PREEK OVER HEBREEËN 12:1-3 (Samenvatting) God roept je op: hou vol in de wedstrijd van het geloof ds. K. van Hoek, zondagmorgen 10 augustus 2008 (Nieuwleusen) Z Z L Z T Z Z
Psalm 89:7,8 Psalm 119:42 (na de wet + Hebreeën 10-14-18) Hebreeën 10:32-11:2, 32-39 Gezang 169:2,3,4,5 Hebreeën 12:1-3 Psalm 55:7,9 Gezang 119:3,4,5 [Gz. 32]
De Olympische Spelen in China zijn begonnen, vrijdag 8-8-2008. Wat een spanning de laatste maanden voor veel atleten. Sommigen hebben daarom jarenlang, dag in dag uit, hard getraind. Daarbij hebben ze zich veel dingen ontzegd, op gebied van eten en drinken, van een sociaal leven. Je moet keigoed zijn, wil je door de voorrondes heen komen en naar China mogen. Al dat volhouden heeft één doel: een Olympisch record, een plak. Kijken naar sport is een populaire bezigheid. Nu, maar ook vroeger. Ook t.t.v. het NT was sport enorm populair in het Romeinse rijk. Paulus gebruikt ook wel sportbeelden in zijn brieven en past die toe op het geloof, op God, op een levenswandel met Christus. 1 Kor. 9:24-27; Filip. 3:13-14; 2 Tim. 4:7-8; 1 Tim. 4:7-8 (relativerend)
Ook de Hebreeën-schrijver gebruikt hier een bekend sportbeeld van een stadion vol supporters en atleten die vastberaden een wedloop houden. Hij wil daarmee z’n lezers bemoedigen om vol te houden in het geloof. Die bemoediging horen ook wij ná de opening van de OS, vlak vóórdat de scholen weer van start gaan. Onze kinderen/jeugd gaat nieuwe dingen leren, aan iets nieuws beginnen. Klaar voor de start? Je kunt er misschien erg tegen opzien. Ook als je al lang van school bent, kun je tegen dingen opzien Wees dan blij met de bemoediging die God in Hebr. 12 geeft. God roept je op: hou vol in de wedstrijd van het christelijk geloof We letten op: 1 de regels voor die wedstrijd 2 het publiek bij die wedstrijd 3 de Aanvoerder van die wedstrijd 1 de regels voor die wedstrijd ‘Laten ook wij… vastberaden de wedstrijd lopen die vóór ons ligt…’ De Hebreeën (joodse christenen, maar zeker niet uitsluitend Joods) konden die aansporing wel gebruiken. Ze dreigden achterop te raken in het geloof in Christus.
Hebreeën 12:1-3
preek 348/ K. van Hoek
1
Vroeger hadden ze smaad, lijden en beproevingen te verduren gehad (10:33). Tóen hadden ze dat blijmoedig en gelovig aanvaard (10:34). Inmiddels is ’t rustiger. Maar nu is dat geloof weggezakt! Ze zijn moedeloos, traag geworden (5:11). Ze kijken achterom: naar alle teleurstellingen en moeiten van toen. Ze komen niet meer vooruit. * e Kijk, hier heb je de 1 regel voor de wedstrijd: (1) Vóór je kijken. 'je moet vastberaden de wedstrijd lopen, die vóór ons ligt' (12:1). Lopers, die voortdurend achterom kijken, halen de finish niet. Ze raken van de baan, struikelen en worden gediskwalificeerd. Er zijn christenen die dat doen: voortdurend achterom kijken naar wat geweest is: naar teleurstellingen in je leven, je werk, je gezin of familie; misschien wel in de kerk. Achterom kijken. Maar dat kan niet. Zo redt je het niet. Je moet vóór je kijken. Nee, dat zeg ik niet om het verleden te bagatelliseren. Maar alsmaar achterom kijken naar wat er fout is gegaan en naar wat mensen je hebben aangedaan, daar kom je geen stap verder mee. Zoals Paulus zegt (Fil. 3:14): ‘Ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat vóór me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.’ * En dan volgen al die namen Hebr. 11. Dan denk je: “OK, maar aan die al kanjers kan ik niet tippen. Zo getraind in het geloof als zij ben ik niet…” Dat brengt me bij de 2e regel. Een voordeelregel, om zo te zeggen. Iedereen die gelooft, getraind of niet, is uitgenodigd! Bij sport is ‘t zo dat je echt héél goed moet zijn om geselecteerd te worden. Alleen de besten mogen meedoen, mensen die er zin in hebben. Bij het christelijk geloof ligt ’t anders: iedereen is uitgenodigd, van de jongsten t/m de oudsten. Niet iedereen heeft talent voor geloof, heeft daar zin in. Maar daar wil onze God wel mee aan de slag. Ook wie zich vreemd voelt of wie anders is. Kijk maar naar die toeschouwers op de tribune: vreemde vogels als Simson met z’n wilde haren, koning David met z’n vreemdgaan, of een profeet als Jona die er eigen ideeën op na hield over Gods genade… Die uitnodiging komt naar iedereen, ook als je jezelf nog geen gelovige durft noemen: doe mee met de wedstrijd van het geloof! * Bij wedstrijden neem je ‘t tegen een ander op. ’ Maar bij de wedstrijd van het geloof geldt een ándere, 3e regel. Je strijdt samen met elkaar, niet tégen elkaar. In het christelijk geloof gaat ‘t er niet om dat jij beter bent, beter gelooft dan de ander. Dat je wint van de ander. In de wedstrijd van het geloof kennen we vooral de strijd tégen jezelf. De strijd tegen je kleingeloof, je ongeloof, je zonden. Met soms diepe terugvallen. Maar ook onverwachte topervaringen. Hebreeën 12:1-3
preek 348/ K. van Hoek
2
Dat maakt deze wedstrijd nog niet solistisch: IK met MIJN geloof. Nee, wat zegt Hebr. 12:1? ‘Nu WIJ …, moeten ook WIJ de last van de zonde… van ONS afwerpen en …de wedstrijd lopen die voor ONS ligt…’ We doen het sámen! Groeien in geloof in God. Elkaar helpen, niet concurrerend, maar ondersteunend, bemoedigend. Vooruit, ga mee. Zo roept God ons op: hou vol in de wedstrijd van het geloof! * Wel eens hardlopers gezien in een pak als ik draag? Wel eens hardlopers gezien met tassen op de rug, en dan rennen? Dat gaat niet lukken, daar haal je de finish niet mee. De 4e regel is - 'werp de last…. af, die ons hindert (NBG/WV) / waarin we steeds weer verstrikt raken (NBV)’. Nogal logisch. Wie z’n trainingspak en sporttas meezeult op het sportveld, loopt zich een ongeluk. Die kan de finish wel vergeten. God ziet graag een christelijke levensstijl bij ons. Dat wij Jezus navolgen. Daarom die 4e regel: werp de last van de zónde af! Zonde is doen wat God verkeerd vindt, nalaten wat God graag wil. Zonde hindert je in je bewegingsvrijheid als christen. Weg ermee! Het tast je geloof aan. Dan red je het niet, kun je de finish wel vergeten. Vaak lijkt zonde aantrekkelijk, spannend, opwindend of natuurlijk. Maar God waarschuwt je ervoor in de bijbel: wie zich inlaat met de zonde, raakt erin verstrikt, wordt daar niet gelukkiger van. En ook: hoe langer je rondloopt met die last van de zonde, hoe zwaarder het gaat wegen. Weg ermee! Je mag ‘t bij Christus achterlaten. Hij weet er wel weg mee. Als je je zonden belijdt, dan zal Hij die trouw en rechtvaardig is, ze vergeven en zal zijn Geest je reinigen van alle kwaad (1 Joh. 1:9) * Dan de laatste, 5e regel: loop vastberaden. Geef niet op! Ja maar… kan er dan nóóit een moment komen waarop je zegt: ik kan niet meer, ik ben kapot? Zeker wel. Maar dan toch die hoofdregel: volhouden! We hebben volharding nódig (6:11; 10:36). Gelukkig, God wéét dat. En Hij gééft die ook. In de weg van geloof. Jezus zegt zelf: ‘Wie standhoudt tot het einde zal worden gered (door God) (Matt. 10:22). We weten nu 5 regels voor de wedstrijd van het geloof: (1) kijk vóór je (2) iedereen is uitgenodigd, getraind of niet; (3) strijd met elkaar, niet tegen elkaar (4) werp je zonde af (5) loop vastberaden..
God roept je op: hou vol in de wedstrijd van het christelijk geloof
Hebreeën 12:1-3
preek 348/ K. van Hoek
3
2 het publiek bij die wedstrijd Volhouden, Hebreeën. Ook u/jij in de kerk. Want u bent niet alleen: er zit publiek op de tribune: Een ‘menigte van geloofsgetuigen’ (wolk van Godsgetuigen) omringt ons! Geen mensen met een zakje chips en een blikje drinken. Maar getuigen. Waarvan zijn ze getuige? Wat hebben ze gezien? Nou, dat ís het nu juist: ze hebben níets gezien! Ze hebben zonder iets te zien gelóófd in God die sprak en beloofde. Geen van hen (11:39) heeft de belofte in vervulling zien gaan. Zij hebben hun wedstrijd al gelopen, maar… ze wachten nog op de prijs. En ‘t bijzondere is dat God bepaald heeft dat die prijs niet zonder ons wordt uitgereikt (11:40)! Kunt u zich voorstellen hoe al die getuigen – vreemdeling Abraham, prins Mozes, hoer Rachab, richter Gideon, koning David, enz. – op het puntje van hun stoel zitten, om te zien wat wij ervan maken! “Een wolk van Gods getuigen omringt ons in de strijd”, zingen we straks. Dat wijst op een heel bijzondere band tussen de getuigen in de hemel, en de gelovigen op aarde. Al deze toeschouwers hebben ooit, ieder persoonlijk, zélf meegedaan aan die wedloop. En wij hebben vandaag dezelfde strijd, dezelfde God en dezelfde beloften als zij. Als zij konden volharden, kunnen wij het ook! Wij staan hier zo in de gemeenschap van de kerk van alle eeuwen! Wat ziet je hier ook Gods genade blinken. Want deze groten of geloofsveteranen op de tribune - of hoe je ze ook noemen kunt- waren ook mensen van vlees en bloed. Met hun zonden en gebreken. Abraham wilde vast liever bij z’n familie blijven, maar vertrouwde God op zijn woord en trok het hele midden oosten door, en wist hoe ’t was om eenzaam als kinderloze vreemdeling rond te trekken. Hij vertrouwde God, dat is het getuigenis dat God geeft aan de “vriend van God”. God kon de eenzame en oude Abraham gebruiken. Gideon kampte met minderwaardigheidsgevoelens: wie ben ik? de jongste van de kleinste stam. Maar de Here zegt: “Dappere krijgsman”, door jou ga ik mijn volk bevrijden. Gideon wil niet, vraagt God om tekens. Maar dan gaat hij, met knikkende knieën, met 300 man tegen 120.000. Die man die niks dacht te zijn, die wordt gebruikt door God. Of David die met zijn huwelijks- en gezinsproblemen. ’t Begon zo mooi met Sauls dochter Michal, maar de fleur ging er af; meer vrouwen, Batseba. Kinderen die opstaan en maar aanrommelen met NB Davids vrouwen. En toch ook: David, de “man naar Gods hart”, de man van de psalmen, de voorvader van de Jezus Christus. AL die geloofsgetuigen van h. 11 hebben in hún tijd en hún situatie de wedstrijd van het geloof gelopen. Tòch waren ze niet allemaal getraind en kerngezond. Hebreeën 12:1-3
preek 348/ K. van Hoek
4
Ook zíj moesten leren die zware last van de zonde van zich af te werpen. En ook zíj moesten leren volhouden! (vgl. punt 1) Hoe kregen ze het voor elkaar!? Door het geloof! Je blik op de toekomst, verder zien dan het hier en nu. Want ze wisten: wat de HERE God heeft gezegd, is betrouwbaar. Wat Hij zegt zal hoe dan ook gebeuren. Hij heeft het goede met ons voor. Wij kunnen het ook moeilijk vinden om te geloven wat je niet kunt zien: dat God een plan met je heeft, dat Hij je zonden wil vergeven, dat Hij je leven anders kan maken. Laat je dan bemoedigen door dit betrokken publiek; door hun leven met God, hun geloof. Zij weten wat je kan afleiden, aftrekken van God. En wees ervan verzekerd dat God jou/u belangrijk vindt; dat Hij een plan heeft ook met jouw leven en je wil gebruiken, jong of oud. Grote gelovigen kunnen je wel aansporen en bemoedigen, maar… daarmee ben je er zelf nog niet! Je hebt méér nodig. Stel dat Van der Vaart je bij SV Nieuwleusen komt aanvuren, daarmee speel je nog niet als hij. God roept je op: hou vol in de wedstrijd van het christelijk geloof Hou vol, je bent omringd door geloofsgetuigen. Maar je hebt méér nodig. Kijk vooral naar Diegene van wie hun leven getuigde: 3 de Aanvoerder bij de wedstrijd van het geloof 'Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger (aanvoerder, NBG) en voltooier van ons geloof' (vs. 2). Kijk hoe Hij zelf de wedloop georganiseerd en ook gelopen heeft. Hij verliet de hemelse vreugde, om ons en anderen daarin te laten delen. Hij koos de "marathon van het kruis", de enige die echt afzien was. Die schande betekende, maar Hij liet zich niet erdoor afschrikken (12:2b). Hij verscheen aan de start zonder enige last van de zonde. Maar wát heeft een tegenstand van mensen heeft Hij ondergaan! Van vijanden, maar ook van vrienden, zelfs van zijn leerlingen. Hij heeft de hele zondelast van alle mensen op zijn nek genomen. En toen was het: lopen! Volhouden! Tot het bittere einde! En Hij heeft het gehaald, Christus! Nu zit Hij, onze Aanvoerder, op de ereplaats, op de troon naast zijn Vader. Laat dat tot je doordringen, staat er, opdat je niet de moed verliest en het opgeeft (12:3). Jezus Christus is ons voorbeeld. Méér nog dan dat: Hij is de Aanvoerder (grondlegger) en Voltooier van ons geloof: Hij brengt het geloof in ons tot stand, houdt 't op peil en doet volharden tot het einde. Hij – (jo)uw verbondscoach - staat er garant voor. Met Hem haal je de finish, de finale die schitterender zal zijn dan de opening van de olympische spelen.
Hebreeën 12:1-3
preek 348/ K. van Hoek
5
Hoe dan? Houd je blik op Hem gericht! Dus niet: dit en dat regel ik wel zelf in m’n geloof. Nee, kijk naar Hem. Zet Jezus centraal in je leven. B/z, j/m, we beginnen aan een nieuw school-, sport- en muziekseizoen. Straks ook weer een kerkelijk seizoen. Klaar voor de start? Je kunt er tegen opzien. Neem dan vandaag van deze preek dít mee: hou vol in de wedstrijd van het christelijk geloof! Zie op Jezus, onze Redder. Onze Grondlegger en voltooier “geeft mij kracht, zodat de macht van velen mij niet zal vertreden; Hij zal de zijnen staande houden” (Psalm 55). Kijk naar Christus, let op zijn aanwijzingen. Volg Hem. Dan haal je de finish. Amen
Hebreeën 12:1-3
preek 348/ K. van Hoek
6