Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 3 Beoordelingsmodellen
1
Taak A1: Open Monumentendag -
Bij deze taak wordt de kandidaat enkel op inhoud beoordeeld. Onderstreepte tekst moet minimaal genoemd worden. De tekst tussen haakjes mag wel, maar hoeft niet vermeld te worden om een punt te halen. Wanneer iets op een verkeerde plek genoteerd staat, maar het had daar ook kunnen staan, dan krijgt de kandidaat wel het punt. Let op! Alleen beoordelen wat binnen het gegeven kader staat.
a De kandidaat vermeldt dat kasteel Ammersoyen gebouwd is in de 14e eeuw. b De kandidaat vermeldt dat het kasteel kan bezocht worden op (zaterdag) 28 juni/(zaterdag) 28/06 + van 10 tot en met 17 uur. (juli i.p.v. juni is fout.) c De kandidaat vermeldt een eerste van de volgende activiteiten in het kasteel. Dit komt inhoudelijk overeen met: - wandeling in de tuin van het kasteel/uitleg tuinman over bloemen en/of planten - (middeleeuws) toneelstuk (Marieke van Nymegen) d De kandidaat vermeldt de tweede activiteit in het kasteel. Zie lijstje bij item c e De kandidaat vermeldt dat de gevangenis in Spijkenisse gebouwd is in de 19e eeuw. f De kandidaat vermeldt dat de gevangenis kan bezocht worden op (zaterdag) 28 juni EN (zondag) 29 juni /(zaterdag) 28/06 EN (zondag) 29/06./ het hele weekend van 28-29 juni + van 14 tot 19 uur. (juli i.p.v. juni is ook goed.) g De kandidaat vermeldt een eerste van de volgende activiteiten in de gevangenis. Dit komt inhoudelijk overeen met: - (luisteren naar) brieven van gevangenen - optreden van muziekgroep/ concert/muziekgroep stelt nieuwe CD voor h De kandidaat vermeldt de tweede activiteit in de gevangenis. Zie lijstje bij item g i De kandidaat vermeldt dat de brandweerkazerne gebouwd is in het jaar 2000 / in (het begin van) de 21e eeuw.
2
j De kandidaat vermeldt dat de brandweerkazerne kan bezocht worden op (zondag) 29 juni / 29/06 + van 10 tot 17 uur. (juli i.p.v. juni is ook goed.) k De kandidaat vermeldt een eerste van de volgende activiteiten in de brandweerkazerne. Dit komt inhoudelijk overeen met: - kijken werk brandweer/(frietketel) blussen/ - iemand uit brand redden - (nieuwe) brandweerwagen bekijken l De kandidaat vermeldt een tweede activiteit in de brandweerkazerne. Zie lijstje bij item k m De kandidaat vermeldt dat de windmolen gebouwd is in de 18e eeuw. n De kandidaat vermeldt dat de windmolen kan bezocht worden op (vrijdag) 27 juni EN (zaterdag) 28 juni/ 27/06 EN 28/06 + van 10 tot 12 uur EN van 14 tot 17 uur. (juli i.p.v. juni is ook goed.) o De kandidaat vermeldt een eerste van de volgende activiteiten in de windmolen. Dit komt inhoudelijk overeen met: - koren malen - laten zien hoe de molen werkt, net als vroeger - (vers) gebakken brood proeven/zien hoe koren tot brood verwerkt wordt p De kandidaat vermeldt de tweede activiteit in de windmolen. Zie lijstje bij item o
3
Taak A2: Leuven Kookt Kunst PRECONDITIE De productie van de kandidaat staat in relatie tot de opdracht: de kandidaat schrijft een e-mail met een verslag van een radio-interview over het project Leuven Kookt Kunst. De productie van de kandidaat staat niet in relatie tot de opdracht: de kandidaat schrijft geen e-mail met een verslag van een radio-interview over het project Leuven Kookt Kunst. Op het beoordelingsformulier wordt bij alle items een 0 ingevuld.
A
B
A. GLOBALE BEOORDELING De kandidaat schrijft een e-mail met een kort verslag van een radio-interview over het project Leuven Kookt Kunst. B.
ANALYTISCHE BEOORDELING
1.
INHOUD
a De kandidaat vermeldt waar hij/zij informatie vandaan heeft gehaald: radio(interview). b De kandidaat vermeldt de tijdsduur van het project: ½ jaar / (24) november tot (24) mei. c De kandidaat vermeldt hoe de drie kunsten in een kunstbord samenkomen. Mag ook blijken uit de loop van het verhaal. d De kandidaat vermeldt het lekkere eten/het genieten van eten/het fantastische eten/de kookkunst (van topkoks op bord). e De kandidaat vermeldt tekening/grafische kunst (op bord) f De kandidaat vermeldt literatuur/gedicht (op bord) g De kandidaat vermeldt dat bezoeker één (kunst)bord mee naar huis/gratis krijgt. h De kandidaat vermeldt dat bezoekers (dubbele) borden kunnen ruilen op ruilbeurs.
4
i De kandidaat vermeldt dat opbrengst/geld verkoop tekeningen gaat naar Kinderziekenhuis (Leuven)/naar onderzoek om zieke kinderen beter te behandelen. j De kandidaat gebruikt aanhef en afsluiting. Aanhef b.v.: Beste Tanja, hoi Tanja. Afsluiting b.v. Groetjes, Tot gauw. (naam kandidaat onderaan niet nodig) VORM 2.
WOORDENSCHAT
Beheersing: De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de woordenschat om zijn bedoelingen kenbaar te maken. Fouten in minder alledaagse onderwerpen / situaties mogen voorkomen. Bereik: De kandidaat beschikt over voldoende woorden om zich te uiten over maatschappelijke onderwerpen. 3. GRAMMATICA De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de grammatica en kan hiermee zijn bedoelingen voldoende duidelijk kenbaar maken. Fouten die minder storend zijn en de begrijpelijkheid van de tekst minder in de weg staan, mogen voorkomen. 4. SPELLING De kandidaat past de standaardspellingsregels zo toe dat de tekst over het algemeen te begrijpen is. Spellingfouten mogen voorkomen maar het tekstbegrip mag slechts af en toe verstoord worden.
5
Taak B1: Met belgerinkel naar de winkel De kandidaat krijgt 1 punt per juist item. Vraag 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Antwoordmogelijkheid b c c c b a c b b a b
6
Taak B2: De Zaak Alzheimer • • • •
Bij deze taak wordt de kandidaat enkel op inhoud beoordeeld. De tekst tussen haakjes mag wel, maar hoeft niet vermeld te worden om een punt te halen. Items 1a, 1b en 1c mogen onderling van volgorde gewisseld worden. Let op! Alleen beoordelen wat binnen het gegeven kader staat.
a De kandidaat vermeldt de personages van de film: moordenaar / Ledda EN politieduo / Vincke en Verstuyft b De kandidaat vermeldt dat Ledda de opdracht heeft gekregen een moord te plegen maar ruzie krijgt met zijn opdrachtgevers / maar weigert de opdracht uit te voeren. (Politieduo Vincke en Verstuyft moeten het raadsel oplossen.) c De kandidaat vermeldt dat het verhaal zich afspeelt in Antwerpen in 1995 d De kandidaat geeft een eerste pluspunt van de film. Dit komt inhoudelijk overeen met één van de volgende pluspunten: de regisseur heeft nooit het scenario uit het oog verloren de film zit goed in elkaar het verhaal is realistisch/het verhaal is herkenbaar het verhaal is natuurlijk opgebouwd/stukjes puzzel worden mondjes uitgedeeld/nergens één moment waarop alles plotseling duidelijk wordt. (alleen ‘spannende film’ is niet voldoende) goede acteurs/Jan Decleir steelt de show/Jan Decleir als vergeetachtige huurmoordenaar / Jan Decleir is cool en kwetsbaar vergelijkbaar met een goede Amerikaanse film politieke inslag e De kandidaat vermeldt een tweede pluspunt van de film. (Zie lijstje bij item d) f De kandidaat vermeldt een derde pluspunt van de film. (Zie lijstje bij item d) g De kandidaat vermeldt een vierde pluspunt van de film. (Zie lijstje bij item d) h De kandidaat vermeldt het minpunt van de film. Dit komt inhoudelijk overeen met: - film is bij momenten langdradig
7
OF - mindere prestatie van Werner Desmedt i De kandidaat vermeldt de prijzen die de Zaak Alzheimer gewonnen heeft: Black Lion EN Napapijri Prijs j De kandidaat geeft aan dat de film gebaseerd is op het gelijknamige boek van Jef Geeraerts k De kandidaat geeft aan dat ‘De Zaak Alzheimer’ een actiefilm is.
8
Taak B3: Nieuw buurtcentrum PRECONDITIE De kandidaat schrijft een brief waarin hij/zij zijn/haar wensen ten aanzien van het buurtcentrum kenbaar maakt. De kandidaat schrijft geen brief waarin hij/zij zijn/haar wensen ten aanzien van het buurtcentrum kenbaar maakt. In dit geval wordt de kandidaat niet verder beoordeeld. Op het beoordelingsformulier wordt bij alle items een 0 ingevuld.
A
B
A. GLOBALE BEOORDELING De kandidaat slaagt erin om een duidelijke brief te schrijven naar het architectenbureau, waarin hij/zij zijn wensen kenbaar maakt en de vragen van het architectenbureau beantwoordt. B. ANALYTISCHE BEOORDELING 1.
INHOUD
a De kandidaat schrijft een aanhef en afsluiting, b.v. Beste Dirk/Geachte meneer Mus/Beste architect + Met groeten, Lisa/ Veel succes, mevrouw Lopez. Gepastheid wordt hierbij niet gescoord. Dat valt onder Register. b De kandidaat geeft aan welke activiteit voor gezinnen met baby’s en peuters hij wenst. c De kandidaat beschrijft hoe de ruimte voor de activiteit voor gezinnen met baby’s en peuters er uit moet zien (minstens 2 uiterlijke kenmerken) d De kandidaat geeft aan welke activiteit voor schoolgaande kinderen hij wenst. e De kandidaat beschrijft hoe de ruimte voor de activiteit voor schoolgaande kinderen er uit moet zien (minstens 2 uiterlijke kenmerken)
f De kandidaat geeft aan welke activiteit voor jongeren (van 16 tot 30 jaar) hij wenst. g De kandidaat beschrijft hoe de ruimte voor de activiteit voor jongeren (van 16 tot 30 jaar) er uit moet zien (minstens 2 uiterlijke kenmerken)
9
h De kandidaat geeft aan welke activiteit voor oudere mensen hij wenst. b.v. eten, biljarten, drinken, gezellig kletsen. i De kandidaat beschrijft hoe de ruimte voor de activiteit voor oudere mensen er uit moet zien (minstens 2 uiterlijke kenmerken) VORM 2. WOORDENSCHAT Beheersing: De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de woordenschat om zijn bedoelingen kenbaar te maken. Fouten in minder alledaagse onderwerpen / situaties mogen voorkomen. Bereik: De kandidaat beschikt over voldoende woorden om zich te uiten over maatschappelijke onderwerpen. 3. GRAMMATICA De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de grammatica en kan hiermee zijn bedoelingen voldoende duidelijk kenbaar maken. Fouten die minder storend zijn en de begrijpelijkheid van de tekst minder in de weg staan, mogen voorkomen. 4. STRUCTUUR EN SAMENHANG De kandidaat heeft de tekst redelijk gestructureerd. Er wordt adequaat gebruik gemaakt van (eenvoudige) verbindingswoorden. Een duidelijke indeling is aanwezig. 5. SPELLING De kandidaat past de standaardspellingsregels zo toe dat de tekst over het algemeen te begrijpen is. Spellingfouten mogen voorkomen maar het tekstbegrip mag slechts af en toe verstoord worden.
10
Taak C1: Mobiele telefoon De tekst tussen haakjes mag wel, maar hoeft niet vermeld te worden om een punt te halen. PRECONDITIE De productie van de kandidaat staat in relatie tot de opdracht: de kandidaat A voert een gesprek over problemen met zijn mobiele telefoon. De productie van de kandidaat staat niet in relatie tot de opdracht: de kandidaat voert geen gesprek over problemen met zijn mobiele telefoon. B In dit geval wordt de kandidaat niet verder beoordeeld. Op het beoordelingsformulier wordt bij alle items een 0 ingevuld. 1.
INHOUD a De kandidaat begint bv Hallo/Goeiemiddag/Dag en eindigt het gesprek Bedankt/tot ziens. b De kandidaat geeft aan dat hij komt omdat er problemen zijn met zijn mobiele telefoon c De kandidaat vertelt dat hij op straat aan het bellen was (toen hij naar de bushalte liep) of een andere mogelijke interpretatie van de tekening. d De kandidaat vertelt dat hij (over een steen) is gevallen EN de gsm uit zijn handen is gevallen of een andere mogelijke interpretatie van de tekening. e De kandidaat vertelt dat de gsm in stukken op de grond lag / kapot is / hij de kapotte gsm opraapte of een andere mogelijke interpretatie van de tekening. f De kandidaat vertelt dat een toets ontbreekt/toets nummer 2 ontbreekt of een andere mogelijke interpretatie van de tekening. g De kandidaat vertelt dat het geluid/de muziek van de gsm niet meer werkt/kapot is of een andere mogelijke interpretatie van de tekening. h De kandidaat vertelt dat het fototoestel van de gsm niet meer werkt/kapot is of een andere mogelijke interpretatie van de tekening. i De kandidaat geeft aan hoeveel hij maximaal wil betalen voor de herstellingen / dat de
11
prijs niet uitmaakt (of iets dergelijks; er moet wel iets gezegd worden over de prijs). j De kandidaat geeft zijn mening op het voorstel om een nieuwe mobiele telefoon te kopen. k De kandidaat geeft aan welke oplossing hij verkiest.
VORM 2. INITIATIEF De kandidaat neemt een actieve houding aan in het gesprek: kan het gesprek beginnen, gaande houden en beëindigen. De informatie en de vragen worden spontaan gebracht/gesteld. Er is slechts af en toe hulp van de examinator nodig. 3. WOORDENSCHAT Beheersing: De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de woordenschat om zijn bedoelingen kenbaar te maken. Fouten in minder alledaagse onderwerpen / situaties mogen voorkomen. Bereik: De kandidaat beschikt over voldoende woorden om zich te uiten over maatschappelijke onderwerpen. 4. GRAMMATICA De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de grammatica en kan hiermee zijn bedoelingen voldoende duidelijk kenbaar maken. Fouten die minder storend zijn en de begrijpelijkheid van de tekst minder in de weg staan, mogen voorkomen. 5. STRUCTUUR EN SAMENHANG De kandidaat heeft de tekst redelijk gestructureerd. Er wordt adequaat gebruik gemaakt van (eenvoudige) verbindingswoorden. Een duidelijke indeling is aanwezig. 6. VLOEIENDHEID De kandidaat kan zich betrekkelijk gemakkelijk uitdrukken en zonder hulp doeltreffend verdergaan. Het tempo is redelijk ondanks korte pauzes en aarzelingen die met name optreden als er sprake is van herstelformuleringen. De kandidaat heeft een uitspraak die duidelijk is. Een buitenlands accent en een verkeerde uitspraak en intonatie kunnen aanwezig zijn, maar zijn niet storend voor de gesprekspartner.
12
Taak C2: Verjaardagsfeest De tekst tussen haakjes mag wel, maar hoeft niet vermeld te worden om een punt te halen. PRECONDITIE De productie van de kandidaat staat in relatie tot de opdracht: de kandidaat A voert een telefoongesprek over het reserveren van een feestzaal. De productie van de kandidaat staat niet in relatie tot de opdracht: de kandidaat voert geen telefoongesprek over het reserveren van een feestzaal. B In dit geval wordt de kandidaat niet verder beoordeeld. Op het beoordelingsformulier wordt bij alle items een 0 ingevuld.
1.
INHOUD
a De kandidaat geeft aan waarom hij belt. Dit komt inhoudelijk overeen met: reserveren van de zaal/afspraken maken over verjaardagsfeest b De kandidaat vraagt of de feestzaal zowel uit een zitruimte als uit een dansruimte bestaat. c De kandidaat vraagt of het mogelijk is om buiten iets te drinken (met eten / met hapjes). d De kandidaat vraagt of de zaal voor het diner kan zorgen. Dit komt inhoudelijk overeen met: kunnen jullie voor eten/buffet/diner zorgen? e De kandidaat vraagt of de zaal voor bediening kan zorgen. Dit komt inhoudelijk overeen met: kunnen jullie voor bediening/obers zorgen/voor mensen die drank brengen? f De kandidaat vraagt of de zaal voor de taart kan zorgen. Dit komt inhoudelijk overeen met: kunnen jullie voor de (verjaardags)taart zorgen? g De kandidaat vraagt of de zaal voor muziek/een dj kan zorgen. Dit komt inhoudelijk overeen met: Kunnen jullie voor muziek/dj zorgen? h De kandidaat geeft aan op welke datum hij het feest wil organiseren. (dag in de week volstaat hier niet!)
13
i De kandidaat geeft zijn naam en adres. Woonplaats hoeft niet.
VORM 2. INITIATIEF De kandidaat neemt een actieve houding aan in het gesprek: kan het gesprek beginnen, gaande houden en beëindigen. De informatie en de vragen worden spontaan gebracht/gesteld. Er is slechts af en toe hulp van de examinator nodig. 3. WOORDENSCHAT Beheersing: De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de woordenschat om zijn bedoelingen kenbaar te maken. Fouten in minder alledaagse onderwerpen / situaties mogen voorkomen. Bereik: De kandidaat beschikt over voldoende woorden om zich te uiten over maatschappelijke onderwerpen. 4. GRAMMATICA De kandidaat heeft een voldoende beheersing van de grammatica en kan hiermee zijn bedoelingen voldoende duidelijk kenbaar maken. Fouten die minder storend zijn en de begrijpelijkheid van de tekst minder in de weg staan, mogen voorkomen. 5. VLOEIENDHEID De kandidaat kan zich betrekkelijk gemakkelijk uitdrukken en zonder hulp doeltreffend verdergaan. Het tempo is redelijk ondanks korte pauzes en aarzelingen die met name optreden als er sprake is van herstelformuleringen. De kandidaat heeft een uitspraak die duidelijk is. Een buitenlands accent en een verkeerde uitspraak en intonatie kunnen aanwezig zijn, maar zijn niet storend voor de gesprekspartner.
14