Presentatie IB-Netwerk Differentiatiemodel en Groepsplaning.
Groepsplannen al dan niet
•1 •2 •3
Wat is het extra positieve effect voor de leerlingen. Wat is de extra last voor de leerkracht. Hoe verhoudt zich dit tot elkaar?
Waarom differentiatiemodel. • Je bent niet meer afhankelijk van de draagkracht van de leerkracht. • Minder verschil tussen rapportcijfers en LVS-scores. • Iedere leerling kan op eigen niveau een goed cijfer halen.
Overeenkomst programma en Cito
C-programma: B-programma: A-programma:
Cito DE Cito C/vB Cito ^B/A
Methodecijfer 6,5 – 8,5
Eind groep 4
Programma`s rekenen, taal begrijpend lezen bepalen, waarmee ze groep 5 in gaan.
Februari groep 6 (M6)
Programma zaakvakken bepalen.
Voorbeeld bepaling zaakvakken • Zaakvakken: TBL C, Studiev. C. Rapp. Gem: 8,3. Voorstel zaakvakken B. Mee eens? Ja. • Zaakvakken: TBL C, Studiev. A. Rapp. Gem: 8 ½ . Voorstel zaakvakken: B of toch A proberen? Ik denk eigenlijk dat ze A best zou kunnen, maar dan moet ze wel meer gaan leren. Ik verwacht dat dat thuis niet zo gestimuleerd wordt, dus vandaar dat ik B beter vind. Herken jij dit? We besluiten om haar op het B programma te laten werken.
Voorbeeld: Eind groep 4: Leerling scoort op de LVS een C-score en staat gemiddeld tussen de 6,5 en de 8,5 dan volgt het B-programma Leerling scoort een D en staat gemiddeld onder de 6,5 dan volgt het Cprogramma Leerling scoort een A en staat gemiddeld een 9 dan volgt het A-programma. Dit zijn de makkelijke. Ze moeten voor zowel het LVS als de cijfers binnen de norm vallen. Anders verandert het programma niet. Uitzonderingen daargelaten.
Voorbeeld DLE Cito Rekenen E3(10)/M4(16)/E4
TTR E3(10)/M4(16)/E4
HA
11/20B/32A+
23/25 – 47/30 - 66/34
AB
13/22A/30A
20/20 – 29/27- 37/42
JB
16/20B/24B
RB
Automatisering tafels
Rapport E3/B4/M4/E4
Door naar 5 in programma:
9/9/9
A
g
9.5/9/9
A
20/25 – 37/37- 54/40
g
8.5/9/8.5
B
16/22A/25A
20/22 – 42/37- 54/44
g
8.5/9/9
A
RB.
5/14C/21B
18/22 – 34/25 - 34/34
g
7/8.5/9
B
WB
13/20B/24B
26/17 – 42/44 – 60/40
u
9/9/8.5
B
JE
<5/<5E/14D
10/13 – 23/17 – 40/30
g
6/6/7.5
C
g
Uiteindelijke lijst begin groep 5 HA AB JB RB RB WB. JE GF HH LH HIJ MJ AK RK MM GM TM EN JR RW RW
Rekenen Def. Progr. A
Spelling Def. Progr. A
Taal Def. Progr. A
A
A
B
B
B
B
A
A
B
B
A
B
B
A
B
C
B
B
A
A
A
B
A
B
A
A
B
B
A
A
A
A
B
A
B
B
B
C
B
A
A
B
A
A
B
A
A
A
A
A
A
B
C
B
A
A
A
A
B
A
Wanneer aanpassen? Tijdens LVS-gesprek TBL -^B /AVI – E6 / DMT –A /SVS –A /R&W –^B /TTR –A Goede toetsen. Ze verbaasden je de vorige keer een beetje. Hoe kijk jij tegen deze uitslagen aan? Net zoals de vorige keer. In het dagelijks werk scoort ze echt niet goed. Op haar rapport is ze voor taal en rekenen een hele punt gezakt en voor spelling een halve punt. Ze moet heel veel gecontroleerd worden. Ze werkt voor rekenen op B en de rest op A. Moet daar wat aan veranderd? Vooralsnog niet. Rekenen heeft ze een goede Cito… Misschien helpt extra uitdaging op A haar? Laat nog maar even wachten. Ze is nog nooit A geweest. En denk je dat ze zich laat uitdagen met extra werk? Laten we haar maar lekker op B houden. Uitleg heeft ze écht nodig. Al wil ze dat zelf niet altijd.
Daarnaast is het altijd tussendoor mogelijk, wat zelden gebeurt, en altijd na overleg met de IB-er
In groep 8 Naam
Rekenen
Spelling
Taal
Zaakvakken
Def.
Def.
Def.
Def.
progr.
progr.
progr.
programma
GB
A
A
A
A
MB
B
B
B
A
MB
B
B
B
B
MD
B
A
A
B
LD
B
B
B
B
FD
B
B
A
A
GF
B
C
B
B
CF
A
A
A
A
GK
C
A
B
B
JM
C
C
C
C
GM
B
B
B
B
GM
A
A
A
A
GS
B
B
B
C
AV
B
B
B
B
NW
A
A
A
A
De leerlingen zijn nu geplaatst. En dan?
Reken werk A-programma Deel 8A blok 1 – Vrije tijd Van Alles Wat (achter in rekenboek) - opdracht 1. Bij a vier combinaties netjes tekenen en kleuren op 1 bladzijde (4 x 2 = 8 punten). Daarna zoek je bij b uit hoeveel combinaties er zijn!! (6 punten waard) - opdracht 2. a en b uitrekenen (2 x 2 = 4 punten) - opdracht 3. A (3 pnt), b (1 pnt), c (3 punten voor de juiste naam), d (5 punten voor de juiste volgorde) Taak som 1
3
4
4 (15 punten) 5 (18 punten) 6a, alleen bij € 1.600,-- alle 5 vakjes (5 punten) 7a helemaal (12 punten) * = som 6b (15 punten) 4 (15 punten) 5a, b, c & van de 2 rijtjes de onderste 3 (9 pnt) 6 (9 punten) * = som 7 alle 4 delingen (per goede deling 4 punten) 4 (15 punten) (som 5 gaat klassikaal) * = som 6b, ook opschrijven wat er onder de vlekken staat! (= 9 punten & 5 punten voor een goed ingevuld kruisgetalraadsel)
30 punten
aantal punten
65
49
29
Rekenen C-programma
• Voor de kinderen die het C-programma volgen bij rekenen. • 1. Met de Projecttaken doe je mee met de klas. Als je iets alleen moet maken, dan vertelt de leerkracht wat je moet doen. • 2. Alles wat op de linker bladzijde staat, doe je samen met je meester of juf. Hij of zij zegt welke sommen je nog alleen moet maken. • 3. Van de sommen van de rechterbladzijde uit je rekenboek hoef je (meestal) niets te maken. Je maakt in plaats daarvan de sommen die in dit boekje staan! • 4. De meester of juf kijkt je sommen na en je krijgt er een cijfer voor. • • Veel succes!
Voorbeeld zaakvakken. Programma A leert: • • Programma B leert: • Programma C leert:
A-les heen en weer B-les D-les als invulles. A-les heen en weer D-les als invulles A-les, letterlijk terugvragen
Leerlingen die buiten een programma vallen • A leerlingen met eigen programma. • C leerlingen met eigen programma.
Zwakke punten:
• Groep 3-4 • Taal • Huiverig voor nieuwe methoden