Prognostische factoren bij de ziekte van Parkinson
Daan Velseboer Afdeling Neurologie AMC, 29 November 2013
Nut van prognostische data De patiënt wil (vaak) weten: • Hoe snel zullen mijn klachten toenemen? • Hoe groot is de kans dat ik in een verpleeghuis terecht kom? Zal ik dement worden? • Waarom gaat de ziekte bij mijn buurman zoveel sneller?
Nut van prognostische data De behandelaar wil weten: • Klopt de diagnose nog wel? • Past dit bij het beloop?
• Waarom gaat deze patiënt zo snel achteruit?
Nut van prognostische data De wetenschapper wil weten: • Hoe lang moet mijn studie duren? • Kan ik mijn patiëntengroep op voorhand indelen op basis van de prognose?
Systematische review prognostische factoren (27 studies) – Motorische beperkingen: • Beginleeftijd, ziekteduur, dementie – Invaliditeit: • Beginleeftijd, gestoorde houding en balans, depressie, geslacht – Kwaliteit van leven: • Geen prognostische factoren Post B et al. Mov Disord 2007
• Studies die het klinisch beloop beschrijven zijn vaak van beperkte waarde omdat: – De follow-up duur kort is – Patiënten oorspronkelijk aan een trial hebben meegedaan (met strenge selectiecriteria)
– Er alleen prevalente casus geïncludeerd zijn
Post B et al. Mov Disord 2007
Natuurlijk beloop in incidentie cohorten • Cambridge (UK) – CamPaIGN-studie
• Amsterdam – CARPA-studie
• Stavanger (Noorwegen) – ParkWest-studie
0
0
Samenstelling Cohort:
CARPA-cohort
Baseline Man/Vrouw (%) Beginleeftijd (SD, range)
65,1 (10,4; 30,9-83,5)
Duur symptomen in maanden (SD, range)
19,8 (11,1; 4,7-83,9)
Cognitieve stoornis (%)
1
74:59 (56%:44%)
Muslimovic D et al. Neurology 2005
29/119 (24%)1
Uitkomstmaten • Motorische symptomen: – Hoehn & Yahr – UPDRS-ME (Unified Parkinson’s Disease Rating Scale) • Invaliditeit: – Schwab & England • Kwaliteit van leven – PDQL (Parkinson’s Disease Quality of Life questionnaire) • Gemeten op baseline en na 1, 2, 3, en 5 jaar • NPO verricht op baseline na 3 en na 5 jaar
Progressie Hoehn & Yahr 1: unilaterale symptomen 2: bilateraal of axiale symptomen, geen balansprobleem
Number of Patients
Hoehn and Yahr stadium Deceased H&Y5 H&Y4 H&Y3 H&Y2 H&Y1
100
50
4: ernstig invaliderende ziekte, nog in staat om zelfstandig te staan of lopen
5
3
2
1
0
0
3: bilaterale symptomen, lichte tot matige balansproblemen
Year
Velseboer DC et al. Neurology 2013
5: zonder hulp bedlegerig of rolstoelgebonden
Motorische symptomen nemen sneller toe bij: 1. Vrouwen 2. Mannen 3. Het maakt niet uit
UPDRS-ME • Bereik van 0-108, hoger = meer beperkingen Mannen Vrouwen
UPDRS
30
20
10
0 0
1
2
3
Jaar
4
5
Motorische symptomen • Sexe-verschil zit in de toename van de levodoparesponsieve symptomen (tremor/rigiditeit/bradykinesie) – Mogelijk beschermend effect van oestrogenen op dopaminerge neuronen – Ziekte van Parkinson ontstaat pas later bij langere vruchtbare levensperiode
Haaxma CA et al. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2007
• Houding en balansstoornissen nemen vooral snel toe bij: – Oudere patiënten – Patiënten met cognitieve stoornissen
• Cognitieve stoornissen nemen sneller toe bij:
– Oudere patiënten – Patiënten met houding en balansproblemen
Broeders M et al. J Int Neuropsychol Soc 2013
Evans JR et al. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2011
Wie heeft de slechtste prognose? 1. Patiënt met bij aanvang eenzijdige tremor 2. Patiënt met bij aanvang eenzijdige hypokinesie/rigiditeit 3. Patiënt met bij aanvang houding en balansproblemen Jankovic J et al. Neurology 1990
Schwab & England • Bereik van 0-100 lager = meer invaliditeit
Schwab & England
100
Cognitie Normaal Cognitie Gestoord
90 80 70 60 50 0
1
2
3
4
5
Jaar
Levy B = 2 Levy B = 5
90 80 70 60
100
Schwab & England
Schwab & England
100
Leeftijd 65 Leeftijd 75
90 80 70 60 50
50 0
1
2
3
Jaar
4
5
0
1
2
3
Jaar
4
5
Kwaliteit van leven • Bereik van 37-185, lager = slechtere kwaliteit van leven • Geen duidelijke prognostische factoren 160
PDQL
150 140 130 120 0
1
2
3
Year
4
5
Evans JR et al. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2011
Is de prognose te beïnvloeden? 1. Direct starten met levodopa zorgt uiteindelijk voor een snellere toename van de ziekte 2. Direct starten met levodopa zorgt voor een minder snelle toename van de ziekte
Odekerken VJJ et al. NTVG 2008
Overige therapieën… • • • • •
stamceltherapie gentherapie co-enzym Q10 rasagaline pramipexol
Belangrijkste conclusies • Mannen hebben iets snellere toename motorische symptomen
• Houding en balansproblemen nemen sneller toe bij cognitieve problemen en vice versa • Bij aanwezigheid houding en balansproblemen en cognitieve problemen is er een snelle toename invaliditeit • We kunnen de prognose (nog) niet beïnvloeden