Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015 Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle hulp en ondersteuning aan jeugd. Na de transitie (overdracht van taken) is het nu tijd om aan de slag te gaan met de transformatie (inhoudelijke vernieuwing) van de zorg. Om deze transformatie vorm te kunnen geven is het van belang dat gemeenten en aanbieders samen optrekken. Gemeenten voeren hierbij de regie. In voorliggend document wordt beschreven hoe dit transformatie proces in Gelderse gemeenten wordt vorm gegeven. De visie ‘ Ruimte voor Jeugdhulp’ vormt de basis voor dit proces (is als bijlage toegevoegd). Deze notitie beschrijft de inhoudelijke ambitie en de opgaven en hoe deze uiteindelijk naar lokaal en regionaal niveau kunnen worden vertaald. Doelstellingen Transformatie Een van de belangrijkste doelstellingen van de transformatie is het zo vroeg mogelijk inzetten van de juiste hulp en ondersteuning waardoor de instroom in de dure specialistische jeugdzorg wordt teruggedrongen. Daarnaast hebben gemeenten de wens om de zorg ‘zo thuis mogelijk’ aan te bieden. Dit betekent dat hulp en ondersteuning zoveel mogelijk thuis, in de wijk of op school wordt aangeboden. Van aanbieders wordt verwacht dat zij met andere sectoren samen gaan werken en dat zij samen op regionale schaal de hulp en ondersteuning gaan aanbieden. Bovenstaande ambities zorgen voor vier grote bewegingen in het huidige zorglandschap voor de jeugd: 1) afbouwen van capaciteit van specialistische zorg 2) een beweging van cliënten uit residentiele zorg van oost naar west Nederland. 3) Intersectorale samenwerking op regionaal niveau 4) Een beweging van specialistische kennis van ‘achteren’ naar ‘voren’; naar sociale wijkteams en CJG’s. De visie ‘Ruimte voor Jeugdhulp’ is in april door de landelijke werkgroep afgerond. De notitie beschrijft de inhoudelijke ambitie en de bovenregionale en regionale opgaven die daar uit voortkomen. Het is in belang van de cliënt, gemeenten en aanbieders dat de vier geschetste bewegingen gecontroleerd plaatsvinden. Op 1 mei hebben bestuurders van gemeenten en aanbieders uit Gelderland uitvoerig over de notitie ‘Ruimte voor Jeugdhulp’ gesproken en de inhoud van het document onderschreven. Voor het vervolg, het opstellen van een inhoudelijke ontwikkelagenda voor de Gelderse regio’s, zijn de volgende thema’s benoemd: 1. 30% capaciteitsreductie;
2. beheersen risico’s, waaronder frictiekosten; 3. hoogwaardige toegang realiseren; 4. coördinatie van processen, procedures en onderscheiden verantwoordelijkheden: governance G7; 5. terugdringen van bureaucratie; 6. doorgaande zorglijnen realiseren in op- en afschalen en intersectoraal verband, in samenwerking met onderwijs; 7. duurzame vorm van aanbesteden vinden; 8. kennisinfrastructuur ontwikkelen Definitie capaciteitsreductie in Gelderland In de notitie Ruimte voor Jeugdhulp staat de ambitie verwoord om de capaciteit van de specialistische zorg in de periode 2016, 2017 en 2018 met 30% te reduceren. De gemeenten en aanbieders uit Gelderland nemen deze ambitie over en nemen de landelijke cijfers uit van de bovenregionale ontwikkelopgave als uitgangspunt. Het percentage van 30% is een richtlijn en per aanbieder en zorgvorm verschillen. Het percentage wordt afgezet tegen de cijfers uit 2014. Zorgvorm
Plaatsen totaal
24h verblijf J&O Jeugdzorgplus Jeugd LVB (OBC) multifunctionele centra
5298 1162 3988 onbekend
Intramurale jeugd-ggz Jeugdverslavingszorg
1500 125
Plaatsen bovenregionaal 1255 1162 1079 JGGZ 107,5 AWBZ 88,5 1500 125
Zie voor de bronnen en toelichting op het cijfermateriaal bijlage 2 uit de notitie Ruimte voor Jeugdhulp.
De komende weken maken gemeenten en aanbieders de aantallen voor Gelderland inzichtelijk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het aantal plaatsen bezet door kinderen uit Gelderse gemeenten en uit niet-Gelderse gemeenten. Dit wordt gerealiseerd door: Het volume uit de inkoopcontracten te analyseren. Een gespreksronde te houden onder de aanbieders. De uitkomst wordt tegen de landelijke cijfers afgezet en levert een financieel kader op waarbinnen de transformatie vorm krijgt. Financieel kader De transitie van de jeugdzorg gaat gepaard met een forse efficiencykorting oplopend tot 15% in 2017. De middelen die nodig zijn om de vernieuwing in gang te zetten, moeten daarom vanuit bestaande middelen worden vrijgemaakt en bij voorkeur uit de dure specialistische (bovenregionale) zorg. De bovenregionale capaciteit kan echter alleen maar afbouwen als andere, nieuwe en goedkopere zorgvormen voor handen zijn. Dit betekent dat:
Aanbieders ruimte moeten krijgen om nieuwe zorgvormen te ontwikkelen. Gemeenten deze ruimte aan aanbieders moeten geven
Gemeenten hebben de wens om de middelen te verschuiven van zware specialistische zorg naar minder zware vormen van zorg (ambulante zorg en/of overige voorzieningen). Deze verschuiving van zwaar naar licht (‘van achteren naar de voren’) vraagt om een aanpak die begint bij de voorkant. Gemeenten investeren in lokale voorieningen en de toegan maar realiseren zich dat zij de aanbieders aan de chterkant nodig hebben om het proces verantwoord te laten verlopen. Er wordt op bovenregionaal niveau een proces in gang gezet om te komen tot afspraken tussen aanbieders en gemeenten welke gaan landen in een richtinggevend advies op regionaal niveau. Een regionale werkgroep verwerkt deze in een richtinggevend advies naar lokaal niveau. De uiteindelijke besluitvorming over het advies vindt plaats op lokaal niveau. Om teveel drukte op ambtelijke en bestuurlijke tafels te voorkomen stellen we voor om het proces volgtijdelijk in te richten. Het proces ziet er als volgt uit: Bovenregionale werkgroep (mei 2015-oktober 2015) Een bovenregionale werkgroep bestaande uit gemeenten en aanbieders gaat met de bovenregionale opgaven1 aan de slag. Zij werken een tweezijdige opdracht zo SMART mogelijk uit; 1) voor de aanbieders, waaronder een concrete afbouw van capaciteit (omgezet naar een financieel kader) in de jaren 2016-2017-2018 en 2) voor gemeenten waaronder het faciliteren van aanbieders voor het inrichten van nieuwe zorgvormen en het borgen van specialistische kennis aan de ‘voorkant’. De opdracht biedt een gezamenlijk perspectief en geeft de wederzijdse inspanningen weer. De opdracht gaat over het ‘wat’. De opdracht wordt in oktober, na besluitvorming in de regio’s, bestuurlijk bekrachtigd in de vorm van een convenant. Dit samenwerkingsconvenant bevat meerjarige intenties op basis waarvan wordt gecontracteerd. Regionale werkgroep (oktober 2015-april 2016) In de periode tot oktober 2015 gaan de 7 Gelderse regio’s ieder een regionale werkgroep inrichten, anticiperen zij op de opdracht die er aan komt en halen zij (bestuurlijk) draagvlak op binnen hun regio voor dit proces. Vanaf oktober maken zij de afspraken uit het convenant concreet. In deze fase is er ruimte voor lokale en regionale inkleuring; het ‘hoe’. Welke vernieuwing is er nodig, welke zorgvormen zijn er nodig, met welke regionale aanbieders ga je dit verder vorm geven, hoe borg je de specialistische kennis. Welk sturings- en bekostigingssysteem hanteer je. Iedere regio levert een richtinggevend advies op voor de individuele gemeenten, al dan niet bekrachtigd via een convenant. Lokale besluitvorming en inkleuring(april 2016-december 2016)
1
De bovenregionale opgaven zoals benoemd in de notitie ‘Ruimte voor jeugdhulp’.
Afhankelijk van de regionale samenwerkingsvorm maken individuele gemeenten de regionale afspraken concreet en is er ruimte voor lokaal maatwerk. In de tussenliggende tijd (tot april) anticiperen individuele gemeenten zich op de opdracht en werken zij aan de randvoorwaarden zoals het doorontwikkelen van de toegang, het betrekken van huisartsen en cliënten en het ophalen van (bestuurlijk) draagvlak. Voordelen van bovengenoemd proces Transformatie opgave wordt gezamenlijke verantwoordelijkheid Transformatieopgave wordt uitgevoerd binnen de financiële kaders Specialistische kennis wordt in stand gehouden. De minimaal benodigde specialistische capaciteit blijft in stand Frictiekosten worden beperkt. Het proces vindt gecontroleerd plaats en voorkomt ambtelijk en bestuurlijke drukte. Bovenregionale inkoop 2016 De huidige bovenregionale contracten hebben een looptijd van één jaar. Om focus aan te brengen op het gezamenlijke transformatieproces en daar ruimte aan te geven, stellen wij voor om voor 2016 geen nieuwe aanbestedingsprocedure te starten. Wij adviseren om de bestaande contracten te verlengen2 en deze in de voorwaarden ‘transformatie proof’ te maken. Dit betekent dat de voorwaarden voor de contracten opnieuw worden verkend en waar nodig anders worden vormgegeven. Financiering, contractvorm maar ook de looptijd van de contracten zijn hier voorbeelden van. Hiervoor stemmen wij nauw af met de werkgroep Ruimte voor Jeugdhulp en de zorgaanbieders maar gebruiken wij ook de behaalde resultaten van 2015. Stap 1 (tot en met medio juli 2015) Consulteren bestuurders3 en aanbieders / uitkomsten kerngroep Ruimte voor Jeugdhulp/ resultaten contractmanagement 2015 (zorgmatrix) Stap 2 (Vakantieperiode tot en met augustus 2015) Uitwerking inkoopvoorwaarden op basis van bovenstaande analyse Stap 3 (September tot en met medio oktober 2015) De inkoopvoorwaarden worden ter besluitvorming voorgelegd waarna contractering. 2
Voor de zorgvormen: JeugdzorgPlus, Open verblijf 24 uur residentieel, terreinvoorzieningen, (L)VB jongeren ZZP 4 en 5/ OBC’s, crisishulpverlening (bedden + ambulante spoedhulp) geïntegreerd in bovenstaande zorgvormen. De GGZ-functies intramurale jeugd ggz, jeugdverslavingszorg en multifunctionele centra zijn voor 2015 regionaal verworven en zullen mogelijk vanaf 2017 bovenregionaal worden verworven. Deze functies worden wel nu al meegenomen in de inhoudelijke ontwikkelopgave. 3
Hiertoe wordt een extra G7 Bestuurlijk Overleg gepland begin juli
Bijlage 1 Voorgaande resulteert in de volgende planning voor de korte termijn: Nr
Datum
Wat
Doel / resultaat
1.
Week 16
Visie door landelijke werkgroep ontwikkeld is afgerond.
2.
1 mei
Notitie Ruimte voor Jeugdhulp openbaar BO G7 Ruimte voor jeugdhulp
Doel BO: - Presentatie visienotitie - Gesprek over gewenste verandering van zorglandschap - verkenning welke afspraken dit vraagt Resultaat: gezamenlijk beeld van de transformatie in de jeugdhulp en gedeelde bovenregionale inkoopvisie.
3.
4 juni
Bestuurlijk overleg G7
Doel: Bespreken van G7 visie op basis van het advies ‘Ruimte voor jeugdhulp’ Afstemming proces transformatieagenda Afstemming transformatieproces in relatie tot inkoop 2016.
4.
Voor 3 juli
Consultatie bestuur en gemeenteraden
5.
10 Juli
Presentatie Zorgmatrix
Voorliggend inhoudelijk document ter consultatie aan de raad voorleggen Doel: Informeren vertaling onderstaande punten naar uitwerking inkoop 2016: Ruimte voor Jeugdhulp Resultaten aanbieders 2015 (contractmanagement) Consultaties aanbieders en visie regio’s Besluitvorming: Uit te werken inkoopkaders naar inkoopdocument 2016
6.
Augustus
Consultatie aanbieders
7.
Septemb er
Bestuurlijke besluitvorming
8.
Oktober 2015
Bestuurlijke besluitvorming G7
9.
Oktober 2015
Lokale en regionale bestuurlijke besluitvorming
Besluit op de resultaten van de bovenregionale werkgroep: de opdrachtformulering en op de afspraken vastgelegd in een convenant. Besluit op de resultaten van de bovenregionale kerngroep en inkoopdocument: de opdrachtformulering op de afspraken vastgelegd in een convenant.
10. Oktober 2015 april 2016 11. 12.
13. 14.
Regionale werkgroep maakt de afspraken uit het convenant concreet naar regio en/of gemeenten. Novembe Contractering aanbieders r Novembe Evaluatie samenwerking r bovenregionale inkoop 2016 Decembe Voorbereiding inkoop r 2017 Februari Presentatie Bovenregionale zorg 2015
Toetsing concept inkoopdocument Besluit op vaststellen inkoopdocument
Doel: Informeren over behaalde resultaten 2015
Bijlage 2 De Bovenregionale projectstructuur ziet er als volgt uit: