PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) onderdeel Belastingwetgeving
De beschikbare tijd is 2 uur.
Op de netheid van het werk zal worden gelet.
Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met de uitwerkingen te worden ingeleverd.
Opgave I (20 punten) Deze opgave heeft betrekking op de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen en de Loonbelasting. De opgave bestaat uit 10 meerkeuze vragen. Vermeld op het uitwerkpapier het meest juiste alternatief. Ieder juist antwoord levert 2 punten op. In de volgende stellingen gaat het over de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen 1)
Waar een persoon woont of gevestigd is A. hangt af van waar die persoon staat ingeschreven. B. wordt beoordeeld naar de omstandigheden. C. hangt af van de inschrijving in de basisadministratie. D. is in elke wet afzonderlijk geregeld.
2)
Welke bewering is of welke beweringen zijn juist? I. Degenen die Nederland metterwoon hebben verlaten en binnen één jaar metterwoon terugkeren, worden geacht ononderbroken in Nederland te hebben gewoond. II. Personen die in diplomatieke of consulaire ambtenaar in dienstbetrekking staan tot de staat der Nederlanden worden geacht in Nederland te wonen. A. Alleen I is juist B. Alleen II is juist. C. I en II zijn beide juist D. I en II zijn beide onjuist
3)
De rijksbelastingen worden in afzonderlijke wetten geregeld en zijn in de volgende soorten te onderscheiden: A. directe belastingen, indirecte belastingen, accijnzen, retributies. B. belastingen, accijnzen, rechten. C. directe belastingen, indirecte belastingen, accijnzen, rechten. D. directe belastingen, indirecte belastingen, rijksheffingen, accijnzen, rechten.
4)
Welke van de volgende wetten vallen onder het formele recht? A. AWR en Invorderingswet. B. Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. C. Omzetbelasting en loonbelasting. D. Alleen de bezwaar- en de beroepsmogelijkheden.
5)
Welke bewering is of welke beweringen zijn juist? I. De AWR stelt geregistreerd partnerschap gelijk aan het huwelijk voor de toepassing van belastingwetten. II. De inkomstenbelasting is een aanslagbelasting. A. Alleen I is juist B. Alleen II is juist C. I en II zijn beide juist. D. I en II zijn beide onjuist
Examen MBA Belastingwetgeving
1/8
In de volgende stellingen/beweringen gaat het over de Loonbelasting. Bij de beantwoording moet u aangeven of de stelling juist of onjuist is. 6)
De arbeidskorting is een heffingskorting die aan alle loonbelastingplichtigen toekomt.
7)
Het loon van een Nederlander die in Maastricht woont en in Duitsland werkt voor een bedrijf dat is gevestigd in Venlo valt onder de Nederlandse loonbelasting.
8)
De loonbelasting wordt geheven van het bruto loon.
9)
Directeur/grootaandeelhouder (dus aanmerkelijk belanghouder) Pietersen van Pietersen BV verdient contractueel € 36.000,- per jaar. Over dit bedrag is ook loonbelasting ingehouden. Tijdens een controle denkt de controlemedewerker van de belastingdienst daar anders over. Pietersen BV is inderdaad van het verkeerde loon uitgegaan.
10) Klaas de Vries krijgt vanwege zijn 25-jarig ambtsjubileum van zijn collega’s een weekendje naar Parijs aangeboden. De waarde hiervan bedraagt € 850,-. Dit valt onder het loonbegrip.
Examen MBA Belastingwetgeving
2/8
Opgave 2 (20 punten) Deze opgave heeft betrekking op de inkomstenbelasting. De heer Du Prie (42 jaar oud) is zelfstandig ondernemer te Den Haag en exploiteert een groothandel in huishoudelijke artikelen. Du Prie bezit een groot bedrijfsterrein. Dit terrein (het geheel), dat hij destijds voor € 200.000 heeft aangeschaft, gebruikt hij geheel voor de uitoefening van zijn bedrijf. Du Prie heeft in 2012 aan een aannemer de opdracht gegeven om op een deel van het bedrijfsterrein een woonhuis te bouwen met daaraan verbonden een extra opslagruimte. Het gehele complex werd per 1 augustus 2012 opgeleverd en op dezelfde datum is de familie Du Prie van een huurwoning in Rijswijk naar het betreffende woongedeelte van het nieuwe complex verhuisd. Met betrekking tot het nieuwe complex zijn de volgende gegevens bekend: € 30.000 - aanschafprijs ondergrond van het bedrijfsgedeelte € 20.000 - aanschafprijs ondergrond van het woongedeelte € 250.000 - bouwkosten bedrijfsgedeelte € 350.000 - bouwkosten woongedeelte Totaal
€ 650.000
De WOZ-waarde van de woning bedraagt € 350.000. De afschrijving bedraagt 2% per jaar, terwijl de restwaarde nihil is. 11) De heer Du Prie overweegt het woongedeelte in privé te houden. Beredeneer of dit mogelijk is. (2 punten) 12) Besloten wordt alles (de opstallen) als ondernemingsvermogen te beschouwen. Geef aan voor welk bedrag het pand met ondergrond per ultimo 2012 op de fiscale balans moet worden geactiveerd. (2 punten) 13) Bereken het bedrag waarvoor het pand met ondergrond een rol speelt bij de berekening van de eventuele investeringsaftrek. (3 punten) 14) Geef de consequenties aan die het wonen, zoals gegeven, heeft voor de fiscale winstberekening. (3 punten) In 2011 ontstond een meningsverschil tussen de heer Du Prie en een importeur inzake een geleverde partij met een inkoopprijs van € 15.000. Met name ging de discussie over de kwaliteit van de geleverde producten. De rekening werd door Du Prie nog niet betaald en stond eind 2011 gepassiveerd op de balans voor het nominale bedrag (dus € 15.000,-). In de loop van 2012 werd duidelijk dat de importeur genoegen nam met een bedrag van € 10.000. 15) Beredeneer of het mogelijk is dat art. 3.13 lid 1 letter a Wet IB toegepast kan worden. (3 punten)
Examen MBA Belastingwetgeving
3/8
In januari 2011 jaar is Du Prie met zijn gezin naar de Verenigde Staten geweest. De hele familie ging mee. Volgens de heer Du Prie was deze reis nodig om de markt in de Verenigde Staten te bestuderen. De totale reis- en verblijfkosten bedroegen € 4.000 en Du Prie wenste deze kosten als ondernemingskosten te boeken. 16) De inspecteur weigert bij de regeling van de aangifte over het jaar 2011 deze kosten als “kostenpost” te accepteren. Motiveer of dit terecht is. (3 punten) Du Prie heeft een kostenegalisatiereserve gevormd voor de uitgaven van het vervangen van het dak van de oude opslagruimte. Deze vervanging moet in jaar 10 plaatsvinden. Du Prie is in jaar 1 begonnen met de vorming van de reserve, meteen na de vorige vervanging van het dak. De kosten van vervanging werden toen geschat op € 50.000. 17) Op grond van welk wetsartikel mag hij in de loop van die 10 jaar rekening houden met deze kosten en bereken welk bedrag Du Prie in jaar 4 ten laste van zijn winst mag brengen. (4 punten)
Examen MBA Belastingwetgeving
4/8
Opgave 3 (20 punten) Deze opgave heeft betrekking op de loonbelasting. 18) Samantha Moot is op 1 april 2012 in loondienst getreden als administratrice bij Taxibedrijf van der Veer BV. a. Hoe dient van der Veer BV bij indiensttreding de identiteit van Samantha vast te stellen? (2 punten) b. Wat moet hiervoor bij de loonadministratie worden bewaard? (2 punten) c. Hoe lang moeten deze bescheiden worden bewaard? (2 punten) 19) In 2012 doen zich bij vervoersbedrijf van der Veer BV de volgende gebeurtenissen (a t/m c) voor. a.
b.
c.
Van der Veer BV kent een collectieve ongevallenregeling. Deze houdt in dat als de werknemer tijdens de dienstbetrekking door een ongeval komt te overlijden, de nabestaanden € 20.000,- ontvangen. De werkgever betaalt voor Samantha maandelijks € 50,- premie. Geef hierbij aan wat de gevolgen voor de loonheffing zijn, zowel voor de aanspraak als voor de eventuele uitkering. (4 punten) Samantha krijgt van haar werkgever een mobiele telefoon en een laptop ter beschikking. Zowel de telefoon als de laptop worden nagenoeg geheel zakelijk gebruikt. Incidenteel gebruikt zij deze ook voor privédoeleinden. Geef aan wat de gevolgen voor de loonheffing zijn, zowel voor het gebruik van de mobiele telefoon als voor de laptop. (2 punten) Van der Veer BV heeft voor drie halve dagen een werkster voor het schoonmaken van het kantoor in dienst. De werkster ontvangt hiervoor een maandelijkse vergoeding van € 400,. Geef aan wat de gevolgen voor de loonheffing zijn in verband met de maandelijkse vergoeding van € 400,-. (4 punten)
20) Stephan is 28 uur per week werkzaam bij een supermarkt. Op 1 februari 2012 is hij tevens bij een horecabedrijf in dienst getreden voor 8 uur per week. Zijn maandloon bij het horecabedrijf bedraagt € 960,-. Toen Stephan bij het horecabedrijf in dienst trad, heeft Stephan echter geweigerd om zijn paspoort aan zijn nieuwe werkgever te overleggen. Wat is het gevolg voor de loonbelasting van de weigering van Stephan om het paspoort aan het horecabedrijf te overleggen? Motiveer uw antwoord met de wettelijke bepaling. (2 punten) 21) Fred van Dongen is een gepensioneerd werknemer en woont in Spanje. Aan pensioen, ter zake van zijn in Nederland verrichte arbeid, ontvangt hij maandelijks bruto € 1.500,-. Het nettobedrag wordt naar een bank in Spanje overgemaakt. Is dit pensioen aan de heffing van loonbelasting onderworpen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? (2 punten)
Examen MBA Belastingwetgeving
5/8
Opgave 4 (20 punten) Deze opgave heeft betrekking op de vennootschapsbelasting. Besloten vennootschap “De Drinkende Broeder BV” heeft over het jaar 2012 een commerciële, tevens fiscale winst behaald van € 250.000,-, dit is de winst volgens de commerciële resultatenrekening vóór de winstverdeling. Na het zien van genoemd resultaat besluit de algemene vergadering van aandeelhouders aan deze gerealiseerde winst de volgende bestemming te gegeven. Tantième directeur-grootaandeelhouder Tantièmes personeel Tantième commissaris niet-aanmerkelijkbelanghouder Dividend Vorming herinvesteringsreserve voor nieuwbouw bedrijfspand Gift aan kerkgenootschap waarvan de directeur-grootaandeelhouder kerkvoogd is (overigens is er geen relatie tussen de vennootschap, het kerkgenootschap en de gemeenteleden). (NB: De gift is per bank betaald) Voorziening voor vennootschapsbelasting Algemene reserve
€ € € € €
25.000,75.000,10.000,25.000,15.000,-
€ € €
10.000,50.000,40.000,-
22) Bereken aan de hand van deze gegevens de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting en motiveer waarom u het bedrag optelt, aftrekt of niets doet. Gebruik voor de berekening (optellen/aftrekken of geen correctie) het schema in de bijlage 1. (14 punten)
BV Rutten heeft de volgende aandelen in haar bezit: a. 50% van BV Samson in Rotterdam b. 10% van Pompidou SA in Frankrijk die aldaar is gevestigd en vrijgesteld is van enige belastingheffing naar de winst c. 4% van el Achmed SA deze vennootschap is in Tunesië gevestigd. 23) Geef per aandelenbezit aan of BV Rutten recht heeft op de deelnemingsvrijstelling? Licht uw antwoord toe. (3 punten)
BV van Niel heeft een fiscaal vermogen per 1 januari 2012 groot € 216.000,- en een fiscaal vermogen per 31 december 2012 groot € 240.000,-. Op de fiscale balans komt de post “te betalen vennootschapsbelasting” (apart) voor. Aan het begin van 2012 bedroeg het saldo op de fiscale balans € 11.300,- en aan het einde van 2012 € 20.000,-. De commerciële winstverdeling over het afgelopen jaar, moet nog plaatsvinden. In 2012 werd € 3.200,- vennootschapsbelasting betaald. 24) Bereken het bedrag dat als onttrekking “vennootschapsbelasting” wordt aangemerkt in de winstberekening via de zogenoemde “vermogensvergelijking” over het jaar 2012. (3 punten)
Examen MBA Belastingwetgeving
6/8
Opgave 5 (20 punten) Deze opgave heeft betrekking op de omzetbelasting (in dit examen wordt uitgegaan, indien van toepassing, van het algemene tarief van 19%). 25) Een architect verkoopt de inboedel van zijn privé-woonhuis. Is hij over deze handeling omzetbelasting verschuldigd? Motiveer uw antwoord. (2 punten) 26) a. b.
Een transportondernemer vervoert een goed van Utrecht naar Den Bosch. Is hij omzetbelasting verschuldigd en naar welk tarief? (2 punten) Een Nederlandse transportondernemer vervoert een goed van Castricum naar Düsseldorf. Waar wordt de dienst verricht? (2 punten)
27) Is ter zake van de volgende handelingen omzetbelasting verschuldigd? a. De slager geeft een kind een plakje worst. b. De slager neemt elk weekeinde voor zijn familie een stuk vlees mee. c. Een aannemer bouwt op een stuk grond van een particulier een woonhuis. d. De stomerij reinigt uw kleding. e. U koopt een tv op afbetaling. f. U erft van een familielid een Friese klok. (1 punt per juist antwoord) 28) Adrie Pechtold, handelaar in boten, heeft begin 2009 aan een particulier een boot verkocht op afbetaling. De boot heeft € 350.000,- incl. btw gekost. De particulier heeft al € 200.000,- betaald, maar de rest heeft Adrie nog niet ontvangen. De particulier is bovendien in geen velden of wegen meer te bekennen. a. Kan Adrie een gedeelte van de omzetbelasting terugvragen aan de inspecteur? Motiveer uw antwoord. (2 punten) b. Zo ja, hoeveel omzetbelasting kan hij terugvragen? (2 punten) 29) De heer Plezier exploiteert een pretpark in Genemuiden genaamd Fun BV. Het pretpark is van veel faciliteiten voorzien (van zwembad tot stacaravans). In het park is ook een winkel gevestigd. In juli 2012 hebben zich o.a. de volgende feiten voorgedaan: 1. Opbrengst verkoop levensmiddelen € 10.000,-. 2. Opbrengst i.v.m. verhuur vaste stenen winkelunit voor de exploitatie van een souvenirwinkel € 4.500,-. 3. Opbrengst verkoop van een stacaravan voor € 5.500,- aan een Duitse caravandealer. De caravan moest afgeleverd worden op het adres van de dealer in Koblenz (Duitsland). Maak voor de beantwoording van deze vraag gebruik van het schema in bijlage 2. Geef aan welke van deze feiten relevant zijn voor de aangifte over de maand juli. Vermeld in uw uitwerking bedrag, geldend percentage en rubriek in de aangifte. Voorbeeld invullen schema: 1) Verkocht boeken voor € 100,- ex BTW.
Feit
Rubriek aangifte
Bedrag opbrengst
Percentage btw
Reden
1
1b
€ 100,00
6%
Tabel 1
Examen MBA Belastingwetgeving
7/8
U kunt zo nodig het model van de aangifte omzetbelasting raadplegen (zie hierna). (4 punten)
EINDE EXAMEN
Examen MBA Belastingwetgeving
8/8
BIJLAGE 1 Uitwerkingenblad met invulschema behorend bij vraag 22)
Plus/min/ geen Commerciële winst
Bedrag
Motivering
€ 250.000,-
Tantième directeurgrootaandeelhouder
Tantième personeel
Tantième commissaris niet AB-houder
Dividend
Herinvesteringsreserve nieuwbouw
Gift kerkgenootschap
Voorziening vennootschapsbelasting
Algemene reserve
Belastbare winst
Examen MBA Belastingwetgeving
BIJLAGE
BIJLAGE 2 Uitwerkingenblad met invulschema behorend bij vraag 29)
Feit
Rubriek aangifte
Bedrag opbrengst
Examen MBA Belastingwetgeving
Percentage btw
Reden
BIJLAGE
Uitwerkingen proefexamen MBA Belastingwetgeving
Opgave 1 (meerkeuzevragen AWR) 1) B 2) C 3) C 4) A 5) C 6) Onjuist (alleen bij in geval van loon uit tegenwoordige arbeid) 7) Juist.(zie art. 2 lid 1 wet LB) 8) Onjuist (zie art. 9: het belastbare loon) 9) Juist. Het minimum bedraagt volgens art. 12a € 42.000,- (jaar 2012) 10) Onjuist. Hij is niet in dienst bij zijn collega’s Score 2 punten per juist antwoord: totaal 20 punten Opgave 2 (Inkomstenbelasting)
Vraag 11) Ja, als er bijzondere omstandigheden zijn zoals in dit geval, waar de bestemming gedeeltelijk is veranderd, is met betrekking tot de grond de verandering van keuze toegestaan. Score: 2 punten Vraag 12) Activering = kostprijs grond + bouwkosten = –/– (afschrijving: 5/12 x 2% van 600.000) = Balanswaarde ultimo =
€ € €
650.000 5.000 (vanaf augustus) 645.000
Score: 2 punten Vraag 13) Alleen voor het bedrijfsgedeelte ad € 250.000. De grond (art. 3.45 lid 1 letter c Wet IB) en de woning (art. 3.45 lid 1 letter d Wet IB) moeten niet op de fiscale balans worden geactiveerd. Score: 3 punten
1/6
Uitwerkingen proefexamen MBA Belastingwetgeving Vraag 14) Privégebruik woning: WOZ-waarde is € 350.000 (art. 3.19 Wet IB). Bijtelling: 1,40% x € 350.000 x 5/12. Score 3 punten Vraag 15) Art. 3.13 lid 1 letter a Wet IB is niet van toepassing; er is namelijk geen sprake van een prijsgeven van een niet voor verwezenlijking vatbaar recht, maar van een bijstelling van een nota voor geleverde diensten/goederen. Dus: Nee, het is geen kwijtschelding. De schuld moet nu worden opgenomen voor € 10.000, waarbij € 5.000 in de winst valt (is terugdraaien van een stukje passivering). De voorraad moet worden afgewaardeerd met € 5.000. Score: 3 punten Vraag 16) Ja, de inspecteur heeft gelijk. De kosten van een vakantie zijn privé-uitgaven, welke naam er ook aan wordt gegeven. Score 3 punten Vraag 17) De kostenegalisatiereserve . Art. 3.53 lid 1 letter a. De toevoeging bedraagt 1/10 x € 50.000 = € 5.000 per jaar. Score: 2 punten voor wetsartikel en 2 punten voor het bedrag. Totaal 4 punten
Opgave 3 (Loonbelasting)
Vraag 18) a. Van der Veer BV dient de identiteit van Samantha vast te stellen aan de hand van een origineel en geldig paspoort of een ander geldig identiteitsbewijs. (Dit mag niet aan de hand van rijbewijs of kopie van een identiteitsbewijs.) b. Van der Veer BV moet een fotokopie van het identiteitsbewijs maken, waarop de foto duidelijk herkenbaar is en de kopie moet duidelijk leesbaar zijn. Deze fotokopie moet bij de loonadministratie worden bewaard. c. De kopie moet ten minste vijf volle kalenderjaren na het einde van de dienstbetrekking bij de loonadministratie worden bewaard. Score: voor elke subvraag 2 punten Totaal dus 6 punten
2/6
Uitwerkingen proefexamen MBA Belastingwetgeving Vraag 19) a. De aanspraak op een uitkering bij overlijden ten gevolge van een ongeval is vrijgesteld. De premie van € 50,– behoort dan ook niet tot het loon. De eenmalige uitkering bij overlijden is vrijgesteld tot maximaal driemaal het loon over een maand. Het meerdere is belast (tegen de tabel bijzondere beloningen). b. Zowel de mobiele telefoon als de laptop wordt nagenoeg geheel zakelijk gebruikt. Dit betekent, dat er geen bijtelling bij het loon hoeft plaats te vinden. c. De vrijstelling voor dienstverlening aan huis is niet van toepassing. Tussen van der Veer BV en de werkster is sprake van een ”normale” dienstbetrekking. Van der Veer BV dient over de loonbetalingen loonheffing en premies af te dragen. Score: Sub a: aanspraak 2 punten uitkering 2 punten. Sub b: telefoon 1 punt pc 1 punt sub c 4 punten Vraag 20) Op grond van art. 26b wet LB dient het anoniementarief van 52% te worden toegepast. Score: 2 punten Vraag 21) Ja, in Nederland. Loon uit vroegere dienstbetrekking in Nederland verricht is belast in Nederland voor de loonbelasting. Score 2 punten
Opgave 4 (Vennootschapsbelasting)
Vraag 22) • tantième van de directeur-grootaandeelhouder kan als loon en als dividend aangemerkt worden. Gezien het feit dat het personeel ook tantième uitgekeerd krijgt, kunnen we ervan uitgaan dat er in dit geval sprake is van loon • tantième personeel is loon • tantième commissaris niet a.b.-houder is loon • dividend is winstuitkering • toevoeging aan de herinvesteringsreserve (= niet-belaste boekwinst) moet gecorrigeerd worden op de winst • gift (art. 16 wet vpb). • de voorziening voor vennootschapsbelasting maakt onderdeel uit van het eigen vermogen (dus geen aftrek post) • de algemene reserve maakt onderdeel uit van het eigen vermogen (idem)
3/6
Uitwerkingen proefexamen MBA Belastingwetgeving
Cijfermatig betekent dit dat de winst ad € 250.000,– moet worden gecorrigeerd met de volgende bedragen: winst € 250.000,– tantième digra – - 25.000,– tantième personeel – - 75.000,– tantième commissaris – - 10.000,– herinvesteringsreserve – - 15.000,– gift – - 10.000,– belastbare winst € 115.000,– Score: 2 punten per verwerkt bedrag (1 voor positief/negatief/geen en 1 voor motivering) Maximaal voor deze vraag 14 punten Vraag 23) Zowel voor binnenlandse als buitenlandse deelnemingen geldt: • belastingplichtige bezit ten minste 5% van het nominaal gestorte aandelenkapitaal van een vennootschap met in aandelen verdeeld kapitaal of • belastingplichtige is lid van de coöperatie (dus geen 5%-eis). NB: De deelnemingsvrijstelling is in het leven geroepen ter voorkoming van dubbele belastingheffing binnen de vennootschapsbelasting. Dus als er geen vennootschapsbelasting (of andere winstbelasting) wordt geheven is er geen vrijstelling. Dus: a. deelnemingsvrijstelling van toepassing. b. is deelneming; de onderworpenheidseis voor buitenlandse deelnemingen is vervallen in de nieuwe wetgeving. Er is echter geen compenserende heffing zodat er geen sprake kan zijn van dubbele heffing en de deelnemingsvrijstelling hier dus niet van toepassing is. c. deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing. Is geen deelneming; minder dan 5%. Score 1punt voor elke subvraag. Totaal dus 3 punten Vraag 24) De post vennootschapsbelasting is apart opgenomen op de fiscale balans. Is dus niet verwerkt in het fiscale vermogen. De berekening van de schuld aan het einde van het jaar gaat als volgt: vennootschapsbelastingrekening beginbalans € 11.300,– betaling – 3.200,– toevoeging - 11.900,– eindbalans € 20.000,– Bij dit systeem (niet opgenomen in het fiscale vermogen) is de betaling, dus € 3.200,- , de onttrekking die in de vermogensvergelijking moet worden meegenomen. Score 3 punten
4/6
Uitwerkingen proefexamen MBA Belastingwetgeving
Opgave 5 (Omzetbelasting)
Vraag 25) Neen. De levering van de inboedel geschiedt niet in het kader van een onderneming. Score 2 punten Vraag 26) a. Diensten bestaande uit het vervoer van personen en goederen worden verricht daar waar de feitelijke handeling van het vervoer wordt verricht, derhalve in Nederland. b. Het intracommunautaire vervoer heeft plaats daar waar het vervoer een aanvang neemt. Dit is dus een uitzondering op de hoofdregel zoals onder a. gesteld is. Score 2 punten per onderdeel. Totaal dus 4 punten Vraag 27) a. Neen, er staat geen tegenprestatie voor dat plakje worst tegenover. b. Ja, er is sprake van levering naar privé; dat het later naar de familie gaat is een privéaangelegenheid c. We kunnen ervan uitgaan dat er tussen de grondeigenaar en de aannemer een overeenkomst is aangegaan met betrekking tot het bouwen van een woonhuis. Dus ja belast. d. Belast, er is sprake van het verrichten van een dienst waar een prestatie tegenover staat. e. Belast, er is sprake van een levering en een tegenprestatie. f. Niet belast; er staat geen prestatie tegenover. Score 1 punt per juist antwoord. Totaal dus 6 punten Vraag 28) a. Adrie heeft reeds het volledige bedrag aan BTW aan de fiscus afgedragen. Op grond van art.29 kan Adrie na twee jaar de inspecteur een verzoek doen de BTW naar rato terug te vragen. b. In dit geval betekent dit dat Guus 150.000/350.000 × 19/119 × 350.000 van de belasting terug kan krijgen, in dit geval dus € 23.949,58. Score: 2 punten per onderdeel. Totaal dus 4 punten
5/6
Uitwerkingen proefexamen MBA Belastingwetgeving Vraag 29) Gebruik een schema als onder aangegeven: Feit Rubriek Bedrag Percentage OB aangifte opbrengst 1 1b € 10.000,6% 3 3b € 5.500,0% Feit 2 is een vrijgestelde prestatie o.g.v. art. 11 lid 1 letter b wet OB Score: feit: 1 en 2 elk 1 punt. Feit: 3 2 punten. Totaal dus 4 punten
6/6
Reden Tabel 1 ICT