Praktijkbeschrijvingen 1,2,3,4 en 5 SURF Studiekeuzegesprekken Het studiekeuzegesprek: ‘een schakel in de keten’ School of Built Environment & Transport
Chr. Hogeschool Windesheim Postbus 100090 8000 GB Zwolle Tel: 038- 4699841 Natascha de Kruijf 1
Inhoud 1. Praktijkbeschrijving deel 1
Contextbeschrijving ............................................................................... 4
1.1 Algemeen ................................................................................................................................ 4 1.2. Civiele Techniek....................................................................................................................... 5
1.2.1 Algemene kenmerken .................................................................................................... 5 1.2.2. Beschrijving van de studie Civiele Techniek................................................................ 5 1.3. Verkeerskunde ........................................................................................................................ 6
1.3.1 Algemene kenmerken .................................................................................................... 6 1.3.2. Beschrijving van de studie Verkeerskunde ................................................................... 7 1.4 Kenmerkende overeenkomsten en verschillen tussen de opleidingen Civiele Techniek en Verkeerskunde ............................................................................................................................... 8 2. Praktijkbeschrijving deel 2
Redeneerketen ...................................................................................... 9
2.1. Wat is het probleem en wat zijn mogelijke oplossingen? ......................................................... 9
2.1.1 Het probleem .................................................................................................................. 9 2.1.2 De oplossing(en) ............................................................................................................ 9 2.3. Welke interventies worden gehanteerd en tot welke resultaten leiden zij? ............................ 12 3. Praktijkbeschrijving deel 3
Operationalisering van het gekozen arrangement ................................ 15
3.1. Routeschema studiekeuzegesprekken ................................................................................... 15 3.2. Toelichting route ................................................................................................................... 15
3.2.1. Algemeen .................................................................................................................... 15 3.2.2. Toelichting m.b.t. de opzet en uitvoering bij onderdelen ........................................... 16 3.3. Beschrijving volgens het SURF format ................................................................................... 16
3.3.1 Studiekeuzegesprek...................................................................................................... 17 3.3.2. Digitale vragenlijst ...................................................................................................... 18 3.3.3 Informatiebijeenkomsten ............................................................................................. 19 4. Praktijkbeschrijving deel 4
Resultaatevaluatie ............................................................................... 21
4.1 Onderzoeksopzet ................................................................................................................... 21
4.1.1 Onderzoeksvraag en hypothese.................................................................................... 21 4.1.2 Uitwerking deelvragen ................................................................................................. 21 4.1.3 Operationalisatie .......................................................................................................... 22 4.2 Effectmeting ......................................................................................................................... 23 4.3 Oordeel van deelnemers over nut ........................................................................................... 24 4.4 Oordeel van gespreksvoerders over nut van studiekeuze-gesprekken ..................................... 25
2
5. Praktijkbeschrijving deel 5
Procesevaluatie ................................................................................... 26
5.1 Reflectie terug ....................................................................................................................... 26 5.2 Eindoordeel............................................................................................................................ 27 5.3 Reflectie vooruit ..................................................................................................................... 31 5.4 Nog verder ............................................................................................................................. 32
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9:
Exitgesprekken met studiestakende studenten door de studentendecanen Landelijke ontwikkelingen Uitnodiging Informatiebijeenkomst Verkeerskunde / Civiele Techniek Programma informatiebijeenkomst School of Built Environment & Transport, digitale vragenlijst studiekeuzegesprekken Format Studiekeuzegesprek Handleiding Studiekeuzegesprek Evaluatieformulieren Informatiebijeenkomst en Studiekeuzegesprek Kostenoverzicht
3
1. Praktijkbeschrijving deel 1
Contextbeschrijving
1.1 Algemeen Doel: inzicht geven in de specifieke instellings - en opleidingscontext waarin de studiekeuzegesprekken worden gehouden. De School of Built Environment & Transport (SBET) is één van de 10 Schools binnen de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Binnen deze School studeerden in 2009 640 studenten in drie opleidingen en in september 2010 stroomden er 242 studenten in. De verdeling over de drie opleidingen is als volgt: SBET
Bouwkunde Civiele Techniek Verkeerskunde Totaal
2009 Totaal aantal studenten (voltijd en duaal) 437 130 73 640
2010 Instroom (voltijd en duaal) 164 52 23 239
2010 Totaal aantal studenten (voltijd en duaal) 476 145 72 684
De opleidingen zijn sinds enkele jaren gebundeld binnen deze School. Bouwkunde en Civiele Techniek zijn lang bestaande opleidingen, terwijl Verkeerskunde in 2002 is ontstaan. In september 2006 kreeg de bundeling ook inhoudelijk gestalte door de introductie van de nieuwe deels gezamenlijke propedeuse (invoering major-minormodel). Dit maakte het mogelijk om in het eerste jaar over te stappen naar een andere opleiding binnen de School. De School of Built Environment & Transport werkt vanuit een visie op onderwijs die gebaseerd is op de volgende uitgangspunten: • De student staat centraal: reflectie en zelfsturing worden actief ondersteund. Flexibele individuele leerwegen zijn mogelijk; • Het programma kent zowel inhoudelijk als qua vorm een samenhangende opbouw; • Een deel van het programma wordt in of in samenwerking met het beroepenveld uitgevoerd; • Integratie van kennis, vaardigheden en houdingen (competentiegericht leren); • De docent heeft naast een instruerende, docerende rol (vakken, projecten etc.) een coachende rol (Studieloopbaanbegeleiding). Er is al enkele jaren een landelijke tendens dat de instroom van studenten voor technische opleidingen daalt. De School of Built Environment & Transport neemt daarom deel aan het stimuleringsprogramma HBO-SPRINT, dat de aantallen studenten die willen deelnemen aan Technisch Onderwijs wil vergroten. Binnen Windesheim heeft dat geresulteerd in het Junior College Techniek, een meerjarig project, waarbinnen activiteiten worden georganiseerd als voorlichtingsactiviteiten in het VO in de profielkeuzefase, voorlichting aan ouders, activiteiten gericht op meisjes, deelnemen aan regionale events, begeleiding van profielwerkstukken en meesterproeven etc. Het houden van studiekeuzegesprekken past binnen het rendementsbeleid van de School. De opleidingen Civiele Techniek en Verkeerskunde zijn beide enthousiast over het project en zien tevens mogelijkheden om het te realiseren binnen hun teams én zien kansen in de resultaten. Daarom zijn de deelnemende opleidingen Civiele Techniek en Verkeerskunde.
4
1.2. Civiele Techniek 1.2.1 Algemene kenmerken Soort instelling Soort opleiding Voltijd, deeltijd, duaal
HBO Civiele Techniek Voltijd, EVC gevolgd door maatwerktrajecten deeltijd of duaal MBO niveau 4, HAVO NT en NG Zwolle
Specifieke opleidingseisen Locatie Aanmeldingen 2007 2008 2009 2010 Algemene kenmerken van de studenten Vooropleiding
Gemiddelde startleeftijd Buitenlands Allochtoon Datum instroom Gemiddeld propedeuserendement, na één jaar 2007 2008 2009 GEM na twee jaar 2007 2008 GEM Gemiddeld percentage uitvallers, voor propedeuse 2007 2008 2009 na propedeuse 2007 2008 Gemiddeld percentage uitvallers en/of omzwaaiers e gedurende 1 studiejaar 2007 2008 2009
Specifieke risicogroepen Bijzonderheden
39 42 48 52 VWO: 9% HAVO: 75 % MBO: 16% 18 jaar Geen
4% september/februari 23.08% 7.14% 10.42% 13.18% 66.67% 50.00% 58.02% 30.77% 42.86% 18,75% 12.82% 4.76%
23,9% 30,4% 16,0% Streefcijfer van de School of Built Environment and Transport = 30 %, streefcijfer van de twee deelnemende opleiding aan dit project = 20 %. MBOers niet verwant en allochtone studenten Voornamelijk manlijke studenten, willen graag meer vrouwen werven, ook wens van bedrijfsleven: doorbreken no nonsens cultuur in de bedrijven. Bv. functies vaak alleen op full time basis.
1.2.2. Beschrijving van de studie Civiele Techniek In de opleiding Civiele Techniek draait het om de bouw van een goede en veilige infrastructuur. Daarbij is er aandacht voor het onderhoud, het beheer en de kwaliteitsverbetering van de leefomgeving. In dat
5
kader kan er ook betrokkenheid zijn bij vraagstukken op het gebied van de gezondheidstechniek, en onderzoeks - en ontwikkelingswerk. Het milieu wordt daarin nadrukkelijk betrokken. Analytische- en ontwerp vaardigheden zijn belangrijk voor de civieltechnisch ingenieur, maar dat geldt ook voor tekenvaardigheid, reken- en computervaardigheid. Aandachtsgebieden binnen de opleiding zijn daarom: statistiek, hand- en technisch tekenen, autocad, constructieleer en materiaalkunde, calculeren en werkvoorbereiding. Daarnaast is er binnen de opleiding veel ruimte voor de hoofdzaken binnen de civiele techniek: wegenbouw en waterbouwkunde, en alles wat daar bij hoort. Opbouw van de opleiding In het eerste leerjaar is er een brede oriëntatie op het vakgebied, met veel ruimte voor projectwerk, waar de theorie in de praktijk wordt gebracht. Het vakgebied wordt belicht door thema’s en vakken zoals: constructieleer, analyse van de infrastructuur in een bepaald gebied, het voorbereiden van een civieltechnisch project, zoals een civieltechnisch aannemer dat doet. Deze brede introductie in het vakgebied wordt in het eerste semester van het tweede studiejaar nog vervolgd met de major civiele techniek en constructief ontwerp. Daarna heeft de student meer vrijheid om zelf keuzes te maken en zich te specialiseren door middel van stages en minoren. Zo kan de student zich specialiseren in een meer technische richting (constructie en ontwerp), of in gebiedsontwikkeling. Tenslotte kan er gekozen worden voor het thema management, waarin proces- en projectmanagement aan de orde komen. Ook is er de mogelijkheid om een specialisatie aan te vullen met aandachtsgebieden als verkeerstechniek, civiele gezondheidstechniek en sustainable development. In dat laatste geval wordt een project uitgevoerd in het buitenland. Werkveld en beroepen De opleiding Civiele Techniek leidt op tot professional in de Civiele Techniek, die als civieltechnisch ingenieur aan de slag kan bij ingenieursbureaus, als tekenaar, constructeur of ontwerper. Ook kan de professional aan de slag bij uitvoerende bouwbedrijven als calculator, werkvoorbereider, projectleider, uitvoerder of opzichter. Daarnaast kan de afgestudeerde civieltechnisch ingenieur aan de slag bij rijksoverheid, provincie of gemeente als beleidsmedewerker en/ of opdrachtgever voor civieltechnische werken, zoals deze nu eenmaal veel door de overheid worden aanbesteed en uitgevoerd. Tenslotte is er de mogelijkheid om te kiezen voor ontwikkelingswerk .
1.3. Verkeerskunde 1.3.1 Algemene kenmerken Soort instelling Soort opleiding voltijd, deeltijd, duaal specifieke opleidingseisen Locatie Aanmeldingen 2007 2008 2009 2010 Algemene kenmerken van de studenten Vooropleiding
HBO Verkeerskunde Voltijd, EVC gevolgd door maatwerktrajecten deeltijd of duaal MBO niveau 4, HAVO NT, NG en EM Zwolle 23 22 25 23
gemiddelde startleeftijd
VWO: 12 % HAVO: 63 % MBO: 25 % 19 – 20 jaar
Buitenlands
Geen
6
Allochtoon
Geen
Datum instroom
September
Gemiddeld propedeuserendement, na één jaar 2007 2008 2009 GEM
13,04% 18,18% 0,00% 10,00%
na twee jaar 2007 2008 GEM Gemiddeld percentage uitvallers, vóór propedeuse 2007 2008 2009 na propedeuse 2007 2008 Gemiddeld percentage uitvallers en/of omzwaaiers e gedurende 1 studiejaar 2007 2008 2009
Specifieke risicogroepen Bijzonderheden
73,90% 45,45% 60,00% 21,70% 40,91% 32,00% 4,35% 4,55%
21,70 % 43,50 % 32,00 % Streefcijfer van de School of Built Environment and Transport = 30 %, streefcijfer van de twee deelnemende opleiding aan dit project = 20 %. Vooropleiding MBO niet verwant Kleine, relatief onbekende opleiding, studiekeuze vaak uitkomst uitsluiting andere mogelijkheden
1.3.2. Beschrijving van de studie Verkeerskunde Opbouw van de opleiding In de opleiding Verkeerskunde komt mobiliteitsproblematiek aan bod vanuit de wens en de noodzaak om een veilige, bereikbare en leefbare, duurzame samenleving te creëren. De infrastructurele kant van de mobiliteit (wegontwerp in brede zin) vormt een belangrijk onderdeel van de verkeerskunde, maar de gedragsbeïnvloeding -het sturen van ons mobiliteitsgedrag- wordt ook een steeds nadrukkelijker thema binnen de opleiding. Communicatievaardigheden en gevoel voor politiek-bestuurlijke processen zijn dan ook, naast de verkeerstechniek belangrijke thema’s. Specifiek voor Verkeerskunde Zwolle geldt dat ‘onderzoek’ een belangrijk aandachtsveld is (nieuwsgierige attitude ontwikkelen, onderzoeksvaardigheden aanleren). De opleiding is als volgt opgebouwd: in het eerste studiejaar worden praktisch alle belangrijke verkeerskundige thema’s op basisniveau geïntroduceerd. Naast deze basis-verkeerskunde, staan er meer algemeen vormende vakken op het programma, zoals bijvoorbeeld wiskunde, statistiek, communicatie, methoden en technieken van onderzoek en teken- en computervaardigheden. Na het eerste jaar wordt de opleiding meer specifiek verkeerskundig van inhoud en wordt de reeds geïntroduceerde thematiek op gevorderd en bachelorniveau behandeld. In de eerste helft van het jaar is dat major 3 Verkeerstechniek (wegontwerp), in de tweede helft van het jaar kunnen studenten kiezen om een half jaar op stage te gaan, of een minor naar keuze te volgen (voorkeur voor minor Stedelijk Interieur). In het derde jaar volgt dan –afhankelijk van de keuze in het tweede studiejaar- een heel/ half jaar stage en een minor naar keuze. Het vierde jaar staat in het teken van de minor Mobiliteit. Deze minor is verplicht voor Verkeerskundestudenten. Tenslotte gaan studenten in duo’s aan de slag met een
7
afstudeerproject van een half jaar. Het onderwerp van het afstuderen moet gericht zijn op het toevoegen van nieuwe kennis aan het vakgebied van de Verkeerskunde.
Werkveld en beroepen waarvoor de studie opleidt De opleiding Verkeerskunde leidt op voor professionals die zich goed kunnen bewegen in het complexe veld van vakdisciplines die zich bezighouden met de inrichting van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld projectmedewerker verkeer bij een gemeente, of adviseur bij een verkeersadviesbureau. Ook leidt de opleiding op voor professionals met kennis van zaken op het gebied van de gedragsbeïnvloeding. Functies als beleidsmedewerker verkeer bij een gemeente, provincie, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en belangenorganisaties zoals ANWB, VVN en Rover komen veel voor. Verder kunnen afgestudeerden aan de slag bij onderzoeksinstellingen als het SWOV en het CROW.
1.4 Kenmerkende overeenkomsten en verschillen tussen de opleidingen Civiele Techniek en Verkeerskunde Overeenkomsten • als Technische School is voor SBET de focus op voldoende en kwalitatief goede instroom van studenten voortdurend aanwezig. Dat betekent veel aandacht voor een goede aansluiting vanuit vooropleidingen en goede oriëntatie- en voorlichtingsactiviteiten. • gezien de rendementscijfers blijft een verbetering van het rendement een voortdurend punt van aandacht. Dit blijkt ook uit het Ondernemingsplan 2008-2012 en Kadernota 2010 van Windesheim[1, en uit de daaruit voortvloeiende Ondernemingsplan 2008-2012 en het Activiteitenplan 2009[2 van de School of Built Environment & Transport. Er zijn streefcijfers opgesteld en er zijn maatregelen voorgesteld. Eén van deze maatregelen is het houden van intakegesprekken met toekomstige studenten. Dit voornemen wordt concreet gemaakt via deelname aan de Tweede Tranche Studiekeuzegesprekken van SURF. • Daarnaast blijkt uit het Onderzoek Exitgesprekken (zie bijlage 2) dat bij SBET vooral het ontbreken van een goed beeld van de studie en het beroep bijdragen aan de uitval van studenten. Het verwachtingspatroon klopt niet met de werkelijke inhoud van de studie. • Het propedeuse-rendement na 2 jaar van beide opleidingen voldoet in 2008 niet aan de gestelde norm van 65%. • De gemiddelde propedeuse-rendementen na 1 jaar van beide opleidingen voldoen niet aan de gestelde norm van 15%. • Meiden staken hun studie in het eerste jaar van de studies eerder dan jongens. De instroom van meiden is bij alle opleidingen van SBET laag. • Allochtone studenten staken hun studie eerder dan autochtone studenten. De instroom van allochtone studenten bij de studies is laag. Verschillen tussen de opleidingen • Studenten Verkeerskunde staken hun studie eerder dan studenten Civiele Techniek. Dit komt omdat Verkeerskunde een jonge opleiding is met een relatief onbekender studie- en beroepsbeeld. • Bij Civiele Techniek vallen meer studenten uit met een HAVO vooropleiding en bij Verkeerskunde meer studenten met een MBO vooropleiding. Dit kan samenhangen met het feit dat er wel een verwante MBO opleiding Civiele Techniek is, en geen verwante MBO opleiding Verkeerskunde.
[1] [2]
Windesheim Ondernemingsplan 2008-2012 en de daaruit voortvloeiende Kadernota 2010,p.6 School of Built Environment % Transport, Ondernemingsplan 2008-2012 en Activiteitenplan 2009, p.5
8
2. Praktijkbeschrijving deel 2
Redeneerketen
Doel: inzicht geven in de vooronderstellingen met betrekking tot de manier waarop de gesprekken zullen leiden tot het gewenste resultaat.
2.1. Wat is het probleem en wat zijn mogelijke oplossingen? 2.1.1 Het probleem Algemeen Onder eerstejaars studenten van de opleidingen Civiele Techniek en Verkeerskunde vallen veel studenten uit door een verkeerde studiekeuze. De verwachtingen die zij vooraf hebben van de studie, het studieprogramma en het werkveld c.q. het toekomstig beroep komen niet overeen met de werkelijkheid. Dit beeld wordt gestaafd door eigen onderzoek en landelijk onderzoek (bijlage 2,3). Deze ontwikkelingen spelen binnen de hogere technische opleidingen mogelijk nog sterker dan bij andere studies. Veel jongeren hebben weinig beeld bij de technische beroepen en de werkzaamheden c.q. werkprocessen die schuilgaan achter de genoemde studies. Civiele Techniek Civiele Techniek is een hogere technische opleiding, met een duidelijk, historisch gegroeid, herkenbaar technisch profiel in studie en beroep. De producten die de civieltechnisch ingenieur oplevert zijn duidelijk en herkenbaar in de samenleving aanwezig. De studie Civiele Techniek kent een geografisch brede spreiding in Nederland. Echter, hoger civieltechnisch werk wordt gekenmerkt door veel ‘onzichtbare’ activiteiten als ontwerpen, tekenen en rekenen. Zelfs als jongeren zich wél aangetrokken voelen tot technisch werk, blijkt dat zij dit vooral baseren op de eindproducten van de werkzaamheden van deze professional, en minder op de voor hen veelal onzichtbare voorbereidende werkzaamheden. In de afgelopen jaren is er al veel ondernomen via het project HBO Sprint om door middel van voorlichtingsactiviteiten het beeld van technisch werk te verbeteren. Ook is er veel onderzoek gedaan naar het beeld dat jongeren hebben van technische studies en beroepen. Dit alles heeft er toe geleid dat weer meer jongeren wel kiezen voor een technische studie. Echter de uitvalscijfers blijven onverminderd hoog. Verkeerskunde Hoewel bij Verkeerskunde ook sprake is van een onduidelijk beroepsbeeld, zijn de oorzaken hiervan anders dan bij Civiele Techniek. Verkeerskunde is een relatief jonge studie met een beperkte geografische spreiding ( in totaal 3 opleidingen in Nederland). Zowel de werkzaamheden als de uiteindelijke eindproducten zijn bij jongeren veelal onbekend. De verkeerskunde is een vakgebied dat veel mensen niet kennen. Men denkt aan verkeerde terreinen (het heeft met auto’s te maken) en men denkt te beperkt (het is een technisch beroep). Maar Verkeerskunde kent naast technische aspecten zoals ontwerp en planning van wegen ook vraagstukken met een meer communicatieve invalshoek zoals (het opzetten van ) inspraakprocedures, (strategische) beleidsvoorbereiding bij overheden, en belangenbehartiging bij reizigersorganisaties. Alles draait binnen de verkeerskunde om gedragsbeïnvloeding. Voor veel jongeren is dit onbekend. Ondanks inspanningen in de voorlichtingssfeer wordt dit vaak pas duidelijk tijdens de opleiding. Daardoor staat het studierendement onder druk.
2.1.2 De oplossing(en) Een verbetering van het studierendement bij de deelnemende opleidingen door: • Actief uitdragen van een duidelijker beroepsbeeld van de civieltechnisch ingenieur en de verkeerskundige, elk op zijn eigen onderdelen (zie bij Het probleem) bij de potentiële student. . Dat zal gebeuren door middel van de informatiebijeenkomsten waarin de toekomstige student actief aan de slag gaat met de informatie over de studie en het beroep, en kennismaakt met een belangrijke kwaliteit van de opleiding, waarbij kleinschaligheid een belangrijk kenmerk is. • Focus op het binnenhalen van de juiste student, met de vereiste capaciteiten en affiniteit voor het werk en het beroep. Dat vindt plaats door middel van de Digitale Vragenlijst en het studiekeuzegesprek.
9
Het voeren van een stevig ‘flankerend beleid’ met behulp van de ketenaanpak. Op elk niveau van voorlichting en begeleiding bij de studiekeuze, vóór en ná de poort wordt actief met de student gecommuniceerd, om zo tot een zo goed mogelijk resultaat te komen voor student én opleiding. De veronderstelling is dat door de student in de gehele keten van voorzieningen en begeleiding beter te ondersteunen en te begeleiden, deze tot een kwalitatief betere studiekeuze komt. Daardoor zal de student die binnenkomt in hogere mate de student zijn die de opleiding succesvol kan voltooien. De student dus, die deze opleidingen zoeken. Beide opleidingen willen, vanuit een verschillend startpunt en een verschillende historie, een betere kwaliteit van studiekeuzes, meer studiesucces en minder studieuitval. Daarom hebben deze opleidingen, die opereren in het gezamenlijk organisatorisch verband van de School of Built Environment & Transport, gekozen voor een eenduidig arrangement m.b.t. de te maken interventies. Dit is uiteraard ook om praktische redenen voor deze relatief kleine opleidingen slim. •
10
2.2. Grafische weergave van de interventies, mechanismen en outcomes
11
2.3. Welke interventies worden gehanteerd en tot welke resultaten leiden zij? Interventie 1. Uitnodigingsbrief voor een informatiebijeenkomst, gericht aan kandidaten en aanmelders
2.Informatiebijeenkomst voor aanmelders en kandidaten
Mechanismen
Resultaat
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
1. Studieuitval verminderd
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
1. Studieuitval verminderd
1a. Deelnemer leert sfeer van de opleiding en toekomstige medestudenten kennen, en krijgt daardoor meer binding met de opleiding
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
1b. Deelnemer krijgt meer zicht op de ‘onzichtbare kant van de opleiding, de kwaliteit van de informatie wordt verbeterd
3.Afname digitale vragenlijst bij kandidaten en aanmelders
1c.Deelnemer verheldert zijn beeld van de studie en het beroep
3. Instroom vergroot
2a. Deelnemer wordt tot verder nadenken aangezet over een (toekomstige) studiekeuze, reflectie bij de deelnemer wordt gestimuleerd
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
1. Studieuitval verminderd
2b. Kennis opleiding over (toekomstige) student vergroot 2c. De deelnemer realiseert zich zijn persoonlijke kenmerken, omstandigheden en situatie en wat de opleiding van hem gaat vergen, o.t.w. toenemend zelfbewustzijn
1c.Deelnemer verheldert zijn beeld van de studie en het beroep
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
12
4.Het studiekeuzegesprek
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding
4. Het rendement van de opleidingen verbetert, studenten behalen betere resultaten
4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen 4c. Door het opsporen van deficiënties kunnen acties worden uitgezet om achterstanden weg te werken
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
2a. Deelnemer wordt tot verder nadenken aangezet over een (toekomstige) studiekeuze, reflectie bij de deelnemer wordt gestimuleerd
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
2b. Kennis opleiding over (toekomstige) student vergroot 2c. De deelnemer realiseert zich zijn persoonlijke kenmerken, omstandigheden en situatie en wat de opleiding van hem gaat vergen, o.t.w. toenemend zelfbewustzijn
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
1a. Deelnemer leert sfeer van de opleiding en toekomstige medestudenten kennen, en krijgt daardoor meer binding met de opleiding
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
1b. Deelnemer krijgt meer zicht op de ‘onzichtbare kant van de opleiding, de kwaliteit van de informatie wordt verbeterd
1c.Deelnemer verheldert zijn beeld van de studie en het beroep
5.Het studieadvies, op basis van de digitale vragenlijst en het studiekeuzegesprek
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding
3. Instroom vergroot
4. Het rendement van de opleidingen verbetert, studenten behalen betere resultaten
1. Studieuitval verminderd
4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen 4c. Door het opsporen van
5. Leidt tot verbeteren
13
6. Doorverwijzing
deficiënties kunnen acties worden uitgezet om achterstanden weg te werken
kwaliteit van de instroom
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding
4. Het rendement van de opleidingen verbetert, studenten behalen betere resultaten
1. Studieuitval verminderd
4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen
7.Voorlichtingsdag interactiever en doelgroepgerichter maken
4c. Door het opsporen van deficiënties kunnen acties worden uitgezet om achterstanden weg te werken
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
5. Betere begeleiding en sturing wordt mogelijk door meer en betere informatie
6. De informatie in het startdossier maakt begeleiding op maat mogelijk
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding
4. Doordat meer kandidaten voorafgaand aan de studiekeuze de open dag bezoeken en daar een programma op maat krijgen aangeboden (interactiever, doelgroepgerichter) zijn er meeraanmelders met een juist studie- en beroepsbeeld in de studie aanwezig, dat werkt rendementsverhogend
4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen
1. Studieuitval verminderd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
8.Startdossier vormen
5. Betere begeleiding en sturing wordt mogelijk door meer en betere informatie
6. De informatie in het startdossier maakt begeleiding op maat mogelijk
14
3. Praktijkbeschrijving deel 3 gekozen arrangement
Operationalisering van het
Doel: beschrijven van de ontworpen aanpak voor het doen van studiekeuzegesprekken
3.1. Routeschema studiekeuzegesprekken
3.2. Toelichting route 3.2.1. Algemeen Aanmelders(donkergeel) kunnen bovenstaande route binnenkomen via de formele weg van aanmelding als student, via Studielink. Zij worden dan na aanmelding door ons uitgenodigd voor zowel de Informatiebijeenkomst als het Studiekeuzegesprek, dit gebeurt niet automatisch via studielink. Het feit of zij uitgenodigd worden voor de informatiebijeenkomst hangt af van het moment van aanmelding. Als dit vanaf circa juni is zullen er geen informatiebijeenkomsten meer georganiseerd worden en worden zij via de mail of telefonisch uitgenodigd voor een studiekeuzegesprek, dit gebeurt rechtstreeks via de gespreksvoerder. Kandidaten (lichtgeel) kunnen ook binnenkomen via diverse voorlichtingskanalen zoals daar zijn de website van WIndesheim, het bezoek van de open dag, het opvragen van de voorlichtingsbrochure, het volgen van een meeloopdag. Zodra zij bekend zijn bij de opleiding als interesse tonende kandidaat, worden zij uitgenodigd voor een Informatiebijeenkomst en een Studiekeuzegesprek. Achterliggende
15
gedachte is dat op deze wijze aan de toekomstige student maatwerk wordt geleverd, en het signaal wordt afgegeven: we snappen dat je in een studiekeuzeproces zit en we zijn bereid je daarbij te helpen. In de route is een facultatief deel (wit) en een verplicht deel (rood) aanwezig. Bedoeling is ook hier om maatwerk te leveren (Informatiebijeenkomst) Daarnaast willen we ook laten merken als opleiding dat we niet vrijblijvend tegenover onze toekomstige studenten staan: we willen meer over ze weten (Digitale Vragenlijst) en ze spreken (Studiekeuzegesprek). Dit wordt aan de toekomstige student gepresenteerd als ‘gebruikelijk’. Zodat student weet dat dit eerste contact/gesprek erbij hoort, als je wil starten met deze opleiding. Gevolg is dat studenten verschillende routes kunnen volgen bij het binnenkomen van de opleiding m.b.v. het studiekeuzegesprek: • Via aanmelding, uitnodiging, informatiebijeenkomst+ digitale vragenlijst, naar studiekeuzegesprek • Via voorlichtingsactiviteit ( website bezoeken, brochure aanvragen, voorlichtingsdag bezoeken, meeloopdag bezoeken), uitnodiging, informatiebijeenkomst+ digitale vragenlijst, naar studiekeuzegesprek • Via aanmelding, uitnodiging, digitale vragenlijst (thuisafname) naar studiekeuzegesprek De verschillende routes van de studenten worden bijgehouden en meegenomen in de effectmeting, zodat bekeken kan worden of deze verschillende routes leiden tot verschillende resultaten.
3.2.2. Toelichting m.b.t. de opzet en uitvoering bij onderdelen Uitnodigingsbrief (bijlage 4) : is vooral uitnodigend bedoeld, mag geen drempels opwerpen, wil student laten zien dat het gaat om een opleiding die maatwerk willen leveren en kleinschaligheid wil uitstralen. Studenten die reageren en zich aanmelden voor de Informatiebijeenkomst worden via sms nogmaals herinnerd.* Informatiebijeenkomst (bijlage 5): facultatief, kleinschalig,interactief, informatief,kennismaken met ouderejaars studenten en docenten* Digitale Vragenlijst: input voor het Studiekeuzegesprek en inschatten risico’s die aanwezig zijn bij studenten om zodoende beter begeleiding op maat te kunnen leveren, afname indien mogelijk op school om vrijblijvendheid te voorkomen, wordt toegevoegd aan startdossier waarmee student opleiding ingaat (zie ook Format SKG, bijlage 7) ,tevens zendt elke student het aan zichzelf toe via email.* Studiekeuzegesprek: verplicht voor elke toekomstige student, duur netto 30 minuten, uitnodigend, coachend, niet op bewijzen gericht, uitmondend in studieadvies (voor format zie bijlage 7)* Studieadvies is concreet, actiegericht wordt toegevoegd aan het startdossier (voor format zie bijlage 7) en toegezonden aan student via email. Startdossier: bevat digitale vragenlijst en studieadvies en wordt digitaal beschikbaar gesteld aan de aan de student toegewezen SLBer die het inzet ten behoeve van maatwerk in de studieloopbaanbegeleiding tijdens de studie. * worden geëvalueerd door middel van evaluatieformulieren, zie bijlage 9.
3.3. Beschrijving volgens het SURF format Er is een beschrijving van de informatiebijeenkomsten (in eerdere stukken groepsgesprekken genoemd) en van de studiekeuzegesprekken. Zij vormen de twee voornaamste elementen in het totale arrangement. In de volgende overzichten starten wij met de belangrijkste, de studiekeuzegesprekken, gevolgd door de digitale vragenlijst en sluiten af met de informatiebijeenkomsten.
16
3.3.1 Studiekeuzegesprek Met wie?
Soort student
Kandidaten en aanmelders
Alle kandidaten
Gesprekken, verplicht voor alle aanmelders
Initiatief voor gesprek
Op uitnodiging van de opleiding
Wanneer?
Vóór de poort Septemberinstroom April, mei, juni, augustus 2010 Duur
30 minuten
Hoe?
Vorm
Waartoe?
Doel
Wat?
Inhoud
Gespreksvoerder
Het (individuele) studiekeuzegesprek is toegankelijk voor zowel geïnteresseerde kandidaten als voor aanmelders. Maar voor de aanmeldende student is het gesprek verplicht, het wordt geïntroduceerd als de gebruikelijke start van de opleiding. Zie voor format bijlage 6. -Beeld checken van studie en beroep -Zelfkennis en reflectie stimuleren -Vervolgacties stimuleren, doorverwijzen -Kwaliteit beslissing verbeteren -Actieve doorverwijzing richting open dag, decaan, studieloopbaancentrum versterken. Beeld studie, beroep, eisen studie en beroep, persoonlijke kenmerken en omstandigheden, eventuele risico’s, studieadvies met vervolgacties zoals doorverwijzing Gespreksformat, gebaseerd op de digitale vragenlijst: persoonlijke gegevens, wijze waarop student bezig is met studiekeuze, studiemotivatie en studiehouding en bijzondere kenmerken van de student worden doorgenomen. Het gesprek is maatwerk, er wordt gefocust op de bijzonderheden van elke student. Gespreksvoerders ontvangen gesprekshandleiding en training. Zie bijlage 7. Docent/SLBer
Leeftijd
n.v.t.
Voorafgegaan door?
Koppeling met
Digitale vragenlijst en eventueel de informatiebijeenkomst
Gevolgd door?
Actie van
In samenhang met?
Inbedding in voorlichting
Format
Door wie?
Opleiding: studieadvies, doorverwijzing, startdossier, begeleiding op maat. Student: acties volgend uit studieadvies, zoals bezoek open dag, meeloopdag, decaan of Studieloopbaancentrum, aanmelding opleiding Doorverwijzen naar meeloopdagen, open dag.
Studieloopbaanbegeleiding
Studieadvies, startdossier monitoren gedurende gehele eerste jaar
Doorstroomklas MBOHBO: wis- en natuurkunde, engels, nederlands
Doorverwijzen indien nodig
17
Organisatie
Decaan
Doorverwijzen indien nodig
Studieloopbaancentrum
Doorverwijzen indien nodig
Werkproces
Projectgroep met projectleider organiseert het werkproces
Eigenaar proces
Opdrachtgever, projectleider
Training
Docenten ontvangen training en schriftelijke informatie (een handleiding) over de opzet en aanpak van de gesprekken
3.3.2. Digitale vragenlijst Met wie?
Soort student
Kandidaten en aanmelders
Alle kandidaten
Gesprekken, verplicht voor alle aanmelders en dus is de digitale vragenlijst ook verplicht voor alle aanmelders
Initiatief voor invullen vragenlijst
Op uitnodiging van de opleiding
Wanneer?
Vóór de poort Septemberinstroom April, mei, juni, augustus 2010 Duur
Ca 20 minuten
Hoe?
Vorm
Waartoe?
Doel
Wat?
Inhoud
Format
De gespreksvoerder mailt de digitale vragenlijst of laat de kandidaat/aanmelder deze ter plekke invullen op een computer na afloop van de informatiebijeenkomst Voor de opleiding: kennen van de student en zijn risico’s, zodat geanticipeerd kan worden op mogelijke problemen, en maatwerk geboden m.b.t. de (studieloopbaan) begeleiding. Voor de student: kennen en zich realiseren van de eisen van de studie en het werkveld, zelfkennis stimuleren en risico’s inschatten. Beeld studie, beroep, eisen studie en beroep, persoonlijke kenmerken en omstandigheden, eventuele risico’s Zie bijlage 5
Gespreksvoerder
Docent/SLB’er
Leeftijd
n.v.t.
Voorafgegaan door?
Informatiebijeenkomst
Na afloop van de informatiebijeenkomst wordt de digitale vragenlijst voorgelegd aan de (potentiële )kandidaten
Gevolgd door?
Studiekeuzegesprek
De vragenlijst dient ter input voor het studiekeuzegesprek
In samenhang met?
Inbedding in: Voorlichting
Er wordt onder andere gevraagd naar de wijze van oriëntatie van de kandidaat.
Organisatie
Werkproces
Projectgroep organiseert het werkproces
Door wie?
18
Eigenaar proces
Opdrachtgever, projectleider
Training
n.v.t.
3.3.3 Informatiebijeenkomsten Met wie?
Soort student
Kandidaten en aanmelders
Alle kandidaten
Bedoeld voor alle kandidaten en/of aanmelders, maar niet verplicht Op uitnodiging van de opleiding (uitnodigingsbrief, zie bijlage 4) Vóór de poort
Initiatief voor de bijeenkomst Wanneer?
Septemberinstroom 13 april, 1 juni 2010 Duur
Één dagdeel
Hoe?
Vorm
Waartoe?
Doel
Wat?
Inhoud
Kennismaken met de opleiding en met (toekomstige) medestudenten Informatiebijeenkomst is op basis van vrijwilligheid, waarbij getracht wordt zo laagdrempelig mogelijk te werken om zoveel mogelijk (toekomstige) studenten te trekken. De bijeenkomst vindt op een speelse wijze plaats, met veel ruimte voor dialoog, in aanwezigheid van een vakdocent en ouderejaars studenten. Invullen digitale Vragenlijst, om daarmee zelfkennis en reflectie te stimuleren. Voor inhoud vragenlijst zie bijlage 6. Beeld geven van studie en beroep op een speelse wijze, met veel ruimte voor dialoog, daarmee én met de Digitale Vragenlijst zelfkennis en reflectie stimuleren. Kwaliteit studiekeuze - beslissing verbeteren Actieve doorverwijzing richting open dag, meeloopdag, studiekeuzegesprek. Veel informatie over studie en beroep, aangeboden door middel van creatieve werkvormen, film en gesprek Een programmaopzet (zie bijlage 5) en een Digitale Vragenlijst (zie bijlage 6)
Format Door wie?
Gespreksvoerders
Vakdocent en ouderejaars student
Leeftijd
n.v.t.
Voorafgegaan door? Koppeling met digitale vragenlijst Gevolgd door?
Actie van
Uitnodigingsbrief: kandidaat/aanmelder attenderen op mogelijkheid van informatiebijeenkomst en studiekeuzegesprek. Doel: kennen en zich realiseren van de eisen van de studie en het werkveld, zelfkennis stimuleren en risico’s inschatten Studiekeuzegesprek, dat leidt tot: Opleiding: studieadvies, doorverwijzing, startdossier Student: acties volgend uit studieadvies, zoals
19
In samenhang met? Organisatie
Inbedding in: Voorlichting Werkproces
bezoek open dag, meeloopdag, decaan, studentenpsycholoog of Studieloopbaancentrum, aanmelding opleiding Doorverwijzen naar meeloopdagen en open dagen Projectgroep met projectleider organiseert het werkproces
Eigenaar proces
Opdrachtgever, projectleider
Training
Studenten worden vooraf geïnformeerd door de vakdocenten.
20
4. Praktijkbeschrijving deel 4
Resultaatevaluatie
Doel: inzicht geven in de effecten van het gekozen arrangement.
4.1 Onderzoeksopzet 4.1.1 Onderzoeksvraag en hypothese Onderzoeksvraag:
wat is het effect van studiekeuzegesprekken op het studiesucces van alle eerste jaarstudenten Verkeerskunde en Civiele Techniek
Hypothese:
het voeren van studiekeuzegesprekken heeft een positieve invloed op het studiesucces van deze groep studenten
4.1.2 Uitwerking deelvragen 4.1.2.1 Studiesucces : behaalde EC Definitie referentiegroepen: 1. eerstejaars bouwkunde studenten met een MBO, HAVO of VWO vooropleiding van het cohort 2010-2011 - het aantal behaalde EC van tentamens in de periode 1 september 2010 tot en met 31 januari 2011 van de studenten waarmee een kennismakingsgesprek is gevoerd, afgezet tegen het aantal behaalde EC van de referentiegroep in deze zelfde periode Nb. De intentie was om het studiesucces op basis van het aantal behaalde EC’s te meten ten opzichte van de referentiegroepen 2 en 3 (hieronder gedefinieerd). Echter dit bleek om systeemtechnische redenen niet mogelijk. Daarom hebben we er voor gekozen om gebruik te maken van referentiegroep 1.
4.1.2.2 Studiesucces: studie-uitval Definitie referentiegroepen: 2. eerstejaars Civiele Techniek studenten met een MBO, HAVO of VWO vooropleiding van het cohort 2009-2010 3. eerstejaars Verkeerskunde studenten met een MBO, HAVO of VWO vooropleiding van het cohort 2009-2010 -eerstejaars Civiele Techniek en Verkeerskunde met uitschrijving of omzwaai in de periode 1 september 2010 tot 1 februari 2011 afgezet tegen het aantal uitschrijvingen en omzwaaiers van de referentiegroepen 2 en 3 in de periode 1 september 2009 tot 1 februari 2010.
4.1.2.3 Effect op de instroom: niet starters - niet starters: het aantal studenten dat een informatiebijeenkomst heeft bijgewoond en/of studiekeuzegesprek heeft gevoerd en zich niet definitief bij de opleiding Civiele Techniek of Verkeerskunde heeft ingeschreven (kandidaten of aanmelders die na de brief zijn afgehaakt worden hierin dus niet meegenomen)
21
4.1.2.4 Studiesucces: binding De mate waarin de informatiebijeenkomst en/of het studiekeuzegesprek bijdragen aan het vergroten van binding aan de opleiding: - deelnemers die vinden dat het aanbieden van een informatiebijeenkomst een goede zaak is - deelnemers die vinden dat ze een betere band hebben gekregen met de opleiding door het gesprek - oordeel kandidaat: gesprek nuttig of niet - oordeel gespreksvoerder: gesprek zinvol of niet (n.b. deze antwoorden zijn in 4.3 en 4.4 vet gedrukt) Er zijn hiervoor schriftelijke enquêtes afgenomen met alle deelnemers direct na afloop van de informatiebijeenkomst en/of het studiekeuzegesprek.(zie bijlage 8)
4.1.3 Operationalisatie Studiesucces:
- aantal behaalde EC’s (in veel gevallen worden EC’s pas toegekend als meerdere deeltentamens met een voldoende (5,5 of hoger) zijn afgesloten) in het eerste jaar na één semester, te weten de periode 1 september tot en met 31 januari; - uitschrijving in de periode 1 september tot 1 februari;
Effect op de instroom: - aantal niet starters, dus deelnemers die wel een informatiebijeenkomst bezocht hebben en/of een studiekeuzegesprek gevoerd hebben, maar zich niet hebben ingeschreven voor de opleidingen in 2010/2011 Referentiegroepen:
- 1) alle eerstejaars studenten Bouwkunde van cohort 2010/2011 - 2) alle eerstejaars studenten Verkeerskunde van cohort 2009/2010 - 3) alle eerstejaars studenten Civiele Techniek van cohort 2009/2010
Informatiebijeenkomst: - aangeboden arrangement: • Persoonlijke uitnodiging van (potentiële) kandidaten • Informatiebijeenkomst onder leiding van vakdocent, met behulp van enkele oudere jaarstudenten, duur ca. 3 uuur • na afloop invullen van digitale vragenlijst, waarin aangegeven kan worden of men uitgenodigd wil worden voor studiekeuzegesprek Studiekeuzegesprek:
- aangeboden arrangement: • persoonlijke uitnodiging • digitale vragenlijst, welke van te voren ingevuld wordt en welke als uitgangspunt dient voor het studiekeuzegesprek • studiekeuzegesprek van ca 30-45 min. • Persoonlijk studieadvies met eventuele doorverwijzing
Kandidaten:
- jongeren die geïnteresseerd zijn in de opleiding Civiele techniek of Verkeerskunde. Zij hebben actief/bewust hun adres achter gelaten tijdens een opendag, meeloopdag of door het aanvragen van een brochure.
Aanmelders:
- jongeren die zich inmiddels hebben aangemeld/ingeschreven voor de opleiding Civiele Techniek of Verkeerskunde
22
4.2 Effectmeting Variabele
Effect van studiekeuzegesprekken op studiesucces t.o.v. de referentiegroepen (zie onderstaande onderzoeksopzet)
Operationalisatie
1. Gemiddeld behaalde EC’s in het eerste semester: de periode 1 september tot en met 31 januari
Referentiegroep 1. Referentiegroep 1) Bouwkunde: behaalde gemiddeld in 2010/2011 14,7 EC.
Realisatie
1a. Studenten Verkeerskunde (allen met SKG) in 2010/2011 behaalde gemiddeld 21,0 EC.
Oordeel * ++
*Aantal EC ligt dus 6,3 EC hoger. 1b. Studenten Civiele techniek (met SKG) in 2010/2011 behaalde gemiddeld 17,5 EC.
* ++
*Aantal ligt dus 2,8 EC hoger. Gemiddeld aantal behaalde EC’s is 18,6 * Gemiddeld aantal ligt dus 3,9 EC hoger. 2. Percentage afgegeven negatieve preadviezen
2. Niet meebaar
2. Na de SKG zijn geen negatieve preadviezen afgegeven, alleen adviezen met opmerkingen.
3. Percentage uitvallers en omzwaaiers
3a.Tussentijdse uitschrijvingen bij referentiegroep 2) Verkeerskunde in 2008/2009 is 16,0%
3a.Tussentijdse uitschrijvingen Verkeerskunde eerste semester 2010/2011 is 4,3%
3b. Tussentijdse uitschrijvingen bij referentiegroep 3) Civiele Techniek in 2009/2010 is 4,5%
3b.Tussentijdse uitschrijvingen Civiele techniek eerste semester 2010/2011 is 9,3%
* --
*0/+
* ++
*Percentage ligt dus 13,7% lager dan referentiegroep en 15,7% onder de norm
Effect van studiekeuzegesprekken op de instroom
Percentage niet starters (=kandidaten die een studiekeuzegesprek gevoerd hebben maar die uiteindelijk afzien van de opleiding)
Geen norm gedefinieerd
Verkeerskunde: 8%
Effect van informatiebijeenkomste n op de instroom
Percentage niet starters (=kandidaten die een informatiebijeenkomst bijgewoond hebben maar die uiteindelijk afzien van de opleiding)
Geen norm gedefinieerd
* VK: 53%
Civiele Techniek: 2,3%
*0/+
* CT: 28%
23
NB: buiten de projectperiode is nog voorzien in een effectmeting na één jaar ten opzichte van de referentiegroepen op de aspecten: aantal behaalde EC, - uitschrijvingen in het 1e jaar, -% propedeuse behaald in 1 jaar -
4.3 Oordeel van deelnemers over nut Variabele
Operationalisatie
Uitkomst
Oordeel van de deelnemer(kandidaat of student) over nut van het studiekeuzegesprek
* % deelnemers dat keuze voor de studie bewuster gemaakt heeft
* VK: 33%, CT: 37%
* % deelnemers dat beter beeld heeft van de opleiding
* VK: 60%, CT: 41%
* % deelnemers dat beter beeld heeft van het beroepenveld
* VK: 46%, CT: 22%
* % deelnemers dat studiekeuze heeft veranderd
* VK: 0%, CT: 14%
* % deelnemers dat na gesprek volkomen overtuigd is dat dit de opleiding is voor hem/haar
* VK: 94%, CT: 43%
* % deelnemers dat na gesprek volkomen overtuigd is dat dit het beroepen veld is voor hem/haar
* VK: 80%, CT: 40%
* % deelnemers dat zich definitief gaat inschrijven na gesprek
* VK: 100%, CT: 58%
* % deelnemers dat het gesprek nuttig vindt
* VK 40%, CT: 23%
* % deelnemers dat gesprek als ondersteunend typeert bij studiekeuze
* VK: 60%, CT: 31%
* % deelnemers dat het gesprek typeert als informerend/motiverend/adviserend
* VK: 67%/73%/93%
* % deelnemers dat deel of volledig van mening is dat ze een betere band hebben gekregen met de opleiding door het gesprek
* VK: 87%, CT: 59%
* % studenten dat vragenlijst heeft ingevuld en op gesprek is geweest
CT: 44%/ 22%/48%
* respons vragenlijst is 100% * VK: 100% op gesprek geweest * CT: 80% op gesprek geweest
Oordeel van de deelnemer over het nut van de informatiebijeenkomst
* % deelnemers dat duidelijker beeld heeft van de studie
* VK: 77%, CT: 90%
* % deelnemers dat beter beeld heeft van beroepen die je met studie kunt bereiken
* VK: 69%, CT: 35%
* % deelnemers dat beter inzicht heeft in het vakgebied
* VK: 69%, CT: 80%
* % deelnemers dat is gaan nadenken over studiekeuze
* VK: 54%, CT: 30%
* % deelnemers dat het aanbieden van een
*VK: 100%, CT: 90%
24
informatiebijeenkomst een goede zaak vindt
4.4 Oordeel van gespreksvoerders over nut van studiekeuzegesprekken Variabele
Operationalisatie
Uitkomst
Oordeel van de
* % gespreksvoerders vindt het studiekeuzegesprek zinvol
* 100%
gespreksvoerders
* 100% * % gespreksvoerders helpt de kandidaat zicht te krijgen op wensen en ambities * % gespreksvoerders geeft als tip dat de gesprekken (ruim) voor de zomer dienen plaats te vinden
* 71%
25
5. Praktijkbeschrijving deel 5
Procesevaluatie
Doel: inzicht geven in hoe het arrangement heeft gefunctioneerd, wat goed is bevallen, wat verbeterd kan worden, alsmede de lessons learned en do’s en don’ts van het uitgevoerde arrangement.
5.1 Reflectie terug Gerealiseerd Ontwerp
- De ontwikkeling van alle producten en voorbereidingen van de arrangementen hebben we binnen het geplande tijdsbestek kunnen uitvoeren. Het zijn werkzaamheden die goed te organiseren zijn buiten het primaire werkproces om en waarvoor in veel gevallen mensen vrijgemaakt konden worden die werkzaam zijn in ondersteunende processen. Te denken valt aan een bedrijfsbureau, een dienst Student en Onderwijs Services, ICT ed. Van de direct betrokken docenten kon een beroep gedaan worden op één docent in het bijzonder die in periode 3 en 4 ruimte had in haar agenda. Hierdoor viel de druk op docententeams te beperken en konden we werkzaamheden geclusterd bij met name één docent per opleiding neerleggen. - Als we echter kijken naar de uren die aan deze werkzaamheden besteed zijn dan valt op dat we boven begroting uitkomen. Terugkijkend kunnen we zeggen dat de ontworpen/ontwikkelde producten van een hoogwaardig kwalitatief niveau zijn. Er is onder andere veel zorg besteed aan de stroomlijning van procedures en het ontwikkelen van formats om studentdossiers aan te maken. Kortom we zijn voor kwaliteit gegaan en dit heeft ons wat meer tijd gekost dan vooraf bezien was. - Tijdens de ontwikkeling van het groepsgesprek hebben we er voor gekozen dit niet als een ‘groepsgesprek’ extern te communiceren. Betrokken docenten gaven aan dat dit niet aansluit bij de doelgroep en een te ‘soft’ imago heeft. Daarom is gekozen voor de naam ‘Informatiebijeenkomst’.
Uitvoeringsproblemen
- Ondanks het feit dat we in het controling document het een digitaal assessment hebben genoemd hebben we de keuze gemaakt om een digitale vragenlijst te maken, waarvan de interpretatie van de inhoud is overgelaten aan de gespreksvoerder. Het resultaat is een vragenlijst met een breed scala aan vragen. Onder andere op het gebied van: persoonlijke vragen, opleiding, ervaring, motivatie, studiehouding, oriëntatie op de vervolgopleiding, beeld van opleiding en werkveld en vragen over mogelijke functionele beperkingen of andere zaken die van invloed kunnen zijn op de studievoortgang. - Er waren veel uitnodigingen nodig om tot een redelijke opkomst te komen bij de informatiebijeenkomsten. De adresbestanden waren veelal zgn. ‘koude leads’, namelijk brochure aanvragers. Ook bleek het onmogelijk bezoekers van opendagen uit te nodigen omdat tot afgelopen jaar de bezoekers niet geregistreerd werden. Tenslotte leverde onze informatie op de website van Windesheim geen aanmeldingen op. - Studiekeuzegesprekken moesten plaatsvinden vóór aanvang van de opleiding. Mede door de late inschrijving van veel studenten (na juni) konden veel gesprekken niet ruim voor aanvang van de studie plaatsvinden en bleek doorverwijzing naar een zgn. summercourse niet meer mogelijk. - Hoe meer gespreksvoerders en hoe groter de het aantal te voeren gesprekken, des te lastiger de organisatie indien afspraken in overleg gemaakt worden! De regie op welke kandidaten benaderd zijn, afspraak hebben, gesprek gevoerd hebben bleek zeer veel tijd te kosten. Mede hierdoor heeft een deel van de studiekeuzegesprekken plaatsgevonden na aanvang van de opleiding, dus in september/oktober. Deze studenten zijn meegenomen in de enquête en beïnvloeden dus ook de scores. Het vermoeden is (op basis van reacties na de gesprekken) dat deze kandidaten een andere, minder positieve, mening hebben over het nut van de studiekeuzegesprekken. Wij hebben deze groep helaas niet herkenbaar kunnen maken en dus apart kunnen meenemen in de effectmeting.
Uitvoeringssuccessen
- De betrokkenheid van de projectleider was erg groot. Succesfactor is dat zij werkzaam is binnen de school en dus direct betrokken is bij of zicht heeft op de uitvoeringsprocessen en knelpunten. De samenwerking binnen de projectgroep verliep mede hierdoor ook soepel. Samenwerking met het managementteam verliep mede door de korte lijnen soepel en de benodigde facilitering werd geboden.
26
- De persoonlijke aandacht die gegeven werd aan alle (potentiële) kandidaten heeft een hele hoge respons opgeleverd, middelen:
Risicoprofielen
Kosten Bijeffecten
•
een persoonlijke schriftelijke uitnodiging die in tweede instantie per post verzonden is.
•
na aanmelding voor de informatiebijeenkomst een herinneringssms-je één dag voor aanvang van de informatiebijeenkomst.
•
telefonisch of persoonlijk overleg over de datum waarop het studiekeuzegesprek zou plaatsvinden
Wij hebben niet gewerkt met risicoprofielen en hierop kandidaten geselecteerd. De veronderstelling was dat veel kandidaten een onjuist of onvolledig beeld hebben van de twee opleidingen, beroepen-en werkvelden en daardoor onjuiste verwachtingen hebben van de opleidingen. Gevolg veel studieuitval in met name het eerste studiejaar. Dit is een gevolg van geen of beperkte oriëntatie of onvolledige voorlichting. We zijn tevreden met de formulering van dit risico en zijn van mening dat de ketenaanpak een juiste is geweest. Het feit dat kandidaten na afsloop van de informatiebijeenkomsten en/of de studiekeuzegesprekken besluiten om niet deel te nemen aan de opleiding (de zgn. niet starters) vinden wij een positief effect! Zie bijlage kostenoverzicht We hebben door het voeren van de studiekeuzegesprekken niet alleen de student geholpen met het maken van de juiste keuze, maar ook onszelf. De studieloopbaanbegeleiders die de gesprekken gevoerd hebben, maakten een vliegende start omdat zij meteen ‘hun’ studenten beter hebben kunnen inschatten. Ook voor de docenten die niet zelf de gesprekken gevoerd hebben geldt dat zij door gebruik te maken van de informatie in de persoonlijk dossiers van de studenten (digitale vragenlijst, verslag van gesprek, studieadvies enz.) meteen veel informatie hebben over de student. Dit is een pluspunt!
5.2 Eindoordeel Interventie 1. Uitnodigingsbrief
Mechanismen 3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
Resultaat 5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
Eindoordeel 1. Studieuitval verminderd
5. Niet meetbaar Aan de 149 verzonden uitnodigingen hebben 35 kandidaten gehoor gegeven door een informatiebijeenkomst te bezoeken (= 23%) Tevens heeft 28% van de deelnemers zich uiteindelijk niet ingeschreven voor de opleiding in 2010/2011
2.Informatiebijeenkoms t voor aanmelders en kandidaten
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
1. Studieuitval verminderd
1. Behaald Studieuitval is het afgelopen semester bij beide opleidingen onder de gestelde norm van 10% gebleven, bij Verkeerskunde was de uitval slechts 4%.
27
1a. Deelnemer leert sfeer van de opleiding en toekomstige medestudenten kennen, en krijgt daardoor meer binding met de opleiding
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
2. Behaald Gemiddeld geeft 75% van de deelnemers aan tot nadenken te zijn gebracht over hun studiekeuze (deels) door het bijwonen van de informatiebijeenkomst
3. Instroom vergroot
3. Civiele Techniek: behaald Instroom= 116% (t.o.v. 2009)
1b. Deelnemer krijgt meer zicht op de ‘onzichtbare kant van de opleiding, de kwaliteit van de informatie wordt verbeterd 1c.Deelnemer verheldert zijn beeld van de studie en het beroep
Verkeerskunde: Niet gerealiseerd Instroom= 92% (t.o.v. 2009)
3.Afname digitale vragenlijst bij kandidaten en aanmelders
2a. Deelnemer wordt tot verder nadenken aangezet over een (toekomstige) studiekeuze, reflectie bij de deelnemer wordt gestimuleerd
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
2b. Kennis opleiding over (toekomstige) student vergroot 2c. De deelnemer realiseert zich zijn persoonlijke kenmerken, omstandigheden en situatie en wat de opleiding van hem gaat vergen, o.t.w. toenemend zelfbewustzijn
1. Studieuitval verminderd
2. Niet behaald Uit evaluaties blijkt niet dat de meerderheid van de kandidaten die de vragenlijst ingevuld hebben vindt dat ze hierdoor zijn gaan nadenken over hun studiekeuze of zich bewuster zijn van wat ze kunnen en willen. Wel geeft gemiddeld 86% van de deelnemers aan dat ze het goed vinden dat er gevraagd werd naar persoonlijke omstandigheden. Ook de gespreksvoerders geven dit aan, hiervoor is zijn interventies in een vroegtijdig stadium mogelijk.
1c.Deelnemer verheldert zijn beeld van de studie en het beroep
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
28
4.Het studiekeuzegesprek
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding 4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen
4. Het rendement van de opleidingen verbetert, studenten behalen betere resultaten
4c. Door het opsporen van deficiënties kunnen acties worden uitgezet om achterstanden weg te werken
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
2a. Deelnemer wordt tot verder nadenken aangezet over een (toekomstige) studiekeuze, reflectie bij de deelnemer wordt gestimuleerd
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
4. Behaald gemiddeld aantal behaalde EC’s van 18,6 wat neer komt op 3,9 EC hoger dan referentiegroep
2b. Kennis opleiding over (toekomstige) student vergroot 2c. De deelnemer realiseert zich zijn persoonlijke kenmerken, omstandigheden en situatie en wat de opleiding van hem gaat vergen, o.t.w. toenemend zelfbewustzijn
3. Niet serieuze kandidaten worden uitgeselecteerd
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
1a. Deelnemer leert sfeer van de opleiding en toekomstige medestudenten kennen, en krijgt daardoor meer binding met de opleiding
2. Verbetering van de kwaliteit van de studiekeuze
1b. Deelnemer krijgt meer zicht op de ‘onzichtbare kant van de opleiding, de kwaliteit van de informatie wordt verbeterd
2. Gedeeltelijk behaald Gemiddeld geeft 48% van de deelnemers aan het studiekeuzegesprek als motiverend te hebben ervaren. Bij de verkeerskundestudente n ligt dit percentage het hoogst, namelijk op 73% (t.o.v. 22% bij Civiele Techniek). Zij hebben allemaal een studiekeuzegesprek gehad voorafgaand aan hun studie of direct na ingang van hun studie, anders dan bij de Civiele Techniek studenten waarbij er
29
nog veel gespreken plaats hebben gevonden gedurende periode 1
1c.Deelnemer verheldert zijn beeld van de studie en het beroep
5.Het studieadvies, op basis van de digitale vragenlijst en het studiekeuzegesprek,
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding 4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen
6. Doorverwijzing
4. Het rendement van de opleidingen verbetert, studenten behalen betere resultaten
4c. Door het opsporen van deficiënties kunnen acties worden uitgezet om achterstanden weg te werken
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding
4. Het rendement van de opleidingen verbetert, studenten behalen betere resultaten
4b. De deelnemer wordt actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen
7.Voorlichtingsdag interactiever en doelgroepgerichter maken
3. Instroom vergroot
4c. Door het opsporen van deficiënties kunnen acties worden uitgezet om achterstanden weg te werken
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
5. Betere begeleiding en sturing wordt mogelijk door meer en betere informatie
6. De informatie in het startdossier maakt begeleiding op maat mogelijk
4a. De motivatie wordt vergroot om voor de opleiding te kiezen en te starten met de opleiding
4. Doordat meer kandidaten voorafgaand aan de studiekeuze de
4b. De deelnemer wordt
1. Studieuitval verminderd
1. Studieuitval verminderd
6. Behaald Een aantal studenten is onmiddellijk doorverwezen naar bijvoorbeeld de studentendecaan voor verdergaande begeleiding. 1. Studieuitval verminderd
30
actiegerichter door gerichte doorverwijzing, in het kader van bijvoorbeeld heroriëntatie op deze of andere opleidingen
open dag bezoeken en daar een programma op maat krijgen aangeboden (interactiever, doelgroepgeric hter) zijn er meeraanmelde rs met een juist studie- en beroepsbeeld in de studie aanwezig, dat werkt rendementsver hogend
5. Leidt tot verbeteren kwaliteit van de instroom
8.Startdossier vormen
5. Betere begeleiding en sturing wordt mogelijk door meer en betere informatie
6. De informatie in het startdossier maakt begeleiding op maat mogelijk
NB. In bovenstaande tabel is erom de leesbaarheid te vergroten gekozen om alle outcome’s die gelijk waren slechts één maal te vermelden. Vanzelfsprekend geldt dat wanneer eenzelfde outcome terug komt hiervoor hetzelfde eindoordeel geldt.
5.3 Reflectie vooruit Lessons learned
- Persoonlijke benadering van potentiële kandidaten is zeer tijdrovend. - Decentraal voeren van studiekeuzegesprekken in overleg met kandidaten maakt regie erg moeilijk overzichtelijk en daardoor tijdrovend. - Managementinformatie zoals het aantal behaalde EC op een bepaalde datum van een referentiegroep tijdens een ander cohort blijkt niet te achterhalen. - Gespreksvoerders ervaren de studiekeuzegesprekken als een kans om informatie over te brengen, binding met de opleiding te vergroten en alleen selecterend indien ze gehouden worden ruim voor de start van de opleiding. - De twee betrokken docenten ervaren de informatiebijeenkomsten als ze een waardevolle aanvulling op bestaande voorlichtingsactiviteiten. Het biedt de mogelijkheid om uitgebreid aandacht te schenken aan beeld van de opleiding, werk-en beroepenveld. Tevens is het een kans om kandidaten te laten proeven van de sfeer van de opleiding. Het kleinschalige karakter komt tot uiting door onder andere de interactie tussen aanwezige docent en studenten. - De decanen ervaren het nut van het studieadvies bij doorverwijzing van studenten. Ze vinden door ons gehanteerde formulier zeer bruikbaar.
Verbeteringen
- Eerder starten met het houden van de informatiebijeenkomsten, gebruik makend van de aanwezige NAW gegevens van bezoekers van de opendagen. - Centraal plannen van de studiekeuzegesprekken, dus niet in overleg met de kandidaat,
31
maar kandidaten uitnodigen op een vast moment waarop alle gespreksvoerders aanwezig zijn. Dit bij voorbeeld 3 maal doen, te weten twee maal in juni en in augustus voor een klein restgroepje tijdens de introductiedagen. Door het centraal plannen van de gespreksmomenten en het indelen van de studenten zonder overleg met hen, verwachten wij dat de respons geen 100% zal zijn. Dit hopen we te ondervangen door in augustus tijdens de introductieweek nog een laatste ronde van gesprekken te houden. De studenten die dan ook niet komen zullen worden overgedragen aan hun studieloopbaanbegeleider met de als doel om z.s.m. een kennismakingsgesprek te houden en deze studenten vervolgens zorgvuldig te blijven volgen tijdens de start van hun studieloopbaan. - Destijds is er bewust gekozen om in het studieadvies geen negatief advies te geven, daar het een niet bindend advies is en het de kandidaat vrij staat dit advies op te volgen. Toch concluderen we achteraf dat aan het studieadvies een derde optie toegevoegd kan worden, namelijk: een negatief studieadvies. Dit voorkomt dat negatieve adviezen ondergebracht worden onder een positief advies met aandachtspunten en deze optie zuiver gebruikt kan worden. Do’s
Don’ts
- Het houden van informatiebijeenkomsten voor met name opleidingen met een onduidelijk beroepsbeeld. - Studenten een prominente rol geven tijdens de informatiebijeenkomsten. Zij staan dicht bij de potentiële kandidaten qua belevingswereld en geven ‘eerlijk advies’. - Vroegtijdig betrekken van studieloopbaanbegeleiders bij het voeren van de studiekeuzegesprekken en een gezamenlijke datum (data) prikken. - Trainen van gespreksvoerders - Studiekeuzegesprekken naar kandidaten ‘presenteren’ als een standaard verplicht onderdeel van het aannameproces, “zo werken wij”. Dit heeft een zeer positief effect op de respons. - Studiekeuzegesprekken voeren na aanvang van de opleiding.
5.4 Nog verder Schaalbaarheid
Overdraagbaarheid
De opleiding Verkeerskunde heeft inmiddels weer een eerste informatiebijeenkomst georganiseerd en is voornemens dit in de komende maanden nog vaker te doen. Tevens is het zeker dat deze opleiding met alle nieuwe eerstejaars wederom studiekeuzegesprekken gaat voeren. Voor de opleidingen Civiele Techniek en Bouwkunde is dit nog een gesprek wat gevoerd wordt. Deze opleidingen zijn groter en dus zijn is er meer investering nodig om deze gesprekken te organiseren en uit te voeren. Het Managementteam van het Domein Techniek is van mening dat het voeren van dergelijke gesprekken een positief effect heeft op het rendement én op het kwalitatieve ‘gezicht’ van de opleidingen. Zij stimuleren het inzetten van de studiekeuzegesprekken dan ook. Wij hebben met veel plezier, energie en toewijding deelgenomen aan dit project. Voor ons was dit project de katalysator om de dingen te realiseren die we al langer voornemens waren te doen. Wij kunnen ander HO-instellingen aanraden om onze stappen hierin te volgen… Wij gaan verder! Als bijlage zijn de volgende formats, brieven, handleidingen en vragenlijsten en dergelijke beschikbaar: • Uitnodigingsbrief informatiebijeenkomsten • Het programma van de informatiebijeenkomst • De digitale vragenlijst • Het format voor het
32
• •
studiekeuzegesprek De handleiding voor het studiekeuzegesprek De evaluatieformulieren van de informatiebijeenkomsten en de studiekeuzegesprekken
Bijlage 1: Exitgesprekken met studiestakende studenten door de studentendecanen De uitval na 1 jaar van cohort 2006/07 (alle opleidingen) bedroeg bijna 38%, zijnde 98 studenten. Met bijna de helft van hen (50) zijn exitgesprekken gevoerd. Dit zijn vooral de studenten die tussentijds, d.w.z. in de loop van het cursusjaar, vertrokken. Percentages schoolbreed De belangrijkste reden voor vertrek (bron: exitgesprekken met SBET- studiestakers) • • • • • • • • • •
Studie/beroep niet interessant/geschikt Onvoldoende motivatie en inzet Opleiding te moeilijk/te theoretisch Anders Studieresultaten vallen tegen Ontevreden over onderwijsmethodiek Persoonlijke omstandigheden Opleiding te gemakkelijk Ontevreden over begeleiding Onvoldoende diepgang en uitdaging
2006/2007
2007/2008
(40 %) (23 %) (15 %) (15 %) (6 %) (2 %) (0 %) (0%) (0%)
(37 %) (19 %) (13 %) (6 %) (13%) (0 %) (13 %)
N=50
(0%) N=16
Uit de tabel blijkt dat in het cohort 2006 en 2007 de belangrijkste reden van inhoudelijke van aard is: respectievelijk 40% en 37% van de ondervraagde studiestakers geeft aan te vertrekken omdat de studie/ het beroep niet aan hun verwachtingen voldoet. Dit betekent dat een betere voorlichting belangrijk kan zijn. Verschillen tussen opleidingen Tussen de verschillende opleidingen zijn kleine verschillen te zien. Bij de opleiding Bouwkunde en Civiele techniek geven de meeste studiestakers het antwoord de studie of beroep niet interessant te vinden. Terwijl de studiestakers van de opleiding LTV als belangrijkste reden geven de opleiding te moeilijk te vinden en onvoldoende inzet en motivatie te hebben. Conclusies exitgesprekken De exitgesprekken vormen – hoewel ze met slechts een deel van de studiestakers worden gevoerd een belangrijke informatiebron voor het achterhalen van redenen van studiestaking. Op basis van dit onderzoek blijkt dat met name een onjuist en/of onduidelijk beeld van studie en beroep een belangrijke reden voor studiestaking is. Daarna volgt (een gebrek aan) motivatie en inzet en de moeilijkheidsgraad van de studie.
•
33
Bijlage 2: Landelijke ontwikkelingen Landelijke vergelijking Uit cijfers van de HBO-raad[3] is een tabel gedestilleerd om een landelijke vergelijking te kunnen maken. Daaruit blijkt dat over alle sectoren gerekende studies techniek binnen Windesheim conform het landelijke gemiddelde scoren. Binnen de sector HTNO – die als geheel hoger scoort dan gemiddeld over alle sectoren – zit Windesheim iets boven het gemiddelde. Uit een onderzoek van ResearchNed[4] in 2008, in opdracht van het Ministerie van OCW, blijkt dat vooral persoonlijke omstandigheden zwaar tellen bij het voortijdig studiestaken. Daarna volgen gebrek aan motivatie en een verkeerde studiekeuze. Bij SBET worden persoonlijke omstandigheden veel minder genoemd. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze niet hebben meegewogen bij het studiestaken. Maar in de cultuur van een technische opleiding kan het zijn dat deze factoren minder worden benoemd. Voor het overige zijn deze onderzoeksuitkomsten goed in overeenstemming met de onderzoeksresultaten bij SBET in het kader van de exitgesprekken.
[3]
Zie Studentenmonitor 2006, 2007 4 Zie ResearchNed, Studie-uitval in het hoger onderwijs, achtergrond en oorzaken, Nijmegen, 2008
[ ]
34
35
Bijlage 3: Uitnodiging Informatiebijeenkomst Verkeerskunde Beste (toekomstige) student Om alle aankomende studenten en geïnteresseerden welkom te heten en kennis te laten maken met onze school organiseren wij bij Verkeerskunde een informatiebijeenkomst. Deze bijeenkomst is speciaal bedoeld om je te helpen bij het maken van de juiste studiekeuze en om je meer informatie te bieden over de opleiding Verkeerskunde. Je ontvangt deze uitnodiging omdat je: - je tijdens een open dag al hebt aangemeld voor deze bijeenkomst - je hebt aangemeld voor de opleiding Verkeerskunde - interesse hebt getoond voor deze opleiding middels het opvragen van een brochure - hebt deelgenomen aan een meeloopdag van de opleiding Verkeerskunde Voordat je dus daadwerkelijk start met de opleiding neem je deel aan een informatiebijeenkomst en een studiekeuzegesprek. Tijdens de informatiebijeenkomst zullen de volgende thema’s aan bod komen: - de inhoud en verloop van de opleiding - de inhoud van het vakgebied; onderwerpen waar een verkeerskundige zich mee bezig houdt - de beroepen die je kunt gaan uitoefenen na het behalen van je diploma. Ook niet onbelangrijk! Je maakt kennis met je eventuele toekomstige studiegenoten, oudere jaars studenten en docenten. Tevens vul je aan het eind van de informatiebijeenkomst een vragenlijst in zodat wij als opleiding nog beter voorbereid zijn om jou op een goede manier te kunnen begeleiden.
De Infomatiebijeenkomst voor Verkeerskunde vindt plaats op: Datum: 1 juni 2010 Tijd: 17.00-19.30 uur (voor broodjes wordt gezorgd) Locatie: n.t.b. A.u.b. meenemen: cijferlijst van je laatste (bijna afgeronde) opleiding. Belangrijk: I.v.m. het regelen van catering en lokalen gaarne voor 28 mei je aan/afmelding mailen naar
[email protected] Vermeld bij je aan/afmelding ook je mobiele nummer!!
Tot ziens op 1juni !
Met vriendelijke groet,
Janet van der Hoeven Docent Verkeerskunde
36
Bijlage 4: Programma Informatiebijeenkomst
d.d. 13 april 2010
Programma informatiebijeenkomst Verkeerskunde Voor je ligt het programma van vanavond. Het programma is voor wat de tijdstippen betreft indicatief, er kan dus enige verschuiving in de tijden optreden. 17.00 tot 17.15
Ontvangst en welkom in T416
17.15 tot 18.00
Quiz ‘Vraag maar Raak’
18.00 tot 18.20
Speeddaten met Robin, Maxim, Gerwin, Ben, Tim en Ruud
18.20 tot 18.30
pauze
18.30 tot 18.40
Filmpje over ‘Duurzame Mobiliteit’
18.40 tot 19.00
Vragen en afsluiting
19.00 tot 19.30
Digitale vragenlijst in T331
Op weg naar een juiste studiekeuze!! 37
Bijlage 5: School of Built Environment & Transport, digitale vragenlijst studiekeuzegesprekken Beste (toekomstige) student, Stuur de volledig ingevulde vragenlijst per email naar
[email protected] Zet in het onderwerp (subject) van de email je volledige naam vooraf gegaan door de afkorting van je voorkeursopleiding en voeg de ingevulde vragenlijst toe als bijlage (attachment). Voorbeeld: CT-JanJansen.doc Bedankt voor je medewerking.
Keuze opleiding Geef hieronder de opleiding van je voorkeur aan (markeer dit met een x) Civiele Techniek (CT) Verkeerskunde (VK)
A – Persoon 1a Persoonlijke gegevens Studentennummer (indien bekend) Man/Vrouw Roepnaam Tussenvoegsel Achternaam Adres Postcode Plaats Emailadres Telefoon Mobiel nummer Geboortedatum 1b Woonsituatie (markeer de huidige woonsituatie met een X) Ik woon bij mijn ouders thuis Ik woon alleen Ik woon samen met partner Ik woon als alleenstaand ouder, samen met kinderen Ik woon samen met partner en kinderen 2 Vooropleiding 38
(geef bij de gevolgde studie aan welke richting of profiel is gevolgd) MBO-4, techniek, richting MBO overig, richting HAVO, profiel WO, studierichting Buitenlands diploma, gelijkwaardig aan Toelating 21+ (markeer met x) Anders, namelijk Opleiding afgerond (geef aan: ja/nee) 3 Cijfers laatst afgeronde opleiding, of laatste schoolrapport Vak Cijfer
4 Gevolgde cursussen/ trainingen Cursus/ trainingen gevolgd? (indien Ja, cursus/training lijst invullen) Cursus/ training Cursus/ training Cursus/ training Cursus/ training Cursus/ training 5 (Bij) baan of vrijwilligerswerk Heb je momenteel een (bij) baan of doe je vrijwilligerswerk? (indien Ja, uren en functie/rol invullen) Hoeveel uur? Welke functie/rol? 6 Eerdere werkervaring of vrijwilligerswerk Eerdere werkervaring of vrijwilligerswerk? (indien Ja, functie/periode lijst invullen) Functie/periode Functie/periode Functie/periode Functie/periode Functie/periode 39
B - Studie en beroep 7 Hoe heb je je georiënteerd op de studie Verkeerskunde/ Civiele Techniek en de bijbehorende beroepen, als verkeerskundige /civiel – technisch ingenieur? (markeer met een X indien van toepassing, meerdere antwoorden mogelijk) ik heb informatie gezocht op internet ik heb een brochure van de opleiding opgevraagd en doorgenomen ik heb een open dag bezocht ik heb een meeloopdag of andere vervolgactiviteit bezocht ik heb deelgenomen aan de groepsgesprekken voor toekomstige studenten ik heb met familieleden, kennissen, vrienden die in deze beroepen werkzaam zijn gesproken door mijn vooropleiding heb ik al kennis/ ervaring in dit beroepenveld (bv. MBO weg- en waterbouw) ik heb meegelopen met iemand die werkzaam is in het beroep, werkveld ik werk al in de verkeerskunde / civiele … techniek, nl. als anders, nl. … 8 Informatiebijeenkomst Heb je de informatiebijeenkomst bijgewoond? Zo ja, heeft het bijgedragen aan de verduidelijking van je beeld van de studie en het werk (veld)? Zo ja, wat is je duidelijk geworden? 9 Omschrijf je motivatie voor deze studie en dit werk (veld):
40
10 In welke onderwerpen, thema’s en vaardigheden verwacht je les te krijgen?
11 Wat voor werk denk je te gaan doen met deze studie
12 Hoe omschrijf je jezelf? Geef onderstaande omschrijvingen het cijfer dat voor jou het beste van toepassing is, van: 1 = minst van toepassing tot 6 = meest van toepassing. Gebruik elk cijfer maximaal één keer. Ik ben praktisch, een doener Ik ben onderzoekend, analytisch, een denker Ik ben artistiek en creatief Ik ben sociaal Ik ben ondernemend, initiatiefrijk, neem graag de leiding Ik ben geordend en hou van een duidelijke structuur 13 Waarom past deze studie bij jou?
14 Benodigde studietijd per week Hoeveel studietijd (invullen in uren) wil je aan je studie besteden? 15 Studiehouding- en vaardigheid, wat is van toepassing op jou? Ik ben: (Kies 5 houdingen die het meest op jou van toepassing zijn, geef aan met een x ) Zelfstandig Verantwoordelijk Gedisciplineerd Gemotiveerd geconcentreerd actief lezer van studiehandleidingen en syllabi iemand die zich voorbereid op de les iemand die (op tijd) naar de les komt iemand die doorzettingsvermogen heeft 41
iemand die actief is in de les Ik kan: (Kies 3 vaardigheden die het meest op jou van toepassing zijn, geef aan met een x) me houden aan een gemaakte planning aantekeningen maken een agenda bijhouden een tekst lezen een stuk schrijven Rekenen informatie verzamelen vragen stellen
C – Bijzonderheden Hier kun je, als je dat wilt, aangeven of er in jouw geval bijzondere (persoonlijke) omstandigheden zijn die voor de opleiding belangrijk zijn om te weten, omdat ze van invloed kunnen zijn op je studievoortgang. Je kunt ook aangeven of je verwacht hierdoor extra begeleiding nodig te hebben. Ook deze informatie wordt vertrouwelijk behandeld. 16 Zijn er bijzonderheden die invloed kunnen hebben op de studievoortgang? (vul eventuele bijzonderheden in) Persoonlijke bijzonderheden (denk aan: topsport, taalproblemen, een functiebeperking als dyslexie, autisme, fysieke handicap, een chronische ziekte, psychische beperkingen), nl. Bijzonderheden in het gezin (zorg voor ouder, kind, problemen thuis), nl. Studiehouding ( bv. concentratievermogen, doorzettingsvermogen, actieve opstelling) Studievaardigheden ( bv. vermogen om te plannen, informatie te verzamelen) Anders, nl. 17 Extra begeleiding Heb je extra begeleiding nodig? (indien Ja,wat van toepassing is markeren met een X en toelichten) persoonlijke begeleiding , bv. bij een aan autisme verwante stoornis, psychische beperking , chronische ziekte begeleiding bij de studievoortgang, bv. deelname aan een studiestimuleringsgroep specialistische begeleiding, zoals taalondersteuning (alleen voor allochtone studenten), dyslexieondersteuning etc. 42
18 Specifieke faciliteiten Zijn er specifieke faciliteiten nodig? (indien Ja,wat van toepassing is markeren met een X) toegankelijkheid en ruimte (bv. bij fysieke handicap) aanpassingen studieprogramma (bv.bij topsport, chronische ziekte) aangepaste software (bv. bij blind- of slechtziendheid, dyslexie) tentamenregeling (bv. extra tijd, aparte ruimte, als je een indicatie hebt voor bv. dyslexie of AD(H)D)
D – Het vervolg 19 Als je je hebt aangemeld voor de studie Civiele Techniek of Verkeerskunde krijg je een studiekeuzegesprek. Daarin krijg je ondersteuning bij het maken van je studiekeuze. Ook als je je nog niet hebt aangemeld voor de studie kun je gebruik maken van deze mogelijkheid. (Markeer met een X wat voor jou van toepassing is) ik heb me al aangemeld, dus ik krijg een uitnodiging voor een studiekeuzegesprek ik heb me nog niet aangemeld, ben wel geïnteresseerd en wil graag in aanmerking komen voor een studiekeuzegesprek ik heb me nog niet aangemeld, ben wel geïnteresseerd, maar ik zit nog niet in de eindexamenklas ik ben niet geïnteresseerd in een studie Civiele Techniek of Verkeerskunde Je ben nu aan het einde van het formulier. Stuur de volledig ingevulde vragenlijst per email naar
[email protected] Zet in het onderwerp (subject) van de email je volledige naam vooraf gegaan door de afkorting van je voorkeursopleiding en voeg de ingevulde vragenlijst toe als bijlage (attachment). Voorbeeld: CT-JanJansen.doc Bedankt voor je medewerking.
43
Bijlage 6: Format studiekeuzegesprek Vooraf Het Format Studiekeuzegesprekken volgt de Digitale Vragenlijst, waarin alle onderwerpen die van belang zijn voor het Studiekeuzegesprek aan de orde komen. Dat wil niet zeggen dat voor het gesprek per sé de volgorde van de vragenlijst gevolgd moet worden. Het gesprek met de student is maatwerk, en zal per student anders kunnen uitpakken. Voor een uitgebreide handleiding van het Studiekeuzegesprek, zie de Handleiding Studiekeuzegesprekken Aandachtspunten vooraf zijn: • Stel de student op zijn gemak en schep een basis van vertrouwen • Zie het gesprek als een tweezijdig gebeuren, waarin ook de student zijn vragen kwijt kan • Begin met een open vraag, bv.: wat spreekt je aan in de studie, het beroep van verkeerskundige/ civiel- technisch ingenieur? • Neem niet de gehele vragenlijst door maar focus op de zaken die opvallen • Geef aan dat persoonlijke informatie en omstandigheden vertrouwelijk behandeld zullen worden
Mogelijke vragen per onderdeel
A.De persoon Mogelijke vragen: • Hoe is je schoolloopbaan tot nu toe verlopen? Zijn er bijzondere aandachtspunten? • Schoolcijfers: wat zijn je sterke en zwakke punten in de schoolvakken? • Kun je je bijbaan goed combineren met een studie? • Heeft je werkervaring tot nu toe bijgedragen aan de huidige studiekeuze? Zo ja hoe?
B. Studie en beroep Mogelijke vragen: • Hoe heb je je tot nu toe georiënteerd op studie en beroep? • Wat motiveert je in de studie, het werk en het werkveld? • Hoe zie je jezelf? Ben je een doener (realistisch menstype), een denker (intellectueel menstype), een creatieveling (artistiek menstype)? Of: wil je graag met mensen werken (sociaal menstype), ben je ondernemend en initiatiefrijk (ondernemend menstype) of hou je van duidelijkheid, structuur, orde en zekerheid (conventioneel menstype). En past je persoonstype bij de studie en het beroep/werk van je keuze? Wat is je visie daarop en klopt deze met de realiteit? • Hoeveel tijd wil je besteden aan de studie? Is dat een realistische inschatting? • Waar liggen de sterke en zwakke punten van de student intellectueel (zie ook vraag over schoolcijfers).Is bijspijkeren in de doorstroomklas MBO - HBO gewenst? -> naar studieadvies • Hoe is de studiehouding van de student? Zijn er aandachtspunten? Is meteen extra begeleiding bij het studeren (Studie Stimulerings Groep) geboden? • Is de motivatie, het studie- en beroepsbeeld, de studiehouding zodanig dat doorverwijzing nodig is Mogelijkheden: - bezoek voorlichtingsdag, meeloopdag (als verdere verdieping studie- en beroepsbeeld nodig is) -> naar studieadvies
44
-
Studieloopbaancentrum: begeleiding bij studiekeuze (als student nog nauwelijks weet wat hij wil qua studie/werk en intensievere begeleiding bij het maken van een studiekeuze nodig is). -> naar studieadvies
C. Bijzonderheden Hou er rekening mee dat niet elke student met functiebeperking en/of leerprobleem daar meteen over wil praten bij de start van een nieuwe studie. Ook als de student niets daarover heeft ingevuld, kan het studiekeuzegesprek toch een goede aanleiding zijn dit ter sprake te brengen. Dus indien je als docent de indruk heeft dat er iets speelt, uit de wijze van presenteren van de student, zijn mondelinge en/of schriftelijke taalvaardigheid (op te maken antwoorden op open vragen inde vragenlijst) of andere opvallende signalen in het gedrag van de student, dan kun je overwegen om deze zaken ter sprake te brengen. Je kan ook in algemene zin informatie geven over extra begeleidingsmogelijkheden op Windesheim (zie bijlage 2). Mogelijke vragen: • Zijn er leerproblemen bekend? • Is er sprake van een functiebeperking? • Zijn er psychische problemen die spelen of gespeeld hebben? • Is er bij vorige opleidingen extra begeleiding geweest? Waarvoor? • Heb je speciaal onderwijs bezocht in het verleden, om welke reden? • Is nu bij de start van een nieuwe studie meteen extra begeleiding gewenst? • Zijn er bepaalde faciliteiten i.v.m. toegankelijkheid gewenst (studenten fysieke handicap) • Is doorverwijzing gewenst i.v.m. gesignaleerde bijzonderheden? Denk aan: - doorverwijzing decaan, i.v.m. opstellen van een begeleidingsprotocol, bij een student met een functiebeperking of andere vragen van de student -> naar studieadvies - doorverwijzing naar de studentenpsycholoog (kan alleen ná de poort) indien er sprake is van (psychische) problemen die de studievoortgang belemmeren, en die meteen vragen om een specialistische aanpak.-> naar studieadvies
D. Het vervolg: het studieadvies Vat aan het einde van het gesprek de belangrijkste uitkomsten samen, en check bij de student of het zo klopt. Leg de student uit hoe het proces nu verder gaat: student ontvangt thuis een schriftelijke weergave van de eerdergenoemde samenvatting. Dit is het studieadvies. Mogelijkheden: • Een zondermeer positief advies • Een advies met aandachtspunten: - Beeld studie en beroep verbeteren: bezoek open dag, meeloopdag - Aandacht voor deficiënties in wiskunde, nederlands, engels: volgen van een doorstroomklas MBO - HBO - Aandacht voor persoonlijke en/of functiebeperkingen, of bijzondere omstandigheden zoals topsport: bezoek decaan i.v.m. opstellen begeleidingsprotocol en/of het realiseren van bijzondere regelingen (topsportregeling) Doorverwijzing naar studentenpsycholoog: als er sprake is van psychische beperkingen, die de studievoortgang is gevaar kunnen brengen (bv. extreme faalangst, identiteitsproblemen of ernstige problemen thuis) - Aandacht voor de kwaliteit van de studiekeuze totaal, indien student écht nog niet weet wat hij wil: doorverwijzing naar het Studieloopbaancentrum voor een herijking van de studiekeuze Hieraan zijn wel kosten verbonden. Zie bijgevoegd informatiemateriaal voor docenten (in de bijlage) en voor studenten (los
45
-
informatieblad en folder materiaal, verkrijgbaar bij het Bedrijfsbureau)
46
Studieadvies Transport
School Built Environment &
Datum: Naam student: Studierichting: Naam docent:
Het studieadvies houdt in: (Aankruisen wat van toepassing is) Een positief advies, je kunt zonder meer met de studie aan de slag Een positief advies met aandachtspunten; je kunt door, maar je hebt nog wel wat werk te doen
Aandachtspunten Kruis aan welke afspraken zijn gemaakt: Beeld van studie- en beroep verbeteren: (kruis aan wat van toepassing is) Ga naar open dag Bezoek een meeloopdag Aandacht voor deficiënties in wiskunde, natuurkunde, Nederlands, Engels (kruis aan wat van toepassing is) Volgen van een doorstroomklas MBO – HBO Anders, nl.: Aandacht voor persoonlijke en/ of functiebeperkingen (kruis aan wat van toepassing is) Studeren met een functiebeperking: ga naar de decaan voor het opstellen van een begeleidingsprotocol. Voorbeelden: dyslexie, fysieke beperking, A(D)HD, autisme of aan autisme verwante stoornis Topsportregeling, ga naar decaan i.v. m maken afspraken Extra begeleiding binnen de School (als student dit zelf aangeeft) Deelname aan een Studie Stimuleringsgroep Anders, nl.: Aandacht voor psychische problemen: als je verwacht dat deze je bij de studievoortgang parten kunnen gaan spelen: na inschrijving voor de studie kan je naar de studentenpsycholoog. Aandacht voor de kwaliteit van de studiekeuze totaal: ga naar het Studieloopbaancentrum voor herijking van de studiekeuze.
Aanvullende informatie (beschrijf hier de aanvullende informatie, aandachtspunten) 47
Bijlage : Overzicht namen, adressen, telefoonnummers doorverwijzing Algemeen Toekomstige studenten die een Studiekeuzegesprek gevolgd hebben en een studieadvies ontvangen hebben, krijgen deze mee in een map waarin ook een flyer met doorverwijsinformatie zit, en een kaartje van de docent met wie de student heeft gesproken. Deze informatie te vinden op Sharenet, Infosite, Medewerkers, Studentenbegeleiding. Voor wat de voorlichtingsactiviteiten kan verwezen worden naar www.windesheim.nl
Voorlichtingsactiviteiten Open avond: 16 april 18 – 21 uur, Tech Girls Event: 8 juni 2010voor meisjes die een technische studie willen kiezen, en Open dag: 18 juni 2010 van 13 – 17 uur. Zie www.windesheim.nl Meeloopdag Civiele Techniek, in februari en april, aanmelden bij Mathilde Tiesinga, tel.038 -4699859, email:
[email protected] Meeloopdag Verkeerskunde, in februari en april, aanmelden bij Mathilde Tiesinga, tel. 038 -4699859, email:
[email protected]
School Studiestimuleringsgroepen, voor studenten die begeleiding nodig hebben bij de studievoortgang. Deelname is mogelijk via de SLBer.
Doorstroomklas MBO - HBO Bedoeld voor MBOers die in het laatste leerjaar van hun opleiding zitten. Zij kunnen een voorjaarsklas of een najaarsklas volgen van 13 bijeenkomsten, waarin wiskunde, natuurkunde en Nederlands, Engels aan bod komen. Deze doorstroomklas is dus niet goed afgestemd op de doelgroep van de Studiekeuzegesprekken. Echter eventueel kunnen ze meedoen aan de najaarscursus, indien dat te combineren is met hun normale studieprogramma. Dat geldt ook voor HAVO leerlingen met een E&M profiel, die toegelaten kunnen worden tot Verkeerskunde. Ze moeten zich dan vóór 3 september 2010 aanmelden bij Marleen Kattenberg van SED,
[email protected], tel.038 – 4699804. De kosten van de doorstroomklas bedragen € 150,-. Dit bedrag ontvangen de studenten terug als zij zich aanmelden bij de opleiding. Daarnaast zijn er wat kosten voor de aanschaf van twee boeken en een reader. Vanuit SBET werkt Albert Dolphing mee. Contactpersoon is: Jan Stegeman van SED,
[email protected], tel.038 – 4699865.
Decaan Magda Lokhorst, decaan School of Built Environment & Transport, tel. 038 -4699207, email:
[email protected], aanwezig op woensdag op T525, tel.038 -4688698 en op vrijdag op T415, tel. 038 – 4699812. Bij de decaan kunnen toekomstige studenten terecht voor het opstellen van een begeleidingsprotocol i.s.m. de opleiding (bij een functiebeperking, dyslexie, of een chronische ziekte) en voor een topsportregeling. Overige indicaties voor een bezoek aan de decaan bij de start van de studie zijn de aanwezigheid van problemen thuis. Het kan hier gaan om studenten die thuis een echtscheiding meemaken, die de zorg voor een ouder hebben, of die een ouder hebben met probleemgedrag. Gebleken is dat deze groep studenten extra risico lopen op studie-uitval.
Studentenpsycholoog Pas na de poort kunnen studenten terecht bij de studentenpsycholoog. Studenten met een psychische beperking kunnen hiervan maken. Zij kunnen zich aanmelden bij de studentenpsycholoog voor een eerste gesprek via: Mary Oude Weernink (ass.), tel.038 -4699036,
[email protected] . Locatie G234.
Studieloopbaancentrum Toekomstige studenten van Windesheim kunnen voor studiekeuze- en loopbaanbegeleiding c.q. een studiekeuzeadvies terecht bij het Studieloopbaancentrum, tel.038 – 4699100,
[email protected] . Locatie G122. Een eerste gesprek is gratis, aan verdere begeleiding zijn kosten verbonden: € 49,- per gesprek, met een maximum van € 196,- Een test met gesprek kosten ook € 196,- Tenslotte is een studiekeuzetraining mogelijk: € 75,- Als studenten eenmaal staan ingeschreven op Windesheim is bovenstaande begeleiding gratis.
48
Bijlage 7: Handleiding Studiekeuzegesprek Doel studiekeuzegesprek Het studiekeuzegesprek heeft tot doel om als opleiding samen met de toekomstige student de studiekeuze tegen het licht te houden en te kijken of deze studiekeuze de juiste is. Het studiekeuzegesprek is een maatwerkgesprek. Bij gaande punten dienen als aandachtspunten. Ze volgen de opzet van de Digitale Vragenlijst. Benodigde materialen • Voorafgaand aan het gesprek kun je de ingevulde Digitale Vragenlijst van de student opzoeken op Teamsite SKG .Zo heb je vast wat informatie over het zelfbeeld van de aanstaande student, en zijn beeld van de opleiding en het beroep. Ook kun je vast bedenken op welke aspecten je in het gesprek vooral in wilt gaan. • Het Format Studiekeuzegesprekken, dat is gebaseerd op de Handleiding Studiekeuzegesprekken, waarin uitgebreider ingegaan wordt ingegaan op het voeren van het gesprek. De Handleiding is bedoeld om ter voorbereiding door te nemen en het Format kan gehanteerd worden als richtingwijzer tijdens het gesprek. • Gekoppeld aan het Format vind je het Studieadvies. Het Studieadvies wordt aan het einde van het gesprek ingevuld, samen met de student. Vervolgens werkt de docent het uit in een digitale versie, die aan de student wordt toegezonden per email. Werkwijze studiekeuzegesprek Vanzelfsprekend is het van belang de aanstaande student aan het begin van het gesprek op zijn/haar gemak te stellen en te zorgen dat er een basis van vertrouwen is. Sommige vragen kunnen behoorlijk confronterend zijn, hetgeen een goede basis in het gesprek extra belangrijk maakt. Je kunt dit doen door de tijd te nemen om je voor te stellen en het doel van het gesprek goed uit te leggen: als opleiding gunnen we iedere student een optimale en goed voorbereide start, ook willen we graag een band opbouwen met de student en daar investeren we nu alvast in. Benadruk ook de tweezijdigheid van het gesprek: we willen informatie hebben, maar ook geven. De student mag dus zelf ook vragen stellen. Het is goed om met een open vraag te beginnen: bijv. wat spreekt je aan in het beroep van verkeerskundige/ civiel- technisch ingenieur? Heeft iemand je geïnspireerd? Ook kun je vragen hoe de student terugkijkt op het groepsgesprek, en hoe dat heeft bijgedragen aan de beeldvorming van studie en beroep. Hierna volgt deze handleiding de vragen in de Digitale Vragenlijst, met per onderdeel informatie, tips en suggesties die kunnen helpen om in het gesprek hierop in te gaan. Uiteraard is het niet de bedoeling dat alle aspecten in het gesprek aan bod komen, maar vooral de afwijkende, opvallende aspecten eruit te lichten. A. Persoon 1. Woonsituatie Studenten die op kamers wonen blijken vaker met de studie te stoppen dan studenten die thuis blijven wonen. Niet in alle gevallen valt er iets te kiezen (bijv. bij een te grote reisafstand). Als er wel gekozen kan worden, kan het goed zijn dat aanstaande studenten weten dat het op kamers gaan de start van de opleiding kan verzwaren. Misschien is het voor de aanstaande student een overweging waard al wat eerder op kamers te gaan, zodat men voor aanvang van de studie alvast kan wennen aan het ‘zelfstandig’ zijn. Of misschien is het juist slim om toch nog even thuis te blijven en voorlopig dan maar te reizen, en de verhuizing uit te stellen en zichzelf zo eerst de kans geven te wennen aan de opleiding. Bij afstandsleerders is vaak sprake van een partner en/of kinderen. Het vereist veel planning en organisatie om het gewone (gezins)leven doorgang te laten vinden èn voldoende tijd voor de studie vrij te maken. Het is aan te bevelen tijdig na te denken over het creëren van een rustige werkplek en momenten waarop voor langere tijd aaneen aan de studie gewerkt kan
49
worden. Zo kan voorkomen worden dat er veel tijd verloren gaat met het steeds opnieuw opstarten en weer inlezen." 2. & 4. Vooropleiding en gevolgde cursussen/trainingen • Wat is het niveau van de vooropleiding. • Hoe is je schoolloopbaan tot dusver verlopen? • Was er sprake van doublures? • Was er sprake van op- of afstroom, dat wil zeggen, ben je in de schoolloopbaan doorgegaan in een schooltype van hoger niveau (bv. van VMBO naar MBO) of juist doorgegaan in een schooltype van lager niveau (bv. van VWO naar HAVO, of van HAVO naar MBO)? • Moest je tot nu toe veel moeite doen en tijd investeren, of juist weinig? • Hoe kijk je tegen het niveau van een hbo-opleiding aan? • Sluit de vooropleiding aan bij de opleiding waar je nu voor kiest. Of zijn er aan de opleiding verwante cursussen of trainingen gevolgd? En met goed gevolg afgerond? • Wellicht zijn er wat vrijstellingen mogelijk? 3. Behaalde cijfers •Hoe zijn de cijfers voor gerelateerde vakken? Indien laag: heb je hierover nagedacht? Waarom dan deze opleiding? 5. (Bij)baan • •
Hoeveel uur werk je per week? Hoeveel tijd is er daarnaast beschikbaar voor studie? Is dat realistisch? Blijft er voldoende tijd over voor hobby’s, sociale contacten, etc.?
6. Werkervaring • Is er sprake van relevante werkervaring? Zo ja, dat zou kunnen betekenen dat bepaalde aspecten in de opleiding wat makkelijk zullen gaan/minder tijd zullen vergen? Ga je hier zelf ook al vanuit? Is dat beeld realistisch? B. Studie en beroep De studiekeuze (vraag 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14) • Hoe heb je je tot nu toe georiënteerd op studie- en beroepsmogelijkheden? Zoals al vermeld: het raadplegen van onafhankelijke bronnen ligt onder diegenen die hun studie voortzetten twee keer zo hoog als onder studiestakers; studerenden raadplegen vaker dan studiestakers hun familie en kennissen; schriftelijke informatie daarentegen werd meer geraadpleegd door studiestakers dan door studerenden. Als de student tot nu toe vooral schriftelijke bronnen heeft geraadpleegd, is het verstandig de student ook op andere sporen te zetten: bezoek meeloop- of open dag, of voer gesprekken (met studie- en beroepsbeoefenaren) in de eigen vrienden- en familiekring. • Welk beeld heb je van de studie, het beroep? Om het studeren vol te houden is vooral een intrinsieke motivatie belangrijk. Zijn de redenen die de student opgeeft vooral intrinsiek (interesse voor het beroep, de studiestof) of meer extrinsiek (bijv. goede kansen op de arbeidsmarkt). Heeft de student hier voldoende over nagedacht? Hoe kijkt hij/zij zelf tegen deze verschillen aan? • Hoe zie je jezelf in relatie tot studie en werk? Wat voor soort persoon ben je? ( vraag 12). Toelichting per persoonlijkheidstype: Realistisch (uitspraak: ik ben praktisch, een doener)
50
o
o
Veel van toepassing (5 à 6): Hoe zie je dit zelf in relatie tot gekozen opleiding? Als HBOer Techniek doe je toch ook veel ‘zittend’ werk: ontwerpen, tekenen, rekenen, vergaderen, etc. Je bent niet meteen praktisch- technisch bezig. Zie je dat voor je? Weinig van toepassing (1 à 2)): voor Civiele Techniek: het is wel nodig om een doenersmentaliteit te hebben. Je bent bv. als opzichter/ uitvoerder op de bouwplaats veel actief bezig, je moet slagvaardig en snel kunnen werken. Ben jij zo iemand?
Intellectueel (uitspraak: ik ben onderzoekend, analytisch, een denker) o
o
Veel van toepassing (5 à 6): Een HBOer Techniek is bij uitstek een denker en een onderzoeker, dus een hoge score hier geeft aan dat de keuze klopt voor zeker een aantal beroepsmogelijkheden. Wat spreekt jou vooral aan? Weinig van toepassing (1 à 2): een HBOer Techniek heeft een onderzoekende, analytische houding nodig bij veel van zijn werkzaamheden. Denk je dat je die voldoende hebt?
Artistiek (uitspraak: ik ben artistiek en creatief) o
o
Veel van toepassing (5 à 6): staat artistiek bij jou bovenaan, dan kan dat handig zijn voor een HBOer Techniek, maar het is een bijkomend aspect. De techniek speelt de hoofdrol. Ben je je daarvan voldoende bewust? Of wellicht krijgt dit aspect van je persoon op een andere plek de ruimte, bv. in de vrije tijd? Weinig van toepassing (1 à 2): Zoals gezegd, creatieve elementen spelen een rol in het werk van de HBOer Techniek. Denk jij dat je voldoende creatief bent voor dit werk, deze studierichting?
Sociaal (uitspraak: ik ben sociaal) o
o
Veel van toepassing (5 à 6): heb je ook overwogen om iets heel sterk sociaals te gaan doen, denk bijv. aan werken in de zorg of hulpverlening? Waarom wel of juist niet? Denk je dat het sociale aspect voldoende ruimte krijgt in het technisch werk? Weinig van toepassing (1 a 2)): als technicus werk je met mensen, het gaat niet alleen om de techniek, je moet ook kunnen samenwerken. Heb jij dat in je?
Ondernemend (uitspraak: ik ben ondernemend, initiatiefrijk, neem graag de leiding) o
o
Veel van toepassing (5 à 6)): je geeft aan een ondernemend type te zijn, die graag leiding neemt. Dat kan belangrijk zijn als HBOer Techniek, waarin je vaak het voortouw moet nemen als je in een bedrijf werkzaam bent. Een hoge score is dus positief te noemen. . Weinig van toepassing (1 à 2): leiding geven en initiatief nemen zijn aspecten die voor het beroep van HBO technicus wel van belang zijn. Hoe zie jij dat bij jezelf? Denk je dat je die eigenschappen voldoende bezit om dit werk te kunnen doen?
Conventioneel (uitspraak: ik ben geordend en hou van duidelijke structuur) o
• •
Veel van toepassing (5 à 6): je vindt het prettig om gestructureerd en geordend te werken. Dat kan betekenen dat je ook geneigd bent zaken goed voor te bereiden?! Hoe reageer je als dingen toch anders lopen dan gepland? Kun je bijv. improviseren? Vind je dat ook wel leuk? Een uitdaging? Weinig van toepassing (1 à 2): je geeft aan dat geordend zijn en houden van duidelijke structuren niet zo bij je passen. Als HBO Technicus moet je natuurlijk in je werk wel zorgen voor orde en structuur. Hoe zie jij dat voor je?
Wat wil je gaan doen met de studie, het beroep? Heb je twijfel over je studiekeuze? Waarover twijfel je?
51
De student, zijn capaciteiten en studiehouding ( vraag 14, 15, 16) Let op het specifieke profiel van de student die het op jouw opleiding niet red. Als je dat herkent, wees dan alert en vraag door. Voorbeelden: de onderpresterende HAVO leerling met een goed passend profiel (NG of NT) die op de HAVO onvoldoende heeft leren aanpakken, of de ambitieuze MBOer uit een niet-verwante richting met een kennisgap in diverse vakken. • Hoeveel tijd wil de student besteden aan de studie? Is dat een realistische inschatting? • Waar liggen sterke en zwakke kanten van de student in kennis en (intellectuele) capaciteiten? Kijk ook naar de schoolcijfers (vraag 3) • Hoe is de studiehouding van de student? (zie studiehouding en vaardigheden, vraag15) C. Bijzonderheden (vraag 16, 17, 18) Algemeen Niet iedere aanstaande student zal over een functiebeperking willen praten. Sommigen willen op een nieuwe school liever met een ‘schone lei’ beginnen. Heb je toch het vermoeden dat er zoiets speelt, of ontstaat dat vermoeden in de loop van het gesprek, dan is het belangrijk de rol/taakverdeling van de verschillende begeleiders wel even onder de aandacht te brengen, als zijnde algemene informatie. De aanstaande student is dan in ieder geval op de hoogte van de mogelijkheden. • Is er sprake van leerproblemen (dyslexie, dyscalculie) of andere functiebeperkingen? • Kan/moet de opleiding hier rekening mee houden? • Hoe kan de opleiding dat doen? • Wat is er nodig om zo succesvol mogelijk te studeren? Er zijn veel functiebeperkingen die ter sprake kunnen komen. Denk bijvoorbeeld aan slechtziendheid, slechthorendheid, ADHD, PDD-NOS, autisme, borderlinepersoonlijkheidsstoornis, etc. Studenten met een bepaalde functiebeperking hebben wellicht in het onderwijs al veel (vervelende) ervaringen opgedaan door die beperking. Het intakegesprek biedt niet de mogelijkheid hier al te uitgebreid op in te gaan. Wel is het van belang te weten wat er speelt en voor de aanstaande student is het belangrijk te weten welke begeleiders er zijn en wie waarvoor bereikbaar is. Leg dus de rol en taakverdeling van SLBers, decanen, studentpsychologen etc. uit. Ook zijn er folders over studeren met een functiebeperking die meegegeven kunnen worden. Ze zijn aanwezig op het Bedrijfsbureau. D. Het vervolg: het studieadvies Vat aan het einde van het gesprek de belangrijkste uitkomsten samen, en check bij de student of het zo klopt. Leg de student uit hoe het proces nu verder gaat: student ontvangt thuis (via mail) een schriftelijke weergave van de eerdergenoemde samenvatting. Dit is het studieadvies. Het studieadvies kan inhouden: • Een positief advies, student kan zonder meer met de studie aan de slag • Een positief advies met aandachtspunten: student kan door, maar heeft nog wel wat werk te doen: - Beeld van studie- en beroep verbeteren: ga naar de open dag of doe alsnog een meeloopdag - Aandacht voor deficiënties in wiskunde, natuurkunde, nederlands, engels door het volgen van een doorstroomklas MBO-HBO - Aandacht voor persoonlijke en/ of functiebeperkingen, psychische beperkingen of bijzondere omstandigheden zoals topsport: ga naar de decaan voor het opstellen van een begeleidingsprotocol, of maak gebruik van extra begeleidingsmogelijkheden binnen de School (Studie Stimuleringsgroep) ga naar de studentenpsycholoog (na de poort), bij psychische problemen die de studievoortgang kunnen belemmeren
52
-
Aandacht voor de kwaliteit van de studiekeuze totaal: ga naar het Studieloopbaancentrum voor een herijking van de studiekeuze
Zie voor informatie over de verschillende doorverwijzingsmogelijkheden de bijlage. Hiervan is in losbladige vorm ook een studentenversie, verkrijgbaar op het Bedrijfsbureau. Daar is ook informatiemateriaal van verschillende doorverwijsmogelijkheden aanwezig.
53
Bijlage : Overzicht namen, adressen, telefoonnummers doorverwijzing Algemeen Voor toekomstige studenten die een Studiekeuzegesprek gevolgd hebben en een studieadvies ontvangen hebben, zijn folders of andere informatie m.b.t. de adviezen voor vervolgactiviteiten en doorverwijzingen die zij hebben ontvangen aanwezig op de afdeling bij het Bedrijfsbureau. Ook is deze informatie te vinden op Sharenet, Infosite, Medewerkers, Studentenbegeleiding. Voor wat de voorlichtingsactiviteiten kan verwezen worden naar www.windesheim.nl
Voorlichtingsactiviteiten Open avond: 16 april 18 – 21 uur, Tech Girls Event: 8 juni voor meisjes die een technische studie willen kiezen, en Open dag: 18 juni van 13 – 17 uur. Zie www.windesheim.nl Meeloopdag Civiele Techniek 19 april, 13 – 17.15 uur, aanmelden bij Mathilde Tiesinga, tel.038 – 4699859, email:
[email protected] Meeloopdag Verkeerskunde 28 april, 9.15 – 14.30 uur, aanmelden bij Mathilde Tiesinga, tel. 038 4699859, email:
[email protected]
Doorstroomklas MBO-HBO Bedoeld voor MBOers die in het laatste leerjaar van hun opleiding zitten. Zij kunnen een voorjaarsklas of een najaarsklas volgen van 13 bijeenkomsten, waarin wiskunde, natuurkunde en nederlands, engels aan bod komen. Deze doorstroomklas is dus niet goed afgestemd op de doelgroep van de Studiekeuzegesprekken. Echter eventueel kunnen ze meedoen aan de najaarscursus, indien dat te combineren is met hun normale studieprogramma. Dat geldt ook voor HAVO leerlingen met een E&M profiel, die toegelaten kunnen worden tot Verkeerskunde. Ze moeten zich dan vóór 3 september 2010 aanmelden bij Marleen Kattenberg van SED,
[email protected], tel.038 – 4699804. De kosten van de doorstroomklas bedragen € 150,-. Dit bedrag ontvangen de studenten terug als zij zich aanmelden bij de opleiding. Daarnaast zijn er wat kosten voor de aanschaf van twee boeken en een reader. Vanuit SBET werkt Albert Dolphing mee. Contactpersoon is: Jan Stegeman van SED,
[email protected], tel.038 – 4699865.
Decaan Magda Lokhorst, decaan School of Built Environment & Transport, tel. 038 -4699207, email:
[email protected], aanwezig op woensdag op T525, tel.038 -4688698 en op vrijdag op T415, tel. 038 – 4699812. Bij de decaan kunnen toekomstige studenten terecht voor het opstellen van een begeleidingsprotocol i.s.m. de opleiding (bij een functiebeperking, dyslexie, of een chronische ziekte) en voor een topsportregeling. Overige indicaties voor een bezoek aan de decaan bij de start van de studie zijn de aanwezigheid van problemen thuis. Het kan hier gaan om studenten die thuis een echtscheiding meemaken, die de zorg voor een ouder hebben, of die een ouder hebben met probleemgedrag. Gebleken is dat deze groep studenten extra risico lopen op studie-uitval.
Studentenpsycholoog en Studieloopbaancentrum, zie volgende pagina Studentenpsycholoog Pas na de poort kunnen studenten terecht bij de studentenpsycholoog. Studenten met een psychische beperking kunnen hiervan maken. Zij kunnen zich aanmelden bij de studentenpsycholoog voor een eerste gesprek via: Mary Oude Weernink (ass.), tel.038 -4699036,
[email protected] . Locatie G234.
Studieloopbaancentrum Toekomstige studenten van Windesheim kunnen voor studiekeuze- en loopbaanbegeleiding c.q. een studiekeuzeadvies terecht bij het Studieloopbaancentrum, tel.038 – 4699100,
[email protected] . Locatie G122. Een eerste gesprek is gratis, aan verdere begeleiding zijn kosten verbonden: € 49,- per gesprek, met een maximum van € 196,- Een test met gesprek kosten ook € 196,- Tenslotte is een studiekeuzetraining mogelijk: € 75,- Als studenten eenmaal staan ingeschreven op Windesheim is bovenstaande begeleiding gratis.
54
Bijlage 8: Evaluatieformulieren Informatiebijeenkomst en Studiekeuzegesprek School of Built Environment & Transport Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geef aan in hoeverre je het eens bent met onderstaande uitspraken. A = helemaal mee oneens B = grotendeels mee oneens C = neutraal
D = grotendeels mee eens
E = helemaal mee eens
Evaluatie studiekeuzegesprek 1. Het studiekeuzegesprek heeft er voor gezorgd dat ik de keuze voor de studie bewuster heb gemaakt.
ABCDE
2. Ik heb door het studiekeuzegesprek een beter beeld van de opleiding gekregen.
ABCDE
3. Ik heb door het studiekeuzegesprek een beter beeld gekregen van het beroepenveld waarvoor de opleiding opleidt.
ABCDE
4. Het studiekeuzegesprek heeft mijn studiekeuze veranderd.
ABCDE
5. Na het studiekeuzegesprek ben ik volkomen overtuigd dat dit de opleiding voor mij is.
ABCDE
6. Na het studiekeuzegesprek ben ik volkomen overtuigd dat dit het beroepenveld voor mij is.
ABCDE
7. Ik heb me al ingeschreven bij Hogeschool Windesheim voor deze opleiding.
ABCDE
Indien antwoord op vraag 7 E is, sla vraag 8 dan over! 8. Na het studiekeuzegesprek ben ik zeker van plan me bij Hogeschool Windesheim definitief in te schrijven voor deze opleiding.
ABCDE
9. Het studiekeuzegesprek was voor mij nuttig.
ABCDE
10. Ik wil het studiekeuzegesprek als informerend typeren.
ABCDE
11. Ik wil het studiekeuzegesprek als motiverend typeren.
ABCDE
12. Ik wil het studiekeuzegesprek als adviserend typeren.
ABCDE
13. Ik wil het studiekeuzegesprek als ondersteunend bij mijn studiekeuze typeren.
ABCDE
14. Ik heb door het studiekeuzegesprek een betere band gekregen met de opleiding.
ABCDE
15. Ik had het gevoel dat ik eerlijk en open kon zijn in het contact.
ABCDE
Ben je bij de informatiebijeenkomst geweest sla vraag 16 t/m 21 dan over! Evaluatie digitale vragenlijst 16. Ik ben gaan denken over de eisen die de opleiding aan mij stelt door het invullen van de vragenlijst.
ABCDE
17. Ik ben mij bewuster van wat ik kan door het invullen van de vragenlijst.
ABCDE
18. Ik ben mij bewuster van wat ik wil door het invullen van de vragenlijst.
ABCDE
55
19. Ik vond de vragenlijst duidelijk en overzichtelijk.
ABCDE
20. Ik vond dat alles wat belangrijk is bij een studiekeuze in deze vragenlijst naar voren kwam.
ABCDE
21. Ik vond het goed dat er gevraagd werd naar persoonlijke omstandigheden en problemen.
ABCDE
56
Evaluatie Informatiebijeenkomst School of Built Environment & Transport Geef aan in hoeverre je het eens bent met onderstaande uitspraken. A = helemaal mee oneens B = grotendeels mee oneens C = neutraal
D = grotendeels mee eens E = helemaal mee eens
Evaluatie uitnodigingsbrief 1. De uitnodigingsbrief voor de informatiebijeenkomst was uitnodigend.
ABCDE
2. De uitnodigingsbrief voor de informatiebijeenkomst was duidelijk .
ABCDE
Evaluatie informatiebijeenkomst Wat heb je er aan gehad? 3. De informatiebijeenkomst heeft bijgedragen aan een duidelijker beeld van de studie
ABCDE
4. De informatie bijeenkomst heeft bijgedragen aan een beter beeld van de beroepen die je met deze studie kunt bereiken.
ABCDE
5. De informatiebijeenkomst heeft mijn inzicht in het vakgebied van de Verkeerskunde/ Civiele Techniek verbeterd. ABCDE 6. De informatiebijeenkomst heeft me tot nadenken gebracht over mijn studiekeuze
ABCDE
Wat vond je van de bijeenkomst? 7. Ik vind het aanbieden van deze informatiebijeenkomst een goede zaak.
ABCDE
8. Ik vind het programma van deze informatiebijeenkomst goed in elkaar zitten.
ABCDE
9. Ik vind het goed dat op deze informatiebijeenkomst docenten en studenten aanwezig zijn.
ABCDE
10. Ik vind dat deze informatiebijeenkomst goed georganiseerd is.
ABCDE
Evaluatie digitale vragenlijst Wat heb je eraan gehad? 11. Ik ben gaan denken over de eisen die de opleiding aan mij stelt door het invullen van de vragenlijst. ABCDE 12. Ik ben mij bewuster van wat ik kan door het invullen van de vragenlijst.
ABCDE
13. Ik ben mij bewuster van wat ik wil door het invullen van de vragenlijst.
ABCDE
Wat vond je van de vragenlijst? 14. Ik vond de vragenlijst duidelijk en overzichtelijk.
ABCDE
15. Ik vond dat alles wat belangrijk is bij een studiekeuze in deze vragenlijst naar voren kwam. ABCDE 16. Ik vond het goed dat er gevraagd werd naar persoonlijke omstandigheden en problemen. ABCDE
57
58
Bijlage 9: Kostenoverzicht Kostensoort Eenmalige kosten
Toelichting
Uren
€
Eenmalige kosten voor de ontwikkeling van SKG Uren
Out-of-
Ontwikkelen aanpak en
Aantal uren dat is besteed voor het maken van
materialen
vragenlijsten, draaiboeken, protocollen etc.
Aanschaf van ICT en tools
Kosten van aanschaf van software, assessments etc.
536
0,-
pocket Vaste kosten
Jaarlijkse kosten die niet afhankelijk zijn van het Uren
Organisatie
Uren voor projectmanagement, overleg,
400
administratieve ondersteuning, management rapportages etc. (Uren op basis van begroting) Out-of-
Kantoorkosten etc.
Huur van ruimtes, apparatuur etc.
0,- *
pocket Variabele kosten
Uren
Trainen gespreksvoerders
Kosten die wel afhankelijk zijn van het aantal
Totaal
Uren per
gesprekken of kandidaten
aantal uren
kandidaat?
Aantal uren dat besteed is voor het trainen van
Totale €
40
0,5
€ per kandidaat
docenten, SLB'ers, studenten, alumni en andere gespreksvoerders Vorobereiding per gesprek/kandidaat
Out-of-
Tijd voor inplannen, opbellen, invoeren gegevens, voorbereiden
34
0,5
Gesprek zelf
Tijd voor gesprek
68
1
Afronding
Tijd voor invoeren gegevens en nabereiding
34
0,5
Totaal
Totale tijd besteed aan gesprekken
136
2
Licentiekosten en catering
pocket
Kosten per kandidaat voor licenties /catering etc.
594,-
17,-
(tijdens de informatiebijeenkomsten)
* Kosten worden niet intern doorberekend bij Hogeschool Windesheim ** Deze uren kunnen niet achterhaald worden. De gehanteerde urenregistratie maakt het mogelijk uren te selecteren op werkpakket, maar niet op uitgevoerde activiteit.
1