Prestar: een goed ID (Medewerker verantwoord ondernemen, een goed ID van Prestar) Prestar is een innovatief bedrijf dat zich richt op het begeleiden van mensen die willen veranderen van leefstijl. Veranderen van gedrag een is moeilijk proces ,waarbij een groot aantal factoren meespeelt. Daarom heeft Prestar de Interventie Differentiatie methode (ID methode) ontwikkeld. Hierbij wordt de begeleiding zo ingericht, dat er -binnen kaders- maximaal wordt ingespeeld op behoeften, wensen van het individu. We zijn uiteindelijk allemaal verschillend en veranderen is moeilijk. Het eerste deel van dit artikel gaat over de strategie van MVO, daarna worden de leefstijl factoren (O-BRAVO) onder de loep genomen. Vervolgens de vraag wie verantwoordelijk is en tenslotte een deel hoe de verschillende partijen samen aan de oplossing van deze problemen kunnen werken.
1. MVO Op de website van MVO staat een definitie en de voordelen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (http://www.mvonederland.nl/)1
“Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent dat u naast het streven naar winst (profit) ook rekening houdt met het effect van uw activiteiten op het milieu (planet) en dat u oog heeft voor menselijke aspecten binnen en buiten het bedrijf (people). Het gaat er om een balans te vinden tussen people, planet en profit. Steeds vaker blijkt dat die balans leidt tot betere resultaten voor zowel het bedrijf als de samenleving.”
Op dezelfde site staan de voordelen van MVO keurig opgesomd. MVO loont. De arbeidsproductiviteit wordt verhoogd, er wordt sneller ingespeeld op de markt, ondernemersrisico’s worden verkleind terwijl u als werknemer aantrekkelijker wordt . Het zorgt voor nieuwe marktkansen en positieve publiciteit. MVO lijkt een panacee voor succesvol ondernemen.
People Profit, planet en people. People: mensen en vooral onze mensen. Onze medewerkers. Ons kapitaal. Zorgen we wel goed voor ze? Zorgen ze wel goed voor zichzelf? Wat wordt op de website van MVO voorgesteld om iets voor het personeel te betekenen? Het bevorderen van de gezondheid bijvoorbeeld.
Prestar
Interventie Differentiatie methode
1/14
”Geef medewerkers een fiets of zet een schaal met appels in de kantine. Zo draagt u bij aan het voorkomen van welvaartsziekten”. Deze fantasieloze en gesimplificeerde voorstelling van zaken vraagt een genuanceerde reactie. We voorkomen namelijk geen welvaartsziekten door een schaal met appels in de kantine te zetten. Dat is wel een erg simpele voorstelling van zaken. Door het simplificeren van een ingewikkeld en belangrijk probleem leveren gedane investeringen in gezondheidsbeleid ook vaak weinig op. De gezondheid van de medewerker vraagt echter om een serieuze aanpak. Ook voor de “profit”, door de directe relatie van verzuim en productiviteit met een goede gezondheid, maar vooral omdat gezondheid in een groot deel van de gevallen niet iets is wat je overkomt, maar waar je aan kunt werken. De centrale vraag is: “Welke invloed heeft leefstijl op gezondheid en hoe kunnen we die optimaliseren?” Prestar is een jong en dynamisch bedrijf, gespecialiseerd in ”gecombineerde leefstijl interventies” en beschikt over alle middelen om een maximaal resultaat te bereiken.
Gezondheid en vitaliteit en de ID- methode “Leefstijl is gedrag. Je kiest om wel of niet te roken, om wel of niet lichamelijk actief te zijn, om meer of minder te eten. Gezond zijn hangt voor een groot deel af van je leefstijl. Ziek worden dus ook. Je hoeft niet te wachten op een hartinfarct om je leefstijl te veranderen. Veranderen van leefstijl is moeilijk en daarom hebben wij de ID-methode ontwikkeld: interventie differentiatie “ (http://www.prestar.nl).a Prestar wil het accent leggen op “medewerker verantwoord ondernemen” Daarbij richten we ons op het bevorderen van fitheid, gezondheid en vitaliteit. De ID-methode betekent dat elke medewerker met een geïndividualiseerd verandertraject begeleid wordt binnen een groepsorganisatie. Verschillende aspecten worden per persoon aangepast aan behoefte, wensen en mogelijkheden. Een collectieve interventie dus, waarbij aan alle voorwaarden voor een effectieve en duurzame gedragsverandering wordt voldaan. Het resultaat is toename van productiviteit, plezier en vermindering van verzuim. De ID- methode is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten over gedragsverandering. Waarom die verandering nodig is, wordt in dit artikel uit de doeken gedaan en blijkt veel complexer dan gewoonlijk gedacht wordt. Ons traject is vooral interessant voor MKB-bedrijven die met de gedifferentieerde aanpak geld besparen en effectief hun medewerkers kunnen ondersteunen.2
Saneren: de tijd is rijp Een economische recessie verplaatst de focus naar interne organisatie en bedrijfsprocessen. In veel bedrijven brengt dat de noodzaak om te saneren met zich mee. In Amsterdam wordt met “saneren” platgooien bedoeld, maar de letterlijke betekenis is “verbeteren, weer gezond maken”. Dat geldt niet alleen voor de infrastructuur van de onderneming, maar ook voor het functioneren van elke medewerker afzonderlijk. De processen tonen veel gelijkenis en in beide gevallen ontstaat een positieve kans een goede return on investment. “Saneren” van bedrijf en medewerker gaat in beide gevallen om duurzame effecten te creëren die energie geven. Een gezonde bedrijfsvoering dus.
2. O-BRAVO Gezondheid wordt bepaald door verschillende elementen. Erfelijkheid en omgeving hebben op verschillende manieren invloed3. Het milieu, het klimaat, de arbeidsomgeving maar zeker ook de sociaal economische omgeving hebben elk hun uitwerking op de gezondheid. Persoonlijke aanleg Prestar
Interventie Differentiatie methode
2/14
bepaalt mede de bloeddruk, het serumcholesterol, het gewicht, de functie van het immuunsysteem en persoonlijke factoren zoals vriendelijkheid, openheid en de reactie op onverwachte ingrijpende gebeurtenissen (coping) . Dit copinggedrag gaat een belangrijke rol spelen in het succes dat iemand bereikt (of kan bereiken) bij het veranderen van de leefstijl. Leefstijlfactoren waar we ons vanuit Prestar op richten bij interventies zijn: de BRAVO factoren: Bewegen, Roken, Alcoholgebruik, Voeding en veiligheid en Ontspanning /stress. Verkeersgedrag (inclusief seksueel verkeer) hoort wel bij leefstijl, maar wordt buiten beschouwing gelaten. Omdat overgewicht / obesitas gedragsmatige kenmerken heeft en een belangrijke bijdrage vormt, zowel als oorzaak als gevolg van veranderde gezondheid, zetten we er bij Prestar van de “O” van Obesitas voor en spreken we van “O-BRAVOfactoren.” Zij bepalen onder andere de kans op hart- en vaatziekten.
Hart en vaatziekten Hart en vaatziekten vormen in de westerse wereld de belangrijkste doodsoorzaak. Erfelijke factoren zijn van belang, maar ook leefstijlfactoren spelen een belangrijke rol bij het optreden van coronaire hartziekten. Voeding (te weinig groente en fruit, te veel verzadigd vet), roken en te weinig bewegen hebben hun invloed serum cholesterol, bloeddruk, overgewicht en bloedstolling”4 Ook verschillende ziekten worden door ongunstige de BRAVO-factoren veroorzaakt. Vetzucht (obesitas), een verhoogd cholesterol, diabetes mellitus type 2 en hoge bloeddruk zijn zowel het gevolg van een ongezonde leefstijl maar ook een belangrijke oorzaak voor hart- en vaatziekten. De combinatie van een aantal van deze cardio-metabole risicofactoren komen samen in het “metabool syndroom.” In Wageningen is onlangs voor dit groeiend probleem Prof. Feskens aangesteld. Zij pleit in haar inaugurele rede “De gezondheid van Obelix”5 voor leefstijlverandering als belangrijkste preventieve maatregel. Door verandering in de leefstijl aan te brengen kan de ziektelast en sterfte gunstig beïnvloed worden. Dit positieve effect geldt niet alleen voor hart en vaatziekten, maar ook voor sterfte aan verschillende vormen van kanker die op de tweede plaats van doodsoorzaken staan. Waarom vallen we dan niet af, bewegen we niet regelmatig, stoppen we niet met roken, gebruiken we minder alcoholgebruik, eten we niet gezonder en doen we wat aan de stress? Omdat dat het veranderen van de leefstijl een moeilijk en complex proces is. Als het simpel was, was het probleem niet zo groot. Weten is niet voldoende. Gedragsverandering betekent “doen”.
Overgewicht en verzuim Overgewicht is een gewichtig probleem. Onze samenleving wordt gekenmerkt door het toenemend aantal mensen met overgewicht. Er is sprake van een obesogene (dikmakende) samenleving.6 Veel mensen weten de waarde van hun BMI te noemen. Voor de niet ingewijden:de “body mass index” is de verhouding tussen het lichaamsgewicht en de lichaamslengte en is oorspronkelijk een maat voor de kans op ziekte. De BMI wordt gebruikt om mensen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek in groepen te verdelen. Ostbye7 deed onderzoek bij een zeer grote groep mensen en kwam tot de conclusie dat medewerkers met een verhoogde BMI en toename op het gebied van verzuim en medische kosten toonden. Er was sprake van een progressieve toename van deze groep tot 12,9 keer zo hoog verzuim en 6,8 maal zo hoge medische kosten vergeleken met mensen met een normale BMI (18,5 -25). Dit betekent ook dat verlagen van het lichaamsgewicht met bijvoorbeeld 10% nog lang geen gezond gewicht oplevert, maar wel een verlaagde BMI met positieve (minder negatieve) effecten op de gezondheid en de kosten. In Nederland worden de kosten van verzuim door overgewicht geschat op € 600.000.000 per jaar. 8 In de praktijk blijkt dat mensen met obesitas (vetzucht, BMI > 30) vaak gediscrimineerd worden. Ze worden niet alleen dik, maar ook lui en ongemotiveerd genoemd en minder representatief gevonden. Professor Mark Roehling9 spreekt van weigth-based-discrimination en publiceert daar binnenkort een uitvoerig onderzoek over. Wanneer een persoon zich gezond voelt, verhoogt dat de kans op werk aanzienlijk. Prestar
Interventie Differentiatie methode
3/14
Wat de oorzaken zijn van de enorme groei van het aantal mensen met overgewicht (die begint rond 1980) is niet duidelijk en zeker multifactorieel bepaald. In een van de volgende paragrafen wordt een suggestie gedaan voor de ontwikkeling van de elektronica als een belangrijke ontstaansfactor. Het is immers niet aannemelijk dat 50% van de bevolking overgewicht krijgt omdat er een hamburgerketen is die wereldwijde vestigingen heeft. Anderzijds is de huidige economische crisis wel zorgwekkend, omdat de ongezondheid zal toenemen door verminderd besteedbaar inkomen. Dat wordt vaak vertaald in het kopen van goedkope maar ongezonde voeding zoals frisdrank, chips en patat, terwijl de consumptie van fruit en groenten terugloopt. Het ontstaan van overgewicht is individueel gekleurd en dat betekent ook dat een oorzakelijke aanpak van het probleem individueel benaderd zal moeten worden (uiteraard met oog voor alle externe maatschappelijke en sociale invloeden). Hier ligt de basis voor het ontwikkelen van de Interventie Differentiatie (ID) methode van Prestar. De gedachte dat “als je te zwaar bent gewoon minder moet eten en meer moet bewegen” is wel juist, maar de uitvoering in de praktijk is anders. Mensen worden overspoeld met goedkope en trendmatige interventies die op één van de risico factoren gericht is. Korte termijn successen (Sonjabakkeren) blijken zelfs in de praktijk regelmatig tot een averechts resultaat te leiden. Ongezond lijnen kan overgewicht veroorzaken. Een belangrijk verklaringsmodel zou het bestaan van een (niet bewezen) “lipostaat” kunnen zijn, die net zoals een thermostaat de temperatuur regelt, het vetgehalte van de lichaamssamenstelling regelt. Hierbij is niet het totale vetgehalte belangrijk, maar juist het vet in de buikholte. Dit vet is hormonaal actief en de aanwezigheid verhoogt de kans op diabetes en daardoor op hart- en vaatziekten. Sommige mensen zijn zelfs aan de buitenkant niet te dik, maar lopen door hun buikvet toch een gezondheidsrisico: de “tofi’s”a. Er zijn goede aanwijzingen10 dat door het toenemen van de hoeveelheid lichamelijke activiteit (in dit geval fitnesstraining) via een bioregulatie (activiteit en verzadiging- en hongergevoel) de hoeveelheid activiteit in de vrije tijd gecompenseerd wordt. Daardoor ontstaat er uiteindelijk geen, of beperkt en tijdelijk effect op het gewicht. Evolutionaire verklaring voor dit fenomeen zou kunnen zijn dat “afvallen een gevaar voor overleven is.” Ons genetisch materiaal is (nog) niet meeveranderd met de veranderingen in de maatschappij. Daarnaast bestaan er sterke aanwijzingen dat persoonlijkheidskenmerken belangrijk zijn. Jeugdgezondheidszorg11 meldt gegevens van Sauer, dat babies die niet van knuffelen houden tengevolge van hun temperament eerder dik worden. Van groot belang lijkt het copinggedrag. Mensen met passief copinggedrag kunnen gemakkelijker overgewicht krijgen dan anderen, maar ook dat ze meer succes kunnen verwachten van een leefstijlinterventie. Daarom vraagt het duurzaam veranderen van leefstijl brede professionele deskundigheid en een individueel begeleid programma met steun en druk.
a
Tofi = thin outside (but) fat inside” Prestar
Interventie Differentiatie methode
4/14
Bewegen We beginnen met twee heldere informatieve citaten van het RIVM. “Verschillende epidemiologische studies hebben aangetoond dat mensen die lichamelijk actief zijn een lagere kans hebben om vroegtijdig te overlijden dan mensen die inactief zijn. De kans om vroegtijdig te overlijden is voor inactieve mensen ongeveer 30 tot 40% groter dan actieve mensen. Eén internationaal onderzoek wees zelfs uit dat mensen die fit zijn, maar wel roken, een hoge bloeddruk, overgewicht of een verhoogd cholesterol hebben een lager risico hebben op vroegtijdige sterfte dan mensen die niet fit zijn en geen van de overige risicofactoren bezitten. Dit geeft aan dat een lage fitheid een belangrijke risicofactor is voor vroegtijdige sterfte. Tevens bleek uit epidemiologisch onderzoek dat te weinig lichaamsbeweging de kans op het vroegtijdig krijgen van harten vaatziekten, diabetes mellitus, osteoporose en colonkanker verhoogt. Ook zijn er steeds meer aanwijzingen voor een verband met beroerte, met name bij ouderen en voor een verband met borstkanker. Voldoende lichamelijke activiteit zorgt behalve voor behoud van gezondheid ook voor een gunstiger beloop van coronaire hartziekten, diabetes mellitus type 2 en mogelijk ook astma, COPD, osteoporose, depressie, reumatoïde artritis en beroerte.”a
“Er zijn voor werknemers diverse positieve arbeidsgebonden effecten beschreven, zoals een lager ziekteverzuim en meer plezier in het werk. Uit de resultaten blijkt dat sportende werknemers significant minder vaak, maar vooral korter verzuimen dan hun niet-sportende collega’s. Dit geldt vooral voor de werknemers die zittend werk doen. Er zijn aanwijzingen dat niet-sporters een groter risico lopen op een minder goed ervaren gezondheid en op minder plezier in het werk dan sporters, wanneer zij minder lichamelijk inspannend werk hebben.”12 Bewegen heeft dus een essentiële invloed op de gezondheid en op plezier en verzuim. “Le mouvement c’est la vie” zei Lucas Champonniere. Bewegen is leven. Wie niet beweegt, zit er levenloos bij. Volgens het Trendrapport bewegen en gezondheid van TNO (2007) voldoen 56% van de Nederlanders niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Dat betekent dus ook 44% er niet aan voldoet. Omdat deze sedentaire leefstijl vreselijke gevolgen heeft voor de volksgezondheid wordt met de beste bedoelingen het beweeggedrag gestimuleerd. Vooral als het al te laat is en zich overgewicht heeft ontwikkeld. Lunchwandelen, stimuleren van het gebruik van de fiets en de trap en soms fitness maken deel uit van dit beleid. OHRA13 wil zelfs haar medewerkers verplichten om deel te nemen aan Fitnessactiviteiten. Goed bedoelde initiatieven, maar in feite een desinvestering . De kans dat mensen die een sedentair leven leiden (het gaat immers niet om de mensen die al sportief actief zijn) zonder deskundige begeleiding, systematisch lichamelijk actief worden en blijven, is gering. Vaak hebben ze een hekel aan “sport” (voor een belangrijk deel erfelijk bepaald) of zijn niet in staat om het uit te voeren. De aanleiding (overgewicht) vormt ook de beperking. Bewegen is voor deze mensen niet leuk. Rationeel lukt het nog wel, maar tegen je eigen emoties ingaan vraagt om een goede coaching, stimulering en support. Aversie moet worden voorkomen. Dat kan door gebruik te maken van de eigen voorkeuren en keuzes. Het moet niet alleen duidelijk worden “wat “ er veranderd kan worden, maar ook “hoe” (needs assessment) . Gedragsverandering is een vak. Prestar levert gedragsveranderingtrajecten waarbij gebruik gemaakt wordt van de Beweeg- en Leefstijladviseurs. Professionals die op HBO-niveau opgeleid zijn aan de Hanzehogeschool te Groningen waar sinds 2003 een 4-jarige beroepsopleiding voor deze, op maat gesneden gecombineerde leefstijl interventies, bestaat. Prestar
Interventie Differentiatie methode
5/14
Homo sedens In de jaren zeventig begint een ware revolutie in de ontwikkeling van elektronica. Rond 1980 ontstaat de analoge generatie, die versneld overgaat in de digitale. De transistors en chips ontwikkelen zich tot microprocessor. Consumentenartikelen veranderen. De maatschappelijke orde verandert. Het zijn ontwikkelingen die geweldige gevolgen zullen hebben. Het leven van de westerling verandert in enkele tientallen jaren sneller en ingrijpender dan in eeuwen daarvoor. Processen in werk en vrije tijd worden in hoge mate geautomatiseerd en gecontroleerd. Nieuwe communicatievormen en methoden van kennisdeling ontstaan. De gevolgen op ons beweegpatroon zijn rampzalig. We worden een zittende de mens, een “homo sedens”. Het wordt steeds aannemelijker dat hier een belangrijke basis ligt voor de enorme toename van welvaartsziekten. Het gedwongen zitgedrag heeft niet alleen gevolgen voor de fitheid, maar ook voor onze gezondheid (want dat is niet hetzelfde!)b Amerikaanse volwassenen hebben per dag een gemiddelde “screentijd” van 170 minuten d.w.z. TV kijken en computeren en zitten 101 minuten in auto terwijl ze gemiddeld minder dan 19 minuten lichamelijk actief zijn14. Voor kinderen is het beeld niet positiever. Ze zitten in de auto naar school. Zitten op school. Zitten huiswerk te maken en zitten bij hun computerspelletjes. Als ze gaan sporten?... gaan ze zittend naar de sportaccommodatie. Er is bijna geen ontkomen aan. De toename van de zitcultuur loopt parallel aan de toename van overgewicht en obesitas en de ziekten die daarvan het gevolg zijn (vooral diabetes en hart en vaatziekten). Zitten is dodelijk In het artikel over Prestar “Zoek naar een leuke manier om je leefstijl te veranderen” in Golf en Manier van leven15 wordt uitgelegd waarom golfers gemiddeld 5 jaar langer leven, zoals blijkt uit Zweeds onderzoek16. Hoe kan dat? Golfen is immers geen fysiek intensieve sport. Toch is daar een simpele verklaring voor. Levine17 maakt duidelijk een mens minstens twee en een half uur per dag zou moeten staan (of wandelen). Golfers staan gemiddeld zo’n 4 uur op de baan. Dat geeft geen grote effecten op de fitheid, maar wel op de gezondheid, vooral op de vet- en suikerstofwisseling. Hamilton18 maakt duidelijk dat zitten (en liggen) een zeer negatieve invloed heeft op de vetstofwisseling. Enzymen die cholesterol afbreken zijn wel actief als we houdingsspieren gebruiken (staan en wandelen), maar veel minder als we zitten. Intensiever bewegen (sport) is niet nodig om hetzelfde effect te bereiken. Hamilton concludeert dat het rendement van verandering van zitgedrag naar stagedrag onverwacht groot is op de gezondheid, terwijl het voor de fitheid niet veel uitmaakt. Hij beweert dat als mensen hun gedrag veranderen door minder te zitten en meer te staan dat tot 10 x minder doden oplevert, terwijl verandering van normaal actief gedrag naar sport slechts 2x minder doden oplevert. De getallen lijken (iets te) indrukwekkend. De trend is echter duidelijk en heeft belangrijke gevolgen voor de adviezen die we mensen die gezonder willen worden kunnen geven. Verander de “homo sedens’ die als couch potato of zittend- PC- partner in een wandelende en staande “homo movens”. Het is niet moeilijk te voorspellen dat het gebruik van sta-tafels door dit inzicht binnenkort een grote vlucht zal nemen. Niet allen omdat staan de gezondheid bevordert, maar ook omdat ook blijkt dat er staande efficiënter vergaderd wordt. Ook zullen kostbare ergonomische investeringen in het kader van een nieuw gezondheidsbeleid uit de tijd raken (met uitzondering van preventie van RSI en rugklachten). De perfecte stoel bevordert zitgedrag en dat is slecht voor de gezondheid.
b
De fitheid heeft betrekking op de grondmotorische eigenschappen, bijvoorbeeld kracht, lenigheid en uithoudingsvermogen. Dit wordt ook wel de “conditie” genoemd. Gezondheid wordt bepaald door zaken als de bloeddruk, de lichaamssamenstelling, het bloedsuikergehalte en het vetspectrum.
Prestar
Interventie Differentiatie methode
6/14
De aerobic doctrine Harvey Simon (3) beschrijft dat we sinds de zeventiger jaren de kwaliteit van bewegen afmeten aan de gegevens van inspanningsfysiologie, met als gouden standaard de maximale zuurstofopname. De aerobe doctrine is dat een training moet voldoen aan voldoende intensiteit (70-85%) gedurende 20 tot 60 minuten, voldoende vaak uitgevoerd (3-7 x per week) om effect te hebben. Hardlopen, rennen, joggen is het beste voorbeeld van dergelijke aerobe lichamelijke activiteit. Laat er geen misverstand over bestaan: lichamelijke activiteiten en sport zijn uitstekend om fitheid en gezondheid te verbeteren en af te vallen. Fitte mensen zijn gezonde mensen, met verminderde kans op hart en vaatziekten, hoge bloeddruk, hersenbloedingen, suikerziekte en de algemene kans om te overlijden. Nu blijkt dat voor inactieve mensen -zeker als ze overgewicht hebben en veel zitten-, de inactiviteitsfysiologie veel belangrijker is. De gezondheidseffecten van staan, wandelen en fietsen zijn imponerend. Simon spreekt van cardiometabolic exercises, omdat laag intensieve oefeningen bij systematische toepassing ook gunstige effecten hebben op hartaandoeningen (cardiovasculaire aandoeningen) en stofwisseling (metabole processen). Het niveau van bloedglucose, de gevoeligheid voor insuline, het vetspectrum en de lichaamssamenstelling wordt gunstig beïnvloed. Dat deze “no sweat-exercises” belangrijk zijn voor de gezondheid hoewel ze nauwelijks effect hebben op de fitheid, was in de tijd van Hippocrates al bekend, die stelde: “If we could give every individual the right amount of nourishment and activity, not too little and not too much, we would have found the safest way to health”
3. Wie is verantwoordelijk? De vraag “wie is verantwoordelijk” veronderstelt dat er een eenduidig antwoord te geven is. Dat is niet het geval, omdat zowel gezondheid als gedrag zo complex zijn. Complicerend is het feit dat de bijdrage van krachtige factoren zowel binnen als buiten de persoon liggen. Helaas is de kwaliteit vaak onbekend (genetische en bioregulatieve aspecten) terwijl van andere invloeden moeilijk te waarderen is wat hun bijdrage is in het individuele geval. De uitkomst van de discussie zal altijd zijn dat er een gedeelde verantwoordelijkheid bestaat en dat er een goede analyse nodig is om de uitgangssituatie vast te stellen voor een bepaald individu. In het adviesrapport “Gezondheid en gedrag” van de Raad voor de Volksgezondheid, uitgebracht aan de Minister19 staat: “Burgers kunnen kiezen voor gezond gedrag. Die keuze is ook van andere partijen en niet een van de burger alleen. Verschillende partijen, zoals verzekeraars, werkgevers, zorgaanbieders en de overheid zijn bij die keuze betrokken.” We beschouwen de bijdragen van een aantal verschillende stakeholders. Overheid “De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid”, zo luidt artikel 22, eerste lid, van de Grondwet. Deze maatregelen kunnen gaan over bijvoorbeeld gezondheidsbescherming (verkeersmaatregelen), ziektepreventie (vaccineren en screenen) en gezondheidsbevordering (mensen stimuleren om niet te roken en gezond te eten).20 . Omdat Nederland met gezondheid achterop raakt, ongezond gedrag flink bijdraagt aan ziektelast en er flinke regionale verschillen bestaan is er door de overheid een “preventiebeleid” geformuleerd. Bevorderen van een gezonde leefstijl is het hoofdthema omdat bekend is dat welvaartsziekten grotendeels te vermijden zijn . Men wil dat Nederlanders worden gestimuleerd tot gezonde keuzes. Een schaal met appels in de kantine zoals op de site van MVO te lezen was, past wel in dit beleid, maar de voorgaande teksten hebben duidelijk gemaakt dat dergelijke geïsoleerde maatregelen volstrekt kansloos zijn om het doel te bereiken. De wettelijke verplichting om binnen de werkruimte niet te roken is ook van toepassing binnen de horeca. Wel of niet roken in cafés heeft al de nodig stof doen opwaaien. Nu de rook wat Prestar
Interventie Differentiatie methode
7/14
opgetrokken is, wordt duidelijk dat we op de grens zitten van wat wenselijk is (roken is namelijk de meest schadelijke eigenschap voor de gezondheid van alle BRAVO factoren) en zelfbepaling. Stoppen met roken is een gedragsverandering. De vraag is of het ethisch verantwoord is om een anti-roken-vaccin21 dat nu nog in ontwikkeling is, in te zetten om gedragsverandering te bewerkstelligen? Hoe zal dat straks gaan, als er een anti-roken-vaccin in het standaard Rijksvaccinatiepakket wordt aangeboden? Krijgen we dan toestanden zoals rond de vaccinatie tegen kinderverlamming, waarbij mensen vechten voor hun vrijheid van handelen, maar bij winst een grotere kans lopen om te overlijden? Het beleid dat inzet op gezondheidsbevordering leidt dan tot onbedoelde nadelige effecten. Huisarts De huisarts is een belangrijke speler rond de gezondheid van een individu. Van zijn mening gaat een krachtig signaal uit. Maar het lijkt of patiënten niet luisteren. Bij een bezoek aan de huisarts is leefstijl nog te weinig onderwerp van gesprek, daarnaast kunnen de frequentie en kwaliteit van leefstijladviezen nog beter zo stelt het RIVM.22 Het aantal vragen is groot. 23 Beschikken huisartsen wel over de specifieke kennis? Zijn er wel effectieve strategieën en richtlijnen voorhanden? Hebben ze wel tijd voor leefstijlinterventies?. De conclusie was “…. dat ze hun autoriteit moeten gebruiken om mensen een zetje in de goede richting te geven en daarbij is het belangrijk dat ze kunnen doorverwijzen naar mensen die hier meer verstand van hebben, ……..” . Inmiddels zijn er plannen van Minister Klink om de Beweegkuur op te nemen in de basiszorgverzekering om het aantal mensen met Diabetes type 2 (tengevolge van obesitas) te verminderen. Op dit moment komen er nog dagelijks ongeveer 200 patiënten bij! Het advies “U zou wat vaker aan sport moeten doen” zal daar niet veel aan veranderen. Ook het gesprek met de praktijkondersteuner (POH) zal maar beperkte effecten kunnen sorteren omdat de tijd ontbreekt en de kennis en vaardigheden voor het invullen deze specifieke taak, beperkt is. Prestar kan de huisarts ondersteunen in de praktijk door de ID methode aan te bieden, waarbij een Beweeg- Leefstijladviseur bij de huisartspraktijk wordt gedetacheerd. Zorgverzekeraar Sinds de invoering van de basiszorgverzekering in 2001, kunnen zorgverzekeraars zich onderscheiden door het aanbieden van aanvullende pakketten. Preventieve maatregelen worden toegevoegd aan de curatieve historie. Stel een patiënt toont risicovol gedrag (hij heeft bijvoorbeeld overgewicht en rookt). Het risico is nog niet zo groot dat er in deze fase begeleiding of toezicht van een cardioloog noodzakelijk is. Als de leefstijl van het individu gelijk blijft dan neemt het risico toe, zodat hij na enige tijd een hoog cardiovasculair risico heeft. Begeleiding of ingrijpen door een cardioloog wordt dan wel noodzakelijk. Dit kost veel geld, persoonlijk leed en kan alleen nog curatief worden ingegrepen. Curatieve zorgverlening komt in feite te laat. Prestar werkt preventief en zal het individu in een eerder stadium begeleiden om het risico tijdig te verminderen. Maar ook secundair, door als aanvullening op de therapie, bestaande ziektes en de risico’s verkleinen door het veranderen van het risicovol gedrag. In de praktijk komen verschillende problemen aan de orde als het gaat om de bijdrage van een zorgverzekeraar aan leefstijlverandering. In de eerste plaats moet je concurrerend werken zonder failliet te gaan of klanten kwijt te raken. What’s in for me?’vraagt de zorgverzekeraar zich af die geïnvesteerd heeft in gezond gedrag. Hij kan de vruchten daarvan niet plukken omdat jaren later de gezonder geworden verzekeringsnemer bij de concurrent verzekerd wordt omdat die aantrekkelijke voorwaarden voor pensionada’s heeft. Of omgekeerd: Waarom zou je klanten stimuleren om te stoppen met roken? De voorspelling dat ze 10 tot 14 jaar eerder zullen overlijden dan niet rokers, betekent ook dat ze ten opzichte van niet-rokers in de seniorenfase goedkoper worden. En wie profiteert het meest? In ieder geval kan de overheid fluiten naar accijns en BTW als mensen stoppen met roken. Prestar geeft om humanitaire redenen toch de voorkeur aan een korting op premies voor niet-rokers.
Prestar
Interventie Differentiatie methode
8/14
De werkgever en medewerker Voor het bedrijfsleven geldt een functionele positionering. De werkgever heeft wettelijke en financiële verplichtingen naar een zieke of minder gezonde werknemer. Bij het aannemen van personeel kan niet ingeschat worden wat de leefstijl en risico factoren van een sollicitant zijn. De maatschappelijke discussie over de vraag of een werkgever zich mag of moet richten op de leefstijl en gezondheid van medewerkers begint los te komen. Het artikel “Dik is duur”24 geeft een uitstekend overzicht van de standpunten. De centrale vraag in het redactioneel is “wanneer slaat betrokken zorg om in ongezonde bemoeizucht?” Wat zijn de grenzen voor de baas? Hoe groot is het speelveld voor de medewerker die “goed werknemerschap” moet betrachten? Hij zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen om aan de verplichtingen van zijn werkomstandigheden te voldoen. Dat een brandweerman in conditie moet zijn om zichzelf en zijn collega’s niet in gevaar te brengen wordt veel gemakkelijker geaccepteerd dan dat medewerkers verzuimen tengevolge van de zelf gekozen leefstijl. Bij overmatig alcoholgebruik is dat weer eenvoudiger dan door overgewicht. De discussie is nog lang niet klaar en grenzen zijn aan het verschuiven. Een voorbeeld is de wettelijke eis dat een werknemer volgens de NIOSH normen niet meer dan 23 kg mag tillen. Redelijk, want je mag je medewerkers niet overbelasten. Maar, redeneert de werkgever “ Waarom moet ik dan wel accepteren dat deze medewerker 25 kg overgewicht meesjouwt.” Heel belangrijk is wat we samen met deze constateringen doen. Voor zover mij bekend is, is er tot nu toe één keer een medewerker ontslagen op grond van overgewicht.25 Een werkgever mag volgens het Burgerlijk Wetboek voorschriften opleggen die –in redelijkheid- de goede orde in de onderneming bevorderen, echter zonder de persoonlijke levenssfeer aan te tasten. Schuld, recht, verantwoordelijkheid zijn de trefwoorden. Veel beter zou het zijn om te begrijpen hoe leefstijl en gezondheid hun plaats hebben in de 21ste eeuw. De oplossingsrichting van Prestar is anders. Informeren, faciliteren, vaststellen, stimuleren, implementeren, evalueren. Goed onderzoeken of er kennis is over de mogelijke risico’s en gevolgen voor alle partijen. Inventariseren of men op de hoogte is van de mogelijkheden. Vaststellen of de bereidheid bestaat om te veranderen. De mogelijkheid om te veranderen. Leefstijl is gedrag, gebaseerd op keuzes. Gedrag is gekoppeld aan verschillende rollen. Rollen met verschillende belangen. Hoe je je voelt; of je productief bent, of je deel van collectief bent; of je kunt zorgen en of zorg nodig hebt. Of je gezin meewerkt, je kansen, je sociaal economische status. De kosteneffectiviteit van dergelijke interventies is overduidelijk aangetoond. 26
4. Samen verder Het probleem van een ongezonde leefstijl komt als een tsunami over de westerse wereld. Een werkgever kan daar op inspringen met goed gezondheidsmanagement dat gekenmerkt wordt door een actief vitaliteitsbeleid. Gezondheid is een voorwaarde om optimaal te functioneren op het werk. Gezondheidsmanagement draagt bij aan gezondere medewerkers, een lager ziekteverzuim, hogere medewerker tevredenheid en een betere productiviteit. Dat betekent dat een brede visie op dit complexe probleem noodzakelijk is. Geïsoleerde acties zijn gedoemd te mislukken. Een focus op overgewicht is te kort door de bocht .Duurzame leefstijlverandering in breed perspectief biedt een kans. Een voorbeeld van geïntegreerd gezondheidsmanagement zien we bij het bouwbedrijf Jurriens Noord in Hoogkerk bij Groningen. Gezondheidsbevordering maakt een integraal deel uit van het beleid. Een uitstekend arbobeleid, voorlichtingsdagen over gezondheid, informatiefolders, personeelsbijeenkomsten, lezingen, kleding, sponsoring van deelname aan bewegingsactiviteiten zoals de 4 mijl van Groningen en de trainingen daarvoor, maakten al deel uit van het beleid toen Prestar
Interventie Differentiatie methode
9/14
Prestar werd gevraagd om met gecombineerde leefstijlinterventies de al bestaande acties te versterken in een duurzaam beleid. Niet alleen de focus op bewegen voeding of roken. Maar alle factoren inclusief voeding en stress inventariseren en deel maken van een gezonde bedrijfscultuur waaraan iedereen naar vermogen deelneemt. De Medisch Wetenschappelijke Raad van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBOa stelt hierover: “Gecombineerde leefstijlinterventies zijn de eerste keus bij de behandeling van volwassenen met obesitas ……… “
“Gecombineerde leefstijlinterventies zijn de eerste keus bij de behandeling van volwassenen met obesitas is een behandeling bestaande uit verschillende interventies, namelijk het verminderen van de energie inname, door een individueel samengesteld dieet, dat leidt tot verbetering van het eetgedrag het verhogen van de lichamelijke activiteit psychologische interventies ter ondersteuning van gedragsverandering kunnen op maat worden toegevoegd. De therapie dient zowel gericht te zijn op gewichtsverlies en gewichtsbehoud als op gezondheidswinst. De aanbevolen duur van de therapie is minimaal 1 jaar, gevolgd door continue of langdurige begeleiding gericht op gewichtsbehoud” . De eerder geciteerde Peter Vos zegt in zijn redactioneel: “Statistisch gezien zijn dikke werknemers dan wel vaker ziek, maar dat geldt net zo goed voor rokende, drinkende, wintersportende of depressieve collega’s” Een pleidooi dus om alle O-BRAVO-factoren te betrekken in een brede leefstijlinterventie. Toch zit in dit advies een vreemde constructie. Gecombineerde interventies worden vaak uitgevoerd door verschillende disciplines. Bewegen, voeding, psychologische ondersteuning. Vergelijk het “beter” maken van een auto. Ik heb geen bezwaar als ik mijn auto naar de garage breng om bandenspanning te controleren, de ontsteking af te stellen en de wielen uit te lijnen en dat dat door 3 verschillende medewerkers van het garagebedrijf wordt uitgevoerd. Voor een persoonlijke begeleiding van mijn leefstijl zijn drie verschillende interventies wel bezwaarlijk en onpersoonlijk en bovenal overbodig omdat er wel degelijk professionals bestaan die speciaal getraind zijn in het uitvoeren van gecombineerde leefstijl interventies: de Beweeg- en Leefstijl adviseur. U vindt ze bij Prestar.
Wat kan Prestar bijdragen? Wij zijn gespecialiseerd in gedragsverandering vooral op het veranderen van gezondheidsgerelateerde leefstijl. Prestar levert voor georganiseerde groepen een onderzoek naar de leefstijl en veranderingsbereidheid van individuen. Op basis van deze "Quickscan" die per PC wordt afgenomen wordt een ID-offerte uitgebracht voor een effectief interventietraject gedurende 9 a 12 maanden voor duurzame leefstijlverandering. Iemand die nog maar net overweegt om een leefstijlfactor te veranderen heeft een heel andere begeleiding nodig dan iemand die al een eind op weg is. Als mensen er voor kiezen om niet te veranderen wordt dat gerespecteerd. Ze worden wel geïnformeerd. Anderzijds is het niet nodig om iemand fitnes aan te bieden als hij geen overgewicht heeft en dagelijks naar het werk fietst en drie keer week voetbalt. En gezond eet. Prestar heeft een concept ontwikkeld voor gedifferentieerde leefstijlinterventies waardoor met verschillende belangen rekening gehouden wordt. Wij zijn niet uit op korte termijn successen (met de bijbehorende teleurstellingen achteraf) en doen geen concessies aan onze kwaliteit. Hoe ons concept opgebouwd is, wordt hierna toegelicht. De ontwikkeling van de ID methode is een dynamisch proces, immers omgevingsvariabelen kunnen veranderen. Prestar verandert mee(r)!
Allereerst wordt aangegeven waar evidence voor is: “wat werkt “ en daarna wat wenselijk is. Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten en rendement (inclusief kosteneffectiviteit en Prestar
Interventie Differentiatie methode
10/14
duurzaamheid) van leefstijlinterventies hebben aangetoond dat de volgende werkwijzen effectief zijn: - Geïntegreerde aanpak van meerdere leefstijlfactoren - Uitgaan van de veranderingsbereidheid per factor en de interesse van de cliënt - Counseling met gebruik van multi trajectoriele veranderingsstrategieën - Pesoonlijk contact is het meest effectief. Schriftelijke informatie, e-coaching en telefonisch contact zijn iets minder effectief . - Keuzemogelijkheid voor organisatie (bedrijf) om prioriteiten te stellen zodat optimaal rendement kan worden verkregen binnen het beschikbare budget. - monitoring van de voortgang (feedback) stimuleert - veranderen in groepsverband werkt motiverend. Prestar heeft de effectieve werkwijzen omgezet in een innovatieve dienst, die rekening houdt met de wensen van mensen en de organisatie waartoe ze behoren. De klant is koning. Wij proberen keuzes in te bouwen en te differentiëren bij zoveel mogelijk onderwerpen. Daarmee maken we het ons zelf niet gemakkelijk. Maar, door deze werkwijze ontstaat er wel een ideale, op maat gesneden dienstverlening, die maximale kans op succes biedt binnen een volledig transparante begroting, de Interventie Differentiatie-methode. Interventie Differentiatie • Differentiatie op leefstijlfactor • Differentiatie op veranderingsbereidheid • Differentiatie in keuze naar budget en behoefte • Differentiatie naar persoonlijke wensen • Differentiatie naar interventiemethode • Differentiatie in effectrapportage
in welk productdeel? Quickscan Quickscan ID-offerte Interventie Interventie Interventie
De procedure Quickscan en ID-offerte. Via de website van Prestar (http://www.prestar.nl) kunnen de deelnemers van een organisatie die zich heeft aangemeld (zie "registratie"), een aantal vragen beantwoorden. Op basis van deze digitale Quickscan wordt een voorstel voor een begeleidingstraject (interventie) gedaan. Dit is geen vaste offerte, maar een keuzemenu zodat naar behoefte en budget, prioriteiten gesteld kunnen worden: de “ID-offerte”. Door de deelnemers in te delen in verschillende groepen (ordening naar leefstijlfactor met onderverdeling naar veranderingsbereidheid), wordt een gedifferentieerde interventie mogelijk. De organisatie krijgt informatie over het geheel; het individu een verslag van de persoonlijke situatie. De interventie. Afhankelijk van de keuzes worden aanvullende testen uitgevoerd, vragenlijsten ingevuld en een intakegesprek gevoerd. Hiermee wordt een individueel stappenplan gemaakt. Met de testen wordt de gezondheid en fitheid bij het begin (en eind) van het interventietraject gemeten. Verder worden extra vragenlijsten afgenomen om gedetailleerd in kaart te brengen wat de gewoontes en wensen van de cliënt zijn (needs assessment). Het interventietraject bestaat uit counseling door gediplomeerde HBO opgeleide Beweeg- en Leefstijladviseurs. De inhoud en frequentie is een vaste combinatie van persoonlijk contact, e-coaching en telefonische counseling, afhankelijk van de individuele situatie en de gemaakte afspraken. Een “interventie-unit” bestaat uit een half uur counseling (gesprek met een beweeg- leefstijladviseur); vijftien minuten digitaal of telefonisch contact en vijftien minuten voor het toezenden (per mail/post) van informatie brochures.
Prestar
Interventie Differentiatie methode
11/14
We gebruiken verschillende gedragsveranderingstrategieën (multi trajectoriele benadering) die de cliënt motiveert om doelen te stellen en het ongewenste gedrag aan te pakken. Bij de uitvoering van de interventie wordt de omgeving bij het proces betrokken. Het is niet alleen van belang dat iemand steun op zijn werk krijgt voor het veranderen van gedrag, maar ook in de privésfeer. Het traject wordt afgesloten met evaluatie en effectrapportage op organisatieniveau en op individueel niveau.
Wat kunt u doen? Het eerste advies in de praktijkwijzer “Dik is duur” van Het Platform Gezond Gewicht van VNO-NCWa luidt: “Zet het onderwerp leefstijl (dus vooral gericht op overgewicht en obesitas) op de agenda van het directie- of managementteam. Maak het tot een gezamenlijke uitdaging om het tij te keren.” Onder het personeel blijkt een groot draagvlak om mee te werken. Onder de kop “Baas moet helpen gezonder te leven” staat in het Dagblad van het Noorden27 “Werknemers in het midden en kleinbedrijf (MKB) willen graag met hun baas aan hun gezondheid werken. Vooral personeel met een ongezonde levensstijl zoals rokers, mensen met overgewicht zijn geïnteresseerd in gezondheidsbevorderende maatregelen. Het onderzoek “samen werken samen zorgen” (Economisch Instituut MKB) noemt als mogelijkheden meewerken aan griepprikken, gezondheidsen leefstijltests. Onder het personeel is zelfs een groot draagvlak om financieel bij te dragen aan goede preventie en re-integratieprogramma’s. TNO lopend onderzoek28 meldt de voordelen. “In het algemeen onderscheiden we voor zowel gezondheidskundige, als bedrijfskundige opbrengsten twee categorieën: kostenbesparingen en de creatie van toegevoegde waarde.” Kosteneffectiviteit van dergelijke programma is aangetoond. Draagvlak, interesse en een financiële bijdrage zijn faciliterend. Uiteindelijk blijken zaken als respect voor elkaar en de persoonlijke wensen en verantwoordelijkheden de voorwaarden te zijn voor een succesvol veranderingstraject. Bart Dikkeboer, arts Namens managementteam Prestar. www.prestar.nl
Literatuur Versie 2.3 1
Maatschappelijk verantwoord ondernemen http://www.mvonederland.nl/
2
Van den Heuvel, S.G., et al. (2003). Sporten, type werk, arbeidsverzuim en welbevinden: resultaten van een 3-jarige follow-up studie. TNO-arbeid. 5: 256 – 264. 3
RIVM gezondheidsdeterminanten. http://www.rivm.nl/vtv/object_class/kom_determinant.html
4
RIVM http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1305n17964.html
5
6
Preventie metabool syndroom door aanpassen leefstijl. Voedingsmagazine nr 1 2009.
De obesogene samenleving. Maatschappelijke perspectieven op de samenleving. Amsterdam University Press Amsterdam 2007 Prestar
Interventie Differentiatie methode
12/14
7
Østbye a.o Obesity and Workers’ Compensation Duke Health and Safety Surveillance Systems. 2007
8
Dik is duur. Werkgevers binden de strijd aan met overgewicht . Intermediair 02. januari 2009.
9
Allison van Dusen http://www.forbes.com/2008/05/21/health-weight-career-forbeslifecx_avd_0521health.html 10
Neat werkgroep All you NEAT. Hanzehogeschool Groningen 2008
11
http://jgz.zorgmediatheek.nl/HomeJeuggezondheidszorg/tabid/54/EntryID/457/Default.aspx
12
S.G. van den Heuvel, H. C. Boshuizen, V.H. Hildebrandt, B.M. Blatter, G.A.M. AriÎns, P.M. Bongers Sporten, type werk, arbeidsverzuim en welbevinden: resultaten van een 3-jarige follow-up studie. TNO Arbeid, RIVM en VU gepubliceerd in tsg jrg 81, 2003 / nr 5
13
Ohra: fitness voor werknemer verplicht http://www.healthylives.nl/nieuws/beweging/2008/oktober3/Fitness-voor-werknemer-verplicht
14
Harvey Simon, MD Moderate Exercise: No Pain, Big gains Medscape Internal medicine. 2006; 8 (1) http://www.medscape.com/viewarticle/524377
15
Bart Dikkeboer “Zoek naar een leuke manier om je leefstijl te verbeteren’. Golf en Lifestyle winter 2009
16
Farahmand, B en A. Ahlbom, Golfers Live Longer. Scandinavian Journal of medicine & Science in Sports http://www.redorbit.com/news/health/1409430/study_golfers_live_longer/index.html
17
Levine. J.A. Nonexercise activity thermogenesis – liberating the life-force J Intern Med 2007; 262: 273–287 18 MarcT.Hamilton, DeborahG.Hamilton, andTheodoreW.Zderic Exercise Physiology versus Inactivity Physiology: An Essential Concept for Understanding LipoproteinLipase Regulation Exerc.SportSci.Rev.,Vol.32,No.4,pp.161–166,2004. 19
Gezondheid en gedrag Advies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , Zoetermeer, 2002
20
Preventienota. Kiezen voor gezond leven 2007-2010 Ministerie van Volksgezondheid , Welzijn en Sport Kamerstuk 2006-2007, 22894, nr. 110. Den Haag, december 2006 21
Anti-rook vaccin Nicvax (DvhN 24 januari 2009 pag 44.) http://www.hag.unimaas.nl/nicotinevaccinstudie/
Prestar
Interventie Differentiatie methode
13/14
22
NIVEL, november 2008, http://www.nivel.nl/OC2/page.asp?PageID=12118&path=/Startpunt/Home%20NIVEL/actueel/Nieuw sarchief/Actueel%202008/Actueel%202008/Leefstijl%20blijft%20een%20lastig%20onderwerp 23
Arts en auto 2006 , nr 5, blz 16 ev. Als ze niet wilen luisteren…..
24
Cathalijne Boland. Dik is duur. Werkgevers binden de strijd aan met overgewicht. Intermediair 02. Januari 2009.
25
Overgewicht leidt tot ontslag. USG juristen http://www.usgjuristen.nl/nieuws.asp?nid=433
26
W.J.E. Bemelmans (red.) RIVM rapport 260401005/2008 Kosteneffectiviteit beweeg- en dieetadvisering bij mensen met (hoog risico op) diabetes mellitus type 2 . Literatuuronderzoek en modelsimulaties rondom de Beweegkuur 27
Dagblad van het Noorden 8 nov 2008 http://www.dvhn.nl/nieuws/nederland/article4039080.ece/Werknemer_wil_preventieve_zorg_via_b aas 28
TNO lopend onderzoek. Investeren in gezondheid > Gezonder en vitaler personeel > Hogere productiviteit http://www.tno.nl/content.cfm?context=kennis&content=thema_case&laag1=427&item_id=756
Prestar
Interventie Differentiatie methode
14/14