Preventie- en Handhavingsplan alcohol gemeente Baarn ter uitvoering van de Drank- en Horecawet voor de periode 2015-2016
Burgemeester en wethouders, 7 oktober 2014 Raad, 26 november 2014
Inhoudsopgave 1
Inleiding......................................................................................................................................................................................3
2
Drank- en Horecawet............................................................................................................................................................4
3
Probleemanalyse......................................................................................................................................................................5
4
Beleidsfocus ..............................................................................................................................................................................6 4.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid .....................................................................................6 4.2 Beleidsdoelgroep en -setting...................................................................................................................6 4.3 Doelstellingen van beleid..........................................................................................................................7
5
Risicoanalyse en interventiestrategie .................................................................................................................................8 5.1 Gegevens uit onderzoek ..........................................................................................................................8 5.2 Risicoanalyse en prioriteit........................................................................................................................8 5.3 Interventiestrategie....................................................................................................................................9
6
Handhavingsactiviteiten....................................................................................................................................................... 11 6.1 6.2 6.3 6.4
7
Hotspots inventariseren.........................................................................................................................11 Interventiestrategie bepalen..................................................................................................................13 Uitvoeren van interventiestrategie......................................................................................................13 Effectmeting en evaluatie........................................................................................................................14
Regelgevende activiteiten ................................................................................................................................................... 15 7.1 Verbod op happy hours en prijsacties................................................................................................15 7.2 Voorwaarden stellen aan evenementen.............................................................................................15 7.3 Beperken schenktijden paracommercie .............................................................................................15
8
Educatieve/communicatieve activiteiten......................................................................................................................... 16 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
9
Alcoholverstrekkers................................................................................................................................16 Onderwijs...................................................................................................................................................17 Sportkantines, barvrijwilligers...............................................................................................................17 Ouders en de thuissituatie.....................................................................................................................18 Publiekscommunicatie.............................................................................................................................19 Effectmeting en evaluatie........................................................................................................................19
Uitvoering............................................................................................................................................................................... 20 9.1 Samenwerking met externe partners .................................................................................................20 9.2 Coördinatie vanuit integraal DHW-team ..........................................................................................20 9.3 Activiteiten.................................................................................................................................................21 Bijlage 1 ………………………………………………………………………………………………..……..23 Bijlage 2 ………………………………………………………………………………………………………27 Bijlage 3 ………………………………………………………………………………………………………30
2
1 Inleiding
Met dit Preventie- en Handhavingsplan geven we als gemeente uitvoering aan de Drank- en Horecawet (DHW). De DHW is een bijzondere wet omdat een van de voornaamste doelen is dat ze onze jeugd beschermt tegen de schadelijke effecten die alcohol kan hebben op de gezondheid en de veiligheid. En elk kind heeft het recht om op een gezonde en veilige manier op te groeien. Gemeenten zijn sinds 2013 de belangrijkste uitvoerder van de DHW geworden. Zowel op juridisch, handhavings en educatief vlak is de gemeente de regisseur van het alcoholbeleid. Het verplichte Preventie- en Handhavingsplan, geregeld in artikel 43a van de DHW, is in feite de wettelijke bekrachtiging van dit gegeven. Het plan focust zich op het gemeentelijke terrein waar alcoholpreventie en handhaving van de DHW samenkomen en elkaar kunnen versterken. Dit plan overlapt deels bestaande gemeentelijk beleid, maar is nodig gezien de bevorderende werking die artikel 43a heeft op de integrale opzet van het gemeentelijke alcoholbeleid: preventie en handhaving worden sámen ingezet om doelen te bereiken. De al vastgestelde nota’s Beter voor Elkaar 2012-2016 en Integraal Handhavingsbeleid 2013-2017 gelden onverkort. Dit plan geldt voor de periode 2015 en 2016. Vanaf 2017 vormt dit plan een onderdeel van de volgende nota Beter voor Elkaar, die in 2016 wordt opgesteld en waarin dit plan wordt geëvalueerd (artikel 43a van de DHW schrijft voor dat het Preventie- en Handhavingsplan alcohol onderdeel vormt van de lokale nota gezondheidsbeleid).
3
2 Drank- en Horecawet De eerste Drankwet stamt uit 1881. Hiermee wilde de wetgever de gevolgen van drankproblemen (beteugeling handel, beteugeling openbare dronkenschap) aanpakken. De wet is sindsdien een aantal malen ingrijpend gewijzigd. Recent heeft er weer een ingrijpende wijziging plaatsgevonden. De basis voor het beteugelen van de handel is de vergunningplicht. Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse (horecabedrijven) en het verstrekken van sterke drank aan particulieren voor gebruik elders dan ter plaatse (slijterijen) is vergunningsplichtig op grond van de DHW. Supermarkten, warenhuizen, tabakszaken en snackbars mogen zonder vergunning zwak-alcoholische dranken verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse, maar dienen zich daarbij wel aan de DHW te houden. De belangrijkste wijzigingen: • Verschuiving bevoegdheden Niet het college van burgemeester en wethouders, maar de burgemeester wordt – in medebewind – het bevoegd gezag voor vergunningverlening én toezicht op de naleving van de DHW. De nieuwe DHW maakt de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de DHW in plaats van de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA). De gemeente was al bevoegd tot het weigeren, verlenen en intrekken van DHW-vergunningen. Hiermee is de gemeente verantwoordelijk voor het gehele proces van vergunningverlening en handhaving van de DHW. • Aanvulling bestuursrechtelijk handhavinginstrumentarium. Met de nieuwe DHW komt een uitbreiding van de mogelijke bestuursrechtelijke sancties die de burgemeester kan toepassen, te weten de bestuurlijke boete, schorsing van de drank- en horecavergunning en het opleggen van een verkoopverbod alcohol bij supermarkten, snackbars, warenhuizen, etc., (“three strikes out”). • Strafbaarstelling jongeren. De DHW verbiedt jongeren onder de 18 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen. • Uitbreiding verordenende bevoegdheden. Op grond van de Gemeentewet en de DHW kan de gemeente regels vastleggen om met preventie het alcoholgebruik terug te dringen. Verder moet de gemeente de schenktijden van alcohol binnen paracommerciële instellingen regelen. Deze regels staan per 1 januari 2014 in de APV.
4
3 Probleemanalyse
Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om bingedrinken, ofwel het op een avond meer dan vijf drankjes drinken. Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep tot 12 jaar . In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af. Uit landelijke cijfers in september 2014 blijkt deze trend zich te hebben voortgezet. Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan de helft van de verkooppunten (53%) leefde de oude leeftijdgrens van 16 jaar niet na in 2013. Daarnaast krijgen jongeren ook vaak alcohol van anderen (vaak van de ouders). Het gebruik van alcohol in Baarn wijkt volgens gegevens van de GGD niet veel af van het hiervoor beschreven landelijke beeld. Zie daarvoor bijlage 1 (resultaten schoolkracht monitor van GGD). Overmatig alcoholgebruik heeft gevolgen voor het brein, maar vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld, aanrichten vernielingen en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. Dit zorgt landelijk voor aanzienlijke maatschappelijke lasten.
5
4 Beleidsfocus 4.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel dat 3 beleidvelden omvat, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (zie figuur). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel maakt duidelijk dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Daarmee wordt duidelijk dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit plan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
Regelgeving
Handhaving Preventie
Educatie
Figuur: Preventiemodel
4.2 Beleidsdoelgroep en -setting
Einddoelgroep van dit preventie- en handhavingsplan zijn jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar ( NIX18). Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid.
6
Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico moment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen tot ongeveer 25 jaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een intoxicatie) ligt de nadruk van dit plan in het bijzonder op de uitgaanssetting. Daarbij is uitgaan een breed begrip: het gaat ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
4.3 Doelstellingen van beleid
De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar. Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). Gekozen is om de algemene doelstellingen te concretiseren met aandacht voor de setting waarin jongeren drinken en de doelgroep zelf. Setting - In 2016 houdt 80 % van de alcoholaanbieders zich aan de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop. - In 2016 houdt 75 % van de alcoholaanbieders zich aan de naleving van het niet schenken aan personen in kennelijke staat van dronkenschap. Doelgroep - Het percentage jongeren tussen de 13-17 jaar, dat de afgelopen vier weken alcohol heeft gedronken, is in 2016 verder gedaald tot 35% (ten opzichte van de 40% in 2012). - Het percentage jongeren tussen de 13-17 jaar, dat de afgelopen vier weken dronken is geweest, is in 2016 verder gedaald tot 15% (ten opzichte van de 20% in 2012). - Het percentage jongeren tussen de 13-17 jaar, dat aan binge-drinken doet, is in 2016 afgenomen tot 20% (ten opzichte van de 26% in 2012). - Het percentage jongeren tussen de 13-17 jaar, dat aangeeft van zijn/haar ouders niet te mogen drinken, is in 2016 toegenomen naar 15% (ten opzichte van de 4% in 2012). De beoogde percentages zijn bepaald aan de hand van trendontwikkeling (ten opzichte van het onderzoek in 2008 van de GGD) en de verwachte afname van het alcoholgebruik door de nieuwe wetgeving.
7
5 Risicoanalyse en interventiestrategie
Jaarlijks maakt de gemeente een risicoanalyse op basis waarvan doelstellingen kunnen worden aangescherpt en de focus kan worden verlegd. De risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald. Door het jaarlijkse karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid en dat aanknopingspunten biedt voor een volgend Preventie- en Handhavingsplan. 5.1 Gegevens uit onderzoek
De naleving van de wet door alcoholverstrekkers kan worden vastgesteld aan de hand van mysteryshop onderzoek. Hierbij worden jongeren onder de 18 jaar ingezet, om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen. Ze volgen een vast protocol dat is uitgewerkt door de Universiteit Twente en het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP). Met het nalevingsonderzoek kan per setting en zelfs per locatie worden bepaald hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. In september 2014 heeft het eerste mysteryshop onderzoek plaatsgevonden, waarmee de nulsituatie is vastgelegd. De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, koopgedrag etc.) wordt met de GGD gezondheidsmonitor vastgesteld. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De meest recente uit 2012 is opgenomen in bijlage 1. De uitkomsten van bovenstaande onderzoeken zijn gebruikt om de risicoanalysetabel in te vullen, waarover meer in de volgende paragraaf. 5.2 Risicoanalyse en prioriteit
Om zo efficiënt mogelijk acties in te zetten is een risicoanalyse te maken. Hierbij wordt bekeken bij welke locatie van alcoholverstrekking het risico groot is dat er negatieve effecten optreden. Daarbij is gewerkt met ervaringscijfers van andere gemeenten. De risicoanalyse in opgenomen in bijlage 2. Uit de risicoanalyse volgt dat de prioriteiten liggen bij: 1. Cafés/bars 2. Sportverenigingen En in mindere mate bij: 3. Snackbars/cafetaria’s 4. Evenementen 5. Supermarkten en slijterijen
8
5.3 Interventiestrategie
De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De risicoanalyse is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten kan de uitvoeringsstrategie worden bepaald en bovendien in opvolgende jaren worden verfijnd en bijgestuurd. Omdat de alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, wordt de risicoanalyse idealiter elk jaar opnieuw uitgevoerd. De volgende tabel schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van dit plan is dat per setting zoveel mogelijk combinaties worden gemaakt van elementen per verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter wordt er per setting een geschikte maatregelenmix opgesteld. In de volgende hoofdstukken worden per beleidspijler de verschillende maatregelen nader toegelicht. Setting Detailhandel
Handhaving
Regelgeving
Educatie
- Toezicht leeftijdsgrenzen - Three strikes out
-
Horeca/ evenementen
- Toezicht leeftijdsgrenzen - Toezicht doorschenken - Toezicht naleven verbod op happy hours - uitvoeren handhavingsstappenplan -
- Aanvullende eisen In ontheffing DHW bij evenementen
- Communicatie over naleving - Training caissières - Communicatie over DHW en alcoholregels - Communicatie over naleving - Training barpersoneel - Communicatie over DHW en alcoholregels
- Toezicht leeftijdsgrenzen - Toezicht doorschenken - uitvoeren handhavingsstappenplan - Ondersteuning door BOA bij schoolfeesten - Overleg over naleven interne regels op school - Toezicht openbare dronkenschap en alcoholgebruik
-
Thuis/ouders
Sport en recreactie
Scholen
Openbare ruimte
-
-
-
- Alcoholopvoeding - Uitgaansopvoeding - Communicatie over DHW en alcoholregels - Training barvrijwilligers - Communicatie over naleving - Communicatie over DHW en alcoholregels - Overleg scholen over alcoholvoorlichting aan leerlingen en ouders - Communicatie over alcoholvrije schoolbeleid - Alcoholopvoeding
9
Voor het bepalen van de juiste momenten waarop inzet wordt gepleegd is het goed te kijken naar de tijdstippen. In onderstaande tabel is dit nader uitgewerkt.
Setting
Risico kenmerken
Locatie(s)
Tijdstip(pen)
Detailhandel
Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken Doorschenken bij dronkenschap Ontbreken van duidelijke afspraken m.b.t. alcohol en uitgaan Niet naleven leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap Gebruiken alcohol door leerlingen
Supermarkten en slijterijen Cafés
Vrijdag- en zaterdagavond
Thuis
Geen afgebakend tijdstip
Kantines
Alcoholgebruik op straat door minderjarigen, openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast
Uitgaansgebied en hangplaatsen
Na trainingen, wedstrijden en tijdens toernooien en clubfeesten Indrinken voor schoolfeesten en buitenschoolse activiteiten Vrijdag- en zaterdagavond
Horeca/ Evenementen Thuis/ouders
Sport en recreatie
Scholen
Openbare ruimte
VO-scholen
Vrijdag- en zaterdagavond
10
6 Handhavingsactiviteiten
Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente toezichthouder geworden voor de hele DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. De hier geschetste handhavingsactiviteiten zijn gebaseerd op de ervaringen van de NVWA, die voorheen de (landelijke) verantwoordelijkheid had voor de handhaving van de DHW. Daarnaast zijn deze gebaseerd op de ervaringen van (pilot)gemeenten die afgelopen jaren al wat meer ervaring hebben opgedaan met handhaving van lokaal alcoholbeleid. Op basis van hun ervaringen en inzichten is gekozen is voor een programmatische aanpak, waarbij de volgende stappen worden onderscheiden: 1. Hotspots inventariseren 2. Interventiestrategie bepalen 3. Uitvoeren van interventiestrategie 4. Effectmeting en evaluatie Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen èn het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar - Artikel 20, (lid 1 en 4) van de DHW: het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens. - Artikel 20, lid 4 van de DHW: het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken - Artikel 20, lid 5 van de DHW: het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras. - Artikel 252 Wetboek van Strafrecht: verbod om dronken personen te schenken. - Artikel 453 Wetboek van Strafrecht: verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven.
6.1 Hotspots inventariseren
Hotspot zijn alcoholverstrekkers waar jongeren (tot 25 jaar) alcoholhoudende drank proberen te kopen. Op basis van de risicoanalyse zijn de hotspots vastgesteld en deze worden eens per jaar herijkt. Daarbij hanteren we weer de eerder genoemde settings:
11
-
supermarkten slijterijen horeca evenementen
-
sportkantines scholen openbare ruimte
professionals en structureel karakter
semi/non professionals meestal tijdelijk karakter
Per hotspot wordt de kans op overtreden in kaart gebracht. Die kans wordt bepaald op basis van kenmerken zoals deurbeleid, het gebruik van leeftijdscontrolesystemen, openingstijden, doelgroep en naleving. Figuur 2 laat zien hoe de verschillende typen verkopers kunnen worden ingedeeld . Figuur: Risico-pyramide
Permanent risico
Structurele overtreders zonder systeem Systeem in opbouw,
Beperkt risico
uitvoering nog onvoldoende
Goed systeem en
Nagenoeg geen risico
goede uitvoering
…….
Per hotspot wordt de volgende info verzameld: naam bedrijf rechtspersoon adres bedrijf openingstijden, data (voor evenementen) toegangsbeleid (indien bekend) doelgroep tijden waarop jongeren het bedrijf bezoeken nalevingshistorie bijzonderheden (veiligheid, bedrijfsfilosofie) Extra aandacht is er voor overleg vooraf met organisatoren van jongerenevenementen c.q. algemene evenementen die ook door veel jongeren worden bezocht, zoals de Koningsdagfestiviteiten en het alltogether festival. n dit model is ervoor gekozen het toezicht vooral te richten op de setting van de drinker (de alcoholverstrekkers) en niet op de jonge gebruiker zelf. Waarbij de focus ligt op de professionele hotspots. Dat
12
6.2 Interventiestrategie bepalen
Op basis van de risicoanalyse en de hotspotlijst worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. Elk jaar worden met het herijken van de hotspots tevens de handhavingsprioriteiten opnieuw vastgesteld. Basiscontrole Voordat de leeftijdsgrens/dronkenschap inspecties worden uitgevoerd is het zaak de vergunningen van in ieder geval de hotspots actueel te hebben. Met een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is (of er überhaupt een vergunning is) en of de leidinggevende ook echt aanwezig is. Leeftijdsgrens/dronkenschap inspectie Gestreefd wordt naar een controlefrequentie van minimaal 6 keer per jaar voor de hotspots met een permanent risico (zie figuur 2). Voor de hotspots met een beperkt risico zijn 4 inspecties per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te blijven beïnvloeden. Voor de laagste categorie volstaat 1 controle per jaar. De inspecties zullen vooral in de weekenden plaatsvinden, tenzij de risicoanalyse anders bepaalt. Samenwerking met de politie is heel belangrijk voor dronkenschap inspecties. De gemeentelijke BOA heeft de bevoegdheid om toezicht te houden op de DHW artikelen (toegang bieden aan dronken personen en naleving leeftijdsgrens). Handhaving met betrekking tot het schenken aan dronken personen is voorbehouden aan de politie.
6.3 Uitvoeren van interventiestrategie
In het beschrijven van de interventiestrategie beperken we ons tot de leeftijdsgrens/dronkenschap inspecties. Controles Kern van de controlestrategie vormen de observatie inspecties, die in burgerkleding uitgevoerd worden. Doel van deze controles is nagegaan of de regels nageleefd worden. Bij niet naleving wordt een maatregel genomen en volgt een herinspectie (binnen 2 maanden). In verband met herkenbaarheid van de plaatselijke BOA’s wordt met ingang van 2015 samengewerkt in een regionale pool. De ondertekening van een convenant daarover met de gemeenten De Bilt, Bunschoten en Soest staat gepland voor het laatste kwartaal van 2014. Als aanvulling op de observaties kunnen surveillance inspecties worden ingepland waarbij de toezichthouder opvallend zichtbaar aanwezig is (met herkenbare kleding). Hierbij wordt vooraf nauwkeurig geëvalueerd op welke locaties en op welke tijdstippen dit mogelijk is. Dit in verband met de veiligheid van de toezichthouder. Bepaalde evenementen zouden bijvoorbeeld geschikt zijn om zichtbaar aanwezig te zijn als toezichthouder. Samenwerking met de politie wordt bij deze acties goed voorbereid.
13
Nalevingscommunicatie Communicatie kan het effect van de handhaving versterken. Het kan bijdragen aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, wordt ze verder uitgewerkt in het hoofdstuk 6 dat gaat over educatieve activiteiten. Sanctiestrategie De afhandeling van de geconstateerde overtredingen voor leeftijdsgrens en dronkenschap zal plaatsvinden volgens het volgende handhavingstappenplan: 1e overtreding Bij de eerste overtreding wordt een bestuurlijke boete opgelegd aan het betreffende verkooppunt. De hoogte van de boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. In plaats van de bestuurlijke boete kan ook een dwangsom worden opgelegd, wanneer dit passender is. Alternatieve sanctie is de onmiddellijke invoering (binnen twee weken) van een effectief leeftijdscontrolesysteem dat door de gemeente goedgekeurd is. Voor horeca en paracommercie zal een alternatieve sanctiemogelijkheid worden geboden in de vorm van een door de gemeente goedgekeurde training barcode/IVA (zie verder hoofdstuk 8). 2e overtreding (binnen 1 jaar) Opnieuw een bestuurlijke boete of verbeuren dwangsombedrag met waarschuwingsbrief waarin gewezen wordt op mogelijke intrekking DHW-vergunning of tijdelijke ontzegging alcoholverkoop. 3e overtreding (binnen 1 jaar) Intrekking of schorsen van de DHW-vergunning of ontzegging alcoholverkoop voor 3 weken. De sanctiestrategie is uitgewerkt in bijlage 3.
6.4 Effectmeting en evaluatie
Het effect van de interventiestrategie op de naleving van de leeftijdsgrens en het toelaten en schenken aan dronken klanten wordt gemeten met een nalevingsonderzoek. Dit mysteryshoponderzoek wordt een keer per twee jaar uitgevoerd. Voor zo’n onderzoek zijn middelen beschikbaar binnen het budget voor lokaal gezondheidsbeleid.
14
7 Regelgevende activiteiten
De DHW geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. In het licht van de twee hoofdthema’s van dit plan (leeftijdsgrens en dronkenschap) is bekeken welke verordende bevoegdheden een expliciete meerwaarde hebben in het terugdringen van de alcoholproblematiek. 7.1 Verbod op happy hours en prijsacties
Onderzoek laat zien dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor gebruik. Met prijsacties wordt het gebruik beïnvloed. Het verhogen van alcoholprijzen heeft zelfs het meeste impact op drinkers die heel veel drinken. Daarmee is deze maatregel een effectieve in het tegengaan van dronkenschap. Omdat dronkenschap en uitgaan sterk aan elkaar gerelateerd zijn, hebben we in de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2012 een bepaling opgenomen (artikel 2:34c) met een verbod op het houden van happy hours en prijsacties voor alcoholhoudende dranken. 7.2 Voorwaarden stellen aan evenementen
Het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol is lastig voor veel alcoholverstrekkers. Dit geldt ook voor het naleven van de bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op evenementen is de naleving nog lastiger. Door de schaalgrootte, tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele controlesystematiek is de naleving matig. De DHW biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de DHW, zoals dat bij evenementen het geval is (artikel 35, lid 2). Van die mogelijkheid wordt gebruik gemaakt om een ‘alcoholmodule’ in de aanvraag van de ontheffing mee te nemen. Met de alcoholmodulen worden aanvragers verplicht om te omschrijven hoe ze op leeftijd (en zaken als dronkenschap) gaan controleren. Tijdens het toezicht en bij de evaluatie van het evenement wordt beoordeeld of de controle correct heeft plaatsgevonden. 7.3 Beperken schenktijden paracommercie
Het vastleggen van de schenktijden van alcoholhoudende dranken in de paracommercie is per 1 januari 2014 vastgelegd in de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2012 (art. 2:34b). Zo zijn de schenktijden voor paracommerciële inrichtingen, die zich vooral richten op sport: Maandag tot en met vrijdag van 19.00 tot 24.00 uur en Zaterdag, zon- en feestdagen van 13.00 tot 21.00 uur. De schenktijden voor paracommerciële inrichtingen, die zich vooral richten op sociale activiteiten: Maandag tot en met vrijdag van 13.00 tot 24.00 uur en Zaterdag, zon- en feestdagen van 13.00 tot 22.00 uur. Hiermee zijn de schenktijden in sportverenigingen en ontmoetingsgelegenheden, daar waar jongeren komen, niet te ruim. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is het de vraag of het vanuit normatief oogpunt wenselijk is dat tieners tijdens sport en spel van ’s ochtend vroeg tot ‘s avonds laat geconfronteerd worden met het alcoholgebruik van anderen.
15
8 Educatieve/communicatieve activiteiten
Dit Preventie- en Handhavingsplan kent twee doelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en 18-25 jarigen. In hoofdstuk 2 is uitgelegd dat preventie activiteiten het beste gericht kunnen zijn op de omgeving van deze groepen. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren: alcoholverstrekkers, ouders en scholen. 8.1 Alcoholverstrekkers
Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of tijdens het evenement. Training Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals Barcode voor barpersoneel, de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. Gekoppeld aan het handhavingsplan kunnen horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een eerste maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken worden verplicht (opnieuw) een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management te laten volgen. Uit onderzoek is gebleken dat training van barpersoneel vaak alleen effect heeft als die is gekoppeld aan een adequate handhavingstrategie. Daarom zijn de handhaving en de training in dit plan expliciet met elkaar verbonden. Voor DHW-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten vindt overleg plaats met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt veel aandacht besteed aan een goede communicatie met de alcoholverstrekkers en andere doelgroepen. De volgende elementen worden in ieder geval daarin meegenomen: Educatieve communicatie Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.
16
Dreigende communicatie Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden. Normatieve communicatie Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Ofwel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen. 8.2 Onderwijs De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig. Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het gebruik te denormaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Vooral de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is hierbij bruikbaar. Dat geldt niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen worden daarom aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren. Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen voor voorgezet onderwijs worden met het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. In het overleg met de scholen voor voortgezet onderwijs zal worden besproken hoe de scholen omgaan met de regels rond de nieuwe leeftijdsgrens met betrekking tot alcohol en welke maatregelen zij nemen wanneer bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen toch wordt gedronken. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee is een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Bekeken wordt of scholen moeite hebben met de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld feesten. Daar waar mogelijk wordt bekeken of toezichthouders van de gemeente een ondersteunende rol kunnen spelen. 8.3 Sportkantines, barvrijwilligers
Sportkantines zijn een belangrijke bron voor jongeren om in aanraking te komen met alcohol. Onderzoek, van bureau Nuchter, wijst uit dat jongeren onder de 18 in Baarnse sportkantines te gemakkelijk aan alcohol komen. Er is weinig tot geen leeftijdscontrole en barvrijwilligers zijn onvoldoende op de hoogte van hun verantwoordelijkheid. De gemeente geeft jaarlijks voorlichting aan de (sportverenigingen om het belang van leeftijdscontrole duidelijk te maken en welke gevolgen het niet naleven van het alcoholbeleid heeft voor handhavingsmaatregelen.
17
Daarnaast verplicht de gemeente verenigingen die nog geen 'Bestuursreglement Alcohol' hebben om deze in te stellen. Verenigingen die dit reglement al wel hebben, moeten dit aanpassen aan de huidige wet en regelgeving. In dit reglement worden in ieder geval de volgende zaken opgenomen (bron modelverordening NOC*NSF): Op de momenten dat in de sportkantine alcoholhoudende drank wordt geschonken, is er altijd ofwel een leidinggevende aanwezig die in het bezit is van de verklaring Sociale Hygiëne ofwel een barvrijwilliger die een instructie verantwoord alcoholschenken (IVA) heeft gevolgd. Het bestuursreglement alcohol in sportkantines van de sportvereniging of een kopie hiervan is aanwezig in de sportkantine. Voor de barvrijwilligers zijn de volgende kwalificatienormen vastgesteld: 1. Barvrijwilligers zijn ten minste 18 jaar oud (advies N0C*NSF, wetteliike eis is 16 jaar); 2. Zij hebben een instructie verantwoord alcohol schenken gevolgd; 3. Zij staan als zodanig bij de vereniging geregistreerd. De gemeente zal in overleg kijken of het mogelijk is educatie m.b.t. IVA gezamenlijk te organiseren om zo de kosten voor sportclubs te beperken. Daarnaast is het ook goed om aan jongeren binnen een vereniging duidelijk te maken welke regels er gelden en welke verantwoordelijkheid zij hebben (onder de 25, laat je ID zien). Dit draagt bij aan de eigen verantwoordelijkheid van jongeren die alcohol willen gebruiken. 8.4 Ouders en de thuissituatie
Alcoholopvoeding Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door vrienden, terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een juiste opvoedstijl. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding worden in samenwerking met de scholen voor voortgezet onderwijs aan ouders aangeboden. Uitgaansopvoeding Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral om afspraken over uitgaan, zoals staptijden, hoe vaak per week ze uit mogen. Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of te beperken. Via diverse relevante kanalen (GGD, Stichting Welzijn Baarn (SWB), Victas verslavingszorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl.
18
8.5 Publiekscommunicatie
Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder bewoners en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlakverhogende maatregelen, zoals de landelijke campagne NIX18. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Dit thema leent zich daarom goed voor een lokale campagne die als doel heeft om aan draagvlak te werken voor de handhavende en regelgevende activiteiten die de gemeente op dit vlak uitvoert. Zowel voor ondernemers/verenigingen als ouders en hun kinderen is het van belang tekst en uitleg te krijgen bij de normen die er in de samenleving zijn voor het gebruik en de verkoop van alcohol. Het motto in de communicatie moet een positieve boodschap zijn: “de gezondheid van onze jongeren staat voorop. Wij zien het voorkomen dat onze jongeren op een eenvoudige manier alcohol kunnen kopen en nuttigen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarom zetten we zoveel mogelijk in op preventie en maken we samen met de omgeving van de jongeren gezamenlijke afspraken. Talentontwikkeling van onze kinderen gaat niet samen met alcoholgebruik.” 8.6 Effectmeting en evaluatie
Het effect van de educatieve maatregelen uit dit plan wordt primair gemeten met de gezondheidsmonitor van de GGD. Dit onderzoek wordt een keer per vier jaar uitgevoerd. De volgende monitor staat gepland voor 2016. De uitkomsten daarvan worden meegenomen bij de evaluatie van dit plan tijdens de ontwikkeling van een nieuw plan voor de jaren 2017 en volgende.
19
9 Uitvoering Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken met betrekking tot alcohol. In de interventiestrategie is vastgesteld op welke maatregelen wordt ingezet om jongeren te beïnvloeden richting een verantwoorde leefstijl. De maatregelen zijn uitgewerkt onder 9.3. Zoals in hoofdstuk 4 is geschetst, werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat bij de uitvoering meerdere interne en externe partners betrokken zijn. Hieronder volgt een beschrijving van de contacten met de belangrijkste samenwerkingspartners. 9.1 Samenwerking met externe partners
Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld: Politie
Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID en samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 en 453).
Ondernemers/ verenigingen
Nalevingscommunicatie, meedenken over systeemontwikkeling, training personeel/vrijwilligers.
Scholen
Periodiek overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders. Het verzorgen van preventielessen.
Gezondheidsorganisaties
Partners als de GGD, verslavingszorg, SWB zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.
Buurgemeenten
Een pool van BOA’s samen met de gemeenten De Bilt, Bunschoten en Soest voor de uitvoering van controles bij alcoholverstrekkers.
9.2 Coördinatie vanuit integraal DHW-team
De coördinatie van het Preventie- en Handhavingsplan ligt bij een samengesteld team van Openbare Orde en Veiligheid, volksgezondheid/jeugd, toezicht en handhaving. Dit integrale preventieteam komt eens per halfjaar bij elkaar om de voortgang te monitoren en uitvoeringsafspraken te maken. Het team zal worden gecoördineerd door de teamcoördinator vergunningverlening, toezicht en handhaving en OOV, die ook de functionele ambtelijke verantwoordelijkheid draagt voor dit thema. De burgemeester is de bestuurlijke trekker.
20
9.3 Activiteiten
Ter realisering van de doelstellingen in dit plan zullen in de planperiode ten minste de komende acties worden uitgevoerd. Daarbij is gekozen voor de eerder besproken setting met de beleidspijlers handhaving en educatie.
Setting Detailhandel
Handhaving / educatieve acties
Horeca (incl. paracommercie)
Evenementen
Thuis / ouders
Uitvoeren nulmeting door mysteryshoppers; resultaten bekend maken en gebruiken voor handhaving (gem. volksgezondheid) Aan de hand van resultaten nulmeting controle op verkoop alcohol aan jongeren (gem. boa’s en boa-team) Informatiebijeenkomst aan alcoholverstrekkers over de regels Informeren ondernemer over juiste wijze van alcoholverstrekking (gem. boa’s) Uitvoeren eerste meting door mysteryshoppers (gem. volksgezondheid) Uitvoeren nulmeting door mysteryshoppers; resultaten bekend maken en gebruiken voor handhaving (gem. volksgezondheid) Aan de hand van resultaten nulmeting controle op verkoop alcohol aan jongeren (gem. boa’s en boa-team) Informatiebijeenkomst aan alcoholverstrekkers over de regels Controle op naleving regels voor paracommercie op schenktijden alcohol (gem. boa’s en boa-team) Controle op doorschenken bij dronkenschap (pol.) In periodiek overleg met horecaondernemers afspraken uit Convenant Veilig Uitgaan afstemmen (gem. veiligheid) Informeren ondernemer/barpersoneel over juiste wijze van alcoholverstrekking (gem. boa’s) Uitvoeren eerste meting door mysteryshoppers (gem. volksgezondheid) Controle op verkoop alcohol aan jongeren (gem. boa’s) Controle op doorschenken bij dronkenschap (pol.) Controle op de alcoholmodule in de tijdelijke vergunning Informeren vergunninghouder over juiste wijze van alcoholverstrekking (gem. - boa’s-veiligheid) Toepassen Boete of Kanskaart wanneer jongere een strafrechtelijk feit begaat onder invloed van alcohol (pol. en gem. boa’s) Bij geconstateerd alcoholgebruik of bezit alcohol jongere:
Periode / frequentie 2e helft 2014
Periodiek (1, 4 of 6 x per jaar) 1e helft 2015 Indien nodig 2016 2e helft 2014
Perodiek (1, 4 of 6 x per jaar) 1e helft 2015 Periodiek Wekelijks Half jaarlijks
Indien nodig 2016 Tijdens ieder evenement Indien nodig Continu
Continu
21
Sport
Scholen (basis en VO)
Openbare ruimte
ouders direct informeren (gem. boa’s en pol.) Bij geconstateerd blijvend gebruik alcohol door jongeren, wanneer dat blijkt uit controle en/of onderzoek van GGD: alle ouders schriftelijk informeren (gem. volksgezondheid) Jongeren en ouders informeren over alcohol wanneer een jongere een bepaalde leeftijd heeft bereikt Voorlichting door jongerenwerk aan ouders van jongeren, die deelnemen aan activiteiten van SWB, waarbij ook alcoholgebruik aan de orde komt en verzorgen voorlichting aan jongeren over alcohol en drugs in de vorm van een quiz (SWB) In periodiek overleg met sportverenigingen bespreken acties op het terugdringen van alcoholgebruik (gem. sport) Informeren kantinehouders over juiste wijze van alcoholverstrekking en op verzoek ondersteuning verlenen bij controle aan de deur van alcoholgebruik voorafgaand aan feesten e.d. (gem. boa’s) Verzorgen voorlichting in alle groepen 8 over risico’s van alcohol, tabak en drugs of een weerbaarheidtraining (SWB met subsidie gem. - jeugd) Verzorgen voorlichting op VO-scholen over risico’s van alcohol, tabak en drugs met ouderparticipatie als aandachtspunt (scholen, SWB, GGD en Victas (verslavingszorg) met subsidie gem. - onderwijsvolksgezondheid) In periodiek overleg met schoolbesturen bespreken handhaving alcoholverbod op scholen (gem. - onderwijs) Op verzoek van school ondersteuning bieden bij handhaving alcoholverbod tijdens feesten e.d. (gem. boa’s) Controle op gebruik alcohol op straat (gem. boa’s) Controle op het in bezit hebben van alcohol door jongeren (gem. boa’s) Toezicht op openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast op uitgaansmomenten (pol. en gem. boa’s)
Indien nodig
Jaarlijks Indien nodig
2015 en 2016
Jaarlijks
Jaarlijks
2015 en 2016 Indien nodig
Continu Continu Wekelijks (vr. en za.)
De uitvoering van de acties is zodanig bepaald dat deze binnen de bestaande personele middelen en met de beschikbare financiële middelen kunnen worden gerealiseerd.
22
BIJLAGE 1 Resultaten Schoolkracht monitor 2011-2012 klas 2 en 4, Eemland Alcohol: te vroeg, te vaak en te veel Alcohol is extra schadelijk voor jongeren doordat zij nog volop in de groei zijn, waardoor de hersenen, maar ook andere organen, extra vatbaar zijn voor de schadelijke invloed van alcohol. Andere negatieve gevolgen van (overmatig) alcoholgebruik zijn verkeersongelukken, agressie of ongeplande seks. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. Het jong beginnen met drinken van alcohol kan ertoe leiden dat al op jonge leeftijd véél alcohol wordt gedronken. 37% van de jongeren in Eemland heeft in de afgelopen 4 weken alcohol gedronken (actuele of regelmatige drinkers). 26% van alle jongeren van 13-17 jaar in Eemland (13-17 jaar) heeft in de afgelopen 4 weken wel eens vijf of meer alcoholhoudende drankjes bij één gelegenheid gedronken (binge-drinken). Jongeren op het vmbo drinken vaker alcohol dan jongeren op de havo/vwo. Jongens drinken vaker alcohol dan meisjes. In tabel 1 zijn de resultaten voor alcoholgebruik per gemeente weergegeven.
Tabel 1: Alcoholgebruik jeugd 13-17 jarigen 2011-2012, gemeenten uit Regio Eemland Amers-
Baarn
foort ooit, 13-17 jarigen
Bun-
Eem-
Leus-
schoten
nes*
den
Soest
Wouden-
Gemid-
berg
delde
48
50
63
59
41
49
41
49
36
40
49
50
32
39
31
37
25
26
39
37
24
27
20
26
17
20
29
-
17
20
9
18
(klas 2 en 4) afgelopen 4 weken, 13-17 jarigen (klas 2 en 4) Bingedrinken, 13-17 jarigen (klas 2 en 4) afgelopen 4 weken dronken geweest, 13-17 jarigen (klas 2 en 4) Bron: Schoolkracht 2011-2012, GGD regio Utrecht *Eemnes 2009
23
Daling alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar De inspanningen van de laatste jaren om jongeren en hun ouders te doen inzien dat alcoholgebruik vóór het 16de levensjaar schadelijk is, lijken vruchten af te werpen. De cijfers laten zien dat het percentage jongeren in de regio Eemland onder de 16 jaar dat alcohol drinkt sinds 2007/2008 is gedaald (zie figuur). Opvallend is dat binnen de groep actuele drinkers een ongewijzigd hoog percentage jongeren aan binge-drinken doet (zie figuur). Dus als jongeren eenmaal drinken, dan drinkt de meerderheid van hen ook vaak te veel.
Vanaf 16 jaar drinken jongeren nog steeds te vaak en te veel Het percentage jongeren van 16 jaar en ouder in de regio dat alcohol drinkt is net als in 2007/2008 nog steeds hoog: driekwart (76%) van de 16-plussers drinkt regelmatig alcohol, in 2007/2008 was dit 70%. Net als bij jongeren onder de 16, gebruiken jongeren die al wel alcohol drinken veel alcohol per keer. Van de alcohol drinkende jongeren van 16 jaar en ouder doet een ruime meerderheid (78%) aan binge-drinken (2007/2008 68%).
24
Wat vinden de ouders ervan? Ouders zijn een belangrijke doelgroep bij de aanpak van alcoholgebruik bij jongeren. Zij hebben meer invloed op het drinkgedrag van hun kinderen dan zij zelf denken. Regels stellen en het goede voorbeeld geven helpt. Bij 31% van de alcohol drinkende jongeren uit Eemland keuren de ouders het goed dat ze alcohol drinken en nog eens 14% van de ouders zegt er niets van. 34% van de ouders van alcohol drinkende jongeren raadt het af, verbiedt het of vindt dat de jongere minder moet drinken. De ouders van 21% van de alcohol drinkende jongeren weten niet dat hun kind alcohol drinkt. In tabel 2 staan de resultaten weergegeven voor de afzonderlijke gemeenten. Er is een duidelijke relatie tussen de mate waarin ouders het drinkgedrag van hun kind goedkeuren en de leeftijd van de jongere: hoe ouder de jongere, des te vaker keurt de ouder het drinkgedrag van de jongere goed. Het percentage jongeren onder de 16 jaar In Eemland dat aangeeft dat hun ouders hun alcoholgebruik goed vinden of er niets van zeggen is gedaald van 52% in 2007/2008 naar 35% in 2011/2012. De informatie over de risico’s van alcoholgebruik lijkt ouders te hebben bereikt. Een aandachtspunt is echter dat meer jongeren onder de 16 jaar stiekem zijn gaan drinken. In 2011/2012 geeft 30% aan dat hun ouders niet weten dat ze alcohol gebruiken, in 2007/2008 was dat 14%.
Verkrijgbaarheid van alcohol Bijna vier op de tien (38%) alcohol drinkende jongeren in de regio Eemland gaf aan zelf nooit alcohol te kopen, maar het te krijgen. Als jongeren alcohol kochten, deden ze dit het meest frequent in de supermarkt (34%) Opvallend is dat 48% van de alcohol drinkende jongeren jónger dan 16 jaar zelf wel eens alcohol kocht, bijvoorbeeld in supermarkt, slijterij of café. In tabel 2 staan de resultaten weergegeven voor de afzonderlijke gemeenten. Een groot deel van de alcoholdrinkers geeft aan meestal thuis met anderen (43%) of bij anderen thuis (52%) te drinken. Daarnaast wordt een café (31%) of discotheek (29%) vaak genoemd als plek waar men meestal drinkt. In tabel 2 staan de resultaten weergegeven voor de afzonderlijke gemeenten.
25
Tabel 2: Alcoholgebruikers nader bekeken 13-17 jarigen (klas 2 en 4) 20112012, gemeenten uit Regio Eemland Amers-
Baarn
foort Bingedrinken (% van de
Bun-
Eem-
Leus-
schoten
nes*
den
66
64
76
Goed
30
36
Zeggen er niets van
14
14
6
62
Soest Woudenberg
Gemiddelde
71
68
x
68
22
34
38
30
31
12
17
12
18
14
6
8
4
5
3
6
20
21
28
21
22
27
22
6
4
8
6
7
8
6
24
18
23
18
16
14
21
5
5
9
11
5
8
6
Thuis met anderen
43
48
42
43
41
48
43
Bij anderen thuis
50
58
57
58
53
33
52
Schoolfeest
12
9
16
6
6
10
10
Discotheek
31
19
31
29
29
9
29
Café
29
36
30
32
34
37
31
6
9
5
6
10
12
7
drinkers) Wat vinden ouders van alcohol drinken (% van de drinkers)
Vinden dat minder moet drinken Raden af Verbieden Weten niet Waar meestal wordt gedronken (% van de drinkers) Thuis alleen
Restaurant Sportkantine Op straat Keet, hok, schuur
4
8
4
4
7
9
5
19
20
18
13
19
10
18
3
3
10
1
4
17
5
14
12
12
17
12
17
14
Supermarkt
33
33
33
39
35
32
34
Slijterij
10
8
17
4
7
15
9
8
10
6
13
9
7
9
Ergens anders Waar wordt alcohol gekocht (% van de drinkers)
Café/bar Discotheek
4
2
8
3
5
2
4
Restaurant
<1
<1
0
1
2
0
1
Sportkantine Ik koop nooit alcohol ik
1
0
1
1
0
3
1
39
43
26
35
39
35
38
5
3
8
5
4
7
5
krijg het Ergens anders
Bron: Schoolkracht 2011-2012, GGD regio Utrecht *Eemnes 2009
26
BIJLAGE 2
Risicoanalyse en prioriteit De risicoanalyse vindt plaats aan de hand van de rekensom "risico = (negatief) effect x kans". Het is daarom van belang inzichtelijk te maken welke negatieve effecten kunnen optreden bij uitblijvend toezicht en hoe groot de kans is dat deze negatieve effecten optreden. De risico's zijn per bedrijfstype kwalitatief aangegeven. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing bij de risicoanalyse. Handhaving is onderdeel van de aanpak. Naast handhaving willen wij ondernemers en paracommerciële rechtspersonen stimuleren en de ruimte geven om zelf maatregelen te treffen om de naleving van de DHW te verbeteren. In eerste instantie ligt de nadruk op het gesprek met ondernemers en niet op sancties. Vertrouwen in de ondernemer is het uitgangspunt. Proportionaliteit en subsidiariteit Een bestuursrechtelijke handhavingmaatregel moet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit voldoen. Dit houdt in dat de maatregel niet verder mag strekken dan noodzakelijk en dat bij de keuze uit verschillende bevoegdheden geen zwaardere bevoegdheid wordt gebruikt dan de concrete situatie vereist. De feiten en omstandigheden van de situatie spelen dan ook een rol bij de beoordeling of een maatregel nodig is, en zo ja, welke maatregel. De proportionaliteit en subsidiariteit zijn in deze strategie geïmplementeerd. De burgemeester toetst elke zaak op zijn merites, met als uitgangspunt deze handhavingstrategie. Afweging belang ondernemer/paracommerciële rechtspersoon De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en paracommerciële rechtspersoon af tegen dat van de gezondheid en de talentontwikkeling van jongeren en de openbare orde. De gezondheid en talentontwikkeling van jongeren en de openbare orde wegen daarbij zwaar. Risicoanalyse Zoals hiervoor aangegeven vindt de risicoanalyse plaats aan de hand van de rekensom "risico = (negatief) effect x kans". De kans houdt in dat bij het uitblijven van toezicht het negatieve effect optreedt, door niet-naleving van de aan dit effect gerelateerde voorschriften. Effecten: voor de onderscheiden branches zijn de mogelijk optredende (negatieve) effecten van overtredingen als volgt benoemd, en voorzien van een weegfactor die aangeeft hoe zwaar we dit effect vinden wegen ten opzichte van de andere effecten: 1. Gevaar voor de persoonlijke gezondheid Weegfactor: 3 Schade voor de gezondheid kan optreden door het doorschenken van alcoholhoudende dranken aan personen die al dronken zijn en het schenken of verkopen van alcoholhoudende dranken aan jongeren. Er kan ook letsel ontstaan door ongeregeldheden, zowel in als in de directe omgeving van een horecabedrijf.
27
2. Aantasting leefbaarheid/verstoring openbare orde Weegfactor:2 Hier gaat het om de aantasting van de leefbaarheid en/of verstoring van de openbare orde die optreedt in de omgeving als gevolg van niet-naleving van de DHW. Daarbij valt in dit kader te denken aan wangedrag (geluidsoverlast door stemgeluid of toeterende auto’s, wildplassen, zwerfafval, vernielingen) van aan horecabedrijven gerelateerde personen (zoals bezoekers en personeel). In veel gevallen zijn dit soort verstoringen alcohol gerelateerd. Bij criminaliteit kan het gaan om mishandeling of verboden handel in horeca-inrichtingen (vooral drugs). 3. Verslechtering ruimtelijke kwaliteit Weegfactor: 1 Aantasting van de ruimtelijke kwaliteit, welstand, historische waarden en natuurschoon. Hierbij gaat het veelal om illegaal gebruik of illegale uitbreiding van terras en aard van terrasmeubilair. 4. Oneerlijke concurrentie Weegfactor: 1 Ongelijke kansen kunnen ontstaan door niet toegestane activiteiten in horeca-inrichtingen die ten koste gaan van andere inrichtingen, dan wel niet toegestane horeca-activiteiten in paracommerciële inrichtingen die ten koste gaan van horeca-inrichtingen.
Risico (kans x Gezondheid effect): Bedrijfstypen Café/bar +++ Restaurant, + Bistro, lunchroom Snackbar, +++ cafetaria, grillrooms partycentrum 0 Supermarkt, +++ warenhuis slijterij +++ sportvereniging +++ Recreatieve + ruimten (kerk, buurthuis e.d.) Hotel 0 Evenementen ++ Toelichting op tabel: +++: risico heel hoog +: risico aanwezig
Leefbaarheid/ Openbare orde +++ 0
Ruimtelijke kwaliteit
Oneerlijke concurrentie
++ ++
0 0
Totaal gewogen risico 17 5
+
+
0
12
+ 0
0 0
0 0
2 9
0 + 0
0 + 0
0 +++ +++
9 15 6
0 ++
0 0
0 +
0 11
++ : risico hoog 0: laag tot geen risico
28
Berekening “totaal gewogen risico” : Het totaal gewogen risico is een optelling van het aantal "+", inclusief de weegfactor. Het aantal "+" in de kolommen "Gezondheid" en "Leefbaarheid en Openbare orde" zijn daartoe vermenigvuldigd met de weegfactor. Maximaal mogelijke score is 21. Aan het totaal gewogen risico wordt de volgende prioriteit gegeven: Meer dan 14 punten: hoog risico → hoge prioriteit Tussen 6 en 14 punten: gemiddeld risico → gemiddelde prioriteit Lager dan 6 punten: laag risico → lage prioriteit Effect Gezondheid Uit landelijke onderzoeken komt naar voren dat vooral sportkantines de leeftijdsgrenzen het slechtst naleven. Deze krijgen daarom hier de hoogste score, gevolgd door cafetaria’s, cafés/bars en supermarkten. Het risico bij restaurants en dergelijke is lager, omdat hier minder jeugd zonder ouderlijk toezicht uitgaat. Voor de categorie ‘Partycentra en Hotel’ geldt dezelfde afweging. Daarnaast is de inschatting dat er bij recreatieve ruimten een risico aanwezig is, maar dat dit minder is dan die bij de andere branches. Bij evenementen schatten we in dat, in geval er drank wordt geschonken en daartoe ontheffing is verleend, er een risico is dat deze aan personen jonger dan 18 jaar wordt geschonken, dan wel ter hand wordt gesteld. Effect Leefbaarheid en Openbare Orde De politie geeft aan dat er in het weekend wel eens openbare ordeproblemen ontstaan die alcohol gerelateerd zijn, maar dat dit relatief gezien weinig voorkomt. Onze inschatting is dat alcoholgerelateerde openbare orde en leefbaarheidproblemen zich vooral voordoen vanuit cafés/bars en in mindere mate bij snackbars, partycentra en sportverenigingen. Bij evenementen zijn enkele leefbaarheidproblemen bekend. Deze zijn eerder gerelateerd aan geluidsoverlast, en in veel mindere mate alcohol gerelateerd. Effect Ruimtelijke kwaliteit Veel horeca bevindt zich in het uitgaansgebied/centrum. Reden waarom horeca hier hoog scoort op risico, ook de restaurants. Effect Oneerlijke concurrentie Dit effect speelt alleen als risico bij de paracommerciële sector, zoals de sportverenigingen en de recreatieve ruimten.
29
BIJLAGE 3
HANDHAVINGSTRATEGIE Feit artikel 3, lid 1 Drank- en Horecawet: Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf zonder (geldige) vergunning, terwijl niet voldaan kan worden aan de eisen van de Drank- en Horecawet (dus niet te legaliseren) of terwijl vergunning is geweigerd, geschorst, ingetrokken of aanvraag buiten behandeling is gesteld artikel 3 Drank- en Horecawet: Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf zonder (geldige) vergunning
Toezichthouder/ Politie/BOA Boeterapport en/of rapportage opmaken
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken.
artikel 3 Drank- en Horecawet: Boeterapport of Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf zonder (geldige) bestuurlijke rapportage vergunning, terwijl ondernemer in het verleden heeft beschikt opmaken. over geldige vergunning voor de inrichting, maar door wijziging van onderneming of andere redenen de vergunning niet meer in overeenstemming is met de feiten.
Burgemeester Voornemen kenbaar maken van bestuursdwang o.v.v. zienswijze termijn. Na afloop zienswijze termijn besluit tot last onder bestuursdwang, gericht op beëindiging alcoholverstrekking of exploitatie. Naast deze maatregel wordt bestuurlijke boete toegepast. Voornemen kenbaar maken van bestuursdwang o.v.v. zienswijze termijn. Na afloop zienswijze termijn besluit tot last onder bestuursdwang, gericht op beëindiging alcoholverstrekking of exploitatie, tenzij inmiddels zicht bestaat op legalisatie. Indien bestuursdwang niet mogelijk is, bestuurlijke boete toepassen. Formele waarschuwing met termijn voor legaliseren situatie. Na ongebruikt verstrijken termijn het voornemen kenbaar maken tot toepassing bestuursdwang o.v.v. zienswijze termijn. Na afloop zienswijze termijn besluit tot last onder bestuursdwang, gericht op beëindiging alcoholverstrekking of exploitatie, tenzij inmiddels zicht bestaat op legalisatie.
Overtreding van artikel 24, lid 1, lid 2 of lid 3 Drank- en Boeterapport of Horecawet (o.a. niet aanwezig zijn van de leidinggevende in de bestuurlijke rapportage (lokaliteiten van de) inrichting) opmaken
Overtreding van een bij of krachtens de artikelen 9 lid 3 en 4, 12 tot en met 17 Drank en Horecawet gesteld verbod.
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken
Overtreding van een bij of krachtens de artikelen 18, 19, 22, 25, 29 lid 3, artikel 35, 2e en 4e lid Drank en Horecawet gesteld verbod, beperking of voorschrift. Handelen in strijd met de vergunningvoorschriften (uitgezonderd de voorschriften en beperkingen die op grond van artikel 2.3.1a.3 APV krachtens artikel 25a tweede lid Drank en Horecawet specifiek met het oog op de handhaving van de leeftijds- of alcoholmatigingsbepalingen zijn opgenomen)
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken
Overtreding van het verbod van artikel 20, 1e en 2e lid Drank en Horecawet (leeftijdsbepaling) door ondernemers als bedoeld in artikel 18, 2e lid of artikel 19, 2e lid sub a (supermarkten e.d)
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken
Overtreding van het verbod van artikel 20, 1e lid Drank en Horecawet (leeftijdsbepaling) door andere ondernemers dan de bedoelde in artikel 18, 2e lid of artikel 19, 2e lid sub a (horeca-inrichtingen)
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken
1e constatering: schriftelijke waarschuwing; 2e , 3e en 4e constatering: Bestuurlijke boete opleggen 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art. 31 Drank en Horecawet 1e constatering: schriftelijke waarschuwing; 2e ,3e en 4e constatering: bestuurlijke boete 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31 lid 2 1e constatering: schriftelijke waarschuwing; Verdere constateringen: bestuurlijke boete 1e constatering: schriftelijke waarschuwing; 2e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van één week ex art. 32 3e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 2 weken ex art. 32 4e constatering: schorsing voor de duur van 4 weken ex art. 32 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet 1e constatering: Bestuurlijke boete 2e constatering: Bestuurlijke boete 3e constatering (binnen periode van 12 maanden na 1e constatering: Verbod alcoholverkoop ex art. 19a (three strikes out) 1e constatering: Bestuurlijke boete 2e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van twee weken 3e constatering: schorsing van de vergunning
31
Overtreding van het verbod van artikel 20, 2e lid Drank en Horecawet (leeftijdsbepaling) door slijterijen
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken
Overtreding van het verbod van artikel 20 4e lid Drank en Horecawet (geen aanduiding leeftijdsgrenzen)
Boeterapport of bestuurlijke rapportage opmaken 1e constatering: Pv opmaken art. 1 sub 4 WED 2e constatering e.v.: bestuurlijke rapportage opmaken
Overtreding van het verbod van artikel 20 5e lid Drank en Horecawet (toelaten personen in kennelijke staat van dronkenschap of onder invloed van andere psychotrope stoffen)
Overtreding van het verbod van artikel 20 6e lid Drank en Horecawet (verbod dienst te doen onder invloed)
1e constatering: Pv opmaken art. 1 sub 4 WED
voor de duur van 6 weken 4e constatering: Schorsing voor de duur van 12 weken 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet 1e constatering: Bestuurlijke boete 2e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van twee weken 3e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 6 weken 4e constatering: Schorsing voor de duur van 12 weken 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet 1e constatering: Waarschuwing: Verdere constatering: bestuurlijke boete opleggen 1e constatering: Waarschuwing 2e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van twee weken 3e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 6 weken 4e constatering: Schorsing voor de duur van 12 weken 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet 1e constatering: Waarschuwing 2e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 6 weken
32
2e constatering e.v.: bestuurlijke rapportage opmaken
Overtreding van het verbod van artikel 21 (alcoholverstrekking met risico op ordeverstoring etc)
Bestuurlijke rapportage opmaken en Pv opmaken art. 1 sub 4 WED Overtreding van de verordenende bepalingen krachtens artikel Boeterapport of 25a tot en met 25d Drank en Horecawet, te weten artikel bestuurlijke rapportage 2:34c APV en de op grond daarvan specifiek met het oog op de opmaken handhaving van leeftijds- of alcoholmatigingsbepalingen opgelegde vergunningsvoorschriften (happy hour)
Overtreding van de verordenende bepalingen krachtens artikel Boeterapport of 4 Drank- en Horecawet, te weten artikel 2:34b APV bestuurlijke rapportage (paracommercie) en de overtreding van artikel 4 lid 5 Drank en opmaken Horecawet
Overtreding verbod art. 45 Drank- en Horecawet (verbod alcohol meevoeren door jeugdige)
3e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 12 weken 4e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet (Preventieve) last onder dwangsom, evt toepassing spoedeisende bestuursdwang
1e constatering: Bestuurlijke boete 2e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van twee weken 3e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 6 weken 4e constatering: Schorsing voor de duur van 12 weken 5e constatering: intrekking Drank en Horecavergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet 1e constatering: Waarschuwing 2e constatering: bestuurlijke boete 3e constatering: Schorsing vergunning voor de duur van 2 weken 4e constatering: schorsing van de vergunning voor de duur van 4 weken 5e constatering: intrekken vergunning ex art 31, lid 2 Drank en Horecawet
Pv opmaken artikel 45 lid 2 Drank en Horecawet
33
Uitgangspunten voor optreden conform deze strategie:
Indien na de 1e constatering een waarschuwing is gegeven, dient de 2e constatering in alle gevallen binnen een periode van 2 jaar gedaan te worden, om een maatregel op te kunnen leggen. Indien er na de waarschuwing een periode van meer dan 2 jaar is verstreken, wordt er bij een volgende constatering opnieuw een waarschuwing gegeven en wordt gehandeld alsof het de eerste overtreding betreft.
Een gegeven waarschuwing geldt niet alleen voor het geconstateerde feit, maar geldt als een algemene waarschuwing. Dit betekent dat als er binnen 2 jaar na de waarschuwing een andere overtreding geconstateerd wordt, dan degene die de aanleiding vormde voor de waarschuwing, dan wordt de waarschuwingsstap overgeslagen, indien een waarschuwing vereist is volgens het overzicht.
Indien er een bestuurlijke maatregel is opgelegd en vervolgens wordt er gedurende 5 jaar geen overtreding geconstateerd, dan wordt bij de eerstvolgende constatering weer eerst gewaarschuwd, indien een waarschuwing vereist is volgens het overzicht.
Voorzover de sanctie een bestuurlijke boete betreft, zijn de bepalingen van het besluit Bestuurlijke boete Drank en Horecawet leidend, o.a. ten aanzien van de recidivetermijn.
Indien er een 3e of 4e constatering plaatsvindt, en hiervoor geen specifieke maatregel wordt genoemd in dit overzicht, beslist de burgemeester of nogmaals een zelfde maatregel wordt genomen of dat een verzwaring van de maatregel als genoemd voor de 2e constatering plaatsvindt.
Overtredingen van de Drank- en Horecawet die een imperatieve intrekkingsgrond vormen zijn niet opgenomen in dit handhavingsprotocol. De wet biedt dan immers geen afwegingsmoment.
Dit handhavingsprotocol geeft uitgangspunten voor sanctionerend optreden. In voorkomende gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van het protocol en de daarin genoemde (zwaarte van de) maatregel.
34