Presentatie Birgit Donker aflevering 5, 4 april in Rotterdam Van harte welkom op deze vijfde aflevering van wat wij zelf noemen de roadshow door het land van het Mondriaan Fonds. Een soort ‘Het Mondriaan Fonds komt naar je toe deze winter’. De eerste bijeenkomst was in januari in Utrecht, de tweede was in Eindhoven, daarna waren we in Friesland en Arnhem en nu zijn we hier bij u. Het aantal aanmeldingen voor deze bijeenkomst was zó groot - meer dan honderd - dat we de locatie hebben moeten wijzigen. Ook worden van deze laatste aflevering opnames gemaakt, zodat de onfortuinlijken die er niet bij konden zijn op onze site kunnen nakijken wat er is gezegd. Deze bijeenkomst is bedoeld om ons nieuwe beleid toe te lichten. Om licht te laten schijnen op de nieuwe regelingen voor de komende vier jaar: wat zijn voor u de nieuwe kansen en de mogelijkheden? Waar moet u bij het aanvragen op letten? Wat is er veranderd en wat blijft zo ongeveer hetzelfde? Daar zal ik u nu een en ander over vertellen. Daarna heeft u de gelegenheid tot het stellen van vragen. Voor hele specifieke vragen kunt u ook straks terecht bij onze medewerkers tijdens het speeddaten, later op de middag. Ook worden twee voorbeelden toegelicht, ter illustratie van ons nieuwe beleid. Christiane Bosman (BETER Consortium) vertelt over de interactieve onderzoeksexpositie BETER, de kunst van gezondheid waar samenwerking een duidelijke meerwaarde heeft en waar kunst op inspirerende, ja zelfs onverwachte manier is ingezet. En PJ Roggeband en Mart van Bree gaan vertellen over hun kunstvoetbalproject, waarbij opdrachtgeverschap een grote rol speelt. Maar denkt u nou straks niet dat je om in aanmerking te komen voor een bijdrage van het Mondriaan Fonds alles precies zo moet doen als zij; deze voorbeelden zijn bedoeld ter inspiratie en, zeer belangrijk, om te voorkomen dat we het vanmiddag alleen maar zouden hebben over zaken als beleid, criteria, en aanvraagformulieren en helemaal niet praten over kunst en erfgoed – en om dat laatste gaat het tenslotte. Alles wat wij bij het Mondriaan Fonds doen, doen we omdat we kunst en erfgoed een warm hart toedragen. Omdat wij kunst en erfgoed van levensbelang vinden, een eerste levensbehoefte. We hebben er dan ook alles aan gedaan om de bezuinigingen die ons zijn opgelegd zo goed mogelijk op te vangen. En om ondanks de bezuinigingen nieuwe mogelijkheden te bieden. Het Mondriaan Fonds is met deze nieuwe regelingen echt één geworden na de fusie vorig jaar van het vroegere fonds BKVB en de Mondriaan Stichting – we vormen nu één loket voor beeldend kunstenaars, bemiddelaars en voor instellingen op het gebied van beeldende kunst en cultureel erfgoed. Én voor hen samen, dat ook. Dat biedt kansen, bijvoorbeeld voor gezamenlijk aanvragen. Tegelijkertijd hebben we vanaf dit jaar grofweg een derde minder budget te besteden. Dat betekent
dat we sommige dingen niet meer doen, zoals bijdragen aan de exploitatie van kunsttijdschriften. Het betekent ook dat we strenger gaan selecteren; we gaan nog meer letten op kwaliteit. Minder geld betekent ook dat we in sommige gevallen meer eigen bijdrage zullen vragen; én het betekent dat we regelingen soms op andere vlakken hebben aangescherpt. Om het geld dát we hebben effectiever te besteden, bieden we daarnaast nieuwe mogelijkheden voor opdrachtgeverschap en voor andere vormen van samenwerking, omdat daarmee één en één drie kan worden. Daarover zo meer. Eerst iets over wat er zo ongeveer hetzelfde blijft. We hebben nog steeds, om eens wat te noemen, projectbijdragen voor presentatie-instellingen, projectbijdragen voor musea en voor andere erfgoedinstellingen; we doen nog steeds aankopen die van belang zijn voor de Collectie Nederland, zoals we afgelopen jaar november investeerden in de aankoop door Kasteel de Haar van de collectie van de familie van Zuylen; tapijten, schilderijen, meubels, glas, die nu zichtbaar blijven voor het publiek; we zullen blijven bijdragen aan exposities, zoals de tentoonstelling Ferhaal fan Fryslân, die in september in het dan net geopende Fries Museum te zien zal zijn en de zojuist genoemde tentoonstelling Beter, de kunst van gezondheid.
beeld: Ferhaal fan Fryslân – Fries Museum, Leeuwarden
We hebben nog ateliers voor kunstenaars en bemiddelaars in binnen- en buitenland zoals het ISCP in New York, waar kunstenaars werken en netwerken en waar mensen hebben verbleven als Berend Strik, Sarah van der Heide en Guido van der Werve; en we hebben nog altijd bijdragen voor exposities van kunstenaars uit Nederland in het buitenland om zo hun zichtbaarheid en hun bekendheid buitengaats te vergroten zoals we hebben bijgedragen aan een expositie van Folkert de Jong in de Verenigde Staten in de Hudson Valley Center for Contemporary Art.
beeld: Folkert de Jong – Peckmian Mimic, 2007, Hudson Valley Center for Contemporary Art, Peekskill
Soms hanteren we andere namen, het woord stipendium bijvoorbeeld zult u niet meer tegenkomen, het is min of meer vervangen door de term werkbijdrage. We houden dus werkbijdragen voor jong talent (zoiets als de startstipendia) en voor bewezen talent (zoiets als de basisstipendia). Wel leggen we andere accenten, ook bij die werkbijdragen, en er zijn nieuwe regelingen bijgekomen. Maar de kern is hetzelfde gebleven: alle bijdragen die we verstrekken hebben tot doel het stimuleren van de betekenisvolle ontwikkeling en presentatie van beeldende kunst en cultureel erfgoed. De criteria die we hanteren bij het verstrekken van bijdragen blijven ook in grote lijnen dezelfde. Kwaliteit is het belangrijkste criterium – of het nu gaat om de cultuurhistorische of de artistieke kwaliteit. Bij een kunstenaar gaat het daarbij om de artistieke uitgangspunten en de wijze waarop deze tot uitdrukking komen in het werk; om de verbeeldingskracht en de beheersing van gekozen middelen; om de onderzoekende en oorspronkelijke houding en om de wijze waarop hij naar buiten treedt. Bij een instelling gaat het om de kwaliteit van de plannen in cultuurhistorische of artistiek opzicht; om de onderscheidenheid van de plannen: zijn ze innovatief, voorbeeld stellend, uitzonderlijk?; is de manier van presenteren inspirerend en op een manier dat het de band met de burger versterkt, in de harten van de mensen komt; en het gaat om de kwaliteit van de positie van de betrokken instelling zelf: is die van belang voor de beeldende kunst of het cultureel erfgoed in Nederland? Tot zover niet veel nieuws. Maar uiteraard zijn er ook verschillen ten opzichte van het beleid van voorgaande jaren; de meeste van die verschillen komen rechtstreeks voort uit de drie accenten die vorig jaar in het addendum bij het beleidsplan van het fonds werden geïntroduceerd en dat zijn: samenwerking, opdrachtgeverschap en zichtbaarheid.
Om met dat laatste te beginnen: Het is van groot belang dat zichtbaar wordt wat er is en wordt gemaakt aan kunst en cultureel erfgoed en dat zo veel mogelijk mensen daarvan kennis kunnen nemen en ervan kunnen genieten. Dat is zo belangrijk, omdat het draagvlak vergroot moet worden. We moeten laten zien dat geld uitgeven aan kunst investeren is, zodat de discussie niet langer gaat over wat kost kunst maar wat levert het op. En bovendien is het zichtbaar maken zo belangrijk omdat iedereen recht heeft op kunst, het is tenslotte een eerste levensbehoefte. Bij alle aanvragen wordt daarom gevraagd een presentatieplan mee te sturen. Dus aan iedereen wordt gevraagd na te denken hoe naar buiten wordt getreden. Zo is de werkperiode van Klaar van der Lippe en Bart Stuart in de tijdelijke residency in Tupac (Lima) te volgen op hun blog: Notities uit Peru. Het kan op allerlei manieren en vergt creativiteit maar dat hebben onze aanvragers gelukkig per definitie.
beeld: Blog van Bart Stuart en Klaar van der Lippe tijdens hun werkperiode in Tupac, Lima
De mate van uitwerking van het presentatieplan zal per aanvraag verschillen, maar in alle gevallen wordt verwacht dat de aanvrager ten minste omschrijft op welke wijze hij zal proberen zijn werk, project, expositie, aankoop of opdracht op inspirerende wijze onder de aandacht van een (passend) publiek te brengen. In het ene geval zal dat een website of blog zijn, bijvoorbeeld van een beginnend kunstenaar, in een ander geval, bijvoorbeeld van een museum, een publieksevenement waaraan een gedegen communicatieplan ten grondslag ligt. De kwaliteit van de presentatieplannen weegt in alle gevallen mee bij de beoordeling. We hechten groot belang aan de manier waarop aanvragers hun verhaal naar buiten brengen. Hoe betrekken ze het publiek, hoe bedden ze hun verhaal in? Zo dragen we bijvoorbeeld alleen bij aan exposities die het reguliere overstijgen en die de bezoeker optimaal weten te verleiden. Daar is geen blauwdruk voor, het kan zijn via werkplaatsen zoals in sommige musea waar je zelf aan de slag kan of door het op een toegankelijke wijze presenteren van bijzondere tekeningen van Rafaël vorig jaar in het Teylers Museum, Haarlem tot en met het inzetten van exSovjetburgers en theaterrondleidingen in het Van Abbe bij de expositie Lissitzky-Kabakov. Het tweede accent is samenwerking. Dat heeft bij ons een pre. Natuurlijk gaat het niet om samenwerken om het samenwerken, er moet echt een meerwaarde zijn. Een plus een moet echt drie
zijn. Het videokanaal ARTtube waaraan wij bijdragen is een bijzondere samenwerking van vijf musea, waar video’s samenkomen over Jan van Eyck tot Robert Zandvliet. Dit werkt overigens ook weer mee aan de zichtbaarheid van kunst en erfgoed. Een andere manier van samenwerking is gezamenlijke aankopen van musea die bij ons kunnen rekenen op een extra bijdrage, de volkenkundige musea werken al zo.
beeld: Arttube
Over samenwerking gesproken. Een deel van de werkbijdragen voor kunstenaars, de WJT+ en WBT+, wordt voortaan via instellingen verleend. Dat is nieuw. Instellingen worden zo gestimuleerd om een kunstenaar langdurig te volgen of om zich te committeren aan het ontstaan van een nieuw project. Ze adopteren als het ware de kunstenaar voor enige tijd. Het samenwerken is erop gericht kunstenaars en instellingen meer te verankeren. Een ander voorbeeld van een nieuwe mogelijkheid die samenwerking bevordert, is de Bijdrage Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen, bedoeld voor onderzoeksprojecten waarbij Nederlandse en buitenlandse erfgoedinstellingen intensief samen optrekken. Het gaat projecten die zich richten op gezamenlijke collectiegebieden en die het resultaat zijn van nieuw onderzoek of nieuwe inzichten die internationaal opvallen door hun belang. De Nederlandse instelling vraagt dit aan. Tot zo ver de samenwerking. Het derde accent is Opdrachtgeverschap. Het doel hierbij is opdrachten aan kunstenaars te stimuleren, die leiden tot belangwekkende en openbaar toegankelijke beeldende kunstprojecten. Iedereen kan in principe opdrachtgever zijn. Zo lang het object maar openbaar toegankelijk is. Wij willen dat stimuleren opdat bijzondere beeldende kunst projecten tot stand komen. Maar we dragen niet meer dan de helft bij. Een voorbeeld is het voetbal- en kunstproject Terreinwinst waarover u straks meer uitleg krijgt van PJ Roggeband en Mart van Bree. Een ander voorbeeld is de begin dit jaar toegekende bijdrage voor een project van Caroline Prisse die opdracht kreeg van het Glasmuseum in Leerdam, voor een nieuw kunstwerk van glazen bramenstruiken, dat onderdeel uit gaat maken van
een solo-expositie. En dat waarschijnlijk ook nog in andere musea te zien zal zijn. Nog een voorbeeld is de opdracht die de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft gegeven aan Kathrin Schlegel om een kunstwerk te realiseren op Campus Woudestein. Ook hier weer is het van belang dat we kwaliteit en de zichtbaarheid van hedendaagse kunst in Nederland willen vergroten en dat we deze ook willen verankeren.
beeld: ideeschets Kathrin Schlegel, opdracht Campus Woudestein, Erasmus Universiteit Rotterdam
Dat zijn de drie accenten in ons beleid. Voor meer detail zie ook onze nieuwe website. Ik zal nog een paar voorbeelden van nieuwe kansen geven. Nieuw in ons beleid zijn de beurzen praktijkverdieping bedoeld voor kunstenaars en bemiddelaars. Het is een vorm van verdieping die direct aansluit op hun bestaande beroepspraktijk of die juist wegen biedt naar een andere dimensie van de bestaande praktijk. Een deel, viervijfde, is de komende twee jaar gereserveerd voor postacademische instellingen in Nederland, Rijksakademie/Ateliers, Jan van Eyck en EKWC/Sundaymorning. Dat hebben we gedaan omdat deze instellingen door de bezuinigingen dreigden om te vallen en wij ze van groot belang vinden voor de hedendaagse kunst in Nederland. Na twee jaar gaan we dit evalueren en besluiten we hoe we daarmee verder gaan. Ongeveer een vijfde deel is voor vrije beurzen. Hiervoor mag de kunstenaar of bemiddelaar zelf met ideeën komen. De eerste deadline is net verstreken, 1 april, maar later dit jaar is het opnieuw mogelijk hiervoor aan te vragen. Een paar voorbeelden van werkplaatsen waarvoor een bijdrage aangevraagd zou kunnen worden zijn het productiehuis Plaatsmaken in Arnhem, met zijn grafische en digitale ateliers, Kunstenaarscentrum De Olifant in Nijmegen met zijn beeldhouwwerkplaats gespecialiseerd in brons en aluminium. Of vergelijkbare plekken met die twee laatsten of met de postacademische instellingen in het buitenland zoals het HISK, het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Gent. Uiteraard staat het aanvragers vrij zelf een leerplek te ontdekken en ook kan gedacht worden aan een vorm van kennisvergaring bij een individu met specifieke kennis op een bepaald gebied.
Nieuw is voor een deel van de aanvragers dat commissieleden gewraakt kunnen worden. We werken met een poule van commissieleden en aanvragers kunnen vooraf maximaal 2 commissieleden uitsluiten, bijvoorbeeld omdat ze denken dat ze bevooroordeeld zouden kunnen zijn. Alle commissieleden werven we voortaan via een open call, net was er een voor erfgoed. Met die open call willen we de transparantie en de openheid zo groot mogelijk laten zijn. Het is geen gesloten systeem, iedereen kan zich aanmelden. Een selectiecommissie draagt vervolgens voor, de directeur benoemt de commissieleden. Zoals ik al zei, we hebben minder budget, grofweg een derde minder. En dat heeft gevolgen. Bijvoorbeeld beginnend kunstenaars kunnen nog maar één keer een startbijdrage aanvragen, tegenwoordig dus Werkbijdrage Jong Talent geheten, en dat kunnen ze pas na 1 jaar professioneel werkzaam te zijn. De hoogte van het bedrag, 18.000 euro, is overigens wel hetzelfde. Een Werkbijdrage Jong Talent samen met een instelling kan wel worden aangevraagd voor een kunstenaar die al een bijdrage werkbijdrage jong talent kreeg. Bij de Werkbijdrage Bewezen Talent, voorheen basisstipendium, geldt dat er hogere eisen worden gesteld aan het artistiek functioneren van de kunstenaar. Nieuw is ook dat de aanvraag voortaan voorzien moet zijn van een werkplan, met toelichting op werk en beroepspraktijk voor de komende vier jaar, en zoals eerder gezegd van een presentatieplan, met toelichting op de manier waarop het werk onder de aandacht van een passend publiek wordt gebracht. Ook deze bijdrage blijft zoals nu 36.000 euro voor een periode van maximaal vier jaar. We hebben ook minder geld voor bijvoorbeeld projectinvestering van kunstenaars, bemiddelaars en instellingen; voor meerjarige programma’s van erfgoedinstellingen. Ja voor alles eigenlijk, met uitzondering van opdrachtgeverschap.
beeld: Voordekunst.nl
Daarom verwachten we nog meer dan vroeger dat aanvragers eigen bijdragen leveren en zich inspannen om andere financiers te betrekken. Nieuw is dat we vragen om een eigen bijdrage bij individuele aanvragen voor projecten. Onder de 3.500 euro nemen we aanvragen voor projectinvestering niet in behandeling, die moet je zelf bij elkaar verzamelen. Gelukkig zijn er nieuwe mogelijkheden, alternatieve financieringsvormen die wij Skyfinanciering noemen. De sky is de limit tenslotte. We werken met Timebank, voor de uitruil van diensten. We werken samen met het Materiaalfonds waar een renteloze lening kan worden aangevraagd, mits het plan kwalitatief goed is. Een lening bij het Materiaalfonds, waar we een fonds op naam hebben, telt in positieve zin mee in de beoordeling omdat je dan blijkt geeft van ondernemerschap. En we werken met de crowdfundingsite
Voordekunst. Als via crowdfunding geld is ingezameld, telt dit ook positief mee in de beoordeling omdat je ondernemerschap toont en er dan al een inspanning is geleverd om te laten zien wat er wordt gemaakt en er draagvlak is. Dat er een relatie met de burger is aangegaan. We hebben begin dit jaar twee workshops georganiseerd om toe te lichten hoe deze vormen van skyfinanciering werken en we zullen u daarover blijven informeren. Nieuw is verder dat we beter letten op het honorarium van kunstenaar, nu zowel instellingen als kunstenaars bij ons aanvragen. Dat betekent dat als instellingen samenwerken met een kunstenaar wij hun vragen een reëel honorarium te begroten. Bij opdrachtgeverschap is zo’n honorarium een vereiste. Nieuw voor dit jaar is dat we expliciet aandacht gaan besteden aan de Collectie Nederland, een actueel onderwerp in verband met bijvoorbeeld de discussie rond de plannen van het Wereldmuseum in Rotterdam met zijn Afrikacollectie. We gaan daarover een aantal debatten organiseren, te beginnen in mei en in samenwerking met de Museumvereniging. En onze regeling Collectiemobiliteit, via welke we bijdragen verlenen voor het selecteren en herplaatsen van collectieonderdelen, is ook zeer actueel met het voorstel van de Raad voor Cultuur ten aanzien van musea die als moedermusea moeten functioneren en verplicht hun collectie moeten delen met een aantal kleinere musea. Via de regeling Collectiemobiliteit willen we bevorderen dat objecten waar een instelling van af wil een goede bestemming krijgen op een andere plek. Tot slot nog even terugkomend op het thema zichtbaarheid. We werken zelf ook aan Zichtbaarheid. Zo organiseren we jaarlijks een startersexpo voor kunstenaars die een werkbijdrage jong talent ontvangen, de eerste was begin februari, tijdens Art Rotterdam met als titel Prospects & Concepts. Het trok zo’n 2.500 bezoekers en leverde nieuwe contacten op voor de 35 deelnemende kunstenaars. Simon van Til vond er een galerie, bijvoorbeeld, Coen Vunderink verkocht werk aan Akzo Nobel.
beeld: Prospects & Concepts, LantarenVenster Rotterdam, februari 2013
We werken samen met de Avro aan programma’s over kunst en cultureel erfgoed zoals Hollandse Nieuwe over de waarde van aankopen die mede door het Mondriaan Fonds zijn mogelijk gemaakt,
4 Art, een programma over religieus erfgoed; en we gaan door met de kunstenaarsportretten Hollandse Meesters. Verder organiseren we de Nederlandse bijdrage aan de Biënnale van Venetië. Van juni tot en met november is in het Nederlands paviljoen Room with Broken Sentence te zien van Mark Manders en curator Lorenzo Benedetti. We vieren dan ook dat het 100 jaar geleden is dat Nederland zijn eigen tentoonstellingsruimte kreeg op de Biënnale.
beeld: Mark Manders, Composition with Blue, 2013, Wood, painted wood, painted apoxy, 33,5 x 13,5 x 23 cm Courtesy Zeno X Gallery, Antwerp and Tanya Bonakdar Gallery, New York
Het laatste grote evenement dat we organiseren en dat bijdraagt aan het stimuleren en de zichtbaarheid van kunst is de Prix de Rome, de prijs voor jong talent die bestaat sinds 1807. Die prijs organiseren wij sinds dit jaar; een taak die we met groot plezier hebben overgenomen van de Rijksakademie. Twee weken geleden heeft een internationale jury vier kunstenaars uitgekozen die de komende maanden werk gaan maken en dit najaar is de uitreiking en een expositie in De Appel. De genomineerden zijn Christian Friedrich, Falke Pisano, Remco Torenbosch en Ola Vasiljeva. We willen de prijs zo veel mogelijk luister geven, het moet de Turner Prijs van de Lage Landen worden. Daarom hebben we bijvoorbeeld de traditie in ere hersteld dat de winnaar naar Rome gaat voor een werkperiode. Ook nog dichter bij huis doen we aan zichtbaarheid. Op onze site hebben we dagelijks een uitstalkast van gehonoreerde projecten. Ook van het veld, van jullie dus, verwachten we dat je laat zien hoe inspirerend kunst is. We moeten zo veel mogelijk verleiden met ruchtbaarheid en met mooie verhalen. De nadruk die we leggen op zichtbaarheid is ook gebaseerd op het belang om duidelijk te maken hoe de samenleving via het Mondriaan Fonds investeert in beeldende kunst en cultureel erfgoed. Daarbij is het belangrijk dat burgers zien dat ze daaraan bijdragen, dat ze via het Mondriaan Fonds investeren en dus in feite allemaal minimecenas zijn. Voor nog geen 1 euro 60 per persoon per jaar dragen ze bij aan, ik noem maar wat, de aankoop vorig jaar van het vroegste schilderij van Rembrandt door De
Lakenhal tot de productie van werk van Yael Bartana dat onlangs werd aangekocht door het Stedelijk Museum en het Van Abbe.
beeld: Su Tomesen – residency bij El Puente-lab, Medellin (Colombia)
Daarom is naamsvermelding vanaf nu verplicht als het Mondriaan Fonds heeft bijgedragen. Een mooi voorbeeld van zichtbaarheid is hoe beeldend kunstenaar Su Tomesen het aanpakt: zij werkt momenteel als artist in residence bij El Puente-lab in Medellin (Colombia), een Tijdelijk Buitenland Atelier van het Mondriaan Fonds. Ze werkt er aan een werk in de openbare ruimte aan de oever van de rivier de Medellin. Naamsvermelding vragen wij niet omdat wij als Mondriaan Fonds zo interessant zijn, maar wel omdat wij willen laten zien dat en hoe we bijdragen aan kunst en erfgoed, het zout der aarde.