Scoresleutels en beoordelingsmodellen VERSIE 1
tasan
L U I S T E R T O E T S E N 1.
Klas Violeta
André
Rosa
Gor
Mohammed
3
4
1
2
6
OPGELET
5
7
Anna
Indira
!
- nummer 1 scoor je niet ( = om te oefenen). JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als de nummers op de personen zelf staan. - als de juiste namen in plaats van nummers bij de personen staan. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT...
- als er 2 nummers bij een persoon staan, ook al is één van de nummers juist.
score
score per juist antwoord:
1
score per fout antwoord:
0
MAXIMUMSCORE
6
1
tasan
sleutel versie 1
3.
Handen
score
juist fout 1. DUIM
1
0
2. WIJSVINGER
1
0
3. BESCHERMEN ZENUWEN / STEUN AAN VINGERS
1
0
3
0
1
0
JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als er spelfouten instaan of als de zinsbouw niet correct is. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
-
'om te beschermen jou sien (=zenuwen)' 'zonder nagels zou jou vinger zeer minder sterk zijn' 'want zonder nagels kan je minder sterk' 'nagels is steuntje' 'om de vingertop te beschermen' 'het zit daar want zonder nagels zijn de vingers heel zwak'
4. OPGELET!
2. HARTLIJN
- De pijl waarbij geen nummer staat, scoor je niet. - Elk juist nummer levert 1 punt op met een maximum van 3 punten.
1. HOOFDLIJN
JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST ...
3. LOTSLIJN
- als de juiste namen in plaats van nummers bij de lijnen staan.
5. TEKENING 2
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als een leerling bij meer dan 1 tekening een kruisje zet.
MAXIMUMSCORE
7
2
tasan
sleutel versie 1
5.
Lessenrooster
Wanneer 8.30 - 9.20
Woensdag Donderdag
Maandag
Dinsdag
AAR (1)
GES (2)
BIO (6)
WIS (8)
NED
FRA
NED
WIS (8)
WIS
WIS (4)
9.20 - 10.10
Vrijdag
10.10 - 10.25 10.25 - 11.15 11.15 - 11.55
COM (5)
ENG (7)
ENG
BIO
BIO
FRA
11.55 - 13.30 13.30 - 14.20
MUZ (3)
COM (5)
NED
SPO/TEK (10)
MUZ (3)
(ENG) oefenopdracht
SPO (9)
SPO (9)
14.20 - 14.30 14.30 - 15.20
OPGELET!
- Om juist te antwoorden moeten de leerlingen soms (bij opdracht 3, 5, 8 en 9) iets invullen op 2 of 4 plaatsen in het rooster. De leerlingen moeten op al die plaatsen het juiste vak invullen om 1 punt te krijgen. Vullen ze slechts op 1 plaats iets in, dan reken je het antwoord fout. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als een leerling het woord voluit schrijft of een andere afkorting gebruikt (zolang de afkorting er duidelijk één is van het bedoelde vak). Bijvoorbeeld: - computer in plaats van COM - M.O. in plaats van MUZ - als er spelfouten instaan. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als een leerling 2 vakken opschrijft in 1 antwoordvakje. Behalve bij opdracht 10! - als de leerling een antwoordvakje invult dat leeg moet blijven. Bijvoorbeeld: een leerling schrijft bij opdracht 7 ENG op de juiste plaats, maar ook in het antwoordvakje erboven. In dat geval reken je score opdracht 7 fout. score per juist antwoord:
1
score per fout antwoord:
0
MAXIMUMSCORE
10 3
tasan
sleutel versie 1
L E E S T O E T S E N 2.
Verzorgers
score
juist fout
1. DIMITRI
1
0
2. KARIM
1
0
3. JUDITH
1
0
4. MARCEL
1
0
5. GIRAF-OLIFANT / JUDITH-ROBERTO
2
0
6. NEDERLAND-DUITSLAND / ROBERTO-DIMITRI / OLIFANTEN-KOALA'S 2
0
7. ERIK-KARIM / een omschrijving als 'reptielverzorger'een omschrijving als 'verzorger bij de roofvogels'
0
2
OPGELET!
- bij vraag 5 - 7: elke juiste persoonsnaam, dierennaam, naam van een land ... levert 1 punt op met een maximum van 2 punten per vraag. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- bij vraag 5 - 7: - als een leerling bij het antwoorden nu eens een persoonsnaam geeft en dan weer een dierennaam of een land. Bijvoorbeeld bij vraag 5: 'giraf en Roberto' - als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden (persoonsnamen, dieren, landen, ...) overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. Bijvoorbeeld bij vraag 5: 'Roberto werkt 8 jaar in een circus. Hij heeft daar veel geleerd.' (reken je juist omdat de naam Roberto erin staat) - als er spelfouten instaan of de zinsbouw niet correct is. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- bij vraag 1 - 4: als een leerling meer dan 1 naam per vraag opschrijft. - bij vraag 5 - 7: als een leerling meer dan 3 dieren, namen of landen opschrijft per vraag (want als een leerling er 3 opschrijft, waarvan 2 correct, dan kan je er wel vanuit gaan dat hij de tekst globaal begrepen heeft en reken je het antwoord juist. Geeft hij er meer dan 3, dan is de kans groter dat hij maar wat gokt. In dat geval reken je het antwoord fout). MAXIMUMSCORE
10 4
tasan
sleutel versie 1
7.
score
Hoe communiceren dieren?
goed fout 1. GEUREN / TRILLINGEN / LICHT
3
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
OPGELET!
- Elk juist antwoord levert 1 punt op met een maximum van 3 punten. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. - als een leerling een concreet voorbeeld uit de tekst geeft van de drie manieren die hierboven vermeld staan. Bijvoorbeeld: 'olifanten stampen' als voorbeeld van trilling of 'de kat brengt met speeksel een geursignaal op het been van haar baasje aan' als voorbeeld van geuren. BIJ VRAAG
1, 2, 4
EN
6
REKEN JE HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als er spelfouten instaan of de zinsbouw niet correct is. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als het inhoudelijk juist is, maar niet in de tekst staat: Bijvoorbeeld: 'geluid' 2. ANTWOORD DRIE: om te tonen waar er voedsel ligt. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als een leerling bij meer dan 1 antwoord een kruisje zet. 3. OMDAT DIEREN SOMS OP EEN ANDERE MANIER COMMUNICEREN DAN MENSEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
-
'Dieren communiceren in dierentaal.' 'Het is voor ons niet altijd duidelijk wat dieren bedoelen.' 'Omdat dieren in dierentaal spreken en mensen in mensentaal.' 'Omdat mensen geen dierentaal kunnen.'
4. 'AFBLIJVEN! DEZE MENS IS VAN MIJ.' 'DIT IS MIJN BAASJE.' VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN:
- ‘Dat doet ze niet om te tonen dat ze hem aardig vindt.’ - ‘Ze brengt eigenlijk een geursignaal op zijn been aan.’ 5. TEKENING 1
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT:
- als een leerling bij meer dan 1 tekening een kruisje zet. 6. DOOR VEEL NAAR DIEREN TE KIJKEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
- 'Om veel naar dieren te kijken.' - 'Meer naar dieren zien.' - 'Door ze te bestuderen.' MAXIMUMSCORE
8 5
tasan
sleutel versie 1
S C H R I J F T O E T S E N Toelichting bij de beoordeling van de schrijftoetsen TASAN Na slechts één jaar onderwijs Nederlands kan je van anderstalige nieuwkomers moeilijk verwachten dat ze over een perfecte schrijfvaardigheid beschikken. Nochtans zullen de leerlingen wel enige schrijfvaardigheid nodig hebben om de lessen in de reguliere klas te kunnen volgen. Wanneer hebben ex-onthaalklassers vooral schrijfvaardigheid nodig? Wat kan je aan het einde van het onthaalonderwijs van anderstalige nieuwkomers verwachten op vlak van schrijfvaardigheid en wat nog niet? Hoe moet je een schrijfproduct van deze leerlingen beoordelen? Waarvoor hebben de ex-onthaalklassers hun schrijfvaardigheid vooral nodig? Tijdens de meeste vakken moeten ze in staat zijn om iets over te schrijven van het bord, om notities te maken of te noteren wat gedicteerd wordt, om vragen te beantwoorden bij een behandelde tekst, om vragen op te lossen over een bepaald lesonderwerp, om toetsen en examens op te lossen. Daarbij zal het vooral belangrijk zijn dat de inhoud van wat ze opschrijven duidelijk is voor henzelf en voor de leerkracht. Schrijven dient dus in de eerste plaats om een inhoudelijke boodschap over te brengen. Dit is ook in essentie de doelstelling van het schrijfvaardigheidsonderwijs: leerlingen moeten op begrijpelijke wijze een boodschap kunnen overbrengen aan een bekend of onbekend persoon. De eindtermen Nederlands voor het basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs onderstrepen dit eveneens. Wat wordt minimaal van een anderstalige nieuwkomer verwacht op vlak van schrijfvaardigheid? Anderstalige nieuwkomers hebben slechts één jaar onderwijs Nederlands achter de rug. Het is daarom belangrijk de prioriteit van het schrijfvaardigheidsonderwijs niet uit het oog te verliezen: al te vaak wordt eenzijdig aandacht besteed aan vormelijke correctheid bij schrijven, terwijl leerlingen in de eerste plaats moeten leren om een idee, een inhoudelijke boodschap op begrijpelijke wijze te formuleren. Het heeft weinig zin om stil te staan bij vormelijke aspecten van een schrijfproduct wanneer leerlingen zich nog volop moeten concentreren op de inhoud van de boodschap. Je kan van anderstalige nieuwkomers dus moeilijk verwachten dat ze al correct kunnen spellen in het Nederlands en geen vormelijke fouten meer maken. Wat niet wegneemt dat spelling en vorm belangrijk kunnen zijn, zeker als er betekenisverwarring optreedt door spelfouten of doordat een boodschap niet aan een aantal minimale vormelijke eisen voldoet. Wat heeft dit als gevolgen voor de beoordeling van de schrijftoetsen? 1. Bij de beoordeling van de schrijftoetsen neem je bij voorkeur de houding aan van een 'welwillende lezer'. Dit wil zeggen dat je je als een goede verstaander opstelt, niet verwacht dat alles perfect en correct geformuleerd wordt, maar een zekere mildheid aan de dag legt. Je houdt er met andere woorden rekening mee dat de tekst geschreven is door een leerling die slechts één jaar of minder de tijd heeft gehad om te leren schrijven in een andere taal en vaak zelfs in een ander alfabet. Je probeert dus om globaal de essentie van de boodschap te begrijpen. 6
tasan
sleutel versie 1
2. Vorm en inhoud scoor je los van elkaar. Voor vorm kijk je of de leerling rekening houdt met een aantal vormelijke basisregels (Gebruikt de leerling een onderwerp en een persoonsvorm? Bakent hij zijn zinnen af?). Voor inhoud kijk je enkel en alleen naar de inhoud van de boodschap en maak je abstractie van de vorm. Bij het beoordelen van de inhoud probeer je dus over bepaalde vormelijke fouten heen te lezen.
7
tasan
sleutel versie 1
4.
Misdadiger
score
1
VORM De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen: 1. Telt de beschrijving meer dan 3 zinnen en/of regels? 2. Is meer dan 80% van de zinnen begrijpelijk? 3. Bevat meer dan 80% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm? 4. Is meer dan 80% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of een hoofdletter aan het begin van een zin en/of leesteken aan het einde van de zin? (1 van de 3 manieren volstaat.) Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling 1 punt. JE REKENT DE VORM OOK JUIST
...
- als de informatie die erin staat niet correct is of niet uit de tekening af te leiden valt. - als onderwerp en persoonsvorm niet overeenkomen qua getal. Bijvoorbeeld: 'hij heb geen snor' JE REKENT
0
VOOR VORM
...
als je op 1 van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden.
Foto 1: Donald Wiggs vroeger
Foto 2: Donald Wiggs nu
8
tasan
sleutel versie 1
0
score
INHOUD Hieronder vind je een lijstje met de kenmerken waaraan de persoon op foto 2 beantwoordt. Tel hoeveel van deze kenmerken de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillende lezer. OPGELET!
- Per juist en begrijpelijk kenmerk geef je de leerling 1 punt met een maximum van 5 punten. - Het kenmerk 'hij zit in een rolstoel' scoor je niet mee, omdat het wordt gegeven bij de instructies. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST ALS
...
- het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
JUISTE KENMERKEN
5
- MAGER -
- vroeger was hij dik, nu is hij dun/ niet meer dik/ dun/ ... KORT, BLOND HAAR - kort haar/ haar is geknipt/ zijn haar is grijs/ blond/ wit haar/ weinig haar/ haar niet zwart en lang/ ... GEEN SNOR - hij heeft geen snor/ vroeger had Donald een snor. Nu niet/ gein snor/ ... GEEN OORBEL - hij heeft geen oorbel/ geen ring in oor/ GEEN BRIL - hij draagt geen bril/ heeft geen brillen/ vroeger hebt een bril, nu niet/ ... GEEN TATOUAGE - hij heeft geen tatou/ ... ZWARTE SCHOENEN - hij draagt zwarte schoenen/ ... DEFTIGE KLEREN - hij ziet eruit zoals een zakenman/ hij draagt hemd en das/ kravat an/ ... ZIEK, ZWAK - hij is andicap/ kan niet lopen/ is ziek/ er is accident gebeurd/ niet meer sterk/ stoer/ ... GEEN HAAR OP ZIJN ARMEN - hij heeft geen haar op zijn arm/ ...
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als de leerling enkel de persoon op foto 1 beschrijft (Donald vroeger). - als de leerling zowel foto 1 als 2 beschrijft zonder te verduidelijken over wie hij het heeft. - als de uiting onbegrijpelijk is.
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN:
0
- hij heeft tshirt met doodskop/ hij is jong/ hij heeft snor en bril/ ... - en orbel gen orbel/ ... - Zijn haar is nu veel gewonlijk/ ...
MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud)
6
9
tasan
sleutel versie 1
Enkele voorbeelden van schrijftoetsen 'Misdadiger' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer. Op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz. 9-10 en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz. 13-14. Tip: doe deze oefening samen met een collega en vergelijk jullie beoordeling. VOORBEELD 1
VOORBEELD 2
10
tasan
sleutel versie 1
VOORBEELD 3
VOORBEELD 4
11
tasan
sleutel versie 1
Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen
VOORBEELD 1 De beschrijving telt meer dan 3 regels. Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin.
1
inhoud 4 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. Hij heeft blondje haar. 2. Hij heeft zwaarte schoenen. 3. Hij heeft geen bril. 4. Hij heeft een das. De uiting 'Hij heeft witte T-shirt.' is niet helemaal juist (het is eigenlijk een wit hemd') en slaat eigenlijk ook op het kenmerk 'deftige kleren' wat al gescoord werd bij de vierde uiting.
4
TOTAAL
5
vorm
-
score
VOORBEELD 2
score
- De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. - Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel.
0
inhoud 4 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. De haren kort 2. das is zwart en hemd is wit en brik (broek) is wit (= deftige kleren) 3. de sgunen (schoenen) zwart 4. De handen gen har op handen. Bij de volgende uiting 'en orbel gen orbel' beschrijft de leerling beide tekeningen tegelijk, zonder voldoende te verduidelijken op wie de beschrijving slaat. Daarom levert dit geen punt op.
4
TOTAAL
4
vorm
12
tasan
sleutel versie 1
VOORBEELD 3 vorm
- De beschrijving telt meer dan 3 regels. - Minder dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm, zelfs al zou je met bijzonder veel goeie wil besluiten dat 'de hift' staat voor 'die heeft'. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel.
score
0
inhoud 1 begrijpelijk kenmerk en juist: wit haar
1
TOTAAL
1
VOORBEELD 4 vorm
-
De beschrijving telt meer dan 3 regels. Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het beginnen van een nieuwe regel en het gebruik van een hoofdletter en leestekens.
score
1
inhoud 5 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. Nu is Donald niet zo stoer als vroeger. 2. Zijn haar heeft ook veranderd: blond en kort. 3. Hij draagt de bril niet meer. 4. Hij draagt de ring niet meer. 5. Maar nu draagt hij een hemd en een das.
5
TOTAAL
6
13
tasan
sleutel versie 1
6.
Bloemen kleuren
score
1
VORM De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen: a. Telt de beschrijving meer dan 5 zinnen en/of regels? b. Is meer dan 80% van de zinnen begrijpelijk? c. Bevat meer dan 80% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm of een imperatief? d. Is meer dan 80% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of hoofdletter aan het begin van de zin, en/of een leesteken aan het einde van de zin (1 van de 3 manieren volstaat)? Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling 1 punt. JE REKENT DE VORM OOK JUIST
...
- als de informatie die erin staat inhoudelijk niet klopt of niet uit de tekening af te leiden valt. Bijvoorbeeld: 'Bovenste van deze bloemen is veel groter' - als onderwerp en persoonsvorm niet in getal overeenkomen. Bijvoorbeeld: 'ik doet andere kant van de stengel weg' - als een leerling infinitieven gebruikt binnen een kader (bv. opsomming) waarin dat past. Bijvoorbeeld: 'Je moet water halen en bloemen, glas, inkt, mes. Dan water in de glas doen. In de glas water en inkt doen. Daarna stengel bloemen knippen. De bloemen in de glas laten voor de venster voor middag, nacht en nog één keer middag. Laatste dag de bloemen is donker.' JE REKENT
0
VOOR VORM
...
als je op 1 van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden.
14
tasan
sleutel versie 1
0
score
INHOUD Hieronder vind je de instructies die de leerlingen moeten proberen te formuleren. Tel hoeveel van deze instructies de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillend lezer. De vraag die je jezelf bij het beoordelen van de inhoud moet stellen is: begrijp ik als (welwillende) lezer welke handeling ik moet uitvoeren als ik de tekeningen niet voor ogen zou hebben? OPGELET!
Per juiste en begrijpelijke instructie scoort de leerling 1 punt. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud. 1. NEEM HET MATERIAAL DAT JE NODIG HEBT OM DE PROEF UIT TE VOEREN.
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
Neem.../ er is nodig.../ er moet zijn.../ je gebruikt.../ je moet hebben.../ we hebben voor dit proef een paar dingen nodig.../ hij pakt.../ we hebben.../ voor deze experiment moet voorbereiden..../ ...
OPGELET !
- de leerlingen moeten hierbij niet al het materiaal benoemen; dit komt nog aan bod in de volgende instructies. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als de leerling louter beschrijft wat hij op de tekening ziet. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is of niet klopt.
1
0
- ik zie handdoek, bloem, pan/ bloem, pan/ op de eerste tekening staat... - alle het materiaal (niet: is nodig)/eerst moet je kopen (wat?)/...
2. VUL EEN GLAS MET WATER.
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
1
Vul een glas met water/ je vult glas met water/ glas met water vullen/ met gieter je doet de glas vol/ ge giet water in bekker/ hij pakt glasje en giet het water in de glasje/ ik moet water in de glas/ water in de glas/ ze dut de glas vol met water/ je moet water in de glasje liggen / ... JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
- glas water - naar bekker water liggen/ met hiter met glas/ ... 15
tasan
sleutel versie 1
0
score
3. DOE INKT IN HET GLAS WATER.
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
1
- Giet inkt in het glas/ giet de inktbuisjes in het water/ inkt in de glas/ Ik doe 3 inkt ook in water/ Ik ingschinken inks in de water/ ... JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als de handeling impliciet blijft, maar de lezer toch wordt aangezet om iets te doen. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. 4. SNIJ EEN STUK VAN DE STENGEL.
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
- Daarna mag je inkt in de water.
- inkt ligt in de water/ je moet drie inkt/... - gieten buisje inkt (waarin?)/ en dan alle drie inkten met water menen/ ... VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
1
- Snij een stuk van de stengel eraf/ een stuk van de stengel afsnijden/ je nemt plus minus 15 cm en andere kant van de stengel die nit nodig is doet je weg/ snijd de stengel tot 15 cm/ Ik knip de stengel van bloem 15 cm/ Daarna meet je op een bloem +/- 15 cm en snijd de stengel af/ snijd de bloem van +/- 15 cm/ je snijdt het latste van de stengel uit de bloem/ En dan nem jij bloem en met jij de 15 cm in de stengel. Andere moet jij knipen met jouw mes. Bloem knippen 15 cm/ Knip uit van stengel maar niet zo lang met de mes/ ...
...
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
0
- stengel mes/ ... - knip bloemen (hoe?)/ knippen tot half bloem (wat?)/ knip stengel/ ik bloemen messen (onbegrijpelijk)/ Knep een stengel moet 15 cm/ ...
16
tasan
sleutel versie 1
0
score
5. STEEK DE BLOEM IN HET GLAS MET WATER EN INKT.
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
- De bloem is water/ ...
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
Laat de bloem dag en nacht staan/ 24 uur wachten/ na 24 uur neem je plant uit water/ bloem staat 1 dag/ zet de bloem op raam voor 24 uren/ dan wachten 1 dag/ hij laat tot morgen/ en dan dag en avond bloem is naast de raam/ ...
1
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
- Sit op son en nacht/ de middag, de nachts, de morgen/ ...
7. BESCHRIJVING VAN HET RESULTAAT, ALGEMENE AFRONDING, OF HET CREËEREN VAN EEN VERWACHTING BIJ DE LEZER.
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
0
- zet het in het water/ staat in de glas/ bloem glas / ...
6. LAAT DE BLOEM GEDURENDE ÉÉN DAG STAAN.
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
1
Steek de bloem in het glas met inkt/ de bloem in het water met inkt doen/ hij zet de bloem in het glasje/ steek de stengel in het glas/ bloem staat in het glas met inkt/ bloem staat in het water met inkt/ roos in de glas/ leg die bloem in het glas met het water/ ...
- bloem staat voor raam/ blom tegenover zon (geen tijdsaanduidingen) /...
...
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als er geen afronding is of de informatie die erin staat, niet klopt of niet ter zake doet.
1
- De bloem is zwart/ bloem heeft kleur van inkt/ bloem is gekleurd/ En 's morgens zie je de bloem helemaal goed. En zie je dat de bloem heeft half water uit het glas afnemen/ ... - De bloem is klaar/ het proefje is klaar/ gelukt!/ ... - Je ziet een prachtig resultaat/ ... 0
- en dan bloem leeft/ en dan kan je blem kan lang leven/ ...
MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud)
8 17
tasan
sleutel versie 1
Enkele voorbeelden van schrijftoetsen 'Bloemen kleuren' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer. Op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz.15-18 en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz. 21-23. Tip: doe deze oefening samen met een collega en vergelijk jullie beoordeling. VOORBEELD 1
VOORBEELD 2
18
tasan
sleutel versie 1
VOORBEELD 3
VOORBEELD 4
19
tasan
sleutel versie 1
Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen
VOORBEELD 1
score
- De beschrijving telt meer dan 5 regels. - Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm of imperatief. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin.
1
inhoud 1. De leerling somt wel enkele voorwerpen op die hij op de tekening ziet, maar geeft niet aan dat je die moet nemen of dat je ze nodig hebt.
0
2. Een welwillende lezer begrijpt dat met het woord 'ingschinken' eigenlijk inschenken bedoeld wordt. De instructie is inhoudelijk te begrijpen.
1
3. Zelfde opmerking als bij de tweede instructie. Bij het begin van de toets heeft de leerling blijkbaar 'inks' verstaan in plaats van 'inkt'. Deze fout brengen we niet in rekening.
1
4. De eerste zin is een beetje verwarrend, omdat de leerling 'bloem' en 'stengel' heeft verwisseld. Bovendien zou je uit de tweede zin kunnen afleiden dat je de hele stengel van de bloem zou moeten afknippen, waardoor je de proef niet meer kan uitvoeren. Daarom reken we dit fout.
0
5. Voor de welwillende lezer is het wel duidelijk dat de bloem op een of andere manier in het glas moet komen te staan.
1
6. Niet duidelijk en onvolledig.
0
7. Geen beschrijving van resultaat.
0
vorm
4
TOTAAL
20
tasan
sleutel versie 1
VOORBEELD 2
score
- De beschrijving telt meer dan 5 regels. - Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin en een leesteken aan het einde.
0
inhoud 1. De leerling geeft aan dat je een aantal dingen nodig hebt voor de proef.
1
vorm
2. Duidelijke instructie.
1
3. De handeling is impliciet gebleven, maar toch is het duidelijk dat je de inkt moet samenvoegen met het water.
1
4. Een welwillende lezer begrijpt hier toch wel dat er een stuk van de stengel moet geknipt worden, ook al is de informatie die je hier krijgt zeer beperkt.
1
5. 'Steike' herken je gemakkelijk als 'steken'. De instructie is voldoende duidelijk.
1
6. Uit de drie volgende zinnen blijkt onvoldoende duidelijk dat je de bloem een dag moet laten staan.
0
7. De afronding is niet begrijpelijk genoeg.
0 5
TOTAAL
VOORBEELD 3 vorm
-
De beschrijving telt meer dan 5 zinnen. Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin en een leesteken aan het einde.
score
1
inhoud 1. Zeer begrijpelijk.
1
2. Zeer begrijpelijk.
1
3. Zeer begrijpelijk.
1
4. Het feit dat de leerling 'strengel' schrijft, belet niet dat de instructie duidelijk is.
1
5. Zeer begrijpelijk.
1
6. Zeer begrijpelijk.
1
7. Leuke afsluiting.
1 8
TOTAAL
21
tasan
sleutel versie 1
VOORBEELD 4 vorm
- De beschrijving telt meer dan 5 regels. - Minder dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel aan het begin van de zin.
inhoud 1. De leerling geeft niet aan dat je iets nodig hebt of moet nemen.
score
0
0
2. Als je spellingsfouten weglaat lees je hier: 'water in de glas'.
1
3. 'prodoekt' is een te vage omschrijving: het is niet duidelijk wat de leerling bedoelt.
0
4. de leerling heeft de woorden 'stengel' en 'inkt' die aan het begin van de toets gegeven worden, met elkaar verward. Daardoor wordt de uiting onbegrijpelijk.
0
5. Als je als milde lezer 'glas' leest in plaats van 'glans', is deze uiting begrijpelijk.
1
6. Uit de drie volgende zinnen blijkt onvoldoende duidelijk dat je de bloem een dag moet laten staan.
0
7. Er is geen afronding.
0 2
TOTAAL
22
tasan
sleutel versie 1
Scorebladen VERSIE 1
tasan
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 1 1. Klas Leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
nr2
nr3
nr4
nr5
Klas: …................ datum: …................
3. Handen nr6
nr7
1 duim
2 wijsv
3
5. Lessenrooster 4
5 2
1 aar
2 ges
/3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3
tasan
Scorebladen versie 1
3 muz
4 wis
5 com
6 bio
Subscore 7 eng
8 wis
9 spo
10 spo/ tek
Luisteren
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 1
Klas: …................
2. Verzorgers Leerling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
1 Dimi
2 Karim
3 Judith
4 Marcel
datum: ..................
7. Hoe communiceren dieren?
5 giraf-olifant/ JudithRoberto
6 Nedl. - Duitsl./ Rob - Dimi/ olifant - koala
7 Erik & Karim/ reptiel & roofvogel
1 geur, trilling, licht
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3
tasan
Scorebladen versie 1
2 3
3 anders communiceren
4 van mij
Subscore 5 1
6 kijken
Lezen
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 1 4. Misdadiger Leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
vorm
kenmerken
Klas: …................
datum: ..................
6. Bloemen kleuren vorm
1 dit heb je nodig
2 glas water vullen
3 inkt in water gieten
/5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5
tasan
Scorebladen versie 1
4 stengel inkorten
Subscore 5 bloem in glas zetten
6 bloem 1 dag laten staan
7 resultaat, afronding, ...
Schrijven
VERWERKING VAN DE SCORES VAN DE TASAN 1. Met het Excel-programma Achteraan de Sleutels zit een cd-rom voor het automatisch verwerken van de scores. Als je geen cdromspeler op je computer hebt, kan je vragen aan iemand die wel zo'n computer heeft, om de bestanden te kopiëren op een gewone diskette. De programma's nemen immers niet veel plaats in beslag. Op de cd-rom staat voor elke toetsversie een programma. Hebben de leerlingen bijvoorbeeld versie 1 afgelegd, dan klik je het programma voor versie 1 aan. Je ziet dan een tabel waarin je de scores van de toets kan invoeren. Links vul je eerst de naam van de leerling in en dan tik je in de kolommen rechts daarvan per vraag de scores. Dat doe je zo voor alle leerlingen. Meestal moet je een 1 of een 0 ingegeven, maar voor sommige toetsvragen kan dat ook een cijfer van 2 tot 5 zijn. Bij taak 4, de schrijftoets Misdadiger, bijvoorbeeld, moet je voor inhoud een cijfer van 1 tot 5 ingeven. Als je een 2 zou willen invullen in een kolom waar enkel een 1 of een 0 mag staan, dan geeft de computer dit aan. Wil je nu zien welke subscores de leerling behaald heeft en in welke categorie hij zich telkens per subscore situeert, dan kijk je onderaan de tabel. Als je op het cijfer 1 klikt, dan zie je de subscores van leerling 1. Wil je de subscores van leerling 2, dan klik je op 2 enzovoort. Je kan deze resultaten ook afprinten. De subscores worden visueel voorgesteld aan de hand van staafdiagrammen. Dit blad kan je gebruiken om het rapport van de anderstalige nieuwkomer in te vullen.Je kan het blad zelf ook gebruiken als rapport, maar vergeet dan niet om aan de vervolgschool volgende gegevens door te geven: de naam van jullie school, een contactpersoon met telefoonnummer en de datum van de afname. 2. Manueel Als je om één of andere reden het computerprogramma niet zou kunnen gebruiken, kan je de subscores ook manueel gebruiken. Daarvoor kan je de scorebladen gebruiken en de sheets. Eerst en vooral vul je alle scores op de scorebladen in. De toetsen zijn per vaardigheid op de scorebladen gegroepeerd om de berekening van de subscores gemakkelijker te maken. Berekening van de subscores A: Vaardigheid Om de subscore luisteren te berekenen, tel je de scores die de leerling behaald heeft op de 3 luistertoetsen bij elkaar op. De subscore lezen is de som van de scores van de 2 leestoetsen. De subscore schrijven is de som van de scores van de 2 schrijftoetsen. Berekening van de subscores B: Receptie/productie De subscore receptie bereken je door de subscore luisteren en lezen bij elkaar op te tellen. De subscore productie is dezelfde als de subscore schrijven. Berekening van de subscores C: Verwerkingsniveau De subscore beschrijvend verwerkingsniveau bereken je door de sheets van beschrijvend verwerkingsniveau op een slide (doorzichtig plastic blad) te kopiëren en over de scorebladen te leggen. De scores die nog zichtbaar zijn, tel je bij elkaar op. Voor de subscores structurerend verwerkingsniveau neem je de sheets van structurerend verwerkingsniveau en ga je op dezelfde manier te werk. Berekening van de subscores D: Ondersteuning Hier heb je de sheets veel ondersteuning en weinig ondersteuning voor nodig en ga je opnieuw op dezelfde manier te werk.
tasan verwerking van de scores versie 1
subscore beschrijvend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore subscorebeschrijvend beschrijvendverwerkingsniveau verwerkingsniveau
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore beschrijvend verwerkingsniveau
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore structurerend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore structurerend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore structurerend verwerkingsniveau
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore veel ondersteuning
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore veel ondersteuning
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore weinig ondersteuning
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
subscore weinig ondersteuning
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 1
tasan
sheets versie 1
Rapport VERSIE 1
tasan
Referentiepunten Versie 1 Subscores A: Vaardigheden Luisteren
Lezen
Schrijven
scores
categorie
score
categorie
score
categorie
21 - 23 15 - 20 9 - 14 0-8
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
15 – 18 9 – 14 4–8 0–3
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
12 – 14 8 – 11 3–7 0–2
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores B: Receptie / productie Receptief
Productief
score
categorie
score
categorie
34 – 41 24 – 33 14 – 23 0 – 13
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
12 - 14 8 – 11 3–7 0–2
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores C: Verwerkingsniveau Beschrijvend
Structurerend
score
categorie
score
categorie
14 - 15 10 – 13 7–9 0–6
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
29 – 40 21 – 28 13 – 20 0 – 12
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores D: Ondersteuning Veel
Weinig
score
categorie
score
categorie
20 - 21 14 – 19 8 – 13 0–7
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
16 – 20 10 – 15 4–9 0–8
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
tasan
referentiepunten versie 1
Resultaten Taalvaardigheidstoets Aanvang Secundair onderwijs Anderstalige Nieuwkomers (TASAN) Versie 1 Naam leerling: ...................................................
Datum afname: ........................................
Onthaalschool: ..................................................
Handtekening directie:
........................................................................... ........................................................................... Contactpersoon: ................................................
Tel.: ......................................................…
Dit rapport is bestemd voor de vervolgschool. Het is in het belang voor de ex-onthaalklasser dat zowel de leerkracht Nederlands als de niet-taalleerkrachten van zijn of haar klas een kopie krijgen.
Subscores A: Vaardigheden Luisteren
Lezen
score
categorie
.../23
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Schrijven
score
categorie
.../18
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores B: Receptie / productie Receptief
Productief
score
categorie
.../41
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
score
categorie
.../14
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores C: Verwerkingsniveau Beschrijvend score
categorie
.../15
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Structurerend score
categorie
.../40
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores D: Ondersteuning Veel
Weinig
score
categorie
.../21
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
score
categorie
.../20
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
tasan
rapport versie 1
score
categorie
.../14
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Scoresleutels en beoordelingsmodellen VERSIE 2
tasan
L U I S T E R T O E T S E N 1.
Klas Violeta
André
Rosa
Gor
Mohammed
3
4
1
2
6
OPGELET
5
7
Anna
Indira
!
- Nummer 1 scoor je niet ( = om te oefenen). JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als de nummers op de personen zelf staan. - als de juiste namen in plaats van nummers bij de personen staan. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT...
- als er 2 nummers bij een persoon staan, ook al is één van de nummers juist.
score
score per juist antwoord:
1
score per fout antwoord:
0
MAXIMUMSCORE
6
1
tasan
sleutel versie 2
score
3.
Smaak
juist fout
1. HET VOORSTE GEDEELTE/PUNTJE VAN DE TONG.
1
0
4
0
1
0
3
0
1
0
x 2.
OPGELET
BITTER/3 2/ZUUR
ZUUR/2
...
1/ZOET
!
- Elk nummer dat juist ingevuld is, levert 1 punt op met een maximum van 4 punten. - De pijl waarbij geen nummer staat (in het midden van de tong), scoor je niet.
JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als de leerling bitter, zuur en zoet op de juiste plaats heeft ingevuld in plaats van nummers. BIJ VRAAG
2, 3
EN
4
REKEN JE HET ANTWOORD OOK JUIST:
- als er spelfouten in staan of de zinsbouw niet correct is. 3. SMAAKPAPILLEN DIE BITTER PROEVEN, LIGGEN ACHTERIN DE MOND / JE GAAT OVERGEVEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
- 'Ga je zelf overgeven zodat lichaam kan niet in je maag gaan' - 'bitter achter de mond' - lichaam geef over' VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN:
- 'achter de mond' - 'water drinken' - 'met de tong proeven' 4. NEUS, OGEN/OOG EN OREN/OOR OPGELET
!
- Elk juist lichaamsdeel levert 1 punt op met een maximum van 3 punten. - De lichaamsdelen mogen ook in een andere volgorde voorkomen. 5. FOTO 1 JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als leerlingen bij meer dan 1 foto een kruisje zetten. MAXIMUMSCORE
10 2
tasan
sleutel versie 2
5.
Lessenrooster
Wanneer
Maandag
Dinsdag
WIS (1)
WIS (1)
9.20 - 10.10
BIO
NED
Wanneer 10.10 - 10.25 Maandag Dinsdag 10.25 - 11.15
MUZ (3)
11.15 - 11.55
MUZ (3)
FRA (5)
NED (4)
8.30 - 9.20
Woensdag Donderdag FRA (2)
Vrijdag
WIS (1)
WIS (1)
BIO (7)
GES (9)
COM (6)
GES
AAR
COM (6)
FRA
ENG
ENG
SPO (8)
NED
ENG (oefenitem)
NED
FRA/ENG (10)
11.55 - 13.30 13.30 - 14.20 14.20 - 14.30 14.30 - 15.20
OPGELET!
- Om juist te antwoorden moeten de leerlingen soms (bij opdracht 1, 3 en 6) iets invullen op 2 of 4 plaatsen in het rooster. De leerlingen moeten op al die plaatsen het juiste vak invullen om 1 punt te krijgen. Vullen ze slechts op 1 plaats iets in, dan reken je het antwoord fout. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als een leerling het woord voluit schrijft of een andere afkorting gebruikt (zolang de afkorting er duidelijk één is van het bedoelde vak). Bijvoorbeeld: - computer in plaats van COM - M.O. in plaats van MUZ - als er spelfouten instaan JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als een leerling 2 vakken opschrijft in 1 antwoordvakje. Behalve bij opdracht 10! - als de leerling een antwoordvakje invult dat leeg moet blijven. Bijvoorbeeld: een leerling schrijft bij opdracht 5 FRA op de juiste plaats, maar ook in het antwoordvakje erboven. In dat geval reken je score opdracht 7 fout. score per juist antwoord:
1
score per fout antwoord:
0
MAXIMUMSCORE
10 3
tasan
sleutel versie 2
L E E S T O E T S E N score
2.
Verzorgers
juist fout
1. NATASJA
1
0
2. MYRIAM
1
0
3. VICTOR
1
0
4. LOUIS
1
0
5. LEEUWEN-GORILLA'S (APEN) / WELPEN-AAPJES / LOUIS-MYRIAM
2
0
6. MYRIAM-MOHAMED / GORILLA'S (APEN) / APEN-PINGUÏNS
2
0
7. VICTOR-MOHAMED
2
0
OPGELET!
- Bij vraag 5-7: elke juiste persoonsnaam, dierennaam, ... levert 1 punt op met een maximum van 2 punten per vraag. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- bij vraag 5 - 7: - als een leerling bij het antwoorden nu eens een persoonsnaam geeft en dan weer een dierennaam. Bijvoorbeeld bij vraag 5: 'leeuwen en Myriam' - als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden (namen, dieren) overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. Bijvoorbeeld bij vraag 6: ‘Daarom voeden Myriam en de andere verzorgers het zelf met een flesje’. - als er spelfouten instaan of de zinsbouw niet correct is. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- bij vraag 1 - 4: als een leerling meer dan 1 naam per vraag opschrijft. - bij vraag 5 - 7: als een leerling meer dan 3 dieren of namen opschrijft per vraag (want als een leerling er 3 opschrijft, waarvan 2 correct, dan kan je er wel vanuit gaan dat hij de tekst globaal begrepen heeft en reken je het antwoord juist. Geeft hij er meer dan 3, dan is de kans groter dat hij maar wat gokt. In dat geval reken je het antwoord fout). 10
MAXIMUMSCORE 4
tasan
sleutel versie 2
score
juist fout 1. DE VORM VAN HUN TONG EN MOND IS ER NIET GESCHIKT VOOR.
1
0
3
0
3. TWEEDE ANTWOORD: door de houding van het lichaam
1
0
4. TEKENING 2:
1
0
1
0
1
0
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
- 'Omdat de mond niet zoals ons gevormd is.' - 'Hun tong heeft niet de juiste vorm.' - 'De mond van de dieren is niet geschikt om mensentaal te spreken.' BIJ VRAAG
1, 2, 5
EN
6
REKEN JE HET ANTWOORD OOK JUIST
...
- als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. - als er spelfouten in staan of de zinsbouw niet correct is. 2. VOEDSEL / LEIDER / TERREIN/TERRITORIUM OPGELET!
- Elke juiste reden levert 1 punt op met een maximum van 3 punten. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
- 'wie de leider is/de leider van de groep' - 'welk terrein van wie is' - 'waar voedsel te vinden is' JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als het niet in de tekst staat Bijvoorbeeld: 'om een vrouwtje te vinden' - als het onduidelijk of inhoudelijk onjuist is Bijvoorbeeld: 'daar is iemand anders'
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
- als een leerling bij meer dan 1 tekening een kruisje zet.
5. DAT HET VOGELTJE HONGER HEEFT. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
- 'Wanneer ze honger hebben.' - 'Honger in dierentaal: tsilp, tsjilp.' 6. OF DIEREN MENSENTAAL KUNNEN BEGRIJPEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
- 'Of de hond mensentaal verstaat.' - 'Of dieren mensen verstaan.' JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
...
als een leerling bij meer dan 1 antwoord een kruisje zet. 8
MAXIMUMSCORE 5
tasan
sleutel versie 2
7.
Kunnen dieren praten? S C H R I J F T O E T S E N
Toelichting bij de beoordeling van de schrijftoetsen TASAN Na slechts één jaar onderwijs Nederlands kan je van anderstalige nieuwkomers moeilijk verwachten dat ze over een perfecte schrijfvaardigheid beschikken. Nochtans zullen de leerlingen wel enige schrijfvaardigheid nodig hebben om de lessen in de reguliere klas te kunnen volgen. Wanneer hebben ex-onthaalklassers vooral schrijfvaardigheid nodig? Wat kan je aan het einde van het onthaalonderwijs van anderstalige nieuwkomers verwachten op vlak van schrijfvaardigheid en wat nog niet? Hoe moet je een schrijfproduct van deze leerlingen beoordelen? Waarvoor hebben de ex-onthaalklassers hun schrijfvaardigheid vooral nodig? Tijdens de meeste vakken moeten ze in staat zijn om iets over te schrijven van het bord, om vragen te beantwoorden bij een behandelde tekst, om vragen op te lossen over een bepaald lesonderwerp, om toetsen en examens op te lossen, om notities te nemen of te noteren wat gedicteerd wordt. Daarbij zal het vooral belangrijk zijn dat de inhoud van wat ze opschrijven duidelijk is voor henzelf en voor de leerkracht. Schrijven dient dus in de eerste plaats om een inhoudelijke boodschap over te brengen. Dit is ook in essentie de doelstelling van het schrijfvaardigheidsonderwijs: leerlingen moeten op begrijpelijke wijze een boodschap kunnen overbrengen aan een bekend of onbekend persoon. De eindtermen Nederlands voor het basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs onderstrepen dit eveneens. Wat wordt minimaal van een anderstalige nieuwkomer verwacht op vlak van schrijfvaardigheid? Anderstalige nieuwkomers hebben slechts één jaar onderwijs Nederlands achter de rug. Het is daarom belangrijk de prioriteit van het schrijfvaardigheidsonderwijs niet uit het oog te verliezen: al te vaak wordt eenzijdig aandacht besteed aan vormelijke correctheid bij schrijven, terwijl leerlingen in de eerste plaats moeten leren om een idee, een inhoudelijke boodschap op begrijpelijke wijze te formuleren. Het heeft weinig zin om stil te staan bij vormelijke aspecten van een schrijfproduct wanneer leerlingen zich nog volop moeten concentreren op de inhoud van de boodschap. Je kan van anderstalige nieuwkomers dus moeilijk verwachten dat ze al correct kunnen spellen in het Nederlands en geen vormelijke fouten meer maken. Wat niet wegneemt dat spelling en vorm belangrijk kunnen zijn, en zeker als er betekenisverwarring optreedt door spelfouten of doordat een boodschap niet aan een aantal minimale vormelijke eisen voldoet. Wat heeft dit als gevolgen voor de beoordeling van de schrijftoetsen? 1. Bij de beoordeling van de schrijftoetsen neem je bij voorkeur de houding aan van een 'welwillende lezer'. Dit wil zeggen dat je je als een goede verstaander opstelt, niet verwacht dat alles perfect en correct geformuleerd wordt, maar een zekere mildheid aan de dag legt. Je houdt er met andere woorden rekening mee dat de tekst geschreven is door een leerling die slechts één jaar of minder de tijd heeft gehad om te leren schrijven in een andere taal en vaak zelfs in een ander alfabet. Je probeert dus om globaal de essentie van de boodschap te begrijpen. 6
tasan
sleutel versie 2
2. Vorm en inhoud scoor je los van elkaar. Voor vorm kijk je of de leerling rekening houdt met een aantal vormelijke basisregels (gebruikt de leerling onderwerp en persoonsvorm? bakent hij zijn zinnen af?). Voor inhoud kijk je enkel en alleen naar de inhoud van de boodschap en maak je abstractie van de vorm. Bij het beoordelen van de inhoud probeer je dus over bepaalde vormelijke fouten heen te lezen.
7
tasan
sleutel versie 2
4.
Misdadiger
score
1
VORM De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen: 1. Telt de beschrijving meer dan 3 zinnen en/of regels? 2. Is meer dan 80% van de zinnen begrijpelijk? 3. Bevat meer dan 80% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm? 4. Is meer dan 80% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of een hoofdletter aan het begin van de zin en/of een leesteken aan het einde van de zin? (1 van de 3 manieren volstaat.) Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling 1 punt. JE REKENT DE VORM OOK JUIST
...
- als de informatie die erin staat niet correct is of niet uit de tekening af te leiden valt. Bijvoorbeeld: 'hij was in de gevangenis tien jaar' - als onderwerp en persoonsvorm in getal niet overeenkomen. Bijvoorbeeld: 'hij heb ook bard en een briel' JE REKENT
0
VOOR VORM
...
als je op 1 van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden.
Foto 1: Paul Calone vroeger
Foto 2: Paul Calone nu 8
tasan
sleutel versie 2
0
score
INHOUD Hieronder vind je een lijstje met de kenmerken waaraan de persoon op foto 2 beantwoordt. Tel hoeveel van deze kenmerken de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillende lezer. OPGELET!
- Per juist en begrijpelijk kenmerk geef je de leerling 1 punt met een maximum van 5 punten. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST ALS
...
- het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN:
JUISTE KENMERKEN
- hij is oud/ oud/ vroeger was hij jong. Nu niet meer/ nu hij is krom/ niet meer jong/ ... - lang haar/ haar is niet gekamd/ niet LANG, SLORDIG HAAR meer kort/ weinig haar/ ... - zijn haar is grijs/ haar is blond/ wit BLOND OF GRIJS HAAR haar/ haar is niet meer zwart/ ... - hij heeft baard/ ... BAARD/SNOR - hij heeft een bril/ heeft brillen/ vroeger BRIL hebt geen bril. nu wel/ hij ziet niet goed/ ... niet netjes/ kleren zijn niet proper/ vuile (VUILE) KLEREN/ (VUILE) jas/ vroeger had kostuum. Nu niet JAS EN/OF SJAAL meer/ draagt een sjaal/ ... hij is dik/ draagt dikke jas/ vroeger was DIK hij mager, nu niet meer/ niet meer dun / ... - hij is arm/ is zwerver/niet meer rijk/ ... ARM - hij is lelijk/ vroeger was hij mooi, nu LELIJK niet meer/ niet meer mooi/ hij ziet er niet goed uit/ ... hij is boos of droef (hij lijkt zo)/ hij is BOOS ongelukkig/ ...
- OUD -
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN:
...
- als de leerling enkel de persoon op foto 1 beschrijft (Paul Calone vroeger). - als de leerling zowel foto 1 als 2 beschrijft zonder te verduidelijken over wie hij het heeft. - als de uiting onbegrijpelijk is.
- hij heeft mooi kostuum aan/ hij is jong/ hij heeft geen bril/ ...
5
0
- mager niet mager /... - en schaal ook voel/ ...
MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud)
6 9
tasan
sleutel versie 2
Enkele voorbeelden van schrijftoetsen 'Misdadiger' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer: op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz.8-9 en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz.12-13. Het is ook een goed idee om de oefening samen met een collega te doen en de manier van scoren met elkaar te vergelijken en op elkaar af te stemmen.
VOORBEELD 1
VOORBEELD 2
10
tasan
sleutel versie 2
VOORBEELD 3
VOORBEELD 4
11
tasan
sleutel versie 2
Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen
VOORBEELD 1 vorm
-
De beschrijving telt meer dan 3 regels. Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Minder dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel aan het begin van de zin.
inhoud 5 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. met brillen 2. met dikke jas (= dik) 3. snor, baard 4. lange haar 5. sjaal
score
0
5
Deze leerling is bijzonder bondig in de formulering, maar geeft inhoudelijk relevante informatie. TOTAAL
5
VOORBEELD 2 vorm
-
De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin.
inhoud 2 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. Paul Calone nu is niet goede kleren aan. 2. Paul Calone nu is nog oud.
score
1
2
Het kenmerk ‘Paul Calone nu is bang’ kan je niet uit de tekening afleiden. Daarom rekenen we het niet juist.
3
TOTAAL
12
tasan
sleutel versie 2
VOORBEELD 3 vorm
-
De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm, Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel aan het begin van de zin en het gebruik van een hoofdletter.
inhoud 5 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. Hij is dig (= dik) 2. Hij is oud 3. Hij heeft de brille glas 4. Hij heeft de wite haar 5. Hij heeft de lang haar
score
1
5
Bij de beoordeling van de inhoud lezen we over spellingsfouten heen, zolang de begrijpelijkheid niet in het gedrag komt. Het zesde kenmerk ‘Hij heeft niet geld’ is ondanks de vormelijke fout ook correct, maar de leerling heeft het maximum aantal punten voor inhoud al gehaald. 6
TOTAAL
VOORBEELD 4 vorm
-
De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. Minder dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. Minder dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel of een hoofdletter aan het begin van een zin of een leestekens aan het einde van een zin.
inhoud 2 begrijpelijke en juiste kenmerken: 1. Hij is boos. 2. Hij is (heeft) kapot jas.
score
0
2
'Hij is deuk' betekent misschien 'hij is dik', maar de spelling is zo afwijkend dat de zin onbegrijpelijk wordt. Hetzelfde geldt voor 'Hij is brijl', wat misschien wel 'hij heeft een bril' betekent, maar door zowel de afwijkende spelling als het gebruik van het werkwoord 'zijn' in plaats van 'hebben', wordt de uiting onbegrijpelijk. We rekenen als welwillende lezer 'hij is kapot jas' wel juist ondanks het wat vreemde gebruik van het werkwoord 'zijn', omdat we de uiting ook juist zouden gerekend hebben als er alleen 'kapot jas' had gestaan. 2
TOTAAL
13
tasan
sleutel versie 2
6.
De proef met het ei score
VORM De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen: a. Telt de beschrijving meer dan 5 regels en/of zinnen? b. Is meer dan 80% van de zinnen begrijpelijk? c. Bevat meer dan 80% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm of een imperatief? d. Is meer dan 80% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of hoofdletter aan het begin van de zin, en/of een leesteken aan het einde van de zin (1 van de 3 manieren volstaat)? Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling 1 punt. JE REKENT HET ANTWOORD VOOR VORM OOK JUIST
1
...
- als de informatie die erin staat inhoudelijk niet klopt of niet uit de tekening af te leiden valt. Bijvoorbeeld: 'Ei moet in de water blijven 1 of 2 minuten.' - als onderwerp en persoonsvorm niet in getal overeenkomen. Bijvoorbeeld: 'En nu ei bent in de fles.' - als een leerling infinitieven gebruikt binnen een kader (bv. opsomming) waarin dat past. Bijvoorbeeld: 'Je moet 10 minuten ei koken. Daarna met lepel eier uit halen. Het warme water in de fles doen. Handdoek rond de fles houden om handen niet kapot te maken. Fles leeg doen van water.' JE REKENT
0
VOOR VORM
0
...
als je op 1 van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden.
14
tasan
sleutel versie 2
score
INHOUD Hieronder vind je een de instructies die de leerlingen moeten probereen te formuleren. Tel hoeveel van deze instructies de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillende lezer. De vraag die je jezelf bij het beoordelen van de inhoud moet stellen is: begrijp ik als (welwillende) lezer welke handeling ik moet uitvoeren als ik de tekeningen niet voor ogen zou hebben? OPGELET!
Per juiste en begrijpelijke instructie scoort de leerling 1 punt. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
...
het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud. 1. NEEM HET MATERIAAL DAT JE NODIG HEBT OM DE PROEF UIT TE VOEREN.
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
Neem.../ er is nodig.../ er moet zijn.../ je gebruikt.../ je moet hebben.../ we hebben voor dit proef een paar dingen nodig.../ hij pakt.../ we hebben.../ voor deze experiment moet voorbereiden... / ...
OPGELET !
- de leerlingen moeten hierbij niet al het materiaal benoemen; dit komt nog aan bod in de volgende instructies. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- ik zie ei, lepel../pan, lepel, ei/ op de eerste tekening staat/ ... - alle het materiaal (niet: is nodig)/eerst moet je kopen (wat?)/ ...
- als de leerling louter beschrijft wat hij op de tekening ziet. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is of niet klopt. 2. KOOK EEN EI.
JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
1
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
- Ik neem ei in warm water tien minuten/ Dan jij kookt een ei 10 minuten/ Steek water in de steelpan en een ei in voor 10 minuten om te koken/ ... - Ei in de pan op het kookvuur leggen/ je neemt de pan en legt het op de gasfornuis. Je legt ook het ei ering/ laat het eitje in de kom vol water en zet de kom op het vuur/ ei opwarmen in pot vol water/ ... - Laat de pot met één ei in het water 10 minuten op de electrische fornuis staan /...
...
- als de leerling een omschrijving van 'koken' geeft
- als de handeling impliciet blijft, maar de lezer toch wordt aangezet om iets te doen. 15
tasan
sleutel versie 2
0
1
score JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
-
Pan in warem water met ei/ ...
-
ei opwarmen/ ...
3. HAAL HET (GEKOOKTE) EI UIT DE POT.
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
Wanneer het klaar is, dan neem je het ei eruit/ doe het ei uit het water/ haal het eitje uit de kom/ ...
...
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
-
0
1
0
ei ligt in lepel/ ...
- uit ei en lepel af/je moet pak de eier (waaruit?)/ ...
De instructie Pel het ei tel je niet mee, omdat het woord 'pellen' op voorhand wordt gegeven. 4. VUL DE FLES MET HET KOKEND WATER (UIT DE POT).
JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
- Giet het kokend water in de fles/ de fles vullen met kokend water/ giet het warme water in de fles/ je legt het warme water in de fles/ zet het heet water in het flesje/ met de water van die pan gooit het en een fles/ ... ...
als het in de instructie niet duidelijk is dat het water uit de pot komt of warm is, maar je dit wel uit de context kan afleiden. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
1
...
- Dan liggen we het ei in de pan met water en staan op het gas (...) daarna doen we het water in de de fles/ ... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
- de heet water in de fles/ ... - Jij pak de fles en maken water in de fles/ leg de water in de fles (niet: warm/kokend water)/ en dan pak de water in de pan benen een fels/ ...
16
tasan
sleutel versie 2
0
score
5. DOE EEN HANDDOEK ROND DE (WARME) FLES.
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. 6. GIET HET WATER UIT DE FLES.
JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
0
- Pak haan duk vas de fels/ de zakdoek nemen page de fles/ ... 1
Giet het warme water uit de fles/ doe het water uit de fles/ het water wegdoen/ je gooit het water in de wasbak/ zet het water in de lavabo/ fles leeg doen van water / ... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt 7. DE LEERLING GEEFT AAN DAT JE HET (GEKOOKTE) EI OP (DE OPENING) DE FLES MOET LEGGEN
- Waarm vater vech/ Water oit/ ...
0
- Leg de water op de grond/ ...
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
1
- Leg het ei op de fles/ ei op de mond van de fles zetten: de ei moet nu liegt op de warme fles/ je plaatst het ei boven de fles/ je doet het ei op het dop/ ei op de fles doen/ ei op de fles/ ...
...
als de instructie de lezer tot de juiste handeling aanzet (om het ei IN de fles te krijgen, moet je het er eerst opleggen). JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
- een hand en een handdoek/ ...
VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN :
...
JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST
1
Neem de warme fles met een handdoek/ doe een handdoek rond de fles/ je neemt de doek rond de fles omdat het warm is/ met het handdoek kan je rond de fles rollen/ jij paken handdoek en paken fles met water/neem fles met een zakdoek/ ...
...
- En het laatste, doen we het ei in de fles/ dan doet je de ei binen/ ...
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
- als de leerling niet aanzet tot een handeling. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt.
- de ei in de fles /... - fles op ei/ pak de ei benen een fels /... 17
tasan
sleutel versie 2
0
score
8. DE LEERLING SLUIT DE INSTRUCTIES AF MET EEN BESCHRIJVING VAN HET RESULTAAT, EEN ALGEMENE AFRONDING, OF CREËERT EEN VERWACHTING BIJ DE LEZER JE REKENT HET ANTWOORD FOUT
VOORBEELDEN VAN GOEDE ANTWOORDEN :
VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN :
...
- als er geen afronding is of de informatie die erin staat, niet klopt of doet niet ter zake.
1
- Het ei glijdt in de fles/ de fles 'slikken' de ei/ het ei komt in de fles/ ... - De proef is klaar/ bravo het is gelukt/ ... - Rara.. wat gebeurt er nu? / ... ei gaat vallen op de fles/ let ma zo/ ...
0
9
MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud)
18
tasan
sleutel versie 2
Enkele voorbeelden van toetsen 'De proef met het ei' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer: op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz. 1418 en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz. 22-24. Het is ook een goed idee om de oefening samen met een collega te doen en de manier van scoren met elkaar te vergelijken en op elkaar af te stemmen. VOORBEELD 1
VOORBEELD 2
19
tasan
sleutel versie 2
VOORBEELD 3
20
tasan
sleutel versie 2
VOORBEELD 4
21
tasan
sleutel versie 2
Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen
VOORBEELD 1
score
- De beschrijving telt meer dan 5 zinnen. - Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm of imperatief. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin en leestekens aan het einde van de zin..
0
inhoud 1. De leerling geeft aan dat je een aantal dingen nodig hebt voor de proef.
1
2. Deze instructie is niet helemaal duidelijk, maar als je wat verder leest en rekening houdt met wat er in de vijfde instructie gezegd wordt, is wel duidelijk dat je het water en het ei in de pan moet doen. Met 'Bleef 10 min. in oven' wil de leerling een omschrijving geven van 'koken'. Het is echter onduidelijk wat 10 minuten in de oven moet en ook het feit dat er oven staat in plaats van 'fornuis' of 'kookvuur' doet ons uiteindelijk toch besluiten om deze instructie niet juist te rekenen.
0
3. Vrij duidelijke instructie. Dat er 'lipel' staat in plaats van 'lepel en de zinsconstructie niet correct is, nemen we er als welwillende lezer bij.
1
4. Uit deze instructie kunnen we vrij gemakkelijk afleiden dat het water dat in de pan bleef nu in de fles moet.
1
5. Uit deze instructie blijkt onvoldoende welke handeling je moet uitvoeren. ook de afwijkende speling maakt dat de instructie moeilijk te begrijpen is.
0
6. De handeling wordt niet expliciet aangegeven, maar 'water ... in de lavabo' laat wel veronderstellen dat je het water moet weggieten.
1
7. 'Op' in plaats van 'boven' zou duidelijker geweest zijn, maar als welwillende lezer scoren we dit toch juist.
1
8. De leerling beschrijft het resultaat van het proefje.
1
vorm
6
TOTAAL
22
tasan
sleutel versie 2
VOORBEELD 2
score
- De beschrijving telt meer dan 5 zinnen. - Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm of imperatief. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin.
1
inhoud 1. De leering beschrijft alleen wat er staat en geeft niet aan dat je iets nodig hebt.
0
vorm
2. De instructie is voldoende duidelijk.
1
3. Het is duidelijk dat je het ei moet nemen, maar er staat niet waaruit.
1
4. Onvoldoende duidelijk.
0
5. Deze instructie ontbreekt.
0
6. Deze instructie ontbreekt.
0
7. Onvoldoende duidelijk.
0
8. 'En dan klaar' is een vorm van afsluiting.
1 4
TOTAAL
23
tasan
sleutel versie 2
VOORBEELD 3 vorm
- De beschrijving telt meer dan 5 zinnen. - Minder dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm of imperatief. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin.
inhoud 1. Onbegrijpelijk en niet volledig.
score
0
0
2. Onbegrijpelijk.
0
3. Onvolledig.
0
4. Als je de twee zinnen 'Hij doet het water in de fles. Het water is warm.' samen neemt, kan je deze instructie juist rekenen.
1
5. Deze instructie ontbreekt.
0
6. Deze instructie ontbreekt.
0
7. De leerling zet niet aan tot een handeling.
0
8. Afsluiting ontbreekt.
0 1
TOTAAL
VOORBEELD 4
score
- De beschrijving telt meer dan 5 zinnen. - Meer dan 80% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 80% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm of imperatief. - Meer dan 80% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin en een leesteken aan het einde.
1
inhoud 1. Duidelijke instructie. (het woordje 'hebben' achteraan is wel heel klein geschreven, maar staat er wel.)
1
vorm
2. Duidelijke instructie.
1
3. Duidelijke instructie.
1
4. Duidelijke instructie.
1
5. Duidelijke instructie.
1
6. Duidelijke instructie.
1
7. Duidelijke instructie.
1
8. Duidelijke instructie.
1 9
TOTAAL
24
tasan
sleutel versie 2
Scorebladen VERSIE 2
tasan
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 1 1. Klas Leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
nr2
nr3
nr4
nr5
Klas: …................ datum: …................
3. Handen nr6
nr7
1 duim
2 wijsv
3
5. Lessenrooster 4
5 2
1 aar
2 ges
/3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3
tasan
Scorebladen versie 1
3 muz
4 wis
5 com
6 bio
Subscore 7 eng
8 wis
9 spo
10 spo/ tek
Luisteren
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 1
Klas: …................
2. Verzorgers Leerling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
1 Dimi
2 Karim
3 Judith
4 Marcel
datum: ..................
7. Hoe communiceren dieren?
5 giraf-olifant/ JudithRoberto
6 Nedl. - Duitsl./ Rob - Dimi/ olifant - koala
7 Erik & Karim/ reptiel & roofvogel
1 geur, trilling, licht
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3
tasan
Scorebladen versie 1
2 3
3 anders communiceren
4 van mij
Subscore 5 1
6 kijken
Lezen
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 1 4. Misdadiger Leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
vorm
kenmerken
Klas: …................
datum: ..................
6. Bloemen kleuren vorm
1 dit heb je nodig
2 glas water vullen
3 inkt in water gieten
/5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5
tasan
Scorebladen versie 1
4 stengel inkorten
Subscore 5 bloem in glas zetten
6 bloem 1 dag laten staan
7 resultaat, afronding, ...
Schrijven
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 2 1. Klas Leerling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
nr2
nr3
nr4
nr5
Klas: …................ datum: ..................
2. Smaak nr6
nr7
1 puntje tong
2
/4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4 /4
3
5. Lessenrooster 4 neus/ ogen/ oor
5 1
1 wis
/3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3
tasan
Scorebladen versie 2
2 fra
3 muz
4 ned
5 fra
6 com
Subscore 7 bio
8 spo
9 ges
10 fr/ eng
Luisteren
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 2
Klas: …................
2. Verzorgers Leerling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
1 Natasja
2 Myriam
3 Victor
4 Louis
datum: ..................
7. Kunnen dieren praten?
5 leeuwen gorilla’s/ Louis-Myriam
6 Myriam Moham./ pinguïns gorilla’s
7 VictorMoham
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
/2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2 /2
1 vorm tong & mond
tasan
Scorebladen versie 2
2 voedsel, leider, terrein /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3 /3
3 houding
4 2
Subscore 5 honger
6 of dieren mensentaal begrijpen
Lezen
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 2 4. Misdadiger Leerling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
vorm
kenmerken
Klas: …................
datum: ..................
6. De proef met het ei. vorm
1 dit heb je nodig
2 ei koken
3 ei uit pot halen
4 warm water in fles gieten
/5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5 /5
tasan
Scorebladen versie 2
5 handdoek rond fles doen
Subscore 6 water uit fles gieten
7 ei op fles leggen
8 resultaat, afronding, ...
Schrijven
VERWERKING VAN DE SCORES VAN DE TASAN 1. Met het Excel-programma Achteraan de Sleutels zit een cd-rom voor het automatisch verwerken van de scores. Als je geen cdromspeler op je computer hebt, kan je vragen aan iemand die wel zo'n computer heeft, om de bestanden te kopiëren op een gewone diskette. De programma's nemen immers niet veel plaats in beslag. Op de cd-rom staat voor elke toetsversie een programma. Hebben de leerlingen bijvoorbeeld versie 1 afgelegd, dan klik je het programma voor versie 1 aan. Je ziet dan een tabel waarin je de scores van de toets kan invoeren. Links vul je eerst de naam van de leerling in en dan tik je in de kolommen rechts daarvan per vraag de scores. Dat doe je zo voor alle leerlingen. Meestal moet je een 1 of een 0 ingegeven, maar voor sommige toetsvragen kan dat ook een cijfer van 2 tot 5 zijn. Bij taak 4, de schrijftoets Misdadiger, bijvoorbeeld, moet je voor inhoud een cijfer van 1 tot 5 ingeven. Als je een 2 zou willen invullen in een kolom waar enkel een 1 of een 0 mag staan, dan geeft de computer dit aan. Wil je nu zien welke subscores de leerling behaald heeft en in welke categorie hij zich telkens per subscore situeert, dan kijk je onderaan de tabel. Als je op het cijfer 1 klikt, dan zie je de subscores van leerling 1. Wil je de subscores van leerling 2, dan klik je op 2 enzovoort. Je kan deze resultaten ook afprinten. De subscores worden visueel voorgesteld aan de hand van staafdiagrammen. Dit blad kan je gebruiken om het rapport van de anderstalige nieuwkomer in te vullen.Je kan het blad zelf ook gebruiken als rapport, maar vergeet dan niet om aan de vervolgschool volgende gegevens door te geven: de naam van jullie school, een contactpersoon met telefoonnummer en de datum van de afname. 2. Manueel Als je om één of andere reden het computerprogramma niet zou kunnen gebruiken, kan je de subscores ook manueel gebruiken. Daarvoor kan je de scorebladen gebruiken en de sheets. Eerst en vooral vul je alle scores op de scorebladen in. De toetsen zijn per vaardigheid op de scorebladen gegroepeerd om de berekening van de subscores gemakkelijker te maken. Berekening van de subscores A: Vaardigheid Om de subscore luisteren te berekenen, tel je de scores die de leerling behaald heeft op de 3 luistertoetsen bij elkaar op. De subscore lezen is de som van de scores van de 2 leestoetsen. De subscore schrijven is de som van de scores van de 2 schrijftoetsen. Berekening van de subscores B: Receptie/productie De subscore receptie bereken je door de subscore luisteren en lezen bij elkaar op te tellen. De subscore productie is dezelfde als de subscore schrijven. Berekening van de subscores C: Verwerkingsniveau De subscore beschrijvend verwerkingsniveau bereken je door de sheets van beschrijvend verwerkingsniveau op een slide (doorzichtig plastic blad) te kopiëren en over de scorebladen te leggen. De scores die nog zichtbaar zijn, tel je bij elkaar op. Voor de subscores structurerend verwerkingsniveau neem je de sheets van structurerend verwerkingsniveau en ga je op dezelfde manier te werk. Berekening van de subscores D: Ondersteuning Hier heb je de sheets veel ondersteuning en weinig ondersteuning voor nodig en ga je opnieuw op dezelfde manier te werk.
tasan verwerking van de scores versie 2
subscore beschrijvend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore beschrijvend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore beschrijvend verwerkingsniveau
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore structurerend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore structurerend verwerkingsniveau
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore structurerend verwerkingsniveau
SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore veel ondersteuning
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore veel ondersteuning
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore weinig ondersteuning
SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
subscore weinig ondersteuning
SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE 2
tasan
sheets versie 2
Rapport VERSIE 2
tasan
Referentiepunten Versie 2 Subscores A: Vaardigheden Luisteren
Lezen
Schrijven
score
categorie
score
categorie
score
categorie
25 – 26 19 – 24 12 – 18 0 – 11
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
16 – 18 11 – 15 5 – 10 0–4
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
13 – 15 9 – 12 4–8 0–3
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores B: Receptie / productie Receptief
Productief
score
categorie
score
categorie
39 – 44 29 – 38 19 – 28 0 – 18
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
13 – 15 9 – 12 4–8 0–3
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores C: Verwerkingsniveau Beschrijvend
Structurerend
score
categorie
score
categorie
15 12 – 14 8 – 11 0–7
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
35 – 44 25 – 34 16 – 24 0 – 15
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores D: Ondersteuning Veel
Weinig
score
categorie
score
categorie
21 - 22 17 – 20 12 – 16 0 – 11
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
18 – 22 12 – 17 6 – 11 0–5
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
tasan
referentiepunten versie 2
Resultaten Taalvaardigheidstoets Aanvang Secundair onderwijs Anderstalige Nieuwkomers (TASAN) Versie 2 Naam leerling: ...................................................
Datum afname: ........................................
Onthaalschool: ..................................................
Handtekening directie:
........................................................................... ........................................................................... Contactpersoon: ................................................
Tel.: ......................................................…
Dit rapport is bestemd voor de vervolgschool. Het is in het belang voor de ex-onthaalklasser dat zowel de leerkracht Nederlands als de niet-taalleerkrachten van zijn of haar klas een kopie krijgen.
Subscores A: Vaardigheden Luisteren
Lezen
score
categorie
.../26
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Schrijven
score
categorie
.../18
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores B: Receptie / productie Receptief
Productief
score
categorie
.../44
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
score
categorie
.../15
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores C: Verwerkingsniveau Beschrijvend score
categorie
.../15
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Structurerend score
categorie
.../44
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
Subscores D: Ondersteuning Veel
Weinig
score
categorie
.../22
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
score
categorie
.../22
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak
tasan
rapport versie 2
score
categorie
.../15
sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak