Spelen
Inleiding
Elk kind wil spelen. Spelen is namelijk niet alleen leuk voor een kind, het is ook belangrijk voor zijn ontwikkeling, zowel nu als later. Maar niet elk kind houdt van dezelfde spelletjes, of doorloopt zijn ontwikkeling even snel. Wel zijn er een aantal algemene kenmerken die per leeftijdsgroep terugkomen.
Hieronder overlopen we wat spelen juist is, waarom spelen zo belangrijk is voor kinderen en tenslotte bekijken we ook nog hoe je met je kind kan spelen tijdens de verschillende fasen in zijn ontwikkeling.
2
Wat is spelen? Kinderen spelen graag en veel. Ze spelen echter alleen wanneer ze het zelf willen. Spelen is dus steeds een vrijwillige bezigheid, je kan je kind niet dwingen om te spelen. Je kan het natuurlijk wel stimuleren en aanmoedigen. Daarnaast kan je ervoor zorgen dat je kind een goede omgeving heeft om in te spelen. Er zijn een aantal voorwaarden die een kind nodig heeft om echt tot spel te kunnen komen. Een eerste voorwaarde is vrijheid. Een kind moet zijn eigen ding kunnen doen, in zijn eigen tempo. Het moet ook zijn eigen oplossingen leren vinden. Spelen kan niet opgedrongen worden. Een kind kiest zelf hoe het speelt. Daarnaast is het ook belangrijk dat een kind een plaats heeft om te spelen. Spelen kan immers heel persoonlijk zijn. Daarom spelen kinderen graag ergens in een hoekje, in hun eigen plekje, uit het zicht van anderen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er geen toezicht vereist is! Iedereen houdt van aanmoediging, dat is voor kinderen niet anders. Toon waardering, ga uit van de mogelijkheden van een kind, let op inzet en laat zien dat je beschikbaar bent. Kinderen hebben veel nood aan structuur. Dat is tijdens hun spel niet anders. Zorg er dus voor dat ze vertrouwde omstandigheden hebben om in te spelen: hanteer een vaste dagindeling, maak een vaste speelplek. Geef je kind ook de mogelijkheid om te spelen. Stimuleer hem om te spelen, zorg ervoor dat hij voldoende afwisseling heeft als hij dat wil en breng hem af en toe eens op nieuwe ideeën.
3
Veiligheid Als je kind aan het spelen is, wil je natuurlijk dat hij zijn gang kan gaan en je hem niet heel de tijd iets moet verbieden omdat het te gevaarlijk is. In huis zijn er echter veel plaatsen die gevaarlijk kunnen zijn voor je kind. Als je hier op voorhand eens naar kijkt en de grootste gevaren onschadelijk maakt, kan je kind rustig spelen zonder dat je er steeds tussen moet komen. Om te beginnen zijn er deuren, ramen en trappen. Kinderen kunnen soms heel snel zijn en ze even uit het oog verliezen kan genoeg zijn om iets gevaarlijk te doen. Het is dus verstandig om een traphekje te installeren. Hou je kind best uit de keuken. Er staan veel elektrische machines en wanneer je aan het koken bent, kan je kind brandwonden oplopen. Als je kind nog te klein is om alleen in de andere kamer te spelen, zorg er dan voor dat hij op een veilige afstand van het fornuis blijft. Laat hem bijvoorbeeld in een babybox spelen. Let ook op met schoonmaakproducten. Die zijn namelijk meestal giftig. Zorg er dus voor dat ze buiten het bereik van je kind staan. Kinderen worden aangetrokken door stopcontacten. Het is dus een goed idee om de stopcontacten waar je kind bij kan te beveiligen. Zijn je stopcontacten niet beveiligd, zorg dan dat je kind er niet bij in de buurt kan komen. Probeer scherpe hoeken en kanten aan tafels en meubels af te ronden of er een beschermlaag over te hangen. Zorg er tenslotte voor dat er nergens losse stukjes zijn die uw kind kan inslikken. Let bij het speelgoed zelf ook op de leeftijdsgrenzen. Speelgoed dat bedoeld is voor kinderen vanaf 3 jaar heeft vaak kleine stukjes en is dus niet geschikt voor kinderen die alles nog in hun mond stoppen. Veiligheid heeft ook zijn grenzen. Je kan er niet voor zorgen dat je kind zich nooit pijn zal doen, en dat is maar goed ook. Kinderen moeten immers voor zichzelf ontdekken wat ze kunnen en waar ze zich pijn aan kunnen doen. Als je alles weghaalt waar een kind zich pijn aan zou kunnen doen, zal het nooit zelf risico’s leren inschatten. Maak dus een onderscheid tussen dingen die echt gevaarlijk zijn, en zaken waaraan je kind zich misschien kan bezeren, maar er geen ernstige verwondingen aan zal oplopen.
4
Waarom is spelen belangrijk voor kinderen? Kinderen spelen omdat ze het leuk vinden. Ze gebruiken spel als uitlaatklep voor hun energie en fantasie. Ze beseffen niet dat wat ze doen goed is voor hun ontwikkeling. Dat is het echter wel. Ten eerste is het spel belangrijk voor de verstandelijke ontwikkeling. Tijdens het spelen met voorwerpen leert een kind de dingen naar zijn hand zetten. Wanneer hij spelend anderen rond hem imiteert, leert hij zich aanpassen aan zijn omgeving. Een kind herhaalt alles wat het beleeft verschillende malen in zijn spel. Zo leert hij verbanden leggen: als ik dit doe, gebeurt er dat. Hij leert het verband tussen oorzaak en gevolg. Voorbeeld: ALS ik tegen een speelgoedauto duw, DAN rijdt hij vooruit Daarnaast traint een kind tijdens het spel de taalontwikkeling en lichaamshouding en beweging. Door nieuwe woorden en bewegingen op verschillende manieren te herhalen, maakt hij ze zich helemaal eigen. Hoe ouder een kind wordt, hoe meer het kan. Maar als deze nieuwe mogelijkheden niet ontdekt en ingeoefend worden, kunnen ze nooit volwaardig tot uiting komen. Voorbeeld: Door versjes en liedjes leert een kind rijmen. Door met blokken een toren te maken, worden zijn bewegingen steeds verfijnder en wordt hij handiger. Ook de sociale vaardigheden worden ingeoefend tijdens het spel. Kinderen spelen situaties uit het leven van volwassenen na. Zo leren ze al spelend de zin van de taken die volwassenen uitvoeren. Wanneer ze vadertje en moedertje spelen, leren ze wat het betekent om voor kinderen te moeten zorgen. Zo groeit het verlangen om zelf groot te zijn en deze handelingen echt te kunnen stellen. Deze vorm van rollenspel komt echter niet vanzelf. Volwassenen kunnen zelf voorbeelden en situaties aanreiken om het rollenspel verder uit te breiden. Voorbeeld: Jan speelt politieagent. Zo leert hij wat die job juist inhoudt. Hij zoekt dieven en sluit ze op in de gevangenis. Papa wil meespelen en doet alsof hij met zijn auto door het rode licht rijdt. Hij zegt tegen Jan dat de agent hem nu een boete moet geven. Zo leert Jan meer over de politie. Tenslotte leert een kind door te spelen zich ook aan te passen aan de cultuur waarin het leeft. Het krijgt de gelegenheid om de gedragingen en emoties die bij de heersende cultuur horen in te oefenen. Daarom zullen spelvormen in de westerse cultuur verschillen van die in de Aziatische, Afrikaanse of mediterrane cultuur. 5
Hoe spelen (met) kinderen? Elk kind doorloopt zijn eigen spelontwikkeling. Kinderen van dezelfde leeftijd hebben niet noodzakelijk dezelfde interesses en niet ieder kind doorloopt zijn spelontwikkeling even snel. Een kind zal automatisch dat speelgoed en die spelletjes kiezen die het best overeenkomen met de ontwikkelingsfase waarin hij verkeert. Het heeft dus geen zin om dan veel moeilijkere alternatieven aan te bieden, want een kind kan pas verder ontwikkelen als hij de vaardigheden van deze ontwikkelingsfase onder de knie heeft. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat je je kind niet moet uitdagen. Laat hem af en toe eens dingen doen die hij nog net niet kan, maar die met een beetje oefening wel willen lukken. Voorbeeld: Als een baby op zijn buik ligt te spelen en net niet aan een speeltje kan, zal hij sneller proberen te kruipen dan wanneer je zijn speeltjes steeds aangeeft omdat hij zeurt. Hieronder proberen we een algemeen overzicht te geven van welke spelletjes geschikt zijn voor welke leeftijd en hoe u uw kind hier het best in kan stimuleren.
0-6 maanden: Kleine baby’s worden overspoeld door indrukken en nieuwe ervaringen. Ze willen deze dan ook zo goed mogelijk opnemen en gebruiken hier al hun zintuigen voor. Ze tasten voornamelijk veel met de mond af. De eerste vorm van interactief spel bij een baby is het bewegingsspel. Een baby zal proberen de aandacht van zijn ouder te trekken, door te trappelen met zijn benen, met zijn armen te zwaaien en zijn ouder intens aan te kijken. Het is belangrijk dat de ouder hierop duidelijk reageert. Dit doe je door gebaren te maken en tegen je baby te praten. Deze momenten zijn meestal van korte duur. Baby’s mogen altijd en overal spelen. Leuke spelletjes voor baby’s zijn: De geluiden die uw baby maakt nabootsen en hem jouw geluiden laten nabootsen Versjes en liedjes zingen; bouw ook de voorpret op door een kietelrijmpje te gebruiken. Baby’s zijn dol op gekieteld worden. Kiekeboe spelen: Je verstopt je gezicht achter je handen, doet daarna je handen terug weg en roept ‘kiekeboe’ of ‘piep’. Zo kan je baby leren dat wanneer je weg gaat (gezicht achter je 6
handen verstopt) je ook weer terug komt. Dit kan helpen om zijn scheidingsangst te verminderen. Baby’s kunnen scherp kijken tot op zo’n 20cm. Ze houden vooral van ronde vormen en kleuren. Rood is de eerste kleur die ze kunnen zien. Hiermee kan je dus rekening houden wanneer je zijn eerste speeltjes koopt. Een rode bal zal zeker in de smaak vallen. Baby’s kunnen al in de baarmoeder geluiden horen. Het is dus belangrijk om ook tijdens de zwangerschap tegen je baby te praten. Wanneer je baby muziek hoort die je tijdens de zwangerschap veel gespeeld hebt, zal hij die ook herkennen.
6-12 maanden: Uw baby krijgt stilaan meer bewegingsruimte. Hij krijgt de mogelijkheid om zijn ruimere omgeving stilaan te ontdekken. Dit ontdekken gebeurt door alles af te tasten, dus moet je je kind de gelegenheid geven om alles te verkennen met handen en mond. Hoe meer zijn nieuwsgierigheid gewekt wordt, hoe meer nieuwe ervaringen de baby zal opdoen. Omwille van de grotere bewegingsvrijheid, moeten er ook duidelijke grenzen gesteld worden. Een baby beseft nog niet wat hij wel en niet mag. Daar ligt dus de taak van de omgeving. Je baby wordt steeds handiger. Een leuk spelletje is hem dingen aanreiken en terug aanpakken. Bellen blazen is ook zeer leuk, zeker op een zonnige dag wordt het een echt kleurenspektakel. Je baby begint steeds meer woorden te begrijpen. Vraag hem waar de lamp, het bed, het schilderij,… zijn. Ook dieren en dierengeluiden begint hij te kennen. -
Nu je baby kan kruipen, zal hij ook willen klauteren. Blijf steeds vlak achter je baby als hij klautert, zodat je hem meteen kan opvangen.
1 tot 2 jaar: Je kind is nu al heel beweeglijk. Het kan kruipen, en leert stilaan ook te lopen. Deze fase draait rond het ontdekken. Ze zullen nog steeds hun zintuigen gebruiken om dingen te onderzoeken. Ze grijpen alles vast en steken het in hun mond. Let er dus op dat er geen losse stukjes aan hun speelgoed zitten. Uw kind zal in alles wat hij tegenkomt speelgoed zien. Dus niet alleen zijn eigen speeltjes, maar ook de krant, de planten, het bestek,… Het is 7
belangrijk dat ze nu leren met beperkingen omgaan. Het is belangrijk om zeer consequent ‘nee’ te zeggen wanneer iets niet mag. Dit zal zeker niet altijd goed onthaald worden, maar als je toegeeft, heeft het kind zijn overwinning behaald en zal het volgende keer alleen maar moeilijker gedrag stellen, wanneer het zijn zin niet krijgt. -
Verstop zijn speelgoed en laat hem het zoeken. Feliciteer hem uitgebreid als hij het vindt.
-
Uw kind zal in alles speelgoed zien. Laat hem dus ook wennen aan verschillende materialen, kleuren,… Laat hem eens met een krant knisperen, op een stoel trommelen,… Het is dus niet omdat hij niet met ‘speelgoed’ bezig is, dat hij niet aan het spelen is.
-
Uw kind komt volop in een fase van taalontwikkeling. Verwerk dit ook in het spel. Speel vraagspelletjes (waar is de lamp, het schilderij, mama, papa, …) en praat veel met je kind. Zo leert hij tijdens zijn spel zijn taal verder te ontwikkelen.
-
Daarnaast is het vooral belangrijk om voor een veilige omgeving te zorgen. Zorg dat er geen kleine stukjes, scherpe hoeken of trappen in het bereik van uw kind zijn.
2-3 jaar: Peuters beginnen de mogelijkheden van speelgoed te zien. Ze krijgen een echt voorstellingsvermogen. Zo kunnen ze een verband leggen tussen de auto van hun ouders en hun speelgoedauto. Ze zullen er mee rondrijden en bijhorende geluiden maken. Op deze leeftijd staat alles in het teken van uitproberen, zowel het uitproberen van zijn eigen vaardigheden (lopen, klimmen, kruipen, vangen) als de mogelijkheden van zijn speelgoed. Peuters zijn heel egocentrisch, ze kunnen nog niet samenspelen met andere kinderen. Pas tegen het einde van hun peutertijd hebben ze spelenderwijs geleerd om rekening te houden met anderen. Ook een grote fantasie valt op tijdens deze periode. Alles kan en alles mag. Ze gaan ook volwassenen beginnen imiteren. -
Peuters zijn goed in geheugenspelletjes en sorteerspelletjes. Geheugenspelletjes: draai plaatjes met de afbeelding naar beneden en laat uw kind 2 dezelfde zoeken Sorteerspelletjes: laat uw kind verschillende voorwerpen per kleur leggen (dit mogen ook alledaagse voorwerpen zijn: wasknijpers, bekers,…)
8
-
Ze denken echter nog niet vooruit en volgen geen strategie. Daarom kunnen ze nog geen spelletjes spelen waarin geluk een rol speelt. Hun winstkansen moeten van henzelf afhangen.
-
Verder zullen ze heel veel ‘doen alsof’ spelen. Het is altijd leuk voor uw peuter als u hierin meegaat en gewoon hun aanwijzingen volgt. Ook verkleden vinden ze geweldig. Hiervoor hoef je geen speciale verkleedkleren te kopen, in de kast van mama of papa rommelen, kan ook al leuk zijn.
Kleuters Kleuters hebben in hun spel de veiligheid van een autoriteit nodig. Ze kunnen stilaan samenspelen met anderen en zelfstandig spelen, maar willen wel nog ergens op kunnen terugvallen. Die autoriteit bestaat het liefst uit een volwassene die begrijpt wat een kleuter al kan en wat hij nog niet kan. Verder kunnen spelregels ook een zekere autoriteit uitstralen.
-
Kleuters kunnen al veel en oefenen dit ook graag in. Kleuren, puzzels bouwen en gezelschapsspelletjes spelen vinden ze leuk.
-
Natuurlijk blijft hun fantasie ook belangrijk. Kleuters kunnen al hele verhalen verzinnen. Ze laten ook graag zien wat ze kunnen. Wees dus niet verrast wanneer uw kind een toneelstuk wil opvoeren, maar maak tijd vrij om toeschouwer te spelen.
-
Laat hen eigen creaties maken met boetseerklei, vingerverf of kleurpotloden.
9
Lagere school ( 6 tot 9) Kenmerkend voor zesjarigen is de veelzijdigheid waarmee ze spelen. Ze spelen met speelgoed, maar ook met op het eerste zicht waardeloze materialen en ze verzinnen verhalen tegen de sterren op. Ze vergelijken zich graag met leeftijdsgenootjes, ze zien graag resultaten. Leeftijdsgenoten worden ook heel belangrijk. Uw kind zal vatbaarder worden voor trends en rages. -
Lagere schoolkinderen zijn meer op elkaar gericht dan op volwassenen. Het heeft dan ook meer zin om af en toe een idee aan te reiken, maar vooral niet te willen bepalen hoe uw kind moet spelen.
-
Ze kunnen steeds meer gezelschapsspelletjes spelen en zullen graag samenspelen met anderen.
Lagere school ( 9 tot 12 ) Op deze leeftijd gaan kinderen op onderzoek uit. Ze willen weten hoe iets in elkaar zit, hoe dat juist gekomen is. Ze gaan ook steeds meer op zoek naar hun eigen interesses. Kinderen beginnen bewust na te denken over de relaties tussen mensen en over grotere thema’s. Ze beginnen overtuigingen te krijgen. Sommigen gaan speelgoed afschrijven als ‘te kinderachtig’. Ze gaan eerder op zoek naar echte gebruiksvoorwerpen. Ze willen vooral serieus genomen worden. -
Uw kind zal nu zelf ontdekken en doen wat het wil. Het heeft uw inbreng in zijn spel niet meer zoveel nodig en zal er zelf om komen vragen indien wel.
10
Hulp of informatie nodig? Solidariteit voor het Gezin
Tel.: 02/421.79.91
Afdeling Hopon
E-mail:
[email protected]
A. & M. Hellinckxstraat 45
www.solidariteit.be
1083 Ganshoren
Meer lezen? Voor ouders en leerkrachten: Spelen met plezier. H. Lehner – Hain. Leuke spelletjes voor baby’s van 1 tot 12 maanden. N. Kleverlaan. Uitgeverij Deltas: Aartselaar Het speel-goed-boek. Eerste hulp bij het kiezen van speelgoed. M. de Valck. SWP uitgeverij: Amsterdam Kleine ontwikkelingspsychologie. Het jonge kind. R. Kohnstamm Speelboek. Eerste hulp bij het leuk houden van spelen. M. de Valck. SWP uitgevrij: Amsterdam Plezier voor 2 = leren voor 2. 160 spelletjes voor baby en peuter. P. Warner. Spelen met peuters en kleuters. Een fantastische verzameling ideeën om je baby, peuter of kleuter leuk bezig te houden. D. Einon Van buitenspel naar samenspel. Spelletjesboek bij Doen, Denken, Durven. L. Constandse, R. Ek, M. van Rosmaken.
Websites: http://www.kindengezin.be/Themas/Opvoeding/Spel_en_speelgoed/default.jsp
Bovenstaande boeken werden gebruikt bij het opmaken van deze brochure en zijn ontleenbaar in onze bibliotheek. Deze brochure is een realisatie van Solidariteit voor het Gezin.
11