Preventieprogramma ‘Alcoholvrij op weg’ Een evaluatie van effectiviteit
Colofon Auteurs: 1 Dr. Janet Veldstra 2 Madelon van Hemel, MSc 1 Dr. Berfu Unal 1 Prof. dr. Karel Brookhuis 1
RuG Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen Verkeerspsychologie Grote Kruisstraat 2/ 9712 TS GRONINGEN 2
VNN Kwaliteit Innovatie Centrum Leonard Springerlaan 27/ 9727 KB Groningen
Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Provincies Drenthe en Fryslân Het is niet toegestaan deze publicatie of delen ervan te delen op enige manier zonder toestemming van de auteurs.
2
INHOUD INHOUD ................................................................................................................................................... 3 SAMENVATTING ...................................................................................................................................... 4 1. INLEIDING ............................................................................................................................................ 6 2. METHODE ............................................................................................................................................ 8 2.1 Enquête ......................................................................................................................................... 8 2.2 Het Alcoholvrij op weg programma .............................................................................................. 8 3. RESULTATEN ........................................................................................................................................ 9 3.1 Respondenten ............................................................................................................................... 9 3.2 Drinkgedrag ................................................................................................................................... 9 3.2.1 Drinken tijdens een stapavond .............................................................................................. 9 3.2.2 Drinken en autorijden ............................................................................................................ 9 3.2.3 Alcohol en autorijden: wat is de norm voor jezelf en de BOB............................................. 10 3.3. De interventie ............................................................................................................................ 12 3.3.1 invloed op kennis alcohol en autorijden ............................................................................. 12 3.3.2 Kennis, ervaring en evaluatie .............................................................................................. 13 3.3.3 Ervaren inzicht door het programma: theorie vs. praktijk .................................................. 14 4. CONCLUSIE ........................................................................................................................................ 15 4.1 Conclusies ................................................................................................................................... 17 4.2 Aanbevelingen ............................................................................................................................ 17 LITERATUUR........................................................................................................................................... 18 BIJLAGE .................................................................................................................................................. 20
3
SAMENVATTING In 1996 is op initiatief van de gemeente Emmen, in samenwerking met Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) en een aantal rijscholen in Zuidoost-Drenthe het preventieprogramma “Alcoholvrij op weg” (AVOW) ontwikkeld. De coördinatie van Alcoholvrij op weg ligt in handen van VNN, maar is een samenwerking met de regiopolities Fryslân en Drenthe, rijscholen in Friesland en Drenthe, het Openbaar Ministerie en Veilig Verkeer Nederland. Het programma wordt mogelijk gemaakt door structurele subsidies van het Verkeers- en Vervoersberaad Drenthe (VVBD) en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Fryslân (ROF). Het doel van de het programma was en is jonge automobilisten bewust te maken van de effecten van alcoholgebruik op hun eigen rijvaardigheid en te voorkomen dat zij onder invloed van alcohol aan het verkeer deelnemen. Niet alleen omdat zij vaker betrokken zijn bij een alcohol gerelateerd verkeersongeval, maar ook omdat zij aan het begin van hun “rijcarrière” staan en het in dit stadium van hun leven voor hen relevant is te beseffen welke invloed alcohol heeft op hun rijvaardigheid. In afstemming met het VVBD en het ROF, zijn VNN en de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen/Verkeerspsychologie van de RuG een onderzoek gestart naar de effectiviteit van Alcoholvrij op weg. Eerder onderzoek naar de effecten van het AVOW programma heeft aangetoond dat het percentage jongeren dat betrapt was door de politie op het rijden onder invloed van alcohol beduidend lager was onder jongeren die hadden deelgenomen aan het Alcoholvrij op weg programma dan onder een controlegroep van jongeren die niet hadden deelgenomen. Echter het was niet goed duidelijk welke aspecten van het programma dit effect tot gevolg heeft gehad. In het huidige onderzoek kijken we daarom naar mogelijke verklaringen voor het al dan niet succesvol zijn van de het Alcoholvrij op weg programma. We willen graag weten of oud-deelnemers minder vaak onder invloed van alcohol de auto pakken vaker dan leeftijdsgenoten die dit programma niet hebben gevolgd. Daarnaast willen we kijken hoe belangrijk de ervaring is van het rijden onder invloed tijdens het Alcoholvrij op weg programma, en hoelang deze effecten aanhouden. Om dit te onderzoeken is er een brief met een link naar een online enquête uitgestuurd naar alle personen die tussen januari 2005 en januari 2014 hebben deelgenomen aan het Alcoholvrij op weg programma (1600 brieven). Deze enquête is door 205 van de oud-deelnemers ingevuld. Op basis van het geslacht, de leeftijd en het opleidingsniveau van de respondenten is er in januari 2015 gestart met de werving van een zogenaamde gematchte controlegroep in vergelijkbare rurale gebieden in NL (delen van Overijssel, Gelderland, Brabant, Zeeland, Flevoland). Tot halverwege februari 2015 hebben 164 respondenten de online vragenlijsten ingevuld waarvan 146 volledig. De resultaten lieten zien dat het percentage respondenten dat aangaf onder invloed van meer dan de legale limiet alcohol te rijden niet verschilde tussen de Alcoholvrij op weg oud-
4
deelnemersgroep en de controlegroep. In beide groepen deed bijna niemand dit. Echter, het percentage respondenten dat wel eens reed onder minder dan de legale limiet alcohol was significant lager in de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep dan in de controlegroep. Mogelijk heeft het programma deelnemers doen inzien dat het rijden onder alcohol, ook als is het de legale limiet onverstandig is. Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat de ervaring van het rijden onder invloed tijdens het programma een positief effect had op het niet rijden onder invloed. De meerderheid van de respondenten uit de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep had tijdens het programma ervaren dat het rijden onder invloed van alcohol hun rijprestaties negatief beïnvloedde en hoe meer zij dit ervaren hadden hoe minder zij geneigd waren om na het programma onder invloed van alcohol te rijden. Dit effect liet zich zowel zien bij personen die kort geleden deelgenomen hadden aan het Alcoholvrij op weg programma, maar ook bij hen die langer geleden hadden deelgenomen. De kennis die de respondenten hadden opgedaan tijdens het Alcoholvrij op weg programma werd als belangrijk en inzichtgevend ervaren door de respondenten zelf, maar had weinig invloed op het uiteindelijke gedrag van de respondenten. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat het Alcoholvrij op weg programma effectief is als het gaat om het verminderen van het rijden onder invloed van alcohol. De effectiviteit komt vooral voort uit het zelf ervaren van de negatieve effecten van alcohol op de rijvaardigheid tijdens het programma en niet of in mindere mate door jongeren meer kennis te geven van de invloed van alcohol op rijvaardigheid. Het is daarom aan te bevelen om het Alcoholvrij op weg programma te blijven aanbieden aan jonge bestuurders, om hen (meer) bewust te maken van de mogelijke effecten van alcohol in het verkeer.
5
1. INLEIDING Alcohol is een belangrijke risicofactor voor de verkeersveiligheid. Een groot aantal van de verkeerslachtoffers die er jaarlijks te betreuren zijn, zijn te wijten aan het rijden onder invloed van alcohol (Room et al. 2005). Het percentage mensen dat een verkeersongeluk krijgt als gevolg van alcoholgebruik verschilt tussen studies en is per land anders, maar ligt tussen de 16% and 50% (Ahlm et al. 2009; Brady & Li 2012; Drummer et al. 2003; Gjerde et al. 2011; González-Wilhelm 2007; Karjalainen et al. 2012; Legrand et al. 2013; Poulsen and Moar, 2012). Eerdere studies hebben aangetoond dat met name jonge mannen (18-24 jaar) en zware drinkers betrokken zijn bij alcohol gerelateerde verkeersongevallen (Blomberg et al. 2005; Matthijssen & Houwing, 2005). De SWOV rapporteert dat jonge bestuurders niet alleen in nuchtere toestand al een groter risico hebben op een ongeval doordat ze minder rijervaring hebben, maar daarnaast neemt bij hen het risico op een ongeval na het gebruik van alcohol sterker toe dan bij volwassen automobilisten (SWOV, 2011). Vanwege het relatief grote percentage jonge bestuurders dat is betrokken bij alcoholgerelateerde ongevallen, is in 1996 is op initiatief van de gemeente Emmen, in samenwerking met Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), de Rijksuniversiteit Groningen en een aantal rijscholen in Zuidoost-Drenthe daarom de preventieprogramma “Alcoholvrij op weg” (AVOW) ontwikkeld. Het doel van het programma was en is jonge automobilisten bewust te maken van de effecten van alcoholgebruik op hun eigen rijvaardigheid en te voorkomen dat zij onder invloed van alcohol aan het verkeer deelnemen. Niet alleen omdat zij vaker betrokken zijn bij een alcohol gerelateerd verkeersongevallen, maar ook omdat zij aan het begin van hun “rijcarrière” staan en het in dit stadium van hun leven voor hen relevant is te beseffen welke invloed alcohol heeft op hun rijvaardigheid. Kennis verschaffen aan jongeren over de negatieve effecten van alcoholgebruik in het verkeer blijkt in de praktijk niet altijd voldoende. In het Alcoholvrij op weg programma is daarom naast het geven van kennis en inzicht over de gevolgen van alcohol op de rijvaardigheid ook een praktisch onderdeel opgenomen waarin getracht wordt de deelnemende jongeren een realistische beleving van de effecten van alcoholgebruik op de eigen rijvaardigheid mee te geven. Dit wordt gedaan door de jongeren in korte tijd een aantal alcoholhoudende dranken te laten drinken en hen vervolgens onder begeleiding van een ervaren rijinstructeur te laten autorijden op een circuit. Na een aantal jaren van succesvolle Alcoholvrij op weg programma’s in Drenthe wordt dit programma sinds 2008 ook aan beginnende bestuurders in Friesland aangeboden. De coördinatie van Alcoholvrij op weg ligt in handen van VNN, maar is een samenwerking met de regiopolities Fryslân en Drenthe, rijscholen in Friesland en Drenthe, het Openbaar Ministerie en Veilig Verkeer Nederland. Het programma wordt mogelijk gemaakt door structurele subsidies van het Verkeers- en Vervoersberaad Drenthe (VVBD) en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Fryslân (ROF).
6
Een eerder onderzoek naar de effecten van het Alcoholvrij op weg programma (2006) heeft aangetoond dat het percentage jonge mannen dat betrapt was door de politie op het rijden onder invloed van alcohol beduidend lager was onder jongeren die hadden deelgenomen aan het Alcoholvrij op weg programma dan onder een controlegroep van jongeren die niet hadden deelgenomen aan het programma. Het percentage vrouwen dat betrapt werd op het rijden onder invloed was in beide gevallen 0%. Echter, niet iedereen die onder invloed rijdt van alcohol wordt hierop ook betrapt. Daarom is in het voorgaande onderzoek ook gevraagd zelf te rapporteren of men weleens reed onder invloed van alcohol. De meerderheid van zowel de oud AVOW-deelnemers als de controlegroep deelnemers gaf aan dit niet te doen. De groepen verschilden hierin niet significant. Het verschil in het geregistreerde aantal overtredingen tussen de groepen vertaalde zich dus niet in subjectieve rapportage van het gedrag. Daarnaast verschilden attitudes met betrekking tot het rijden onder invloed van alcohol ook niet significant tussen groepen. Zowel Alcoholvrij op weg ouddeelnemers als de jongeren die niet hadden deelgenomen aan het programma vonden dat rijden onder invloed niet goed was (Brookhuis et al. 2011). De resultaten van dit eerdere onderzoek laten dus een gedragseffect zien van het Alcoholvrij op weg programma, maar geven geen duidelijk beeld over welk aspect of welke aspecten van het programma dit effect tot gevolg heeft gehad. Als het programma invloed heeft gehad op gedrag was dit waarschijnlijk niet omdat het programma de attitudes van de deelnemers had veranderd. In het huidige onderzoek kijken we daarom naar mogelijke verklaringen voor het al dan niet succesvol zijn van het Alcoholvrij op weg programma. We willen graag weten of oud-deelnemers minder vaak onder invloed van alcohol de auto pakken vaker dan leeftijdsgenoten die dit programma niet hebben gevolgd. Daarnaast willen we kijken hoe belangrijk de ervaring is van het rijden onder invloed tijdens het Alcoholvrij op weg programma, en hoelang deze effecten aanhouden.
7
2. METHODE 2.1 Enquête Voor dit onderzoek zijn alle personen aangeschreven die tussen januari 2005 en januari 2014 hebben deelgenomen aan het Alcoholvrij op weg programma in provincie Drenthe of Friesland (NB: het programma in Friesland is in 2008 gestart). Het eerdere onderzoek onder oud-deelnemers heeft zich gericht op de groep die tussen 1997 en 2005 heeft deelgenomen. Zodoende is er geen overlap met de respondenten van het huidige en eerdere onderzoek. In november 2014 zijn er ruim 1600 uitnodigingsbrieven verstuurd naar oud-deelnemers, met een link naar een online vragenlijst. Vervolgens hebben tussen november 2014 en februari 2015 205 oud-deelnemers de online vragenlijst ingevuld (respons van 13%; waarvan 66% man, en een gemiddelde leeftijd van 25.6 jaar). In januari 2015 is er gestart met de werving van een controlegroep waarvan de deelnemers woonachtig waren in vergelijkbare rurale gebieden in Nederland als de Alcoholvrij op weg oud deelnemers (te weten, delen van Overijssel, Gelderland, Brabant, Zeeland, Flevoland) en die bovendien zijn gematcht met de AVOW oud deelnemers op basis van geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Tot halverwege februari 2015 hebben 164 personen de online vragenlijsten ingevuld waarvan 146 volledig (66% man, gem. leeftijd 25.8 jaar). Alle respondenten hebben een geïnformeerde toestemmingsverklaring gegeven.
2.2 Het Alcoholvrij op weg programma Het Alcoholvrij op weg programma is een interventie van één dag. In het theoriegedeelte (eerste dagdeel) staat kennis over wat alcohol met je doet en welke gevolgen dit heeft voor verkeersdeelname centraal. In het praktijkgedeelte (tweede dagdeel) kunnen deelnemers dit aan den lijve ondervinden doordat ze eerst nuchter en daarna nog eens onder invloed van alcohol samen met een instructeur in een auto mogen rijden op een circuit. Tussen de eerste (nuchter) en tweede (onder invloed) rijproef drinken deelnemers in korte tijd een aantal eenheden alcohol tot ze een maximaal alcoholpromillage van 0.8‰ bereiken. De rijtaak op het circuit bestaat uit een drietal deeltaken: een stuurtaak, een reactietaak en controle taak (Steyvers & Brookhuis, 1996). Bij de stuurtaak voert de bestuurder besturingshandelingen uit zoals afslaan, om pylonen heen rijden en parkeermanoeuvres. In de reactietaak moet de bestuurder remmen voor een rood stoplicht. In de controletaak moet de deelnemer over een natte weg rijden en de controle over het voertuig bewaren. Na het praktijkgedeelte wordt de eigen rijvaardigheid van de deelnemers in de groep geëvalueerd samen met de programmaleider en de rij-instructeur.
8
3. RESULTATEN 3.1 Respondenten De respondenten in dit onderzoek waren allemaal in het bezit van een rijbewijs en woonachtig in Nederland. Van de oud-deelnemers aan het programma Alcoholvrij op weg hebben er 205 de online vragenlijst ingevuld. Hiervan was 66% man. De gemiddelde leeftijd was 25.6 (SD = 5.5) jaar. De meerderheid van de Alcoholvrij op weg oud-deelnemers was in het bezit van een auto (76%). Gemiddeld reden zij 25084.21 (SD = 40326.76) km per jaar. De controlegroep bestond uit 164 respondenten waarvan 146 respondenten de enquête volledig in hadden gevuld. De gemiddelde leeftijd van de respondenten in de controlegroep was 25.8 (SD = 6.58) jaar. In de controlegroep was eveneens 66% man en 69% van de respondenten was in het bezit van een auto. Gemiddeld reden zij 14221.74 (SD = 17093.11) km per jaar.
3.2 Drinkgedrag 3.2.1 Drinken tijdens een stapavond De meerderheid van de respondenten (zowel de respondenten die het Alcoholvrij op weg programma hadden gevolgd, als de respondenten uit de controlegroep) gaf aan alcohol te drinken op een gemiddelde stapavond (zie tabel 1). Opvallend is dat in de controlegroep een groter percentage niet drinkt op een stapavond vergeleken met de AVOW-deelnemersgroep.
Tabel 1. Alcoholgebruik op een gemiddelde stapavond bij zowel Alcoholvrij op weg oud-cursisten als controlegroep. Gemiddeld aantal glazen
AVOW-deelnemers
Controlegroep
alcohol op een stapavond
(% binnen groep)
(% binnen groep)
0
7.4%
17.9%
1-5
23.9%
30.0%
5-10
48.9%
34.4%
10-15
14.2%
14.3%
>15
5.7%
3.6%
3.2.2 Drinken en autorijden Zowel in de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep als in de controlegroep pakt de meerderheid van de respondenten wel eens de auto als ze uitgaan. De meerderheid van de respondenten in beide groepen rijdt echter niet onder invloed van alcohol (zie tabel 2). Het percentage deelnemers dat 9
aangeeft nooit onder invloed van meer dan de toegestane limiet alcohol te rijden verschilt niet significant tussen respondenten die hebben deelgenomen aan het Alcoholvrij op weg programma en de controlegroep die dat niet heeft gedaan (χ2 1.320 = 0.198, p = 0.656). Het percentage respondenten dat aangeeft nooit onder invloed van zelfs maar de toegestane limiet te drinken is echter significant hoger in de groep respondenten die het pogramma hebben gevolgd dan de respondenten uit de controlegroep (χ2 1.320 = 9.378, p = 0.002). Mogelijk is het zo dat deelnemers aan het programma zich beter bewust zijn van het feit dat ook rijden onder invloed van de toegestane hoeveelheid alcohol onverstandig is. Aangezien we niet gevraagd hebben aan deelnemers hoe lang ze hun rijbewijs hebben is lastig uit te zoeken of de legale limiet voor respondenten 0.2‰ (beginnersrijbewijslimiet) of 0.5 (normale limiet) is. Voor de toekomst zou het goed zijn uit te zoeken of dit uitmaakt.
Tabel 2. Alcohol en autorijden voor zowel Alcoholvrij op weg oud-cursisten als controlegroep. AVOW-deelnemers (% Nooit binnen groep)
Controlegroep (% Nooit binnen groep)
Pakt auto als uitgaat?
26.7%
30.1%
Rijden onder invloed van de toegestane limiet?
69.1%
52.4%
Rijden onder invloed van meer dan de toegestane limiet?
87.4%
89%
3.2.3 Alcohol en autorijden: wat is de norm voor jezelf en de BOB Middels enkele situatieschetsen (zie bijlage A) hebben we getracht te kijken naar hoe normatief respondenten handelen als het gaat om alcohol en autorijden. We hebben daarin onderscheid gemaakt tussen wat de kans is dat respondenten zelf gaan autorijden als ze wat gedronken hebben versus wat ze zouden doen als de Bewust Onbeschonken Bestuurder (BOB) tegen de afspraak in toch zou drinken. Zouden ze bijvoorbeeld bij een vriend in de auto stappen die tegen de afspraak in toch gedronken heeft? Of zouden ze er wat van zeggen als de BOB toch drinkt terwijl dit tegen de afspraak was? Wat zouden ze doen als al hun vrienden bij iemand in de auto stappen die gedronken heeft? Uit een multivariate ANOVA analyse komt naar voren dat de Alcoholvrij op weg ouddeelnemers over het algemeen wat normatiever reageerden op de scenarioschetsen dan de respondenten uit de controlegroep (F5.237 = 3.406, p = 0.003). Post hoc analyses maken duidelijk dat de respondenten die deelgenomen hebben aan het Alcoholvrij op weg programma vooral verschillen van de respondenten in de controlegroep waar het gaat om het zelf rijden onder invloed van alcohol 10
(F1.237 = 4.798, p = 0.029) en wanneer het gaat om het instappen bij een aangeschoten vriend die BOB zou zijn in het geval dat andere vrienden wel in de auto stappen (F1.237 = 14.218, p < 0.001). Zoals te zien is in figuur 1 reageren respondenten die het Alcoholvrij op weg programma hebben gevolgd gemiddeld normatiever dan de respondenten in de controlegroep. Ook hier zien we weer dat het voor de oud AVOW cursisten
waarschijnlijker is dat ze niet onder invloed van een wettelijk
toegestane hoeveelheid alcohol zouden deelnemen aan het verkeer na een avond stappen dan voor respondenten uit de controlegroep. Voor de respondenten die het Alcoholvrij op weg programma hebben gedaan is het eveneens waarschijnlijker dat ze ondanks ‘peerpressure’ niet in de auto zouden stappen bij een vriend die alcohol heeft gedronken dan voor respondenten uit de controlegroep. De druk van de groep heeft blijkbaar meer invloed op de respondenten in de controlegroep dan de respondenten in de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep. Wanneer er echter geen druk is van vrienden is er geen verschil tussen beide groepen. Wat verder opvalt is dat zowel de respondenten uit de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep als de controlegroep het niet heel waarschijnlijk achten dat ze een vriend zouden aanspreken als deze een biertje bestelt terwijl deze auto zou rijden.
Figuur 1. Waarschijnlijkheid waarmee men al dan niet normatief (M, SE) zou reageren in verschillende situaties waarbij 0=heel onwaarschijnlijk en 5 = heel waarschijnlijk.
11
3.3. De interventie 3.3.1 invloed op kennis alcohol en
autorijden
programma met een theoriegedeelte waarin de effecten van alcohol op prestaties en rijgeschiktheid worden besproken. Op basis van de kennis die is gedeeld tijdens het programma zijn enkele stellingen gecreëerd waarop de respondenten konden aangeven
M punten (SE) op de kennisvragen
Zoals gezegd begint het Alcoholvrij op weg 5,8 5,6 5,4 5,2 5 4,8 4,6
of ze waar of onwaar waren. Ze konden het
2010-2013 2007-2009 2005-2007
ook aangeven dat ze niet wisten of het waar
Cohort
of onwaar was. Voor elke juiste reactie kreeg de respondent een punt (max. 7 punten).
Figuur 2. Gemiddeld aantal punten (SE) op de kennisvragen per cohort Alcoholvrij op weg deelnemers.
Het gemiddelde totaal aantal punten is vergeleken tussen cohorten Alcoholvrij op weg oud-deelnemers (1 = cursisten uit het jaar 2005-2007, 2 = cursisten uit het jaar 2008-2009 en 3 = cursisten uit het jaar 2010-2013) en tussen de AVOW-deelnemersgroep en de controlegroep. Gemiddeld nam het totaal aantal kennispunten een klein beetje af naarmate de deelname aan het programma langer geleden was, maar deze afname was niet significant (F2.175 = 1.445, p = 0.239; zie Figuur 2). Bij de vergelijking tussen de Alcoholvrij op weg oud-cursisten en de controle groep zijn alle cohorten dus samengenomen. Gemiddeld hadden de respondenten uit de Alcoholvrij op weg ouddeelnemersgroep een iets hogere score op de kennisvragen (M = 5.38, SD = 1.05), dan de respondenten uit de controlegroep (M = 5.19, SD = 1.30), maar dit verschil was niet significant (F1.319 = 2.428, p = 0.120). Respondenten uit de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep hadden dus niet significant meer kennis van de effecten van alcohol op prestaties en rijgeschiktheid dan respondenten uit controlegroep. Om te kijken of de variantie in kennis die respondenten hebben over het rijden onder invloed van alcohol een goede voorspeller is voor de variantie in het daadwerkelijk rijden onder invloed hebben we een enkelvoudige regressie uitgevoerd op beide groepen samen. Hieruit bleek dat de mate van kennis over alcohol en alcoholgebruik in het verkeer geen goede voorspeller was voor het rijden onder invloed van alcohol (r2 = 0.002, F1.319 = 0.675, p = 0.412).
12
3.3.2 Kennis, ervaring en evaluatie Een belangrijk onderdeel van het Alcoholvrij op weg programma is het ervaren van het rijden onder invloed van alcohol. Er wordt namelijk verondersteld dat kennis verschaffen over de negatieve effecten van alcoholgebruik niet altijd voldoende is. In het Alcoholvrij op weg programma is daarom naast het geven van kennis en inzicht over de gevolgen van alcohol op de rijvaardigheid ook een praktisch onderdeel opgenomen waarin getracht wordt de deelnemende jongeren een realistische beleving van de effecten van alcoholgebruik op de eigen rijvaardigheid mee te geven. In de enquête onder de respondenten die het Alcoholvrij op weg programma hebben gevolgd hebben we daarom vragen gesteld om hun kennis te testen, maar ook over hun persoonlijke ervaring met betrekking tot de invloed van alcohol op hun rijvaardigheid, en over de evaluatie van hun rijgeschiktheid na alcoholgebruik. Middels een multipele regressie hebben we gekeken welke onderdelen van het programma van invloed waren op het rijden onder invloed. Zoals te zien is in figuur 2 (hele model: R23.160 = 0.080, SE = 1.12, F = 4.664, p = 0.004) heeft alleen de ervaring van het rijden onder invloed van alcohol tijdens het programma een effect op het rijden onder invloed in de jaren daarna (R21.160 = 0.064, SE =1.13, F = 10.996, p = 0.001). Naarmate Alcoholvrij op weg deelnemers meer het idee hadden dat alcohol een negatief effect had op hun rijprestaties waren ze minder geneigd om onder invloed van alcohol te rijden. De evaluatie van de rijvaardigheid, noch de kennis over rijden onder invloed waren gerelateerd aan het rijden onder invloed (respectievelijk R21.160 = 0.009, SE =1.39, F = 1.392, p = 0.240 voor de evaluatie en r2 = 0.002, F1.319 = 0.675, p = 0.412 voor kennis). Het lijkt er dus inderdaad op dat alleen de kennis over de mogelijke gevolgen van rijden onder invloed niet voldoende is om het gedrag (rijden onder invloed van alcohol) te veranderen, maar dat juist de ervaring van de negatieve gevolgen ervan effectief is in het verminderen van het rijden onder invloed van alcohol.
13
Figuur 3. Regressiemodel waarin de relatie tussen de verschillende onderdelen van het Alcoholvrij op weg programma op het rijden onder invloed van alcohol wordt weergegeven.
3.3.3 Ervaren inzicht door het programma: theorie vs. praktijk De respondenten vonden zowel het praktijk- als het theoriegedeelte belangrijk en inzichtgevend. Desgevraagd was 67.6% van de respondenten het eens met de stelling dat de kennis die zij hadden opgedaan tijdens het Alcoholvrij op weg programma hen had laten inzien dat zij beter helemaal niet konden drinken als zij moesten autorijden. Van de respondenten was 66.4% het eens met de stelling dat de ervaring van het rijden onder invloed hen had laten inzien dat zij beter niet konden rijden onder invloed van alcohol. Beide onderdelen werden dus belangrijk gevonden door de meerderheid van de respondenten. We hebben daarom gekeken of en in welke mate deze aspecten daadwerkelijk gerelateerd waren aan het gedrag. Zoals te zien is in figuur 4 (hele model: R23.160 = 0.173, SE = 1.054, F = 17.781, p = 0.001) kan het rijgedrag echter niet voorspeld worden door inzicht door kennis. maar heeft inzicht door ervaring wel een voorspellende waarde voor het rijgedrag (R21.160 = 0.162, SE = 1.058, F = 33.144, p < 0.001). Dat betekent dat alhoewel zowel het inzicht door kennis over rijden onder invloed als het inzicht door de ervaring hiervan belangrijk werd gevonden, die laatste alleen een onderscheidende bijdrage levert aan het uiteindelijke gedrag (te weten, rijden onder invloed).
14
Figuur 4. Regressiemodel voor de invloed van zelfervaren inzicht door de Alcoholvrij op weg oud-deelnemers.
4. CONCLUSIE In het huidige onderzoek hebben we gekeken naar mogelijke verklaringen voor het al dan niet succesvol zijn van het Alcoholvrij op weg preventieprogramma van VNN. We wilden graag weten of oud-deelnemers minder vaak onder invloed van alcohol de auto pakken vaker dan leeftijdsgenoten die dit programma niet hebben gevolgd. Daarnaast wilden we kijken hoe belangrijk de ervaring is van het rijden onder invloed tijdens het Alcoholvrij op weg programma, en hoelang deze effecten aanhouden. Om dit te onderzoeken is aan alle personen die tussen januari 2005 en januari 2014 hebben deelgenomen aan Alcoholvrij op weg een uitnodiging gestuurd voor deelname aan een online enquête. Deze enquête is door 205 van de oud-deelnemers ingevuld. Resultaten van de AVOW ouddeelnemersgroep zijn vergeleken met een controlegroep deelnemers die woonachtig zijn in vergelijkbare rurale gebieden in Nederland en zijn gematcht met de Alcoholvrij op weg respondenten op basis van geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Deze controlegroep bestond uit 164 respondenten die de online vragenlijsten hebben ingevuld, waarvan 146 volledig. Uit de resultaten kwam naar voren dat het percentage respondenten dat aangaf onder invloed van meer dan de legale limiet alcohol te rijden niet verschilde tussen de beide groepen; bijna 90% van de respondenten gaf aan niet te rijden onder invloed van meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol (te weten: 0.2 promille voor beginnende bestuurders en 0.5 promille voor ervaren bestuurders). Echter, het percentage respondenten dat wel eens reed onder minder dan de legale limiet alcohol was ruim 15% lager in de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep dan in de
15
controlegroep. Te weten, in de controlegroep geeft slechts iets meer dan de helft van de deelnemers aan nooit met drank op de rijden, terwijl in de oud-deelnemersgroep bijna 70% aangeeft dit nooit te doen. Oud AVOW cursisten drinken dus vaker helemaal niets als ze nog moeten rijden. Mogelijk heeft het Alcoholvrij op weg programma deelnemers doen inzien dat het rijden onder invloed van alcohol, ook al is het de legale limiet, onverstandig is. Ook bleek uit het onderzoek dat zowel de respondenten in de Alcoholvrij op weg ouddeelnemersgroep als in de controlegroep niet snel in de auto zullen stappen bij een vriend die alcohol gedronken heeft. Echter, deelnemers uit de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep gaven aan minder gevoelig te zijn voor groepsdruk waar het ging op het instappen in de auto bij een vriend die alcohol gedronken had. Mogelijk heeft het programma de respondenten zekerder gemaakt van hun zaak als het gaat om alcohol en autorijden waardoor ze niet snel geneigd zijn om zelf onder invloed te rijden, maar dit ook niet accepteren van een vriend. Zij spreken echter, net als de controlegroep, niet zo snel een vriend aan op zijn drinkgedrag als deze nog moet rijden. Het is daarom aan te bevelen in de toekomst aandacht te geven aan dit element (dus het aanspreken van leeftijdsgenoten) binnen het Alcoholvrij op weg programma. Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat de ervaring van het rijden onder invloed tijdens het Alcoholvrij op weg programma een positief effect heeft gehad op het niet rijden onder invloed. De meerderheid van de respondenten uit de Alcoholvrij op weg oud-deelnemersgroep had tijdens het programma ervaren dat het rijden onder invloed van alcohol hun rijprestaties negatief beïnvloedde en hoe meer zij dit ervaren hadden hoe minder zij nu geneigd waren om onder invloed van alcohol te rijden. De kennis die de respondenten hadden opgedaan tijdens het programma werd als belangrijk en inzichtgevend ervaren door de respondenten zelf, maar bleek geen onderscheidende invloed te hebben op het uiteindelijke gedrag van de respondenten. Op basis van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat het Alcoholvrij op weg programma effectief is als het gaat om het verminderen van het rijden onder invloed van alcohol, ook op langere termijn. Kennis is meegeven over de negatieve gevolgen van alcohol op de rijvaardigheid is hierbij erg belangrijk, maar het zelf ervaren van deze negatieve effecten tijdens het Alcoholvrij op weg programma is zo mogelijk nog belangrijker. De effecten laten zich zien op het daadwerkelijk rijgedrag, maar ook op het weerstand kunnen bieden tegen ‘peerpressure’. Het is daarom aan te bevelen om het Alcoholvrij op weg programma te blijven aanbieden aan jonge bestuurders, om hen (meer) bewust te maken van de mogelijke effecten van alcohol in het verkeer.
16
4.1 Conclusies
Alcoholvrij op weg heeft een positief effect op het niet rijden onder invloed; bijna 70% van de oud-deelnemers aan het preventieprogramma kruipt nooit met drank op achter het stuur, tegenover iets meer dan de helft in de controlegroep.
Het Alcoholvrij op weg programma helpt jongeren zekerder te worden van hun overtuiging dat alcohol en verkeer niet samengaan. Hoewel bijna alle deelnemers aangeven niet in de auto te stappen bij een vriend die alcohol gedronken heeft, geven sommige deelnemers in de controlegroep aan onder groepsdruk dit wel te doen. Oud-deelnemers van het Alcoholvrij op weg programma zijn hierin standvastiger.
Bijna niemand van de deelnemers aan dit onderzoek geeft aan een vriend aan te spreken als hij/zij met drank op achter het stuur wil kruipen. Hierin onderscheiden de oud-deelnemers van het preventieprogramma zich niet van de controlegroep.
De kennis die de respondenten hadden opgedaan tijdens het Alcoholvrij op weg programma werd als belangrijk en inzichtgevend ervaren door de respondenten zelf.
De ervaring van rijden onder invloed van alcohol tijdens het Alcoholvrij op weg programma heeft effect op het rijgedrag – zelfs jaren later; hoe meer oud-deelnemers de ervaring hadden dat alcohol een negatief effect had op hun rijkunsten, hoe minder zij geneigd waren later met alcohol op achter het stuur kruipen.
4.2 Aanbevelingen
Alcoholvrij op weg heeft een positief effect op het rijden onder invloed. Het is daarom aan te bevelen het programma breder uit te zetten in Nederland en ook aan te bieden in andere dan alleen de Noordelijke provincies.
Alhoewel het geven van kennis en inzicht over de invloed van alcohol op gedrag belangrijk is, lijkt het erop dat het ervaren van de negatieve gevolgen van alcohol op rijvaardigheid ook een zeer belangrijke bijdrage levert aan het effect van het Alcoholvrij op weg programma op het rijden onder invloed. Het is aan te bevelen dat dit onderdeel dan ook blijft bestaan.
Het lijkt erop dat jongeren het lastig vinden om vrienden aan te spreken op het drinken terwijl ze nog moeten rijden. Hieraan zou mogelijk in het programma meer aandacht besteed kunnen worden. Misschien zou het goed zijn om jongeren handvaten te bieden voor het uiten van kritiek op leeftijdsgenoten waar het gaat om rijden onder invloed.
17
LITERATUUR Alhm K, Björnstig U, Öström M (2009). Alcohol and drugs in fatally and non-fatally injured motor vehicle drivers in northern Sweden. Accident analyses and prevention 41 (1),
129-136.
Blomberg RD, Peck RC, Moskowitz H, Burns M, Fiorentino D (2009). The Long Beach/Fort Lauderdale relative risk study. Journal of Safety Research 40 (4), 285-292. Brady JE, Li G (2012). Prevelance of alcohol and other drugs in fataly injured drivers. Addiction. 108 (1), 104-114. Brookhuis KA, De Waard D, Steyvers FJJM, Bijsterveld H (2011). Let them experience a ride under the influence of alcohol; A succesfull intervention programm? Accident Analyses and prevention 43, 906-910. Drummer OH, Gerostamoulos J, Batziris H, Chu M, Caplehorn JRM, Robertson MD and Swann P (2003). The incidence of drugs in drivers killed in Australian road traffic crashes, forensic Sci.Int 134, 154-162. Gjerde H, Normann PT, Christophersen AS, Samuelsen SO, Morland J (2011). Alcohol, psychoactive drugs and fatal road traffic accidents in Norway: a case–control study. Accident Analyses Prevention, 43 (3), 1197–1203. González-Wilhelm (2007). Prevelance of alcohol and illicit drugs in blood specimens from drivers involved in traffic law offences. Systematic review of cross-sectional studies. Traffic injury and prevention 8 (2), 189-198. Karjalainen K, Blencowe T, Lillsunde P (2012). Substance use and social, health and safetyrelated factors among fatally injured drivers. Accident analyses and prevention 45, 731736. Legrand SA, Isalberti I, Van der Linden T, Bernhoft IM, Hels T, Wiese Simonsen K, Favretto D, Ferrara SD, Caplinskiene M, Minkuviene Z, Pauliukevicius A, Houwing S, Mathijssen R, Lillsunde P,Langel K, Blencowe T, Verstraete AG (2013). Alcohol and drugs in seriously injured drivers in six European countries. Drug Testing and Analysis 5, (3), 156–165. Mathijssen, M.P.M. (2005). The prevalence and relative risk of drink and drug driving in the Netherlands: a case-control study in the Tilburg police district. R-2005-9. SWOV, Leidschendam. Mathijssen, M.P.M. (1998a). Rijden onder invloed in Nederland, 1996-1997; Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten . R-98-37. SWOV, Leidschendam. Poulsen H, Moar R (2012). The incidence of alcohol and other drugs in drivers killed in new Zealand roads crashes 2004-2009. Forensic Science International 223 (1-3), 364-370.
18
Room R, Babor T, Rehm J (2005). Alcohol and public health. The Lancet 365 (9458), 519-530. Steyvers, F.J.J.M. & Brookhuis, K.A. (1996). Effecten van lichaamsvreemde stoffen op Rijgedrag: een literatuuroverzicht. Haren: Verkeerskundig Studiecentrum, Rijksuniversiteit Groningen. VK-WR-95-01. Rapport voor opdrachtgever.
19
BIJLAGE ENQUETE
1. Inleidende tekst en geïnformeerde toestemming Dank voor uw deelname aan deze enquête. 1.1 Doel van de enquête Middels deze enquête proberen we een beter beeld te krijgen van de kennis en mening van oud 'alcohol vrij op weg' cursisten over alcohol en rijden onder invloed. Daarnaast vragen we naar enkele persoonlijke gegevens zodat we na kunnen gaan of deelnemers aan dit onderzoek een goede afspiegeling zijn van onze doelgroep. Sommige vragen gaan niet direct over de cursus of alcohol en rijden onder invloed. Zo stellen wij bijvoorbeeld ook vragen over waarden en vragen wij je naar jouw persoonlijke omstandigheden. Deze informatie is voor ons belangrijk omdat we hiermee beter inzicht krijgen in de mens achter de mening. 1.2 Deelname aan het onderzoek Het invullen van deze vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten. Er zijn geen goede of foute antwoorden op de vragen. Het gaat om jouw persoonlijke mening. Denk niet te lang na over je antwoord, maar noteer de eerste reactie die in je opkomt. Je kunt op ieder moment stoppen met je deelname aan dit onderzoek door de vragenlijst niet (verder) in te vullen. Jouw gegevens worden geheel vertrouwelijk en anoniem verwerkt, en zijn niet tot jouw persoon terug te leiden. Als je vragen hebt kun je contact opnemen met de onderzoekers via:
[email protected] Door "Ja" te klikken geeft je aan dat je: - de bovenstaande informatie hebt gelezen - je bewust bent van de procedure en duur van de enquête - toestemming verleent voor deelname 1. Vragen over gedrag 1. Hoeveel glazen alcohol drink je op een gemiddelde stapavond? …..
2. Pak je de auto als je uitgaat? Nooit
heel vaak
3. Rijd je wel eens onder invloed van de wettelijk toegestane hoeveelheid alcohol? Nooit heel vaak
4. Rijd je wel eens onder invloed van meer dan de wettelijk toegestane hoeveelheid alcohol? Nooit heel vaak
20
2. Normatieve scenario’s Je zult nu enkele situaties te lezen krijgen, waarin je een keuze moet maken tussen twee gedragingen. Voor beide gedragingen zijn redenen te verzinnen waarom je dat gedrag zou kiezen. Beeld je de situatie zo goed mogelijk in en vraag je af wat jij zou doen in deze situatie. Let op: denk niet te lang na, je eerste reactie is vaak het beste. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Lees altijd de situatie en de twee gedragsalternatieven (gedrag A en gedrag B) goed door. Geef vervolgens aan hoe waarschijnlijk het is dat je het gedragsalternatief zou kiezen. Let op! Het gaat om denkbeeldige situaties en niet om situaties die jij ook daadwerkelijk mee maakt misschien in je dagelijks leven. Stel je voor. Je gaat op een zaterdagavond in de auto naar een discotheek of café om te gaan stappen. Gedurende de avond drink je alcohol. Tegen het eind van de avond wil je naar huis maar je weet niet zeker of je teveel hebt gedronken om wettelijk nog te mogen autorijden. Wat doe je? a) Ik kan best autorijden als ik alcohol gedronken heb en rijd gewoon naar huis. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk b) Ik kan beter niet autorijden als ik alcohol gedronken heb en zoek alternatief vervoer naar huis. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk 2) Stel je voor. Je bent samen met een aantal vrienden naar een café gegaan met de auto. Een van je vrienden heeft beloofd dat hij geen alcohol zou drinken en aan het eind van de avond terug zou rijden. Nu zie je dat je hij toch een biertje bestelt voor zichzelf. Wat doe je? a) Ik zeg er wat van want als je auto rijdt kan je beter helemaal geen alcohol drinken. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk b) Ik zeg er niets van. Eén biertje kan geen kwaad. Heel onwaarschijnlijk
Heel waarschijnlijk
3) Stel je voor. Je gaat stappen met een aantal vrienden. Jullie hebben afgesproken dat één van jullie geen alcohol zou drinken, maar aan het eind van de avond blijkt deze vriend, net als jullie allemaal, flink aangeschoten te zijn. Wat doe je? a) Ik heb geen alternatief vervoer en stap dus toch bij hem in de auto. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk b) Ik wil absoluut niet bij hem in de auto stappen dus ik zoek een andere manier om thuis te komen. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk 4) Stel je voor. Je bent wezen stappen met een aantal vrienden. Jullie hebben afgesproken dat één van jullie geen alcohol zou drinken, maar aan het eind van de avond blijkt deze vriend net als jullie allemaal flink aangeschoten te zijn. Geen van je vrienden lijkt het een probleem te vinden en stappen allemaal bij hem in de auto. Wat doe jij? a) Ik stap ook in de auto. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk b) Ik zoek alternatief vervoer naar huis. Heel onwaarschijnlijk
Heel waarschijnlijk
21
5) Stel je voor. Een vriend nodigt je uit voor een feestje bij hem thuis. Hij woont echter zo ver van jouw huis dat je daar alleen met de auto of de bus kunt komen. Wat doe je? a) Ik neem geen risico en neem de (nacht)bus. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk b) Ik neem de auto, en drink gerust een paar biertjes of wijntjes; ik kan prima rijden met drank op. Heel onwaarschijnlijk Heel waarschijnlijk 3. Vragen over de cursus (alleen voor AVOW-respondenten) De volgende vragen gaan over het praktijkgedeelte van de cursusdag. In het praktische gedeelte reed je een rondje nuchter en daarna reed u een rondje onder invloed van alcohol. 1. Herinner jij je het praktijkgedeelte van de cursus nog? Ja Nee 2. In welke mate beïnvloedde alcohol jouw rijvaardigheid? Helemaal niet
Heel erg
3. In welke mate had de rij-instructeur het idee dat alcohol jouw rijvaardigheid beïnvloedde? Helemaal niet Heel erg
In welke mate ben je het eens met de volgende stellingen: Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
De kennis die ik heb opgedaan tijdens de cursus heeft mij doen inzien dat ik beter niet kan rijden onder invloed van meer dan de wettelijke limiet alcohol. De kennis die ik heb opgedaan in de cursus heeft mij doen inzien dat ik beter helemaal geen alcohol kan drinken als ik moet rijden. De ervaring van het rijden onder invloed van alcohol tijdens de cursus heeft mij doen inzien dat ik beter niet kan rijden onder invloed van meer dan de wettelijke limiet alcohol. De ervaring van het rijden onder invloed van alcohol tijdens de cursus heeft mij doen inzien dat ik beter helemaal geen alcohol kan drinken als ik moet rijden.
4. Kennisvragen De volgende stellingen gaan over wat je nog weet van de cursus. Om ons inzicht te kunnen geven in welke informatie er na een cursus nog blijft hangen is het belangrijk dat je de antwoorden op de vragen niet opzoekt op het internet, maar gewoon afgaat op wat je denkt dat jij je herinnerd. Geef aan of je denkt dat de stellingen waar of onwaar zijn. 1. Er zit evenveel alcohol in een standaardglas whisky als in een standaardglas bier 2. De factoren die de hoogte van het alcoholpromillage in je bloed bepalen zijn voor iedereen verschillend, maar is niet afhankelijk van tijd.
22
3. Opname van alcohol in het lichaam gaat langzamer op de nuchtere maag 4. Je bent altijd verzekerd tegen schade als gevolg van een ongeluk, behalve als je teveel gedronken hebt. 5. Als je onder invloed van de wettelijke limiet alcohol rijdt is je kans op een ongeluk even groot als wanneer je niet onder invloed rijdt. 6. De factoren die de hoogte van het alcoholpromillage in je bloed bepalen zijn voor iedereen gelijk 7. Als je onder invloed van de wettelijke limiet alcohol rijdt beïnvloedt dit je reactietijd niet.
5. Algemene vragen 1. 2. 3. 4. 5.
Wat is je geslacht Wat is je leeftijd Wat is je hoogs genoten opleiding (je hoeft het certificaat of diploma niet te hebben behaald) Ben je in het bezit van een auto? Hoe kilometers rijd je gemiddeld op jaarbasis?
23