1
Preek 8 maart 2009 in Diever, morgendienst De bergrede van Jezus en zalig die treuren
De bergrede geeft inhoud en gezicht aan het koninkrijk van God Hoofdstuk 5, 6 en 7 van het evangelie naar Mattheüs vormen samen de zogenaamde bergrede van Jezus. In deze rede behandelt hij de wet van het nieuwe Messiaanse rijk. Hij begon zijn optreden met de woorden: "Bekeert u want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen". Met zijn bergrede begint Hij het koninkrijk der hemelen inhoud en gezicht te geven. Wie behoren eigenlijk tot het koninkrijk der hemelen/koninkrijk van God? Hoe mag je verwachten dat de burgers van dit rijk zich in deze wereld opstellen? Lappen zij de wet aan hun laars of juist niet? En zo komen er nog meer dingen aan bod die voor ons een handleiding willen zijn in de praktijk van alle dag.
De bergrede van Jezus en die van Mozes Overigens, weet u ook waarom Mattheüs 5-7 de bergrede genoemd wordt? Die naam is te danken aan het feit dat er in Matth. 5:1 staat dat Jezus de berg opging om zijn discipelen te leren. Deze rede vanaf de berg wordt dan in hoofdstuk 7:28,29 (bijbel pakken) afgesloten met de woorden: "En het geschiedde toen Jezus deze woorden geeindigd had, dat de scharen versteld stonden over zijn leer, want hij leerde als gezaghebbende en niet als hun schriftgeleerden". Het gaat hier dus om één rede. Dat Jezus een berg opging om zijn discipelen te leren lijkt op het eerste gezicht niet zo heel bijzonder. Je kan er zo overheen lezen. Zo van: Hij gaat gewoon wat hoger zitten zodat iedereen Hem goed kan zien en verstaan. Net zoiets als een kansel. Maar hier is wel meer aan de hand. Mattheüs schrijft zijn evangelie namelijk voor zijn joodse medebroeders. Mensen die bekend zijn met het Oude Testament. Door te vertellen dat Jezus een berg op ging om de wetten van het koninkrijk te leren dringt de parallel met Mozes zich aan ons op. Ook Mozes ging de berg op om vandaar af de bevrijdende woorden en wetten van het Oude Verbond te geven. Mattheüs wil ons hier duidelijk maken dat Jezus de nieuwe Mozes is, die de nieuwe wetten voor het Nieuwe verbond geeft. Zoals Mozes de levenswoorden op de berg ontving, zo sprak Jezus als de nieuwe Mozes vanaf de berg de woorden van het koninkrijk der hemelen.
Twaalf apostelen als ‘stamvaders’ van het vernieuwde Israël Tot wie sprak Jezus deze woorden? Tot zijn discipelen. Zoals God d.m.v. Mozes zijn verbondswoorden gegeven had aan de twaalf stammen van Israël, zo leert Jezus ze aan zijn twaalf discipelen. Zijn twaalf discipelen staan model voor het nieuwe/ware Israël. Zoals uit de
2
twaalf zonen van Jakob het volk Israël is gebouwd, zo zal Jezus door middel van zijn twaalf discipelen bouwen aan een vernieuwd Israël. Deze discipelen zullen het fundament worden voor het volk van God. Het is het getuigenis van de 12 apostelen waarop de kerk van Jezus Christus is gebouwd. Vandaar dat de muur van het nieuwe Jeruzalem gebouwd is op twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.
Wie behoren tot zijn discipelen? Zij die werkelijk leerling zijn!! Wie behoren nu tot zijn discipelen? Allen die het evangelie, dat door de apostelen ons verkondigd wordt in het Nieuwe Testament, aanvaard hebben. Een ieder die Jezus Christus aanvaard heeft als zijn persoonlijke Verlosser en Zaligmaker en Hem wil volgen. Want door het geloof in Jezus Christus krijgen wij deel aan Hem. Komt Hij met Zijn Geest in ons wonen. En de Geest wil niets anders dan de woorden van Jezus in ons alledaagse leven vlechten. De Geest leert ons zo hoe Jezus Koning wil zijn in ons leven. Op ons werk, op school, thuis, in de kerk. Om Jezus echt Koning te laten zijn is het nodig als een leerling aan zijn voeten te gaan zitten. Dat is de eerste stap van ons discipel zijn. Zitten en luisteren naar de woorden van Jezus. In de tijd die u neemt om naar Hem te luisteren erkent u Hem al als de Koning van uw leven. Dan begint u zich open te stellen voor zijn woorden van genade en liefde. Daarom is het ook zo belangrijk om rustig de tijd te nemen en te luisteren naar de stem van Jezus.
Woorden van genade: balsem voor de ziel Want als Jezus zijn mond open doet komen er woorden van genade. Gelukkig zijn zij die nederig zijn, want het koninkrijk van de hemelen is voor hen bestemd. Gelukkig zijn zij die verdriet hebben, want zij zullen getroost worden. Gelukkig zijn de mensen met een liefdevol en helpend hart, want zij zullen zelf liefde ontmoeten en hulp ontvangen. Wat is deze taal een balsem voor de ziel. Zo anders als de taal waar wij vrijwel dagelijks mee geconfronteerd worden. In de wereld wordt ons ook wel voorgehouden gelukkig te zijn. Maar het wordt heel anders ingevuld dan bij Jezus. Wanneer ben je in de wereld gelukkig? "Nou als ik alles heb wat mijn hart begeert! Een goede baan, een fijne relatie en een mooi huis. Als ik geen pijn heb en alles op rolletjes loopt! En als ik het in mijn eigen leven voor het zeggen heb". "Ja maar, (en dat is de keerzijde bij deze invulling van wat geluk is), ja maar, de mensen die dat dan niet hebben hoe zit het daar dan mee?" "Nou die zijn dus niet zo gelukkig, die zijn zielig en hebben pech". Ik besef dat ik het wat zwart wit schilder, maar wordt ons dit niet dagelijks voorgespiegeld op TV en radio? En in hoeverre is dit ook niet uw en mijn denkwijze?
3
De zaligsprekingen zijn kritisch naar ons toe De zaligsprekingen zijn wat dat betreft uiterst kritisch. Kritisch naar hen die menen het gemaakt te hebben in deze wereld. Kritisch naar hen die menen God niet nodig te hebben in hun leven. Naar hen die alleen maar aan zichzelf denken en alleen aan de ander als het hun uitkomt. Kritisch naar hen die altijd maar kritiek hebben op de mensen om hen heen en verdeeldheid en twist teweeg brengen. Kritisch naar hen die menen dat je je niet rein hoeft te bewaren voor de Here God. Dat je gerust allerlei programma's kunt kijken die je besmeuren en bevuilen. En dat je niet te moeilijk moet doen op het gebied van de sexuele omgang. En tenslotte ook kritisch naar hen die iedereen te vriend proberen te houden. Die bang zijn de gunst van de groep te verliezen en daarom maar hun mond houden over de Here Jezus. Tegen deze mensen zegt Jezus niet: U bent gelukkig te prijzen. Maar: wee u.
Wie zijn de burgers van Gods koninkrijk? Het koninkrijk van God bestaat niet uit zelfvoldane mensen die alleen maar aan zichzelf denken. Mensen die zo "happy" met zich-zelf zijn. Maar het bestaat uit mensen die nederig zijn en barm-hartig naar de mensen om hen heen. Ze willen niets liever dan vrede en gerechtigheid tot stand brengen. Het is hun verlangen om zich rein voor de Here te bewaren. Ze walgen van sommige programma's op de TV en schakelen soms teleurgesteld de radio uit bij het horen van zoveel onheilige klanken. Zij zijn soms oude vrienden kwijtgeraakt en moeten de kritiek van buurtbewoners ondergaan. Enkel en alleen omdat ze de mond niet kon houden over Jezus. Al zal dat natuurlijk nooit als de echte reden worden opgegeven. Gelukkig ben je als je zo in het leven staat, zegt Jezus. Gelukkig ben je als je je niet laat meesleuren door de geweldspiraal van deze tijd. Door de mentaliteit: "Ik moet mijzelf handhaven en carriëre maken". Maar dat je bidt en leeft vanuit de bescherming van de Heer. Dat je niet bedacht bent alleen op je eigen heil maar eerder nog op dat van een ander. Gelukkig ben je dan.
Maar waarom ben je dan gelukkig te prijzen als je arm van geest bent, treurt en hongert en dorst naar het koninkrijk Gods? Omdat je als discipel van Jezus Christus mag weten dat de harde werkelijkheid van deze wereld niet het laatste woord heeft. Laat ik dat aan de hand van de tweede zaligspreking verduidelijken: ”Zalig die treuren, want zij zullen getroost worden. Zalig die treuren om de gebrokenheid in deze wereld, omdat Jezus zo vaak geen koning is. Er kan droefheid zijn over wat er allemaal in de wereld gebeurd. Over de geweldadigheden die mensen elkaar aandoen. Over de steeds verdergaand aantasting van Gods goede
4
schepping. En het zuchten van de schepping wordt niet minder maar luider. Steeds sterker ervaren wij in deze wereld wat er gebeurt als de Here God niet als koning erkent wordt. En soms lijkt het wel of de demonische machten het voor het zeggen hebben in deze wereld. Gelukkig te prijzen bent u als u daarom treurt. Want u mag dan ook zicht hebben op de komst van het wereldomvattende rijk van God. Een rijk waarin God alles in allen zal zijn. Er zal een nieuwe aarde komen waarop harmonie zal zijn en God de tranen van de ogen af zal wissen. God neemt geen genoegen met de abnormale ellende waar wij mee geconfronteerd worden. Tegenover de onbegrensde droefheid stelt Jezus een onbegrensde troost. Hij heeft de overheden en machten onderworpen. Nu zien we dat nog niet altijd, maar toch heeft Jezus hier en daar tekenen gesteld om ons te troosten en te garanderen dat Hij de Overwinnaar is. Het grootste teken is wel zij opstanding uit de dood waarmee Hij de dood overwonnen heeft. Het gebed om troost eindigt voor de burgers van het rijk van God niet in een machteloze snik maar in een troostvolle zekerheid, "want uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid". En vanuit de overwinningsmacht van onze koning Jezus Christus mogen wij in zijn Naam strijden tegen ziekte en dood, onrecht en honger. Een gelovige die vruchtbaar treurt zal ook komen tot het oprichten van tekenen van het komende Rijk. Er zijn nog enkele andere terreinen waarover je als burger van het koninkrijk kan treuren. Zo is er kerkelijk verdriet. Verdriet over de lauwheid van Gods gemeente, over de afval van zijn Woord. Over de zondige verdeeldheid en over elke zondige schijnéénheid. Zalig bent u als u zich niet neerlegt bij de verkeerde dingen in onze kerk, maar treurt. Want dan is er ruimte voor de Geest van God tot verandering. Er kan ook in ons persoonlijk leven verdriet zijn. Er zijn mensen die teleurgesteld zijn omdat zij niet het leven ontvingen waarnaar ze hadden uitgezien. Het huwelijk dat met grote verwachtingen was aangegaan bleek zo tegen te vallen. Je verwachtte een paradijs, maar het werd een eentonige steppe waar geen bloemen bloeien. voor een ander bleef het begeerde huwelijk uit, en na een werkdag wacht daar weer die lege kamer waar niemand liefde vraagt en liefde geeft. Wij denken aan het leed van het kinderloze huwelijk. Aan het leed van hen die treuren om hun kinderen die zo'n andere weg gegaan zijn als gehoopt en gebeden is. En wat een verdriet kun je hebben over ruzie in de familie of in vrien-denkring. En niet in het minst het verdriet dat je kunt hebben om het verlies van een geliefde. Er is zoveel in ons leven dat ons pijn kan doen en ons hart kan verscheuren. Is er dan troost? Hierbij wil ik de woorden van ds Overduin in de mond nemen. Ds. Overduin is zelf in de hel van Dachau geweest. Hij wist wat het was om verdriet, pijn en de dood te kennen. Maar toch. Als je aan hem vraagt: "is er troost?" Dan beantwoordt hij die vraag met een volmondig: Ja, er is troost. Indien je ”niet zo treurt dat Jezus daarin steeds meer afwezig raakt. Zalig die treuren over deze raadselachtige wreedheden van het leven, wetende dat God voor deze ontzettende werkelijkheid niet op de vlucht gaat, maar erin komt als Koning.
5
Dan kan God zo nu en dan op verrassende wijze de situatie veranderen. Hij kan ook de feiten laten zoals ze zijn, maar dezelfde feiten totaal anders laten ervaren. Dit is een wonder op zichzelf. Hoe zou anders Paulus' klacht hebben kunnen omslaan in een lofpsalm terwijl alles bij het oude bleef? Hij ontdekt dat Gods kracht tot zijn recht komt in onze zwakheid. God is instaat om van ons kruis een kroon te maken en van onze littekenen eretekenen, aldus Overduin. In onze moeite en vragen kan God troostend bezig zijn. Tenslotte kun je ook verdriet hebben over je geestelijk leven. "Wat stelt mijn leven met de Here God nu eigenlijk voor? Mijn schuldbesef is vaak zo oppervlakkig. Mijn gebed stelt vaak zo weinig voor. De heiliging is meer schijnheiligheid. En de liefde een verhuld egoïsme. Het is een liefde tot de naaste die telkens bij mijzelf blijft steken". En wat is er al niet meer op te noemen wat ons teneer kan drukken in ons geestelijk leven. Je wordt er door verlamd. De blijdschap verdwijnt. Het verhindert je om om vol uit de kracht van God te leven. Zalig die treuren want zij zullen getroost worden. Laat Jezus maar binnen in uw droefheid over dit alles. Uw droefheid over de wereld, de kerk, uw persoonlijk en geestelijk leven. Huil maar bij Hem uit. Bij Hem mag je huilen. Bij Hem mag je aankomen met een verscheurd en verdeeld hart. Want daarvoor is Hij op aarde gekomen. Om vrede te brengen in een verscheurd hart.
Wanneer Jezus in de Naam van God de Vader met een blijde boodschap komt in deze vaak droevige stemmende wereld, dan wordt ons niets op de mouw gespeld, ons niets wijs gemaakt. Jezus zegt tot ons: "In deze wereld zal er tot de wederkomst steeds meer reden zijn om te treuren. In de wereld lijdt u verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen".
Zo wil koning Jezus ons als zijn onderdanen door zijn zaligsprekingen bemoedigen en troosten. Hij begint ons niet als een aardse Koning gelijk allerlei wetten op te leggen. Nee ”Hij begint om de wonden in ons leven te genezen. Hij begint met het geven van kracht. Vanuit die genade mogen we dan ook de rest van de bergrede lezen. Telkens de zaligsprekingen in gedachte houdend. Om zo met vallen en opstaan die weg te gaan die Hij ons voorhoudt. De weg van de liefdevolle overgave aan God en onze naaste. Gelukkig bent u als u deze woorden van genade in uw hart bewaard Gelukkig bent u als u zo liefde en kracht mag ontvangen om aan het koninkrijk van God gestalte te geven in deze wereld. amen.