de raming in de CEP dat de werkloosheid (conform de nationale definitie) in 2014 oploopt tot 8,75% (685.000 personen) ten opzichte van 8,3% (659.000 38
personen) in 2013. In 2015 verwacht het CPB een daling naar 8,5%. De jeugdwerkloosheid is meestal twee keer zo hoog als de totale werkloosheid. Daarvan uitgaande zal de jeugdwerkloosheid in 2014 oplopen tot ruim 17% en in 2015 weer gaan dalen. Jongeren profiteren doorgaans als eerste van economisch herstel. Desalniettemin blijven tot 2018 de arbeidsmarktperspectieven voor schoolverlaters uit het mbo en hoger onderwijs over het algemeen matig, omdat het aanbod schoolverlaters het aantal baanopeningen overstijgt. 39
Hoewel deze perspectieven sterk verschillen tussen en binnen opleidingsrichtingen.
Aanpak SterkTeam SterkTeam kan geen nieuwe banen creëren. Daarvoor is een stijging in de vraag naar producten en diensten en dus economische groei nodig. SterkTeam kan wel bijdragen aan snellere en/of betere matches voor jongeren op de arbeidsmarkt. Zo probeert SterkTeam de dynamiek op de arbeidsmarkt van jongeren gaande te houden en de werkloosheidsduur zoveel mogelijk te bekorten. SterkTeam wil jongeren arbeidsfit maken en houden door het zoekgedrag van jongeren te verbeteren -‐ met name de inzet van hun netwerk -‐, door hun vaardigheden bij te leren die nodig zijn om werk te vinden en werk te houden en door hen werkervaring te bieden. Dit versterkt hun positie op de arbeidsmarkt als de economie weer aantrekt. Dit doet SterkTeam door samen met VNO-‐NCW, MKB-‐Nederland, sectoren, gemeenten en UWV werkgevers te stimuleren jongeren aan de slag te helpen en door landelijke acties te organiseren met uitzendbureaus, arbeidsmarktregio’s en een aantal toonaangevende bedrijven. Hieronder wordt hier nader op ingegaan. Daarnaast organiseert SterkTeam samen met VNG en een aantal arbeidsmarktregio’s voor de zomer van 2014 een landelijke bijeenkomst om goede en ook nieuwe initiatieven van arbeidsmarktregio’s om jongeren naar werk toe te leiden te presenteren en uit te wisselen. Dit in aanvulling op de leercirkels die SterkTeam elk kwartaal samen met het ministerie van SZW organiseert voor alle regionale projectleiders Aanpak Jeugdwerkloosheid.
36
CBS. Statline. WRR. (2013). Naar een lerende economie. Amsterdam University Press. 38 CPB. (2014). Centraal Economisch Plan 2014. 39 ROA. (2013). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018. Maastricht University. 37
17
Voor de inzet van SterkTeam op het verbeteren van vaardigheden van jongeren en het verbreden van hun netwerk zie ook School en Toekomst, Ondernemen, Coaching en Jongeren aan Zet. Stimuleren van werkgevers Om jongeren aan de slag te helpen, en dan met name jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt, stimuleert SterkTeam de inzet van financiële incentives voor en door werkgevers. Dat kan net dat laatste zetje zijn voor werkgevers om personeel aan te nemen. Gemeenten en sectoren kunnen hiervoor de financiële middelen gebruiken die het kabinet beschikbaar heeft gesteld voor de cofinanciering van de regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid (€25 miljoen en €36 miljoen ESF-‐middelen) en de sectorplannen (€600 miljoen). Inmiddels maakt ruim tweederde van de arbeidsmarktregio’s gebruik van financiële incentives om werkgevers financieel tegemoet te komen als ze jongeren een (leerwerk)baan bieden. De naamgeving varieert van een voucher, een cheque, een plaatsingsbonus, (een variant op) de Startersbeurs tot een loonkostensubsidie. Vooral de inzet van financiële incentives heeft van september 2013 tot en met januari 2014 voor plaatsingen gezorgd. Aandachtspunt is wel dat 40
veel van de meest succesvolle regio’s het plafond van hun beschikbare budget bereiken. Om meer jongeren aan de slag te helpen wil SterkTeam kijken in hoeverre werkgevers bereid zijn een grotere eigen bijdrage te leveren aan instrumenten als de Startersbeurs, zoals in Amsterdam al gebeurt (zie box). Van de sectoren die tot nu toe een beschikking/goedkeuringsbrief op hun ingediende sectorplan hebben ontvangen, zet vooralsnog alleen Bouw en Infra specifiek in op het bieden van banen voor langdurig werkloze jongeren, in totaal 250. Als sectorplannen zijn goedgekeurd, verkent SterkTeam met sectoren hoe zij de afspraken in de regio’s in de praktijk willen brengen. Naast de financiële incentives van gemeenten en sectoren kunnen werkgevers vanaf 1 juli 2014 ook in aanmerking komen voor een premiekorting als ze een jongere met een werkloosheids-‐ of bijstandsuitkering minimaal een halfjaarcontract geven voor minstens 32 uur per week. De premiekorting is van toepassing op jongeren die vanaf 1 januari 2014 in dienst zijn getreden en bedraagt €3.500 per jaar (voor 2014 maximaal €1.750). De werkgever ontvangt de premiekorting voor de duur van de dienstbetrekking, met een maximum van 2 jaar. In aanloop naar 1 juli 2014 zal SterkTeam samen met onder andere UWV deze mogelijkheid actief onder de aandacht brengen van werkgevers. Daarnaast maakt SterkTeam afspraken met grote werkgevers over het aan de slag helpen van jongeren. Hiervoor gebruikt SterkTeam de convenanten die UWV vanuit het Landelijk Werkgeversservicepunt met grote werkgevers en sectoren afsluit over de vervulling van hun vacatures en de daarbij in te zetten instrumenten en middelen. SterkTeam haakt, met ondersteuning van UWV, ook gemeenten aan bij de af te sluiten convenanten. Zo kunnen niet alleen jongeren met een werkloosheidsuitkering, maar ook jongeren met een bijstandsuitkering of jongeren zonder uitkering worden bemiddeld. De afgelopen maanden
40
Visser, S. de, Witkamp, A. (2014). Monitor Regionale Aanpak jeugdwerkloosheid. Meting 1. Zoetermeer: Panteia.
18
heeft dit vorm gekregen bij de vervulling van de vacatures bij de nieuwe vestigingen van BurgerKing en de uitbreiding van het convenant met Defensie (zie box). Met een grote drogisterijketen en een grote kledingketen zijn samenwerkingsafspraken in voorbereiding. Ook zijn er steeds meer internationale bedrijven die wereldkundig maken bij te willen dragen aan de aanpak van de jeugdwerkloosheid, zoals Nestlé, Microsoft, Hilton en Coca Cola. SterkTeam gaat met hen in gesprek om te kijken naar mogelijkheden voor samenwerking. Een aantal van deze bedrijven heeft in Nederland baanopeningen voor jongeren. Een aantal ook niet. In dat geval kijkt SterkTeam hoe zij op een andere manier bij kunnen dragen aan een betere toekomst voor jongeren. Dat kan door stages of leerbanen aan te bieden (zie Stages en leerbanen), door jongeren te helpen bij het maken van een studiekeuze met gastlessen of een bedrijfsbezoek (zie School en Toekomst), door deelname aan activiteiten van jongereninitiatieven of Hete Pepers (zie Jongeren aan Zet) of door bedrijfsmentoren te bieden die jongeren ter zijde staan of trainingen geven (zie Coaching). De invloed van deze bedrijven reikt vaak verder dan het eigen bedrijf. Zij willen ook graag een appèl doen op hun toeleveranciers en afnemers om te participeren. De komende maanden gaat SterkTeam met meer individuele ondernemingen en lokale werkgeversverenigingen het gesprek aan om hen te stimuleren banen te bieden voor jongeren of op andere wijze bij te dragen aan de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Om de verschillende mogelijkheden voor werkgevers in beeld te brengen ontwikkelt SterkTeam in afstemming met onder andere VNO-‐NCW en MKB-‐Nederland een keuzekaart.
Uitgelicht: Intentieverklaring met Defensie, UWV en gemeenten Op 27 maart 2014 tekenden Mirjam Sterk, UWV, Defensie en de wethouder van Leeuwarden de intentieverklaring om samen jongeren aan het werk te helpen bij Defensie. Leeuwarden tekende namens de gemeenten in de arbeidsmarktregio Friesland, als eerste van vijf pilotregio’s. De ondertekening vond plaats op een open dag van de marine in Den Helder. Afspraken over de uitvoering en de specifieke verantwoordelijkheden passend bij de regionale situatie leggen Defensie en de gemeenten uit de arbeidsmarktregio’s vast in een convenant. Jaarlijks heeft Defensie 4.000 nieuwe medewerkers nodig en kunnen zij 3.000 leerlingen plaatsen voor de opleiding van Defensie. Voor zowel de vacatures als de opleidingsplaatsen geldt over het algemeen een maximumleeftijd van 27 jaar. Daarmee is Defensie een grote werkgever met goede kansen voor jongeren. SterkTeam zet zich in om samen met Defensie jongeren te verleiden bij Defensie aan de slag te gaan. Defensie wil ook jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans bieden. Op basis van het reeds bestaande convenant tussen UWV en Defensie levert UWV
19
jaarlijks
duizenden
sollicitanten
aan,
voornamelijk
jongeren
met
een
werkloosheidsuitkering, van wie honderden een baan vinden bij Defensie. Op initiatief van SterkTeam worden aanvullende convenanten gesloten met gemeenten uit vijf pilotregio’s om ook jongeren met een bijstandsuitkering of jongeren zonder uitkering aan de slag te helpen. Jaarlijks leveren de vijf pilotregio’s: •
500 jongeren als sollicitant voor de reguliere vacatures;
•
100 jongeren zonder startkwalificatie, die bij defensie instromen en een startkwalificatie kunnen behalen;
•
100 jongeren voor werkfitstages, die na afloop van drie maanden een getuigschrift ontvangen, waarmee ze een grotere kans maken op een baan bij een andere werkgever.
Mirjam Sterk: “Defensie is een werkgever die elk jaar weer duizenden jongeren nodig heeft. Zij kunnen daarmee echt een verschil maken in de strijd tegen jeugd-‐ werkloosheid. Met de ondertekening van de intentieverklaring laten Defensie, UWV en gemeenten zien dat zij zich ook hard willen maken voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat is fantastisch, want ook deze jongeren verdienen een kans om mee te bouwen aan een sterker Nederland.”
Uitgelicht: Startersbeurs in Amsterdam De Startersbeurs is een initiatief van Ton Wilthagen, FNV Jong en CNV Jongeren. Het idee van de Startersbeurs is dat afgestudeerde jongeren bij een bedrijf werk-‐ maar vooral ook leerervaring kunnen opdoen. Jongeren werken in de praktijk aan competenties en vaardigheden die belangrijk zijn op de arbeidsmarkt en die aansluiten bij het opleidingsniveau. De jongere ontvangt per maand een vergoeding van circa €500 netto. Daarnaast kan de werkgever €100 per maand in een scholingsspaarpot storten, waarmee de jongere na afloop een cursus of opleiding kan volgen. Na zes maanden krijgt de jongere van de gemeente en de werkgever een ondertekend werkervaringscertificaat, waarin wordt aangegeven welke ervaring is opgedaan en welke competenties verder zijn ontwikkeld. Als de werkgever de jongere niet in dienst neemt, dan kan de aantoonbare werk-‐ en leerervaring de jongere verder helpen bij het vinden van een baan. De Startersbeurs heeft mede door ondersteuning van SterkTeam een grote vlucht genomen. Ruim 100 gemeenten maken al gebruik van het instrument. Gemeenten die de Startersbeurs als instrument willen inzetten, zijn vrij om er een eigen invulling aan te geven. In Amsterdam ging de Startersbeurs als onderdeel van de Amsterdamse campagne tegen jeugdwerkloosheid Hoezo werkloos?! van start op 6 januari 2014. De Startersbeurs richt zich op jongeren tussen de 18 en 26 jaar met een startkwalificatie, die minder dan 12 uur per week werk hebben, geen rijksbekostigd onderwijs volgen en geen uitkering ontvangen (of bereid zijn deze te beëindigen). Jongeren ontvangen tenminste netto €500 per maand. Hiervan draagt de gemeente €250 bij en de werkgever €250 of meer. Mirjam Sterk: “Met de Startersbeurs krijgen jongeren de kans om werkervaring op te doen, maar juist ook leerervaring. Jongeren met een vers diploma op zak hebben vaak
nog de nodige vaardigheden te leren. Wat zij in de aanbieding hebben, sluit nog niet 20 helemaal aan bij wat werkgevers vragen. Werkgevers krijgen op hun beurt de kans om kennis te maken met energieke jongeren die met een frisse blik naar het bedrijf
die minder dan 12 uur per week werk hebben, geen rijksbekostigd onderwijs volgen en geen uitkering ontvangen (of bereid zijn deze te beëindigen). Jongeren ontvangen tenminste netto €500 per maand. Hiervan draagt de gemeente €250 bij en de werkgever €250 of meer. Mirjam Sterk: “Met de Startersbeurs krijgen jongeren de kans om werkervaring op te doen, maar juist ook leerervaring. Jongeren met een vers diploma op zak hebben vaak nog de nodige vaardigheden te leren. Wat zij in de aanbieding hebben, sluit nog niet helemaal aan bij wat werkgevers vragen. Werkgevers krijgen op hun beurt de kans om kennis te maken met energieke jongeren die met een frisse blik naar het bedrijf kijken. De kans dat een jongere uiteindelijk een baan bemachtigt, wordt zo groter.”
Landelijke acties SterkTeam zet landelijke acties op touw met uitzendbureaus, arbeidsmarktregio’s en een aantal grote bedrijven -‐ die de actie vanaf de start ondersteunen -‐ om jonge baanzoekers een gezicht te geven, hen te helpen bij hun zoektocht naar werk, hen te trainen in solliciteren, hen werkervaring te bieden, hun netwerk te vergroten, hun werknemersvaardigheden te verbeteren en om bedrijven te laten zien dat jongeren nieuwe energie, recente vakkennis en een frisse blik te bieden hebben. Voor de landelijke acties zijn uitzendbureaus een belangrijke samenwerkingspartner. Naast het informele netwerk van werkgevers worden de meeste banen vervuld via het uitzendbureau. Ook veel jongeren vinden hun eerste baan via een uitzendbureau. Dat kan een 41
bijbaan zijn tijdens de studie of een eerste baan na de studie. Bovendien investeren uitzendbureaus relatief veel in de ontwikkeling van hun medewerkers. Evenveel als werkgevers doen bij medewerkers met een vast arbeidscontract. Van de 750.000 flexkrachten die jaarlijks via flexorganisaties aan de slag gaan, volgt inmiddels 15,8% een opleiding (scholieren en studenten niet meegerekend). Dit percentage is bijna net zo hoog als bij werknemers in vaste dienst van een werkgever (16,4%). Het is bovendien aanzienlijk meer dan 42
flexkrachten met een direct arbeidscontract bij een werkgever (10%). Ook zijn in het sectorplan van de uitzendbranche afspraken gemaakt over scholing en duurzame plaatsing van flexkrachten zonder startkwalificatie. In de acties in samenwerking met uitzendbureaus heeft het versterken van de positie van jongeren op de arbeidsmarkt via scholing, trainingen, workshops en online tools een plek. Komende maanden krijgt dit onder andere vorm in de samenwerking met Adecco met de actie Way to Work op 30 april. Een jaarlijks terugkerend internationaal event, waarin jongeren adviezen, training en coaching krijgen. Onderdeel hiervan zijn de ‘streetdays’, waarin Adecco straatactiviteiten, coachsessies en bedrijfs-‐ bezoeken organiseert. Ook ondersteunt SterkTeam Tempo-‐Team bij de lancering van de T-‐ scan. Met de T-‐scan krijgen 1.000 jongeren een beoordeling en advies over hun aanwezigheid op het internet en hoe dit overkomt op werkgevers.
41
CBS. Statline. Jong, G. de, Vermeulen, H., Warmerdam, J. (2012). OpleidingsMonitor Flexbranche 2012. ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. 42
21
Voor de landelijke acties kiest SterkTeam altijd momenten die meerwaarde hebben voor jongeren. Zo startte SterkTeam samen met Randstad de actie Jeugd op Zoek aan het einde van de zomervakantie. Het moment waarop heel veel jongeren met een vers diploma op zak na hun vakantie op zoek gaan naar werk. Dat zie je in de jeugdwerkloosheidscijfers in het derde kwartaal ook altijd terug. De actie Piekwerk met Studentenwerk en 23 arbeidsmarktregio’s duurde van eind november tot begin januari. In aanloop naar, tijdens en vlak na de feestdagen is het bij sommige sectoren en bedrijven drukker dan anders en juist in drukke tijden werken jongeren graag. Voor Piekwerk biedt de zomervakantie weer nieuwe mogelijkheden. Oók voor jongeren die nog een opleiding volgen en die straks de arbeidsmarkt opkomen. Ervaring opdoen via vrijwilligerswerk, een bijbaan, een vakantiebaan, een tijdelijke baan, een detachering of uitzendwerk versoepelt de overgang van school naar de arbeidsmarkt (het 43
vermindert de frictiewerkloosheid). Het effect van de landelijke acties reikt verder dan de actie alleen. Dat is ook de bedoeling. Zo hebben SterkTeam en Randstad naar aanleiding van een gesprek tussen Mirjam Sterk en de toenmalige CEO van Randstad Nederland de actie Jeugd op Zoek opgezet. In 5 weken tijd 10.000 jongeren aan de slag, dat resultaat wilden we halen. Maar dat was niet het enige. We wilden jeugdwerkloosheid op de kaart zetten, jongeren letterlijk een gezicht geven, de aanpak van de jeugdwerkloosheid onderwerp van gesprek maken. Niet alleen bij ondernemers, maar ook bij de overheid, het onderwijs en de politiek. Zij hebben de banen, de verantwoordelijkheid en de financiële middelen om voor jongeren een verschil te kunnen maken. Jongeren wilden we de boodschap meegeven dat werkervaring opdoen, investeren in jezelf, in beweging blijven nodig zijn om een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen. Nu, maar zeker ook op de arbeidsmarkt van de toekomst. Het resultaat van de actie mag er zijn: 8.281 jongeren zijn aan werk geholpen en nog eens 1.000 jongeren zaten in een sollicitatieprocedure. Een half jaar later is bijna vier van de vijf jongeren nog aan het werk, via Randstad of anderszins. Wat het andere doel van de actie betreft, jeugdwerkloosheid op de kaart te zetten, dat is meer dan bereikt.
Uitgelicht: Actie Jeugd op Zoek Naar aanleiding van een gesprek tussen Mirjam Sterk en de toenmalige CEO van Randstad Nederland is de actie Jeugd op Zoek opgezet door Randstad en SterkTeam. In 5 weken tijd 10.000 jongeren aan de slag, dat resultaat wilden we halen. Maar dat was niet het enige. We wilden jeugdwerkloosheid op de kaart zetten, jongeren letterlijk een gezicht geven. Niet alleen bij ondernemers, maar ook bij de overheid, het onderwijs en de politiek. Jongeren wilden we de boodschap meegeven dat werkervaring opdoen, investeren in jezelf, in beweging blijven nodig zijn om een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen. Nu, maar zeker ook op de arbeidsmarkt van de toekomst.
De actie startte aan het einde van de zomervakantie. Het moment waarop jongeren
met een vers diploma op zak op zoek gaan naar werk en de jeugdwerkloosheidscijfers pieken. Van 28 augustus 2013 tot 5 oktober 2013 gingen werkzoekende jongeren met Randstad in de ‘Jeugd op Zoek-‐bus’ langs bij werkgevers in Nederland, op zoek naar
een baan. Ook Mirjam Sterk en minister Asscher reisden mee. Jongeren kregen 43
sollicitatietrainingen en online tools om te ontdekken wat voor werk bij hen past en SER. (2011). Levensloopbanen: gevolgen van veranderende arbeidspatronen. tips om positief op te vallen in het sollicitatieproces. Bij werkgevers hielden ze pitches. Op 5 oktober hadden de medewerkers van Randstad 8.281 jongeren aan werk geholpen. Nog eens 1.000 zaten toen in een sollicitatieprocedure. Een half jaar later is ruim vier van de vijf jongeren nog aan het werk, via Randstad of anderszins.
Mirjam Sterk: “Elk werk telt! Een vaste baan, tijdelijk werk via een uitzendbureau of losse opdrachten. Zo doen jongeren werkervaring op, bouwen ze aan hun netwerk en leren ze vaardigheden bij. Met Jeugd op Zoek heeft Randstad, hoewel de doelstelling
22
De actie startte aan het einde van de zomervakantie. Het moment waarop jongeren met een vers diploma op zak op zoek gaan naar werk en de jeugdwerkloosheidscijfers pieken. Van 28 augustus 2013 tot 5 oktober 2013 gingen werkzoekende jongeren met Randstad in de ‘Jeugd op Zoek-‐bus’ langs bij werkgevers in Nederland, op zoek naar een baan. Ook Mirjam Sterk en minister Asscher reisden mee. Jongeren kregen sollicitatietrainingen en online tools om te ontdekken wat voor werk bij hen past en tips om positief op te vallen in het sollicitatieproces. Bij werkgevers hielden ze pitches. Op 5 oktober hadden de medewerkers van Randstad 8.281 jongeren aan werk geholpen. Nog eens 1.000 zaten toen in een sollicitatieprocedure. Een half jaar later is ruim vier van de vijf jongeren nog aan het werk, via Randstad of anderszins. Mirjam Sterk: “Elk werk telt! Een vaste baan, tijdelijk werk via een uitzendbureau of losse opdrachten. Zo doen jongeren werkervaring op, bouwen ze aan hun netwerk en leren ze vaardigheden bij. Met Jeugd op Zoek heeft Randstad, hoewel de doelstelling ambitieus was, ruim 8.200 jongeren aan een baan geholpen. We hebben jeugdwerkloosheid op de kaart gezet. Dat is een resultaat waar we allemaal trots op kunnen zijn.”
Uitgelicht: Actie Piekwerk De aanloop naar de feestdagen biedt goede kansen om werkervaring op te doen. In de horeca, in de supermarkten, in de winkels, in de distributiecentra, in de webshops is het drukker dan anders, de zogenaamde piekperiode. Bedrijven kunnen dan veel extra handen gebruiken. Juist in drukke tijden werken jongeren graag. Maar liefst 73% wil aan de slag. Ook tijdens de kerstvakantie, tijdens de feestdagen of in de avonduren. StudentenWerk, een uitzendorganisatie gericht op jongeren, wees op de mogelijkheden. 23 van de 35 arbeidsmarktregio’s sloten zich bij de actie Piekwerk aan met hun eigen netwerk van gemeenten, UWV, werkgeversverenigingen en uitzendorganisaties. Landelijke bedrijven als Wehkamp, T-‐Mobile, Hunkemöller, SNT-‐ klantencontact, zorgaanbieder Nuevo, NS Stations en Cendris hebben hun deuren voor jongeren geopend. Mirjam Sterk bezocht onder andere de kerstmarkt in Assen en callcenter SNT in Groningen waar het in de eindejaarsperiode extra druk is. Mirjam Sterk: “Door een beperkt netwerk en te weinig werkervaring komen jongeren er bij sollicitaties nu vaak niet doorheen. Tijdelijk werk biedt een inkomen en wat belangrijk is voor jongeren: ze bouwen een netwerk op en doen ervaring op. Piekwerk biedt kansen. Elk werk telt.”
Mirjam Sterk: “Elk werk telt! Een vaste baan, tijdelijk werk via een uitzendbureau of losse opdrachten. Zo doen jongeren werkervaring op, bouwen ze aan hun netwerk en leren ze vaardigheden bij. Met Jeugd op Zoek heeft Randstad, hoewel de doelstelling ambitieus was, ruim 8.200 jongeren aan een baan geholpen. We hebben jeugdwerkloosheid op de kaart gezet. Dat is een resultaat waar we allemaal trots op kunnen zijn.”
23
Jongeren aan Zet
Feiten en cijfers Jongeren van nu staan optimistisch in het leven De huidige generatie kent zijn kracht. De werkzoekende jongeren van nu, hoog-‐ en laagopgeleid, staan optimistisch in het leven. Ze hebben een sterk vooruitgangsgeloof, ook al gaat dat soms met vallen en opstaan. Ze zitten niet bij de pakken neer. Dit in tegenstelling tot de generatie uit de jaren tachtig, waarmee nogal eens een vergelijking wordt gemaakt. De jongeren van toen gaven aan de grip op het leven te verliezen. Doemdenken, generatie-‐nix, 44
no-‐future, verloren generatie: allemaal termen uit die tijd. De jongeren van nu hebben een instelling die hen verder brengt. Voor het zoeken én vinden van werk zijn motivatie en 45
zelfvertrouwen onmisbaar. Jongeren verenigen zich In hun zoektocht naar werk nemen veel jongeren zelf het initiatief. Zij verwachten steeds minder van de overheid. Vooral hoger opgeleiden zoeken het contact met (onbekende) 46
anderen en verenigen zich in gezamenlijke (lichte) gemeenschappen. Een verstandige aanpak, want sociaal kapitaal kan het verschil maken. Door succesvol netwerken vind je 47
eerder een baan, een betere baan en een beter betaalde baan. Ook werkgevers bespaart 48
49
het kosten. Bijna driekwart van de openstaande vacatures wordt via via ingevuld. Hoger opgeleiden beseffen dit goed. Het belang van een sociaal netwerk op de arbeidsmarkt is hen 50
bekend.
Aanpak SterkTeam SterkTeam wil de jeugdwerkloosheid niet alleen aanpakken voor jongeren, maar juist ook met jongeren en liefst door eigen initiatief van jongeren. SterkTeam zet zich in voor een groter bereik van jongereninitiatieven die van onderop zijn ontstaan en jongeren helpen bij hun zoektocht naar werk. Dit past bij de meer bescheiden rol van de overheid: rijk en gemeenten
44
Dekker, F. (2013). Bankzitten. Jeugdwerkloosheid in Nederland. Den Haag: Boom Lemma. Freese , C., Meulen Bosma, A. van der & Wilthagen, T. (2012). Werkzekerheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek naar factoren die ten grondslag liggen aan de mismatches tussen het bedrijfsleven en werkzoekenden met bijzondere aandacht voor arbeidsmotivatie. Tilburg: Tilburg University; Kanfer, R., Wanberg, C. & Kantrowitz, M. (2001). Job search and employment: a personality motivational analysis and meta analytic review. Journal of applied psychology 86, 837-‐855; Hooft, E., van, Ottervanger, M. & Dam, A. van (2007). Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting. Onderzoeksrapport Erasmus Universiteit Rotterdam. 46 Dekker, F. (2013). Bankzitten. Jeugdwerkloosheid in Nederland. Den Haag: Boom Lemma. 47 Esch, W. van , Petit, R., Neuvel, J. & Karsten, S. (2011). Sociaal kapitaal: hefboom of slagboom? Utrecht/’s-‐Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs; Granovetter, M.S. (1974). Getting a job. A study of social contacts and careers. Cambridge, Mass.: Harvard University Press; Lin, N. & Ao, D. (2008). The invisable hand of social capital: an exploratory study. In Lin & Ericson (2008). Social capital: an international research program. Oxford: Oxford University Press; Völker, B. & Flap, H. (2008). Reproduction of Inequality in the Netherlands through the Creation of and Returns to Social Capital? Paper International Social Capital Conference Taipei. 48 Franzen, A., Hangartner, D. (2006). Social networks and labour market outcomes. The non-‐monetary benefits of social capital. European Sociological Review, 22(4): 353-‐368. 49 UWV. (2011). Arbeidsmarktprognose 2011 -‐2012, met een doorkijk naar 2016. Amsterdam: UWV. 50 Dekker, F. (2013). Bankzitten. Jeugdwerkloosheid in Nederland. Den Haag: Boom Lemma. 45
24
spreken jongeren steeds meer aan op hun eigen verantwoordelijkheid en vermogens. Én het geeft ruimte aan het optimisme, de creativiteit, de vernieuwende ideeën en de energie van de nieuwe generatie. Om dit doel te bereiken werkt SterkTeam ook samen met jongeren-‐ organisaties en Microsoft. Hieronder wordt hier nader op ingegaan. Vergroten bereik jongereninitiatieven Sinds eind 2012 duiken steeds meer jongereninitiatieven op die andere jongeren online en offline ondersteunen bij hun zoektocht naar werk door hun netwerk te verbreden en hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Ongestuurd en ongevraagd door maatschappelijke instituties, maar ingegeven door eigen wensen en ambities. SterkTeam laat het positivisme, de veerkracht en de proactiviteit van jongeren zien door jongereninitiatieven een podium te bieden. Ook helpt SterkTeam hen met het vergroten en versterken van hun netwerk door verbindingen te leggen met overheid en bedrijfsleven. Zo worden jongereninitiatieven effectiever, invloedrijker en duurzamer. Hoe sterker de jongereninitiatieven, hoe meer jongeren op weg worden geholpen naar werk. De jongereninitiatieven waar SterkTeam tot nu toe mee samen werkt, zijn DeBroekriem (focus op training netwerk-‐ en sollicitatie-‐ vaardigheden), Try Before You Get The Job! (focus op motivatie; wat wil je, wat kan je?), Young Ambition (focus op praktijkervaring met young professionals) en NLworkXX (focus op ondernemen). Zij organiseren in ruim 15 regio’s online en offline activiteiten als meet-‐ups, workshops, trainingen, speeddates, masterclasses en discussieplatforms. Ook ondersteunt SterkTeam activiteiten waar jongereninitiatieven de krachten bundelen, zoals de Zin in Werk Week in Utrecht en de Werkfabriek in Amsterdam, waar ook recruiters, uitzendorganisaties en werkgevers aanwezig waren. Om meer jongeren te bereiken ondersteunen SterkTeam en Microsoft komend jaar het project Hete Pepers van de NJR, het netwerk van landelijke jongerenorganisaties in Nederland, CNV Jongeren en FNV Jong. Hete Pepers organiseert 12 events in het land in samenwerking met jongereninitiatieven om het netwerk van jongeren te verbreden en hen vaardigheden te leren die hun positie op de arbeidsmarkt versterken, zoals effectief netwerken, solliciteren, ondernemende vaardigheden en technologische vaardigheden. Voor de events worden ook bedrijven, headhunters en uitzendbureaus uitgenodigd om de baankansen voor jongeren te vergroten. Op Hetepepers.nl is een online community/netwerk te vinden en een toolbox met webinars en open online opleidingen. Dit is ook de plek waar jongereninitiatieven zich presenteren en laten zien wat zij voor jonge baanzoekers, gemeenten, scholen en werkgevers kunnen betekenen. Hete Pepers is voor Microsoft onderdeel van het YouthSpark programma. Een groot wereldwijd programma waarmee Microsoft zich committeert om jongeren hun potentieel te laten realiseren door middel van kansen in opleiding, werkgelegenheid en ondernemerschap. Microsoft wil initiatief van jongeren zelf stimuleren en hen trainen om sneller een betere positie op de arbeidsmarkt te verwerven. Microsoft brengt kennis en expertise in op het gebied van technologie en technologische vaardigheden en leert jongeren hoe zij daar hun voordeel mee kunnen doen: hoe kan je jezelf goed presenteren online en offline, hoe kan je efficiënt werken en vooral sámenwerken? Technologie neemt grenzen weg en ondersteunt jongeren om het maximale uit zichzelf te halen.
25
Uitgelicht: DeBroekriem DeBroekriem vindt dat je je tijd in-‐between-‐jobs aan moet grijpen om jezelf en je talenten te blijven ontwikkelen. Werk zoeken is een fulltime baan, maar dat betekent niet dat je hiermee de hele dag druk bent. DeBroekriem verleidt je in beweging te komen en mee te doen met één van de vele workshops op het gebied van persoonlijke ontwikkeling of pluk-‐de-‐dag-‐activiteiten zoals vrijwilligerswerk en sport. Zo blijf je gemotiveerd en geïnspireerd tijdens je zoektocht naar een nieuwe baan en vergroot je je netwerk en verbeter je je sollicitatievaardigheden. DeBroekriem is begonnen in 2012 in Utrecht waar enkele jonge werkzoekenden regelmatig samenkwamen om elkaar te helpen. De behoefte onder jongeren om zich te verenigen bleek groot en DeBroekriem groeide snel. Met hulp van SterkTeam vond DeBroekriem ook andere ingangen in het land. Inmiddels is De Broekriem een officiële samenwerking aangegaan met acht regio’s: Groningen, IJsselVechtstreek, Achterhoek, Helmond-‐De Peel, Haaglanden, Midden-‐Utrecht, west-‐Brabant en Zuidoost-‐Brabant. Pilots lopen in zes regio’s: Groot Amsterdam, Amersfoort, Midden-‐ Gelderland, Zuid-‐Holland Centraal, Rijk van Nijmegen en Zuid-‐Kennemerland. Ook voert DeBroekriem activiteiten uit in steden als Zutphen en Wageningen. In 2013 organiseerde DeBroekriem 400 activiteiten voor 5.000 deelnemers. Op 17 maart 2014 was Mirjam Sterk bij de aftrap van DeBroekriem in Breda samen met de wethouder. Mirjam Sterk: “DeBroekriem laat zien hoe de jongeren van nu in het leven staan. Optimistisch en ondernemend. Vaardigheden waarmee je verder komt op de arbeidsmarkt. Pro-‐actieve jongeren zijn waardevol voor elk bedrijf en organisatie.”
26
Uitgelicht: Kick-‐off Hete Pepers bij Microsoft Op 26 maart 2014 is het project Hete Pepers gelanceerd bij Microsoft Nederland. Hete Pepers is een publiek-‐private samenwerking tussen jongerenorganisaties, SterkTeam en Microsoft. Tijdens de kick-‐off stonden de 21st century skills centraal. De jongeren van tegenwoordig onderscheiden zich door hun kennis van technologie, digitalisering en nieuwe media. Hete Pepers organiseert het hele jaar door events samen met jongereninitiatieven om deze skills nog verder te ontwikkelen. Slagen jongeren daarin dan krijgen ze een certificaat van Microsoft. Mirjam Sterk: “Jongeren werken hard aan het verbeteren van hun eigen toekomst. Ze organiseren online en offline netwerkbijeenkomsten en workshops om zichzelf en anderen actief en betrokken te houden. SterkTeam wil het bereik van jongereninitiatieven vergroten. Met de start van Hete Pepers werkt SterkTeam samen met jongerenorganisaties en Microsoft om dit doel te realiseren.” Bij de kick-‐off werd ook duidelijk wat het antwoord was op de vraag ‘Waarom de naam Hete Pepers?’: Hete Pepers zijn alle bijbaners, stagiairs, bijna afgestudeerde studenten en starters die klaar zijn met de jeugdwerkloosheid en zichzelf wapenen tegen het argument ‘te weinig werkervaring’. Want al vanaf de schoolbanken kun je aan je competenties en skills werken. Vrijwilligerswerk, je netwerk uitbouwen, voor jezelf beginnen… Dit is het moment om jezelf uit te dagen. Voor je netwerk en voor je ontwikkeling. Want dat is nog altijd de beste manier om werk te vinden.
27
School en Toekomst
Feiten en cijfers Het belang van een goede voorbereiding op het werkende leven Een deel van de jeugdwerkloosheid wordt veroorzaakt door een mismatch op de arbeidsmarkt. Jongeren kiezen voor studies waar te weinig werk voor is. Populaire opleidingen 51
onder studenten bieden vaak minder goede kansen op een baan. Dat is jammer. Zeker als er ook sectoren zijn met goede kansen op werk, zoals de techniek. Ook kiezen jongeren voor studies die niet goed bij hen passen. Bijna een op de vijf studenten heeft spijt van de gemaakte studiekeuze. Een groot deel van de uitval in het onderwijs is het gevolg van een 52
verkeerde studiekeuze. Verlaat je zonder startkwalificatie het onderwijs, dan is de kans dat 53
je werkloos thuis komt te zitten bijna anderhalf keer zo groot. Een niet succesvolle studiekeuze, onnodig grote studie-‐uitval en onderbenutting van capaciteiten kosten 54
Nederland jaarlijks 7 miljard euro. Naast een verkeerde studiekeuze kan ook het onvoldoende beheersen van vaardigheden oorzaak zijn van de mismatch op de arbeidsmarkt. Bedrijven vragen steeds vaker om excellent vakmanschap (hard skills) en goede werknemersvaardigheden (soft skills). Daarbij staan motivatie, zelfvertrouwen en sociale en communicatie vaardigheden -‐ zoals taalbeheersing, 55
netheid en beleefdheid -‐ centraal. Ook loopbaanvaardigheden worden steeds belangrijker 56
om je staande te houden op een steeds flexibeler wordende arbeidsmarkt. Keuzes houden niet op met het behalen van een diploma. De arbeidsmarkt is dynamisch. Life-‐time employment heeft plaats gemaakt voor life-‐time employability. Ondernemende vaardigheden -‐ als souplesse, zelfsturing en een onderzoekende houding -‐ zijn nodig voor het bijsturen van 57
je loopbaan. De voorbereiding van jongeren op het werkende leven laat nog te wensen over Om de kloof te overbruggen tussen wat de arbeidsmarkt vraagt en wat jongeren in hun mars hebben, is het belangrijk om jongeren al vanaf jonge leeftijd te leren inzien wat voor werk er allemaal is, wat ze kunnen en willen en wat een werkgever en werken van hen vraagt. Dat blijkt geen gemakkelijke opgave.
51
Ministerie van OCW. (2014). Nieuwe voortijdig schoolverlaters, Convenantjaar 2012-‐2013 Voorlopige cijfers, pp. 37 – 40. 52 Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs. Ecbo; ROA. (2009). Zonder diploma. Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties. Maastricht: Maastricht University. 53 CBS. Statline. 54 De Nationale Denktank. (2007). Succes op school! 12 frisse ideeën voor onderwijs als intermediair tussen leerlingen, arbeidsmarkt en maatschappij. 55 Freese , C., Meulen Bosma, A. van der & Wilthagen, T. (2012). Werkzekerheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek naar factoren die ten grondslag liggen aan de mismatches tussen het bedrijfsleven en werkzoekenden met bijzondere aandacht voor arbeidsmotivatie. Tilburg: Tilburg University; Kanfer, R., Wanberg, C. & Kantrowitz, M. (2001). Job search and employment: a personality motivational analysis and meta analytic review. Journal of applied psychology 86, 837-‐855; Hooft, E., van, Ottervanger, M. & Dam, A. van (2007). Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting. Onderzoeksrapport Erasmus Universiteit Rotterdam. 56 WRR. (2013). Naar een lerende economie. Amsterdam University Press. 57 Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs.
28
De meeste jongeren leven in het hier-‐en-‐nu en maken niet of nauwelijks plannen voor de toekomst. Ze zijn vaak niet in staat alternatieven af te wegen en daaruit de beste keuze te maken. Het puberbrein van veel jongeren wordt vooral gedreven door impulsiviteit, willekeur en emotie (zoals erbij willen horen). Ze staken het zoeken naar mogelijke toekomstige opleidingen of loopbanen dan ook al snel. Daarbij helpt het niet dat jongeren in hun zoektocht stuiten op een grote hoeveelheid complexe informatie over verschillende opleidingen, kansen op werk, wat je gaat verdienen of welke school het beste is. Al die informatie wordt op allerlei manieren aangeboden door evenzoveel partijen. Word er als jongere maar eens wijs uit. De informatie die jongeren krijgen, gaat grotendeels langs en over hen heen. Beroepen, de arbeidsmarkt, het werkende leven: het heeft allemaal nog weinig betekenis. Ook hun kennis van wat ze zelf leuk en interessant vinden is nog beperkt. Bij de keuze voor een opleiding laten 58
ze zich vooral leiden door hun rapportcijfers. Scholen bereiden jongeren nog onvoldoende voor op het werkende leven. De aandacht van scholen gaat vooral uit naar het binnen boord houden van leerlingen, de studievoortgang en prestaties en veel minder naar wat ze ná de opleiding gaan doen. Binnen het voortgezet onderwijs komt aandacht voor het kiezen van een studie of loopbaan pas op gang rondom de profielkeuze en neemt dan weer af. Daarbij richten docenten zich vooral op informatie-‐ 59
uitwisseling en veel minder op het ontwikkelen van loopbaanvaardigheden. Ook de directe omgeving -‐ ouders, familie en vrienden -‐ heeft niet altijd de kennis en kunde om jongeren goed voor te bereiden op het werkende leven. Zij spreken voornamelijk uit eigen ervaring. Dat breekt vooral jongeren uit achterstandswijken op, onder wie veel allochtone jongeren. Hun ouders willen graag helpen, maar weten te weinig van de Nederlandse arbeidsmarkt en de opleidingen die hiervoor nodig zijn. Ze zijn meestal laag opgeleid en niet 60
of op een laag niveau werkzaam. Ook verder in hun omgeving zijn weinig rolmodellen. De jongeren wonen in eenzijdig samengestelde wijken en hebben vooral vrienden in de eigen etnische groep, waarbinnen pas de laatste jaren een beter opgeleide voorhoede in opkomst 61
is. Zij kiezen -‐ ingegeven door ervaring en wensen van hun ouders -‐ te vaak voor studies met 62
een slecht arbeidsmarktperspectief. De helft van de allochtone jongeren volgt een opleiding Economie en Handel (vooral mannen) of Zorg en Welzijn (vooral vrouwen). Bij studies met betere kansen op werk, zoals de techniek, zijn ze ondervertegenwoordigd. Ook kiezen allochtone jongeren veel vaker voor de beroepsopleidende leerweg (BOL), waar de jongere een of twee dagen stage loopt en de rest van de doordeweekse dagen doorbrengt in de schoolbanken, dan voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waar een jongere drie of vier 63
dagen werkt en de overige doordeweekse dagen naar school gaat. Juist voor deze groep zou
58
Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs. Ecbo; ROA. (2009). Zonder diploma. Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties. Maastricht: Maastricht University; Blijswijk, M. van, Cremer, R., Manschot, M., Coetsier, D. (2010). Sjakie en de sociale Zekerheid: “Ik jouw AOW betalen? Mooi niet!”. Hoofddorp: TNO. 59 Onderwijsraad. (2014). Overgangen in het onderwijs. 60 CBS. (2012). Jaarrapport Integratie 2012. 61 Crul M., Rezai S., Waldring I. en Lelie F. (2013). Pathways to success. Rotterdam/Amsterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam/Vrije Universiteit Amsterdam. 62 Wolf , R., (2013). Studeren tussen de regels. Een onderzoek naar sociale hulpbronnen en de leeromgeving als studiesuccesfactoren voor niet-‐westerse allochtone studenten. 63 SBB. (maart 2014). Barometer.
29
een goede voorbereiding op het werkende leven, zoals voorlichting over de mogelijkheden die de BBL biedt, een emanciperend effect hebben en de loopbaanperspectieven verbeteren.
Aanpak SterkTeam SterkTeam roept scholen op werk te maken van een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en zet zich in voor een groter bereik van initiatieven die van onderop zijn ontstaan en jongeren voorbereiden op het werkende leven. Initiatieven in en buiten de school waarbij het bedrijfsleven is betrokken, die aansluiten bij de belevingswereld van jongeren, zodat jongeren kunnen ervaren wat het is om te gaan werken en wat werken aan vaardigheden van hen vraagt. SterkTeam besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de kansen die de techniek biedt en de specifieke problematiek waar vooral allochtone jongeren mee te maken hebben. Hieronder wordt hier nader op ingegaan. Zie ook Ondernemen voor de invulling van loopbaanvaardigheden voor jongeren. Vergroten bereik initiatieven in en buiten het onderwijs met betrokkenheid van het bedrijfsleven SterkTeam zet zich in voor initiatieven in en buiten de school die van onderop zijn ontstaan en waarbij het bedrijfsleven is betrokken. Door bijvoorbeeld stage te lopen bij een bedrijf of praktijkopdrachten uit te voeren of een proefsollicitatie te doen gaat abstracte informatie voor jongeren leven. Maar ervaring opdoen is niet genoeg. De ervaring krijgt pas betekenis als 64
jongeren het gesprek erover aangaan met een ander. Ook werknemers kunnen door het geven van gastlessen hier een rol bij spelen. Zeker jonge werknemers. Peers zijn belangrijke ‘influentials’. Zij kunnen bij uitstek een realistisch verhaal over hun werk vertellen, uitleggen hoe zij hun keuze hebben gemaakt en of hun indrukken klopten. SterkTeam zet deze initiatieven in de schijnwerpers, schaalt ze op door meer bedrijven aan te laten sluiten en rolt ze uit naar andere plekken in het land. Zo krijgen de initiatieven meer impact. SterkTeam werkt tot nu toe samen met de volgende initiatieven: Jet-‐Net en Jet-‐Net junior (zie box) en TechniekTalent/Ambassadeurs van de Techniek (100 jongeren die werken in de techniek geven gastlessen op vmbo, havo en vwo), die jongeren verleiden te kiezen voor een opleiding in de techniek. JINC (zie box), K!X (zie box), IMC Basis-‐/Weekendschool (in zeven steden geven professionals over hun vakgebied les aan jongeren van tien tot veertien jaar uit achterstandswijken) en Champs on Stage (in vier steden lopen 3e en 4e jaars vmbo-‐studenten stage bij bedrijven), die jongeren uit achterstandswijken voorbereiden op het werkende leven. En Werken aan je Toekomst (zie box), een lesprogramma voor mbo’ers. Dit in aanvulling op het kabinetsbeleid, zoals hieronder beschreven. De afgelopen jaren hebben het ministerie van OCW en de verschillende onderwijskoepels geïnvesteerd in het verbeteren van de informatievoorziening aan studenten en de rol van het onderwijs bij de voorbereiding van jongeren op het werkende leven. Het moment van aanmelden voor een studie in het hoger onderwijs is vervroegd en er komt een studiekeuzecheck. De komst van de studiebijsluiter voor studenten, waarin ze kunnen zien wat hun kansen zijn op de arbeidsmarkt met bepaalde opleidingen, is een goede stap vooruit die nog voor de zomer gezet zal worden. Ook worden scholen gestimuleerd om een visie en beleidsplan te ontwikkelen, om hun decanen, mentoren en docenten te trainen, om gebruik te maken van de kennis die centraal wordt ontsloten en samen te werken met andere scholen
64
Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs. Ecbo.
30
in de regio. Er wordt een omslag gemaakt van kennis en informatie over banen naar het aanleren van meer duurzame loopbaanvaardigheden. Speciale aandacht wordt besteed aan de keuze voor techniek. Een sector waar veel baankansen liggen nu en in de toekomst. Hierover zijn in het Techniekpact afspraken gemaakt. Ook maakt studie-‐ en loopbaanoriëntatie onderdeel uit van de Aanpak Jeugdwerkloosheid van het kabinet. Met het programma School Ex 2.0 worden jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gestimuleerd langer door te leren en te kiezen voor opleidingen met goede kansen op de arbeidsmarkt. Mbo-‐scholen voeren ombuigingsgesprekken als studenten kiezen voor opleidingen met weinig arbeidsmarktperspectief. Ook loopbaangesprekken tijdens de opleiding en bij de afronding ervan zijn erop gericht om de kansen op de arbeidsmarkt beter in beeld te brengen en doorstuderen te stimuleren. Aan scholen de uitdaging om alles wat de afgelopen jaren in gang is gezet en is ontwikkeld beter te benutten en het begeleiden van leerlingen en studenten bij de voorbereiding op het werkende leven structureel in te bedden in het curriculum van basisonderwijs tot aan hoger 65
onderwijs. En zo invulling te geven aan hun wettelijke taak en de ambitie om het onderwijs meer loopbaangericht te maken (speerpunt kwaliteitsagenda, onderwerp bestuursakkoord 2012-‐2015, onderwerp voorgenomen sectorakkoord, naast de lumpsum financiering blijft de subsidie van 1.3 miljoen euro voor verbetering van loopbaanoriëntatie in het voorgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs behouden tot en met 2017). Daarnaast werkt de Minister van OCW aan het wetsvoorstel Macrodoelmatigheid mbo om het aanbod van opleidingen op mbo-‐scholen beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Nu geldt voor mbo-‐scholen een zorgplicht arbeidsmarktrelevantie. De Inspectie ziet daar in principe op toe, maar een sanctie vanuit de Inspectie is een hele zware ingreep, die nog nooit heeft plaatsgevonden op deze grond. Voor de zomer zal de minister de nieuwe maatregelen bekendmaken. Zeker is in ieder geval dat de regels aangescherpt worden en onderwijsinstellingen onderling en met het bedrijfsleven en gemeenten om tafel moeten om knelpunten aan te pakken. Dat wil niet zeggen dat er geen goede voorbeelden zijn. Mbo-‐ scholen kunnen zelf al besluiten tot het instellen van een numerus fixus en het stoppen met aanbieden van bepaalde opleidingen (zie box bij Stages en Leerbanen).
65
Onderwijsraad. (2014). Overgangen in het onderwijs.
31
Uitgelicht: Jet-‐Net (junior) Jet-‐Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is een samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid. Aan Jet-‐Net zijn 90 bedrijven, 175 scholen uit het primair en voortgezet onderwijs en 35 partners verbonden. Doel is leerlingen een reëel beeld te geven van bèta en technologie en hen te interesseren voor een bètatechnische vervolgopleiding. Het Jet-‐Net bedrijf en de school ontwikkelen allerlei klassikale activiteiten zoals gastlessen, bedrijfsbezoeken en ontmoetingen met experts in de technologie en begeleiden leerlingen bij profielwerkstukken en de profielkeuze. Het netwerk is groeiende en op zoek naar nieuwe bedrijven. SterkTeam helpt Jet-‐Net daarbij. Op 19 maart 2014 maakte Mirjam Sterk kennis met de activiteiten van Jet-‐Net bij Siemens in Den Haag. Mirjam Sterk: “Het is belangrijk dat jongeren zich oriënteren op hun toekomst. Dat zij al op school nadenken over wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Bedrijven als Siemens helpen jongeren daarbij. Zij laten zien welke mogelijkheden de techniek biedt. Investeren in een goede studiekeuze nu, vergroot de kansen van jongeren op werk in de toekomst.”
Uitgelicht: JINC JINC helpt jongeren van acht tot zestien jaar uit achterstandswijken die opgroeien met sociaaleconomische achterstand naar een goede start op de arbeidsmarkt. In samenwerking met bedrijven en scholen stelt JINC een programma op voor basisscholen en scholen uit het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) gericht op taalontwikkeling, beroepsoriëntatie en sociale vaardigheden. Bedrijfsbezoeken (‘bliksemstages’) helpen de leerlingen bij het vormen van een beeld bij een beroep. Medewerkers van bedrijven zijn trainer of coach en dragen zo hun kennis en ervaring over. Professionals en ondernemers komen op uitnodiging van JINC naar scholen voor een presentatie of workshop. JINC is een non-‐profitorganisatie en wordt grotendeels gefinancierd door het bedrijfsleven. JINC is actief in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Kennemerland, Brabant en Almere. In 2013 bereikte JINC ruim 28.000 leerlingen. SterkTeam helpt JINC met de uitrol naar Eindhoven, Den Bosch en Almere. Op 25 maart 2014 gaf Mirjam Sterk samen met de wethouder het startschot voor JINC in Eindhoven. Mirjam Sterk: “Elk kind verdient een eerlijke kans. Ook als het opgroeit in een omgeving met minder voorbeelden en rolmodellen om zich aan op te trekken. Het is goed om te zien dat bedrijven zich inspannen om ook de toekomstperspectieven van deze jongeren te verbeteren.”
32
Uitgelicht: K!X Bij K!X leren leerlingen van het vmbo en mbo vaardigheden om hun kansen op werk na school te vergroten. Speciale K!X-‐teams organiseren voor hun school activiteiten, waaraan alle leerlingen kunnen meedoen. Het gaat bijvoorbeeld om een sollicitatiegesprek voeren, een netwerk opbouwen, organiseren, presenteren en communiceren. Ook gaan K!X-‐teams langs bij werkgevers. Zo krijgen jongeren een beter beeld van het werk en wat een werkgever vraagt en krijgen werkgevers een beter beeld van jongeren uit achterstandswijken. Bij het vmbo richten K!X-‐teams zich ook op de oriëntatie op technische studies en beroepen. K!X is een project van Forum. Met hulp van SterkTeam wordt het aantal K!X-‐teams verdubbeld van 25 naar 50 in 2014. In juli 2013 was Mirjam Sterk op bezoek bij het K!X-‐team op het Globe College in Utrecht. Zij beloofde daar twee meisjes een dag mee te nemen op haar tour door het land. Die belofte heeft Mirjam Sterk op 20 november 2013 ingelost. De meisjes zijn mee geweest naar Den Bosch. Mirjam Sterk: “Met mij en mijn team lopen regelmatig jongeren een dagje mee. Vaak gaan ze ook nog even langs bij minister Asscher of staatssceretaris Klijnsma. Zo krijgen ze een beeld van wat het is om op een ministerie te werken of in de politiek. Hoe meer werkgevers hun deuren openen voor een meeloopstage, hoe beter.”
Uitgelicht: Gastles minister Asscher en Mirjam Sterk over solliciteren op ROC Albeda Op 18 maart 2014 gaven minister Asscher en Mirjam Sterk een gastles over solliciteren aan studenten op het ROC Albeda in Rotterdam. Hiermee onderstreepten zij het belang van een goede voorbereiding op een stage of een baan. In de gastles spraken zij met de studenten over hoe je kan reageren als je in een sollicitatiegesprek geconfronteerd wordt met weerstanden of negatieve beeldvorming. Hier kunnen jongeren uit Rotterdam Zuid, waaronder veel allochtone jongeren, bij hun sollicitatie mee te maken krijgen. Ook wordt de studenten geleerd dat je discriminatie kan en moet melden. De gastles was onderdeel van een serie lessen over solliciteren, die onderdeel zijn van het lesprogramma ‘Werken aan je Toekomst’. SterkTeam helpt mee met de invulling daarvan. Zo spreekt ook Randstad met jongeren over houding, competenties en aandachtspunten van werkgevers en oefent met hen met rollenspellen. Mirjam Sterk: “Jongeren moeten zich goed voorbereiden op hun sollicitatiegesprek. Vooral voor allochtone jongeren is het belangrijk dat ze weten hoe te reageren als je in een gesprek geconfronteerd wordt met weerstanden of negatieve beeldvorming. Want ook zij verdienen een kans om mee te bouwen aan een sterker Nederland.”
33
Ondernemen
Feiten en cijfers Het belang en de ontwikkeling van ondernemerschap Één op de acht werkende Nederlanders verdient zijn geld als ondernemer. Daarmee is Nederland een van de meest ondernemende landen in Europa en ondernemender dan de 66
Verenigde Staten. Van de kenniseconomieën in Europa heeft geen enkel ander land meer 67
nieuw en aankomend ondernemerschap dan Nederland. Dat is een positieve ontwikkeling. Ondernemers zijn de drijvende kracht achter onze economie. Ze zorgen voor inkomsten en banen. En ze dragen met vernieuwende producten en diensten bij aan het oplossen van de maatschappelijke problemen nu en in de toekomst. Vooral succesvolle doorgroeiende bedrijven met ambitieuze ondernemers hebben een hogere arbeidsproductiviteit, scheppen meer hoogwaardige banen en investeren meer in innovatie. Ook steeds meer jongeren zijn gemotiveerd om te ondernemen. Ongeveer tweederde van de studenten ziet zichzelf als een ondernemend persoon, waarbij ondernemerschap een belangrijk onderdeel is van de beroepswens. Dit is een verdubbeling ten opzichte van zes jaar 68
geleden. De kans is dan ook groot dat de generatie jongeren die nu opgroeit ergens in de carrière een periode ondernemer is. De laatste cijfers laten een tendens zien dat jongeren hier al in een vroeg stadium voor kiezen. 3% van de studenten in het hoger onderwijs heeft al een 69
bedrijf. Ten opzichte van andere landen een bovengemiddelde score. Daarnaast was afgelopen jaar de grootste groep startende ondernemers tussen de 25 en 29 jaar en het jaar 70
ervoor was al een enorme groei te zien in het aantal starters tussen de 20 en 34 jaar. Wel is het voor duurzaam ondernemerschap belangrijk dat jongeren de juiste houding, kennis en vaardigheden hebben. Het belang van ondernemende werknemers Naast innovatieve ondernemers zijn ook ondernemende werknemers belangrijk voor een sterke economie. De Nederlandse economie en arbeidsmarkt veranderen. Globalisering, technologische toepassingen, organisatorische veranderingen en ontwikkelingen op HRM-‐ gebied hebben een grote invloed op het werk dat we in Nederland doen en ook hoe we dat werk doen. Toenemende concurrentie en korter wordende looptijden van producten en 71
diensten zetten druk op functieduur en baanduur. Zeker in een open economie als de onze. Bedrijven hebben steeds meer behoefte aan een flexibele opzet van hun organisatie. Een kleine vaste kern voor de primaire processen van de organisatie en een flexibele schil die kan mee bewegen met veranderingen in de vraag. Het klassieke traject van een carrière binnen 72
een organisatie wordt ingewisseld voor een loopbaan met overstappen tussen organisaties.
66
Timmermans, N.G.L., Snel, D. (2013). Internationale Benchmark Ondernemerschap 2013. Zoetermeer: EIM/Panteia. 67 Amoros, J.E., Bosma, N. (2014). Global Entrepreneurship Monitor 2013. 68 Aa, R. van der, Geel, S. van, Nuland, E. van. (2012).Ondernemerschap in het onderwijs. Tweemeting. Eindrapport. Rotterdam: Ecorys. 69 Global University Entrepreneurial Spirit Students‘ Survey 2011-‐2012. Main findings for the Netherlands. Rotterdam: Erasmus Universiteit/Erasmus Centre for Entrepreneurship. 70 Kamer van Koophandel. (2014). Startersprofiel 2013. 71 WRR. (2007). Investeren in werkzekerheid. Amsterdam University Press. 72 RR. (2013). Naar een lerende economie. Amsterdam University Press.
34
Werknemers zullen zich in een dynamische omgeving sneller en vaker moeten aanpassen. Dit vraagt om ondernemende vaardigheden, zoals proactiviteit, vindingrijkheid, flexibiliteit, daadkracht, doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid en de bereidheid je te willen blijven ontwikkelen. Oftewel werknemers die activiteiten initiëren, die creëren en innoveren, die zich richten op de behoefte en verwachtingen van de klant, die kunnen plannen en organiseren en die beslissingen durven te nemen en daar de verantwoordelijkheid voor kunnen dragen. Maar liefst tweederde van de bedrijven geeft de voorkeur aan sollicitanten met een ondernemende 73
houding. Voor ruim een kwart is het zelfs een belangrijk vereiste bij sollicitaties.
Aanpak SterkTeam SterkTeam vindt het belangrijk dat jongeren ondernemerschap als carrièreoptie overwegen en zich ondernemende vaardigheden eigen maken om zich te kunnen redden op een steeds dynamischer wordende arbeidsmarkt. Daarom wil SterkTeam het bereik vergroten van goede initiatieven in en buiten het onderwijs die ondernemerschap en ondernemende vaardigheden bij jongeren vergroten. Voor zover het gaat om initiatieven voor leerlingen en studenten ziet SterkTeam deze als een mooie invulling van de benodigde loopbaanvaardigheden en daarmee als een aanvulling op de taak van het onderwijs om jongeren voor te bereiden op het werkende leven. Zie daarvoor ook School en Toekomst. Met ondernemende jongeren de inzet voor komend jaar bepalen Een paar initiatieven heeft SterkTeam al omarmd (zie box). We willen graag verder gaan. Daarom daagt SterkTeam organisaties met jonge ondernemende mensen uit -‐ zoals Frisse Blikken, Jonge Honden en Kairos Society -‐ om met creatieve ideeën te komen hoe SterkTeam kan zorgen voor meer jonge ondernemers en meer ondernemende jongeren. Dit in aanvulling op het kabinetsbeleid, zoals hieronder beschreven. De afgelopen jaren is gezamenlijk door het ministerie van EZ, het ministerie van OCW, de (koepel)organisaties uit het onderwijs, de studenten(organisaties) en het bedrijfsleven stevig geïnvesteerd in het stimuleren en professionaliseren van scholen (van de basisschool tot en met het hoger onderwijs) om leerlingen en studenten ondernemerschap en ondernemende 74
vaardigheden bij te brengen. De kiem voor vernieuwend en ambitieus ondernemerschap ligt in het onderwijs. ‘Jong geleerd, is oud gedaan’ gaat ook hier op. Een start op de basisschool met ondernemerschapsonderwijs heeft een positief effect op de ondernemende 75
vaardigheden van leerlingen later. Zo oefenen kinderen op basisscholen met hun eigen mini-‐ onderneming. En gaat op het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs een pilot van start van ‘Wijzer in Geldzaken’, het ministerie van EZ en OCW om ondernemerschapsonderwijs en financiële educatie met elkaar te integreren. In het middelbaar beroepsonderwijs kunnen studenten in de vrije keuzeruimte deelnemen aan het ondernemerschapsprogramma ‘CE ondernemerschap’ en is het streven dat jongeren met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur in alle mbo-‐sectoren een specialistenopleiding tot ondernemer op niveau 4 kunnen volgen. In het hoger onderwijs leren studenten hoe ze een slim idee kunnen omzetten in een businessplan voor een geslaagde onderneming met hulp van onder andere
73
Kenniscentrum Handel. (2012). Bedrijvenpanelonderzoek. Ondernemende houding van medewerkers. Brief Tweede Kamer, Kabinetsreactie op het onderwijsraadadvies “Onderwijs in ondernemerschap” van 27 juni 2013, 535046, 29 oktober 2013. 75 Praag, C.M. van, Rosendahl Huber, L. & Sloof, R. (2012). The effect of early entrepreneurship education: Evidence form a randomized field experiment. IZA Discussion Paper no. 7612. 74
35
de Centres of Entrepreneurship. Ook in Europees verband is vorig jaar het belang van onderwijs in ondernemerschap en ondernemende vaardigheden benadrukt in het Entrepreneurship 2020 action plan van de Europese Commissie.
Uitgelicht: De Buzinezzclub Jongeren die geen werk en een afgeronde opleiding hebben, maar wel talent, lef en een droom, kunnen bij de Buzinezzclub een intensief en persoonlijk coachingstraject volgen om uit de uitkering te komen en zelfstandig ondernemer te worden. Als dat niet lukt worden de jongeren naar een baan of opleiding begeleid. Ondernemers bieden stageplekken en coachen de jongeren, ook nadat ze een eigen onderneming zijn gestart. Van 2009 tot 2014 begeleidde de Buzinezzclub ruim 380 jongeren in Rotterdam en Arnhem. Jongeren die meedoen, verlaten gemiddeld zeven maanden sneller de uitkering, blijkt uit onderzoek van Ortec in opdracht van de gemeente Rotterdam. In 2013 hebben de ABN AMRO en Start Foundation met een Social Impact 11
Bond €680.000 geïnvesteerd in de Buzinezzclub om in 2014 en 2015 160 Rotterdamse werkloze jongeren zonder diploma naar werk of terug naar school te begeleiden. SterkTeam helpt de Buzinezzclub uitrollen naar andere steden. Op 10 maart 2014 deed Mirjam Sterk bij de start van de Buzinezzclub in Den Haag een oproep aan Haagse ondernemers om zich aan te sluiten bij het netwerk van de Buzinezzclub en jongeren als coach ter zijde te staan. Mirjam Sterk: “Je dromen waarmaken. Dat is wat deze jongeren willen. De Buzinezzclub helpt hen daarbij door het bieden van kennis, coaching en een netwerk van ondernemers. De Buzinezzclub is een mooi en effectief initiatief van een bevlogen sociaal ondernemer.”
76
Een Social Impact Bond (SIB) is een innovatief financieringsarrangement waarbij overheid, investeerders en sociaal ondernemers samenwerken om een sociaal-‐maatschappelijk probleem aan te pakken door het sluiten van prestatiecontracten waarbij (private) investeerders vooraf de benodigde financiering verzorgen en de overheid achteraf uitbetaalt als afgesproken maatschappelijk resultaten zijn bereikt.
36
Uitgelicht: Ondernemerschapspaspoort In het najaar van 2013 reikte Mirjam Sterk op het Koning Willem I College in Den Bosch de eerste ondernemerschapspaspoorten uit aan drie jonge ondernemende studenten. Het paspoort is een initiatief van Ondernemend.nu, een samenwerkingsverband van partners in het Netwerk Onderwijs en Ondernemerschap in Nederland. In het document kunnen jongeren ervaringen met ondernemen vastleggen die ze op school hebben opgedaan. Ze kunnen het later bijvoorbeeld gebruiken als ervaringsbewijs bij een sollicitatie. SterkTeam zet zich in voor een breder gebruik van het ondernemerschapspaspoort in het onderwijs. Op 1 maart 2014 wordt het paspoort ingezet op acht scholen in het voortgezet onderwijs en zeven ROC’s. Mirjam Sterk: “Met het paspoort in de hand kunnen jongeren laten zien wat ze hebben gedaan, wat ze kunnen en wat ze waard zijn. Het is een belangrijk reisdocument op weg naar een ondernemend bestaan.”
37
Coaching
Feiten en cijfers Hogere werkloosheid onder jongeren zonder startkwalificatie en niet-‐westerse allochtone jongeren Voor bepaalde jongeren is het nog moeilijker om werk te vinden. De werkloosheid onder jongeren zonder startkwalificatie is bijna anderhalf keer zo hoog als onder jongeren met startkwalificatie (13% versus 19% eind 2013). En de werkloosheid onder niet-‐westerse allochtone jongeren is bijna drie keer zo hoog als onder autochtone jongeren. Bovendien is de werkloosheid onder niet-‐westerse allochtone jongeren in de afgelopen vijf jaar sterker opgelopen dan onder autochtone jongeren (van 16% naar 31% eind 2013 versus van 6% naar 77
12% eind 2013). Deze groepen zijn traditioneel al kwetsbaar op de arbeidsmarkt en kunnen zich minder snel aanpassen aan exogene veranderingen, zoals de economische crisis. De oorzaken van hun mindere arbeidsmarktpositie komen grotendeels overeen. Zo is hun 78
keuze voor een opleiding vaak suboptimaal. Veel jongeren zonder startkwalificatie hebben 79
het onderwijs verlaten door een verkeerde studiekeuze. En allochtone jongeren kiezen nog te vaak voor een studie met een slecht arbeidsmarktperspectief. Ook verloopt hun zoektocht naar een stage of een baan vaak moeizaam door negatieve beeldvorming onder werkgevers, een eenzijdig netwerk en een gebrekkige beheersing van werknemersvaardigheden (soft 80
skills). Zij werken als gevolg daarvan vaker in flexibele banen en in sectoren die gevoelig zijn 81
voor conjuncturele veranderingen. Sociaal kapitaal is de nieuwe sociale scheidslijn 82
Veel van deze jongeren zijn afkomstig uit minder sterke sociale milieus en woonachtig in achterstandswijken in de grote steden. Zij hebben weinig sociale hulpbronnen om zich heen die goed kunnen helpen bij het maken van een studiekeuze of bij het zoeken naar een stage of een baan. Hun ouders weten te weinig van de Nederlandse arbeidsmarkt en de opleidingen die hiervoor nodig zijn. Ze zijn meestal laag opgeleid en niet of op een laag niveau 83
werkzaam. Ook verder in hun omgeving zijn weinig rolmodellen. De jongeren wonen in eenzijdig samengestelde wijken en hebben vooral vrienden in de eigen etnische groep, 84
waarbinnen pas de laatste jaren een beter opgeleide voorhoede in opkomst is.
77
CBS. Statline. Petit, R., Esch, W. van, Meer, M. van der & Smulders, H. (2013). Kansen en keuzes voor de toekomst. Routes in het onderwijs en naar de arbeidsmarkt van niet‑westerse allochtonen.’s-‐Hertogenbosch: ecbo. 79 ROA. (2009). Zonder diploma. Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties. Maastricht: Maastricht University 80 Huijnk, W., Gijsberts, M., Dagevos, J. (2014). Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: SCP. 81 CBS. Statline. 82 Heckman, J. (2011). Integrating personality psychology into economics. NBER Working Paper No. 17378. Cambridge: NBER. 83 CBS. (2012). Jaarrapport Integratie 2012; Kuijpers, M., Meijers, F. (2009). Beroepsbeelden, -‐ wensen en -‐ voorkeuren van allochtone ouders. Utrecht: Forum. 84 Crul M., Rezai S., Waldring I. en Lelie F. (2013). Pathways to success. Rotterdam/Amsterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam/Vrije Universiteit Amsterdam; Huijnk, W., Gijsberts, M., Dagevos, J. (2012). Jaarrapport integratie 2011. Den Haag: SCP. 78
38
Sociaal kapitaal vormt een nieuwe sociale scheidslijn op de arbeidsmarkt.
85
Sociale
hulpbronnen spelen een essentiële rol bij het maken van een goede studiekeuze en het vinden van een stage of een baan. Jongeren, zeker jongeren in het beroepsonderwijs, moeten op jonge leeftijd vergaande keuzes maken over hun onderwijsloopbaan. De belangrijkste ‘influentials’ zijn dan hun ouders en ‘peers’. Zijn die onvoldoende geëquipeerd om hen te ondersteunen, dan leidt dat tot suboptimale keuzes. Ook bij de zoektocht naar een stage of werk maakt een goed netwerk het verschil. Door succesvol netwerken vind je eerder een 86
87
baan, een betere baan en een beter betaalde baan. Ook werkgevers bespaart het kosten. 88
Bijna driekwart van de openstaande vacatures wordt via via ingevuld. Het moet dan wel gaan om een groot en heterogeen netwerk met ook hoger opgeleiden, professionals en mensen die op enige afstand staan, zoals kennissen, collega’s en buren. Vooral die geven 89
toegang tot nieuwe netwerken en aanvullende hulpbronnen.
Aanpak SterkTeam SterkTeam wil jongeren uit achterstandswijken helpen de vooruitgang die zij hebben geboekt in het onderwijs beter te gelde te maken door hun netwerk uit te breiden met professionals uit het bedrijfsleven. Zij kunnen jongeren ondersteunen bij het maken van een studiekeuze, het zoeken naar een stage of een baan of het starten van een onderneming. Hiervoor brengt SterkTeam het concept Link2Work -‐ een initiatief van de SER, het ministerie van SZW en SterkTeam -‐ in de praktijk. Hieronder wordt hier nader op ingegaan. SterkTeam vindt sociaal kapitaal een groot goed. Daarom verkent SterkTeam of ook coachingsinitiatieven buiten achterstandswijken werken met of baat hebben bij de inzet van bedrijfsmentoren en of zij daarbij ondersteuning kunnen gebruiken van SterkTeam en het bedrijfsleven. Zo kunnen we het netwerk van meer jongeren verstevigen. In de praktijk brengen van Link2Work, het sociaal kapitaal voor jongeren uit achterstandswijken Het idee van Link2Work is dat jongeren, die door lokale jongereninitiatieven en scholen ondersteund worden, worden gekoppeld aan bedrijven en bedrijfsmentoren: de Link2Work. SterkTeam enthousiasmeert steden om met Link2Work aan de slag te gaan, ondersteunt bij de voorbereiding van de start, helpt bij de opschaling door het werven van nieuwe bedrijven en denkt mee bij de doorontwikkeling van het concept en de aanpak. Link2Work is in maart van start gegaan in Amsterdam en Rotterdam Zuid. De komende maanden zet Sterkteam zich in voor de uitrol naar drie andere steden.
85
Huijnk, W., Gijsberts, M., Dagevos, J. (2014). Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: SCP. 86 Esch, W. van , Petit, R., Neuvel, J. & Karsten, S. (2011). Sociaal kapitaal: hefboom of slagboom? Utrecht/’s-‐Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs; Granovetter, M.S. (1974). Getting a job. A study of social contacts and careers. Cambridge, Mass.: Harvard University Press; Lin, N. & Ao, D. (2008). The invisable hand of social capital: an exploratory study. In Lin & Ericson (2008). Social capital: an international research program. Oxford: Oxford University Press; Völker, B. & Flap, H. (2008). Reproduction of Inequality in the Netherlands through the Creation of and Returns to Social Capital? Paper International Social Capital Conference Taipei. 87 Franzen, A., Hangartner, D. (2006). Social networks and labour market outcomes. The non-‐monetary benefits of social capital. European Sociological Review, 22(4): 353-‐368. 88 UWV. (2011). Arbeidsmarktprognose 2011 -‐2012, met een doorkijk naar 2016. Amsterdam: UWV. 89 Esch, W. van, Petit, R., Neuvel, J. & Karsten, S. (2011). Sociaal kapitaal in het mbo: slagboom of hefboom? Onderzoek onder mbo’ers en docenten. ’s-‐Hertogenbosch/Utrecht: ecbo.
39
SterkTeam merkt dat bedrijven en bedrijfsmentoren enthousiast zijn om jongeren op weg te helpen. Het biedt hen de mogelijkheid om te helpen bij het aanpakken van de jeugdwerkloosheid in hun eigen omgeving en daarbij hun eigen kapitaal in te zetten (hun netwerk, kennis en expertise). Zo kan elke professional een bijdrage leveren én zelf leerervaringen opdoen (de civil society). Naast bedrijven willen ook jongeren-‐ en ouderverenigingen en serviceclubs als Junior Chamber International (een netwerkorganisatie voor persoonlijke ontwikkeling voor ondernemende mensen van 25 tot 40 jaar) een rol spelen bij het coachen van jongeren. Dat kunnen ze op allerlei manieren doen. Door 1-‐op-‐1-‐coaching, door jongeren trainingen aan te bieden die in of door het bedrijf worden gegeven, door jongeren aan te bevelen aan professionals in hun netwerk, door een bedrijfsbezoek te organiseren, door andere bedrijven te verleiden mee te doen aan Link2Work of door ondersteuning te bieden bij de doorontwikkeling en uitrol naar andere steden van Link2Work.
Uitgelicht: Oproep op Jonge Ambtenarendag Op 27 maart 2014 vond de Jonge Ambtenarendag 2014 (JAD14) plaats in Den Haag. Mirjam Sterk riep jonge ambtenaren op om hun enthousiasme en maatschappelijke betrokkenheid in te zetten voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Jonge ambtenaren zijn vaak al maatschappelijk actief. Bijvoorbeeld als mentor bij Link2Work in Amsterdam of het mentorproject Zaak&Co in Den Haag of als vrijwilliger bij Den Haag Cares. Deze vrijwilligers vormen een actief netwerk van betrokken young professionals die graag iets terug doen voor hun stad. Daarnaast ontwikkelen ze door jongeren te begeleiden zelf vaardigheden die op de werkvloer waardevol zijn. Mirjam Sterk: “Steeds meer professionals uit het bedrijfsleven buiten de directe omgeving van jongeren helpen hen in hun zoektocht naar werk of bij het kiezen van een opleiding. Ze ondersteunen de jongeren, maar leren er zelf ook van. Een mooi voorbeeld van de civil society.”
Uitgelicht: Start Link2work Amsterdam Op 3 maart 2014 ging in Amsterdam op ROC Top Link2Work van start met speeddates tussen jongeren en 75 bedrijfsmentoren van onder andere Nestlé, Randstad, Defensie en Jimmy Woo. Sommige jongeren zoeken werk, maar missen een netwerk. Zoals de 18-‐jarige Jeswin, die sociaal maatschappelijke dienstverlening studeert en aan de slag wil in de Zorg, een hele andere richting dan zijn ouders. Een kruiwagen, iemand die weet hoe het eraan toegaat in de Zorg, kan hem op weg helpen.
Mirjam Sterk: “Er zijn veel jongeren uit achterstandswijken die wat willen maken van hun leven en betrokken werkgevers die jongeren willen helpen. Link2Work brengt hen bij elkaar. Dat helpt de jongeren, maar het brengt ook energie en ideeën in bedrijven en organisaties. Iedereen verdient een kans om mee te bouwen aan een sterker Nederland.”
40
Mirjam Sterk: “Er zijn veel jongeren uit achterstandswijken die wat willen maken van hun leven en betrokken werkgevers die jongeren willen helpen. Link2Work brengt hen bij elkaar. Dat helpt de jongeren, maar het brengt ook energie en ideeën in bedrijven en organisaties. Iedereen verdient een kans om mee te bouwen aan een sterker Nederland.”
41