Profetische Bediening door T. Austin-Sparks Voorwoord De functie van profeet is nagenoeg altijd die van herstel geweest. Dit houdt in dat hij te maken had met iets wat verloren was gegaan, iets dat God zeer na aan het hart lag. We zien bij een profeet dan ook altijd een ontevredenheid met de situatie zoals die op dat moment was. Daar komt nog bij dat het volk niet geneigd was om de kostbare weg van Gods volle voornemen te gaan en daarom was de profeet gewoonlijk zeer impopulair. Maar zijn impopulariteit was geen bewijs dat hij het mis had of overbodig was, want iedere profeet van God werd uiteindelijk gerechtvaardigd, hoewel dat groot lijden en schande meebracht voor het volk. Als het waar is dat profetische bediening te maken heeft met de noodzaak tot herstel van Gods volle plan aangaande Zijn volk, dan is het nu zeker de tijd daarvoor! Weinig oprechte en verstandige mensen zullen willen beweren dat alles goed gaat met de gemeente van Christus. Een oppervlakkige vergelijking met de eerste jaren van de gemeente laat een scherpe tegenstelling zien tussen toen en nu. Neem alleen de levensperiode van één mens — Paulus. In het jaar 33 volgden enkele onbekende mensen, die als arm en onwetend beschouwd werden, een zekere “Jezus van Nazareth”, wiens Naam veracht was bij elk weldenkend mens. Deze mannen bleken later, nadat Jezus gekruisigd was, Hem te verkondigen als Heer en Heiland, maar werden hard aangepakt door de officiële instanties. Hoe was de stand van zaken in het jaar dat Paulus stierf — 67-68 na Christus (34 jaar later)? Er waren gemeenten in Jeruzalem, Nazareth, Caesarea, Antiochië en geheel Syrië, Galatië, Sardis, Laodicea, Efeze en in alle steden aan de westkust van klein Azië, in Philippi, Thessalonica, Athene, Corinthe en de belangrijkste steden van de eilanden en het vasteland van Griekenland, in Rome en de westelijke Romeinse koloniën, en in Alexandrië. De geschiedenis van generaties van zendingsondernemingen, tienduizenden zendelingen, grote bedragen aan geld, grote organisaties en alle publiciteit, propaganda enzovoorts, steekt niet erg gunstig af bij het bovenstaande. En nog steeds is de wereld niet volledig met het Evangelie bereikt. Is hier een reden voor? Wij geloven, ja, weten zeker van wel. De verklaring zit hem niet in een verschil in Gods voornemen of in Gods bereidheid dat voornemen te ondersteunen. Het ligt aan het verschil in inzicht in de basis, de methode en het doel van het werk van God. We kunnen hiervoor een bewijs aanvoeren uit onze eigen tijd. Gedurende het leven van één man in China, zijn er overal in dat land gemeenten ontstaan met een diep geestelijk karakter, wel vierhonderd in enkele jaren. Toen het communisme dat land overspoelde, was er een beweging gaande die niet alleen China bestreek, maar ook ver daarbuiten ontstonden er levende gemeenten in vele delen van het Verre Oosten. Jarenlang werd dit 1
werk geminacht, vervolgd en gemeden. Maar toen zendingsorganisaties China moesten verlaten, is dit werk doorgegaan, weliswaar met vele martelaren, maar het gaat nog steeds door (geschreven in 1954, vert.). De man die God verwekt had zit in de gevangenis, maar het werk gaat door. Hetzelfde vindt ook in India plaats. Door het leven van één door God gegrepen man zijn er in enkele jaren over het hele land en daarbuiten gemeenten ontstaan met een werkelijk nieuwtestamentisch karakter. De tegenstand is zeer groot, maar het werk is uit God en kan niet stilgelegd worden. Wat is de verklaring? Het is niet zo dat het hier mensen betreft die zich alleen onderscheiden door grote ijver en toewijding in het redden van zielen. Nee, de verklaring ligt hierin dat het begon met een totaal nieuw verstaan van Christus en Gods eeuwige voornemen aangaande Hem. Deze openbaring door de Heilige Geest kwam tot deze dienaren Gods en tot de gemeente met een niets ontziende en alles veranderende kracht. Het was niet een traditie, overgeleverd door de vaderen, een kant en klaar systeem, waar je zo in kon stappen. Nee, voor ieder van hen was het iets volkomen nieuws, iets wat zo uit de hemel was komen vallen als het ware — en zo was het in feite ook. Deze beweging van God werd tot stand gebracht doordat alle tradities en “oude” dingen door een praktische ervaring van het kruis aan de kant geschoven werden. Ze wordt gekenmerkt door: 1. Een volkomen hemels en geestelijk karakter. 2. Een volkomen aan de kant zetten van alle vooroordeel, exclusiviteit en partijschap. 3. Christus als volkomen Heer en Hoofd rechtstreeks werkend door de soevereiniteit van de Heilige Geest. Meer en meer besefte men de immense betekenis van Christus in Gods eeuwige raad, en van de Gemeente als Zijn Lichaam. Handelingen is niet te imiteren. Je kunt niet dezelfde resultaten verkrijgen als er niet dezelfde openbaring is: een nieuw besef en bewust worden van Gods volle gedachte betreffende Zijn Zoon. Hiermee valt alle traditie, gevestigde orde, institutionalisme, kerkisme en organisatie weg. Dit volledige voornemen Gods naar voren te brengen, was het wezen van de profetenbediening, en dat zal het altijd blijven. We spreken dan misschien nu niet meer over “profeten”, maar de functie is nog steeds werkzaam, en de functie is veel belangrijker dan het ambt.
2
Hoofdstuk Een -Wat Profetische Bediening Inhoudt Lezen: Deut. 18:15,18; Hand. 3:22; 7:37; Luc. 24:19; Openb. 19:10; Ef. 4:8,11-13. “En Hij heeft … profeten gegeven, … om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus” (Ef. 4:11,12) “Hij heeft … profeten gegeven”. We willen nu nader ingaan op het wezen van profetische bediening. Maar eerst moeten we nog een opmerking maken, want als we spreken over profetische bediening, hebben de meeste mensen zo hun eigen gedachten over wat profetie is. Zij verbinden deze term onmiddellijk met gebeurtenissen, data, enzovoorts, die in de toekomst liggen. Met andere woorden, ze denken ogenblikkelijk aan het voorspellend element in profetische bediening en beperken de functie tot dat element alleen. Om werkelijk te kunnen verstaan wat profetie is, moeten we dat beperkte idee dat profetische bediening alleen voorspellend is, uit onze gedachten zetten. Profetische bediening omvat veel meer dan de toekomst voorzeggen. Misschien zou het beter zijn als we zeiden dat de profetische functie, die veel verder gaat dan slechts gebeurtenissen en data, de bediening is van geestelijke interpretatie. Dit dekt elk aspect. Profetie is geestelijke interpretatie. Als u daar even over nadenkt in het licht van profetische bediening in het Woord Gods, ben ik er van overtuigd dat u zult zien hoe waar dit is. Het is alle dingen verklaren, interpreteren vanuit een geestelijk oogpunt; de geestelijke gevolgen van dingen uit verleden, heden en toekomst onder de aandacht van Gods volk brengen en hen de geestelijke waarde en betekenis daarvan doen zien. Dat was en is het wezen van profetische bediening. Uiteraard weten we van de profeten in de Schrift dat ze een speciale functie hadden onder het volk des Heren, maar we moeten niet vergeten dat ze dikwijls hun profetische functie combineerden met andere functies. Samuël was een profeet, maar hij was tevens richter en priester. Mozes was een profeet, maar daarnaast had hij ook andere functies. Ik geloof dat Paulus een profeet was; hij was een apostel, een evangelist; het schijnt me toe dat hij alles was! Om die reden spreken we nu ook niet zozeer over profeten, als een aparte categorie, maar over profetische bediening. Het gaat ons om de bediening en we kunnen pas goed over de mens daarachter spreken, als we de bediening die hij had, verstaan. We zullen het werktuig beter begrijpen als we het doel zien waartoe het in het leven geroepen is. Daarom nogmaals, als we over profeten of profetische bediening spreken, gaat het ons om de functie, niet om de personen. Ik ben er zeker van dat degenen die enig geestelijk inzicht hebben in de tijd waarin we leven, met me instemmen als ik zeg dat er in onze tijd een schreeuwende behoefte is aan profetische bediening. Er is nooit eerder een tijd geweest waarin er zoʼn behoefte was aan een stem die de dingen geestelijk kon verklaren. Ik wil niet overdrijven, maar ik denk niet dat het te veel gezegd is dat de wereld vandaag bijna volkomen verstoken is van ware profetische bediening in deze zin — een stem die Gods gedachte aan de mensen bekend maakt. Misschien is het er hier of daar wel in zekere mate, maar deze bediening vinden we zeker niet op grote schaal. Hoe dikwijls roept ons hart het niet uit: O, dat Gods gedachten over deze situatie toch bekend gemaakt zouden kunnen worden aan Zijn volk en door Zijn volk heen aan anderen! Er is een grote, dringende behoefte aan profetische bediening in onze tijd. 3
Profetische bediening en Gods volledige voornemen Als we dit beseffen moeten we zien wat deze functie precies inhoudt. Wat is de functie van een profetische bediening? Deze toetst alle dingen aan de volledige gedachte Gods, en daarom is het meestal reactionair. In de bijbel zien we hoe de profeten opstonden als een reactie van God op de situatie van Zijn volk; ze riepen het terug, spraken opnieuw Gods gedachte uit en lieten heel duidelijk het licht schijnen op Gods volle plan. De profeten stonden temidden van de stroom — meestal een snelle stroom — als een rots. De loop der rivier, de gang van zaken, botste tegen die rots op. Ze daagden die loop uit en weerstonden die, en hun aanwezigheid temidden van de stroom gaf Gods gedachten weer, die ingingen tegen de algemene loop der dingen. In het Oude Testament begon de bediening van een profeet meestal op een moment dat het geestelijk slecht ging en niet in het minst overeenkomstig Gods gedachten. De situatie was beroerd, verward, vermengd, chaotisch. Er was veel bedrog en misleiding, en dikwijls was het nog veel erger. Maar de profetische bediening bracht altijd Gods oorspronkelijk en uiteindelijk voornemen met en door Zijn volk weer onder de aandacht. Dat is de kern van de zaak. We stellen opnieuw de vraag: wat is profetische bediening, wat is de functie van de profeet, waar hangt het mee samen? En het allesomvattende antwoord is, dat het te maken heeft met Gods volledige, oorspronkelijke en uiteindelijke voornemen in en door Zijn volk. Als dit inderdaad zo is, helpt het ons om meteen de nood in onze tijd vast te stellen, want in het algemeen heeft Gods volk hier op aarde in onze tijd iets van dat voornemen verward met het gehele voornemen. Men verwart middelen en methoden, enthousiasme en ijver met Gods doel, en beseft niet dat Gods voornemen alleen tot stand kan komen op Gods manier en via Gods middelen. En de manier en de middelen zijn even belangrijk als het doel zelf. Met andere woorden, u kunt Gods doel niet op elke willekeurige wijze bereiken, door uw eigen ideeën, programmaʼs of plannen te maken, om zo Gods voornemen te verwezenlijken. God heeft Zijn eigen manier en methode om Zijn doel te bereiken. Gods gedachten omvatten het kleinste detail van Zijn voornemen, en u kunt nooit Gods voornemen ten volle realiseren, tenzij alle details naar Gods hart zijn. God had tegen Mozes kunnen zeggen: “Zou je Mij een tabernakel willen bouwen? Ik laat het aan jou over hoe je het wilt doen en welke materialen je wilt gebruiken; je begrijpt wat Ik bedoel; ga heen en maak Mij een tabernakel.” Mozes had dan misschien zo ongeveer begrepen wat God graag wilde en daarna naar eigen opvattingen iets kunnen maken. Maar we weten dat God geen enkel detail aan hem overliet, geen knop, geen steek, geen draad. Ik wil hiermee alleen maar onderstrepen wat ik bedoel, namelijk dat profetische bediening de taak heeft Gods volledig, oorspronkelijk en uiteindelijk voornemen bekend te maken, zoals het naar Zijn gedachten is; om in alle details van het christelijk leven Gods gedachten naar voren te brengen, en alles daarmee in overeenstemming te brengen, en alles te laten bepalen door dat voornemen. Profetische bediening door zalving a) Gedetailleerde kennis van Gods voornemen Een eerste kenmerk van profetische bediening in het Woord van God is zalving. Zalving betekent in de eerste plaats dat alleen de Geest van God Gods volledige en gedetailleerde plan kan overzien en dat alleen Hij alles in waarachtige overeenstemming daarmee kan brengen. Alleen Hij kan dat. Het is een van de wonderlijkste dingen in de Schrift om telkens weer te ontdekken dat alles met elkaar in overeenstemming is, dat alle kleine details in het Oude Testament hun geestelijke betekenis vinden in het Nieuwe 4
Testament, dat wat je eerst in de kiem tegenkomt in wezen niet veranderd is als je het later volgroeid ziet. Gods principe is onveranderlijk en je kunt er niet omheen. God heeft alles in overeenstemming gebracht met Zijn vaststaande principes. God wijkt daarvan niets af. Zijn wet is daar en die is onveranderlijk. De Heilige Geest alleen weet dat alles. Hij kent de wetten en de principes, alle dingen die in geestelijke zin Gods voornemen bepalen. Hij alleen kent het plan en de details, en Hij kan alles zo maken dat het volkomen in overeenstemming is met die principes en wetten. We kunnen er zeker van zijn, dat als er in het uiteindelijke bouwwerk iets is dat niet in harmonie is met Gods oorspronkelijke basisprincipe, dat vroeg of laat ernstige gevolgen heeft. Het gehele bouwwerk moet in alle details in overeenstemming met het fundament zijn. De meesten van ons hebben geen licht over alles wat dit inhoudt, maar we gaan langzaam verder, we krijgen steeds meer licht, al is het soms maar weinig, maar de profetische bediening is een verlichte, gezalfde bediening die de dingen terugbrengt naar de plaats van absolute veiligheid, omdat het zich volledig houdt aan het goddelijk principe. De zalving is in de eerste plaats noodzakelijk omdat alleen de Geest van God vertrouwd is met alle gedachten Gods en Hij alleen kan spreken en handelen en dingen tot stand brengen in volkomen overeenstemming met de goddelijke principes die alles bepalen. En alles wat van God komt moet een belichaming zijn van deze principes. Het principe van de gemeente — dat wat de gemeente bepaalt — is dat ze hemels is. Ze is niet van de aarde; ze is verbonden met Christus in de hemel. De gemeente kon niet ontstaan voordat Christus in de hemel was, en dat betekent dat de gemeente evenzeer op hemelse grond moet komen, geestelijk gesproken. Ze moet alle aardse grond verlaten en werkelijk een hemels, geestelijk iets zijn, hoewel ze hier nog op aarde is. Dat is een goddelijke wet die heel duidelijk naar voren komt in het Nieuwe Testament, vooral in het boek Handelingen. Maar dit is niet iets nieuws dat pas ontstaan is in het Nieuwe Testament. God heeft die wet gelegd in alles wat in het Oude Testament op profetische wijze op de gemeente en op Christus sloeg. Isaäk mocht niet zelf het land verlaten om een vrouw te vinden in het buitenland. Hij moest daar blijven en de dienstknecht werd uitgezonden om haar daar te brengen waar hij zich bevond. Dat is de wet, Christus is in de hemel; de Geest wordt uitgezonden om de gemeente daar te brengen waar Hij is — eerst op geestelijke wijze en dan later letterlijk, maar het principe is duidelijk. Jozef moest verworpen worden. Hij moest als het ware door de dood heen uiteindelijk op de troon komen. En met zijn troonsbestijging ontvangt hij ook zijn vrouw Asnath. Jozef is een duidelijk type van Christus. Bij Zijn verhoging ontvangt Christus Zijn gemeente, Zijn bruid. Pinksteren is in werkelijkheid het resultaat van de verhoging van Christus, wanneer de gemeente geestelijk in een levende relatie met Hemzelf, de verhoogde Christus, gebracht wordt. Dat is het principe in dat eenvoudige verhaal van Jozef. En zo kunt u doorgaan, en zien hoe God in eenvoudige details alles in overeenstemming met Zijn principe gedaan heeft. Zijn eeuwige principes vinden we terug in de meest eenvoudige dingen van het Oude Testament, en zo blijkt het waar te zijn wat er in Openbaring 19:10 staat, dat het getuigenis van Jezus de geest der profetie is. Alleen de Heilige Geest kent alle goddelijke principes, alleen Hij kent Gods gedachten ten volle. Wanneer wij daarom alle dingen willen stellen in het licht van Gods gedachten, van Zijn voornemen, kan dat alleen onder een zalving en dat betekent dat de Geest van God de touwtjes in handen heeft. Een gezalfde bediening betekent dat God de Heilige Geest verantwoordelijk is geworden voor het geheel. Hij heeft Zich er aan verbonden. Ik denk niet dat iemand zal willen beweren dat de Heilige Geest niet nodig is of dat het mogelijk is de dingen zonder Hem te doen. Maar dat houdt heel wat meer in dan een algemene waarheid. b) Kennis door openbaring verkregen 5
Dit brengt ons tot ons tweede punt. Behalve zalving is er ook openbaring nodig. We kunnen in het algemeen accepteren dat de Heilige Geest alles behoort te doen, van het begin tot het einde, maar in de praktijk hebben we er een heel leven voor nodig om dat te leren, want het is noodzakelijk dat we op elk punt openbaring ontvangen. Om die reden werden profeten vroeger “zieners” genoemd, mensen die zagen. Zij zagen wat anderen niet zagen. Ze zagen wat anderen onmogelijk konden zien, zelfs de religieuze, godvrezende mensen niet. Ze zagen omdat ze openbaring hadden. Een profetische bediening vereist openbaring; het is een bediening van openbaring. Ik wil dat graag beklemtonen. Ik denk hierbij niet aan openbaring buiten de Schrift om. Ik kan niet instemmen met bepaalde “profeten” in de gemeente vandaag, die profeteren buiten de Schrift om en dus toevoegen aan de Schrift. Nee, binnen de openbaring der Schrift — en God weet hoe groot die is! — beweegt de Heilige Geest zich om te openbaren wat “geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord”. Dat is het wonder van het leven in de Geest. Het is een leven van voortdurend nieuwe ontdekkingen; alles is vol verrassing en verwondering. Een leven, geleid door de Heilige Geest, kan nooit statisch zijn; je bereikt nooit een eindstadium, er is altijd meer. Een leven, geleefd in de Heilige Geest, is een leven dat zich bewust is dat er oneindig veel meer is dan men gezien heeft. Mensen die het allemaal weten, voor wie alles vaststaat en die niet verder kunnen zien — laat staan verdergaan — dan hun geestelijke neus lang is, zijn in een situatie die de Heilige Geest vreemd is. Profetische bediening onder de Heilige Geest is een bediening door toenemende openbaring. Een profeet was een man die telkens weer naar God terug ging en niet eerder sprak dan wanneer God hem het volgende punt had laten zien. Hij ging niet gewoon door met profeteren omdat hij profeet was van beroep. Hij was niet in het minst professioneel. Als dat wel zo was, dan was dat een ramp. Het werd inderdaad professioneel door de “profetenscholen”, die door Samuël gesticht werden. We mogen beslist deze profetenscholen niet verwarren met het ambt van de ware profeten. Er was verschil tussen hen die afstudeerden aan de profetenscholen en de ware profeten zoals Samuël, Elia en Eliza. Telkens wanneer iets professioneel wordt, gaat er iets verloren, omdat juist het wezen en de aard van profetische bediening gekenmerkt worden door steeds nieuwe openbaring. Iets dat geopenbaard wordt is nieuw; het kan iets bekends zijn, maar het heeft iets fris voor degene die de openbaring ontvangt, en het is zo nieuw en wonderbaar, dat het voor hem lijkt alsof niemand dat ooit eerder gezien heeft, hoewel duizenden het misschien wel eerder gezien hebben. Het ligt in de aard van openbaring om de dingen levend en fris te houden, gevuld met goddelijke energie. Iets van God dat verloren is gegaan in uw leven kunt u nooit terugkrijgen door de oude waarheid weer te formuleren. U mag alle waarheden van de eerste gemeente exact kunnen formuleren, maar er toch heel ver vanaf zijn, omdat u niet aan de voorwaarden voldoet waaraan men toen wel voldeed. Profetische opvolging is niet de opvolging van onderricht, maar van zalving. Iets kan van God komen, door de werking Gods; het kan heel echt zijn, heel levend, wat God door een werktuig tot stand brengt, hetzij dat een persoon is of een gemeente. Het is levend omdat de zalving van God er op rust. En dan probeert iemand dat te imiteren, te kopiëren; iemand die is aangewezen of gekozen om de opvolger te zijn. En het werk gaat door en groeit, maar er ontbreekt een vitaal element. Opvolging is door zalving, niet door het overnemen van een patroon, een uiterlijke wijze van doen, of zelfs een leer. We kunnen nieuwtestamentische situaties niet terugkrijgen door de leerstellingen van het Nieuwe Testament opnieuw naar voren te brengen. We hebben nieuwtestamentische zalving nodig. Ik zeg niet dat de leer er niet toe doet; die is noodzakelijk. Maar het is de zalving die iets levend en fris maakt. Alles moet door openbaring komen. 6
Sommigen weten wat het is om de bijbel te analyseren en daarna op interessante wijze de inhoud en leerstellingen van alle bijbelboeken naar voren te brengen. Dat zouden we bijvoorbeeld ook met de Efezebrief kunnen doen. We kunnen die brief analyseren, alles wat er staat over de gemeente en het Lichaam, maar intussen zo blind zijn als een mol, totdat, na een diep werk van God in ons, de dag komt dat we de Gemeente zien, het Lichaam zien — we zien de Efezebrief! Het waren twee werelden: de een was waarheid, juist en gedetailleerd, heel interessant en fascinerend, maar er ontbrak iets. We konden de waarheid zelfs van begin tot eind oplepelen, maar we wisten niet wat er in stond. Tenzij er iets in ons gebeurt, kunnen we denken dat we het weten, we kunnen er zeker van zijn dat we het weten, we kunnen zelfs ons leven er voor op het spel zetten, maar we weten het niet. Het zijn twee heel verschillende dingen: een scherp verstandelijk kennen van de dingen uit Gods Woord, en een geestelijke openbaring. Het zijn twee werelden — maar het is volslagen onmogelijk om mensen dat verschil te laten zien, totdat er iets gebeurd is. We zullen daar later nog op ingaan, maar hier alleen het feit noemen. Door zalving is er openbaring en dat is wezenlijk om te kunnen zien wat God verlangt, in het algemeen zowel als in details. Samenvattend kunnen we zeggen: een profetische bediening is iets wat door de Heilige Geest het voornemen van God gezien heeft, oorspronkelijk en uiteindelijk, hoewel veel bijzonderheden nog geopenbaard moeten worden, zelfs aan de meest verlichte dienstknecht Gods. c) Alles in overeenstemming met Gods gedachten En dan is er het derde punt in verband met deze zalving. We hebben het reeds beknopt aangeduid — nauwgezetheid. De zalving geeft die directe aanraking met God, en dat betekent Hem zien van aangezicht tot aangezicht. Was dit niet in het kort de weergave van Mozesʼ leven? “Zoals Mozes, dien de HERE gekend heeft van aangezicht tot aangezicht, is er in Israël geen profeet meer opgestaan” (Deut. 34:10). En als dat plaatsvindt, komt u op een punt waar u rechtstreekse geestelijke kennis van God ontvangt, rechtstreekse aanraking met God, de plaats van de open hemel, en u kunt onmogelijk meer iemand zijn die in een compromis leeft, die afwijkt van wat God aan uw hart heeft laten zien. Wat zegt de apostel van Mozes? “Mozes was getrouw in geheel zijn huis als dienaar” (Hebr. 3:5); en de trouw van Mozes zien we vooral en voornamelijk in de wijze waarop hij zich nauwgezet liet leiden door wat God zei. U weet wat in de laatste hoofdstukken van Exodus telkens en telkens weer herhaald wordt: “zoals de HERE Mozes geboden had”. Alles werd gedaan zoals God zei; in alles wat Mozes moest maken en oprichten was hij tot in het kleinste detail nauwgezet. Wij weten uiteraard waarom, en hier hebben we die geweldige, allesomvattende verklaring van wat ik gezegd heb over principes: God heeft te allen tijde, in alle details Christus op het oog, en dat hele systeem dat Mozes instelde was een nauwgezette uitbeelding van Christus. Daarom was het noodzakelijk dat hij in elk detail nauwgezet was. Het is een moeilijke weg die veel kost, maar u kunt geen openbaring ontvangen en door blijven ontvangen, en tegelijkertijd water bij de wijn doen in allerlei kleinigheden en ze anders doen dan zoals God het wil. U kunt u niet meer laten leiden door diplomatie of beleid of publieke opinie. U kunt u alleen maar laten leiden door wat de Heer in uw hart over Zijn voornemen gezegd heeft door openbaring. Dat is profetische bediening. Profeten waren geen mensen die zich aanpasten en zich schikten in iets dat betrekkelijk goed was. Ze gaven zich nooit geheel als iets slechts vergelijkenderwijs goed was. Kijk maar naar Jeremia. Op zekere dag in Jeremiaʼs leven kwam er een goede koning die alles 7
probeerde te herstellen. Hij liet een geweldig Pascha vieren en de mensen kwamen met duizenden om dat Pascha te vieren; het was iets geweldigs. Er waren grote dingen gaande in Jeruzalem, maar in dat alles, ook al was het goed, ging Jeremia niet mee. Hij had een voorbehoud en hij had gelijk. Later bleek dat het voornamelijk iets uitwendigs was geweest en dat het hart van het volk niet veranderd was. De hoogten werden niet afgebroken, en Jeremiaʼs oorspronkelijke profetie gold nog. Als de ogenschijnlijke hervorming echt geweest was, waren Jeremiaʼs profetieën aangaande de ballingschap, de verwoesting der stad en het volkomen oordeel waardeloos gebleken. Jeremia werd innerlijk tegengehouden. Misschien heeft hij het niet begrepen, misschien was hij wel van zijn stuk, maar zijn hart stond hem niet toe met dit ogenschijnlijk goede mee te gaan. Later ontdekte hij de reden daarvan. Ook al was het tot op zekere hoogte goed, er was geen diepgaande verandering van het hart, en daarom moest het oordeel komen. De profeet kan niet volledig aanvaarden wat slechts betrekkelijk goed is, ook al verheugt Hij zich over de mate van verbetering. Uiteraard behoren we dankbaar te zijn voor alles wat juist is en waar en van God, maar we kunnen niet zeggen dat dit het is wat het hart van God volledig bevredigt, dat dit alles is wat de Heer verlangt. Nee, deze profetische bediening houdt een volkomen trouw in aan Gods gedachten. Het is een bediening van nauwgezetheid. Dat is wat de zalving inhoudt en we hebben gezegd waarom — God heeft een volle, volledige Christus op het oog. Die laatste woorden in Openbaring 19:10 vatten het samen. In één zin wordt alle profetische bediening vanaf het begin samengevat. Ik veronderstel dat profetische bediening begonnen is toen er gezegd werd dat het zaad der vrouw de kop van de slang zou vermorzelen. Daarna kwam Henoch die profeteerde, zeggende: “Zie, de Here is gekomen …” (Judas:14), en zo ging het door. Alles wordt samengevat aan het eind van het boek Openbaring in deze gedachte, dat het getuigenis van Jezus de geest der profetie is. Dat wil zeggen dat vanaf het begin de geest der profetie daarop gericht was: het getuigenis van Jezus. De geest der profetie heeft aldoor Hem op het oog gehad, vanaf de eerste profetie, “het zaad der vrouw”, tot aan: “Zie, de Here is gekomen” (merkwaardig hoe reeds van meet af aan begin en einde samenkomen!) En zo ging het door het hele Oude Testament heen altijd om de Here Jezus, een volledige Christus. “En Hij heeft … profeten gegeven … totdat wij allen … de volheid van Christus bereikt hebben.” Dat is het einde, en God kan nooit met iets minder genoegen nemen dan de volheid van Zijn Zoon, uitgedrukt door de gemeente. De gemeente behoort de volheid van Hem te zijn, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. Daartoe dient de profetische bediening, tot de volheid van Christus, Christus alles in allen, Christus allesomvattend. Het moet alles Christus zijn, van binnen en van buiten, Christus, de eerste en de laatste, Christus in het geheel en Christus in ieder detail. En als u Christus ziet door openbaring, kunt u nooit iets accepteren dat minder is of anders. U hebt gezien, en dat bepaalt alles. De weg tot Gods doel is zien door de Heilige Geest, en dat zien is de basis van deze profetische bediening. Ik denk dat ik het hierbij moet laten. Als we de aard van de bediening zien, zien we meteen hoe het instrument moet zijn. Het instrument kan een persoon zijn die zoʼn bediening vervult, maar het kan ook collectief zijn. Het gaat om de vitale functie, die vervuld wordt. God wil dat de man en de functie identiek zijn, niet de man en een professionele of officiële positie met een titel, wat die titel dan ook moge zijn. Niemand hoeft rond te trekken en zich als profeet bekend te maken, maar God geve dat er in onze tijd een profetische bediening zal opstaan, zodat Zijn gehele voornemen aangaande Zijn Zoon opnieuw bekend gemaakt wordt aan Zijn volk. Dat is hun nood en tevens de Zijne. 8
Hoofdstuk Twee - Een Stem Die Men Kan Missen “Want die te Jeruzalem wonen, en hun oversten hebben, omdat ze Hem niet kenden, noch de stemmen der profeten, die op elke sabbat gelezen worden, de Schriften vervuld door Hem te veroordelen” (Hand. 13:27, Eng.V.). Deze tekst is van grote betekenis en omvat een heel stuk geschiedenis, maar de onmiddellijke betekenis ervan is, dat als deze mensen — zij die te Jeruzalem wonen en hun oversten — werkelijk de dingen van God gekend hadden, ze heel anders gehandeld zouden hebben dan ze nu deden. Iedere week, sabbat na sabbat, jaar in jaar uit hoorden ze de Schriften. Maar, omdat ze niet werkelijk inzagen wat hetgeen ze hoorden betekende, handelden ze volkomen in strijd met dat wat ze hoorden, hoewel ze onder de soevereiniteit Gods, door deze handelwijze Gods Woord vervulden. Dit is zeker een waarschuwend woord. Het geeft een verschrikkelijke mogelijkheid aan, namelijk dat je telkens weer hetzelfde kunt horen en toch de betekenis ervan mist; dat je je in strijd met je eigen belangen kunt gedragen, waarmee je je eigen ondergang bewerkt, terwijl het zo anders gekund had. Waar het om gaat is dit: er is een stem in de profeten die je kunt missen, een betekenis die niet verstaan wordt, en de gevolgen kunnen rampzalig zijn voor degenen die het betreft. “De stemmen der profeten” suggereert dat er iets achter de woorden van de profeten ligt. Er is een “stem”. Misschien horen we een geluid, misschien horen we de woorden, en toch niet de stem die erachter ligt. Dit is wat onze tekst naar voren brengt, dat men week in week uit, maand in maand uit, jaar in jaar uit, de profeten hoorbaar gelezen heeft, en toch hebben zij die het hoorden, de stem niet gehoord. Wat nodig is, is dat we de stem van de profeten horen. Als u dit dertiende hoofdstuk van Handelingen in zijn geheel leest, zult u tot de ontdekking komen dat dit fragmentje in een heel belangrijke context staat. Dit hoofdstuk is het begin van een nieuwe ontwikkeling. Daar in Antiochië waren enkele broeders bij elkaar, onder anderen Saulus, en de Heilige Geest zei: “Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.” Dat was een nieuwe ontwikkeling, iets vérstrekkends, een uitgaan. Maar u hebt het hoofdstuk nog niet uit voordat u een andere crisis tegenkomt, die onvermijdelijk werd toen er in een zekere plaats een grote menigte samenkwam en de Joden, die weigerden het Woord te gehoorzamen, een rel ontketenden. De apostelen zeiden toen het volgende: “Het was nodig, dat eerst tot u het woord Gods werd gesproken, doch nu gij het verstoot en u het eeuwige leven niet waardig keurt, zie, nu wenden wij ons tot de heidenen” (vs. 46); en zij baseerden zich op een aanhaling uit de profeet Jesaja (49:6): “Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen”. Dit waren mijlpalen in de geschiedenis van de gemeente. Men keerde zich af van de Joden als volk, en wendde zich bewust tot de heidenen, om hen binnen te brengen. De reden was dat de Joden deze profeten sabbat na sabbat gehoord hadden, maar hun stem niet. Grote dingen zijn afhankelijk van het wel of niet horen van de stem. Het niet-horen kan tot onherstelbaar verlies leiden. Dat was zo in het geval van Israël, maar aan de andere kant verblijdden de heidenen zich. Er staat in vers 48: “Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren”. Het is geen geringe zaak om een oor te hebben om te horen en er acht op te geven. Oudtestamentische profeten in het Nieuwe Testament We willen nu wat nader ingaan op “de stemmen der profeten”. Een feit van groot belang is, dat de profeten zoʼn grote plaats in het Nieuwe Testament innemen. Bent u wel eens nagegaan hoe groot die plaats is? Zoals u weet wordt in de evangeliën heel veel geciteerd 9
uit de zogenaamde “grote” profeten. “Opdat vervuld zou worden hetgeen gesproken was door de profeet …” Hoe vaak komt dat zinnetje niet in de evangeliën voor! Alleen al bij de geboorte van de Here Jezus worden dikwijls de grote profeten geciteerd. En als u van de evangeliën naar Handelingen en de Brieven gaat, ziet u daar veel citaten uit de zogenaamde kleine profeten — niet klein omdat ze minder belangrijk waren dan de andere, maar omdat ze veel minder geschreven hebben. Het is van zeer grote betekenis dat deze kleine profeten zo vaak aangehaald worden in het Nieuwe Testament, meer dan vijftig keer in totaal. Profeten — mannen met visie Hieruit komen twee factoren naar voren. De ene betreft de profeten zelf: waarom hebben zij zoʼn grote plaats in het Nieuwe Testament? Het antwoord hierop is eigenlijk weer een vraag: wat is de betekenis van de profeten? Zij zijn “zieners” (1 Sam. 9:9); zij zijn mensen die zien en zodoende functioneren als ogen voor het volk van God. Zij zijn mannen met visie. En het feit dat ze zo vaak in het Nieuwe Testament aangehaald worden toont aan hoe ongelooflijk belangrijk geestelijke visie is voor het volk van God. De tweede factor is uiteraard de visie zelf, maar ik wil er nu niet over uitweiden wat die visie precies inhoudt. Ik geloof dat de Heer nu voornamelijk het grote belang van geestelijke visie wil beklemtonen. Zonder die visie zal het volk van God zijn roeping nooit kunnen vervullen. Visie geeft het leven een doel We willen nu iets zien van de plaats die visie, geestelijk zien, inneemt. Het heeft niets te maken met visionair zijn. Het is iets heel bepaalds, iets heel concreets, het is de visie. De profeten wisten waar ze over praatten — niet over abstracte ideeën, maar over iets heel bepaalds. Visie is heel specifiek, iets wat de Heer na aan het hart ligt en dat het leven domineert van hen die het ontvangen hebben, helder, duidelijk, precies, specifiek. Het gaat hun hele leven beheersen, zodat hun hele bestaan er om draait. Zulke mensen weten waarom ze bestaan; ze kennen het doel waarvoor ze leven en kunnen het ook onder woorden brengen; hun horizon wordt daardoor bepaald; het vult hun leven. Het is een doel dat alle dingen in hun leven bepaalt. Ze leven niet zomaar hier op aarde en doen van alles tot ze hun einde bereiken, maar alle dingen in het menselijk leven zijn verbonden met dit duidelijke, allesbeheersende doel. Zoʼn visie geeft het leven zijn betekenis. Het is niet nodig dat ik u meeneem door de geschiedenis van Israël en aantoon hoe alles door deze waarheid bepaald werd. Toen Israël recht stond voor God, was het inderdaad zo dat alles om dat ene doel ging; dat bepaalde inderdaad alle dingen. En voordat we verder gaan willen we herhalen dat we al deze profeten, die de ogen van God voor het volk waren en een belichaming van Gods gedachte en doel voor hen, hun goddelijke roeping, Gods verklaring van hun bestaan, terugvinden in het Nieuwe Testament, in de tijd van de gemeente. Dat houdt in dat de gemeente ook zo zal moeten zijn als ze werkelijk in Gods weg wil gaan. De gemeente moet kunnen zien, beheerst door een specifiek doel en visie, en weten waarom ze bestaat, zonder enige twijfel daaromtrent, volkomen overgegeven aan dat doel, zodat ze alle andere dingen in het leven daarmee in overeenstemming brengt. Onze houding dient zo te zijn, ook al hebben we in deze wereld noodzakelijkerwijs van alles te doen. We moeten ons brood verdienen en ons dagelijks werk doen, maar toch is er iets anders dat alles bepaalt en dat is een goddelijke visie. Al het andere moet buigen voor dat ene goddelijke doel. Dit is de eerste verklaring van het feit dat de profeten zoʻn grote plaats in deze bedeling innemen. Als u zelf alle teksten nagaat in het Nieuwe 10
Testament zult u zien hoe de profeten worden aangehaald en toegepast in de verschillende aspecten van het gemeenteleven. Dat is zeer indrukwekkend. Visie maakt één Deze visie, de visie, maakte Israël één en hield het sterk. Wanneer de visie hun duidelijk voor ogen stond, wanneer hun ogen open waren en ze konden zien, wanneer ze op één lijn waren met Gods voornemen, wanneer ze beheerst werden door dat doel waartoe God hen geroepen had, waren ze één volk, één gemaakt door de visie. Ze hadden een zuiver oog (eenvoudig S.V.). Dat kleine zinnetje “Indien uw oog zuiver is …” (Eng.Vert.: enkelvoudig; Mat. 6:22), betekent veel meer dan we misschien tot nu toe beseft hebben. Een zuiver oog maakt ons hele leven en gedrag één. Als u een man of vrouw bent van “één ding”, zal alles daaraan ondergeschikt worden. Dat hoeft op zich niet altijd iets fijns te zijn, maar in dit geval wel. Mensen die bezeten zijn van één ding, van iets geobsedeerd zijn zodat ze daar alleen maar over kunnen praten, zijn dikwijls moeilijke en lastige mensen. Maar er is ook een juiste, een goddelijke manier, waarop Gods kinderen mensen met een zuiver, enkelvoudig oog zijn, door één gedachte gegrepen. Die zuiverheid van oog coördineert alle dingen in ons leven. Tijdens de zeldzame periodes dat Israël zo was, waren ze wonderbaar één als volk. Aan de andere kant zien we dat ze, zodra de visie wegebde, verbrokkelden; ze werden verdeeld en gescheurd. Dan waren het mensen met allerlei verschillende belangen en activiteiten die ruzie maakten met elkaar. Hoe waar is dat woord in Spreuken 29:18: “Daar waar geen visie is, komt het volk om” (valt het uiteen, Eng.V.) En zo ging het ook met Israël. Zie maar hoe het ten tijde van Eli ging, toen er geen “openbaar gezicht” was (1 Sam. 3:1 S.V.), geen visie, zoals de Engelse vertaling zegt. Wat een gedesintegreerd volk was het, wat een onsamenhangend geheel! Dat gebeurde vele malen. De visie was een verenigende, samenbundelende kracht, die het volk tot een hechte eenheid maakte. En in die eenheid lag hun sterkte, en geen vijand kon ze weerstaan. Zie hoe ze triomfantelijk optrokken naar Jericho! Zolang ze dat ene doel voor ogen hadden, kon niemand voor hen standhouden. Hun sterkte lag in hun eenheid, en hun eenheid lag in hun visie. De vijand weet wat hij doet als hij de visie wegneemt of verwart: hij verdeelt het volk van God. Visie — een verdedigende kracht Wat een verdedigende kracht is visie op deze wijze! De vijand heeft heel weinig kans als wij een volk zijn dat gericht is op één ding! Als wij allerlei verdeelde en persoonlijke interesses hebben, kan de vijand heel wat vernieling aanrichten. Maar hij krijgt geen kans wanneer iedereen gericht is op één goddelijk doel. Hij moet ons op de een of andere wijze verdelen, ons in verwarring brengen, ons uit elkaar slaan, voordat hij zijn werk kan doen en Gods doel verhinderen. Al die trekken van zelfmedelijden en eigenbelang, die voortdurend binnen willen sluipen en willen roven, kunnen nooit binnen komen als de visie ons helder voor ogen staat en wij daar als één volk op gericht zijn. Het is ongelooflijk verdedigend. De apostel zegt ons in Romeinen 12:11 dat we “in ijver onverdroten” moeten zijn en “vurig van geest” de Here moeten dienen. Moffatt vertaalt “vurig van geest” als “de geestelijke vuurgloed in standhouden”. Als we van ganser harte gericht zijn op dat ene doel van God, beschermt dat ons op wonderbare wijze. Als Gods volk zo is, sluiten zich de bressen en alles wat wil binnensluipen om af te leiden en te verlammen wordt weerstaan. Visie — vastberadenheid en groei
11
Visie was als een vlam in de profeten. Deze mannen waren als vlammend vuur. Ze waren in geen enkel ding neutraal; ze waren agressief, nooit passief. Dat is het gevolg van visie. Als u werkelijk gezien hebt wat de Heer verlangt, kunt u niet halfhartig zijn. U kunt niet passief zijn als u werkelijk ziet. Zoek iemand die gezien heeft, en u treft een positief leven aan. En omgekeerd, iemand die niet ziet, niet zeker is, niet duidelijk, leeft een neutraal, negatief leven waar niets van uitgaat. Deze profeten waren mannen als vuurvlammen, omdat ze zagen. En toen Israël wandelde naar de goddelijke roeping, was het positief en agressief. Toen de visie verdween, hield dat op, toen draaide het om henzelf; ze trokken in kringetjes rond en kwamen nergens. Deze agressiviteit, die de vrucht is van het zien, geeft de Heer de basis die Hij nodig heeft om ons te vormen en te disciplineren. Het betekent niet dat we nooit meer fouten zullen maken. In het Nieuwe Testament ziet u dat zelfs een gekruisigd man als Paulus fouten kon maken. Petrus, zo gebruikt en zo getuchtigd door de Heer, kon ook fouten maken. Ja, apostelen konden fouten maken. En profeten ook. “Wat doet gij hier, Elia?” (1 Kon. 19:9). Dat betekent zoiets als: “Je hebt hier niets te maken”. Profeten en apostelen konden inderdaad fouten maken, en ze deden het ook, maar we kunnen dit zeggen: omdat ze gezien hadden en volkomen toegewijd waren aan datgene wat ze van Gods hart gezien hadden, kon de Here op overvloedige wijze binnenkomen in hun fouten, ze in Zijn soevereiniteit terzijde schuiven en Zijn dienstknechten iets meer van Hemzelf en Zijn wegen leren. Dit ligt heel anders bij mensen die geen duidelijke visie hebben. Ze menen het niet ernstig, zijn niet volkomen toegewijd, leren nooit iets van de Heer. Alleen mensen die zich toewijden, die alles opgeven voor het licht dat de Heer hen gegeven heeft, ontdekken hun fouten — de fouten van hun ijver — en leggen die in de soevereine handen van de Heer. Dan kan de Here hen onderwijzen, juist door die fouten heen, wat Zijn gedachten zijn, hoe Hij de dingen doet, en hoe Hij ze niet doet. Als we blijven wachten in onzekerheid en niets doen voordat we alles weten, zullen we niets leren. Hebt u nooit opgemerkt dat alleen de mannen en vrouwen van wie de harten in brand staan voor God, die werkelijk iets van de Here gezien hebben en machtig gegrepen zijn door wat ze gezien hebben, de mensen zijn die iets leren? De Here onderwijst hen. Hij staat niet toe dat hun blunders en fouten hen ten onder doen gaan. In Zijn soevereiniteit grijpt Hij in en op den duur kunnen zij zeggen: Ja, ik heb verschrikkelijke blunders gemaakt, maar de Here heeft op wonderbare wijze voorzien en zelfs iets goeds daaruit voortgebracht. Als we zo zijn dat onze visie, van de Heer verkregen, ons hele wezen beheerst, zal de Here voor ons zorgen zelfs als we fouten maken, omdat Zijn belangen op het spel staan. Zijn belangen en niet de onze liggen ons het naast aan het hart. De profeten en apostelen leerden juist door hun fouten de Here op wonderlijke wijze kennen, want hun fouten kwamen niet voort uit hun eigen koppige wil, maar uit een echte liefde voor God en voor wat Hij hen had laten zien over Zijn voornemen. Visie geeft overwicht aan Gods volk Nu willen we opmerken dat de plaats die God voor Israël bestemd had, verheven boven alle volkeren der aarde, als een instrument van geestelijke heerschappij, gebaseerd was op visie. De Here had hun beloofd dat geen enkel volk over hen zou heersen. Zijn gedachte voor hen was dat ze “een hoofd en niet een staart” zouden zijn (Deut. 28:13). Maar dat zou niet buiten hen om gaan, los van hun toestand en situatie. Ze konden slechts hoofd zijn en geen staart als ze gezamenlijk als volk de visie vasthielden, daardoor beheerst en verenigd. Alleen dan zouden ze een positie van overwicht kunnen innemen. 12
En dat brengt ons weer bij die profeten, de latere profeten van Israël. Waarom waren de profeten er? Omdat Israël zijn positie verloren had. Assyrië, Babylon en de rest hadden de overhand over hen omdat ze hun visie verloren hadden. In de zogenaamde kleine profeten leest u hier veel over. “Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis” (Hosea 4:6). Dit is de toon van al die profeten. Waarom is de situatie zo? Waarom is Israël overgeleverd aan zijn vijanden? Het antwoord is: ze hebben hun visie verloren. De profeet probeert hen terug te brengen tot de visie. De profeet heeft de visie, hij functioneert als de ogen van het volk; hij roept hen terug naar datgene waartoe God hen uitverkoren had, om hun opnieuw te laten zien waarom Hij hen afgezonderd had uit de volkeren. Visie — nodig voor ieder kind van God We hebben de nadruk gelegd op het belang van visie. Misschien vraagt u zich af waar dit alles toe leidt. U zegt misschien: Wat is de visie dan? Daar gaan we nu niet op in (in een van de volgende hoofdstukken gaat T.A.-S. hier uitvoerig op in, vertaler). Waar het ons nu om gaat is dat visie noodzakelijk is, absoluut noodzakelijk voor de gemeente in onze tijd, voor u en mij. En hoewel het voornamelijk iets is van de gemeente (corporatief), iets dat in Gods volk aanwezig dient te zijn, ook al is dat volk niet meer dan een overblijfsel, een klein groepje onder het volk van God, toch moet het tevens persoonlijk zijn. U en ik individueel moeten zover komen dat we kunnen zeggen: “Ik heb het gezien, ik weet wat God verlangt!” Als men ons zou vragen waarom de gemeente is zoals ze is in onze tijd, zo machteloos en zo verdeeld, en wat er nodig is om daarin verandering te brengen en haar hemels te maken, zouden we dan antwoord kunnen geven? Is het aanmatigend om te beweren dat wel te kunnen? De profeten wisten het, en vergeet niet dat de profeten, of ze nu in het Oude Testament of in het Nieuwe Testament leefden, geen geïsoleerde groep mensen waren, geen klasse apart met een officiële functie. Zij waren de ogen van het Lichaam. Zij waren in Gods gedachten, het volk van God. U kent dat principe. We zien dit bijvoorbeeld bij de hogepriester. God zag op die ene hogepriester alsof hij heel Israël was, en handelde met geheel Israël op grond van de toestand van de hogepriester, hetzij goed of slecht. Als de hogepriester slecht was — “en Hij deed mij de hogepriester Jozua zien, … met vuile klederen bekleed” (Zach. 3:1-5) — dan was dat Israël; God handelde met Israël als was het één man. Hetzelfde met de profeet. Daarom is de profeet zo verweven met de toestand en het leven van het volk. Luister maar naar het gebed van de profeet Daniel. Persoonlijk was hij niet schuldig, persoonlijk had hij niet gezondigd zoals het volk, maar toch nam hij alle schuld op zich en sprak alsof het zijn verantwoordelijkheid was, alsof hij de grootste zondaar was. Er is zoʼn eenheid van de profeten met de toestand van het volk, in ervaring, in lijden, dat ze zichzelf onmogelijk kunnen zien als functionarissen, die los van dat alles er van buitenaf tegen spreken. Nee, ze zijn er in, zij zijn het. Wat ik wil zeggen is dit, dat we geen visie hoeven te krijgen door een speciale groep mensen, dienaren, profeten en apostelen. Ze zijn hier slechts om ons ervan bewust te maken wat wij behoren te zijn voor God, om ons voortdurend op te porren en te zeggen: Kijk hier, zo wil God dat jullie zijn. En daarom behoort het van ieder van ons persoonlijk waar te zijn dat we de betekenis van deze profetische bediening verstaan. De gemeente is geroepen om een profeet voor de volkeren te zijn. Mag ik mijn vraag herhalen: Kunt u zeggen wat de gemeente in onze tijd nodig heeft? Zou u de situatie zoals die is kunnen interpreteren in het licht van wat de Here u heeft laten zien in uw hart? God heeft zulke mensen nodig, die in meerdere of mindere mate de sleutel tot de situatie hebben. Het moet persoonlijk zijn. Visie vereist moed 13
Maar vergeet niet dat er ongelooflijk veel moed voor nodig is. O, de moed van deze profeten! — moed tegenover compromis en politiek. O, de rampzalige gevolgen van politiek, van schipperen, van allerlei overwegingen! “Misschien verliezen we een kans als we zo radicaal zijn. Als we deze positie innemen, worden onze kansen om de Here te dienen dan niet minder?” Dat is politiek en het heeft rampzalige gevolgen. Menigeen die iets gezien heeft, en daarover begon te spreken, heeft een dergelijke reactie van zijn eigen broeders en zusters gekregen, van hen voor wie hij verantwoordelijk was, zodat hij terugkrabbelde. “Het is gevaarlijk om daarmee door te gaan”. Politiek! Nee, zo waren de profeten niet. Zijn wij toegewijd omdat wij gezien hebben? Het zal iets kosten, en het is beter om dat meteen maar onder ogen te zien. We lezen in Hebreeën 11 dat kleine zinnetje “ze zijn doormidden gezaagd”. De overlevering zegt dat dit betrekking had op de profeet Jesaja, dat hij degene was die doormidden werd gezaagd. Lees Jesaja 53. Er is niets subliemer in het hele Oude Testament en daarvoor werd hij doormidden gezaagd. Had hij het bij het rechte eind? Ja zeker, anders zouden wij geen christen zijn. Maar de duivel was er niet blij mee en dus werd Jesaja doormidden gezaagd. Visie hebben en daar voor honderd procent voor staan, is iets geweldigs, maar er zijn ook hoge kosten aan verbonden. We laten het voorlopig hierbij. Maar ik vraag u wel of u er mee naar de Heer wilt gaan en wilt zeggen: Hoeveel heb ik gezien? Heb ik, na alles wat ik gehoord heb, na alle conferenties en samenkomsten die ik bijgewoond heb, de stem van de profeten wel gehoord? Ik heb de sprekers hun toespraken horen houden, maar heb ik de stem gehoord? Als dat inderdaad zo is, zal dat verstrekkende gevolgen hebben. Zo niet, dan is het tijd dat we hiermee naar de Heer gaan. Dit mag zo niet doorgaan! Wat gebeurde er in Handelingen 13? Horende hebben ze niet gehoord; maar daar waar wel een oor was, gebeurden er geweldige dingen.
14