Preventie- en handhavingsplan Artikel 43 a Drank- en Horecawet

Corsa reg.nr.: B14.000863

Preventie- en handhavingsplan Artikel 43 a Drank- en Horecawet 2014-2016

Afdeling Samenleving Dinie Kolk Afdeling Dienstverlening Jan Baron Februari-maart 2014 Vastgesteld bij raadsbesluit dd. 10 juli 2014 nr. 13.

1


1.Aanleiding 1.1 Inleiding…………………………………………………………………………………………............... 3 1.2 Eerste plan………………………………………………………………………………………. ………. 3 1.3 Gemeentelijke doelstelling / Integraal beleid art. 43a DHW………………………………… ……… 3 1.4 Wettelijke middelen………………………………………………………………………………………. 3 1.5 Doelen van de Drank en Horeca Wet………………………………………………………….. ………. 3 1.6 Totstandkoming beleid…………………………………………………………………………………… 4 2. Uitgangspunten beleid 2.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid…………………………………………………………. 4 2.2 Beleidsdoelgroep en – setting……………………………………………………………………… 5 2.3 Doelstellingen van beleid…………………………………………………………………………………. 5 3. Noodzaak van alcohol preventie 3.1 Landelijk……………………………………………………………………………………………………. 6 3.2 Regionaal…………………………………………………………………………………………………… 6 3.3 Lokaal……………………………………………………………………………………………………….. 7 3.4 Mysteryshopper onderzoek………………………………………………………………………………. 7 4.Visie gemeente op alcohol- en drugspreventie 4.1 Pijlers van een effectief alcohol- en drugsbeleid………………………………………………………. 8. 4.2 Draagvlak……………………………………………………………………………………………………. 8 4.3 Alcohol, openbare orde en veiligheid…………………………………………………………………….. 8 4.3 Overige (soft) drugs………………………………………………………………………………………… 9 5. Huidige toepassingspraktijk in Harderwijk 5.1 Algemeen…………………………………………………………………………………………………… 9 5.2 Specifiek………………………………………………………………………………………………. ……. 9 5.3 Terugdringen alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde………………………………..10 5.4 Organisatie van het toezicht……………………………………………………………………………….10 6. Wat willen we bereiken en hoe gaan we dit doen? 6.1 Aanpak in onze gemeente……………………………………………………………………………….... 11 6.2 Hulpverlening verslavingszorg…………………………………………………………………………….. 11 6.3 Uitwerking……………………………………………………………………………………………………. 12 7. Samenwerking,communicatie en evaluatie 7.1 Partners……………………………………………………………………………………………………… 12 7.2 Communicatie met doelgroepen………………………………………………………………………….. 12 7.3 Evaluatie…………………………………………………………………………………………………….. 13 8. Begroting en planning 8.1 Financiële middelen……………………………………………………………………………………….. 13 8.2 Planning en proces ………………………………………………………………………………………… 13 Geraadpleegde bronnen……………………………………………………………………………………. 14 Bijlage 1 Uitwerking acties alcohol en drugsmatiging…………………………………………………. 15 Bijlage 2 Overzicht plaatselijk overleg; taken gemeente en politie………………………………… . 21 Bijlage 3 Het gemeentelijk coffeeshop (drugs)beleid…………………………………………………… 23. Bijlage 4 Handhavingsvisie en – arrangementen Drank en Horeca Wet…………………………….. 25 Bijlage 5 Communicatie met doelgroepen………………………………………………………………. 50

2


Hoofdstuk 1 Aanleiding 1.1 Inleiding Op 1 januari 2013 is de ‘nieuwe’ Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. Aanleiding voor de wijziging van deze wet is, dat we steeds meer weten over de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder met name jongeren. Daarnaast zorgt alcoholgebruik vaak voor overlast in de openbare ruimte en bij het overgrote deel van de geweldsdelicten en vernielingen in het uitgaansleven is alcohol in het spel. De wijziging van de DHW heeft daarnaast gevolgen voor de gemeente. Op 1 januari 2014 zijn bepalingen uit de wet van 1 januari 2013 aangescherpt. Niet alleen werd de leeftijd waarop alcohol mag worden verstrekt verhoogd van 16 naar 18 jaar, in artikel 43a werd de gemeenteraad opgedragen een integraal preventie en handhavingsplan op te stellen. 1.2 Eerste plan Voor u ligt het ontwerp van het eerste preventie- en handhavingsplan (PenH plan) waarbij de wettelijke taakstellingen van de wetgever voor onze gemeente zijn uitgewerkt. Het plan heeft een looptijd van ‘slechts’ 2 jaar (tot en met 2016). Dit vloeit voort uit het wettelijke gegeven, dat het nieuwe preventie en handhavingsplan in 2016 (verder) afgestemd moet worden met andere preventieprogramma’s bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid( WPG). Vanaf dat moment lopen de beide plannen namelijk samen op in een 4 jarige cyclus. Op dit moment zijn plannen uit het preventieplan op grond van de WPG in uitvoering. Het preventie- en handhavingsplan DHW sluit daarop nu zo goed mogelijk aan. In de komende twee jaar wordt ervaring opgedaan die in 2016 wordt gebruikt voor de integrale beleidsvisie vanaf 2017. 1.3.Gemeentelijke doelstelling / Integraal beleid artikel 43a DHW De nieuwe DHW raakt verschillende beleidsterreinen, onder meer: gezondheidsbeleid, horecabeleid, handhavingsbeleid en openbare orde en veiligheid. Om invulling te kunnen geven aan de doelen van de nieuwe DHW is een integrale benadering vanuit deze beleidsvelden noodzakelijk. De nieuwe wet stelt de gemeente beter in staat om lokaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren en zorgt ervoor dat dit meer aansluit op de lokale situatie en problematiek. De gemeente reguleert, houdt toezicht en kan handhaven en is nu dus verantwoordelijk voor het gehele proces van vergunningverlening tot aan het toezicht op de naleving van de DHW. 1.4. Wettelijke middelen De wet biedt ondersteunende instrumenten ter versterking van onder meer de preventieve aanpak van alcoholverstrekking en –gebruik. De gemeenteraad stelt het integrale preventie en handhavingsbeleid vast. De burgemeester heeft de bevoegdheid om met inachtneming van dit plan toezicht te houden op de doelstellingen en de naleving van de wet en het daarop gebaseerde beleid en sancties op te leggen indien de wet niet wordt nageleefd. Dit sluit aan bij zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid. 1.5.Doelen van de Drank- en Horecawet: De doelstellingen van de DHW zijn: 1. het voorkomen van gezondheidsschade; 2. het voorkomen van verstoring van de openbare orde door alcoholgebruik; 3. het bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten; 3


De punten 1 en 2 worden in dit plan verder uitgewerkt en toegelicht Bij punt 3 wordt het volgende opgemerkt. De DHW wet geeft een aantal mogelijkheden om de administratieve lasten voor ondernemers terug te dringen. Zo is het niet langer nodig een nieuwe vergunning aan te vragen wanneer in het horecabedrijf een nieuwe leidinggevende gaat werken. In dat geval kan worden volstaan met het doen van een melding. Dit scheelt tijd en kosten. Daarnaast is het nu mogelijk om bij jaarlijks terugkerende bijzondere gelegenheden (bijvoorbeeld Koningsdag, proef-eet) één keer ontheffing van het verbod om zwak-alcoholhoudende dranken te verlenen. Deze ontheffing hoeft dus niet meer elk jaar opnieuw te worden aangevraagd. Ook dit bespaart de ondernemer én de gemeente tijd en kosten. 1.6 Totstandkoming beleid Bij de totstandkoming van deze beleidsnotitie is uitgegaan van de volgende, bij de beleidskeuzes te hanteren algemene kaders: - uitgaan van het reeds bestaande beleid; waar dit om wettelijke redenen noodzakelijk is of om de geformuleerde beleidsdoelen te bereiken worden nieuwe beleidsinstrumenten ingezet. - in principe eigen verantwoordelijkheid (zelfregulering) partners (zoals horeca, supermarkten, sportverenigingen, culturele instellingen etc.) toezicht en handhaving daarop afstemmen; - de eigen verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelstellingen geldt ook voor ouders en scholen. de rol van de gemeente en hulpverlenende instanties is daarbij ondersteunend en initiërend van karakter de gemeente houdt de regelgeving zo beperkt mogelijk. - handhaving d.m.v. integrale controles en themagericht (bijvoorbeeld leeftijdscontroles). Om het beleid tot stand te brengen is een werkwijze gekozen, waarin de programma’s van andere afdelingen zijn vertegenwoordigd. Hiermee is een integrale benadering mogelijk geworden, waarbij de facetten van het Drank- en Horecabeleid in samenhang zijn behandeld.

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten beleid 2.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie en een handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor het integrale alcoholbeleid wordt het preventiemodel van Reynolds (2003) gehanteerd dat ook de basis vormt voor de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt, dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van dranken het overheidsbeleid vormen samen een systeem, dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien, dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. In dit PenH-plan staat daarom de omgeving centraal.

4


Figuur 1: Preventiemodel Reynolds 2.2 Beleidsdoelgroep en –setting Einddoelgroep van dit preventie- en handhavingsbeleid zijn jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Ook is bekend, dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn tot 23 jaar nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben.van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico moment.. Door de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een alcoholvergiftiging) ligt de nadruk van dit plan in het bijzonder op de uitgaansituatie. Daarbij is uitgaan een breed begrip: het gaat ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep. 2.3 Doelstellingen van beleid Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de DHW kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar. Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). De ambitie van dit beleidsplan is, dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen.

5


Hoofdstuk 3 Noodzaak van alcoholpreventie 3.1. Landelijk Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa als het ging om bingedrinken, oftewel het op een avond meer dan vijf drankjes drinken (Hibell e.a., 2012). Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16. Gevolg was, dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep. Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten, zo blijkt uit de cijfers van 2011 (Verdurmen e.a., 2012). Eerder is aangegeven, dat alcoholgebruik ongunstig kan zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Er zijn sterke aanwijzingen, dat alcohol bij mensen voor ernstige schade aan het brein kan zorgen. Wordt er gekeken naar het brein van personen die erg veel hebben gedronken in hun puberteit dan blijkt, dat bepaalde functies bij hen minder goed ontwikkeld zijn. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht. Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor het brein, maar vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade en geweld. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. 3.2 Regionaal Uit het E-MOVO onderzoek van 2011 blijkt, dat in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek 37% van de Noord-Veluwse jongeren alcohol hadden gedronken. Dat is minder dan in 2003, toen 60% van de jongeren alcohol dronk. In de vier weken voorafgaand aan het onderzoek heeft 25% van de Noord-Veluwse jongeren weleens vijf of meer drankjes met alcohol bij één gelegenheid gedronken en is 15% dronken of aangeschoten geweest. In 2003 lagen deze percentages hoger, namelijk respectievelijk 36% en 21%. Het drinken van alcohol gebeurt vooral in het weekend (39%); 11% van de jongeren drinkt door de week alcohol. Noord-Veluwse jongeren nuttigen alcohol vooral thuis met anderen (21% van alle jongeren); bij anderen thuis (19%); in een café, bar, snackbar of op een terras (18%); of in een discotheek (12%). Achttien procent drinkt weleens alcohol in een hok, schuur of keet. Drinken voor het uitgaan doet 17% van de Noord-Veluwse jongeren. Dit indrinken gebeurt meestal bij vrienden thuis (11%) of thuis (7%). Ouders hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van het alcoholgedrag van hun kinderen. (voorbeeldgedrag). Ouders (en ouderen) kunnen het alcoholgebruik van hun (klein)kinderen uitstellen en verminderen door ten aanzien daarvan duidelijke grenzen te stellen. Daarnaast heeft ook het voorbeeld dat ouders zelf geven invloed op hun kind. Naarmate ouders meer drinken, is de kans groter dat kinderen veel gaan drinken en op jonge leeftijd daarmee beginnen (Dorsselaer et al, 2010).

3.3 Lokaal 6


De gegevens van Harderwijkse jongeren komt grotendeels overeen met het gemiddelde in de regio NoordVeluwe. Het aandeel scholieren dat in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek alcohol heeft gedronken is 34%. Vijfentwintig procent van de scholieren heeft in deze periode één keer of vaker overmatig alcohol gedronken (binge drinken) en 15% is in deze periode dronken of aangeschoten geweest. Harderwijkse scholieren rapporteren weinig drugsgebruik, 4% heeft in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek softdrugs gebruikt. In Harderwijk drinken in verhouding weinig jongeren in een hok, keet of schuur in vergelijking met andere gemeenten op de Noord-Veluwe. Onder jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar is in 2013 een onderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten verwerkt zijn in het Rapport Factor Jeugd. Opvallend hierin is de grote daling van het gebruik van alcohol in de laatste maand. In 2009 gaf nog 36% van de jongeren aan dat zij in de afgelopen maand alcohol dronken, in 2013 is dit nog slechts 27%.

Roken

Baseline 15

2009 13

2013 11

Alcohol

47

36

27

Softdrugs

5

3

3

3.4.Mysteryshopperonderzoek In november/december 2013 is een mysteryshopper onderzoek uitgezet in Harderwijk. Het onderzoek had als doelstelling om lokaal een indruk te krijgen hoe het gesteld is met de naleving van de “verstrekkingsvoorschriften” uit de Drank- en Horecawet. Er zijn onderzoeken geweest bij de (para)commerciële horeca, bij slijters en bij supermarkten waarbij jongeren, die de leeftijd van16 jaar nog niet hadden bereikt, onder professionele begeleiding een aankoopverzoek hebben gedaan. De leeftijdsgrens waaronder geen alcoholhoudende drank mocht worden verstrekt was toen nog 16 jaar. Er is een rapportage opgesteld, waarin de resultaten van het onderzoek zijn weergegeven en uitvoerig zijn beargumenteerd. De onderzochte instellingen en bedrijven ontvingen hun uitslag van het onderzoek eind december 2013. Uit het onderzoek bleek, 1. dat de naleving van de Drank- & Horecawet op het onderdeel schenken van zwak-alcoholhoudende drank onder de 16 en sterk-alcoholhoudende drank onder de 18, zeer uiteen loopt qua soort inrichting; 2. in de categorieën van para-commerciële inrichtingen, commerciële inrichtingen in het centrum en cafetaria’s, wordt grotendeels zwak-alcoholhoudende drank geschonken onder de 16 jaar en sterkalcoholhoudende drank onder de 18 jaar;. 3. supermarkten en slijterijen scoren in het onderzoek goed qua verkoop van zwak-alcoholhoudende drank onder de 16 jaar en sterk-alcoholhoudende drank onder de 18 jaar.

7


Hoofdstuk 4.Visie gemeente op alcohol- en drugspreventie 4.1 Pijlers van een effectief alcohol- en drugsbeleid Publiek draagvlak (preventie): Het creëren van draagvlak voor de doelen van het gewenste alcohol- en drugsbeleid, zoals door het afsluiten van convenanten met sportverenigingen en door goede informatie te verstrekken ten behoeve van opvoeders, ondernemers, politie en leidinggevenden binnen de horeca. Vroegsignalering: Het ontdekken van problemen in een vroeg stadium biedt de meeste kans op herstel en voorkomt ernstiger schade. Door samenwerking met Tactus en scholen wordt veel inzet gepleegd op voorlichting. Met het voortgezet onderwijs wordt er weer een convenant afgesloten met betrekking tot alcoholgebruik tijdens schoolactiviteiten Regelgeving: Belangrijk daarbij: de kracht van regelgeving zit niet zozeer in het stellen van de regels, maar vooral in de naleving en handhaving daarvan. Samenwerking met politie, ondernemers, bestuursleden van paracommerciële instellingen, GGD, Koninklijke Horeca Nederland enz. is essentieel. Handhaving: Het handhaven van alcoholregels behoort tot de meest effectieve preventiemaatregelen die de overheid kan treffen.. De inzet zal gepleegd worden op hot-spots (gelegenheden waar veel jongeren komen) Goede contacten met ondernemers en organisatoren vormen een onmisbare basis voor een goede samenwerking. 4.2 Draagvlak Voor het creëren van draagvlak voor de doelen van het gewenste alcoholbeleid (zie par. 2.3), zet de gemeente in op het afsluiten van convenanten met partijen. Op het moment wordt er gewerkt aan een hernieuwd convenant met het voortgezet onderwijs, naar aanleiding van de wijziging van de leeftijdsgrens in de nieuwe Drank en Horeca Wet. Samen met het onderwijs wordt er een nieuw convenant opgesteld die, volgens verwachting voor de zomervakantie 2014 getekend gaat worden door alle VO scholen in de regio. Daarnaast wordt er de komende tijd gesproken met de (para)commerciële) instellingen, om tot overeenstemming te komen voor wat betreft afspraken over alcohol in combinatie met jongeren. 4.3 Alcohol, openbare orde en veiligheid Jongeren vormen een belangrijke risicogroep voor de ontwikkeling van alcohol-gerelateerde problemen. De risico's van alcoholgebruik door jongeren hangen sterk samen met het incidenteel gebruik van overmatig alcohol in een zeer korte tijd en door drinken in situaties waarin men eigenlijk helemaal geen alcohol zou moeten drinken (zoals in het verkeer). Overmatig en riskant alcoholgebruik kan leiden tot (ernstige) problemen. Behalve gevolgen voor de persoonlijke gezondheid en het risico van verslaving bij langdurig gebruik, kan onverantwoord gebruik van alcohol zeer veel schade aanrichten in de openbare ruimte. Overmatig drankgebruik leidt tot agressie en geweld, overlast op straat en slachtoffers in het verkeer. Met op de jeugdgerichte preventieactiviteiten is dan ook grote maatschappelijke winst te behalen. Het doel van de DHW is dan ook niet alleen het voorkomen van gezondheidsschade, maar ook het tegengaan van het verstoren van de openbare orde door alcoholgebruik. Op basis van de DHW is bijvoorbeeld het doorschenken aan personen onder invloed zelfs verboden. Het gemeentelijk alcoholbeleid dient dus niet alleen de gezondheidsbelangen van de inwoners, maar ook de openbare orde en veiligheid en daarmee de veiligheid van de burgers. De gemeente is bij uitstek het 8


bestuursorgaan om verschillende partijen op (inter)lokaal niveau, van politie tot GGD en van ouders tot horeca, bij elkaar te brengen. In deze regiefunctie stemt de gemeente activiteiten op elkaar af en vindt toetsing plaats aan de hand van een meerjarenbeleid. Alcoholbeleid is op die manier geen thema dat gevoed wordt door incidenten, maar een beleidsterrein waar continu aandacht voor wordt gevraagd. 4.4 Overige (soft)drugs. Naast alcohol worden ook andere (soft)drugs gebruikt. Het is bijvoorbeeld riskant om alcohol met een (soft)drug te combineren. Het overige (soft)drugsgebruik blijkt inmiddels ook niet zonder gevaren voor de volksgezondheid. In het onlangs vastgestelde nieuwe coffeeshopbeleid (naam invullen en datum van vaststelling) worden preventie en handhavingsdoelstellingen geformuleerd . Het ligt voor de hand bij de uitvoering van dit plan ook de doelstellingen van het plaatselijke coffeeshopbeleid te betrekken en de acties en maatregelen tegen het gebruik van beide drugs waar mogelijk te stroomlijnen en te combineren. Bijlage 3 bij dit plan geeft informatie over de doelstellingen van het coffeeshopbeleid en het op te stellen actieplan. Daarnaar wordt hier verwezen.

Hoofdstuk 5. Huidige toepassingspraktijk in Harderwijk 5.1 Algemeen De doelen van het kabinet om met de mogelijkheden die de nieuwe Drank- en Horecawet de gemeente biedt het alcoholgebruik onder jongeren en de alcohol gerelateerde overlast in de openbare ruimte aan te pakken, zijn niet nieuw. Onder de oude wet werd al ingezet op deze doelen. In het onderstaande wordt ingegaan op de bestaande DHW-wet praktijk. Voor de bestaande preventieve maatregelen wordt verwezen naar de informatie daarover in bijlage 1 van dit plan. 5.2 Specifiek Zoals eerder aangegeven hebben gemeenten bestuurlijke verantwoordelijkheid om de totstandkoming, continuïteit en samenhang van de publieke gezondheid te bevorderen. Zij hebben de taak om de gezondheid van hun inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen vanuit de Wet publieke gezondheid. Er wordt gerefereerd aan de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Echter, niet alle mensen zijn in staat om gezonde keuzes te maken. De gemeente laat mensen die hier (nog) niet in slagen, zoals opgroeiende kwetsbare jongeren, niet aan hun lot over. Als van mensen verwacht wordt dat ze bewust omgaan met hun gezondheid, dan vraagt dat ook om beleid dat de gezonde keuze aanmoedigt en faciliteert. Het is wel de verantwoordelijkheid van deze burger om de geboden kansen te benutten. Daarnaast werd tot voor kort in samenwerking met de Voedsel en Waren Autoriteit, toegezien op de naleving van deze wet, de Algemene Plaatselijke Verordening: sluitingstijden- en terrassenbeleid voor de horeca en het geluidbeleid. De gemeenteraad stelde onlangs de paracommerciële verordening op basis van artikel 4 Drank- en Horecawet vast. Daarin zijn de schenktijden voor de paracommerciële inrichtingen vastgelegd van 12.00 uur tot 1.00 uur en het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard/derden in een dergelijke inrichting op maximaal 12 per jaar .De vergunningverlening op grond van de Drank- en Horecawet lag al bij de gemeente. Dit blijft ook zo bij de uitvoering van de nieuwe Drank- en Horecawet zij het dat de burgemeester het vergunningverlenende bestuursorgaan is geworden. 9


5.3 Terugdringen alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde (Overmatig) alcoholgebruik gaat vaak gepaard met overlast. De gemeente Harderwijk werkt al nauw samen met politie en justitie om dit tegen te gaan. In de Algemene Plaatselijke verordening (APV) zijn daarvoor een aantal specifieke maatregelen opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan het verbod op hinderlijk drankgebruik (op aangewezen plekken Voor de leeftijdscategorieën tot 18 jaar is daartegen een specifiek verbod in de Drank- en Horecawet opgenomen (art 45), het verbod op samenscholing en het zonder redelijk doel aanwezig zijn in publieke ruimten, en maatregelen tegen baldadigheid, het sluitingsuur voor horecabedrijven e.d. Er zijn afspraken over doorverwijzingen naar hulpverleningsinstanties bij overmatig alcoholgebruik van een minderjarige. 5.4 Organisatie van het toezicht Plaatselijk Organisatorisch zijn bij de gemeente de toezichtstaken en de bestuursrechtelijke handhaving DHW thans ondergebracht bij de afdeling Ruimte. Het bestuurlijk/beleidsmatige en het vergunning deel ervan is nu ondergebracht bij de afdeling Dienstverlening. Hiermee zijn de beleidsvorming/vergunningverlening DHW en het toezicht op de naleving ervan organisatorisch gescheiden ondergebracht. Dit komt het belang van de objectiviteit van de wetstoepassing ten goede. Regionaal Er wordt op ingezet het DHW-beleid en het toezichts- en handhavingsbeleid (deels) regionaal met de gemeenten Ermelo en Putten op te zetten. Deze ontwikkeling is bij het opstellen van dit plan nog gaande. Wel blijken er verschillen blijken te zijn in de aard van de problematiek waarmee de gemeenten te maken hebben. Zo kent Harderwijk het fenomeen “drinkkeet” niet of nauwelijks terwijl dit in Putten wel een factor is om rekening mee te houden. In Harderwijk met bijna 46.000 inwoners is de horeca vooral geconcentreerd in de binnenstad, hetgeen een andere aanpak vergt dan in kleinere gemeenten. Een uniform regionaal (toezicht- en handhavings)beleid is vooralsnog niet bereikt. Beoogd wordt een samenwerkings-overeenkomst vast te stellen, waardoor buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s ) ook in de andere gemeente van nhet politiedistrict in actie kunnen komen. Te denken valt aan inzet tijdens evenementen, bij incidenten en bij projectmatige inzet, zoals thema-controles in het kader van de DHW. De inzet is erop gericht deze opzet zoveel als mogelijk budgetneutraal te laten zijn. Aan de preventieve- en voorlichtingskant is de samenwerking met de regio gemeenten al wel ver gevorderd. Er is een gezamenlijke gezondheidsnota opgesteld, waarin de zes RNV gemeenten (Harderwijk, Ermelo, Putten, Oldebroek, Elburg en Nunspeet) gezamenlijk optrekken. Maandelijks vindt er overleg plaats met de ambtenaren Volksgezondheid, waarin de (gezamenlijke) acties besproken worden en waar nodig bijgestuurd kunnen worden.

10


Hoofdstuk 6. Wat willen we bereiken en hoe gaan we dit doen? 6.1 Aanpak in onze gemeente Vanuit de doelstellingen, genoemd in paragraaf 2.3, richten wij onze aanpak op de volgende gebieden: Aanpak gericht op preventie en informatie, gericht op jongeren en hun omgeving, onderwijs en ouders; Aanpak rond uitgaan en incidenten rondom hotspots; Aanpak rondom evenementen, waar veel jongeren samenkomen; Aanpak via sportkantines; Aanpak hulpverlening. Deze gebieden zijn verder uitgewerkt in bijlage 1 van dit plan waarbij toegelicht wordt welke acties mogelijk zijn binnen het bestaande beleid en de beschikbare middelen. Vanzelfsprekend wordt het bestaande beleid voortgezet. 6.2 Hulpverlening verslavingszorg Jongeren hebben over het algemeen weinig probleembesef m.b.t. middelengebruik zoals soft- en harddrugs Dit brengt met zich mee dat jongeren over het algemeen pas in een laat stadium (en vaak niet vrijwillig) met de verslavingszorg in aanraking komen waardoor de problemen vaak fors zijn. Schooluitval bij cannabisgebruik en blijvende hersenbeschadiging bij alcohol zijn hiervan voorbeelden. Het is belangrijk om vroegtijdig op deze signalen in te spelen. Naast het vroegtijdig inspelen op signalen leggen we de focus op het voorkomen en terugdringen van middelenproblematiek onder risicojongeren. Dat doen we door een gespreks- en samenwerkingspartner te zijn van belangrijke netwerkpartners, hen te ondersteunen en bewust te maken van hun signaleringsfunctie zodat we eerder met deze jongeren in contact kunnen komen, zodat deze jongeren en hun ouders: - in een vroeger stadium ondersteuning van Tactus krijgen, - makkelijker naar de hulpverlening doorstromen, - (op een positieve manier) kennismaken met Tactus waardoor op een later tijdstip de weg naar Tactus makkelijker gevonden kan worden, We onderscheiden hierin drie doelgroepen, namelijk; - Jongeren in de leeftijd van 12-25 jaar die kwetsbaar zijn, experimenteel tot risicovol gebruiken of problematisch gebruiken van middelen; - Ouders van de bovenstaande jongeren; - Professionals die in aanraking komen met bovenstaande jongeren of ouders. De aanpak richt zich op het signaleren, voorlichten, verwijzen en begeleiden van kwetsbare en risicojongeren met als doel een afname van het middelenmisbruik onder jongeren in Harderwijk.De kracht van de aanpak zit in de samenwerking met ketenpartners. Ketenpartners signaleren middelenmisbruik en kunnen een start maken met het bespreekbaar maken hiervan. Daarnaast is het van belang dat ketenpartners weten wanneer en hoe ze de hulp van Tactus kunnen inschakelen, en wat vervolgens mogelijkheden zijn (het aanbod). Daarnaast is het nodig om vroegtijdig in contact te komen met jongeren door middel van laagdrempelige preventie activiteiten.

11


6.3 Uitwerking. Preventieve aanpak De uitwerking van de bovengenoemde aanpak is omschreven in bijlage 1 van dit plan. Daarnaar wordt hier verwezen. Repressieve aanpak Een transparant en bovendien effectief alcohol- en drugspreventiebeleid kan niet zonder regelgeving en de daadwerkelijke handhaving ervan. Dit onderdeel van het plan is uitgewerkt in bijlage 3 van dit plan. Daar wordt ook aandacht besteed aan de doelstellingen en de rol van de regelgeving en de handhaving daarbij. Handhavingsmatrixen geven wat er in voorkomende situaties aan strafrechtelijke of bestuursrechtelijke sancties kan worden verwacht wanneer de daar genoemde wettelijk norm wordt overtreden.

Hoofdstuk 7. Samenwerking, communicatie en evaluatie 7.1. Partners Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De aangestelde toezichthouder DHW (Boa) speelt een belangrijke rol in deze samenwerking. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld: Politie Hotspots mede helpen in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties,jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp.453). Ondernemers/ Verenigingen/ Paracommerciele rechtspersonen

Communicatie en ondersteuning, training personeel/vrijwilligers.

Scholen

Overleg over intern schoolbeleid (in kader van alcohol/drugs/roken) en over informatievoorziening richting ouders.

Gezondheids- Partners

Zoals de GGD, Tactus Verslavingszorg, Centrum voor Jeugd en Gezin en Bureau Halt zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.

7.2 Communicatie met doelgroepen

Communicatiedoel is alle betrokkenen, zowel de doelgroepen (ouderen en de jongeren) als de professionele organisaties (stakeholders in de horeca, paracommercie, verkopers en andere verstrekkers en de partners vermeld in hoofdstuk 7.1) over dit plan te informeren. Hoe dit plan eruit ziet is in hoofdlijnen uitgewerkt in de bijlage 4 behorende bij dit plan getiteld “Communicatie met de doelgroepen”. Daarnaar wordt hier verwezen.

12


7.3 Evaluatie Het preventiebeleid Dit beleid wordt geëvalueerd gelijktijdig met de evaluatie van de Gezondheidsnota; volgens planning midden 2016. Dit levert informatie op voor de nieuwe Gezondheidsnota die daarna samen het nieuwe PenH plan Drank- en Horecawet de gemeenteraad ter vaststelling wordt voorgelegd. GGD Noord- en Oost-Gelderland hanteert een monitorcyclus van vier jaar, waarin de gezondheid van de bevolking in kaart wordt gebracht. De grootste groep van de bevolking wordt in kaart gebracht door drie verschillende onderzoeken gericht op de leeftijdsgroepen 0-12 jaar (jeugdmonitor), 12-18 jaar (E-MOVO) en 19 jaar en ouder (volwassenen- en ouderenmonitor; voorheen twee aparte monitors). Door deze monitorcyclus kunnen veranderingen in gezondheid en leefstijl van de bevolking worden gesignaleerd en risicogroepen worden geïdentificeerd. . De huidige beleidsnota ‘Gezondheid dichterbij, goed bezig’ is opgesteld voor de periode 2013-2016. Het ingezette beleid wordt tussentijds geëvalueerd om waar nodig bij te kunnen sturen, zodat de gestelde doelen zoveel mogelijk kunnen worden behaald. Door te evalueren kan bijvoorbeeld inzichtelijk worden gemaakt of het gevoerde beleid doeltreffend (effectief) is geweest, en of het doelmatig (efficiënt) is geweest. Afhankelijk van de activiteiten die op een bepaald thema ingezet gaan worden, moet bepaald worden welk effect realistisch is. Maatschappelijke effecten van de interventies zijn moeilijk meetbaar vanwege de vele invloeden. Dit vraagt een lange adem voor het inzetten van interventies. Evaluatie van het regelen handhavingsdeel van het PenH beleid Door middel van een jaarlijks op te stellen handhavingsoverzicht worden de getroffen maatregelen geëvalueerd en getoetst op effectiviteit en de gestelde beleidsdoelen. Indien dit nodig blijkt wordt het handhavingsbeleid aansluitend bijgesteld. Dit evaluatieoverzicht wordt de gemeenteraad ter beoordeling voorgelegd.

Hoofdstuk 8 Begroting en planning 8.1 Financiële middelen Vanuit Volksgezondheid zijn er de volgende middelen beschikbaar voor uitvoering van het activiteitenprogramma Gezonder Fundament voor het onderdeel alcoholmatiging. Gemeentelijke bijdrage: 2013 t/m 2016 – jaarlijks € 6.000 Provinciale bijdrage: 2013 t/m 2016 – jaarlijks € 5.500 Voor handhaving is jaarlijks structureel geld beschikbaar voor één toezichthouder (1 fte) inclusief administratieve ondersteuning (0,4 fte) . 8.2. Planning en proces

Week 8 Plan uitwerken Week 9 Plan uitwerken en donderdag 27-2 naar de burgemeester en wethouder Volkshuisvesting voor overleg pfo maandag 3 maart e Week 10 evt wijzigingen doorvoeren evt aanmelden voor 2 bestuurlijke vooroverleg. e Week 11 ontwerp klaar +(evt) 2 bestuurlijke overleg en daarna met voorstel naar B&W Week 12 B&W besluit (19 maart) aansluitend: Week 13 ter inzage/behandeling in klein/horecaoverleg Week 14 ter inzage 1 april behandeling in overleg paracommercie /Horecaoverleg Week 15 ter inzage Week 16 ter inzage 13


Week 17 uitwerken raadsvoorstel en zienswijzeverslag Week 18 stukken uiterlijk 29-4 naar B&W Week 19 Behandeling in B&W van 6 mei voor behandeling in commissie Week 20 Week 21 Week 22 Week 23 Commissie Beleid algemeen 5 juni Week 24 Week 25 raadsbehandeling (dan wel als hamerstuk in vergadering van 19 juni)

Geraadpleegde bronnen ‘Gezondheid dichterbij: goed bezig’, Nota gezondheidsbeleid 2012-2016. Gemeenten regio Noord-Veluwe. Activiteitenplannen ‘Gezondheid dichterbij: goed bezig’, 2013-2016. E-MOVO – gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de regio Noord-Veluwe. Resultaten E-MOVO 2011, onder leerlingen van tweede en vierde klas. Uitgave van GGD Gelre-IJssel, juni 2012. Tabellenboek E-MOVO 2011, gemeente Harderwijk. Uitgave van GGD Gelre-Ijssel, november 2012 Factor Jeugd (Communities that Care), herhalingsmeting Harderwijk 2009-2013, Willemijn Roorda. Amsterdam, september 2013. Het voorkomen van risicofactoren bij het opgroeien van jongeren in Harderwijk. Uitgevoerd door GGD Noord- en Oost Gelderland in opdracht van de gemeente Harderwijk. September 2013. Beleid met betrekking tot alcohol en drugs voor het Voortgezet (Speciaal) onderwijs in de regio NoordVeluwe, september 2011. Landelijke nota gezondheidsbeleid, ‘Gezondheid dichtbij’, mei 2011. Model Preventie en Handhavingsplan, voor de uitvoering van de Drank en Horeca Wet, versie 1.0. Uitgave van Trimbos Instituut, januari 2014 in opdracht van Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Verslavingspreventie in de gemeente Harderwijk in 2014, Tactus verslavingszorg, december 2013. Het coffeeshopbeleid gemeente Harderwijk, 2013

14


Bijlage 1. Uitwerking acties alcohol en drugsmatiging 1.1. De doelstelling 1.2. Alcoholgebruik is altijd een resultaat van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Preventie is gericht op vier pijlers: educatie, vroegsignalering, regelgeving en handhaving. Overstijgend komen we, vanuit het gezondheidsbeleid tot de volgende doelstellingen: 1. In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het ooit-gebruik van alcohol van 7% bij jongeren tot 16 jaar en van 4% bij jongeren van 16 jaar en ouder. 2. In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het recent gebruik van 7% bij jongeren tot 16 jaar en van 4% bij jongeren van 16 jaar en ouder. 3. In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het binge drinken van 6% bij jongeren tot 16 jaar en van 6% bij jongeren van 16 jaar en ouder. 4. In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het aantal ouders dat alcoholgebruik van hun kind goedkeurt of er niets van zegt van 6% bij jongeren tot 16 jaar en van 7% bij jongeren van 16 jaar en ouder. 1.2 De aanpak In onze gemeente richten we ons op verbinding tussen de domeinen school, thuis en vrije tijd. Zo worden ouders niet alleen betrokken via het onderwijs, maar ook bijvoorbeeld via de sportkantine. Er vinden acties gericht op jongeren niet enkel plaats in de schoolbanken, maar ook in hun omgeving: via hun ouders, de vereniging waar ze sporten en de kroeg of club waar ze uitgaan. Het hart van de aanpak bestaat uit preventie: het voorkomen van vroeg-, vaak- en veel gebruik en het vroegtijdig aanpakken van risicogebruik en aanverwante problematiek. Om de afname in alcohol- en drugsgebruik onder jongeren te bewerkstelligen, zetten we in op: • Het voorkomen van gebruik onder minderjarigen <18 jaar ; • Het terugdringen van gebruik onder risicogroepen; • Het terugdringen van gebruiks-gerelateerd risicogedrag. 1.3 Uitgangspunten en kader - Ouders nemen hun verantwoordelijkheid en zien er op toe dat hun minderjarige kinderen geen alcohol en drugs gebruiken; - Talentontwikkeling gaat niet samen met middelen gebruik .Het onderwijs voor minderjarigen is daarom alcohol- en drugsvrij; -sportkantines en in het uitgaansgebied wordt niet bovenmatig en niet door minderjarigen < 18 jaar gebruikt. De maatregelen die genomen worden, staan niet op zichzelf maar kunnen in wisselende samenstelling alleen of tegelijkertijd aan de orde zijn. Dit onderstreept de integraliteit van de maatregelen.

In 2016 zijn de volgende resultaten behaald: 15


1. In 2016 heeft 70% van de jongeren, ouders/verzorgers en intermediairs informatie over de risico’s van jong alcoholgebruik om hun kennis en gedrag te beïnvloeden. 2. In 2016 heeft 80% van scholen voor voortgezet onderwijs activiteiten en alcoholbeleid gerealiseerd dat het jong alcoholgebruik tegengaat. 3. In 2016 is er op lokaal- of wijkniveau samenwerking met CJG, straathoekwerk, welzijnsorganisaties, kerken, oudercommissies, sportverenigingen, vrijwilligersorganisaties, leerlingen voortgezet onderwijs. 4. In 2016 heeft 60% van de (para)commerciële instellingen activiteiten en een beleid, dat jong alcoholgebruik ontmoedigt en gebruik van gezonde dranken stimuleert. 1.4 Aanpak jongeren en hun omgeving, onderwijs en ouders Hoe vroeger jongeren beginnen met alcohol of drugs, des te groter de schade op latere leeftijd en de kans dat ze verslaafd raken. Daarom is het belangrijk om te voorkomen dat jeugdigen gaan gebruiken of om op z’n minst het gebruik zo lang mogelijk uit te stellen. De voorbeeldfunctie van de omgeving is hierin belangrijk. Ook op de sportvereniging is het van belang een juist signaal af te geven aan jongeren. Daarvoor zet de gemeente in op het gesprek met de sportvereniging, om gezamenlijk dit belang te onderschrijven. De uitstraling van een gezonde, sportieve vereniging door middel van afspraken vastgelegd in een convenant. Wij richten ons ook ouders en professionals op en buiten school. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, later beginnen met drinken, minder zwaar drinken (ongeacht hun persoonlijkheid) en minder snel vriendschappen aangaan met drinkende vrienden. Kinderen van ouders die geen grenzen stellen, beginnen juist eerder met drinken. We weten dat jongeren die het meest vaak softdrugs gebruiken minder kennis en normbesef hebben dan jeugdigen die niet gebruiken. Daarom is het van belang dat al vroeg grenzen worden gesteld, overgedragen en bewaakt. Dit doen we o,a, met de volgende aanpak: -

-

Aandacht voor alcohol tijdens de Periodiek Gezondheids Onderzoeken (PGO’s) groep 7 BO en klas 2 VO. Voorlichting aan ouders via CJG’s over alcohol, (samenwerking GGD en CJG). De verkrijgbaarheid van alcohol moeilijker maken door (para)commerciële instellingen te wijzen op hun verantwoordelijkheden, o.a. door mysteryshopper onderzoek en activiteiten van de BOA. Hernieuwen en verbeteren alcoholconvenant met het voortgezet onderwijs, in samenwerking met leerlingen en ouders. Brievenactie naar ouders van schoolverlaters BO. De gemeenten leggen direct contact met de ouders van 12-jarigen (schoolverlaters basisonderwijs) door het sturen van een informatiebrief met folder voor de zomervakantie aan deze doelgroep. Inzetten project Op tijd Voorbereid voor basisschool leerlingen groep 7 en 8. Informeren inwoners over aanpassing van de Drank- en Horecawet met campagne NIX 18. Inzetten van mysteryshoppers bij supermarkten, horeca en para-commerciële horeca. Programma’s van Tactus op VO scholen, 2e jaars “Anders Bekeken”’ en 4e jaars, “Onder invloed onderweg”,. Ouderbijeenkomsten op school, over risico’s middelengebruik en handvatten en tips hoe daarmee om te gaan.

Met de nieuwe DHW en dit PenH plan wordt nogmaals gekeken of er aanvullende acties nodig zijn en mogelijk gemaakt kunnen worden binnen de bestaande middelen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de kennis van Tactus en de gerichte vragen die vanuit het onderwijs gesteld worden. Er wordt zoveel mogelijk ingezet op een integrale samenwerking van organisaties en eerstelijns zorg op lokaal en wijkniveau te stimuleren.

16


1.5 Aanpak uitgaan en geweldsincidenten op specifieke hotspots In de aanpak op uitgaan en geweldsincidenten richten we ons op een aantal vast te stellen hotspots. de beidegrootste uitgaansgebieden voor jongeren onder de 24 jaar in de binnenstad en Hardersplaza. De alcohol gerelateerde problematiek is hier het meest zichtbaar op uitgaansavonden (donderdag, vrijdag en zaterdag). Met de horecaondernemers worden gesprekken aangegaan om te komen tot afspraken over het tegengaan van overmatig gebruik onder jongeren(convenant), Ook de aanpak problematisch (in)drinken richt zich op hotspots. In de ring rondom de binnenstad /Harder kunnen zich jongeren onder de 23 jaar bevinden die in de buitenruimte (overmatig) alcohol nuttigen. Dit vindt veelal plaats in de vooravond van de uitgaansavonden (donderdag, vrijdagen zaterdag) en gedurende de avond (‘indrinken’/geweigerde bezoekers): -

Bij horecagelegenheden gelegen in de hierboven genoemde hotspots wordt op naleving van de wet gecontroleerd. Dit gebeurt op basis van de APV, de Drank- en Horecawet en het horecabeleid. Indien een (horeca) inrichting zich niet houdt aan de regels, wordt strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk ingegrepen door politie en/of gemeente;

-

Indien horecaondernemers en gemeente komen tot een convenant, wordt van ondernemers verwacht dat zij zich houden aan de in het convenant vastgelegde afspraken. De ondernemers onderling en Koninklijke Horeca Nederland(KHN) spreken elkaar erop aan als de afspraken niet worden nageleefd. Daarnaast geldt dat ondernemers die het convenant ondertekenen en zich eraan houden een streepje voor hebben ten opzichte van ondernemers die dat niet doen. Dit kan inhouden dat strenger wordt gehandhaafd bij ondernemers die zich niet aan het convenant houden of die niet mee willen doen;

-

Met de komst van de nieuwe landelijke wetgeving heeft de burgemeester meer bevoegdheden om strikter op te treden tegen onder andere het doorschenken aan jongeren die al onder invloed zijn en verstrekking van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar. Deze uitwerking wordt meegenomen in een aparte beleidslijn verwoord bij Handhavingsarrangement (zie bijlage 3 bij dit plan)

-

De politie handhaaft strikt in de buitenruimte van deze hotspots.

Grenzen stellen: Samenwerking tussen politie, straathoekwerk en Tactus ten aanzien van deze alcohol- en drugsproblematiek is essentieel. Hiertoe wordt een samenwerkingsplan opgesteld waarin wordt vastgelegd hoe en met welke boodschap hiertegen wordt opgetreden; Supermarkten en slijterijen in hotspotgebieden worden door de gemeente aangesproken op hun verantwoordelijkheid om geen alcohol te verstrekken aan minderjarigen, zoals is vastgelegd in de wetgeving(leeftijdsgrens <18 jaar). Grenzen bewaken: In het kader van het kwaliteitstraject straathoekwerk krijgen jongerenwerkers een specifieke training zodat ze probleemgebruik kunnen signaleren en jongeren kunnen en durven aanspreken. De politie handhaaft strikt bij jongeren die in hotspots-op straat rondhangen en zich schuldig maken aan overmatig dranken drugsgebruik. Zo ook als het gaat om het dealen van drugs; Bij overlast gevend alcoholgebruik door jongeren kunnen (indien voldaan wordt aan de gestelde criteria ten aanzien van de waargenomen overlast) op basis van de APV gebieden aangewezen

17


-

-

-

worden waar een alcoholverbod van kracht wordt. De bebouwde kom is reeds een aangewezen gebied. De toezichthouder Drank- en Horecawet waarschuwt en treedt op tegen detailhandel die de regels niet naleeft volgens het bijgevoegde handhavingsarrangement Voor jongeren onder de 24 jaar die zich onder invloed op straat begeven, wordt een aanpak ontwikkeld. Politie houdt jongeren aan voor openbare dronkenschap waarna ze op het bureau gescreend worden door verslavingsdeskundigen om te bepalen of er opvolging qua zorg nodig is. Bij minderjarigen worden in dit traject altijd ouders betrokken. Voor jongeren met een alcohol-gerelateerd misdrijf is er de mogelijkheid mee te doen aan een leertraject Boete of Kanskaart.(Bureau Halt en Tactus). Ook ouders worden in dit traject betrokken (leertraject) Wanneer jongeren met drugs- en alcohol-gerelateerde problemen op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis St Jansdal zijn binnengebracht, doorlopen zij na screening een speciaal traject. Dit geldt ook voor de jongeren die via de politie na screening bij de poli terecht komen. Ook de ouders van minderjarigen worden hierbij betrokken.

1.6 Aanpak evenementen waar veel jongeren samenkomen Bij evenementen waar veel jongeren komen, waarbij extra geïnvesteerd wordt op alcoholmatiging en het tegengaan van drugsgebruik. Grenzen stellen: De organisator wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheden zoals het toezien op en tegengaan van doorschenken aan jongeren die al onder invloed zijn en verstrekking van alcohol aan minderjarigen. Deze maatregelen worden ook in de APV vergunning voor het evenement opgenomen. Grenzen bewaken: De beveiligingsorganisatie verantwoordelijk voor de veiligheid op het evenemententerrein krijgt instructies ten aanzien van het optreden tegen jongere personen die onder invloed zijn en werkt daarin samen met de politie. De politie handhaaft strikt in de buitenruimte; Maatregelen die na evaluatie succesvol zijn gebleken worden in de daarop volgende jaren ook bij andere evenementen waar veel jongeren samenkomen toegepast 1.7 Aanpak via sportkantines Grenzen stellen: Sportverenigingen worden waar nodig geholpen bij het aanpakken van overmatig alcoholgebruik onder hun leden. Onderdeel hiervan is, dat er afspraken gemaakt worden met de verenigingen, zoals bijvoorbeeld over het niet schenken van alcohol gedurende een bepaalde tijd (convenant).

Grenzen bewaken: Van de sportverenigingen wordt verwacht dat zij zich houden aan de gemaakte afspraken over alcoholmatiging. Indien zij dit niet doen, worden ze hierop aangesproken door de toezichthouder van de gemeente en gemaand de afspraken na te leven; Wanneer van toepassing wordt opgetreden volgens de beleidslijn zoals vastgesteld in het handhavingsarrangement. 1.8 Aanpak hulpverlening

18


Het werken met doelgroepen met een verhoogde kwetsbaarheid op verslaving vraagt om een toegesneden aanpak. Jongeren van verslaafde ouders zijn een voorbeeld van een kwetsbare doelgroep waarbij we preventief een heleboel kunnen bereiken. Het toe leiden van deze kwetsbare groepen naar een gedifferentieerd preventief aanbod wordt gerealiseerd vanuit het regionale basispakket. We benaderen intermediairs actief om te zorgen dat deze jongeren in beeld komen van verwijzers en daar naar toe geleid worden. We sluiten hierin aan bij Tactus, zodat de activiteiten bestemd voor kwetsbare jongeren worden geborgd. Individueel niveau/groepsniveau De uitvoerende partners van het basisnetwerk aanpak jeugdoverlast (te weten politie, straathoekwerk en Tactus) vangen op straat signalen op die duiden op middelengebruik. In de praktijk wordt soms aan groepen voorlichting gegeven door Tactus en op individueel niveau worden jongeren –indien nodigverwezen naar een intake bij Tactus, Grenzen bewaken: Er wordt een specifieke training gegeven om adequaat te kunnen signaleren en toeleiden naar zorg. Tevens krijgen de partners een training over hoe een groepsgerichte aanpak ingezet kan worden. 1.9 Maatregelen via het drugsbeleid Actieplan drugsbeleid bedoeld in het coffeeshopbeleid Grenzen stellen In het actieplan van het gemeentelijke drugsbeleid worden aanvullende maatregelen geformuleerd die dienen te leiden tot een verbetering van de tot dusver behaalde resultaten van het drugsbeleid. De speerpunten bedoeld in bijlage twee worden daarbij uitgewerkt en waarbij samenhang en integraliteit met alcoholpreventie een kerndoelstelling is. Grenzen bewaken Het actieplan heeft een looptijd van twee jaar; na vaststelling ervan wordt via regelmatige monitoring vastgesteld of de gestelde doelen met de getroffen maatregelen kunnen worden behaald. Coffeeshop Grenzen stellen De exploitant van de coffeeshop heeft op basis van het nieuwe beleid een aantal verplichtingen, namelijk dat het personeel dient te beschikken over een bewijsstuk van een instelling op het gebied van de verslavingszorg waaruit blijkt dat zij beschikken over voldoende kennis en inzicht over het gebruik van drugs en de daaraan verbonden risico’s .Verder hebben zij een doorverwijsplicht naar de verslavingszorg en hebben een aantoonbare actieve rol richting verslavingszorg . Grenzen bewaken: De exploitant en de medewerkers gaan een cursus volgen zodat ze (beter) kunnen signaleren en weten wie ze moeten inschakelen om de verslavingsproblematiek aan te pakken. 3. Samenwerking met andere

1.10. Maatregelen regelgeving Grenzen stellen Nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid (zelfregulering) van de partners (zoals horeca, supermarkten, sportverenigingen, culturele instellingen (paracommerciële rechtspersonen)). Dat houdt in, dat de 19


regelgeving die doelstelling ondersteunt en daar waar er gekozen kan worden voor het wel of niet regelen van een verplichting die keuze in principe: niet regelen is. Grenzen bewaken Het beperkt houden waar het kan maar het regelen waar het moet blijft de komende jaren een te bewaken juridische grens De verplichte regels vinden we in de eerste plaats in artikel 45 van de DHW. Van de verplichte voorschriften kan en mag niet worden afgeweken. Alcohol gerelateerde wetgeving is verder bijvoorbeeld te vinden in de Wegenverkeerswet en in de Algemene Plaatselijke Verordening. De DHW maakt via de APV lokaal maatwerk mogelijk en daar liggen de keuzemomenten (paracommerciële voorschriften, verbod happy hour en verbod stuntprijzen, de verkoop van alcohol beperken in warenhuizen, snackbars en andere levensmiddelenzaken gedurende bepaalde tijd of in delen van de gemeente., regulering toegangsleeftijd voor terrassen en horecalokaliteiten <21 jaar). Blijkt dat het beleid niet werkt, dan kunnen een of meerdere van deze maatregelen alsnog in de APV worden opgenomen. 1.10

Maatregelen handhaving

Grenzen stellen Handhaving vormt een belangrijk sluitstuk van het alcohol(drugs) beleid. Handhaving op zich geeft een duidelijke grens aan. Het is een juridisch sluitstuk waaraan voorlichting/preventieactiviteiten en bewustwording voorafgaat. Ga je over de grens dan ligt het toepassen van een sanctie in de rede. Aan het handhaven ligt een handhavingsplan ten grondslag omdat nu eenmaal niet alle voorschriften in één keer kunnen worden gehandhaafd. Grenzen bewaken Op dit moment wordt gewerkt aan de totstandkoming van een integraal handhavingsprogramma waarvan de Drank- en Horecawet een onderdeel vormt. Een (tijdelijke) handhavingsregisseur is aangesteld om de samenwerking, afstemming en integraliteit met alle betrokkenen partijen (w.o. de politie) te bevorderen en in goede banen te leiden.

20


Bijlage 2. Overzicht plaatselijk overleg; taken gemeente en politie. Plaatselijk overleg Naast juridische maatregelen streeft de gemeente er naar om samen met alle betrokken partners de overlast te voorkomen en terug te dringen. Dit door regelmatig overleg en het bespreken van knel- en aandachtspunten. “Klein en groot horecaoverleg” Er is in dit verband regelmatig overleg met de plaatselijke commerciële horecaondernemers in het zogenoemde Klein Horecaoverleg. Bij dit overleg zijn steeds de burgemeester of meerdere bestuurders aanwezig met ambtelijke ondersteuning en de politie. Een aantal ondernemers met goede contacten in de Harderwijkse horeca bespreekt uiteenlopende praktische horecazaken zoals bijvoorbeeld het sluitingsuur, het terrassenbeleid, verbetering van de kwaliteit van het uitgaan, de evenementen, overlastsituaties e.d. Dit overleg vindt op regelmatige basis plaats. Dit in tegenstelling tot het Groot Horecaoverleg waarvoor alle plaatselijke horecaondernemers één keer per jaar worden uitgenodigd en dat veel algemener van karakter is. Horeca (uitgaan) is een van de economische pijlers voor de gemeente. Een goed contact van de horecaondernemer met de gemeente is daarvoor een onmisbare schakel. In het overleg worden algemene ontwikkelingen zoals het project Kwaliteitsverbetering uitgaan besproken, nieuwe wetgeving wordt onder de aandacht gebracht e.d. Kwaliteitsverbetering Veilig Uitgaan Dit project richt zich, naast het streven om alcoholmisbruik in het uitgaansgebied terug te dringen, vooral ook op het tegengaan van (alcohol gerelateerde) verstoring van de openbare orde en uitgaansgeweld in de binnenstad. Hiertoe is een groot aantal maatregelen in dat plan opgenomen. Deze zijn op dit moment in uitvoering. Deze maatregelen dragen dus op hun manier bij aan de doelstelling van de DHW om alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde terug te dringen. Het project waarbij de binnenstadhorecaondernemers nauw betrokken zijn eindigt volgens de lopende afspraken in 2014. Keurmerk Veilig ondernemen Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is een samenwerkingsverband tussen ondernemers, politie, gemeente en andere partijen, waarbij op een gestructureerde manier criminaliteit en overlast in winkelgebieden aangepakt wordt. Vergunningverlening en een coördinator Horecazaken De gemeente heeft een medewerker aangewezen speciaal belast met de toepassing van de Drank- en Horecawet. De medewerker heeft een uitgebreide kennis van niet alleen de wettelijke voorschriften maar ook van de plaatselijke horeca. Dat inzicht maakt dat de medewerker niet alleen snel en adequaat op vergunningaanvragen kan reageren, maar ook dat er inzicht is in lokale ontwikkelingen waarop in voorkomende gevallen kan worden geanticipeerd. Aan vergunningaanvragen zijn niet weinig andere wettelijke voorschriften verbonden zoals het bestemmingsplan en de inrichtingseisen uit de DHW of zelfs privaatrechtelijke pacht- en huurvoorschriften. Dit alles moet intern op elkaar worden afgestemd. De coördinator horecazaken zorgt o.a. voor de vertaling van wettelijke voorschriften in nieuw beleid, is bij bestuurlijk overleg aanwezig en initieert het (bestuurlijk) overleg met de plaatselijke horeca en de politie.

21


Taken gemeente en politie Gemeente De toezicht- en handhavingstaken in het kader van de Drank en Horecawet zijn voor de gemeente nieuw. Tot 1 januari 2013 was de Voedsel- en Warenautoriteit verantwoordelijk voor het toezicht op en het handhaven van de DHW. Inmiddels stelde de burgemeester in verband daarmee een toezichthouder Drank- en Horecawet aan ondergebracht bij de afdeling Ruimte. Deze gecertificeerde toezichthouder DHW heeft specifieke toezichtsbevoegdheden om op te kunnen treden tegen DHW-overtredingen. Hiervoor dient een opleidingstraject te worden gevolgd. In het licht van het bovenstaande is de toezichthouder nadrukkelijk niet de vijand, maar de persoon die bij de werkzaamheden de samenwerking zoekt met horeca, straathoekwerker, portiers, de bedrijfsleiders van de supermarkt en besturen van de paracommerciële instellingen. De toezichthouder dient niet als vijand te worden gezien, eerder als partner die pas, als het echt nodig is, handhavend optreedt. Het is niet haalbaar om onherkenbaar te blijven. Een stuk herkenbaarheid kan bovendien preventief werken. Politie Ook de politie heeft een toezichts- en handhavingstaak. Politieambtenaren zijn bevoegd strafrechtelijk een geldboete op te leggen wanneer zij jongeren onder 18 jaar op publiek toegankelijke plaatsen aantreffen die alcoholhoudende drank aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben. Daarnaast kan de politie verbaliseren op grond van de Wet op Economische Delicten (zoals bijvoorbeeld in het geval van het schenken van alcohol in een horecabedrijf aan dronken klanten). Verder heeft de politie een signaleringsfunctie zodat de gemeente, samen met de politie, gericht (bijvoorbeeld op hotspots) kan optreden. Ook heeft de politie een verwijzingsrol bij de inzet van het doorverwijzingsinstrument (zie ook onderdeel preventie). Omdat de politie beperkt inzet kan leveren bij de handhaving van de DHW worden, zodra dit plan is vastgesteld, op basis daarvan werk afspraken gemaakt hoe de werkverdeling eruit gaat zien. Dit komt concreet aan de orde bij de opzet en de uitvoering van het handhavingsplan. De politie is overigens geen toezichthouder maar kan wel strafrechtelijk optreden als artikelen in de DHW worden overtreden.

22


Bijlage 3 Het gemeentelijke coffeeshop (drugs) beleid . In het nieuwe coffeeshopbeleid (vastgesteld bij besluit van de burgemeester van: ) is over drugspreventie het volgende beleidskader opgenomen. “” 4.2 Plaatselijke doelstelling Het landelijk drugsbeleid had als doelstelling de risico’s van druggebruik voor het individu, zijn directe omgeving en de samenleving te beperken en zo veel mogelijk te voorkomen. Deze doelstelling wordt op advies van de Adviescommissie Drugsbeleid aangepast naar: ‘Het Nederlands drugsbeleid richt zich op het tegengaan en reduceren van drugsgebruik, zeker voor zover leidend tot gezondheids- en sociale schade, en eveneens op het voorkomen en verminderen van de schade die aan het gebruik van, de producten van en de handel in drugs is verbonden.’ De doelstellingen van het drugsbeleid van de gemeente Harderwijk zijn in beginsel van het landelijk beleid afgeleid. Het gemeentelijk beleid kent de volgende doelstelling: 1. Bescherming van de gezondheid van met name jongeren en het voorkomen van blootstelling aan onverantwoorde risico’s. 2. Het creëren van een betere balans in een gezonde en veilige stad. 3. Het tegengaan van illegale handel en invloeden vanuit criminele circuits. 4. Het tegengaan van overlast, verloedering, normvervanging en druk op het woon- en leefklimaat in de omgeving van de coffeeshop. 5. Scheiding van markten tussen soft- en harddrugs. Het beleid in deze gemeente sluit daarmee aan op de landelijke doelstellingen. Om deze doelstellingen te bereiken is het noodzakelijk dat de verkoop van softdrugs in Harderwijk uitsluitend wordt toegestaan als en voor zover deze verkoop plaatsvindt in één gedoogde coffeeshop. Iedere handel in drugs, op welke plaats dan ook, wordt hard aangepakt. Een coffeeshop wordt alleen gedoogd als deze voldoet aan de gestelde criteria. De burgemeester stelt samen met burgemeester en wethouders om de twee jaar een actieplan op, waarin is opgenomen wat en waar de beoogde en behaalde resultaten zijn, wat de (juridische, bestuurlijke en financiële) instrumenten zijn en welke afspraken er gemaakt worden met alle betrokken partijen. In deze notitie wordt aangegeven welke aanvullende maatregelen moeten leiden tot een verbetering van de tot dusver behaalde resultaten. De nieuwe maatregelen van dit beleid worden op basis van het tweejaarlijks op te stellen actieplan uitgewerkt. Een actieplan gaat uit van de volgende speerpunten: 1. Aanpak van illegale handel in de omgeving van scholen. “Blaming and shaming” van handel-drijvende medescholieren; 2. Het maximum aantal te gedogen coffeeshops blijft vastgesteld op één.Henneptelers, met name in woonwijken, blijven systematisch aangepakt worden. 23


3. Voortzetting van project Kwaliteit Veilig Uitgaan; 4. Strikt toezicht en handhaving bij (dance)evenementen m.b.t. drugsgebruik en drugshandel, zo nodig bij misbruik toekomstige vergunningen weigeren; 5. Inzetten van nieuwe communicatie (web 2.0) voor voorlichting, preventie.”” Uitwerking De plaatselijke doelstellingen en de beschreven speerpunten van het gemeentelijk (soft)drugsbeleid bij 3, 4 en 5 zijn vooral gericht op strafrechtelijke en bestuursrechtelijke repressie. Het beleid is immers in de kern een gedoogbeleid wat een specifiek handhavingsbeleid vergt. Dat beleid is verwoord in de bij het (soft)drugsbeleid behorende matrixen. Daar waar echter de doelstellingen en het activiteitenplan van PenH plan op die van het actieplan (soft)drugsbeleid aansluiten, dienen deze elkaar te versterken en zoveel mogelijk gezamenlijk tot uitvoering te worden gebracht. Het betreffen dan met name de preventiedoelstellingen van het PenH plan en de hierboven (eerst)genoemde doelstellingen 1 en 2 uit het (softdrugs)beleid. Tenslotte wordt hier nog opgemerkt, dat de burgemeester een zelfstandige bevoegdheid heeft bij het toepassen van artikel 13B van de Opiumwet. Hierover stelde hij een afzonderlijk beleid vast.

24


Bijlage 4.Handhavingsvisie en-arrangementen Drank- en Horecawet Visie bestuursrechtelijke handhaving. Voorafgaand aan het opstellen, vaststellen en uitvoeren van een handhavingsstrategie en –arrangement is het belangrijk te bepalen vanuit welke visie er wordt gehandhaafd. Wat willen we met handhaving bereiken? In een gemeente als Harderwijk wordt veel waarde gehecht aan een goede samenwerking met de horeca, zowel commerciëel als paracommerciele rechtspersonen en bij evenementen.Het project KVU laat zien, dat de ondernemers het zelf ook belangrijk vinden dat er een prettig en goed uitgaansklimaat heerst. Dat het hiervoor nodig is dat een aantal regels worden nageleefd is evident. Handhavingsregels moeten duidelijk zijn, als je er je niet aan houdt dan volgt er een sanctie. De sanctie moet er echter niet primair op gericht zijn te straffen, maart moet er voor zorgen dat de regels worden nageleefd. De sanctie moet passen bij de overtreding, hoe ernstig is deze overtreding en hoe groot is de kans op herhaling? Daarnaast is het ook belangrijk, dat het zakelijk wordt gehouden zodat een ieder kan rekenen op dezelfde sancties. Maatwerk past niet echt binnen de handhaving en kan het gevoel van ‘meten met twee maten’ in de hand werken. Herstelsanctie of bestraffende sanctie Een bestuursrechtelijke sanctie is een reactie van een bestuursorgaan op een overtreding. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen herstelsancties en bestraffende sancties. Herstelsancties zien op herstel van een onrechtmatige situatie in een rechtmatige situatie. De gevolgen van de overtreding dienen tevens te worden weggenomen. Het is niet belangrijk wie de overtreding heeft begaan en of diegene enige blaam treft. De oplegging van een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom worden als regel aangemerkt als typische herstelsancties. Ook het (definitieve) intrekken van een DDW-vergunning met uitsluitend als doel de openbare orde te herstellen wordt gezien als een herstelsanctie. Dit geld ook als een persoon niet meer voldoet aan bepaalde eisen om in aanmerking te komen voor een begunstigende beschikking. Van een bestraffende sanctie is sprake als de sanctie primair gericht is op leedtoevoeging. Dit heeft vergelding en preventie tot doel. Het gaat vooral om het (achteraf) straffen van de dader en niet zozeer om het herstel van een rechtmatige toestand. Er wordt de ‘dader’ een lesje geleerd. Men wil normconform gedrag bewerkstelligen. Een bestraffende sanctie kan alleen worden opgelegd als hem van een overtreding een verwijt kan worden gemaakt. Voorbeeld hiervan is een bestuurlijke boete., artikel 44a DHW. Tijdelijke intrekking van een beschikking wordt door de rechter steeds meer aangemerkt als een bestraffende sanctie, voorzichtigheid en zorgvuldigheid zijn dus geboden als er gebruik wordt gemaakt van het instrument schorsing (artikel 32 DHW) of intrekking (artikel 31 DHW) Het onderscheid tussen herstelsancties en bestraffende sancties is echter niet altijd even helder maar is om een aantal redenen van belang. Een van deze redenen is dat een bestraffende sanctie door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EVRM) doorgaans wordt aangemerkt als een “çriminal charge”(strafvervolging) in de zin van art. 6 van de EVRM. De straf(proces)rechtelijk getinte waarborgen moeten in acht genomen worden bij de oplegging van een bestuursrechtelijke sanctie. Ook moet de bestuursrechter bestraffende bestuursrechtelijke sancties indringend toetsen aan het in art. 3:4 lid 2 Awb neergelegde evenredigheidsbeginsel.

25


Bestuursorganen kunnen in sommige gevallen een herstelactie misbruiken om een (verkapte) bestraffende sanctie op te leggen door bijvoorbeeld een heel hoge dwangsom op te leggen. In dat geval is er sprake van détournement de pouvoir. Dit is niet wenselijk en moet worden vermeden. Maatstaf is, dat als een sanctie verder gaat dan voor herstel van de overtreding nodig is er sprake is van een bestraffende sanctie. De sanctie strekt in dat geval tot leedtoevoeging. Het is de bedoeling de overtreder in te scherpen dat hij fout zat. In dat geval moet er rekening gehouden worden met artikel 6 van de EHRM en moet er extra aandacht zijn voor artikel 3:4 van de Awb. De speerpunten van dit handhavingsbeleid Einddoelgroep van dit handhavingsbeleid zijn jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik (alcoholmatiging). Naast de gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroepen.De doelen zijn uitvoeriger toegelicht in hoofdstuk bij de beleidsdoelgroep en –setting. Uitvoering van de handhaving van de Drank- en Horecawet. Zoals hieronder wordt aangegeven kent de Drank- en Horecawet een aantal bijzondere sancties, te weten de bestuurlijke boete, schorsing, intrekking van een vergunning, Per overtreding wordt een keuze gemaakt welke sanctie het meest passend is. Dit wordt worden nader uitgewerkt in een handhavingsarrangement De in dit document genoemde sancties zijn een hulpmiddel bij het bepalen van de aanpak, de sanctiehoogte en de termijnen. Het blijft hierbij mogelijk om in individuele gevallen af te wijken. Die afwijking verdient dan een steekhoudende motivering. Er is gekeken naar een lokale invulling die past bij de visie, dat handhaving niet primair gericht is op straf, maar op het voorkomen van overtredingen die het uitgaansklimaat of de gezondheid van het uitgaanspubliek negatief beïnvloeden. Als de regels voor iedereen helder zijn en er begrip is voor de sancties zal handhaving geleidelijk overgaan in een vorm van samenwerking tussen alle betrokken partijen zoals gemeente, politie, ondernemers, GGD en het straathoekwerk High Trust High Penalty Om het DHW-beleid succesvol te laten zijn is het van belang dat de betrokken partners in de stad achter de doelstellingen van het gemeentelijk DHW- beleid staan. De alcohol-verstrekkers hebben een eigen verantwoordelijkheid op het gebied van alcoholpreventie en het toezien op naleving van de DHW. Een van de uitgangspunten bij de totstandkoming van het gemeentelijke DHW- beleid is er naar te streven dat betrokken partners, zoals de horeca, de supermarkten slijtersbranche en sportverenigingen en culturele instellingen door middel van zelfregulering zo veel mogelijk zelf bijdragen aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid. Betrokkenen zijn daarmee al bezig Zo investeert de Harderwijkse detail-supermarktbranche al flink in eigen periodieke leeftijdscontrolesystemen bij verkoop van alcohol aan jongeren, waarbij ook met mystery-guests wordt gewerkt en maatregelen (tegen leidinggevende en/of kassières) worden getroffen bij niet-naleving. De gemeente biedt de partners daarbij de ruimte. In die gevallen waarin een degelijk eigen beleid wordt gevoerd en nageleefd kan worden afgezien van actief toezicht door de gemeente en hoeft toezicht alleen dan plaats te vinden wanneer signalen (intern of extern) daartoe aanleiding geven. Er kunnen met een leidingevenden van supermarkten en/of slijterijen afspraken gemaakt worden waarbij deze ondernemers zelf het toezicht op zich nemen, bijvoorbeeld door de inzet van eigen mystery26


guest onderzoeken. In deze gevallen hoeft bij een afspraak daarover een actief toezicht door de gemeente plaats te vinden. Ook kan steekproefsgewijs worden vastgesteld of betrokkenen zich aan de regels houden. Is dat niet het geval, dan kan verhoogd toezicht worden ingesteld en kan snel worden opgetreden bij volharding, waarbij direct een boete wordt opgelegd. Bij high trust hoort ook high penalty. Op deze manier kan toezicht en handhaving effectief worden ingezet en dient het als sluitstuk van het DHW- beleid. Periodiek zullen de resultaten worden geëvalueerd en kan zo nodig bijsturing van het (handhavings)beleid plaatsvinden. Toezicht en handhavingsbeleid: Het toezicht op de naleving van het dranken alcoholbeleid is drieledig: 1. door middel van preventieve acties. 1. door middel van multidisciplinaire integrale acties (MIA’s); 2. door middel van themagerichte controles/ projecten. Ad1 Preventieve acties Belangrijk is de inzet op het terugdringen van alcoholmisbruik onder de jongeren, vooral ook preventief. Inzetten op hot-spots (cafés waar veel jongeren komen, cafés waar een snackbar aan verbonden is en cafés die overdag open zijn); Drankgebruik bij (sport)verenigingen en stichtingen waar veel jongeren als bezoeker komen. Samenwerking met politie, ondernemers, bestuursleden van paracommerciële instellingen, GGD, Koninklijke Horeca Nederland e.d. Goede informatie en tips in een boekwerkje waarin belangrijke telefoonnummers, regels en sancties staan ten behoeve van opvoeders, ondernemers, politie en leidinggevenden binnen de horeca. Toezicht bij de zogenaamde alcoholvrije feesten. Hier komt weleens jeugd die eerst stevig heeft ingedronken of iets meenemen Samenwerken met de ondernemer die zulke feesten geeft. Afsluiten van convenanten met als doel geen alcohol tijdens schoolfeesten. Via contact met de scholen wordt dit blijvend gestimuleerd. Het regelmatig bezoeken van de terrassen en de vele evenementen. Goede contacten met ondernemers en organisatoren vormen een onmisbare basis voor goede samenwerking. De resultaten van een mystery-guestonderzoek levert “als spiegel” voor de betrokken ondernemer leermomenten op, zowel negatief als positief. Als handhavingsmiddel is het mystery-guest-onderzoek evenwel (juridisch) ongeschikt. ad 2 MIA-controles. Het structurele toezicht op de naleving vindt plaats door middel van (onaangekondigde) MIA-controles. Dit instrument leent zich prima om te beoordelen of de feitelijke situatie in een horecalokaliteit nog overeenstemt met de vergunde situatie (bijv: zijn (de juiste) leidinggevenden aanwezig in het horecabedrijf). Ook kan ter plekke worden gecontroleerd of alcohol aan jongeren onder de 18 jaar wordt verstrekt.

ad 3. Themagerichte controles

27


Door middel van themacontroles, op te nemen in een jaarlijks Handhavingsuitvoeringsprogramma, kan een ander aspect van het Drank- en horecabeleid onder de loep worden genomen. Een thema kan bijvoorbeeld zijn: jeugd en horeca, sportkantines, supermarkten/ slijterijen en evenementen. In dit plan wordt ingezet op de laatst genoemde aspecten. De themacontroles zijn altijd gerelateerd aan de in dit preventie- en alcoholplan neergelegde doelstellingen en worden bepaald aan de hand van de volgende factoren: - mate van zelfregulerend vermogen; - signalen van niet-naleving (bijvoorbeeld vanuit politie, Tactus, onderwijs, ook intern); - resultaten eerdere MIA-controles. Een themacontrole dient gepaard te gaan met consultatie/ voorlichting aan de betrokkenen vooraf en confrontatie achteraf. Thema-controles worden projectmatig uitgevoerd. Door vooraf te communiceren met betrokkenen zal daar een preventieve werking van uitgaan. De controles zelf worden onaangekondigd uitgevoerd. Sanctiebeleid Algemeen In dit beleid worden sanctiemaatregelen beschreven voor de meest voorkomende overtredingen bij alcoholverstrekkers. Het betreft hier voorkeurssancties die in het algemeen direct kunnen worden toegepast. Uitgangspunten handhavend optreden Bij het constateren van overtredingen van weten regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gesteld, dat tegen overtredingen wordt opgetreden. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling van de handhavingspartners dit toelaten. Echter uitzondering bij concreet zicht op legalisatie Wordt bij het handhavend optreden een met de wet strijdige situatie aangetroffen die kan worden gelegaliseerd dan krijgt de ondernemer/belanghebbende de kans geboden om een vergunning aan te vragen en/of de aanvraagprocedure af te wachten (legalisatie) (gedurende deze procedure is het bedrijf dus open) onder voorwaarde dat: het geldende bestemmingsplan de te legaliseren activiteiten toestaat op dat perceel; er geen (andere) wettelijke belemmeringen (o.a. antecedenten; sociale hygiëne) bestaan; er geen aanleiding is om aan te nemen dat er sprake zal zijn van verstoringen van de openbare orde en veiligheid waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan als de exploitatie doorgaat; er geen sprake is van een onderneming op een nieuwe locatie; er naar het oordeel van het bevoegd bestuursorgaan concreet geen aanleiding is te veronderstellen dat niet handhavend optreden leidt tot een ongewenste precedentwerking of schadeclaims; de ondernemer kan aantonen dat hij juridisch en feitelijk over de onderneming kan beschikken; er sprake is van een ongewijzigde voortzetting van de aard van de exploitatie; voor het over te nemen bedrijf een rechtsgeldige Drank- en Horecavergunning is verleend;

28


een ontvankelijke vergunningaanvraag - voor zover nog niet ingediend - binnen de gestelde termijn van 14 dagen wordt ingediend en een in deze aanvraag opgenomen leidinggevende tijdens de openingsuren van het bedrijf steeds aanwezig is; de onderneming staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel; er geen tip ingevolge de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet BIBOB) van het Openbaar Ministerie is ontvangen. Bij het voornemen wordt daarom - voor zover al niet in het bezit van de ondernemer dan wel al aangevraagd - ook een set aanvraagformulieren meegezonden. De indieningstermijn van de aanvraag en/of zienswijzen is 14 dagen. Uitgangspunten: Wanneer er geen zicht is op legalisatie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Dit beleid is bedoeld om overtredingen op te heffen en herhaling te voorkomen. Het is ook bedoeld om risicovolle situaties op te heffen. Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste sanctie wordt rekening gehouden met: o de mogelijke gevolgen van die overtreding en o de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan en o de houding en het gedrag van de overtreder en o de voorgeschiedenis, en o het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat de sanctie moet worden toegepast die het minst ingrijpend is en het beste past om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is. De toezichthouder moet in elke specifieke situatie bepalen welke sanctie de beste is. Daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend. Als de toezichthouder een overtreding constateert, past hij het handhavingstappenplan (zie de bijlage : Matrixen Handhavingsarrangement Drank- en Horecawet gemeente Harderwijk 2014. Hardheidsclausule: als het bevoegd bestuurlijke gezag van het handhavingsstappenplan wil afwijken, dient deze afwijking draagkrachtig gemotiveerd te worden. Basis handhaven De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht, met name in de artikelen 5:21 en 5:32. In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Verder zijn in de artikelen 172 tot en met 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d. Sanctiemaatregelen De Algemene wet bestuursrecht en andere wetten (waaronder de Drank- en Horecawet) geven aan welke sancties het bevoegde gezag kan inzetten tegen het voorkomen of voortduren van overtredingen. Deze zijn: 1. Opleggen van een last onder bestuursdwang, waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en afd. 5.3 van 29


2.

3. 4. 5. 6. 7. 8.

de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder; Opleggen van een last onder dwangsom, waarbij onder dreiging van het invorderen van een geldbedrag de overtreding ongedaan moet worden gemaakt en/of voortduring en herhaling moet worden voorkomen; de last kan ook preventief worden opgelegd (afd. 5.4 van de Awb); (Tijdelijke) sluiting van de inrichting ingevolge de APV, art.31 Drank- en Horecawet en artikel 174 Gemeentewet; Ontzeggen van de toegang tot een ruimte indien in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt (artikel 36 van de Drank- en Horecawet); Intrekken van de vergunning ingevolge de APV en/of de Drank- en Horecawet; Opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 44a Drank- en Horecawet); Schorsen van de Drank- en Horecavergunning (artikel 32 Drank- en Horecawet); Tijdelijk stilleggen van de alcoholverkoop in de detailhandel (three strikes out) (artikel 19a Drank- en Horecawet).

Daarnaast kan op basis van artikel 20 lid 6 en art. 21 DHWt (alleen) strafrechtelijk worden opgetreden door middel van het opmaken van een proces-verbaal met een bestuurlijke strafbeschikking (artikel 45 DHW Samenloop Niet alle genoemde sancties mogen gelijktijdig worden toegepast. Hiervoor dient naar de wettelijke mogelijke samenloop van sancties gekeken te worden (o.a. Algemene wet bestuursrecht en Drank- en Horecawet). Het toepassen van maatregelen ter handhaving van de openbare orde valt onder de Gemeentewet. Bestuurlijke boete De bestuurlijke boete is een relatief nieuw fenomeen waar nog tot nu toe nog geen ervaring mee is opgedaan. Aan de invoering ervan wordt op korte termijn aandacht besteed. In de DHW is wat betreft de bestuursrechtelijke handhaving voor het merendeel van de overtredingen een bestuurlijke boete voorgeschreven, de burgemeester heeft dan niet de mogelijkheid een strafsanctie op te leggen. Een combinatie met bestuursdwang is wel mogelijk. Als uitvoering van dit handhavingsarrangement is de bestuurlijke boete aan de bovengenoemde handhavingsmiddelen toegevoegd. Nieuw is ook de “three strikes out” maatregel (art 19aDHW) , waarbij een tijdelijk verbod om alcohol te verkopen kan worden opgelegd aan supermarkten en cafetaria’s (maar niet aan horecabedrijven, daarvan kan de vergunning worden ingetrokken) wanneer binnen 1 jaar tot 3 keer toe alcohol wordt verkocht aan jongeren beneden de leeftijd van 18 jaar. De verwachting is dat een dergelijke maatregel een afschrikwekkend effect heeft, mede gezien de zichtbaarheid van een dergelijke maatregel. Ter toelichting op deze regel het volgende De in artikel 19a Drank- en Horecawet genoemde periode van 12 maanden is opgenomen omdat in het besluit bestuurlijke boete Drank- en horecawet is bepaald dat er sprake is van recidive indien hetzelfde artikel binnen twaalf maanden opnieuw wordt overtreden. De burgemeester kan de nieuwe sanctie afdwingen met toepassing van bestuursdwang Bij het vaststellen van de duur van de ontneming van het recht sluit het artikel aan bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet zoals dat geldt voor vergunningplichtige ondernemers die de fout ingaan. Dat is beperkt mogelijk omdat de ontneming wordt uitgedrukt in een tijdvak en niet in een bedrag. De omzet en derving daarvan zijn verder volledig individueel bepaald. Er moet dus noodzakelijkerwijs worden volstaan met 30


aansluiting qua orde van grootte Het genoemde besluit kent de volgende systematiek. Alcoholverkoop aan een te jong persoon door een kleine ondernemer (minder dan 50 werknemers) wordt gestraft met een bestuurlijke boete van €1020, door een grotere met een boete van €2040,00 Ingeval van een eenmalige recidive, binnen 12 maanden na het onherroepelijk worden van de veroordeling wegens een bepaald feit , herhaling van datzelfde feit worden de bedragen verdubbeld. Indien een ondernemer toch blijft doorgaan met het overtreden van de wet door alcoholhoudende drank te verkopen aan te jonge personen kan de burgemeester overgaan tot bestuursdwang desnoods in de vorm van sluiting van het verkooppunt. Tijdelijke schorsing van de vergunning (artikel 32 Drank- en Horecawet) De vergunning kan volgens dit artikel voor ten hoogste 12 weken worden geschorst. De lengte ervan kan de burgemeester afstemmen op de ernst van de overtreding. Tijdens de schorsing van de vergunning is er geen sprake meer van de rechtmatige uitoefening van het horeca of slijtersbedrijf. Ook nieuw is het verbod voor jongeren beneden 18 jaar per 1 januari 2014 alcohol bij zich te hebben of voor consumptie gereed te hebben (artikel 45 lid 1 DHW)in de openbare ruimte. Overtreding daarvan levert een strafbaar feit op en kan door politie en gecertificeerde BOA’s worden bestraft met een geldboete. Hier ligt wel een belangrijke relatie met de maatregelen genoemd in bijlage 1 pagina 20 bovenaan laatste drie aandachtstreepjes.(zie bij o.a. boete of kanskaart). Sanctiestrategie De wijze waarop met een geconstateerde DHW- overtreding wordt omgegaan is vastgelegd in de onderstaande matrixen/tabellen 0 t/m 3 uit het Handhavingsarrangement Drank- en Horecawet gemeente Harderwijk 2014.(Zie verder hieronder pagina’s 9 t/m 23) In het kader van de professionalisering van de handhaving is een sanctiestrategie vast te stellen. De strategie deelt overtredingen grofweg op in 3 categorieën, met elk hun eigen aanpak. De categorieën zijn, van zwaar naar licht: Categorie 0 (spoedeisend): Bij Categorie 0-overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen. Categorie 1: Categorie 1-overtredingen zijn ernstige overtredingen maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie 1 worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn. Categorie 2: Categorie 2-overtredingen zijn de overige overtredingen. Deze overtredingen zijn van minder belangrijke aard, bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen.

31


TABEL Categorieën Tabel 1 Overtreding

Acties

Categorie 0

Direct toepassen bestuursdwang Geen begunstigingstermijn Afschrift aan Politie

Categorie 1

1. Bestuurlijke waarschuwing 1 - Voornemen met hersteltermijn bekend maken - Termijn zienswijze bekend maken - Afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 2. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang) en afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 3. Verbeuren en innen dwangsom / uitvoering bestuursdwang

Categorie 2

1. Brief met hersteltermijn Indien niet tijdig hersteld: 2. Bestuurlijke waarschuwing - Voornemen met hersteltermijn bekend maken - Termijn zienswijze bekend maken - Afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 3. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang) en afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 4. Verbeuren en innen dwangsom / uitvoering bestuursdwang

Als toevoeging op de bovenstaande strategie wordt vermeld dat hiernaast ook het instrument 'bestuurlijke boete' ingezet kan worden in veel gevallen. Ook is het wenselijk om een afschrift naar politie te sturen, naast de afschriften die hierboven opgenomen zijn. Spoedeisende bestuursdwang Spoedeisende bestuursdwang in de vorm van sluiting van een horecabedrijf (door de burgemeester) kan bijvoorbeeld geschieden wanneer: Daar door misdrijf verkregen voorwerpen zijn verworven, voorhanden zijn of worden overgedragen dan wel zijn bewaard of verborgen; Daar wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning dan wel verlof is verleend; Zich daar andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van die ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde; Daar is gehandeld in strijd met het bepaalde in de Opiumwet.

32


Uitvoeringstrategie Al er een traject wordt ingezet moet dit ook worden afgerond. Handhaving moet geloofwaardig blijven. Elke overtreding dient dus in beginsel te leiden tot handhavend optreden. Uiteraard indien en voor zover de partners daartoe bevoegd zijn en voor zover hun prioriteitenstelling daarmee strookt. De opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen dienen daadwerkelijk ten uitvoer te worden 2 3 gelegd . Dit betekent het daadwerkelijk invorderen van de verbeurde dwangsommen en het effectueren van de bestuursdwang. Indien er proces-verbaal is opgemaakt, dient dit bij voorkeur te leiden tot een strafrechtelijke vervolging. Voor het daarnaast toepassen van bestuursrechtelijke sancties dient naar de wettelijke mogelijke samenloop van sancties gekeken te worden (o.a. Algemene wet bestuursrecht en Drank- en Horecawet). Bepalen zwaarte sanctie

De hoogte van de dwangsom dient proportioneel te zijn (in redelijke verhouding te staan) tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. Voor het bepalen van de dwangsom kunnen bijvoorbeeld de kosten voor het ongedaan maken van de overtreding(en) als uitgangspunt worden genomen. De daardoor verkregen hoogte van de dwangsom mag in het kader van de beoogde werking worden verhoogd met een “toeslag”, bijvoorbeeld van 25%. Dit is volgens jurisprudentie toegestaan. De dwangsom mag immers niet worden gezien als een afkoopsom. Om die reden en om de beoogde werking van de dwangsomoplegging veilig te stellen, mag de dwangsom hoger zijn dan het bedrag voor het ongedaan maken van de overtreding. Het opleggen van sancties is geen doel op zich. Sancties zijn in eerste instantie bedoeld als pressiemiddel om de overtredingen ongedaan te maken. Ook gaat er van het hebben van sanctiemiddelen een preventieve werking uit. Blijft een ondernemer of burger echter volharden in zijn overtreding, dan wordt de sanctie ook daadwerkelijk toegepast of uitgevoerd. Ook bij het inzetten van een last onder bestuursdwang dient de zwaarte van de dwangmaatregel in proportie te staan tot de aard, de gevaarzetting en de urgentie van de overtreding. Als de maatregel is gericht op een tijdelijke sluiting van een bedrijf, dan dient zowel de sluiting zelf, als de duur van de sluiting in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de overtreding. Zoals eerder gesteld, kan er in specifieke situaties worden afgeweken van de in deze beleidsnota voorgestelde sancties en termijnen. Hierbij is artikel 4:84 Awb van toepassing. Het bestuursorgaan handelt namelijk overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Geadviseerd wordt wel om de motivatie voor het afwijken in het besluit op te nemen. Enerzijds doet dit recht aan de transparantie van de handhaving en anderzijds wordt daarmee een motiveringsgebrek voorkomen in bezwaar- en beroepzaken. Uitwisseling informatie/gegevens Bij het gezamenlijk handhavend optreden worden desgevraagd de relevante gegevens uitgewisseld tussen gemeenten onderling en tussen gemeente en politie, indien en voor zover deze noodzakelijk zijn voor een adequaat bestuurs- en/of strafrechtelijk optreden. Voor persoonlijke en gevoelige gegevens geldt uiteraard

33


een geheimhoudingplicht. Deze data dienen vertrouwelijk te worden behandeld.(artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht0

Sanctietabel Dit beleid is uitgewerkt in de matrixen uit het Handhavingsarrangement Drank- en Horecawet gemeente Harderwijk 2014 (zie bijlage). Het betreft hier een afzonderlijk document. Voor zover noodzakelijk geacht zijn hieronder een aantal begrippen uit de sanctietabel verder uitgewerkt. Begrip ‘recidive’ Bij recidive is aansluiting gezocht bij de eerder genoemde Brabantse Handhavingsstrategie. Wanneer een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker een overtreding begaat en daarvoor een e sanctiebeschikking krijgt, wordt dezelfde overtreding van de dezelfde overtreder binnen 2 jaar na de 1 sanctiebeschikking beschouwd als recidive. Voor zover de periode van 2 jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker (exploitant) of alcoholgebruiker, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn, ligt het voor de hand te kiezen voor een ander (effectief) sanctiemiddel. Begrip ‘overtreder’ Als een overtreding vaker heeft plaatsgevonden maar de overtreder vanwege juridische constructies verschillend is, is in formele zin geen sprake van recidive. Als kan worden aangetoond dat de overtreder dezelfde natuurlijke persoon betreft dan dient de overtreding te worden aangemerkt als recidive. In de sanctiebeschikking dient dit expliciet te worden verantwoord. Scope Dit beleid beperkt zich tot overtredingen en de daartegen te treffen aanbevolen sancties bij horeca- en alcoholgerelateerde zaken. Er wordt per overtreding een sanctiemiddel aanbevolen. Daarnaast zijn natuurlijk nog andere sanctiemiddelen per overtreding mogelijk, dit ter beoordeling van de gemeente zelf. Wet- en regelgeving In de sanctietabel zijn alleen de direct horeca- en alcoholgerelateerde overtredingen op grond van de volgende weten regelgeving nader uitgewerkt: 1. Drank- en Horecawet; 4 2. Algemene Plaatselijke Verordening (o.a. exploitatievergunning, sluitingstijden en terrassen); 3. Wet milieubeheer (alleen voor geluid); 4. Wet op de kansspelen (speelautomaten); 5. Wet wapens en munitie; 6. Gemeentewet (ordeverstoringen en ernstige incidenten). Dwangsom

34


Bij het sanctiemiddel ‘dwangsom’ zijn de hoogtes van de dwangsommen vermeld die opgelegd kunnen worden. Bij deze bedragen is de hoogte van de bestuurlijke boete als uitgangspunt genomen. Het maximum van de dwangsom is gesteld op 3 x de opgelegde dwangsom. 2 2 Bij veel overtredingen is uitgegaan van een dwangsom per m . Het aantal m ’s wordt berekend aan de hand van de oppervlakte van de lokaliteiten in het horeca- dan wel slijtersbedrijf dan wel de verkoopruimte van een andersoortig bedrijf (bijvoorbeeld supermarkt). Het terras behoort ook tot het horecabedrijf. Deze oppervlaktes zijn onder andere terug te vinden in de Drank- en Horecavergunning. Bestuurlijke boete De bestuurlijke boete is in een aparte kolom opgenomen, dit voor gemeenten die de bestuurlijke boete gebruiken in het kader van het 'Alcohol- en Horeca sanctiebeleid’. Er dient rekening gehouden te worden met verhoging van de genoemde bestuurlijke boetebedragen in verband met recidive (zie hiervoor het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet). De bedragen van de bestuurlijke boete zijn gebaseerd op die vermeld in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet

35


Vervolg bijlage 4 Matrixen Handhavingsarrangement Drank- en Horecawet gemeente Harderwijk 2014. Tabel 0 Categorie 0 (spoedeisend): Bij Categorie 0-overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen. Overtreding

Acties mogelijk/niet mogelijk

Categorie 0

Direct toepassen bestuursdwang.

Artikel 8 DHW: Leidinggevende voldoet niet (langer) aan de door de wet gestelde vereisten Imperatieve intrekkingsgrond artikel 31 DHW

Artikel 10 DHW: Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere inrichtingsvereisten Imperatieve intrekkingsgrond artikel 31 DHW

Geen begunstigingstermijn. Afschrift aan Politie. Intrekken vergunning. Dwangsom niet mogelijk. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn: AWB van toepassing, hangende de procedure heeft de ondernemer de mogelijkheid een eind te maken aan de strijdige situatie. Intrekken vergunning Dwangsom niet mogelijk. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn: AWB van toepassing, hangende de procedure heeft de ondernemer de mogelijkheid een eind te maken aan de strijdige situatie.

Artikel 21 DHW: Verbod tot verstrekking alcoholhoudende drank indien redelijkerwijs moet worden vermoed dat dit tot verstoring van openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.

Last onder bestuursdwang: sluiting alcoholverkoop Sanctie per overtreding. Op zeer korte termijn. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW)

Artikel 30 DHW: Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting.

Intrekken vergunning. Dwangsom niet mogelijk. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn: AWB van toepassing, hangende de procedure heeft de ondernemer de mogelijkheid een eind te maken aan de strijdige situatie.

Imperatieve intrekkingsgrond artikel 31 DHW

Categorie 0

Artikel 30a, lid 1

Direct toepassen bestuursdwang. Geen begunstigingstermijn. Afschrift aan Politie. Intrekken vergunning. 36


Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling van leidinggevende dat deze geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering.

Dwangsom niet mogelijk. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn: AWB van toepassing, hangende de procedure heeft de ondernemer de mogelijkheid een eind te maken aan de strijdige situatie.

Imperatieve intrekkingsgrond artikel 31 DHW

Artikel 31, lid 1 onder c Vrees dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

Intrekken vergunning. Dwangsom niet mogelijk. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn: AWB van toepassing, hangende de procedure heeft de ondernemer de mogelijkheid een eind te maken aan de strijdige situatie.

Imperatieve intrekkingsgrond artikel 31 DHW Artikel 35 lid 1 Schenken van zwak alcoholhoudende dranken zonder ontheffing

Last onder bestuursdwang: sluiting alcoholverkoop. Sanctie per overtreding. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn 1 uur.

Artikel 35 lid 2 Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften gekoppeld aan een artikel 35 ontheffing Artikel 44 Geen medewerking verlenen aan toezichthouder toepassing bestuursdwang ter handhaving (verplicht gesteld in 5:20 eerste lid Abw)

Last onder bestuursdwang: sluiting alcoholverkoop. Sanctie per overtreding. Bestuurlijke boete niet mogelijk (art 44a DHW) Begunstigingstermijn 1 uur. Last onder bestuursdwang, afhankelijk waaraan niet wordt meegewerkt. Sanctie per overtreding. Zeer korte termijn, werkzaamheden moeten door kunnen gaan.

37


Tabel 1 Categorie 1 en strafrechtelijke sanctiemiddelen Categorie 1-overtredingen zijn ernstige overtredingen maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie 1 worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn. Overtreding

Sancties mogelijk/niet mogelijk

categorie 1 Indeling categorieën af laten hangen van de hoogte van het bedrag bestuurlijke boete. Het is redelijk er van uit te gaan dat hoger de boete is hoe zwaarder het vergrijp..

1. Bestuurlijke waarschuwing 5 - Voornemen met hersteltermijn bekend maken - Termijn zienswijze bekend maken - Afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 2. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang) en afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 3. Verbeuren en innen dwangsom / uitvoering bestuursdwang Bedrag dwangsom is gebaseerd op de bestuurlijke boete. Er van uitgaande dat er bij bestuurlijk boete 1 keer wordt gewaarschuwd en 2 keer is geïnd lijkt het redelijk het bedrag op 2x de bestuurlijke boete, afgerond naar boven als kleine extra prikkel voor herstel.

Artikel 3 DHW Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning, geen zicht op legalisatie

Last onder bestuursdwang. Bestuurlijke boete mogelijk bij vergunning niet aangevraagd of geweigerd: Bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn maximaal 1 week.

Artikel 13 lid 1 DHW Verbod op verstrekken alcoholhoudende dranken op een terras of in een horeca-inrichting voor gebruik elders dan ter plaatse

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding. Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 dag

38


Artikel 13 lid 2 DHW Verbod verstrekking alcoholhoudende drank in slijterij voor gebruik ter plaatse (m.u.v. proeven van wijn op verzoek van klant i.v.m. aankoop)

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding. Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 18 lid 1 Verbod verkoop zwakalcoholhoudende drank anders dan bij een slijter of in een levensmiddelenzaak voor gebruik elders dan ter plaatse

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding. Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 20 1e lid DHW verstrekking alcoholhoudende drank aan personen jonger dan 18 Heeft een link met artikel 19a (three strikes out)

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding.

(ook als het gaat om verstrekking aan een persoon ouder dan 18 jaar maar kennelijk is bestemd voor een persoon jonger dan 18)

Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 uur

Artikel 20 lid 2 DHW Persoon jonger dan 18 zonder geleide van persoon van 21 jaar of ouder toelaten in slijterij


Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 uur

Artikel 20 lid 5 DHW Toelaten van een persoon die in

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding. 39


kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed verkeerd van psychotrope stoffen in slijt- of horecalokaliteit

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a DHW) Begunstigingstermijn: 1 uur

Artikel 20 lid 6 DHW Dienst doen in een slijtlokaliteit of horecabedrijf in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van psychotrope stoffen

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding. Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a DHW) Begunstigingstermijn: 1 uur

Artikel 22, lid 1 en 2 DHW Verbod alcohol verstrekken bij tankstations, bedrijven gelegen langs een autoweg (wegenverkeerswet 1994) of bij algemene maatregel van bestuur aangewezen delen stadion bij betaald voetbal, zwembaden en gezondheidsinstelling


Artikel 25 DHW Verbod aanwezig hebben van alcoholhoudende dranken anders dan in horeca- of slijtersbedrijf behoudens een aantal in dit artikel genoemde uitzonderingen


Verbod nuttiging van alcoholhoudende dranken ter plaatse anders dan in horeca- of slijtersbedrijf behoudens een aantal in dit artikel genoemde uitzonderingen

Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 dag

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie C Begunstigingstermijn: 1 dag

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal: € 5600

Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel wat in gebruik is voor het uitoefenen van de kleinhandel Artikel 31 lid 2 DHW Handelen in strijd met

Schorsing vergunning (artikel 32 DHW) Intrekking vergunning 40


vergunningvoorschriften of regels uit de DHW, geldt in wezen voor ieder artikel

Sanctie per overtreding Begunstigingstermijn 1 week Bestuurlijk boete niet mogelijk (art 44a DHW)

(Het gaat hier om een facultatieve intrekkingsgrond, waar mag worden ingetrokken mag ook worden geschorst)

Artikel 31 lid 3 onder b DHW Minimaal 3e weigering van de burgemeester om een leidinggevende bij te schrijven op aanhangsel behorende bij de DHW vergunning (Resultaat Wet Bibob wordt ook genoemd maar is niet afgeroepen in Harderwijk) Artikel 45 DHW Alcoholhoudende drank aanwezig hebben of voor consumptie gereed bij zich bij zich hebben

Schorsing vergunning (artikel 32 DHW) Intrekking vergunning Sanctie per overtreding Begunstigingstermijn 1 week Bestuurlijk boete niet mogelijk (art 44a DHW)

Bepaling van Strafrechtelijke aard (PV) Last onder bestuursdwang niet mogelijk

Tabel 2 Categorie 2: 41


Categorie 2-overtredingen zijn de overige overtredingen. Deze overtredingen zijn van minder belangrijke aard, bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen. Overtreding categorie 2 Indeling categorieën af laten hangen van de hoogte van het bedrag bestuurlijke boete. Het is redelijk er van uit te gaan dat hoger de boete is hoe zwaarder het vergrijp

Sanctie mogelijk/niet mogelijk

1

Brief met hersteltermijn

Indien niet tijdig hersteld: 2 Bestuurlijke waarschuwing - Voornemen met hersteltermijn bekend maken - Termijn zienswijze bekend maken - Afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 3 Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang) en afschrift aan Politie Indien niet tijdig hersteld: 4 Verbeuren en innen dwangsom / uitvoering bestuursdwang Bedrag dwangsom is gebaseerd op de bestuurlijke boete. De bedragen zijn hetzelfde als de bedragen bij categorie 1. Dat deze overtredingen als minder zwaar worden gezien komt tot uiting in het feit dat er één stap extra tussen zit voordat de dwangsom wordt geïnd.

Artikel 3 DHW Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning, wel zicht op legalisatie

Last onder dwangsom Sanctie per 2 weken Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 1400 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 2800 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie A Begunstigingstermijn: 2 weken,(aanvraag moet dan volledig ingevuld met bijbehorende stukken binnen zijn en het moet aannemelijk zijn dat er wordt voldaan aan de vereisten)

Artikel 12 lid 1 en 2 DHW Verstrekken van alcoholhoudende drank in ruimten die niet op de vergunning staan vermeld, muv roomservice in hotels en minibars.

Last onder dwangsom Sanctie per week Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2200 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4400 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B begunstigingstermijn: 2 weken

Artikel 14 lid 1 DHW Verbod andere bedrijfsactiviteiten

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding 42


dan volgens de omschrijving in het Besluit aanvulling omschrijving Slijtersbedrijf zijn toegestaan.

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2800 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 5600 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B

Artikel 14, het tweede lid en artikel 15 het 1e lid DHW. Verbod kleinhandel op terras of in horecalokaliteit

Begunstigingstermijn: 1 dag Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B

Artikel 15 het 2e lid DHW Verbod rechtstreekse verbinding tussen winkel en supermarkt met de slijterij

Begunstigingstermijn: 1 dag Last onder dwangsom Sanctie per week Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 week

Artikel 16 DHW Verbod automatenverkoop alcoholhoudende dranken m.u.v. in hotelkamers

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 17 DHW Verbod verstrekking alcoholhoudende drank anders dan

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding

43


in gesloten verpakking (snackbar, supermarkt, slijterij, geldt niet voor horecabedrijf

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 18 lid 3 DHW Geen duidelijk onderscheid tussen zwak alcoholhoudende dranken en alcoholvrije dranken


Artikel 19, lid 1 DHW Verbod op bestelservice voor sterke drank anders dan slijterijbedrijf of partijencateraar.


Artikel 19 lid 2 DHW Verbod bestelservice zwakalcoholhoudende drank behoudens de in het artikel genoemde uitzonderingen


Artikel 20 lid 4 DHW Niet duidelijk aangeven

Last onder dwangsom Sanctie per week 44


leeftijdsgrenzen

Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 1400 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 2800 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie A

Artikel 24, lid 1 en 2 Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- of slijtersbedrijf

Begunstigingstermijn: 1 dag Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 24 lid 3 DHW Verbod personen jonger dan 16 dienst te laten doen in een bedrijf waar alcohol wordt verstrekt

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 uur

Artikel 29 lid 3 DHW Vergunning en aanhangsel niet aanwezig in het horeca- of slijtersbedrijf

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 1400 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 2800 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie A

Artikel 35 lid 4 DHW Ontheffing niet aanwezig

Begunstigingstermijn: 1 dag Last onder dwangsom Sanctie per overtreding

45


Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 1400 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 2800 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie A Artikel 35, 2e lid DHW Overtreding voorschriften artikel 35

Begunstigingstermijn: 1 uur Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bedrag bestuurlijke boete: Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 uur

Artikel 25d DHW onder a, facultatief artikel opgenomen in APV Horecabedrijf past Happy Hours toe

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete: Bestuurlijke boete. Bedrag bestuurlijke boete Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 uur

46


Sanctietabel categorie 2 betrekking hebbende op paracommercie

Artikel 4 DHW eerste lid, Paracommercieel bedrijf houdt zich niet aan de regels ter voorkoming van oneerlijke mededinging zoals opgenomen in de verordening (APV)


Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 2100 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 4200 Bestuurlijke boete. Bedrag bestuurlijke boete Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie B Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 4 DHW, vijfde lid ontheffing afgegeven met het oog op bijzondere gelegenheden van tijdelijke zeer tijdelijke aard niet aanwezig


Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 1400 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 2800 Bestuurlijke boete. Bedrag bestuurlijke boete Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie A Begunstigingstermijn: 1 dag

Artikel 9, derde lid DHW Geen registratie of afschrift van barvrijwilligers aanwezig Artikel 9, vierde lid DHW Geen bestuursreglement of een afschrift hiervan in de inrichting aanwezig

Last onder dwangsom. Sanctie per overtreding Bedrag dwangsom: Bij 50 werknemers of minder: maximaal € 1400 Bij meer dan 50 werknemers: maximaal:€ 2800 Bestuurlijke boete. Bedrag bestuurlijke boete Zie bijlage Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet categorie A Begunstigingstermijn: 1 dag

47


Tabel 3 Sanctie tabel handhaving overtredingen APV.

Stap 1 Bij een eerste overtreding spreekt de toezichthouder of de politie na constatering aan en licht de overtreder in dat de gemeente schriftelijk in kennis wordt gesteld van de overtreding. Overtreder ontvangt van de gemeente een voornemen last onder dwangsom. Overtreder heeft 4 weken de tijd om hier mondeling of schriftelijk een zienswijze over in te dienen. (4:8 Awb) Stap 2 Bij een tweede overtreding spreekt de toezichthouder of de politie na constatering aan en licht de overtreder in dat de gemeente schriftelijk in kennis wordt gesteld van de overtreding. Overtreder ontvangt van de gemeente een beschikking ‘last onder dwangsom’. Overtreder heeft 6 weken de tijd om hiertegen mondeling of schriftelijk bezwaar in te dienen Stap 3 Bij een derde door de toezichthouder of de politie geconstateerde overtreding ontvangt de overtreder de invorderingsbeschikking. Overtreder heeft opnieuw de gelegenheid om hiertegen binnen 6 weken bezwaar aan te tekenen

Artikel 2:29 APV overtreding sluitingsuur

Last onder dwangsom Sanctie per overtreding. Bedrag dwangsom: € 500 per overtreding met een maximum van € 5000 Geen keuze voor bestuurlijke boete Geen begunstigingstermijn Wordt er binnen 2 jaar niet opnieuw een overtreding begaan dan wordt begonnen bij stap 1

Artikel 4.2, 7e lid van de APV Overschrijding eindtijdstip individuele of collectieve festiviteit


Artikel 2:10 A.P.V., Ondernemers overtreden de voorschriften terrassen en/of zetten te veel terras uit


48


Strafrechtelijke bepaling APV (in relatie tot horeca)

Artikel 2:48 APV Hinderlijk drankgebruik, persoon gebruikt alcohol of heeft dit bij zich binnen de bebouwde kom

Bepaling van strafrechtelijke aard (PV)

Handhavingsmatrix Coffeeshopbeleid Tenslotte wordt hier vermeld dat de handhavingsmatrix behorende bij het Harderwijkse coffeeshopbeleid als bijlage is opgenomen bij het Damoclesbeleid 2013 artikel 13b Opiumwet Coffeeshop vastgesteld bij besluit van de burgemeester van 10 oktober 2013 Daarnaar wordt hier verwezen.

49


Bijlage 5 Communicatie met de doelgroepen. Randvoorwaarden Belangrijke voorwaarde voor een effectieve communicatie is de geloofwaardige handhaving door gemeente en stakeholders (horeca, verkopers en andere verstrekkers) Daarbij wordt een groot beroep gedaan op de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van alle betrokkenen en organisaties. Burgemeester en wethouders stellen het handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) jaarlijks vast. Zowel de aankondiging van thematische acties als het publiceren van de resultaten van deze controles leveren een bijdrage aan de geloofwaardigheid van de campagne die is gericht op verantwoord alcoholgebruik. Naast handhaving is preventie van invloed op de resultaten van de campagne. Het preventie- en handhavingsplan wordt in 2016 per 4 jaar door de raad vastgesteld. Nu voor de periode tot en met 2016 Tot op heden heeft Tactus/GGD een rol gespeeld in de uitvoering van het preventieplan Inmiddels blijkt dat de bereidheid van de verstrekkers (stakeholders in horeca; paracommercie, verkopers/verstrekkers) vrij groot is om zich aan de nieuwe regels te houden; reputatieschade als gevolg van handhavingsacties is voor hen een risico. De verbinding tussen de verschillende activiteiten en verantwoordelijkheden kan de com municatie succesvol(ler) maken. Doelen: - Alle betrokkenen, zowel het publiek (ouders en jongeren) als professionele organisaties (stakeholders in horeca, paracommercie verkopers, andere verstrekkers) te informeren over de twee belangrijkste wijzigingen van de gemeentelijke verordening Drank en Horeca, waardoor - Betrokkenen de leeftijdgrens en de risico’s van overtreding kennen - Betrokkenen de maatregelen accepteren en - Betrokkenen zich bewust zijn van de risico’s die samenhangen met overmatig dranken overig drugsgebruik. Doelgroepen: Belangrijkste partijen (directe en indirecte doelgroepen) die moeten worden geïnformeerd zijn: -de partners, genoemd in hoofdstuk 7.1 van dit plan - horecaondernemers, georganiseerd en niet georganiseerd, - paracommerciële rechtspersomnen , verenigingen op gebied van sport, cultuur, kerken, wijken buurthuizen, - verstrekkers, waaronder slijterijen en supermarkten, - publiek, waaronder ouders en jongeren, - lokale media, - andere indirecte doelgroepen waardoor betrokkenen kunnen worden geïnformeerd, - met een accent op de huidige 16/18 jarigen die gewend waren/zijn om in openbare gelegenheden alcoholhoudende dranken te nuttigen maar nu geconfronteerd worden met een wetswijziging waardoor dit niet mogelijk is. Activiteiten en middelen: De campagne heeft twee fasen: bij de start en later (incidenteel) bij activiteiten. Bij de start, direct na besluit gemeenteraad: - Persbericht en persgesprek; - Bericht in ‘Het Kontakt,’; 50


- Informatie op de internetpagina van de gemeente - Twitterbericht, - Eigen uitingen van stakeholders, bijvoorbeeld affiches in de horeca, paracommerciële rechtspersonen,, onderwijsinstellingen en grootwinkelbedrijven, - Bijeenkomsten georganiseerd door handhaving waarin verstrekkers worden geïnformeerd over het handhavingsprogramma, - Brief met informatie/flyer naar organisaties die alcohol verstrekken c.q. verkopen zoals horeca, verkopers en paracommerciële rechtspersonen; - Gebruik van communicatiemiddelen die door de rijksoverheid in kader van landelijke campagne beschikbaar worden gesteld. Een uitgebreide landelijke campagne “Nix 18”loopt op dit moment Daarna: regelmatig incidentele acties: - Resultaten preventie- en handhavingsacties communiceren; persbericht, - Bestuursrechtelijke sancties anoniem bekend maken, - Keurmerken veilig ondernemen, - Kwaliteitsverbetering Veilig uitgaan, - Brief burgemeester aan ouders van jongeren die zijn staande of aangehouden vanwege overmatig drinken/ander drugsgebruik onder invloed van psychotrope stoffen verkeren.

51

Preventie- en handhavingsplan Artikel 43 a Drank- en Horecawet

Recommend Documents